RIJDEN
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de se-
lectiehendel in de stand P of N bewegen
om de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan
om de auto stil te zetten.
Storing
Als bij aangezet contact dit ver-
klikkerlampje gaat branden in
combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het
multifunctionele display, duidt dit op een
storing in de transmissie .
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit heeft
geen gevaar voor de transmissie.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhanke-
lijk van de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Dit verklikkerlampje kan ook gaan bran-
den bij het openen van een portier.
In de volgende gevallen is er kans
op grote schade aan de automati-
sche transmissie:
- als u het gaspedaal en het rem-
pedaal gelijktijdig intrapt,
- als u, wanneer de accu geen
stroom levert, de selectiehen-
del geforceerd in de stand P of
een andere stand zet.
Handmatig schakelen
Selecteer de stand M om sequen-
tieel te schakelen in de vier of zes
versnellingen.
Duw de selectiehendel naar het
symbool + om één versnelling op te
schakelen.
Trek de selectiehendel naar het
symbool - om één versnelling terug
te schakelen.
Op het instrumentenpaneel
verdwijnt de aanduiding D
en verschijnen achtereenvol-
gens de ingeschakelde ver-
snellingen.
Als het motortoerental te laag of te hoog
is, knippert de geselecteerde versnel-
ling enkele seconden en vervolgens
wordt de werkelijk ingeschakelde ver-
snelling weergegeven.
Als de selectiehendel niet in de
stand P staat, klinkt bij het ope-
nen van het bestuurdersportier of
na ongeveer 45 seconden een ge-
luidssignaal en verschijnt een mel-
ding op het display.
Zet de selectiehendel in de
stand P ; het geluidssignaal
stopt en de melding verdwijnt.
Het schakelen naar een andere versnel-
ling kan alleen als de snelheid van de
auto en het toerental van de motor dit
toestaan, anders wordt er tijdelijk over-
gegaan op de automatische bediening.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is inge-
schakeld (de selectiehendel
bevindt zich tussen twee stan-
den in).
Er kan elk moment van de stand D (rij-
den in de automatische stand) naar de
stand M (rijden in de handbediende
stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest
de automatische transmissie automa-
tisch de stand M1 .
De programma's Sport en Sneeuw kun-
nen niet worden ingeschakeld in de
handbediende stand.
Zet de selectiehendel in de stand
N en trek de handrem aan om het
brandstofverbruik tijdens langdu-
rig stilstaan met draaiende motor
(fi le...) te beperken.