492107
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/272
Pagina verder
/
DUT
Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door
voordat u deze camera in gebruik neemt.
PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD.
2-35-7, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.jp)
PENTAX RICOH IMAGING
FRANCE S.A.S.
(European Headquarters)
112 Quai de Bezons, B.P. 204, 95106 Argenteuil Cedex,
FRANCE
(HQ - http://www.pentax.eu)
(France - http://www.pentax.fr)
PENTAX RICOH IMAGING
DEUTSCHLAND GmbH
Julius-Vosseler-Strasse 104, 22527 Hamburg,
GERMANY
(http://www.pentax.de)
PENTAX RICOH IMAGING
UK LTD.
PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks
SL3 8PN, U.K.
(http://www.pentax.co.uk)
PENTAX RICOH IMAGING
AMERICAS CORPORATION
633 17th Street, Suite 2600, Denver, Colorado 80202,
U.S.A.
(http://www.pentaximaging.com)
PENTAX RICOH IMAGING
CANADA INC.
1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7,
CANADA
(http://www.pentax.ca)
http://www.pentax.jp/english
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving
wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
OPWG20105/DUT Copyright © PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD. 2012
FOM 01.03.2012 Printed in Europe
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX.
Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal
te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te
krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige
plaats.
Auteursrechten
Met de digitale camera van PENTAX gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan
strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming
volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening
met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik
aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties.
Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook
niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in
de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een
gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
•ArcSoft
en het logo hiervan zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van ArcSoft Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn gewone of
wettig gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Eye-Fi, het Eye-Fi-logo en Eye-Fi connected zijn handelsmerken van Eye-Fi, Inc.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale
fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image Matching
ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter overeenstemmen
met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige functies zijn niet beschikbaar
op printers die niet voldoen aan PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het
PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor
privégebruik door een consument en andere vormen van gebruik zonder
vergoeding met het oog op (i) het coderen van video in overeenstemming met de
AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video die werd
gecodeerd door een consument in een privéactiviteit en/of werd verkregen via
een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Geen enkele
licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com.
Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
In deze handleiding wordenen ® niet aangegeven.
Deze handleiding is van toepassing op de Optio WG-2 GPS en Optio WG-2.
De illustraties die in deze handleiding worden gebruikt, zijn van de Optio WG-2 GPS.
Memo
1
Aan de gebruikers van deze camera
Gebruik of bewaar dit apparaat niet in de buurt van apparatuur die sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden genereert.
Sterke elektromagnetische straling of de magnetische velden die worden
geproduceerd door apparatuur zoals radiozenders, kunnen de monitor storen, de
opgeslagen gegevens beschadigen of het interne circuit van het product
beïnvloeden en camerastoringen veroorzaken.
Het paneel met vloeibare kristallen is gemaakt met behulp van extreem hoge-
precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is,
dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of
juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het
opgenomen beeld.
Als de camera op een helder onderwerp wordt gericht, kan er een lichtstreep op het
scherm verschijnen. Dit wordt een lichtvlek genoemd, maar is geen storing.
De illustraties en de weergave op het scherm kunnen in deze handleiding afwijken
van het feitelijke product.
In deze handleiding worden SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en
SDXC-geheugenkaarten verder SD-geheugenkaarten genoemd.
In deze handleiding wordt de algemene term “computer(s)” gebruikt voor zowel
Windows-pc’ s als Macintosh-computers.
In deze handleiding heeft de term “batterij(en)” betrekking op batterijtypes die voor
deze camera en accessoires worden gebruikt.
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid
van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw
product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom
of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
ZieProductregistratie op internet(p.210) voor meer informatie.
Veilig gebruik van de camera
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk
letsel kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing minder ernstig tot
gemiddeld persoonlijk letsel of materiële
schade kan veroorzaken.
2
Waarschuwing
Probeer de camera niet te demonteren of te modificeren. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor een
elektrische schok bestaat als de camera uit elkaar wordt gehaald.
Mocht het binnenwerk van de camera vrijkomen, bijvoorbeeld doordat de
camera valt, raak dan nooit de vrijgekomen onderdelen aan, aangezien er
gevaar is voor een elektrische schok.
De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen
de riem niet om hun nek doen.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een
vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de
batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Pas op
Als u uw vinger op de flitser houdt wanneer hij afgaat, kunt u brandwonden
oplopen.
Activeer de flitser niet als hij uw kleding raakt, omdat dan het risico van
verkleuring bestaat.
Wees daarom voorzichtig: als dergelijke onderdelen lang worden
vastgehouden, is er gevaar voor lagetemperatuurbrandwonden.
Mocht het LCD beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook
elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het
gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin
iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en dient u
onmiddellijk een arts te raadplegen.
Over de camera
3
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik
van een batterijlader en netvoedingsadapter met andere specificaties dan
voorgeschreven voor dit product, of gebruik van de exclusief voor dit product
ontwikkelde batterijlader en netvoedingsadapter met een niet juist
gespecificeerd vermogen of spanning kan brand, elektrische schokken of
schade aan de camera veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100-
240V wisselstroom.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren in
brand of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van
welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te
gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service
Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok
veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als het tijdens het gebruik van de batterijlader of de netvoedingsadapter gaat
onweren, haal het netsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product niet
verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in
beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt raakt. Stof op
de stekker kan brand veroorzaken.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer, laat er geen zware voorwerpen
op vallen en beschadig het snoer niet door overmatig buigen. Mocht het
netsnoer beschadigd raken, neem dan contact op met een PENTAX Service
Center.
Sluit de uitgangen van het product niet kort en raak ze niet aan terwijl het
product nog is aangesloten op de netstroom.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact en koppel
het niet met vochtige handen los. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Stel het product niet bloot aan harde klappen en laat het niet op een hard
oppervlak vallen. Dit kan storingen veroorzaken.
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
4
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI92. Het opladen van andere batterijen kan oververhitting,
explosies of storing in de batterijlader veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/
UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met
aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde
NEMA-configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector
(met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een
gelijkwaardig stroomsnoer.
Waarschuwing
Berg de batterij op buiten bereik van kleine kinderen. Als zij de batterij in hun
mond steken, kunnen ze een elektrische schok krijgen.
Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, dan kan
dat tot gezichtsverlies leiden. Spoel uw ogen met schoon water en ga
onmiddellijk naar een arts. Wrijf de ogen niet uit.
Pas op
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot een
explosie of lekkage.
Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij. Sommige
delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van de
plus- en minpolen van de batterij.
Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan
exploderen of vlam vatten.
Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding,
dan kan de huid geïrriteerd raken. Was de betroffen gebieden grondig schoon met
water.
Waarschuwingen bij het gebruik van de batterij D-LI92:
BIJ ONJUIST GEBRUIK KAN DE BATTERIJ EXPLODEREN OF ONTBRANDEN.
- NIET DEMONTEREN OF WEGWERPEN IN VUUR.
- ALLEEN OPLADEN CONFORM LAADSPECIFICATIES.
- NIET BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN BOVEN 60 °C,
EN KORTSLUITING VOORKOMEN.
- NIET VERBRIJZELEN EN GEEN VERANDERINGEN AANBRENGEN.
Over de batterij
5
Waarschuwing
Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine kinderen.
1. Als het product valt of als u onverwachte bewegingen maakt, dan bestaat het
risico dat u letsel oploopt.
2. Als u de riem om uw nek wikkelt, dan kunt u stikken.
3. Kleine accessoires zoals de batterij of een SD-geheugenkaart kunnen
gemakkelijk per abuis worden ingeslikt. Roep in dat geval onmiddellijk
medische hulp in.
Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat
deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles nog goed
werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken (bijvoorbeeld bij een
huwelijk of op reis). Als uw camera of opnamemedium (SD-geheugenkaart) een
defect vertoont, kunt u er niet zeker van zijn dat beelden correct worden
opgenomen of afgespeeld of ongeschonden naar een computer worden
gekopieerd.
Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet
worden verwijderd.
Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies van
prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is
geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag van gebruik
zelf op te laden.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor
de batterijlader D-BC92. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Houd de camera en accessoires uit de buurt van kleine kinderen
Aandachtspunten tijdens het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
Over de batterij en de batterijlader
6
Vermijd hete en vochtige plaatsen. Met name auto’ s kunnen van binnen zeer
heet worden.
Zorg ervoor dat de camera niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen,
schokken of druk. Dit kan tot gevolg hebben dat de camera beschadigd raakt,
storingen optreden of de waterdichtheid verslechtert. Leg de camera ter
bescherming op een kussen als de camera wordt blootgesteld aan de trillingen
van een motorfiets, auto, schip, e.d. Als de camera heeft blootgestaan aan
sterke trillingen, schokken of druk, ga dan naar het dichtstbijzijnde PENTAX
Service Center om de camera te laten controleren.
Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van -10 tot 40 °C.
Het LCD (liquid crystal display) wordt zwart bij hoge temperaturen, maar werkt
weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage
temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst
niet op een defect.
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen,
kan aan de binnen- en buitenkant condensvorming optreden. U kunt in
dergelijke gevallen de camera het best in een tas of een plastic zak doen en
hem er pas uithalen als het temperatuurverschil minimaal is geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten,
aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels
op de camera komen, veeg deze dan weg.
Druk niet met kracht op het LCD. De kans bestaat dat het LCD hierdoor breekt
of niet meer naar behoren functioneert.
Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan de behuizing van
de camera of het scherm beschadigd raken.
Als u de camera op een statief bevestigt, draai de schroef dan niet te ver in de
statiefaansluiting van de camera.
Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
Verwijder stof dat zich op het objectief heeft verzameld met een lenskwastje.
Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor
beschadigd kan raken.
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van de
camera
De camera schoonmaken
7
Berg de camera niet op een plaats op waar gewerkt wordt met
bestrijdingsmiddelen of chemicaliën. Haal de camera uit de tas en berg hem op
in een goed geventileerde ruimte om schimmelvorming tijdens opslag te
voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar hij aan statische
elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan
rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het
product op peil te houden.
Als u gegevens wist of de SD-geheugenkaarten of het interne geheugen
formatteert, dan worden de originele gegevens niet volledig verwijderd. Er is in
de handel software verkrijgbaar waarmee anderen de door u gewiste, wellicht
privacygevoelige, bestanden kunnen terughalen. Het is de taak van de
gebruiker om de privacy van de gegevens te waarborgen.
De SD-geheugenkaart is voorzien van een
schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u
het schuifje van de schrijfbeveiliging op
LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens
worden weggeschreven naar de kaart,
bestaande gegevens op de kaart kunnen niet
worden gewist en de kaart kan niet worden
geformatteerd door de camera of een
computer.
r verschijnt op het scherm als de kaart tegen
schrijven beveiligd is.
Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera
uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
Houd de klep van het batterij- en kaartcompartiment gesloten en verwijder de
SD-geheugenkaart niet uit de camera en zet de camera niet uit terwijl gegevens
worden weergegeven of op de kaart worden opgeslagen, of wanneer de
camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Anders kunnen
de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een
hoge temperatuur.
De camera opbergen
Andere voorzorgsmaatregelen
Schrijfbeveiliging
8
Tijdens het formatteren mag u de SD-geheugenkaart niet verwijderen,
aangezien dit de kaart kan beschadigen en onbruikbaar kan maken.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-
geheugenkaart worden gewist. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid
voor gewiste gegevens.
(1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt behandeld door de gebruiker.
(2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische storingen.
(3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt.
(4) als de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterij wordt uitgenomen
terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart
onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens
op een computer op.
Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan de
opname stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende ruimte
vrij is op de kaart. Ook kan het maken en weergeven van opnamen veel tijd in
beslag nemen.
SD-geheugenkaarten die niet eerder of in een andere camera zijn gebruikt,
moeten eerst worden geformatteerd. Zie “Het geheugen formatteren” (p.183).
9
Waterdicht, stofwerend en
schokbestendig ontwerp
Deze camera heeft een waterdicht/stofwerend ontwerp conform JIS
waterdichtheidsgraad 8 en JIS stofwerendheidsgraad 6 (gelijk aan IP68).
De camera voldoet aan de PENTAX-valtest (vanaf 1,5 m hoogte op een 5 cm
dik oppervlak van triplex) conform MIL-standaard 810F methode 516.5-
Schoktests.
De camera heeft de PENTAX-test voor een waterdichte, stofvrije en
schokbestendige prestatie doorstaan, maar dit garandeert niet dat de camera
altijd probleemloos zal functioneren of geen schade kan oplopen.
Waterdichtheid wordt niet gegarandeerd als de camera wordt blootgesteld aan
schokken, zoals laten vallen of erop slaan.
Controleer of de rubberen afdichting van de klep van het batterij/
kaartcompartiment en de klep van de aansluitingen geen scheuren of krassen
vertoont.
Voorzorgsmaatregelen die u moet nemen
voordat u de camera in water gebruikt
Controleer het volgende voordat u in de buurt van water komt
Contactoppervlak pakking
Waterbestendige pakking
Contactoppervlak pakking
Waterbestendige pakking
10
Controleer of er geen vreemde materialen (stof, zand, haartjes, pluisjes of
vloeistoffen) aanwezig zijn op de rubberen afdichtingen of op het oppervlak
waarmee deze contact maken voordat u de klep van het batterij/
kaartcompartiment of de klep van de aansluitingen sluit. Veeg eventuele
vreemde materialen weg met een schone pluisvrije doek.
Sluit de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van de aansluitingen
totdat u een klik hoort. Er kan anders water in de camera binnendringen,
waardoor de camera beschadigd kan raken.
Maak de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van
de aansluitingen niet open als u in de buurt van water bent of wanneer
uw handen nat zijn. Wacht tot de camera volledig droog is alvorens de batterij
of de SD-geheugenkaart te vervangen. Vervang de batterij of de kaart niet op
plaatsen waar de camera het risico loopt vuil of nat te worden en zorg ervoor
dat uw handen droog zijn.
De camera zinkt wanneer hij in het water valt. Bevestig daarom de draagriem
en doe de riem om uw pols wanneer u de camera in of bij het water gebruikt.
Om de waterdichtheid van de camera te verbeteren, is de voorzijde van het
objectief beschermd door glas. Aangezien vuil of water op het glas de kwaliteit
van de opnamen negatief beïnvloedt, dient het glas te allen tijde te worden
schoongehouden.
Gebruik de camera niet op plaatsen die dieper zijn dan 12 meter onder water.
Gebruik de camera niet langer dan 120 minuten ononderbroken in water.
Open de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van de
aansluitingen niet als u met de camera onder water bent.
Gebruik de camera niet in heet water of in een warmwaterbron.
Oefen niet te veel druk uit op de camera, bijvoorbeeld door met de camera in
het water te duiken. Als u dat wel doet, is de camera wellicht niet meer
waterdicht of gaan de kleppen open.
Als u de camera op het strand in het zand legt, kan de camera oververhit raken
en kunnen de openingen van de luidspreker en de microfoon verstopt raken
door zand.
Wees voorzichtig in de buurt van water
Voorschriften die u dient na te leven terwijl u de
camera in water gebruikt
11
Zorg ervoor dat de camera niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen,
schokken of druk. Dit kan tot gevolg hebben dat de waterdichtheid verslechtert.
Als uw camera heeft blootgestaan aan sterke trillingen, schokken of druk, ga
dan naar het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center om de camera te laten
controleren.
Voorkom dat er zonnebrandcrème of zonnebrandolie op de camera komt,
omdat het oppervlak hierdoor kan verkleuren. Mocht er olie op de camera
komen, spoel hem dan onmiddellijk af met warm water.
Plotselinge en extreme veranderingen in temperatuur kunnen tot gevolg
hebben dat zich in en op de camera condens vormt. Bewaar de camera in een
zak of tas om de verschillen in temperatuur te verkleinen.
Open de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van de
aansluitingen niet als de camera nat is. Veeg water weg met een schone
pluisvrije doek.
De binnenzijde van de kleppen kan nat raken als u de kleppen opent. Veeg
water op de kleppen weg.
Als u de camera schoonveegt terwijl er op de camera zand of stof aanwezig is,
ontstaan er mogelijk krassen op het oppervlak van de camera. Controleer of de
klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van de aansluitingen goed
gesloten zijn voordat u de camera in kraanwater wast. Veeg de camera schoon
met een zachte doek nadat u de camera hebt gewassen.
Veeg vuil of zand van de waterdichte pakking of het contactoppervlak van de
pakking. De waterdichtheid van de camera kan afnemen door een losse
pakking en door scheurtjes of deukjes in de pakking of het contactoppervlak
van de pakking. Mocht er sprake zijn van dergelijke beschadigingen, neem dan
contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Voorschriften die u moet naleven nadat u de
camera in water hebt gebruikt
12
Als de camera erg vuil is of in zee is gebruikt, schakel de camera dan uit en
controleer of de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van de
aansluitingen goed gesloten zijn. Spoel de camera vervolgens schoon onder
stromend kraanwater of laat de camera korte tijd (2 of 3 minuten) in een teiltje
met schoon water staan.
Reinig de camera niet met zeepwater, milde schoonmaakmiddelen, alcohol of
soortgelijke vloeistoffen, omdat hierdoor de waterdichtheid in gevaar kan
komen.
Om de waterdichtheid van de camera te behouden, verdient het aanbeveling
de waterdichte pakking jaarlijks te vervangen. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde PENTAX Service Center voor informatie of vervanging van de
pakking. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
De accessoires van de camera zijn niet waterdicht.
13
Veilig gebruik van de camera .................................................................. 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik ...................................................... 5
Waterdicht, stofwerend en schokbestendig ontwerp............................... 9
Voorzorgsmaatregelen die u moet nemen voordat u de camera
in water gebruikt ............................................................................... 9
Voorschriften die u dient na te leven terwijl u de camera
in water gebruikt ............................................................................. 10
Voorschriften die u moet naleven nadat u de camera in water
hebt gebruikt................................................................................... 11
Inhoudstafel........................................................................................... 13
Indeling van de handleiding................................................................... 19
Eigenschappen van de camera................................................................. 20
De inhoud van het pakket controleren................................................... 24
Namen van onderdelen ......................................................................... 25
Namen van bedieningsonderdelen........................................................ 26
Monitorindicaties ................................................................................... 27
Voorbereidingen 35
De Carabiner-riem bevestigen .................................................................. 35
De camera aanzetten ................................................................................. 36
De batterij opladen ................................................................................ 36
De batterij plaatsen ............................................................................... 37
De netvoedingsadapter gebruiken ........................................................ 41
De SD-geheugenkaart plaatsen ................................................................ 43
De camera aan- en uitzetten...................................................................... 46
Opstarten in de Weergavestand............................................................ 47
Standaardinstellingen................................................................................ 48
De weergavetaal instellen ..................................................................... 48
Datum en tijd instellen ........................................................................... 51
Veel voorkomende handelingen 53
De knopfuncties ......................................................................................... 53
A-stand ................................................................................................ 53
Q-stand ............................................................................................... 55
Schakelen tussen de stand A en de stand Q .................................... 57
De camerafuncties instellen...................................................................... 58
Werken met de menu’s ......................................................................... 58
Menulijst ................................................................................................ 59
Inhoud
14
Opnamen maken 65
Foto’s maken.............................................................................................. 65
Opnamen maken................................................................................... 65
De zoom gebruiken ............................................................................... 68
De opnamefunctie instellen ................................................................... 70
Functie Gezichtsherkenning.................................................................. 74
Opnamen maken met de basisfunctie (Groene modus)........................ 78
Opnamen maken van uw huisdier (Pet Mode) ...................................... 79
Opnamen maken van tekst (Tekststand)............................................... 82
Opnamen maken in de stand Digitale microscoop................................ 82
Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering) ........................... 83
Opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname)............. 85
De zelfontspanner gebruiken ................................................................ 87
Een fotoserie maken (Continuopname/) Continue opname snel........... 89
Opnamen maken met de afstandsbediening (Optioneel) ...................... 90
Opnamen maken met automatische belichtingscorrectie
(Auto Bracketing) ............................................................................ 91
De functie Digitale groothoek gebruiken (Dig. Groothoek) .................... 92
Panoramafoto’s maken (Digitaal panorama)......................................... 94
De opnamestanden instellen..................................................................... 96
Het menu Opnemen instellen................................................................ 96
De flitsstand selecteren ......................................................................... 97
De scherpstelinstelling selecteren......................................................... 98
Beeldtint instellen ................................................................................ 102
De opnameresolutie selecteren........................................................... 103
Het kwaliteitsniveau voor foto’s selecteren.......................................... 104
De witbalans aanpassen ..................................................................... 105
Automatische belichting instellen ........................................................ 106
Gevoeligheid instellen ......................................................................... 107
Het AUTO ISO-bereik instellen............................................................ 108
De belichting instellen (Belichtingscorrectie)....................................... 109
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range).................................... 109
Pixeltrack SR instellen......................................................................... 110
Knipperdetectie instellen ..................................................................... 111
De Momentcontrole instellen ............................................................... 111
De knop Snelinstelling instellen (Groene toets)................................... 112
De opnamescherpte instellen (Scherpte) ............................................ 115
Instellen van de kleurverzadiging/kleuraanpassing............................. 115
Het opnamecontrast instellen (Contrast)............................................. 116
De functie Datumafdruk instellen ........................................................ 116
Instellen van de IQ-verbeteraar........................................................... 117
Macrolamp instellen ............................................................................ 117
Onderwateropnamen maken................................................................... 118
Onderwateropnamen maken (Onderwater/Onderwater video) ........... 118
15
Video-opnamen maken............................................................................ 120
Video-opnamen maken ....................................................................... 120
Opnameresolutie en beeldsnelheid voor video-opnamen selecteren.... 122
De functie Movie SR (Shake Reduction voor video) ........................... 123
Een video maken van opnamen die met een ingesteld interval zijn
gemaakt (Intervalvideo) ................................................................ 123
Werken met de functie Hogesnelheidsfilm .......................................... 126
De instellingen opslaan (Geheugen) ...................................................... 127
Opnamen weergeven en wissen 129
Opnamen weergeven............................................................................... 129
Foto’s weergeven ................................................................................ 129
Video weergeven................................................................................. 130
Weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd................................. 131
Werken met de weergavefunctie......................................................... 133
Diavoorstelling..................................................................................... 136
De opname roteren ............................................................................. 138
Zoomweergave.................................................................................... 139
Automatisch inzoomen op het gezicht van het onderwerp
(Weergave met close-up van gezicht) .......................................... 140
Opnamen en geluidsbestanden wissen................................................. 142
Eén opname of geluidsbestand wissen ............................................... 142
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden wissen....................... 143
Alle opnamen en geluidsbestanden wissen ........................................ 144
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)......... 145
Camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ................................... 147
De camera aansluiten op een video-ingang ........................................ 147
De camera aansluiten op een HDMI-poort.......................................... 149
Bewerken en afdrukken 150
Opnamen bewerken ................................................................................. 150
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen).................................... 150
Opnamen uitsnijden ............................................................................ 151
Opnamen zodanig verwerken dat gezichten kleiner lijken .................. 152
De digitale filters gebruiken ................................................................. 153
HDR-filter gebruiken............................................................................ 155
Gebruik van het inktgomfilter............................................................... 156
Een Collage-opname maken ............................................................... 157
Rode-ogenreductie .............................................................................. 160
Een kader toevoegen (Beeldinkadering) ............................................. 161
Uw creatieve kader over een foto plaatsen ......................................... 164
Video bewerken................................................................................... 168
Opnamen en geluidsbestanden kopiëren............................................ 172
Afdrukinstellingen.................................................................................... 174
Afdrukservice instellen (DPOF) ........................................................... 174
16
Geluidsopnamen maken en weergeven 177
Geluid opnemen (Geluidsopname)......................................................... 177
Geluidsopname instellen ..................................................................... 177
Geluidsopnamen maken ..................................................................... 178
Geluid afspelen ................................................................................... 179
Een gesproken memo toevoegen aan opnamen................................... 180
Een gesproken memo opnemen ......................................................... 180
Een gesproken memo afspelen........................................................... 181
Instellingen 182
Camera-instellingen................................................................................. 182
Het menu Instelling instellen ............................................................... 182
Het geheugen formatteren .................................................................. 183
De geluidsinstellingen wijzigen............................................................ 184
Datum en tijd wijzigen ......................................................................... 185
Het alarm instellen............................................................................... 187
Wereldtijd instellen .............................................................................. 189
De tekstgrootte instellen in het menu .................................................. 191
De weergavetaal wijzigen.................................................................... 191
De naaminstelling wijzigen van de map .............................................. 192
De naaminstelling wijzigen van het bestand........................................ 194
Het videosignaal wijzigen .................................................................... 196
Het HDMI-signaal selecteren............................................................... 197
De Eye-Fi-communicatie instellen....................................................... 198
De helderheid van het scherm aanpassen .......................................... 198
De batterijbesparingsfunctie gebruiken ............................................... 199
Automatisch uitschakelen instellen ..................................................... 199
De functie Snel zoomen instellen ........................................................ 200
Hulpdisplay instellen............................................................................ 200
Pixeluitlijning uitvoeren........................................................................ 201
Het opstartscherm wijzigen ................................................................. 202
Standaardinstellingen herstellen (Reset)............................................. 203
Snelkeuze instellen ............................................................................. 203
Klokweergave tonen............................................................................ 204
Leds laten branden.............................................................................. 205
17
Aansluiten op een computer 206
De computer instellen.............................................................................. 206
Bijgeleverde software .......................................................................... 206
Systeemvereisten ................................................................................ 207
De software installeren........................................................................ 208
De instelling voor USB-aansluiting opgeven ....................................... 210
Aansluiting op een Windows-pc............................................................. 212
De camera aansluiten op uw Windows-pc .......................................... 212
Opnamen overbrengen ....................................................................... 213
De camera loskoppelen van uw Windows-computer........................... 215
“MediaImpression 3.5 for PENTAX” starten ........................................ 216
Opnamen weergeven .......................................................................... 218
Bijzonderheden over het gebruik van
“MediaImpression 3.5 for PENTAX” ............................................. 219
Aansluiten op een Macintosh.................................................................. 220
De camera aansluiten op uw Macintosh.............................................. 220
Opnamen overbrengen ....................................................................... 221
De camera loskoppelen van de Macintosh.......................................... 222
“MediaImpression 2.1 for PENTAX” starten ........................................ 223
Opnamen weergeven .......................................................................... 225
Bijzonderheden over het gebruik van
“MediaImpression 2.1 for PENTAX” ............................................. 225
Opnamen verzenden met een Eye-Fi-kaart............................................ 226
Bijlage 228
Beschikbare functies voor elke opnamefunctie.................................... 228
Berichten................................................................................................... 231
Problemen oplossen................................................................................ 233
Standaardinstellingen.............................................................................. 235
Lijst met steden voor wereldtijd ............................................................. 241
Optionele accessoires ............................................................................. 242
Belangrijkste technische gegevens .......................................................243
Gebruiksaanwijzing voor GPS
Voor u de GPS gebruikt........................................................................... 249
Over GPS ............................................................................................ 249
De werking van de Optio WG-2 GPS .................................................. 249
Voorzorgmaatregelen voor het gebruik van GPS................................ 249
De GPS gebruiken.................................................................................... 252
Voorbereidingen treffen voor het gebruik van de GPS-functie ............ 252
GPS-gegevens registreren bij uw opnamen........................................ 253
Een log registreren en opslaan ........................................................... 254
Automatisch de tijd bijwerken.............................................................. 259
Garantiebepalingen.................................................................................. 261
Index.......................................................................................................... 266
18
In deze handleiding wordt de methode voor bediening van de vierwegbesturing
aangegeven in afbeeldingen, zoals in het voorbeeld hieronder.
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna
uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen
voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Duidt op informatie die handig is om te weten.
Duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
A-stand
Dit is de stand voor het maken van foto’s en video’s. In deze
handleiding is de “foto-opnamestandde stand voor het maken
van foto’s.
Q-stand
Dit is de stand voor het weergeven van foto’s en het afspelen van
video’s en geluidsbestanden.
5
of
2 of
3
of
of
4
3
5
2
4
4
2
5
3
19
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
Indeling van de handleiding
1 Voorbereidingen–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet doen
alvorens opnamen te maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle
aanwijzingen op.
2 Veel voorkomende handelingen –––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veel voorkomende zaken aan de orde, zoals de functies
van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonderheden
de desbetreffende hoofdstukken.
3 Opnamen maken ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt maken en
hoe u de betreffende functies instelt.
4 Opnamen weergeven en wissen –––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s en video-opnamen weergeeft op
de camera of een TV en hoe u opnamen, geluidsbestanden en video-opnamen
van de camera verwijdert.
5 Bewerken en afdrukken–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt afdrukken
en hoe u opnamen bewerkt met de camera.
6 Geluidsopnamen maken en weergeven–––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u geluidsbestanden opneemt, geluid (een
gesproken memo) aan een opname toevoegt en geluidsbestanden afspeelt.
7 Instellingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u cameragerelateerde functies instelt.
8 Aansluiten op een computer–––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer; het
bevat bovendien instructies voor het aansluiten, en een algemeen overzicht van
de bijgeleverde software.
9 Bijlage ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt het oplossen van problemen behandeld en wordt een
overzicht gegeven van afzonderlijk verkrijgbare accessoires.
1
3
2
4
5
6
7
8
9
20
Eigenschappen van de camera
Deze camera is, behalve met elementaire functies, uitgerust met opnamestanden
voor allerlei specifieke opname-omstandigheden. In dit hoofdstuk wordt
beschreven hoe u optimaal gebruik kunt maken van de belangrijkste functies van
uw camera. Raadpleeg de inhoudsopgave of de index voor bijzonderheden over
de bediening van de camera en voor specifieke functies.
Deze camera is zowel waterdicht als stofwerend en kenmerkt zich door een
robuuste behuizing.
U hoeft zich geen zorgen te maken over waterspatten als u aan het vissen bent
of over onverwachte regen of stof als u een trektocht maakt.
Functies die het mogelijk maken om
de camera te gebruiken in zee, in de
bergen of op rivieren
Waterdicht tot een diepte van
12 meter
Twee uur lang foto’s maken onder
water.
Kleppen kunnen worden
vergrendeld*1
Schokvast*2
Waterafstotende coating op het
afdekglas van het objectief.
*1 Deze camera is uitgerust met vergrendelingsknoppen voor de kleppen van het
batterij/kaartcompartiment en het compartiment van de aansluitingen. Het
batterij/kaartcompartiment en het compartiment van de aansluitingen zijn niet
waterdicht of stofwerend. U moet de kleppen daarom goed vergrendelen
voordat u de camera op natte of vuile plaatsen gebruikt.
*2 De camera voldoet aan de PENTAX valtest (vanaf 1,5 m hoogte op een 5 cm
dik oppervlak van triplex) conform MIL-standaard 810F methode 516.5-
Schoktests.
Geschikt voor sportieve activiteiten in de
buitenlucht
21
Waterdichtheid wordt niet gegarandeerd als de camera wordt blootgesteld aan
schokken, zoals laten vallen of erop slaan.
De camera is niet onder alle omstandigheden gegarandeerd vrij van problemen
of schade.
Dankzij het gebruiksvriendelijke
ontwerp van de camera kunt u de
camera bedienen met slechts een
paar knoppen. Door het gewenste
pictogram te kiezen, kunt u de
opnamestand (p.72) selecteren en de
optimale instellingen voor de situatie
kiezen. Of u kiest de weergavestand
(p.135) om gebruik te maken van de
diverse weergave- en
bewerkingsfuncties. Aan de hand van
een bedieningsaanwijzing op het
scherm kunt u zien welke functies in
elke stand beschikbaar zijn en hoe u
ze gebruikt.
Eenvoudig te gebruiken opname- en
weergavestanden!
Voor het maken van vergrote opnamen van
onderwerpen op zeer korte afstand, zoals de aderen van
bladeren of specimen van zeer kleine insecten, in de
stand Digitale microscoop (p.82).
Voor het maken van een met inkt gewreven opname met
het inktgomfilter (p.156).
XXXXXXXX
XX
X
XXXXXXXXX
X
XX
XXX
XXXXXX
XXXXX
XXXX
X
X
XXXX
XXXXXX
XXXX
XXXX
X
X
1
/2
XX
XX
In het opnamepalet wordt een bedieningsaanwijzing
voor de opnamestand weergegeven en in het
weergavepalet wordt een bedieningsaanwijzing voor de
weergavestand weergegeven (p.70, p.133).
In de Groene modus kunt u eenvoudig opnamen maken met
de standaardinstellingen (p.78).
22
Deze camera is uitgerust met een functie voor “Gezichtsherkenning” waarmee
gezichten in de compositie worden gedetecteerd, waarvoor vervolgens
automatisch de scherpstelling en belichting worden ingesteld. Deze functie kan
maximaal 32 gezichten per opname (*1) detecteren, zodat u er ook heel goed
groepsportretten mee kunt maken. De sluiter wordt automatisch ontspannen als
de mensen glimlachen. En als op het moment van de opname iemand met de
ogen heeft geknipperd, dan krijgt u daarvan een melding. Ook krijgt u een melding
waar op het scherm (*2) gezichten zijn gedetecteerd, zodat u de opname opnieuw
kunt maken totdat deze perfect is. Er is ook een functie waarmee u tijdens
weergave het gezicht van elke persoon achtereenvolgens kunt vergroten, zodat
u snel de gelaatsexpressies van de personen kunt beoordelen.
*1 Op het scherm worden maximaal 31 gezichtsherkenningkaders
weergegeven.
*2 De camera kent de exacte positie van drie gedetecteerde gezichten.
Deze camera omvat de functie Movie SR om camerabeweging tijdens het maken
van video-opnamen te verminderen (p.123). De camera ondersteunt bovendien
het 1920×1080 Full HDTV-beeldformaat zodat u opnamen kunt weergeven als
verbluffende breedbeeldfilms.
Perfect voor portretopnamen!
Geavanceerde functies voor video-opnamen!
Functie Gezichtsdetectie (p.74).
Tijdens weergave close-ups van gezichten van mensen
om controle te vergemakkelijken (p.140).
De functie Zelfportretassistent vertelt u de positie van
het gezicht op het scherm (p.77).
Gebruik de camera om leuke video-opnamen te maken
van uw kinderen of huisdieren als een visueel dagboek
van hun ontwikkeling (p.120).
23
Deze camera heeft tal van functies
voor het weergeven en bewerken van
opnamen zonder de camera eerst
aan te hoeven sluiten op een
computer om de opnamen over te
brengen. De camera alleen is
voldoende om foto- en video-
opnamen te kunnen maken en
bewerken (p.150).
U kunt met tal van camerafuncties genieten van
de weergave van opnamen zonder dat u een
computer nodig hebt!
U kunt de functies Formaat wijzigen (p.150), Uitsnijden
(p.151) en Rode-ogenreductie (p.160) gebruiken als de
opname wordt weergegeven in de weergavestand.
U kunt een video-opname in twee delen opsplitsen of
een beeldje uit een video-opname selecteren en opslaan
als foto (p.168).
24
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), zijn ook beschikbaar als optionele
accessoires.
De batterijlader en het netsnoer zijn alleen samen verkrijgbaar (in de batterijladerset
K-BC92).
Zie “Optionele accessoires” (p.242) voor meer optionele accessoires.
De inhoud van het pakket controleren
Camera
Optio WG-2 GPS/
Optio WG-2
Carabiner-riem
O-ST124 (WG-2 GPS) (*)
O-ST125 (WG-2) (*)
Software (cd-rom)
S-SW125
USB-kabel
I-USB7 (*)
Netsnoer (*) Oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI92 (*)
Batterijlader
D-BC92 (*)
Macro-hulpstuk
O-MS1
Gebruiksaanwijzing voor
GPS
(alleen Optio WG-2 GPS)
Handleiding
(deze handleiding)
Minihandleiding
Utilities Guide for GPS
Before using GPS .......................................2
Using the GPS ............................................. 4
This manual describes how to use the Optio WG-2 GPS camera’s GPS function
and precautions when using it. Please read this manual before using the GPS
function with this camera.
54565 R01BAA12
Printed in Indonesia
25
Voorzijde
Achterzijde
Namen van onderdelen
Ontspanknop
Objectief
Aan/uit-knop, Aan/uit-indicatie (groen)
Flitser
Microfoon
Zelfontspannerlampje/
AF-hulplicht
Afstandsbedieningssensor
Macrolampjes (led)
Luidspreker
Scherm
Statiefaansluiting
Klep voor batterij/
kaartcompartiment
PC/AV-
aansluiting
Vergrendelingsknop op klep
van batterijcompartiment
Vergrendelingsknop
klep aansluitingen
HDMI-
aansluiting
Klepje van de aansluitingen
Vergrendelingsknop
voor klep van
batterij/
kaartcompartiment
Afstandsbedieningssensor
26
Namen van bedieningsonderdelen
Zie “De knopfuncties” (p.53 - 56) voor een uitleg van de functie van elke knop.
Macro-hulpstuk
Door het bijgeleverde macro-hulpstuk (O-MS1) aan te sluiten worden
camerabewegingen gereduceerd tijdens het maken van opnamen in de stand Digitale
microscoop (p.82). Steek de twee clips boven en onder de led-macrolampjes naar
binnen. Houd het clipsgedeelte niet vast als u het macro-hulpstuk aansluit en
verwijdert.
* Tijdens gebruik van het macro-hulpstuk kan de camera mogelijk niet scherpstellen
als de objecten een ongelijkmatig oppervlak hebben.
4/W-knop
Knop 3
Vierwegbesturing
Knop Snelinstelling/i
Aan/uit-knop
I, knop
Q-knop
W/T/f/y-knop
Ontspanknop
27
Telkens wanneer u op de knop 4/W drukt, verandert de weergave als
volgt: “Normale weergave”, “Histogram + Info”, “Geen Info”, “LCD Uit”.
Monitorindicaties
Weergave in de stand A
Ook wanneer de LCD uitgeschakeld is, werken alle cameraknoppen
normaal. Druk op de ontspanknop om zoals gebruikelijk opnamen te
maken.
In sommige opnamestanden kan het scherm niet worden gewijzigd.
A
WB
WB
12
12
M
38
38
38
ISO
ISO
200
200
ISO
200
AWB
38
38
38
12
M
OK
OK
OK
OK
Histogram + Info
Geen Info
Normale weergave
LCD uit
28
Normale weergave in de foto-opnamestand
1 t/m 21 en A1 worden weergegeven wanneer “Normale weergave” is geselecteerd.
B1 t/m B6 worden weergegeven op de positie van 18 wanneer “Histogram + Info” is
geselecteerd. Alleen A1 wordt weergegeven wanneer “Geen Info” is geselecteerd.
1
Opnamestand (p.70)
16
GPS-gegevens
(alleen Optio WG-2 GPS)
2
Indicatie batterijniveau (p.40)
3
Gezichtsdetectiepictogram (p.75)
17
GPS-logpictogram
(alleen Optio WG-2 GPS)
4
Instelling datumafdruk (p.116)
5
Belichtingscorrectie (p.109)
18
Datum en tijd (p.51)
6
Sluitertijd
19
Instelling wereldtijd (p.189)
7
Diafragma
20
Instelling D-Range (p.109)
8
Pictogram Pixeltrack SR (p.110)
A1
Scherpstelkader (p.65)
9
Geheugenstatus (p.46)
B1
Opnameresolutie (p.103)
10
Resterende opslagcapaciteit
B2
Kwaliteitsniveau (p.104)
11
Flitsinstelling (p.97)
B3
Witbalans (p.105)
12
Transportstand (p.87 - p.91)
B4
Lichtmeting bij automatische
belichting (p.106)
13
Focusinstelling (p.98)
14
Status Eye-Fi-communicatie (p.198)
B5
Histogram (p.33)
15
Pictogram voor Digitale zoom/
Intelligente zoom (p.68)
B6
Gevoeligheid (p.107)
P
1 4:2 5
1 4 : 2 5
1 4:2 5
ISOISO
200200
AWBWB
ISO
200
AWB
1212
M
383 838
+ 1 .0+ 1 . 0+ 1 .0
1 / 2 50
1 / 2 5 01 / 2 50
F3.5F3 . 5F3.5
DATE
12
M
0 2 /02 /'12
15
16
11 12 13 14
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
19 20 B1 B2 B3 B4
A1
17
B6
B5
18
29
* 6 en 7 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
* Bij 13 wordt q weergegeven op de monitor als de scherpstelstand is ingesteld
op = en de functie Automacro is geactiveerd (p.98).
* 14 verandert afhankelijk van de instelling bij [Eye-Fi] in het menu [W Instelling].
* 16 verandert afhankelijk van de instelling bij [GPS] in het menu [W Instelling].
Er wordt op het scherm geen pictogram weergegeven als [GPS aan/uit] is
ingesteld op [Uit].
* 17 wordt weergegeven wanneer het GPS-log wordt vastgelegd.
* 18 verdwijnt na twee seconden nadat de camera is aangezet.
* 20 verandert afhankelijk van de instelling bij [Inst, D-range] in het menu
[A Opnemen].
Er wordt op het scherm geen pictogram weergegeven als [Hooglichtcor.] en
[Schaduwcorrectie] beide op P (Uit) zijn ingesteld.
* Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt terwijl de opnamestand is
ingesteld op b (Autom. opname), verschijnt de geselecteerde opnamefunctie
in A1, zelfs als “Geen Info” is geselecteerd.
* Als er een gebied is op het scherm dat zo overbelicht is dat het wit lijkt, dan
knippert het aangegeven gedeelte in rood als waarschuwing. Evenzo, als er
een gebied zo onderbelicht is dat het zwart lijkt, dan knippert het aangegeven
gedeelte in geel als waarschuwing.
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand niet
weergegeven.
30
Op het scherm wordt informatie weergegeven van de opname in de
weergavestand. Telkens wanneer u op de knop 4/W drukt, verandert
de weergave als volgt:
Weergave in de stand Q
•U kunt met 4/W geen ander scherm kiezen tijdens het afspelen
van een gesproken memo/video-opname of tijdens afspeelpauze.
Alleen de Optio WG-2 GPS kan GPS-informatie tonen.
Als u de Optio WG-2 gebruikt, dan keert u terug naar de normale weergave
door in de weergave “Geen Info” op de knop 4 te drukken.
OK
OK
OK
OK
1 00
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
1 00
-
0038
1 00
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
1 00
-
0038
F3.5
F 3 .5
1 / 2 50
1 / 2 5 0
F3.5
1 / 2 50
ISO
ISO
200
200
A
WB
WB
ISO
200
AWB
12
12
M
12
M
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
1 00
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
1 00
1 0 0
0038
0 0 3 8
N
GPS
GPS
1 00
-
0038
1 39
1 3 9
41 ' 2 9"
4 1 ' 2 9 "
1 39
35
3 5
45' 52 "
4 5 ' 5 2 "
35
41 ' 2 9"
N
N
W
W
45' 52 "
06 : 25
:
00
06: 25
:
00
GPS
0 2 /02 /'12
0 2 / 0 2/ ' 1 2
0 2 /02 /'12
0 2 /02 /'12
0 2 /0 2 / '1 2
1 4:2 5
1 4 :2 5
0 2 /02 /'12 1 4:2 5
Normale weergave Histogram + Info
Geen InfoGPS-informatieweergave
31
Weergave Histogram + Info in de weergavestand
(Alle onderdelen zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
Het scherm toont informatie zoals de opnameomstandigheden. A1 t/m A11
worden ook weergegeven wanneer “Normale weergave” is geselecteerd. B1 t/m
B8 worden alleen weergegeven als “Histogram + Info” is geselecteerd.
* A1 wordt alleen weergegeven als tijdens het maken van de opname de functie
Gezichtsdetectie actief was.
* Bij “Normale weergave” verdwijnt A3 als gedurende twee seconden geen
bedieningshandeling wordt uitgevoerd.
* A6 verschijnt zelfs wanneer “Geen Info” is geselecteerd, maar verdwijnt als
gedurende twee seconden geen bedieningshandelingen worden verricht.
Als bij “Normale weergave” of “Histogram + Info” gedurende twee seconden
geen bedieningshandelingen worden verricht, verdwijnt alleen “Bewerken”.
A1
Gezichtsdetectiepictogram (p.74)
A10
Status Eye-Fi-communicatie
(p.198)
A2
Weergavestand
Q : Foto (p.129)
A11
Pictogram voor volume
K : Video (p.130)
B1
Sluitertijd
L : Geluid (p.179)
B2
Diafragma
A3
Indicatie batterijniveau (p.40)
B3
Histogram (p.33)
A4
Pictogram voor beveiliging (p.145)
B4
Gevoeligheid (p.107)
A5
Pictogram voor gesproken memo
(p.181)
B5
Opnameresolutie (p.103)
B6
Kwaliteitsniveau (p.104)
A6
Bedieningsaanwijzing voor
vierwegbesturing
B7
Witbalans (p.105)
B8
Lichtmeting bij automatische
belichting (p.106)
A7
Bestandsnummer
A8
Mapnummer (p.192)
A9
Geheugenstatus (p.46)
1 00
1 00
-
0038
0 038
1 00
-
0038
F3.5
F 3 . 5
F3.5
1 / 2 50
1 / 2 5 0
1 / 2 50
ISO
ISO
200
200
A
WB
WB
ISO
200
AWB
12
12
M
M
12
Bewerken
Bewerken
Bewerken
A1
A2
A3
A4
A5
B1
B2
A6
B5
B6 B7 B8
A7
A9
A8
A11
A10
B3
B4
32
* A11 wordt alleen weergegeven als het volume wordt aangepast tijdens het
afspelen van video, geluiden of gesproken memo’s (p.130, p.179, p.181).
* Als u “Normale weergave” selecteert, dan wordt in positie B4 t/m B8 twee
seconden lang de huidige datum en tijd weergegeven.
* Als er een gebied is op het scherm dat zo overbelicht is dat het wit lijkt, dan
knippert het aangegeven gedeelte in rood. Evenzo, als er een gebied zo
onderbelicht is dat het zwart lijkt, dan knippert het aangegeven gedeelte in geel.
GPS-informatieweergave in de weergavestand (wordt alleen getoond op de
Optio WG-2 GPS)
* Bij 12 wordt de datum en tijd getoond die wordt ontvangen vanaf de GPS-
satellieten. Deze gegevens kunnen afwijken van de tijd die u zelf op de camera
hebt ingesteld.
1 Gezichtsdetectiepictogram 8 Mapnummer
2 Weergavestand 9 Geheugenstatus
3 Indicatie batterijniveau 10 Status Eye-Fi-communicatie
4 Pictogram voor beveiliging 11 Pictogram voor volume
5 Pictogram voor gesproken memo 12 Tijd positiebepaling
6
Bedieningsaanwijzing voor
vierwegbesturing
13 Breedtegraad positiebepaling
14 Lengtegraad positiebepaling
7 Bestandsnummer
1 00
1 00
-
0038
0 038
1 00
-
0038
139
139
139
35
35
35
41' 29"
41' 29"
41' 29"
N
N
W
W
45' 52"
45' 52"
45' 52"
06: 25
:
00
06: 25
:
00
GPS
GPS
GPS
0 2 /02 /'12
0 2 /02 /'12
0 2 /02 /'12
Bewerken
Bewerken
Bewerken
1
2
3
4
5
6
7
9
8
11
10
12
13
14
33
Tijdens de bediening verschijnen op het scherm aanwijzingen voor de bediening
van de beschikbare knoppen. Deze worden als volgt weergegeven.
Een histogram toont de
helderheidsverdeling van een
opname. De horizontale as
vertegenwoordigt helderheid
(donker aan de linkerzijde en licht
aan de rechterzijde) en de
verticale as vertegenwoordigt het
aantal pixels.
De vorm van het histogram vóór
en na de opname maakt duidelijk
of de helderheid en het contrast al
dan niet goed zijn. Op basis
hiervan bepaalt u of belichtingscorrectie nodig is en u de foto opnieuw moet
maken.
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is, dan vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de
opname onderbelicht is, dan bevindt de piek zich links; als de opname overbelicht
is, dan bevindt de piek zich rechts.
Bedieningsaanwijzingen
2 Vierwegbesturing (2) Zoomknop
3 Vierwegbesturing (3) 4/W-knop
4 Vierwegbesturing (4) Ontspanknop
5 Vierwegbesturing (5) X,
i Knop Snelinstelling/i
Knop 3 I, JI, knop
Histogram
De belichting instellen (Belichtingscorrectie) 1p.109
OK
SHUTTER
MENU
Aantal pixels
Helderheid(Donker) (Licht)
Donkere gedeelten Lichte gedeelten
Donkere opname Goede opname Lichte opname
34
Als de opname onderbelicht is, dan wordt het gedeelte links afgesneden (donkere
delen) en als de opname overbelicht is, dan wordt het gedeelte rechts
afgesneden (lichte delen).
Deze camera heeft een functie waarmee overbelichte gebieden in knipperend
rood worden weergegeven en onderbelichte gebieden in knipperend geel.
Inzicht in contrast
De piek loopt geleidelijk op als het contrast van de opname in evenwicht is. De
grafiek vertoont aan beide zijden een piek die naar het midden toe sterk daalt als
de opname een groot verschil in contrast vertoont en er weinig gemiddelde
helderheidsniveaus zijn.
35
1
Voorbereidingen
De Carabiner-riem bevestigen
Bevestig de met de camera meegeleverde carabiner-riem.
1
Leid het uiteinde van de riem door de riembevestigingsbeugel
op de camera.
2
Bevestig het uiteinde van de riem aan de sluiting.
Beschermende rubberen ring
De Carabiner is uitgerust met rubberen ringen om te voorkomen dat schade wordt
toegebracht aan het scherm. Deze rubberen ringen fungeren als verzachtende buffer
als de Carabiner het scherm raakt.
Zorg ervoor dat u de ringen in de positie plaatst zoals wordt getoond in onderstaande
afbeelding voordat u de Carabiner-riem bevestigt. Dat garandeert de beste
bescherming.
1Voorbereidingen
36
Voorbereidingen
1
De camera aanzetten
Gebruik de meegeleverde batterijlader (D-BC92) om de meegeleverde
oplaadbare lithium-ionbatterij (D-LI92) op te laden voordat u de camera voor de
eerste keer of na lange tijd weer gebruikt, of wanneer het bericht [Batterij leeg]
verschijnt.
Opmerking: Netsnoer “Vermeld, Type SPT-2 of NISPT-2, 18/2 flexibel snoer,
geclassificeerd 125 V, 7 A, minimaal 1,8 m”
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3
Plaats de batterij zo in de batterijlader dat het PENTAX-logo
zichtbaar is.
De oplaadindicatie gaat aan als de batterij wordt opgeladen.
Wanneer het opladen gereed is, gaat de oplaadindicatie uit.
4
Haal de batterij uit de batterijlader wanneer het opladen gereed is.
De batterij opladen
3
1
2
Batterijlader
Oplaadindicatie
Tijdens het opladen: licht op
Opladen gereed: gaat uit
Batterij
Netsnoer
Naar stopcontact
37
1
Voorbereidingen
Gebruik de oplaadbare lithium-ion-batterij D-LI92 die bij de camera is geleverd.
Laad de batterij op voordat u hem voor het eerst in de camera gebruikt.
1
Open de klep van het batterij/kaartcompartiment.
Duw de vergrendelingsknop van de klep van het batterij/kaartcompartiment
in de aangegeven richting 1, schuif de klep vervolgens in de richting van
2 en open de klep in de richting van 3.
Laad geen andere batterijen dan de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92
op met de bijgeleverde batterijlader D-BC92. Als dit toch gebeurt, kan
beschadiging of oververhitting het gevolg zijn.
De batterij is opgebruikt wanneer hij snel leeg raakt nadat u hem hebt
opgeladen. Vervang hem door een nieuwe batterij.
Als de batterij correct is geplaatst maar de oplaadindicatie niet gaat
branden, is de batterij mogelijk defect. Vervang hem door een nieuwe
batterij.
Volledig opladen duurt maximaal ca.120 minuten. (De oplaadtijd kan variëren
met de omgevingstemperatuur en de oplaadomstandigheden.) De batterij
kan naar behoren worden opgeladen als de omgevingstemperatuur tussen
0 °C en 40 °C is.
De batterij plaatsen
Vergrendelingsknop
voor klep van batterij/
kaartcompartiment
Vergrendelingsknop op klep
van batterijcompartiment
Klep voor batterij/
kaartcompartiment
Batterij
38
1
Voorbereidingen
2
Gebruik de zijkant van de batterij om de vergrendelingsknop
in de richting van 4 te duwen en plaats de batterij met het
PENTAX-logo naar het objectief gericht.
Duw de batterij naar binnen tot hij vast klikt.
3
Sluit de klep van het batterij/kaartcompartiment.
Schuif de klep van het batterij-/kaartcompartiment dicht in de richting die
tegenovergesteld is aan de richting die wordt aangegeven door 2 totdat u
een klik hoort. Oefen hierbij lichte druk uit op de klep.
1
Open de klep van het batterij/kaartcompartiment.
2
Duw de vergrendelingsknop naar 4.
De batterij wordt uitgeworpen. Let erop dat u de batterij niet laat vallen als
u deze verwijdert.
Als de batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt
de camera niet.
De batterij uitnemen
39
1
Voorbereidingen
Oefen niet extreem veel kracht uit bij het open- of dichtschuiven van de klep
van het batterij/kaartcompartiment, omdat de waterdichte pakking hierdoor
los kan raken. Als de pakking is verschoven, gaat dat ten koste van de
waterdichtheid van de camera.
Als de klep van het batterij/kaartcompartiment niet goed wordt vergrendeld
als u de klep sluit, kan er water, zand en vuil in de camera binnendringen.
Deze camera maakt gebruik van een oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92.
Gebruik geen andere soorten batterijen, aangezien dit kan leiden tot
schade aan de camera, en storingen.
Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is geplaatst,
kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
Verwijder de batterij niet terwijl de camera is ingeschakeld.
Wanneer u de batterij langer dan 6 maanden opbergt, laad de batterij dan
30 minuten lang op met de batterijlader en berg de batterij apart op.
Laad de batterij om de 6 tot 12 maanden opnieuw op. Berg de batterij bij
voorkeur op onder kamertemperatuur. Berg de batterij niet op bij hoge
temperaturen.
Als er langere tijd geen batterij in de camera is geplaatst, worden de datum
en tijd mogelijk teruggezet.
Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet worden als u de
camera gedurende langere tijd gebruikt.
Laat de camera eerst volledig opdrogen voordat u de batterij vervangt.
Vervang de batterij niet wanneer de camera grote kans loopt nat of vuil te
worden en zorg dat uw handen droog zijn.
40
1
Voorbereidingen
Beeldopslagcapaciteit, opnametijd voor video-opnamen,
geluidsopnametijd en weergavetijd
(bij 23 °C, met ingeschakeld scherm en volledig opgeladen batterij)
*1 Opnamecapaciteit toont bij benadering het aantal opnamen dat is gemaakt
tijdens tests die zijn uitgevoerd conform CIPA (bij ingeschakeld scherm,
ingeschakelde flitser voor 50% van de opnamen en bij 23 °C). De feitelijke
prestaties kunnen variëren, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.
*2 Op basis van de resultaten van tests bij PENTAX.
Indicatie batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan de indicatie op het scherm.
Beeldopslagcapaciteit
*1
(met gebruik van de
flitser voor 50% van de
opnamen)
Video-
opnametijd
*2
Geluidsopnametijd
*2
Weergavetijd
*2
ca. 260 opnamen Ca. 70 min. Ca. 270 min. Ca. 240 min.
De prestaties van de batterij kunnen afnemen bij lagere temperaturen. We
raden u aan een reservebatterij in uw zak mee te nemen om hem warm te
houden, als u de camera bij lage temperaturen gebruikt. De batterij werkt
weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
Als [GPS aan/uit] bij [GPS] wordt ingesteld op [Aan], voert de camera
regelmatig een positiebepaling uit, zelfs als de camera wordt uitgezet. Dit
beperkt de levensduur van de batterij.
Neem een reservebatterij mee als u naar het buitenland of naar een koud
gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
Schermaanduiding Batterijstatus
(groen) Er is nog voldoende stroom.
(groen) Batterij raakt leeg.
(geel) Batterij is bijna leeg.
(rood) Batterij is uitgeput.
[Batterij leeg]
Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera
uitgeschakeld.
41
1
Voorbereidingen
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken of aan te sluiten op een
computer, wordt gebruik van de optionele netvoedingsadapterset K-AC117
aanbevolen.
1
Zorg dat de camera is uitgeschakeld en open de klep van het
batterij/kaartcompartiment.
2
Verwijder de batterij.
Raadpleeg p.37 - p.38 voor instructies over hoe u de klep van het batterij/
kaartcompartiment opent en hoe u de batterij verwijdert.
3
Schuif het gelijkstroomkoppelstuk naar binnen.
Druk met de zijkant van het gelijkstroomkoppelstuk tegen de
vergrendelingsknop en schuif het gelijkstroomkoppelstuk naar binnen.
Controleer of het koppelstuk goed op zijn plaats zit.
De klep van het batterij/kaartcompartiment kan niet worden gesloten als het
gelijkstroomkoppelstuk geplaatst is. Laat de klep open als u de
netvoedingsadapter gebruikt en probeer de klep niet te sluiten.
4
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter
aan op de gelijkstroomingang van het
gelijkstroomkoppelstuk.
5
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
6
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
De netvoedingsadapter gebruiken
Gelijkstroomconnector
3
1
6
5
Gelijkstroom-
koppelstuk
4
42
1
Voorbereidingen
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan
te sluiten of los te maken.
Zorg dat het netsnoer en de gelijkstroomconnector waarmee de
netvoedingsadapter op de camera wordt aangesloten, goed zijn
aangesloten. Als er gegevens worden opgenomen op de
SD-geheugenkaart of in het interne geheugen, kunnen er gegevens
verloren gaan wanneer een van beide of beide losraken.
Voorkom het risico van brand of een elektrische schok bij gebruik van de
netvoedingsadapter.
Lees eerst “Over de batterijlader en de netvoedingsadapter” (p.3) alvorens
de adapter te gebruiken.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC117 eerst de
bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Bij het aansluiten van de netvoedingsadapter kunt u de camera niet rechtop
op tafel zetten, omdat het snoer van het gelijkstroomkoppelstuk onder uit
de camera steekt.
Oefen niet extreem veel kracht uit bij het open- of dichtschuiven van de klep
van het batterij/kaartcompartiment, omdat de waterdichte pakking hierdoor
los kan raken. Als de pakking is verschoven, gaat dat ten koste van de
waterdichtheid van de camera.
43
1
Voorbereidingen
De SD-geheugenkaart plaatsen
Deze camera maakt gebruik van een SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart
of SDXC-geheugenkaart. (Deze kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-
geheugenkaart.) Gemaakte opnamen en geluidsbestanden worden op de SD-
geheugenkaart opgeslagen wanneer deze in de camera is geplaatst. Wanneer er
geen kaart is geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen
(p.46).
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera
of een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera
worden geformatteerd (geïnitialiseerd). Zie “Het geheugen
formatteren” (p.183) voor aanwijzingen aangaande formatteren.
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Laat de camera eerst volledig opdrogen voordat u de SD-geheugenkaart
vervangt. Vervang de kaart niet wanneer de camera grote kans loopt nat of
vuil te worden en zorg dat uw handen droog zijn.
Oefen niet extreem veel kracht uit bij het open- of dichtschuiven van de klep
van het batterij/kaartcompartiment, omdat de waterdichte pakking hierdoor
los kan raken. Als de pakking is verschoven, gaat dat ten koste van de
waterdichtheid van de camera.
De opslagcapaciteit voor foto’s hangt af van de capaciteit van de SD-
geheugenkaart, en de geselecteerde opnameresolutie en het
geselecteerde kwaliteitsniveau (p.244).
De aan/uit-indicatie knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met de SD-
geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
Kopie van gegevens opslaan
Het is mogelijk dat de camera niet in staat is om gegevens op te halen uit het interne
geheugen in geval van een storing. Sla belangrijke gegevens daarom op uw
computer of een ander apparaat op.
44
1
Voorbereidingen
1
Open de klep van het batterij/kaartcompartiment.
Duw de vergrendelingsknop van de klep van het batterij/kaartcompartiment
in de aangegeven richting 1, schuif de klep vervolgens in de richting van
2 en open de klep in de richting van 3.
2
Plaats de SD-geheugenkaart in de sleuf voor de SD-
geheugenkaart, met het etiket naar de voorkant van de
camera (de kant met het objectief) gericht.
Duw de kaart helemaal naar binnen. Als de kaart niet helemaal in
de camera is geplaatst, worden opnamen en geluiden mogelijk niet correct
opgeslagen.
U verwijdert de SD-geheugenkaart door de kaart eenmaal in te drukken en
vervolgens naar buiten te trekken.
3
Sluit de klep van het batterij/kaartcompartiment.
Schuif de klep van het batterij-/kaartcompartiment dicht in de richting die
tegenovergesteld is aan de richting die wordt aangegeven door 2 totdat u
een klik hoort. Oefen hierbij lichte druk uit op de klep.
Als de klep van het batterij/kaartcompartiment niet goed wordt vergrendeld
als u de klep sluit, kan er water, zand en vuil in de camera binnendringen.
SD-geheugenkaart
Klep voor batterij/
kaartcompartiment
Sleuf SD-geheugenkaart
45
1
Voorbereidingen
De bestandsgrootte is afhankelijk van de instelling voor de resolutie en dus
is het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen op de
SD-geheugenkaart daar ook van afhankelijk.
Stel de resolutie voor foto’s in in het menu [
A
Opnemen] en die voor films
in het menu [
C
Video].
Zie “Belangrijkste technische gegevens” (p.243) voor het aantal opnamen
dat of de tijdsduur die bij benadering kan worden opgeslagen op een
SD-geheugenkaart.
46
Voorbereidingen
1
De camera aan- en uitzetten
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera gaat aan en de Aan/uit-indicatie en het scherm worden
ingeschakeld.
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Language/ ] of [Datum
instellen] verschijnt, volgt u de procedure op p.48 om de weergavetaal en/
of de huidige datum en tijd in te stellen.
2
Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
De camera gaat uit en de Aan/uit-indicatie en het scherm worden
uitgeschakeld.
De SD-geheugenkaart wordt gecontroleerd als
u de camera inschakelt. Daarna wordt de status
van het geheugen weergegeven.
Foto’s maken 1p.65
De SD-geheugenkaart controleren
a
Er is een SD-kaart in de camera geplaatst.
Opnamen en geluidsbestanden worden
opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
+
Er is geen SD-geheugenkaart in de camera
geplaatst. Opnamen en geluidsbestanden
worden opgeslagen in het interne
geheugen.
r
De schrijfbeveiliging op de SD-
geheugenkaart is ingeschakeld (p.7).
U kunt geen opnamen opslaan.
Aan/uit-knop,
Aan/uit-indicatie
383 838
Geheugenstatus
47
1
Voorbereidingen
In deze stand kunt u een opname of geluidsbestand meteen weergeven zonder
verdere opnamen te maken.
1
Houd de knop Q ingedrukt.
Het scherm wordt ingeschakeld en de camera wordt ingeschakeld in de
Weergavestand.
Opstarten in de Weergavestand
Als u van de weergavestand (Afspeelstand) naar A wilt overschakelen,
drukt u op de knop Q of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Als u het opstarten in de weergavestand wilt uitschakelen, zet u
[Afspeelstand] op P (Uit) via [Snelkeuze] in het menu [W Instelling]. (p.203)
Foto’s weergeven 1p.129
Q-knop
Aan/uit-knop
48
Voorbereidingen
1
Standaardinstellingen
Het scherm [Language/ ] wordt weergegeven als de camera voor de eerste
keer wordt ingeschakeld. Voer de stappen uit bij “De weergavetaal instellen
hieronder om de taal in te stellen en bij “Datum en tijd instellen” (p.51 om de
huidige datum en tijd in te stellen.
1
Kies de schermtaal met de vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen]
verschijnt in de geselecteerde taal. Als
de gewenste instellingen voor
[Thuistijd] en [Zomertijd] (DST)
verschijnen, ga dan verder met stap 9.
De taal, datum en tijd kunnen achteraf worden gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s
hierna voor instructies.
De taal wijzigt u door de stappen onderDe weergavetaal wijzigen” (1p.191).) uit
te voeren.
De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “Datum en tijd wijzigen (1p.185)
uit te voeren.
De weergavetaal instellen
Knop 3
Vierwegbesturing
Knop 4
MENU
Stop
Basisinstellingen
Thuistijd
Amsterdam
Instellingen voltooid
Nederlands
DST
OFFOFFOFF
Zomertijd
49
1
Voorbereidingen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar
[W Thuistijd].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [WThuistijd] verschijnt.
5
Kies een stad met de
vierwegbesturing (45).
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Zomertijd].
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt opnieuw.
9
Selecteer [Instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
10
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in.
MENU
Stop
Basisinstellingen
Thuistijd
Amsterdam
Instellingen voltooid
Nederlands
DST
OFF
OFF
OFF
MENU
Stop
Stad
Zomertijd
Amsterdam
Thuistijd
OK
OK
50
1
Voorbereidingen
Als u per ongeluk de verkeerde taal selecteert en naar de volgende procedure gaat,
voert u de volgende procedure uit om de taal terug te zetten.
Wanneer per ongeluk de verkeerde taal is geselecteerd
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer de taal met de vierwegbesturing (2345) en druk
op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt in de geselecteerde taal.
Wanneer het scherm na stap 2 in de verkeerde taal verschijnt
1
Druk op de knop 3.
Het scherm voor instellingen wordt gesloten en de camera keert terug
naar de opnamestand.
2
Druk op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
3
Druk twee keer op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing (32).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Selecteer de taal met de vierwegbesturing (2345).
7
Druk op de knop 4.
Het menu [W Instellingen] verschijnt in de geselecteerde taal.
De gewenste taal is nu ingesteld. Als u [Thuistijd], [Datum] en [Tijd] opnieuw wilt
instellen, raadpleegt u de pagina’s hierna voor aanwijzingen.
Voer de stappen uit in “Wereldtijd instellen” (1p.189) als u [Thuistijd] wilt wijzigen.
De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “Datum en tijd wijzigen (1p.185)
uit te voeren.
Het videosignaal (NTSC/PAL) wordt ingesteld op basis van het type van de stad die is
geselecteerd bij [Thuistijd] op het scherm [Basisinstellingen]. Zie de volgende pagina’s
voor informatie over de beschikbare videosignalen en over de manier waarop de
standaardinstellingen worden gewijzigd.
Aanvankelijk beschikbare videosignalen: “Lijst met steden voor wereldtijd”
(1p.241)
Het videosignaal wijzigen: “Het videosignaal wijzigen” (1p.196).
51
1
Voorbereidingen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavetaal in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [MM/DD/JJ].
2
Kies de datum/tijdnotatie met de
vierwegbesturing (23).
Kies [MM/DD/JJ], [DD/MM/JJ] of
[JJ/MM/DD].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer [24h] (24-uurs notatie) of [12h] (12-uurs notatie) met
de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumweergave].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Wijzig de maand met de vierwegbesturing (23).
Wijzig de dag en het jaar op dezelfde wijze.
Wijzig vervolgens de tijd.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 4, verandert de aanduiding in am
(vóór 12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s middags), al naar gelang
de tijd.
9
Selecteer [Instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
10
Druk op de knop 4.
Hiermee bevestigt u datum en tijd.
Datum en tijd instellen
MENU
DD/MM/JJ
24
h
00:00
Stop
Instellingen voltooid
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
01/01/2012
52
1
Voorbereidingen
Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera
teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de
knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden
aangeeft.
Wanneer het scherm [Basisinstellingen] of [Datum instellen] verschijnt, kunt
u het instellen annuleren en overgaan naar de opnamestand door op de knop
3 te drukken. In dat geval verschijnt het scherm [Basisinstellingen] de
volgende keer dat u de camera inschakelt.
[Language/ ], [Datum], [Tijd], [Thuistijd] en [Zomertijd] kunnen worden gewijzigd.
Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
De taal wijzigt u door de stappen onderDe weergavetaal wijzigen” (1p.191).) uit
te voeren.
De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “Datum en tijd wijzigen (1p.185)
uit te voeren.
Als u een andere stad wilt selecteren of de zomertijd wilt aan- of uitzetten, voer dan
de stappen onder “Wereldtijd instellen” (1p.189) uit.
53
2
Veel voorkomende handelingen
De knopfuncties
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.46).
2 Ontspanknop
Wanneer u deze knop tot halverwege indrukt in de foto-opnamestand, stelt de
camera scherp op het onderwerp (uitgezonderd wanneer de scherpstelstand is
ingesteld op 3, s of \) (p.66).
Wanneer u deze knop helemaal indrukt, wordt een foto gemaakt (p.66).
Wanneer u deze knop helemaal indrukt in de standen C (Video),
(Onderwatervideo) en (Hogesnelheidsfilm) (p.118, p.120), start en
stopt u het opnemen van video.
Wanneer u deze knop helemaal indrukt in de stand O (Geluidsopname) (p.178),
start en stopt u het opnemen van geluid.
3 W/T-knop
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.68).
4 Q-knop
Hiermee activeert u de stand Q (p.57).
A-stand
2V eel voo r kom end e handelingen
2
4
8
6
9
5
3
1
7
54
2
Veel voorkomende handelingen
5 Vierwegbesturing
(2) : Hiermee wijzigt u de transportstand (p.87 - p.91).
(3) : Hiermee geeft u het opnamepalet weer (p.72).
(4) : Hiermee wijzigt u de flitsinstelling (p.97).
(5) : Hiermee wijzigt u de scherpstelstand (p.98).
(23) : Stelt scherp wanneer de scherpstelstand is ingesteld op \ (p.99).
6 4/W-knop
Hiermee wijzigt u welke informatie op het scherm wordt weergegeven (p.27).
7 3-knop
Hiermee geeft u het menu [A Opnemen] weer (p.58).
8 Knop I
Hiermee wordt de functie Gezichtsherkenning in- of uitgeschakeld (p.74).
Steeds als u op de knop I drukt, wordt een andere stand voor
Gezichtsherkenning ingeschakeld:
Smile Capture Zelfportretassistent Zelfportretassistent + Smile Capture
Gezichtsherkenning UIT Gezichtsherkenning AAN
Hiermee selecteert of registreert u een huisdier in de stand e (Huisdier).
9 Knop Snelinstelling
Hiermee activeert u de stand 9 (Groene modus) (p.78).
Hiermee roept u het toegewezen menu op (p.112).
55
2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.46).
2 Ontspanknop
Hiermee activeert u de stand A (p.57).
3 f/y-knop
Als u tijdens enkelbeeldweergave op f drukt, wordt de zesbeeldsweergave
geactiveerd. Door nogmaals op f te drukken, wordt de twaalfbeeldsweergave
geactiveerd (p.131). Druk op y om terug te keren naar de vorige weergave.
Als u tijdens enkelbeeldweergave op y drukt, wordt de weergave vergroot.
Druk op f om terug te gaan naar de vorige weergave (p.139).
Druk tijdens de twaalfbeeldsweergave op f als u naar de map- of
kalenderweergave wilt gaan (p.132).
Druk tijdens de map- of kalenderweergave op y als u naar de
twaalfbeeldsweergave wilt gaan (p.132).
Hiermee past u het volume aan tijdens het afspelen van video-opnamen,
geluidsbestanden of een gesproken memo (p.130, p.179, p.181).
4 Q-knop
Hiermee activeert u de stand A (p.57).
Q-stand
2
4
8
6
9
5
3
1
7
56
2
Veel voorkomende handelingen
5 Vierwegbesturing
(2) : Hiermee speelt u een video-opname of geluidsbestand af of
onderbreekt u het afspelen van een video-opname of
geluidsbestand (p.130, p.179, p.181).
(3) : Hiermee geeft u het weergavepalet weer (p.135).
Hiermee stopt u het afspelen van een video-opname of
geluidsbestand (p.130, p.179, p.181).
(45) : Hiermee geeft u de vorige of volgende opname en het
geluidsbestand weer bij de weergave van één opname (p.129).
Hiermee speelt u een filmopname ofwel snel, ofwel beeldje voor
beeldje ofwel in zijn geheel vooruit of achteruit (p.130).
Hiermee spoelt u een geluidsbestand vooruit of achteruit en
gaat u naar het volgende indexpunt bij het afspelen van een
geluidsbestand (p.179).
(2345) : Hiermee verplaatst u het weergavegebied tijdens
zoomweergave (p.139).
Hiermee selecteert u een opname in de zes-/twaalfbeeldsweergave,
een map in de mapweergave of een datum in de kalenderweergave
(p.131, p.132).
Hiermee verplaatst u de opname bij gebruik van de functie
Beeldinkadering (p.162).
Hiermee wijzigt u de positie van een kader of opname als u
gebruik maakt van de functie Creatief kader (p.166).
6 4/W-knop
Hiermee wijzigt u welke informatie op het scherm wordt weergegeven (p.30).
Hiermee gaat u terug van de zoom-, zesbeelds- of twaalfbeeldsweergave naar
de enkelbeeldweergave (p.132, p.139).
Hiermee gaat u tijdens mapweergave naar de twaalfbeeldsweergave van de
geselecteerde map (p.132).
Hiermee gaat u van de kalenderweergave terug naar de enkelbeeldweergave
van de geselecteerde datum (p.133).
7 3-knop
Hiermee roept u het menu [W Instelling] op tijdens de enkelbeeldweergave
(p.58).
Hiermee gaat u van de weergave van het weergavepalet terug naar
de enkelbeeldweergave (p.134).
Hiermee gaat u van de zoom-, zesbeelds- of twaalfbeeldsweergave terug naar
de enkelbeeldweergave.
Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de twaalfbeeldsweergave van de
geselecteerde map (p.133).
Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave naar de twaalfbeeldsweergave
van de geselecteerde datum (p.133).
57
2
Veel voorkomende handelingen
8 Knop I
Inzoomen op de gezichten van onderwerpen in de volgorde van detectie bij het
maken van de opname (weergave met close-up van gezicht) (p.140).
9 Snelinstelling/i-knop
Hiermee gaat u van de enkelbeeldweergave naar het scherm Wissen (p.142).
Hiermee gaat u van de zesbeelds- of twaalfbeeldsweergave naar het scherm Kiezen
& wissen (p.143).
Hiermee gaat u van de mapweergave naar de weergave van het
kalenderscherm (p.132).
Hiermee gaat u van de kalenderweergave naar de weergave van het
mapscherm (p.132).
In deze handleiding wordt de opnamestand (bijvoorbeeld voor het maken van
foto’s) deA-stand” genoemd (opnamestand). De weergavestand (bijvoorbeeld
voor het tonen van gemaakte opnamen op het scherm), wordt de Q-stand”
genoemd (de weergavestand of afspeelstand). In de stand Q kunt u eenvoudige
bewerkingen uitvoeren voor de opnamen die worden weergegeven.
Volg de onderstaande procedure om te schakelen tussen de standen A en Q.
1
Druk op de knop Q.
De stand Q wordt geactiveerd.
1
Druk de knop
Q
in of druk de ontspanknop tot halverwege in.
De stand A wordt geactiveerd.
Schakelen tussen de stand A en de stand Q
Schakelen van de stand A naar de stand Q
Schakelen van de stand Q naar de stand A
Gegevens weergeven die zijn opgeslagen in het interne geheugen
Als er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden foto- en video-
opnamen en geluidsbestanden op de SD-geheugenkaart getoond. Wilt u foto- en
video-opnamen en geluidsbestanden tonen vanuit het interne geheugen, zet de
camera dan uit en neem de SD-geheugenkaart uit de camera.
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
58
2
Veel voorkomende handelingen
De camerafuncties instellen
Om de camera-instellingen te wijzigen drukt u op de knop 3 om het menu
[A Opnemen] of [W Instelling] op te roepen. Functies voor het weergeven en
bewerken van opnamen en geluidsbestanden staan in het weergavepalet.
Er zijn drie soorten menu’s: [A Opnemen], [C Video] en [W Instelling]. Druk op
de knop 3 in de stand A om het menu [A Opnemen] op te roepen. Druk
op de knop 3 in de stand Q om het menu [W Instelling] op te roepen.
Beweeg door de menu’s met de vierwegbesturing (45).
Werken met de menu’s
SHUTTER
SHUTTER
MENU
MENU
14:25
1 4 : 25
14:25'10/02/02
' 1 0 /0 2 /0 2
'10/02/02
38
P
Bewerken
Bewerken
Bewerken
100
100
-
0038
0038
100
-
0038
02/02/'12
0 2 / 02 / '1 2
14:25
1 4 : 25
02/02/'12 14:25
Video
MENU
Resolutie
Mov
iSRe
Einde
AWB
MENU
12
12
M
M
12
16:9
1/4
Opnemen
Resolutie
Beeldtint
Kwaliteitsniveau
Witbalans
Autom. belicht.
AF-instelling
Helder
Einde
MENU
Geluid
Datum instellen
01/01/2012
Wereldtijd
Alarm
Standaard
Tekstformaat
Language
Instelling
1/4
Einde
Nederlands
In de opnamestand
In de weergavestand
59
2
Veel voorkomende handelingen
Toont de onderdelen die met de menu’ s kunnen worden ingesteld; bij elk
onderdeel staat een beschrijving. Zie ook de extra lijst met standaardinstellingen
in de bijlage “Standaardinstellingen” (p.235). U kunt aangeven of u de instellingen
wilt opslaan als u de camera uitzet of dat de instellingen worden teruggezet op de
standaardinstelling als de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
[A Opnemen]-menu
In dit menu staan functies die betrekking hebben op het maken van foto’s en
video-opnamen.
Tijdens het gebruik van het menu wordt op het scherm weergegeven welke
bedieningshandelingen beschikbaar zijn.
De werking van de knop 3 verschilt, afhankelijk van het scherm. Zie
de bedieningsaanwijzingen.
Einde Hiermee verlaat u het menu en keert u terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met de
huidige instelling.
Stop Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u het
menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
Menulijst
Onderdeel Beschrijving Pagina
Beeldtint De kleurtoon wijzigen van opnamen p.102
Resolutie
Voor selectie van de opnameresolutie voor foto’s
p.103
Kwaliteitsniveau
Voor instelling van het kwaliteitsniveau voor
foto’s
p.104
Witbalans
Voor aanpassing van de witbalans aan de
lichtomstandigheden
p.105
AF-
instelling
AF-veld
Als
=
(Standaard),
q
(Macro) of (Macro
vanop 1cm) is geselecteerd als
scherpstelstand, kunt u het AF-veld (AF-veld)
wijzigen
p.100
Automacro
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
automacrofunctie
p.101
Scherpstelhulp
Instellen of al dan niet het AF-hulplicht wordt
gebruikt
p.101
Automatische belichting
Voor instelling van het gedeelte van het
scherm waarin wordt gemeten om de
belichting te bepalen
p.106
Gevoeligheid Voor instelling van de gevoeligheid p.107
MENU
MENU
MENU
60
2
Veel voorkomende handelingen
*IQ-verbeteraar = Image Quality- of beeldkwaliteitverbeteraar
Bereik Auto ISO
Voor instelling van het aanpassingsbereik
wanneer de gevoeligheid is ingesteld op
AUTO
p.108
Belichtingscorrectie
Voor aanpassing van de algehele helderheid
van de opname
p.109
Instelling
D-range
Hoge lichten,
correctie
Instellen of compensatie van heldere delen
moet worden uitgevoerd
p.109
Schaduwcorrectie
Instellen of compensatie van donkere delen
moet worden uitgevoerd
p.109
Pixeltrack SR
Voor selectie of tijdens het maken van foto’s
al dan niet camerabewegingen worden
gecompenseerd
p.110
Knipperdetectie
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
functie Knipperdetectie in combinatie met de
functie Gezichtsherkenning
p.111
Digitale zoom
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
digitale zoomfunctie
p.70
Momentcontrole
Voor selectie of al dan niet Momentcontrole
wordt weergegeven
p.111
Geheugen
Voor selectie of bij uitschakeling van de
camera de ingestelde waarden van de
opnamefunctie worden opgeslagen of de
basisinstellingen worden hersteld
p.127
Groene toets
Voor toewijzing van een functie aan de knop
Snelinstelling in de stand A
p.112
Scherpte
Voor selectie of de opname scherpe of zachte
contouren moet hebben
p.115
Kleurverzadiging
(Kleur aanpassen)
Voor instelling van de kleurverzadiging. Als
[Monochroom] wordt geselecteerd, verandert de
optie in [Kleur aanpassen]
p.115
Contrast
Voor instelling van het niveau van het
opnamecontrast
p.116
Datumafdruk
Voor selectie of bij het maken van foto’s al
dan niet de datum en/of tijd op de foto wordt
afgedrukt
p.116
IQ-verbeteraar*
Hiermee stelt u in of de IQ-verbeteraar moet
worden uitgevoerd.
p.117
Macroverlichting
Hiermee stelt u in of u al dan niet de led-
macrolampjes wilt inschakelen voor
macrofotografie.
p.117
Onderdeel Beschrijving Pagina
61
2
Veel voorkomende handelingen
[C Video]-menu
In de stand 9 (Groene modus) kunt u gemakkelijk opnamen maken met
de standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu
[A Opnemen] (p.78).
Als u veelgebruikte functies toewijst aan de knop Snelinstelling, kunt u de
desbetreffende functie rechtstreeks oproepen (p.112).
Onderdeel Beschrijving Pagina
Resolutie
Keuze van de opnameresolutie en de
beeldfrequentie voor video-opnamen
p.122
Movie SR
Voor selectie of al dan niet de
bewegingsreductiefunctie voor video-opnamen
wordt gebruikt
p.123
AWB
MENU
1/4
12
M
Einde
Opnemen
Beeldtint
Resolutie
Helder
Autom. belicht.
AF-instelling
Witbalans
Kwaliteitsniveau
[A Opnemen]-menu 1 [A Opnemen]-menu 2
[A Opnemen]-menu 3 [A Opnemen]-menu 4
MENU
Einde
Pixeltrack SR
Gevoeligheid
Knipperdetectie
Inst, D-range
Belicht. corr.
Bereik Auto ISO
AUTO
ISO125-1600
0.0
Opnemen
2/4
MENU
Einde
Groene toets
Scherpte
Kleurverzadiging
Momentcontrole
Geheugen
Digitale zoom
Opnemen
3/4
MENU
Einde
Datumafdruk
Macrolamp
Uit
Contrast
IQ-verbeteraar
Opnemen
4/4
[C Video]-menu
Video
MENU
Resolutie
Mov
iSRe
Einde
62
2
Veel voorkomende handelingen
[W Instelling]-menu
Onderdeel Beschrijving Pagina
Geluid
Aanpassing van het bedieningsvolume en het
weergavevolume en instelling van het geluid bij
inschakeling, het sluitergeluid, het geluid bij
belangrijke handelingen en het
zelfontspannergeluid
p.184
Datum instellen Voor wijziging van de datum en tijd p.185
Alarm Instelling van het alarm p.187
Wereldtijd Instelling van thuistijd en bestemming p.189
Tekstformaat
Voor instelling van de tekstgrootte van het
menu
p.191
Language/
Voor instelling van de taal waarin menu’s en
berichten worden weergegeven
p.191
Mapnaam
Voor keuze van de manier waarop namen
worden toegewezen aan mappen voor het
opslaan van opnamen en geluidsbestanden
p.192
Bestandsnaam
Voor keuze van de manier waarop namen
worden toegewezen aan opnamen en
geluidsbestanden
p.194
USB-aansluiting
Instelling van de verbindingsmethode met een
pc (MSC of PTP)
p.210
Video uit
Instelling van het uitgangssignaal voor AV-
apparatuur
p.196
HDMI uit
Instelling van het HDMI-signaal bij aansluiting
op een AV-apparaat met een HDMI-aansluiting
p.197
Eye-Fi
Voor instelling of al dan niet Eye-Fi-
communicatie moet worden gebruikt.
p.198
Helderheid Voor wijziging van de helderheid van het scherm p.198
Batterijbesparing
Voor instelling van de wachttijd tot de camera
naar de energiebesparingsstand gaat
p.199
Automatisch uitschakelen
Voor instelling van de wachttijd totdat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld
p.199
Snel zoomen
Voor al dan niet inschakelen van de functie
[Snel zoomen] (p.139) bij weergave van
opnamen
p.200
Hulp display
Voor instelling of in de schermen van het
opnamepalet en het weergavepalet al dan niet
aanwijzingen over een geselecteerde functie
moeten worden weergegeven
p.200
Reset
Andere functies dan datum en tijd, taal,
wereldtijd, video-uitgang terugzetten naar de
fabrieksinstellingen
p.203
63
2
Veel voorkomende handelingen
(*) Alleen Optio WG-2 GPS
Alles verwijderen
In één keer wissen van alle opnamen en
geluidsbestanden
p.144
Pixeluitlijning Correctie van defecte pixels op de CCD-sensor p.201
Snelkeuze
Weergavestand
Voor selectie of de camera al dan niet moet
worden ingeschakeld in de weergavestand.
p.203
LED-verlichting
Voor selectie of de led-macrolampjes al dan
niet moeten worden ingeschakeld wanneer de
camera wordt uitgezet.
p.203
Klokweergave
Voor selectie of de klok al dan niet moet
worden weergegeven wanneer de camera
wordt uitgezet.
p.203
Formatteren
Voor het formatteren van de SD-
geheugenkaart of het interne geheugen.
p.183
GPS (*)
GPS aan/uit
Hiermee stelt u in of de GPS-gegevens op de
gemaakte opnamen moeten worden
geregistreerd.
GPS
Gids
GPS
registreren
Voor instelling van het interval en de duur van
logs. Het opslaan en verwijderen van
ontvangen logs kan ook worden geselecteerd.
GPS-tijdsync.
Hiermee stelt u in of de klok in de camera
automatisch wordt gecorrigeerd met gebruik
van de ontvangen GPS-gegevens
Onderdeel Beschrijving Pagina
64
2
Veel voorkomende handelingen
MENU
Einde
Geluid
Datum instellen 01/01/2012
Wereldtijd
Alarm
Standaard
Tekstformaat
Language
Instelling
1/4
Nederlands
[W Instelling]-menu 1 [W Instelling]-menu 2
[W Instelling]-menu 3
MENU
Einde
Video uit
HDMI uit
Bestandsnaam
Bestandsnaam
Datum
Auto
Eye
-
Fi
NTSC
USB-aansluiting
MSC
I
M
G
P
Instelling
2/4
MENU
Einde
Snel zoomen
Hulp display
Reset
5
sec
Auto Uitsch.
3
min.
Batt besparing
Helderheid
Instelling
3/4
[W Instelling]-menu 4
MENU
Einde
Pixeluitlijning
Alles verwijderen
GPS
Instelling
4/4
Formatteren
Snelkeuze
65
3
Opnamen maken
Foto’s maken
Deze camera is voorzien van functies en opnamestanden die een breed scala
van motieven en onderwerpen ondersteunen. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe
u opnamen maakt met de standaardinstellingen.
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld en is gereed voor het maken van foto’s. In deze
handleiding wordt dit de foto-opnamestand genoemd.
2
Controleer het onderwerp en de
opname-informatie op het
scherm.
Het scherpstelkader in het midden van het
scherm geeft de zone aan waarin
automatisch wordt scherp gesteld.
Als de camera een gezicht van een persoon
detecteert, wordt de functie
Gezichtsherkenning geactiveerd en
verschijnt het gezichtsherkenningskader
(p.74).
Opnamen maken
3Opnamen mak en
W/T-knop
Aan/uit-knop
Ontspanknop
38
3 8
38
Scherpstelkader
383 838
Gezichtsherkenningskader
66
3
Opnamen maken
U kunt het opnamegebied wijzigen door op de zoomknop te drukken (p.68).
Rechts (T) Vergroot het onderwerp.
Links (W) Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
3
Druk de ontspanknop tot
halverwege in.
Onder donkere opname-omstandigheden
activeert de camera het AF-hulplicht.
Het scherpstelkader (of
gezichtsherkenningskader) wordt groen
wanneer de camera het onderwerp op de
juiste afstand scherp stelt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De opname verschijnt tijdelijk op het scherm (Momentcontrole: p.68) en wordt
vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen.
Druk op de knop Snelinstelling om de stand 9 (Groene modus) te
activeren en de camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen
(p.78).
f wordt weergegeven wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt als het risico van camerabeweging aanwezig is.
F4.6
F 4. 6
F4.6
1/250
1 /2 50
1/250
38
3 8
38
67
3
Opnamen maken
De ontspanknop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
Dit verwijst naar het voorzichtig indrukken van de ontspanknop tot de eerste
stand. De scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld. Wanneer
de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt en de camera heeft scherp
gesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader op het scherm groen.
Wanneer er niet op het onderwerp is scherp gesteld, is dit scherpstelkader wit.
Volledig indrukken
Hiermee wordt bedoeld dat u de ontspanknop helemaal moet indrukken tot de
volledig ingedrukte stand. Hierdoor wordt de foto gemaakt.
De ontspanknop gebruiken
Ongunstige omstandigheden voor het scherp stellen
Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet scherp stellen.
Vergrendel in dergelijke gevallen de scherpstelling op een voorwerp dat zich op
dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de ontspanknop tot halverwege in
te drukken), richt de camera op het onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig tot geen
licht wordt weerkaatst
Complexe patronen
Snel bewegende voorwerpen
Als er in het opnamegebied een voorwerp op de voorgrond en een voorwerp op de
achtergrond is
Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
Niet ingedrukt Tot halverwege
ingedrukt
(eerste stand)
(eerste stand)
Helemaal
ingedrukt
(tweede stand)
68
3
Opnamen maken
De opname verschijnt tijdelijk op het scherm (Momentcontrole), meteen nadat
deze is gemaakt. Als een onderwerp met gesloten ogen wordt gedetecteerd
terwijl de functie Gezichtsherkenning (p.74) actief is, verschijnt het bericht
[Gesloten ogen gedetecteerd] gedurende 3 seconden (Knipperdetectie).
Met de zoom kunt u het opnamegebied wijzigen.
1
Druk op de knop W/T in de stand
A.
W Groothoek (links)
Verbreedt het opnamegebied dat
de camera vastlegt.
T Tele (rechts)
Het onderwerp wordt uitvergroot.
Als u op T blijft drukken, schakelt de camera
automatisch over van optische zoom op
intelligente zoom en stopt deze op het punt waarop de zoom overschakelt op
digitale zoom.
Als u de knop loslaat en er opnieuw op drukt, wordt overgeschakeld naar
Digitale zoom.
Momentcontrole en Knipperdetectie
Als de functie Gezichtsherkenning niet werkt, werkt Knipperdetectie
evenmin. Als Gezichtsherkenning wel werkt, hangt het echter van de
conditie van de waargenomen gezichten af of Knipperdetectie ook
functioneert.
U kunt de functie Knipperdetectie ook uitschakelen (p.111).
De zoom gebruiken
Knop 3
W/T-knop
Vierwegbesturing
Knop 4
38
3 8
38
36
36
36
Zoombalk
Zoomfactor
69
3
Opnamen maken
Als digitale zoom in het menu is uitgeschakeld, zijn het bereik van optische
zoom en intelligente zoom beschikbaar. De zoomfactor van intelligente zoom is
afhankelijk van de opnameresolutie.
De zoombalk wordt als volgt weergegeven.
*1 U kunt maximaal 5x optisch inzoomen.
*2 Het bereik van Intelligente zoom is afhankelijk van de instelling voor de
opnameresolutie. Zie de volgende tabel.
Opnameresolutie en maximale zoomfactor
(*) V kan alleen worden ingesteld als resolutie in de stand (Rapport).
Resolutie
Intelligente zoom
(als zoomfactor ook de 5× Optische zoom.)
Digitale zoom
//
Niet beschikbaar (alleen 5× optische zoom)
Komt overeen
met ca. 36×
6/
Ca. 7,5×
f/
Ca. 8,9×
h
Ca. 11,3×
h
Ca. 12×
V
(*)
Niet beschikbaar (alleen 5× optische zoom)
l
Ca. 22,5×
Komt overeen
met ca. 36×
m
Ca. 36× (zelfde als digitale zoom)
Het verdient aanbeveling een statief te gebruiken om camerabewegingen
te voorkomen bij het maken van opnamen met een sterke zoomfactor.
Foto’s die worden gemaakt met de digitale zoom zien er korreliger uit dan
foto’s die worden gemaakt met de Optische zoom.
Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor meer
bijzonderheden over dit onderwerp.
De met intelligente zoom uitvergrote opname kan er op het scherm ruw
uitzien. Dat heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de opname.
Intelligente zoom is beschikbaar, ongeacht of digitale zoom is in- of
uitgeschakeld.
Inzoomen met hoge beeldkwaliteit.
Inzoomen met enig verlies van
beeldkwaliteit.
Bereik van Optische
zoom*1
Bereik van
intelligente zoom*2
Bereik van
digitale zoom
70
3
Opnamen maken
Standaard is de Digitale zoom ingesteld op O (Aan). Als u bij het maken van
opnamen alleen de Optische zoom en Intelligente zoom wilt gebruiken, stelt u de
Digitale zoom in op P (Uit).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Digitale zoom] met de vierwegbesturing (
23
).
3
Schakel tussen O (aan) en P (uit)
met de vierwegbesturing (45).
O (Aan) Digitale zoom wordt
gebruikt
P (Uit) Alleen optische zoom en
intelligent zoom worden
gebruikt
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de knop 3.
De opnamefunctie wordt geactiveerd.
Deze camera heeft een groot aantal opnamefuncties waarmee u in verschillende
situaties foto’s, video-opnamen en geluidsopnamen kunt maken door de
gewenste stand voor de betreffende situatie te kiezen in het opnamepalet.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamestandenpalet wordt weergegeven.
Digitale zoom instellen
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1p.127
De opnamefunctie instellen
MENU
Einde
Groene toets
Scherpte
Kleurverzadiging
Momentcontrole
Geheugen
Digitale zoom
Opnemen
3/4
Vierwegbesturing
Knop 4
71
3
Opnamen maken
2
Kies een opnamefunctie met de
vierwegbesturing (2345).
Een bedieningsaanwijzing bij de
geselecteerde opnamestand wordt in het
onderste deel van het scherm
weergegeven.
3
Druk op de knop 4.
De opnamefunctie wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Landschap
Voor landschapsopnamen.
Nadruk op kleuren van
lucht en gebladerte
1/2
OK
OK
MENU
Stop
72
3
Opnamen maken
De volgende 24 standen kunnen worden geselecteerd met het opnamepalet.
Onderdeel Beschrijving Pagina
b
Autom. opname
De camera selecteert automatisch de meest
geschikte opnamestand uit de volgende vijftien
standen
* Wanneer de camera het volledige gezicht van
het huisdier detecteert, gaat de sluiter
automatisch af.
R
Programma
Modus voor basisiopnamen. Sluitertijd en
diafragma worden automatisch ingesteld bij het
maken van een opname. U kunt wel andere
functies selecteren, zoals de flitsinstelling of de
opnameresolutie.
A
Nachtopname
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief of een
andere ondersteuning
Handm.
nachtopname
Vermindert cameratrilling bij opnamen ’s nachts
of bij weinig licht
C
Video
Voor het opnemen van film. Hierbij kan gelijktijdig
geluid worden opgenomen.
p.120
Onderwater Voor onderwateropnamen p.118
Onderwatervideo Voor video-opnamen onder water p.118
Digitale
microscoop
Maakt vergrote opnamen van onderwerpen op
korte afstand (ligt vast op h)
p.82
a
Landschap
Voor landschapsopnamen. Stelt de camera
scherp op een breed gebied.
b Bloemen
Voor foto’s van bloemen. De contour van de
bloem wordt verzacht
Standaard Nachtopname Portret bij nacht
Landschap Bloemen Portret
Sport Kaarslicht Blauwe hemel
Portret×
Blauwe hemel
Portret×
Tegenlicht
Zonsondergang
Portret×
Zonsondergang
Groepsfoto Tekst
73
3
Opnamen maken
* 9 (Groene modus) (p.78) en O (Geluidsopname) (p.177) zijn naast de hiervoor
beschreven standen beschikbaar.
c
Portret
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint helder en
gezond weer
Intervalopname
Maakt een reeks opnamen met een
gespecificeerd interval
p.85
Intervalvideo
Maakt een reeks opnamen met een
gespecificeerd interval en slaat deze op als film
p.123
Hogesnelheidsfilm
Film opnemen met hoge snelheid voor afspelen
in slow motion
p.126
c
Digital SR Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte
Q
Strand & Sneeuw
Voor fel verlichte opnamen met bijvoorbeeld
zand en sneeuw. Exacte lichtmeting
R
Kinderen
Voor kinderen in beweging. Geeft de huidtint
helder en gezond weer
e
Huisdier
Voor dieren in beweging. Voor detectie van
geregistr. huisdieren.
p.79
\
Sport
Voor bewegende onderwerpen. Volgt het
onderwerp tot de opname is gemaakt
U
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht
S
Vuurwerk
Voor opnamen van vuurwerk. Gebruik een statief
of een andere ondersteuning
B
Voor
nachtportretten.
Voor nachtelijke beelden van mensen Gebruik
een statief of een andere ondersteuning
B
Tekst
Voor goed leesbare tekst. Contrast voor tekst kan
worden ingesteld
p.82
K
Eten & drinken
Voor foto’s van bereide schotels en eten. Nadruk
op contrast en verzadiging
X Dig. Groothoek
Voegt twee foto’s samen tot een bredere opname
(ligt vast op h)
p.92
F
Digitaal panorama
Voegt beeldopnamen samen tot een
panoramische opname
p.94
N
Beeldinkadering
Voor opnamen met kader. Opnameresolutie ligt
vast op h of h
p.83
Rapport
Voor het maken van opnamen voor rapporten
met een vast ingesteld aantal pixels van
1280×960
Onderdeel Beschrijving Pagina
74
3
Opnamen maken
Wanneer de camera in het beeld het gezicht van
een persoon detecteert, wordt door de functie
Gezichtsherkenning rondom het gezicht op het
scherm een geel gezichtsherkenningskader
weergegeven, wordt scherp gesteld
(Gezichtsherkenning voor AF) en de belichting
gecorrigeerd (Gezichtsherkenning voor belichting).
Als het onderwerp in het
gezichtsherkenningskader beweegt, beweegt
het kader mee en verandert de grootte hiervan
terwijl het kader het gezicht volgt.
De functie Gezichtsherkenning kan maximaal
32 gezichten herkennen. Wanneer meerdere
gezichten worden herkend, wordt een geel
scherpstelkader over het belangrijkste gezicht
geprojecteerd, en witte kaders over de andere
gezichten. Er kunnen maximaal 31 kaders
worden weergegeven, inclusief het hoofdkader
en witte kaders.
In andere opnamestanden dan R (Programma), A (Nachtopname),
C (Video), (Digitale microscoop), (Handm. nachtopname),
(Intervalopname), c (Digital SR), F (Digitaal panorama), X (Dig.
Groothoek) en N (Beeld inkadering), Kleurverzadiging, Contrast,
Scherpte, Witbalans enzovoort automatisch ingesteld op de optimale
waarde voor de geselecteerde stand.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken niet volledig,
afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Zie“Beschikbare functies
voor elke opnamefunctie” (p.228) voor bijzonderheden.
U kunt de bedieningsaanwijzing in het opnamepalet uitschakelen (p.200).
De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt. Als u wilt
voorkomen dat de camera beweegt, zet u Pixeltrack SR op O (Aan)
(p.110) of gebruikt u een statief en/of de afstandsbediening (optie) of de
zelfontspanner (p.87).
Functie Gezichtsherkenning
38
3 8
38
Gezichtsherkenningskader
38
3 8
38
Als meerdere gezichten
worden herkend
Hoofdkader Wit kader
75
3
Opnamen maken
Standaard is de functie Gezichtsherkenning ingeschakeld. U kunt overschakelen
naar de functie Smile Capture, die de sluiter automatisch ontspant als het
onderwerp glimlacht. Steeds als u op de knop I drukt, wordt als volgt een
andere stand voor Gezichtsherkenning ingeschakeld:
Smile Capture Zelfportretassistent Zelfportretassistent + Smile Capture
Gezichtsherkenning UIT Gezichtsherkenning AAN
Op het scherm verschijnt een pictogram dat aangeeft of Gezichtsherkenning of
Smile Capture ingeschakeld is. (Het pictogram Gezichtsherkenning Uit verschijnt
alleen direct nadat de functie Gezichtsherkenning uitgeschakeld wordt.)
Gezichtsherkenning voor AF en voor belichting werken mogelijk niet als het
onderwerp een zonnebril op heeft, als het gezicht deels bedekt is of als het
onderwerp niet naar de camera kijkt.
Als de camera het gezicht van het onderwerp niet herkent, stelt de camera
scherp met de instelling die op dat moment is geselecteerd bij [AF-veld].
Mogelijk werkt de functie Smile Capture echter niet en wordt er geen
opname gemaakt, zelfs als de functie is ingesteld. Dit hangt af van de
toestand van de herkende gezichten, zoals te kleine gezichten. Als dit
gebeurt, drukt u de ontspanknop in om een opname te maken.
In de stand e (Huisdier), schakelt Gezichtsherkenning over naar
Huisdierherkenning (er kan slechts één huisdier worden gedetecteerd).
Als u de functie Gezichtsherkenning gebruikt wanneer de flitsinstelling op
, (Auto) staat, dan wordt de flitsinstelling automatisch gewijzigd in d
(Flitser+AntiRodeOgen).
Een andere stand voor Gezichtsherkenning kiezen
I, knop
76
3
Opnamen maken
In sommige opnamestanden kan de functie Gezichtsdetectie niet worden
geselecteerd. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
P
P
P
P
P
Gezichtsdetectie AAN Smile Capture Zelfportretassistent
Gezichtsdetectie
UIT
Zelfportrethulp +
Smile Capture
77
3
Opnamen maken
De led-macrolampjes rond het objectief knipperen als de camera gezichten
herkent in de functies Zelfportrethulp of Zelfportrethulp + Smile Capture. De
positie van de knipperende leds geeft de plaats van het gedetecteerde gezicht op
het scherm weer.
De positie van de knipperende leds geeft de plaats van het gedetecteerde gezicht
weer.
Voorbeeld 1. Wanneer de camera iemand detecteert in gebied 1 op het
scherm.
Voorbeeld 2. Wanneer de camera twee personen detecteert in gebied 2 en
5 op het scherm.
Om de functie Zelfportretassistent te gebruiken
1
2
3 4
5
6
1
2
3 4
5
6
78
3
Opnamen maken
Gebruik de stand 9 (Snelinstelling) om makkelijk opnamen te maken met de
standaardinstellingen, ongeacht de instellingen in het menu [A Opnemen].
De instellingen van de stand 9 worden hierna aangegeven.
Wanneer de camera twee gezichten in hetzelfde gebied detecteert,
knippert ook het lampje bij het dichtstbijzijnde knipperende lampje.
De camera kent de exacte positie van drie gedetecteerde gezichten en
geeft dit aan met knipperende lampjes.
Wanneer de camera drie gezichten detecteert in gebied 2, knipperen
lampje 1 t/m 3.
Wanneer de camera drie gezichten detecteert in gebied 5, knipperen
lampje 4 t/m 6.
Wanneer de camera vier of vijf gezichten herkent, knipperen de lampjes
naargelang het aantal gedetecteerde gezichten. Wanneer de camera zes
of meer gezichten herkent, knipperen alle lampjes (zes stuks, de lampjes
geven de positie van de gedetecteerde gezichten niet aan).
In de stand b (Autom. opname) gaan de lampjes uit wanneer de
ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt als de camera geen functie
heeft aanstaan met Gezichtsdetectie.
Wanneer de functie Zelfportrethulp is ingeschakeld, gaan de lampjes niet
uit na de met Batt besparing ingestelde tijd.
De lampjes knipperen niet als de gedetecteerde gezichten te klein zijn.
Opnamen maken met de basisfunctie
(Groene modus)
Flitsstand
, (automatisch)
Hoge lichten,
correctie
P (Uit)
Transportstand 9 (standaard)
Scherpstelinstelling = (Standaard) Schaduwcorrectie P (Uit)
Informatieweergave Standaard Gevoeligheid Auto (125-1600)
Pixel Track SR P (Uit) Belichtingscorrectie ±0.0
Resolutie (4608×2592) Knipperdetectie O (Aan)
Witbalans
F (Auto)
Digitale zoom O (Aan)
AF-veld
J (meervoudig
scherpstelpunt)
Momentcontrole O (Aan)
Automacro O (Aan) Scherpte G (Normaal)
Scherpstelhulp O (Aan)
Instelling van de
kleurverzadiging.
G (Normaal)
Automatische
belichting
L
(meervlaksmeting)
Contrast G (Normaal)
Beeldtint Licht Datumafdruk Uit
Kwaliteitsniveau D (Beter) IQ-verbeteraar O (Aan)
Macroverlichting P (Uit)
79
3
Opnamen maken
1
Druk op de knop Snelinstelling in
de stand A.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de knop
Snelinstelling om terug te gaan naar de
stand die actief was voordat 9 werd
geselecteerd.
Als de camera een gezicht van een persoon
detecteert, wordt de functie Gezichtsherkenning geactiveerd en verschijnt het
gezichtsherkenningskader (p.74).
2
\Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het
onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de stand e (Huisdier), gaat de sluiter van de camera automatisch af als het
huisdier herkend wordt. De camera kan ook huisdieren registreren.
1
Selecteer e (Huisdier) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De stand e (Huisdier) wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de
opnamestand.
Wanneer de camera het volledige gezicht van het huisdier detecteert, gaat de
sluiter automatisch af.
Wijs de stand 9 toe aan [Groene toets] in het menu [A Opnemen] als u
de stand 9 wilt gebruiken (p.112). (De standaardinstelling is 9.)
Druk op de knop 3 in de stand 9 om het menu [W Instelling] weer te
geven. Het menu [A Opnemen] kan niet worden weergegeven.
Als de camera wordt uitgeschakeld in de stand 9, is 9 weer actief
wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
Opnamen maken van uw huisdier
38
38
38
80
3
Opnamen maken
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm in de stand
e (Huisdier).
Het scherm voor selectie van het huisdier
verschijnt.
2
Druk opnieuw op de knop I.
Het huisdierregistratiescherm verschijnt.
Als u de camera naar het volledige gezicht
van het huisdier richt, ontspant de sluiter
zich automatisch en verschijnt het
bevestigingsscherm voor
huisdierregistratie.
Als u [Registratie] selecteert met de
vierwegbesturing (2) en op de knop 4
drukt, wordt de foto van het geregistreerde
huisdier linksbovenaan weergegeven op
het scherm en keert de camera terug naar
opnamestand.
Als de camera het volledige gezicht van het
huisdier detecteert, wordt de sluiter
automatisch ontspannen.
U kunt ook een foto maken door de
ontspanknop in te drukken.
Als u in het opnamestatusscherm
tweemaal op de knop I drukt, verschijnt
het huisdierregistratiescherm om nog een
huisdier te registreren. U kunt maximaal
drie huisdieren registreren.
Om het huisdier te registreren
OK
OK
MENU
Stop
Nwe registr.
Huisdier selecteren voor
opname
MENU
Stop
Stop
Stop
Autom. registratie als kop
Autom. registratie als kop
van dier naar camera gericht
van dier naar camera gericht
Autom. registratie als kop
van dier naar camera gericht
Huisdierregistratiescherm
OK
OK
OK
Onderbreken
Registratie
Deze opname registreren?
Deze opname registreren?
Deze opname registreren?
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Bevestigingsscherm
huisdierregistratie
38
3 8
38
Selectie/registratie
Selectie/registratie
Selectie/registratie
Opnamestatusscherm
81
3
Opnamen maken
Als u twee of drie huisdieren heeft geregistreerd, kies dan het huisdier dat u wilt
detecteren.
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm in de stand
e (Huisdier).
Het huisdierregistratiescherm verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om het huisdier te
selecteren dat u wilt detecteren.
3
Druk op de knop 4.
Het huisdier dat u wilt detecteren is nu geselecteerd en de camera keert terug
naar het opnamestatusscherm.
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm in de stand
e (Huisdier).
Het huisdierregistratiescherm verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om het huisdier
te selecteren dat u wilt verwijderen.
3
Druk op de knop i.
Als u op de knop 3 drukt op het scherm voor huisdierregistratie, zal
de registratie geannuleerd worden en keert de camera terug naar de
opnamestand.
Met de huisdierdetectiefunctie kunt u alleen honden en katten registreren.
Andere dieren en menselijke gezichten kunt u niet registreren. Het kan
gebeuren dat u het gezicht van een huisdier niet kunt registreren als het
gezicht te klein is.
De camera kan het gezicht van een huisdier mogelijk niet onder alle
opnameomstandigheden detecteren.
Een ander huisdier kiezen waarvan u een opname wilt maken
Een ingevoerd huisdier verwijderen
OK
OK
Wissen
MENU
Stop
Huisdier selecteren voor
opname
OK
OK
Wissen
MENU
Stop
Huisdier selecteren voor
opname
82
3
Opnamen maken
4
Gebruik de vierwegbesturing (2) om [Wissen] te selecteren.
5
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde huisdier wordt nu verwijderd.
Hiermee maakt u scherpe en goed leesbare opnamen van tekst. Deze functie is
geschikt voor het fotograferen en opslaan van belangrijke documenten, en voor
situaties waarin de tekst te klein en te slecht leesbaar is.
1
Selecteer (Tekst) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de
tekstfunctie verschijnt.
3
Selecteer , , , of met de vierwegbesturing (
23
).
4
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde pictogram verschijnt en de camera keert terug naar de
opnamestand.
In de stand (Digitale microscoop) kunt u opnamen maken van onderwerpen
op een afstand van niet minder dan 1 cm. Ook omdat de led-macrolampjes
rondom het objectief altijd branden, kunt u zeer gedetailleerde opnamen maken
van bijvoorbeeld tekst, de aderen van bladeren, specimen van zeer kleine
insecten enzovoort.
Opnamen maken van tekst (Tekststand)
Kleur
Er wordt een opname gemaakt van de tekst in zijn
oorspronkelijke kleur.
Omgekeerde
kleuren
De kleuren worden omgekeerd.
Zwart-wit Er wordt een opname gemaakt van de tekst in zwart-wit.
Negatief Zwart en wit worden omgekeerd.
Opnamen maken in de stand Digitale microscoop
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
OK
OK
OKStop
Stop
Stop
83
3
Opnamen maken
1
Selecteer (Digitale microscoop) in het opnamepalet met
de vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand.
3
Druk op de knop W/T.
Als u op T drukt, wordt het onderwerp door de camera vergroot.
Het onderwerp kan maximaal 6,5 keer(*) worden vergroot.
(*)Inclusief intelligente zoom. Maximaal 1,8 keer voor de optische zoom.
W Groothoek (links) Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
T Tele (rechts) Het onderwerp wordt uitvergroot.
In de stand N (Beeld inkadering) kunt u opnamen maken met de kaders die in
de camera zijn opgeslagen.
1
Selecteer N (Beeld inkadering) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 12 kaders zijn
weergegeven.
3
Kies het gewenste kader met de
vierwegbesturing (2345).
De verlichting van de led-macrolampjes kan ongelijkmatig of onvoldoende
zijn, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Als u de meegeleverde macrostand (O-MS1) in werking stelt, vermindert die
de trillingen van de camera tijdens macrofotografie (p.26).
Opnamen voorzien van een kader
(Beeldinkadering)
OK
OK
OK
OK
84
3
Opnamen maken
4
Druk op de knop y.
Het geselecteerde kader verschijnt in de enkelbeeldweergave.
U kunt een ander frame kiezen op een van de volgende manieren.
5
Druk op de knop 4.
Het kader verschijnt op het scherm.
Als de camera een gezicht van een persoon detecteert, wordt de functie
Gezichtsherkenning geactiveerd en verschijnt het gezichtsherkenningskader
(p.74).
Vierwegbesturing (45) Druk hierop om een ander kader te kiezen.
Zoomknop links (f) Druk op deze knop om terug te gaan naar de
weergave van 12 kaders op het
kaderselectiescherm, en voer vervolgens stap 4 uit
om een ander kader te kiezen.
Als fabrieksinstelling zijn 3 standaardkaders geïnstalleerd voor elke
verhoudingsfactor (4:3 en 16:9).
Optionele kaders
De optionele kaders staan opgeslagen op de bijgeleverde cd-rom. Kopieer deze
kaders van de cd-rom als u ze wilt gebruiken (p.163). Deze optionele kaders worden
gewist als de bestanden op het interne geheugen gewist worden met een computer
of als het interne geheugen geformatteerd wordt.
Een kader toevoegen aan een gemaakte opname 1p.161
85
3
Opnamen maken
Bij deze functie kan automatisch een ingesteld aantal opnamen worden gemaakt
gedurende een ingestelde tijd en met een ingestelde tussenpoos.
1
Selecteer (Intervalopname) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De actieve instellingen voor intervalopnamen verschijnen gedurende ca. 1
minuut. Ga naar stap 10 om met de huidige instellingen opnamen te maken.
3
Druk op de knop 4 terwijl de instellingen worden
weergegeven.
Het scherm voor instellingen van [Intervalopname] verschijnt. [Interval] is
gemarkeerd met het kader.
Opnamen maken met een ingesteld interval
(Intervalopname)
Interval 10 s 99 min.
Stel de camera in voor het maken van opnamen met
een interval. Het interval kan worden ingesteld tussen
tien seconden en 4 minuten in stappen van één
seconde, of tussen 4 minuten en 99 minuten in
stappen van 1 minuut. U kunt de camera niet instellen
voor het maken van opnamen met een interval dat
korter is dan tien seconden.
Aantal
opnamen
2 opnamen
aantal te maken
opnamen
U kunt hier maximaal 1.000 opnamen instellen. Het
aantal te maken opnamen mag echter niet worden
overschreden.
Startvertr. 0 min. – 24 uur
U kunt intervallen instellen van 1 minuut voor de
eerste 59 minuten, en vanaf dat moment intervallen
van een uur. Als de starttijd is ingesteld op
0 minuten, wordt de eerste opname gemaakt zodra
de ontspanknop wordt ingedrukt.
86
3
Opnamen maken
4
Stel het interval in.
1
Druk op de vierwegbesturing
(5).
2 Stel met de vierwegbesturing
(23) de minuten in en druk op de
vierwegbesturing (5).
3 Stel met de vierwegbesturing
(23) de seconden in en druk op
de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Interval].
5
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Aantal opnamen].
6
Stel het aantal opnamen in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
2 Stel [Aantal opnamen] in met de vierwegbesturing (23) en
druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Aantal opnamen].
7
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Startvertr.].
8
Stel de startvertraging in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
2 Stel met de vierwegbesturing (23) de uren in en druk op de
vierwegbesturing (5).
3 Stel met de vierwegbesturing (23) de minuten in en druk op
de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Startvertr.].
9
Druk op de knop 3.
De instellingen van [Intervalopname] worden opgeslagen en de camera keert
terug naar de opnamestand.
10
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen als het onderwerp is
scherpgesteld.
MENU
Interval
Aantal opnamen
Startvertr.
min.
0
uur
0
min.
0
2
sec
10
Intervalopname
87
3
Opnamen maken
11
Druk de ontspanknop helemaal in.
De intervalopname begint.
De LCD wordt uitgeschakeld tussen opnamen (gedurende standby). Druk tijdens
standby op de aan/uit-knop als u op de monitor het resterende aantal opnamen
en het interval wilt weergeven.
Het bericht [Intervalopname stoppen?] wordt weergegeven als u
achtereenvolgens op de aan/uit-knop en de knop 3 drukt gedurende
stand-by. Drukt u op de knop 4, dan wordt het maken van intervalopnamen
afgebroken.
Bij de zelfontspannerfunctie wordt de opname tien of twee seconden na het
indrukken van de ontspanknop gemaakt.
Stabiliseer de camera met een statief of een andere vorm van ondersteuning als
u opnamen maakt met de zelfontspanner.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om g te selecteren en
druk op de vierwegbesturing (3).
Zelfs als er een alarm is ingesteld, zal het alarm niet afgaan tijdens het
maken van intervalopnamen.
Intervalopname stopt als de SD-geheugenkaart tijdens stand-by wordt
verwijderd of geplaatst.
De zelfontspanner gebruiken
g
Deze functie biedt de mogelijkheid een groepsfoto te maken waar u zelf bij
staat. Ongeveer tien seconden nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt de
opname gemaakt.
Z
Gebruik deze stand om camerabewegingen te voorkomen. Ongeveer twee
seconden nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt, wordt de opname
gemaakt.
88
3
Opnamen maken
3
Selecteer g of Z met de
vierwegbesturing (45) en druk
op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van
een opname met de zelfontspanner.
Als de camera een gezicht van een
persoon detecteert, wordt de functie
Gezichtsherkenning geactiveerd en
verschijnt het gezichtsherkenningskader (p.74).
4
Druk op de ontspanknop om een opname te maken.
Het aftellen gaat van start en de resterende seconden worden op het scherm
weergegeven.
Als u g selecteert
Gaan het lampje van de zelfontspanner en alle led-macrolampjes
aan.
5 seconden vóór de opname gaan de led-macrolampjes één voor
één vanaf de rechterbovenhoek uit.
3 seconden voor de opname begint het lampje van de
zelfontspanner te knipperen.
Als u Z selecteert
Het lampje van de zelfontspanner en de led-macrolampjes beginnen
te knipperen.
De opname vindt plaats na een aftelling van tien of twee seconden.
De scherpstelling kan worden bemoeilijkt als u de camera beweegt terwijl het
zelfontspannerlampje bij het fotograferen knippert.
Bij de functie C (Video) start de opname na tien seconden (of twee
seconden).
Druk de ontspanknop tot halverwege in terwijl de zelfontspanner is
geactiveerd om het terugtellen te stoppen. Druk de ontspanknop helemaal
in om het terugtellen te hervatten.
Z kan niet worden geselecteerd terwijl 9 (Groene modus) de
standaardinstelling heeft. Selecteer Z in een andere opnamestand en kies
daarna 9 als opnamestand.
Het zelfontspannerlampje gaat niet knipperen in de stand e (Huisdier).
In de volgende situaties blijven de led-macrolampjes branden ongeacht de
aftelling.
- In de stand
(Digitale microscoop)
- Wanneer [Macrolamp] in het menu [A Opnemen] is ingesteld op O
(Aan)
MENUMENU OKOKMENU OK
TransportstandTransportstand
ZelfontspannerZelfontspanner
Transportstand
Zelfontspanner
StopStopStop OKOKOK
89
3
Opnamen maken
Er worden opnamen gemaakt zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt.
* Het hangt van de opnameomstandigheden af hoeveel opnamen continu kunnen
worden gemaakt en wat het interval tussen de opnamen is.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer j of c met de vierwegbesturing (45) en druk op
de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van opnamen met de functie
Continuopname en de functie Continue opname snel.
3
Druk op de ontspanknop om een opname te maken.
Er worden continu opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt
houdt.
Een fotoserie maken (Continuopname/)
Continue opname snel
j
Continuopname
Elke keer dat er een opname wordt gemaakt, wordt de
opname opgeslagen in het geheugen voordat de volgende
opname wordt gemaakt. Hoe hoger de opnamekwaliteit,
des te langer de tussenpozen tussen de opnamen.
c
Continue
opname snel
De opnameresolutie is vast ingesteld op f/ en het
interval tussen opnamen is korter dan bij “Continue
opname”.
j/c kan in sommige opnamestanden niet worden geselecteerd. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
•Met j kunt u continuopnamen blijven maken totdat de SD-geheugenkaart
of het interne geheugen vol is.
Het interval voor j hangt af van de instellingen voor [Resolutie] en
[Kwaliteitsniveau].
Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling, belichting
en witbalans vastgehouden in het geheugen (vergrendeld).
Als de functie Gezichtsherkenning is ingeschakeld (p.74), werkt deze
alleen voor het maken van de eerste opname.
De functie Knipperdetectie werkt alleen voor de laatste opname.
De resolutie in de stand c is vast ingesteld op f/ . Wanneer de
opnamestand wordt ingesteld op (Rapport), wordt de resolutie
ingesteld op V.
90
3
Opnamen maken
U kunt de (optionele) afstandsbediening gebruiken als u niet in de buurt van de
camera bent.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer i met de vierwegbesturing (45) en druk
op de vierwegbesturing (3).
3
Selecteer i of h met de
vierwegbesturing (45) en druk
op de knop 4.
Het zelfontspannerlampje gaat langzaam
knipperen en de camera is klaar om een
opname te maken met de
afstandsbediening.
Als de camera een gezicht van een
persoon detecteert, wordt de functie Gezichtsherkenning geactiveerd en
verschijnt het gezichtsherkenningskader (p.74).
4
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor
op de voorzijde van de camera en druk de ontspanknop van
de afstandsbediening in.
Het scherpstelkader wordt groen als het onderwerp scherp gesteld is, waarna
de camera een foto maakt met de volgende tijdinstelling.
Wanneer i is geselecteerd:
Gaan het zelfontspannerlampje en de led-macrolampjes snel
knipperen en maakt de camera de opname na ongeveer drie
seconden.
Wanneer h is geselecteerd:
Maakt de camera de opname meteen.
Opnamen maken met de afstandsbediening
(Optioneel)
i
De sluiter wordt na circa drie seconden ontspannen nadat de ontspanknop op
de afstandsbediening is ingedrukt.
h
De sluiter wordt onmiddellijk ontspannen nadat de ontspanknop op de
afstandsbediening is ingedrukt.
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
Transportstand
Transportstand
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Transportstand
Afstandsbediening
Stop
Stop
OK
OK
Stop OK
91
3
Opnamen maken
Druk één keer op de ontspanknop om de belichting automatisch te corrigeren en
achter elkaar drie opnamen te maken. Na het maken van de opnamen kunt u de
beste uitkiezen.
De opnamen worden gemaakt in de volgorde: beste belichting
–1.0 EV
+1.0 EV.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om a (Auto Bracket) te
selecteren en druk op de knop 4.
De camera kan nu opnamen maken met Auto Bracketing.
Opnamen maken met de afstandsbediening is beschikbaar vanaf de
voorzijde en vanaf de achterzijde van de camera.
De afstandsbediening heeft een bereik van circa 4 m vanaf de voorzijde en
2 m vanaf de achterzijde van de camera.
Door in de stand C (Video) nogmaals op de ontspanknop te drukken,
wordt het opnemen stopgezet.
Zelfs als de scherpstelling nog niet bereikt is, maakt de camera een foto.
Als de ontspanknop op de camera tot half wordt ingedrukt tijdens het
aftellen, wordt het aftellen stopgezet. Als u de ontspanknop op de
afstandsbediening weer indrukt, begint de camera weer met aftellen.
i/h kan in sommige opnamestanden niet worden geselecteerd. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Het zelfontspannerlampje gaat niet knipperen in de stand e (Huisdier).
Opnamen maken met automatische
belichtingscorrectie (Auto Bracketing)
Als Momentcontrole is ingesteld op O (Aan) (p.111), worden de opnamen
nadat ze zijn gemaakt weergegeven in de momentcontrole (p.68).
a kan in sommige opnamestanden niet worden geselecteerd. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
92
3
Opnamen maken
In de stand X (Digitale groothoek) kunt u twee verticale opnamen die met deze
camera zijn gemaakt, samenvoegen tot één enkel beeldje met een dekking van
circa 21 mm (35 mm-kleinbeeldequivalent).
1
Selecteer X (Dig. Groothoek) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand X.
Beweeg de camera 90º naar rechts en kader de
eerste opname uit.
Als de camera een gezicht van een persoon
detecteert, wordt de functie Gezichtsherkenning
geactiveerd en verschijnt het
gezichtsherkenningskader (p.74).
De functie Digitale groothoek gebruiken
(Dig. Groothoek)
+
1
38
93
3
Opnamen maken
3
Druk op de ontspanknop om een
opname te maken.
De eerste gemaakte opname wordt tijdelijk
opgeslagen, en het scherm voor het maken van
de tweede opname verschijnt.
4
Maak de tweede opname.
Kader op de voorbeeldweergave het beeld voor het maken van de tweede
opname zo uit dat de weergave van de eerste opname links op de monitor
gedeeltelijk wordt overlapt. Herhaal stap 4 en 5 om de tweede opname te
maken. Hierdoor worden de eerste en tweede opname gecombineerd.
De samengevoegde eerste en tweede opnamen verschijnen tijdelijk op de
monitor (Momentcontrole) en worden vervolgens opgeslagen.
1
Als het opnamescherm voor de tweede opname wordt
weergegeven in stap 5 op p.93, drukt u op de knop 4 of op
de vierwegbesturing (3).
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
Om bij het maken van de tweede opname vervorming tot een minimum te
beperken, moet u de camera rond de rechterkant van de
voorbeeldweergave op het scherm draaien.
Er kan vervorming ontstaan bij bewegende voorwerpen, zich herhalende
patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van de eerste en de
tweede opname in de voorbeeldweergave.
Als de functie Gezichtsherkenning is ingeschakeld (p.74), werkt deze
alleen voor het maken van de eerste opname.
De opnameresolutie voor de stand X is vast ingesteld op f.
De functie stopzetten nadat de eerste opname is gemaakt
2
2
OK
Einde
94
3
Opnamen maken
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een optie te selecteren
en druk op 4.
In de stand F (Digitaal panorama) kunt u twee of drie gemaakte opnamen
samenvoegen om een panoramische foto te maken.
1
Selecteer F (Digitaal panorama) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand F en het bericht [Schuifrichting instellen]
verschijnt.
3
Selecteer met de
vierwegbesturing (45) de
richting waarin de opnamen
zullen worden samengevoegd.
Het scherm voor het maken van de eerste
opname wordt weergegeven.
Als de camera een gezicht van een persoon
detecteert, wordt de functie Gezichtsherkenning geactiveerd en verschijnt het
gezichtsherkenningskader (p.74).
4
Druk op de ontspanknop om een opname te maken.
Het scherm voor het maken van de tweede opname wordt weergegeven nadat
u de eerste opname hebt gemaakt.
Als u bij stap 4 rechts (5) selecteert:
De rechterrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs
de linkerkant van het scherm weergegeven.
Als u bij stap 4 links (4) selecteert:
De linkerrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs
de rechterkant van het scherm weergegeven.
Opslaan
Hiermee slaat u de eerste opname op en u kunt de eerste opname
opnieuw maken. De eerste opname wordt opgeslagen met
h
.
Annuleren De eerste opname wissen en een nieuwe eerste opname maken.
Stop Hiermee gaat u terug naar het opnamescherm voor de tweede
opname.
Panoramafoto’s maken (Digitaal panorama)
Schuifrichting instellen
Schuifrichting instellen
Schuifrichting instellen
95
3
Opnamen maken
5
Maak de tweede opname.
Beweeg de camera zo dat het semi-
transparante deel en het werkelijke beeld
elkaar overlappen en druk op de
ontspanknop.
6
Maak de derde opname.
Herhaal stap 4 t/m 5 om de derde opname te maken.
De beelden worden samengevoegd tot een panorama en er verschijnt een
samengevoegde opname.
De samengevoegde opname wordt niet weergegeven als de functie
[Momentcontrole] (p.111) is uitgeschakeld.
1
Druk op de knop 4 of op de vierwegbesturing (3) nadat u
de eerste opname in stap 6 op p.95 of de tweede opname in
stap 7 hebt gemaakt.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een optie te selecteren
en druk op 4.
Er kan enige vervorming ontstaan door bewegende voorwerpen, zich
herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van de
eerste en tweede opname of de tweede en derde opname in de
voorbeeldweergave.
Als de functie Gezichtsherkenning is ingeschakeld (p.74), werkt deze
alleen voor het maken van de eerste opname.
De functie stopzetten nadat de eerste of tweede opname is gemaakt
Opslaan De gemaakte opname(n) worden opgeslagen en u kunt een nieuwe
eerste opname maken. Als u deze optie kiest nadat u de tweede
opname hebt gemaakt, worden de eerste en tweede opname
samengevoegd en opgeslagen als panoramische opname.
Annuleren De gemaakte opname(n) worden gewist en u kunt een nieuwe
eerste opname maken.
Stop Het vorige opnamevenster wordt weer geactiveerd.
Niet-samengevoegde opnamen die u maakt in de stand F worden vast
opgeslagen bij i (1600×1200).
OK
OK
SHUTTER
SHUTTER
OK
1 2
SHUTTER
Einde
Einde
2e deelopn.
2e deelopn.
2e deelopn.
96
3
Opnamen maken
De opnamestanden instellen
De instellingen voor het maken van opnamen worden voornamelijk opgegeven in
het menu [A Opnemen]. Zie de uitleg bij elke functie als u wilt weten hoe u deze
instellingen opgeeft.
1
Druk in de foto-opnamestand op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
Wanneer u op de knop 3 drukt in de standen C (Video),
(Onderwatervideo), (Hogesnelheidsfilm) of (Intervalvideo),
wordt het menu [C Video] weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om een item te
selecteren en in te stellen.
3
Druk na het instellen op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestatus.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar het vorige
scherm.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
3
Druk op de knop Q.
Wanneer het menu [A Opnemen], [C Video] of [W Instelling] wordt
weergegeven vanuit de stand A, wordt de instelling opgeslagen en keert de
camera terug naar de weergavestand.
Het menu Opnemen instellen
Instelling voltooien
De instelling opslaan en beginnen met het maken van opnamen
Als het menu [W Instelling] wordt weergegeven in de stand Q, kunt
u overschakelen naar de stand A door op de knop Q te drukken.
De instelling opslaan en beginnen met de weergave van opnamen
97
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 3.
De wijzigingen worden geannuleerd en u kunt een menu selecteren.
De wijzigingen annuleren en doorgaan met het menu
De werking van de knop 3 verschilt, afhankelijk van het scherm. Zie de
bedieningsaanwijzingen.
Einde Hiermee verlaat u het menu en keert u terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met de
huidige instelling.
Stop Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u het
menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
De flitsstand selecteren
,
Auto
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af.
a
Flitser Uit
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Gebruik deze stand als u foto’s wilt maken op een plaats
waar fotograferen met flits niet mag.
b
Flitser Aan
De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid.
c
Auto+Anti Rode Ogen
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser
gaat automatisch af.
d
Flitser+AntiRodeOgen
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser
gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Welke functie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand, de
focusinstelling of de transportstand die u hebt ingesteld. Zie “Beschikbare
functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Als u de functie Gezichtsherkenning gebruikt wanneer , is geselecteerd,
wordt de flitsinstelling automatisch op d ingesteld.
Bij de functie rode-ogenreductie geeft de flitser eerst een voorflits.
Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan
onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de spreiding van
het licht.
MENU
MENU
MENU
98
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (4).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
flitsinstelling. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
Informatie over het verschijnsel rode ogen
Als u de flitser gebruikt bij het maken van opnamen, kunnen de ogen van het
onderwerp in de opname rood zijn. Dit verschijnsel treedt op wanneer het flitslicht
wordt weerkaatst in de ogen van het onderwerp. Het kan worden verminderd door de
omgeving van het onderwerp te verlichten of door dichter bij het onderwerp te komen
en uit te zoomen naar een groothoekstand. Ook het instellen van de flitsinstelling op
c (Auto+Anti Rode Ogen) of d (Flitser+AntiRodeOgen) is een effectieve manier om
het verschijnsel tegen te gaan.
Als de ogen van het onderwerp ondanks dergelijke voorzorgsmaatregelen toch rood
zijn, kunt u dit corrigeren met de rode-ogencorrectie (p.160).
De flitsstand opslaan 1p.127
De scherpstelinstelling selecteren
=
Standaard
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 50 cm tot is. De camera stelt scherp op het
onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
q
Macro
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 10 cm tot 60 cm is.
Macro vanop
1cm
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 1 cm tot 30 cm is. De camera stelt scherp op het
onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
3
Pan-focus
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt
om opnamen voor u te maken, of wanneer u
landschapsopnamen maakt vanuit een rijdende auto of trein. De
opnamen wordt van voor tot achter scherp.
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
OK
OK
OKStop
Stop
Stop
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto
Auto
Flitsinstelling
Auto
99
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
scherpstelinstelling. U kunt de instelling
ook wijzigen met de vierwegbesturing
(23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
Hierna wordt de procedure voor handmatig scherpstellen (\) beschreven.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
2
Selecteer \ met de vierwegbesturing (5).
3
Druk op de knop 4.
Het centrale deel van de opname wordt tijdens het scherp stellen op het
volledige scherm getoond.
s
Oneindig
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de
verte. De flitser staat ingesteld op a (Flitser uit).
\
Handmatig
scherpstellen
Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
Welke functie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Het geluid van het scherpstellen wordt opgenomen, als u een andere
scherpstelstand kiest dan 3 of s in de standen C (Video) en
(Onderwatervideo).
Als [Automacro] is ingeschakeld en u q selecteert en opnamen maakt
terwijl het onderwerp verder weg is dan 60 cm, stelt de camera automatisch
scherp op (Oneindig).
De instelling van de scherpstelstand opslaan 1p.127
Handmatig scherpstellen
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
Stop
Stop
Stop OK
OK
OK
Focusinst.
Focusinst.
Standaard
Standaard
Focusinst.
Standaard
100
3
Opnamen maken
4
Druk op de vierwegbesturing
(23).
De indicatie \ verschijnt op het scherm
en geeft de geschatte afstand tot het
onderwerp aan. Gebruik de indicatie als
richtlijn bij het scherpstellen met de
vierwegbesturing (23).
2 voor scherpstelling veraf
3 voor scherpstelling dichterbij
5
Druk op de knop 4.
De scherpstelling wordt vastgehouden en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Nadat de scherpstelling is vastgezet, kunt u nogmaals op de vierwegbesturing
(5) drukken om de indicatie \ weer te geven en de scherpstelling aan te
passen.
U kunt u het autofocusveld wijzigen (AF-veld).
1
Selecteer [AF-instelling] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
3
Selecteer [AF-veld] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
De opnamestand en de transportstand kunnen niet worden gewijzigd terwijl
de indicatie \ wordt weergegeven.
Om te schakelen van \ naar een andere scherpstelstand, drukt u op de
vierwegbesturing (5) terwijl de indicatie \ wordt weergegeven.
Het AF-veld wijzigen (= veld)
J Meervoudig Normaal autofocusveld
K Spotmeting Het autofocusveld wordt kleiner.
W
Automatisch
meevolgende AF
Houdt bewegende objecten scherp.
MENU
MENU
MENU
0.5
1
2
m
OK
OK
OK
OK
OK
OK
\ Indicatie
101
3
Opnamen maken
5
Wijzig het AF-veld met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Wanneer [Automacro] is ingeschakeld, wordt de scherpstelling indien nodig
aangepast aan het macrobereik (afstand tot het onderwerp is 10 cm tot 60 cm),
zelfs als de scherpstelling AF (standaard) is.
Wanneer Automacro is uitgeschakeld en de scherpstelling is ingesteld op
standaard (=), werkt de AF alleen binnen het standaardbereik en wordt er niet
scherpgesteld in het macrobereik.
Wanneer de scherpstelling is ingesteld op Macro of 1cm Macro, wordt de
scherpstelling alleen aangepast binnen het betreffende macrobereik en wordt er
niet scherpgesteld binnen het standaardbereik.
1
Selecteer [AF-instelling] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
3
Selecteer [Automacro] met de vierwegbesturing (23).
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
De instelling wordt opgeslagen.
Onder donkere opname-omstandigheden activeert de camera automatisch het
AF-hulplicht. U kunt dit in- of uitschakelen.
1
Selecteer [AF-instelling] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
3
Selecteer [AF Hulplicht] met de vierwegbesturing (23).
Welke functie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Automacro instellen
Het =-hulplicht instellen (Scherpstelhulp)
102
3
Opnamen maken
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
De instelling wordt opgeslagen.
Hiermee wijzigt u de kleurtoon van opnamen.
U kunt kiezen uit [Helder], [Natuurlijk] en [Monochroom].
De standaardinstelling is [Helder].
1
Selecteer [Beeldtint] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer met de vierwegbesturing (23) een kleurtoon.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Rechtstreeks in het licht kijken is niet gevaarlijk. Kijk echter niet van dichtbij
in de zender, aangezien dat duizeligheid kan veroorzaken.
Het hangt van de opnamestand of de focusinstelling af of het AF-hulplicht
wordt gebruikt. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
Beeldtint instellen
Als u [Monochroom] selecteert, wordt [Kleur aanpassen] weergegeven in het
menu [A Opnemen], zodat u de toon voor monochrome afbeeldingen kunt
instellen in plaats van de [Kleurverzadiging].
103
3
Opnamen maken
Voor foto’s kunt u instellingen voor de resolutie kiezen.
Hoe groter de opnameresolutie, des te scherper de details wanneer u de opname
afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte opname ook afhangt van de
opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de resolutie van de printer en andere
factoren, hoeft u geen grotere opnameresolutie te selecteren. h is afdoende
voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat. Hoe groter het aantal
pixels, hoe groter de opname en daarmee ook het bestand.
In de tabel hierna kunt u zien welke instelling de beste is voor het beoogde doel.
De standaardinstelling is .
V kan alleen worden ingesteld als resolutie in de stand (Rapport). V verschijnt
niet in het menu Resolutie.
De opnameresolutie selecteren
Resolutie Beoogd doel
4608×3456
Voor het afdrukken van foto’s met hoge kwaliteit of
opnamen op A4-formaat of groter, of voor het bewerken
van opnamen op een computer.
3456×3456
4608×2592
6 3072×2304
3072×1728
f 2592×1944
2592×1464
h 2048×1536
h 1920×1080
Voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat.
V 1280×960
l 1024×768
m 640×480
Voor plaatsing op een website of als bijlage bij e-mail.
Als u /6/f/h/l/m
selecteert als resolutie, is de
verhoudingsfactor van het scherm 4:3.
Het beeld op de monitor voor opname en
weergave wordt rechts weergegeven.
Scherper
38
3 8
38
P
104
3
Opnamen maken
1
Selecteer [Resolutie] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig de resolutie met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Selecteer de kwaliteit (datacompressiefactor) voor foto’s aan de hand van het
doel waarvoor de foto’s worden gebruikt.
Hoe meer sterren (
E
), des te hoger de kwaliteit van de opname, maar ook des te
groter het opnamebestand. De instelling voor de resolutie is ook van invloed op de
grootte van het opnamebestand (
1
p.103
).
Kwaliteitsniveau
1
Selecteer [Kwaliteitsniveau] in het menu [A Opnemen] met
de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig het kwaliteitsniveau met de vierwegbesturing (23).
Wanneer u een kwaliteitsniveau selecteert, wordt het aantal foto’s dat u kunt
maken, boven in het scherm weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Welke resolutie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Het kwaliteitsniveau voor foto’s selecteren
C
Best Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
D
Beter
Standaard compressiefactor. Geschikt voor de weergave van
opnamen op een computerscherm. (Standaardinstelling)
E
Goed
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij
e-mailberichten te gebruiken of voor het maken van websites.
105
3
Opnamen maken
U kunt opnamen maken met natuurlijke kleuren door de witbalans aan te passen
aan de lichtomstandigheden van het opnametijdstip.
1
Selecteer [Witbalans] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Witbalans] verschijnt.
3
Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23).
Telkens wanneer u op de vierwegbesturing
drukt, kunt u de resultaten van de
beschikbare witbalansinstellingen op de
voorbeeldopname zien.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De witbalans aanpassen
F
Auto De camera past de witbalans automatisch aan.
G
Daglicht
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de zon.
l
Schaduw
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de
schaduw.
I
Lamplicht
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder
gloeilamp- of halogeenlicht.
J
Neonlicht
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder
TL-licht.
K
Handmatig
Gebruik deze functie wanneer u de witbalans handmatig wilt
aanpassen.
Geef een andere waarde op voor de witbalans als u niet tevreden bent met de
kleurbalans van opnamen die zijn genomen met de witbalansinstelling
F
.
Of de instelling voor de witbalans kan worden aangepast, is afhankelijk van
de geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie” (p.228) voor details.
Als u de instelling van [Witbalans] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door de
Fn-instelling toe te wijzen aan de knop Snelinstelling (p.112).
De instelling van de witbalans opslaan 1p.127
OKOKMENUMENU OKMENU
Witbalans
Auto
AutoAuto
OKOKStopStop OKStop
106
3
Opnamen maken
Zorg dat u een leeg vel wit papier of vergelijkbaar materiaal bij de hand hebt.
1
Gebruik in het scherm [Witbalans] de vierwegbesturing (23)
om K (Handleiding) te selecteren.
2
Richt de camera op het lege vel papier of ander materiaal,
zodat dit het kader in het midden van het scherm vult.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De witbalans wordt automatisch aangepast.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en het scherm keert terug naar het menu [A
Opnemen].
U kunt instellen in welk deel van het beeld het licht wordt gemeten ter bepaling
van de belichting.
1
Selecteer [Autom. belicht.] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer een lichtmeetmethode met de vierwegbesturing
(23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Handmatige instelling
Automatische belichting instellen
L
Meervlaks
lichtmeting
De camera verdeelt het beeld in 256 zones, meet het licht
en bepaalt op basis daarvan de belichting.
M
Meting met
nadruk op
midden
De camera meet de algehele helderheid van de opname,
waarbij de lichtmeting in het midden van het beeld
zwaarder doorweegt.
N
Spotmeting
De camera bepaalt de belichting door alleen het licht in het
midden van het beeld te meten.
107
3
Opnamen maken
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
1
Selecteer [Gevoeligheid] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig de gevoeligheid met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt het licht
gemeten en wordt de belichting bepaald.
Wanneer het onderwerp zich buiten het AF-veld bevindt en u spotmeting
wilt gebruiken, richt u de camera op het onderwerp en houdt u de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt om de belichting vast te zetten.
Bepaal de beelduitsnede opnieuw en druk de ontspanknop helemaal in.
Of de instelling voor de automatische belichting kan worden aangepast, is
afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies
voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
De instelling van de automatische belichting opslaan 1p.127
Gevoeligheid instellen
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast door de camera.
(Standaardwaarde: gevoeligheid 125 - 1600).
125
Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder
ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
200
400
800
1600 Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij
slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera
slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben.
Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
3200
6400
108
3
Opnamen maken
Instellen van het aanpassingsbereik wanneer de gevoeligheid is ingesteld op
AUTO.
De gevoeligheid kan worden ingesteld op 125-200, 125-400, 125-800, 125-1600,
125-3200 en 125-6400.
1
Selecteer [Bereik Auto ISO] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer het aanpassingsbereik voor gevoeligheid met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
In sommige opnamestanden kan de gevoeligheid niet worden
geselecteerd. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
Wanneer de opnamestand is ingesteld op (Rapport), wordt AUTO vast
ingesteld op 125-6400. Er kan ook een andere gevoeligheid worden
geselecteerd.
Wanneer [Pixeltrack SR] op O (Aan) staat, kan 3200/6400 niet worden
geselecteerd.
Wanneer u de gevoeligheid instelt op 125 en de hooglichtcorrectie op O
(Aan), dan verandert de instelling in 250 (200 kan niet worden
geselecteerd). De instelling keert terug naar de vorige waarde wanneer u
de hooglichtcorrectie instelt op P (Uit).
De instelling voor gevoeligheid opslaan 1p.127
Het AUTO ISO-bereik instellen
In sommige opnamestanden kan Bereik Auto ISO niet worden geselecteerd.
Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
109
3
Opnamen maken
Aanpassing van de algehele helderheid van de opname.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Selecteer [Belicht. corr.] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Selecteer de LW-waarde met de vierwegbesturing (45).
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen. Kies een negatieve (–)
waarde voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in
stappen van 1/3 LW.
Hiermee wordt het dynamische bereik vergroot en wordt voorkomen dat zich
heldere en donkere gebieden voordoen. Met [Hooglichtcor.] wijzigt u de heldere
gebieden als het beeld te helder is en met [Schaduwcorrectie] wijzigt u de
donkere gebieden als het beeld te donker is.
1
Selecteer [Inst, D-range] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Inst. D-range] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Hooglichtcor.] of
[Schaduwcorrectie] te
selecteren.
De belichting instellen (Belichtingscorrectie)
Als een histogram wordt weergegeven in de foto-opnamestand of
weergavestand, kunt u controleren of de belichting correct is (p.33).
In sommige opnamestanden kan Belicht. corr. niet worden geselecteerd.
Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
De instelling van de belichtingscorrectie opslaan 1p.127
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range)
MENU
Inst, D-range
Hooglichtcor.
Schaduwcorrectie
110
3
Opnamen maken
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met
de vierwegbesturing (45).
Het pictogram van de instelling voor D-
Range verschijnt op het scherm.
U kunt met deze functie camerabewegingen corrigeren bij het maken van foto’s.
Als u Pixel Track SR op O (Aan) zet, worden automatisch alle
camerabewegingen tijdens het maken van een opname gecorrigeerd. De
standaardinstelling is P (Uit).
1
Selecteer [Pixeltrack SR] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen O (Aan) en P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
O(Aan) Camerabewegingen worden automatisch gecorrigeerd.
P (Uit) Er worden geen correcties uitgevoerd.
De instelling wordt opgeslagen.
P
Als [Hooglichtcor.] is ingesteld op
O
Q
Als [Schaduwcorrectie] is ingesteld
op O
O
Als [Hooglichtcor.] en
[Schaduwcorrectie] zijn ingesteld
op O
Als u de gevoeligheid instelt op 125 of 200 en Hooglichtcorrectie op O
(Aan), dan verandert de instelling in 250. De instelling keert terug naar de
vorige waarde als u Hooglichtcorrectie instelt op P (Uit).
Als u de instelling [Hooglichtcor.] of [Schaduwcorrectie] vaak wijzigt, kunt u
tijd besparen door deze functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling
(p.112).
In sommige opnamestanden kan de functie Inst, D-range niet worden
geselecteerd. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
Pixeltrack SR instellen
De instellingen van Shake Reduction in de standen C (Video) en
(Onderwatervideo) worden geconfigureerd onder Movie SR (p.123).
383 838
P
111
3
Opnamen maken
Hiermee geeft u op of de knipperdetectie werkt wanneer u de functie
Gezichtsherkenning gebruikt. De standaardinstelling is O (Aan).
1
Selecteer [Knipperdetectie] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen
O
(Aan) en
P
(Uit) met de vierwegbesturing
(
45
).
O
(Aan) Knipperdetectie is ingeschakeld.
P (Uit) De functie Knipperdetectie is uitgeschakeld.
De instelling wordt opgeslagen.
Bepaal met deze instelling of een opname meteen na het maken moet worden
weergegeven. De standaardinstelling is O (Aan: opname wordt weergegeven).
1
Selecteer [Momentcontrole] in het menu [A Opnemen] met
de vierwegbesturing (23).
In sommige opnamestanden kan de functie Pixeltrack SR niet worden
geselecteerd. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
Pixeltrack SR werkt niet als de flitser afgaat, zelfs als [Pixeltrack
SR][Pixeltrack SR] ingesteld is op O (Aan).
Pixeltrack SR is mogelijk niet effectief als de sluitertijd langzaam is. Het
verdient aanbeveling bij langzame sluitertijden de [Pixeltrack SR]-instelling
uit te zetten P (Uit) en een statief te gebruiken.
Knipperdetectie instellen
Knipperdetectie 1p.68
Als de functie Knipperdetectie tijdens het maken van de opname gesloten
ogen heeft gedetecteerd, wordt tijdens de momentcontrole gedurende 3
seconden het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd] weergegeven.
De Momentcontrole instellen
112
3
Opnamen maken
2
Schakel tussen O (Aan) en P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
O(Aan) Momentcontrole wordt weergegeven.
P (Uit) Geen momentcontrole.
De instelling wordt opgeslagen.
U kunt voor de knop Snelinstelling kiezen uit de volgende functies: [Groene
modus] (p.78), [Geluidsopname] (p.177), [Video] (p.120) of [Fn-instelling] (p.113).
U kunt de toegewezen functie activeren door op de knop Snelinstelling te
drukken.
1
Selecteer [Groene toets] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) de
functie die u wilt vastleggen.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Momentcontrole 1p.68
De knop Snelinstelling instellen (Groene toets)
Wanneer de opnamestand is ingesteld op 9 (Groene modus), kunnen de
instellingen van [Groene toets] niet worden geconfigureerd in het menu
[A Opnemen]. Om de instellingen te configureren, moet u eerst een andere
stand dan 9 activeren.
Een functie toewijzen
MENU
Stop
OK
OK
Groene toets
Geluidsopname
Groene modus
Fn-instelling
Video
113
3
Opnamen maken
U kunt veelgebruikte functies vastleggen voor de vierwegbesturing. Met deze
functie kunt u die functies direct oproepen met behulp van de vierwegbesturing
zonder dat u de menu’s hoeft te openen in de opnamestand.
In de stand [Fn-instelling] hebben de fotostand en de stand C (Video)
verschillende instellingen. Als u [Fn-instelling] wilt uitvoeren voor de stand C,
drukt u in de stand C in stap 1 op pagina p.112 op de knop MENU.
4
Selecteer [Fn-instelling] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Het scherm [Fn-instelling]verschijnt.
6
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) een toets
waaraan u een functie wilt
toewijzen.
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
8
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) de
functie die u wilt registreren.
[Groene modus] wordt vastgelegd als standaardinstelling.
Als u [Video] selecteert voor zowel [Fn-instelling] als de opnamestand,
werkt de knop Snelinstelling niet omdat de standen hetzelfde zijn.
Veelgebruikte functies toewijzen (Fn-instelling)
ܱ჏΍ͼΒ
Kwaliteitsniveau
Witbalans
MENU
Stop
OK
OK
Groene toets
WB
+
+
+
+
Geluidsopname
Groene modus
Fn-instelling
Video
Resolutie
Belicht. corr.
Kwaliteitsniveau
Witbalans
MENU
Groene toets
WB
+
+
+
+
Fn-instelling
Resolutie
Belicht. corr.
Kwaliteitsniveau
Witbalans
MENU
OK
OKStop
Groene toets
WB
+
+
+
+
ISO
AF
AF-veld
Gevoeligheid
114
3
Opnamen maken
9
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De standaardinstellingen voor Fn-instelling
Functies die u aan elke toets kunt toewijzen
* Welke items worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde
[Beeldtint] in het menu [A Opnemen]. Als u [Helder] of [Natuurlijk] hebt
geselecteerd, wordt [Kleurverzadiging] weergegeven. Als u [Monochroom]
hebt geselecteerd, wordt [Kleur aanpassen] weergegeven.
Deze functie wordt alleen geactiveerd als u de [Fn-instelling] toewijst aan de
knop Snelinstelling.
U kunt niet meer dan één functie toewijzen aan elke toets.
Foto-opnamestand Videostand
Standaardinstelling (2) Belicht. corr. (2) Movie SR
(3) Resolutie (3) Belicht. corr.
(4) Kwaliteitsniveau (4) Resolutie
(5) Witbalans (5) Witbalans
Foto-opnamestand Videostand
Te selecteren items Belichtingscorrectie Resolutie
Resolutie Movie SR
Kwaliteitsniveau Witbalans
Witbalans AF-veld
Gevoeligheid Belichtingscorrectie
AF-veld Scherpte
Automacro
Kleurverzadiging (Kleur
aanpassen) *
Automatische belichting Contrast
Hoge lichten, correctie
Schaduwcorrectie
Scherpte
Kleurverzadiging
(Kleur aanpassen) *
Contrast
115
3
Opnamen maken
Druk op de knop Snelinstelling in de opnamestand om het scherm Fn-instelling
weer te geven. Selecteer een item met de vierwegbesturing (2345) en druk
op de vierwegbesturing (23) of (45) om instellingen te wijzigen.
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Selecteer [Scherpte] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om het scherpteniveau te
wijzigen.
F Zacht
G Normaal
H Scherp
U kunt de helderheid van kleuren instellen (Kleurverzadiging), maar ook de
kleurtoon van monochroomopnamen (Kleur aanpassen).
Welke items worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde
[Beeldtint] in het menu [A Opnemen].
1
Selecteer [Kleurverzadiging (Kleur aanpassen)] in het menu
[A Opnemen] met de vierwegbesturing (23).
2
Selecteer het verzadigingsniveau (of Kleur aanpassen) met de
vierwegbesturing (45).
F Laag (Blauw voor Kleur aanpassen)
G Normaal (Zwart-wit voor Kleur aanpassen)
H Hoog (Sepia voor Kleur aanpassen)
Toegewezen items wijzigen
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
Instellen van de kleurverzadiging/
kleuraanpassing
Geselecteerde kleurtoon Weergegeven item
Helder, Natuurlijk
Instelling van de
kleurverzadiging.
Monochroom Kleur aanpassen
116
3
Opnamen maken
Opnamecontrast instellen.
1
Selecteer [Contrast] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Wijzig het contrastniveau met de vierwegbesturing (45).
F Laag
G Normaal
H Hoog
U kunt ervoor kiezen om tijdens het maken van opnamen op de opname de datum
en/of tijd af te drukken.
1
Selecteer [Datumafdruk] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de details van de
datumafdruk te selecteren.
Kies tussen [Datum], [Datum&Tijd], [Tijd] en [Uit].
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het opnamecontrast instellen (Contrast)
De functie Datumafdruk instellen
De datum en/of tijd die met de functie [Datumafdruk] op opnamen wordt
gezet, kan niet worden verwijderd.
Let erop dat als de printer of de beeldbewerkingssoftware zo is ingesteld
dat de datum wordt afgedrukt en de opnamen die u op een printer wilt
afdrukken al een datum- en/of tijdafdruk hebben, er dan een overlapping
kan plaatsvinden van de datum/tijdafdruk.
O
wordt op het scherm weergegeven in de stand
A
als [Datumafdruk] is
ingesteld op iets anders dan [Uit].
De datum en/of tijd worden afgedrukt op de opname met de notatie die is
ingesteld op het scherm [Datum instellen] (p.51).
117
3
Opnamen maken
U kunt heldere opnamen maken via beeldverwerking met de
IQ-verhogertechniek.
1
Selecteer [IQ-verbeteraar] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
O(Aan) De functie IQ-verbeteraar werkt
P (Uit) De functie IQ-verbeteraar werkt niet
De instelling wordt opgeslagen.
Stel in of u rond het objectief al dan niet de led-macrolampjes wilt inschakelen.
De led-macrolampjes gaan branden als [Macrolamp] ingesteld is op O (Aan).
De standaardinstelling is P (Uit).
1
Selecteer [Macrolamp] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
O(Aan) Schakelt de led-macrolampjes in
P (Uit) Schakelt de led-macrolampjes uit
De instelling wordt opgeslagen.
Instellen van de IQ-verbeteraar
IQ-verbeteraar werkt niet in de volgende situatie:
Wanneer de transportstandingesteld is op c (Continue opname snel)
Macrolamp instellen
In de stand (Digitale microscoop) gaan de led-macrolampjes branden
ongeacht of de instelling in- of uitgeschakeld is.
Als de batterijbesparing ingeschakeld is, gaat de verlichting uit na de
ingestelde tijd.
De led-macrolampjes gaan uit tijdens afspelen en wanneer de USB-
connector wordt gebruikt, behalve bij uitvoer van video in de stand .
Zelfportretassistent en Zelfportretassistent + Smile Capture kunnen niet
geselecteerd worden als [Macrolamp] ingesteld is op O (Aan).
Als u een opname maakt met de zelfontspanner (g, Z) of de
afstandsbediening (h, i) terwijl [Macrolamp] op O (Aan) staat, blijven de
led-macrolampjes branden ongeacht de aftelling.
118
3
Opnamen maken
Onderwateropnamen maken
Deze camera is waterdicht conform JIS-klasse 8 en kan gedurende 2 uur worden
gebruikt om foto’s te maken op een diepte van 12 meter. Ook is de camera
stofdicht conform JIS-klasse 6 (IP68).
1
Selecteer (Onderwater)/ (Onderwatervideo) in het
opnamepalet met de vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De opnamefunctie wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
3
Druk op de ontspanknop om een opname te maken.
Als u hebt geselecteerd, wordt de opname gemaakt.Als u hebt
geselecteerd, begint de opname. U kunt opnemen totdat de opgenomen video
een lengte bereikt van 25 minuten. Om de opname te stoppen, drukt u de
ontspanknop volledig in. Voer dezelfde stappen uit als in de stand C (Video)
om video’s op te nemen.
Onderwateropnamen maken (Onderwater/
Onderwater video)
Met de onderwaterfunctie kunt u onder water foto’s maken die het blauw van
de zee vastleggen.
Met de functie Onderwater video kunt u onder water video-opnamen maken.
Video-opnamen maken 1p.120
Controleer voordat u onderwateropnamen maakt of zich geen vuil of zand
bevindt op de waterdichte pakking van de klep van het batterij/
kaartcompartiment en de klep van de aansluitingen, en controleer of de
kleppen goed vastzitten.
Als u de camera onder water hebt gebruikt, controleer dan of er geen water,
vuil of zand op de klep van het batterij/kaartcompartiment en de klep van
de aansluitingen of elders op de camera is gekomen voordat u de kleppen
opent. Veeg de camera af alvorens de kleppen te openen.
Gebruik wanneer u opnamen maakt in de stand (Onderwatervideo)
een kaart van SD Speed Class 4 of hoger.
Waterdicht, stofwerend en schokbestendig ontwerp 1p.9
119
3
Opnamen maken
Wanneer de scherpstelinstelling is ingesteld op \, kunt u de
scherpstelinstelling aanpassen voordat de opname start en tijdens het
maken van de opname.
Optische en digitale zoom kunnen in de stand worden gebruikt voordat
de opname begint. Digitale zoom kan ook worden gebruikt tijdens het
opnemen.
Hoewel de camera in principe waterdicht en stofdicht is, moet u toch de
volgende situaties vermijden. De camera kan dan tijdelijk worden blootgesteld
aan een hogere waterdruk dan wordt gegarandeerd en er kan dan water in de
camera komen.
In het water springen met de camera in de hand
Zwemmen met de camera in de hand
De camera gebruiken op plaatsen waar water onder druk staat,
zoals krachtig stromende rivieren en watervallen
120
3
Opnamen maken
Video-opnamen maken
Met deze functie kunt u video-opnamen maken. Hierbij kan gelijktijdig geluid
worden opgenomen.
1
Selecteer C (Video) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De functie C (Video) wordt geselecteerd
en de camera keert terug naar de
opnamestand.
De volgende informatie verschijnt op het
scherm.
1 Pictogram video-opnamestand
2 Pictogram voor
bewegingsreductie video
3 Resterende opnametijd
4 REC-indicator (knippert tijdens het maken van opnamen)
5 Scherpstelkader (verschijnt niet tijdens het opnemen)
U kunt het opnamegebied wijzigen door op de knop W/T te drukken.
T Maakt het onderwerp groter
W Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname start. U kunt opnemen totdat de opgenomen video een lengte
bereikt van 25 minuten.
Video-opnamen maken
Vierwegbesturing
Knop 4
Ontspanknop
W/T-knop
07:34
0 7: 34
07:34
REC
1
3
25
4
121
3
Opnamen maken
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname stopt.
Als u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt, gaat het
opnemen door zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen stopt
zodra u de ontspanknop loslaat.
Video weergeven 1p.130
De scherpstelstand kan worden gewijzigd voordat de opname start.
Wanneer de scherpstelinstelling is ingesteld op \(Handmatige focus),
kunt u de scherpstelinstelling aanpassen voordat de opname start.
Optische en digitale zoom kunnen worden gebruikt voordat de opname
start. Digitale zoom is beschikbaar tijdens de opname wanneer digitale
zoom (p.70) is ingesteld op O (Aan).
Wanneer de opnamestand is ingesteld op C (Video), wordt
Gezichtsherkenning automatisch ingeschakeld. U kunt Smile Capture of
Gezichtsherkenning Uit selecteren door op de knop I te drukken voordat
u start met het opnemen van een video (p.74). Als Smile Capture is
geactiveerd, wordt het maken van de video-opname automatisch gestart
zodra de glimlach van het onderwerp wordt gedetecteerd. Of de functie
Smile Capture werkt en er dus automatisch een opname wordt gemaakt, is
echter afhankelijk van de conditie van de waargenomen gezichten. Als dat
niet gebeurt, drukt dan op de ontspanknop om het maken van de video-
opname te starten.
U kunt een video-opname maken met de afstandsbediening (optioneel)
(p.90)
.
Als u tijdens het maken van een video-opname een andere
schermweergave kiest door op de knop 4/W te drukken, wordt
het histogram niet weergegeven.
Gebruik SD Speed Class 4 of recentere versies als u de SD
Geheugenkaart hanteert.
De ontspanknop ingedrukt houden
122
3
Opnamen maken
U kunt de opnameresolutie en de opnamesnelheid voor video-opnamen instellen.
Hoe groter het aantal opnamepixels, hoe scherper de details en hoe groter het
bestand. Hoe meer beeldjes per seconde, des te beter de kwaliteit van de video,
maar ook des te groter het bestand.
* De opnamesnelheid (fps, frames [beeldjes] per seconde) is een aanduiding voor het
aantal beeldjes per seconde.
1
Selecteer [Resolutie] in het menu [A Video] met de
vierwegbesturing (23).
Wanneer u op de knop 3 drukt in de standen C (Video) of
(Onderwatervideo), wordt het menu [C Video] weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig de opnameresolutie en
opnamesnelheid met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Opnameresolutie en beeldsnelheid voor
video-opnamen selecteren
Instelling Resolutie Beeldsnelheid Toepassing
1920x1080 30 fps
Neemt beelden op in Full HDTV-formaat
(16:9). Bewegingen worden vloeiend
opgenomen.
1280x720 60 fps
Neemt beelden op in HDTV-formaat (16:9).
Snelle bewegingen worden vloeiend
opgenomen.
M 1280×720 30 fps
Neemt beelden op in HDTV-formaat (16:9).
Bewegingen worden vloeiend opgenomen.
(Standaardinstelling)
G 640×480 30 fps
Geschikt voor weergave van opnamen op
een TV- of computerbeeldscherm.
Bewegingen worden vloeiend opgenomen.
MENU OK
Resolutie
Mov
iSRe
OKStop
Opnametijd
02:26
123
3
Opnamen maken
In de stand
C
(Video)/
(Onderwatervideo) kunt u met de functie Movie SR
(Bewegingsreductie video) camerabeweging compenseren terwijl u video-opnamen
maakt.
1
Selecteer [Movie SR] in het menu [A Video] met de
vierwegbesturing (23).
Wanneer u op de knop 3 drukt in de standen C (Video) of
(Onderwatervideo), wordt het menu [C Video] weergegeven.
2
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met
de vierwegbesturing (45).
O(Aan) Camerabewegingen
worden automatisch
gecorrigeerd.
P (Uit) Er worden geen correcties
uitgevoerd.
De instelling wordt opgeslagen.
Met deze functie kunt u opnamen die automatisch zijn gemaakt met een ingesteld
tijdsinterval, samenvoegen tot een videobestand.
De volgende beperkingen kunnen tot gevolg hebben dat de geselecteerde
opnametijd en de feitelijke opnametijd van elkaar verschillen.
De maximale opnametijd van een bestand is beperkt tot 25 minuten.
De functie Movie SR (Shake Reduction voor
video)
Een video maken van opnamen die met een
ingesteld interval zijn gemaakt (Intervalvideo)
Interval Instelbaar op 1 minuut, 5 minuten, 10 minuten, 30 minuten en 1 uur.
Totaaltijd
De totale tijd is instelbaar van 10 minuten tot 359 uur. De totale tijd en de
eenheden die u kunt instellen zijn afhankelijk van het opgegeven interval.
Het Interval is instelbaar in stappen van 1 minuut, 5 minuten, 10 minuten,
30 minuten en 1 uur.
Startvertr.
U kunt een startvertraging opgeven van 0 minuten tot 24 uur. U kunt
intervallen instellen van 1 minuut voor de eerste 59 minuten, en vanaf dat
moment intervallen van een uur. Als de starttijd is ingesteld op 0 minuten,
wordt de eerste opname gemaakt zodra de ontspanknop wordt
ingedrukt.
MENU
Resolutie
Mov
iSRe
Einde
Video
124
3
Opnamen maken
1
Selecteer (Intervalvideo) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De huidige instelling voor intervalvideo verschijnt gedurende ca. één minuut.
Ga naar stap 10 om met de huidige instellingen opnamen te maken.
3
Druk op de knop 4 terwijl de instellingen worden
weergegeven.
Het scherm voor instelling van de intervalvideo verschijnt. [Interval] is
gemarkeerd met het kader.
4
Stel het interval in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
2 Stel het interval in met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
Het kader keert terug naar [Interval].
5
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Totaaltijd].
6
Stel de totale tijd in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
2 Stel met de vierwegbesturing (23) de uren in en druk op de
vierwegbesturing (5).
3 Stel met de vierwegbesturing (23) de minuten in en druk op
de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Totaaltijd].
7
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Startvertr.].
8
Stel de startvertraging in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
2 Stel met de vierwegbesturing (23) de uren in en druk op de
vierwegbesturing (5).
3 Stel met de vierwegbesturing (23) de minuten in en druk op
de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Startvertr.].
MENU
Totaaltijd
1
00
uur
0
min.
10
Intervalopname
Interval
Startvertr.
min.
uur
0
min.
0
125
3
Opnamen maken
9
Druk op de knop 3.
De instelling voor intervalvideo wordt opgeslagen en de camera keert terug naar
de opnamestand.
10
Druk op de ontspanknop om een opname te maken.
De intervalopname wordt gestart.
De LCD wordt uitgeschakeld tussen opnamen (gedurende standby). Druk tijdens
standby op de aan/uit-knop als u de resterende tijd en het interval wilt weergeven.
Het bericht [Intervalopname stoppen?] wordt weergegeven als u achtereenvolgens
op de aan/uit-knop en de knop
3
drukt gedurende stand-by. Drukt u op de
knop
4
, dan wordt het opnemen van de intervalvideo afgebroken.
Controleer of de batterij voldoende vermogen heeft voordat u met de
intervalopname start. Als de batterij niet voldoende vermogen heeft, kan hij
tijdens de opname leeg raken met als gevolg dat de opname wordt
afgebroken.
Bij het opnemen van intervalvideo gelden de volgende vaste instellingen;
Opnameresolutie: , Beeldsnelheid: 30 fps, Kwaliteitsniveau: C,
Movie SR: P (Uit), en Flitsinstelling: a.
Intervalopname stopt als de SD-geheugenkaart tijdens stand-by wordt
verwijderd of geplaatst.
Bij gebruik van de stand kan geluid niet worden opgenomen.
Gebruik SD Speed Class 4 of recentere versies als u de SD
Geheugenkaart hanteert.
Als u een startvertraging instelt, wordt een starttijd realtime weergegeven
die aansluit bij de huidige tijd en de startvertraging die u hebt ingesteld.
De totale tijd die u kunt opgeven, is afhankelijk van het opname-interval dat
u instelt. De mogelijkheden staan in de onderstaande tabel.
De functie Datumafdruk (p.116) kan worden gebruikt in de stand
Intervalvideo.
Interval
Totale instelbare tijd
30 fps
1 min.
10 minuten tot 5 uur en 59 minuten
(met stappen van 1 minuut)
5 min.
30 minuten tot 29 uur en 55 minuten
(met stappen van 5 minuten)
10 min.
1 uur tot 59 uur en 50 minuten
(met stappen van 10 minuten)
30 min.
3 uur tot 179 uur en 30 minuten
(met stappen van 30 minuten)
1 uur
6 uur tot 359 uur
(met stappen van 1 uur)
126
3
Opnamen maken
De camera neemt een film op met hoge snelheid om die af te spelen in slow
motion.
1
Selecteer (Hogesnelheidsfilm) in het opnamepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
De opnamefunctie wordt geactiveerd.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname start. U kunt opnemen totdat de SD-geheugenkaart of het interne
geheugen vol is, of het bestand van de opgenomen video een lengte bereikt van
15 seconden.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
Werken met de functie Hogesnelheidsfilm
De resolutie is vast ingesteld op 640 x 480.
De flitser gaat in deze stand niet af.
De functie Gezichtsdetectie en Movie SR worden uitgeschakeld.
Gebruik SD Speed Class 4 of recentere versies als u de SD
Geheugenkaart hanteert.
0 0: 1500:15
REC
127
3
Opnamen maken
De instellingen opslaan (Geheugen)
De geheugenfunctie dient voor het opslaan van de camera-instellingen die
gelden wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Bij sommige camera-instellingen is de geheugenfunctie altijd ingesteld op
O
(Aan)
(de instellingen worden opgeslagen als de camera wordt uitgeschakeld), terwijl u voor
andere Aan of Uit kunt kiezen (kiezen of de instellingen al dan niet worden opgeslagen
als de camera wordt uitgeschakeld). In de tabel hieronder wordt aangegeven welke
onderdelen u in de geheugenfunctie op
O
of
P
(Uit)
kunt zetten. (Onderdelen die in
de tabel niet staan vermeld, worden met de geselecteerde instelling altijd opgeslagen
als de camera wordt uitgeschakeld.)
Als u
O
kiest, worden de instellingen opgeslagen met de status die ze hebben op het
moment dat de camera wordt uitgeschakeld. Als u
P
kiest, worden de
standaardinstellingen hersteld bij uitschakeling van de camera. In de tabel hieronder wordt
voor elk onderdeel tevens getoond of de standaardgeheugeninstelling
O
of
P
is.
Onderdeel Beschrijving
Standaard-
instelling
Pagina
Gezichtsdetectie
Een instelling voor
Gezichtsherkenning die is ingesteld
met de knop I.
P p.74
Flitsstand
De flitsstand die is ingesteld met de
vierwegbesturing (4)
O p.97
Transportstand
De transportstand die is ingesteld
met de vierwegbesturing (2)
P
p.87 -
p.91
Scherpstelinstelling
De scherpstelstand die is ingesteld
met de vierwegbesturing (5)
P p.98
Max. groothoekstand
De zoomstand, ingesteld met de
knop W/T.
P p.68
Handm. scherpst.
De handmatige scherpstelpositie die
is ingesteld met de vierwegbesturing
(23)
P p.99
Witbalans
De instelling voor [Witbalans] in het
menu [A Opnemen]
P p.105
Gevoeligheid
De instelling voor [Gevoeligheid] in
het menu [A Opnemen]
P p.107
Belichtingscorrectie
De instelling voor [Belicht. corr.] in
het menu [A Opnemen]
P p.109
Automatische
belichting
De instelling voor [Autom. belicht.] in
het menu [A Opnemen]
P p.106
Digitale zoom
De instelling voor [Digitale zoom] in
het menu [A Opnemen]
O p.70
DISPLAY
De informatieweergavefunctie van
het scherm, ingesteld met de knop
4/W
P p.27
128
3
Opnamen maken
1
Selecteer [Geheugen] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geheugen] verschijnt.
3
Kies een onderdeel met de
vierwegbesturing (23).
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Bestand
Als er een nieuwe SD-
geheugenkaart wordt geplaatst
terwijl O (Aan) is geselecteerd,
wordt het eerstvolgende
bestandsnummer toegewezen.
O
MENU
Geheugen
Gezichtsdetectie
Flitsinstelling
Transportstand
Focusinst.
Zoomstand
Handm. scherpst.
1/3
129
4
Opnamen weergeven en wissen
Opnamen weergeven
1
Druk op de knop Q nadat u een
foto hebt gemaakt.
De camera komt in de stand Q en de
opname verschijnt op het scherm.
Weergave van één opname op
ware grootte in de stand Q
(standaardinstelling van de stand Q)
wordt enkelbeeldweergave genoemd.
2
Druk op de vierwegbesturing (45).
De vorige of volgende opname verschijnt.
Druk tijdens weergave van de opname op de
knop i om het scherm Wissen op te roepen.
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing
(2) en druk op de knop 4.
Foto’s weergeven
De vorige of volgende opname weergeven
De weergegeven opname wissen
Voor informatie over andere wisprocedures 1p.142
4O pnamen wee rgeven
en wiss en
Knop i
Q-knop
Vierwegbesturing
Knop 4
100
1 0 0
-
0038
0 0 38
100
-
0038
Bewerken
Bewerken
Bewerken
02/02/'12
0 2 /0 2/ '1 2
14:25
1 4 :2 5
02/02/'12 14:25
Bestandsnummer
100
1 0 0
-
0017
0 0 17
100
-
0017
OK
OK
OK
Wissen
Onderbreken
OK
OK
OK
130
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt video-opnamen die u hebt gemaakt weergeven. Het geluid wordt
gelijktijdig weergeven.
1
Activeer met de vierwegbesturing (45) de stand Q om de
video te kiezen die u wilt weergeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
Tijdens het weergeven kunnen de
volgende handelingen worden
verricht.
Vierwegbesturing (2) Weergave onderbreken
Zoomknop rechts (y) Het volume verhogen
Zoomknop links (f) Het volume verlagen
Houd de vierwegbesturing (
5
)
ingedrukt. Snel vooruit spoelen
Houd de vierwegbesturing (
4
) ingedrukt. Snel achteruit spoelen
Terwijl de weergave is onderbroken, kunnen de volgende
handelingen worden verricht.
Vierwegbesturing (4) Weergave van één beeld
terug(*)
Vierwegbesturing (5) Weergave van één beeld
vooruit
Vierwegbesturing (2) Weergave hervatten
(*) Het terugkeren gaat per 30 frames. Wanneer u bijvoorbeeld terugkeert naar
beeld 1 tot 31, springt u naar het eerste beeld. Wanneer u terugkeert naar
32 tot 61, gaat u naar het 31e beeld.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
Video weergeven
U kunt alleen video-opnamen afspelen die met deze camera zijn gemaakt.
Video-opnamen van andere camera’s kunnen niet worden afgespeeld.
BewerkenBewerkenBewerken
0 0:0 : 303 0
1001 0 0
-
0017
0 0 17
00:30
100
-
0017
02/02/'1202 / 02 /' 1 2 14:2514 :2 502/02/'12 14:25
131
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt 6 of 12 miniaturen van opnamen tegelijkertijd weergeven.
1
Druk op de knop f in de stand Q.
De zesbeeldsweergave verschijnt die een pagina met 6 miniaturen toont. Door
de (f)-knop opnieuw in te drukken, wordt de twaalfbeeldsweergave getoond.
Op het scherm wordt een pagina met 6 of
12 miniaturen weergegeven. U kunt pagina
voor pagina steeds in één keer 6 of 12
nieuwe opnamen oproepen.
Verplaats het kader met de
vierwegbesturing (
2345
). Als er meer
opnamen zijn dan kunnen worden
weergegeven, kunt u op de
vierwegbesturing (
24
) drukken terwijl
opname
1
is geselecteerd, om de vorige
reeks opnamen weer te geven. Als u
opname
2
selecteert en op de
vierwegbesturing (
35
) drukt, verschijnt de
volgende reeks opnamen.
geeft aan dat het vorige of volgende
scherm in een andere map is opgeslagen.
Weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd
6-beeldsweergave/12-beeldsweergave
2
ɟ
100-0010
1
Kiezen&wissen
Twaalfbeeldsweergave
Kiezen&wissen 100-0010
1
2
Kader
Pictogram Mapscheiding
Zesbeeldsweergave
132
4
Opnamen weergeven en wissen
De pictogrammen die in de opnamen verschijnen, hebben de volgende
betekenis:
Druk op de knop 4 om alleen de geselecteerde opname weer te geven.
Druk op de knop Q om de stand A te activeren.
Druk in de twaalfbeeldsweergave de knop (f) in om de mapweergave of de
kalenderweergave te activeren. Druk op de knop Snelinstelling om te schakelen
tussen de mapweergave en de kalenderweergave.
1
Druk twee keer op de knop f in de stand Q.
Het scherm verandert in de twaalfbeeldsweergave.
2
Druk op de knop f.
De mapweergave of de kalenderweergave verschijnt.
Mapweergave
De lijst met gemaakte opnamen en
geluidsbestanden verschijnt.
Verplaats het kader met de
vierwegbesturing (2345).
Als u een map selecteert en op de knop y
of 4 drukt, worden de opnamen in die
map weergegeven in de
twaalfbeeldsweergave.
(Geen pictogram) Foto zonder geluid
O (met beeld) Foto met geluid
C
Video-opname (het eerste beeld wordt
weergegeven)
(met beeld)
Hogesnelheidsfilm (het eerste beeld wordt
weergegeven)
O (Zonder beeld) Alleen geluidsbestanden
Mapweergave/Kalenderweergave
101_0707
102 103 104101
106105
Kader
133
4
Opnamen weergeven en wissen
Kalenderweergave
Gemaakte opnamen en geluidsbestanden
worden op datum weergegeven in
kalendervorm.
De eerste op een datum gemaakte opname
wordt voor die datum weergegeven op de
kalender.
O verschijnt voor datums waarop het
eerste opgenomen bestand een
geluidsbestand of een foto met een
gesproken memo was.
Verplaats het kader met de vierwegbesturing (2345).
Als u een datum selecteert en op de knop y drukt, worden opnamen die op die
datum zijn gemaakt weergegeven in de twaalfbeeldsweergave.
Selecteer een datum en druk op de knop 4 om de enkelbeeldweergave te
activeren met de eerste opname die op die datum is gemaakt.
1
Druk in de stand Q op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
2
Selecteer met de
vierwegbesturing (2345) een
pictogram.
Onder de pictogrammen worden
aanwijzingen voor de geselecteerde
functie weergegeven.
3
Druk op de knop 4.
De weergavefunctie wordt weer geactiveerd.
Druk in de mapweergave of de kalenderweergave op de knop 3 als u
de twaalfbeeldsweergave wilt activeren.
Druk nogmaals op de knop Q of druk de ontspanknop tot halverwege in
de mapweergave of kalenderweergave om de A-stand te activeren.
Werken met de weergavefunctie
1
1
SUN
SUN
TUE
TUE
WED
WED
THU
THU
FRI
FRI
SAT
SAT
6
6
7
7
4
4
5
5
8
8
9
9
10
10
13
13
14
14
11
11
12
12
15
15
16
16
17
17
20
20
21
21
18
18
19
19
22
22
23
23
29
29
30
30
31
31
24
24
27
27
28
28
25
25
26
26
3
3
MON
MON
2
2
2012
2012
2012
Kader
OKMENU
1/2
Voor continue weergave.
Scherm- of klankeffecten
zijn instelbaar
OKStop
Diavoorstelling
134
4
Opnamen weergeven en wissen
Als het kader over een pictogram van het weergavepalet wordt geplaatst,
verschijnt een bedieningsaanwijzing voor die functie.
U kunt de bedieningsaanwijzing voor de functie in het weergavepalet
uitschakelen (p.200).
OKMENU
1/2
OKMENU
1/2
OKMENU
Diavoorstelling
Beeldrotatie
10010 0
-
0038
0 0 3 8100
-
0038
383838
BewerkenBewerkenBewerken
OK
OK
Stop
Stop
Voor continue weergave.
Scherm- of klankeffecten
zijn instelbaar
Roteert opgenomen beelden,
Nuttig voor weergave van
verticale beelden op TV
OK
Stop
02/02/'1202 / 02 /' 1 2 14:2514 :2 502/02/'12 14:25
OK
MENU
SHUTTER
Het scherm voor de
geselecteerde
weergavefunctie verschijnt.
Het weergavepalet wordt
gesloten en de stand A
wordt geactiveerd.
Druk tot halverwege
in of druk op
1 0 0
-
0 0 3 8
3 8
Bewerken
0 2 /0 2/ '1 2 1 4 :2 5
SHUTTER
1 0 0
-
0 0 3 8
3 8
Bewerken
0 2 /0 2/ '1 2 1 4 :2 5
135
4
Opnamen weergeven en wissen
Weergavepalet
Weergavestand Beschrijving Pagina
u
Diavoorstelling
Voor continue weergave. Scherm- of
klankeffecten zijn instelbaar
p.136
s
Opnamerotatie
Roteert opgenomen beelden. Nuttig voor
weergave van verticale beelden op TV.
p.138
k
Klein-gezichtfilter
Verkleint gezichten in opnamen, voor goed
geproportioneerde portretten
p.152
Inktgomfilter
Creëert een beeld dat lijkt op een origineel dat
met gom bewerkt is
p.156
Collage
Maakt een collage-afdrukpagina van
opgeslagen beeldbestanden
p.157
P
Digitaal filter Wijzigt beelden met een kleuren- of Soft-filter p.153
HDR-filter
Verwerkt één enkel beeld voor simulat. HDR-
effect
p.155
E
Creatief kader
U kunt een kadertype en kaderkleur kiezen.
Ook kunt u tekst invoeren.
p.164
N
Beeldinkadering
Plaatst een lijst rond het beeld. Kies
Overschrijven of sla op als nieuw beeld
p.161
[
Video
bewerken
Bewaar
als foto
Opslaan van één beeldje uit een video-opname
als foto
p.168
Video
delen
Een video-opname in twee delen splitsen
Titelbeeld
toevoegen
Om een titelbeeld aan uw video-opname toe
te voegen
Z
Rode-ogenreductie
Vermindert rode ogen. Werkt mogelijk niet in
alle lichtomstandigheden
p.160
n
Grootte wijzigen
Wijzigt opgenomen pixels en kwaliteitsniveau
om het bestand te verkleinen
p.150
o
Uitsnijden
Snijdt beelden bij tot het gewenste formaat.
Opslaan als een nieuw beeld
p.151
p
Opname/geluid
kopiëren
Kopieert beelden en klank tussen intern
geheugen en SD-geheugenkaart
p.172
\
Gesproken memo
Voegt geluid toe aan de beelden. Opname
mogelijk tot geheugenkaart vol is
p.180
Z
Beveiligen
Beveiligt beeld en klank tegen ongewild wissen.
Formatteren verwijdert ook beveiligde
gegevens.
p.145
r
DPOF
Voor printinstellingen. Handig bij bestellen van
afdrukken via printservice.
p.174
^
Opstartscherm
Handig bij bestellen van afdrukken via
printservice
p.202
136
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt foto’s en video-opnamen doorlopend weergeven.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waarmee u de diavoorstelling wilt beginnen.
2
Selecteer u (Diavoorstelling) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het opgeven van instellingen voor de diavoorstelling wordt
weergegeven.
4
Selecteer [Starten] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De diavoorstelling begint.
Wanneer u tijdens de diavoorstelling op de knop 4 drukt, wordt de
diavoorstelling onderbroken. Druk nogmaals op de knop 4 om de
diavoorstelling voort te zetten.
6
Druk op een andere knop dan de 4 knop.
De diavoorstelling stopt.
U kunt het weergave-interval instellen, maar ook een schermeffect en een
geluidseffect voor de overgang van de ene opname naar de volgende.
1
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) de optie
[Interval] bij stap 4 op p.136.
Diavoorstelling
Instellingen voor de diavoorstelling
OK
OK
OKMENU
OK
OK
OK
Diavoorstelling start
Diavoorstelling start
Diavoorstelling start
Interval
Interval
Beeldeffect
Beeldeffect
Geluidseffect
Geluidseffect
Interval
Beeldeffect
Geluidseffect
3sec
3sec
3sec
Vegen
Vegen
Vegen
Starten
MENU
Starten
Geluidseffect
Geluidseffect
Interval
Beeldeffect
Beeldeffect
Beeldeffect
Geluidseffect
Vegen
Vegen
Vegen
3sec
3sec
3sec
137
4
Opnamen weergeven en wissen
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig het interval met de vierwegbesturing (23) en druk op
de knop 4.
Kies tussen [3sec.], [5sec.], [10sec.], [20sec.] en [30sec.].
4
Selecteer [Beeldeffect] met de vierwegbesturing (23).
Druk na selectie van [Beeldeffect] op de vierwegbesturing (5). Er verschijnt een
afrolmenu waarin de volgende items kunnen worden geselecteerd. Selecteer
een item met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
5
Selecteer [Geluidseffect] met de vierwegbesturing (23).
6
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45 ).
Uitgezonderd wanneer [Beeldeffect] s ingesteld op [Uit], kunt u O (Aan) of P
(Uit) kiezen voor het geluid dat wordt afgespeeld bij de overgang van de ene
opname naar de volgende.
7
Selecteer [Starten] met de vierwegbesturing (23).
8
Druk op de knop 4.
De diavoorstelling start met het geselecteerde interval en effect.
Vegen
De volgende opname schuift van links naar rechts over de
vorige
Dambord De volgende opname verschijnt in vierkante mozaïekblokjes
Vervagen
De huidige opname vervaagt geleidelijk en de volgende
opname verschijnt geleidelijk
Willekeur Verschillende effecten worden willekeurig gebruikt
Uit Geen effect
138
4
Opnamen weergeven en wissen
1
Druk op de knop Q nadat u een foto hebt gemaakt.
De opname verschijnt op het scherm.
2
Selecteer s (Beeldrotatie) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de rotatie (0°, rechts 90°, links 90° of 180°)
verschijnt.
4
Kies de rotatierichting met de
vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
De geroteerde opname wordt opgeslagen.
De diavoorstelling wordt vervolgd totdat u een andere knop dan de 4
knop indrukt.
Video’s of opnamen met geluid worden tot het einde afgespeeld voordat de
volgende opname wordt weergegeven, ongeacht het ingestelde interval.
Als u echter op de vierwegbesturing (5) drukt tijdens het afspelen van een
video of opname met geluid, springt de weergave naar de volgende
opname.
Geluidsbestanden die in de stand O (Geluidsopname) zijn gemaakt,
worden niet weergegeven in de diavoorstelling.
Opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) worden
gedurende vier seconden van links naar rechts verschuivend
weergegeven, voordat de volgende opname wordt weergegeven, ongeacht
de instellingen voor Interval en Beeldeffect.
Wanneer [Willekeur] geselecteerd is voor het schermeffect, wordt het
interval vastgelegd en het geluidseffect ingesteld op Uit. Het geluid van de
opnamen met geluid wordt ook niet afgespeeld.
Camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.147
De opname roteren
Opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) en video-
opnamen kunt u niet roteren.
Beveiligde opnamen kunnen worden geroteerd, maar kunnen niet worden
opgeslagen in geroteerde stand.
MENU
Stop
OK
OK
139
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt een opname tien keer zo groot maken.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt vergroten.
2
Druk op de knop y.
De opname wordt uitvergroot (×1,1 tot ×10). Als u de knop y ingedrukt houdt,
verandert de vergroting doorlopend.
Met [Snel zoomen] (p.200) ingesteld op O (Aan), kunt u op de knop y drukken
om de opname in één keer uit te vergroten naar 10×.
U kunt de markering + van de
bedieningsaanwijzing linksonder op het
scherm gebruiken om te controleren welk
deel van de opname wordt vergroot.
Bij weergave van een vergrote
opname kunnen de volgende
handelingen worden verricht.
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt weer de enkelbeeldweergave.
Zoomweergave
Vierwegbesturing (2345) Verplaatst de positie die wordt vergroot
Zoomknop rechts (y) Maakt de opname groter (max. 10×)
Zoomknop links (f) Maakt de opname kleiner (min. 1,1×)
Video-opnamen kunnen niet worden uitvergroot.
Uitleg
140
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt met de knop I opnamen weergeven met een close-up van het gezicht
(Weergave met close-up van gezicht) als tijdens het maken van de opname de
functie Gezichtsherkenning was geactiveerd.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt vergroten.
2
Controleer of het pictogram I wordt weergegeven en druk
op de knop I.
De opname wordt uitvergroot, gecentreerd
op het gezicht dat bij het maken van de
opname als eerste is gedetecteerd.
Als bij het maken van de opname meerdere
gezichten zijn gedetecteerd, wordt steeds
na het drukken op de knop I op een
volgend gezicht gecentreerd in de volgorde
van detectie bij het maken van de opname.
Tijdens weergave met close-up van gezicht kunnen de volgende
handelingen worden verricht.
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt weer de enkelbeeldweergave.
Automatisch inzoomen op het gezicht van het
onderwerp (Weergave met close-up van gezicht)
Zoomknop rechts (y) Inzoomen op het onderwerp tijdens de
weergave met close-up van gezicht voor een
weergave met gelijke of iets hogere vergroting.
Zoomknop links (f) Inzoomen op het onderwerp tijdens de
weergave met close-up van gezicht voor een
weergave met gelijke of iets lagere vergroting.
1/21/21/2
2/2
2/2
2/2
141
4
Opnamen weergeven en wissen
Weergave met close-up van gezicht is niet beschikbaar voor video-
opnamen of foto’s die zijn opgeslagen als stilbeelden uit films.
De vergrotingsfactor bij Weergave met close-up van gezicht kan variëren
al naargelang de opnameomstandigheden, bijvoorbeeld de grootte van het
gezicht dat tijdens het maken van de opname wordt gedetecteerd.
Weergave met close-up van gezicht is ook beschikbaar voor de gezichten
van dieren waarvan opnamen zijn gemaakt in de stand e (Huisdier).
142
4
Opnamen weergeven en wissen
Opnamen en geluidsbestanden wissen
Opnamen en geluidsbestanden wissen die u niet wilt bewaren.
U kunt één enkel opname- of geluidsbestand wissen.
Als bij een opname geluid (gesproken memo) is opgenomen (p.180), kunt u het
geluid wissen zonder de opname te wissen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
een opname/geluidsbestand om te wissen.
U verschijnt op de opnamen met geluid.
2
Druk op de knop i.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
3
Selecteer [Wissen] met de
vierwegbesturing (2).
Selecteer [Geluid wissen] om het geluid te
verwijderen zonder dat de opname wordt
verwijderd.
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
n opname of geluidsbestand wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.145).
U kunt niet alleen het geluid van een video-opname wissen.
1 00
1 0 0
-
001 7
0 0 17
1 00
-
001 7
OK
OK
OK
Wissen
Onderbreken
OK
OK
OK
1 00
1 0 0
-
0038
0 0 38
1 00
-
0038
OK
OK
OK
Geluid wissen
Wissen
Onderbreken
OK
OK
OK
143
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt in de zes- of twaalfbeeldsweergave een aantal geselecteerde opnamen/
geluidsbestanden in één keer wissen.
1
Druk één of twee keer op de knop f in de stand Q.
6- of 12-beeldsweergave verschijnt.
2
Druk op de knop i.
P verschijnt op de opnamen en
geluidsbestanden.
3
Kies met de vierwegbesturing
(2345) de opnamen en
geluidsbestanden die u wilt
wissen en druk op de knop 4.
O verschijnt op de geselecteerde opnamen
en geluidsbestanden.
Door de knop y ingedrukt te houden geeft
u de geselecteerde opname in één enkel scherm weer, waarna u kunt besluiten
of u de opname al dan niet wilt wissen. Als u de knop loslaat, keert u terug in de
zes- of twaalfbeeldsweergave. Beveiligde opnamen kunnen in de
enkelbeeldweergave echter niet worden weergegeven.
4
Druk op de knop i.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
5
Selecteer [Kiezen&wissen] met de vierwegbesturing (2).
6
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opnamen en geluidsbestanden worden gewist.
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden
wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.145).
OKMENU
Stop Wissen
OKMENU
Stop Wissen
144
4
Opnamen weergeven en wissen
Alle opnamen en geluidsbestanden worden in één keer gewist.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de vierwegbesturing
(5).
2
Selecteer [Alles verwijderen] met
de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
4
Selecteer [Alles verwijderen] met de vierwegbesturing (2).
5
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden gewist.
Alle opnamen en geluidsbestanden wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.145).
MENU
Einde
Pixeluitlijning
Alles verwijderen
GPS
Instelling
4/4
Formatteren
Snelkeuze
145
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt opgeslagen opnamen en geluidsbestanden beveiligen, zodat ze niet per
ongeluk kunnen worden gewist.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die wilt beveiligen.
2
Selecteer Z (Beveiligen) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van [Eén Beeld/Geluid] of [Alle Beeld/Geluid]
verschijnt.
4
Selecteer [Eén Beeld/Geluid] met
de vierwegbesturing (2).
5
Druk op de knop 4.
Het bericht [Beveiligt dit beeld/geluid] verschijnt.
Om een andere opname of geluidsbestand te beveiligen, selecteert u met de
vierwegbesturing (45) een andere opname of geluidsbestand.
6
Selecteer [Beveiligen] met de
vierwegbesturing (2).
7
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opname of het geselecteerde geluidsbestand wordt beveiligd.
Om nog meer opnamen of geluidsbestanden te beveiligen herhaalt u stap 4 t/m
7.
Selecteer [Stop] als u de beveiligingsinstellingen wilt verlaten.
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen
wissen (Beveiligen)
OKOKOK
OnderbrekenOnderbreken
Alle Beeld/GeluidAlle Beeld/Geluid
Onderbreken
Eén Beeld/Geluid
Alle Beeld/Geluid
OK
OKOK
OK
OK
OK
100
10 0
-
0038
00 38
100
-
0038
Beveiligt dit
Beveiligt dit
beeld/geluid
beeld/geluid
Beveiligt dit
beeld/geluid
OK
OK
OK
Beveiliging opheffen
Beveiligen
OK
OK
Onderbreken
146
4
Opnamen weergeven en wissen
1
Selecteer [Alle Beeld/Geluid] bij
stap 4 op p.145.
2
Druk op de knop 4.
3
Selecteer [Beveiligen] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden beveiligd en het scherm uit stap 1
verschijnt weer.
5
Selecteer [Stop] met de vierwegbesturing (23) en druk op de
knop 4.
Het weergavepalet verschijnt opnieuw.
Selecteer [Beveiliging opheffen] in stap 6 om de beveiligingsinstelling te
annuleren.
Tijdens weergave wordt op de beveiligde opnamen en geluidsbestanden
Y weergegeven.
Alle opnamen en geluidsbestanden beveiligen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden worden verwijderd wanneer de
SD-geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wordt geformatteerd
(p.183).
Selecteer [Beveiliging opheffen] in stap 3 om de beveiligingsinstelling voor
alle opnamen en geluidsbestanden te annuleren.
OK
OK
OK
Onderbreken
Onderbreken
Onderbreken
OK
OK
OK
Eé
n Beeld/Geluid
n Beeld/Geluid
Eén Beeld/Geluid
Alle Beeld/Geluid
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Beveiliging opheffen
Beveiligen
OK
OK
Onderbreken
Beveiligt alle
Beveiligt alle
beelden/geluiden
beelden/geluiden
Beveiligt alle
beelden/geluiden
147
4
Opnamen weergeven en wissen
Camera aansluiten op audiovisuele
apparatuur
U kunt de camera aansluiten op een TV of een ander apparaat met een video-
ingang of een HDMI-aansluiting en vervolgens opnamen weergeven.
Met de optionele AV-kabel (I-AVC7) kunt u opnamen vastleggen en weergeven
op apparatuur met een video-ingang, zoals een TV.
Tijdens een verbinding brandt de aan/uit-indicatie op de camera.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken,
wordt gebruik van de (optionele) netvoedingsadapterset K-AC117
aanbevolen. (p.41)
Bij AV-apparatuur met meerdere video-ingangen raadpleegt u de
handleiding bij het AV-apparaat en selecteert u de video-ingang waarop de
camera wordt aangesloten.
U kunt composite video en HDMI n
t AV-apparaat.
Als de camera aangesloten is op een AV-apparaat, kunt u de opnamen met
de afstandsbediening (optioneel) wijzigen.
De camera aansluiten op een video-ingang
VIDEO
AUDIO
(L) (R)
Externe
aansluitingen
PC/AV-
aansluiting
Geel Wit
148
4
Opnamen weergeven en wissen
1
Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2
Open de klep van de aansluitingen.
Schuif de vergrendelingsknop op de klep van de aansluitingen in de richting die
wordt aangegeven door 1, schuif de klep in de richting die wordt aangegeven
door 2 en open de klep in de richting die wordt aangegeven door 3.
3
Sluit de AV-kabel aan op de PC/AV-aansluiting.
4
Sluit de andere uiteinden van de AV-kabel (geel: video, wit:
audio) aan op de video- en audio-aansluiting van het
audiovisuele apparaat.
Als u gebruikmaakt van stereoapparatuur, sluit de geluidsconnector dan aan op
de L-ingang (wit).
5
Zet het audiovisuele apparaat aan.
Als het apparaat waarop de camera is aangesloten en het apparaat dat
opnamen weergeeft niet dezelfde zijn, zet beide apparaten dan aan.
Als opnamen worden weergegeven op audiovisuele apparatuur met
verscheidene video-aansluitingen (zoals een TV), raadpleeg dan de handleiding
van het apparaat en selecteer de video-aansluiting waarop de camera moet
worden aangesloten.
6
Zet de camera aan.
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde
videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Mocht dit zich
voordoen, wijzig dan de instelling van het videosignaal (p.196).
De AV-uitgang van de camera is bestemd voor de uitvoer van opnamen
met de normale resolutie.
Als u films wilt bekijken die zijn opgenomen met , of M in
HDTV-resolutie, voer de films dan uit als HDMI of kopieer ze naar een
computer (p.149).
Maak de klep van de aansluitingen goed dicht als u de aansluiting niet
gebruikt.
<Hoe u de klep van de aansluitingen sluit>Sluit de klep in de richting die
tegenovergesteld is aan de richting die wordt aangegeven door 3. Schuif de
klep weg van 2 totdat u een klik hoort. Oefen hierbij op de klep lichte druk uit.
149
4
Opnamen weergeven en wissen
Gebruik een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel om de camera aan te sluiten
op een apparaat met een HDMI-poort.
1
Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2
Open de klep van de aansluitingen.
Schuif de vergrendelingsknop op de klep van de aansluitingen in de richting die
wordt aangegeven door 1, schuif de klep in de richting die wordt aangegeven
door 2 en open de klep in de richting die wordt aangegeven door 3.
3
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort.
4
Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-
poort van het audiovisuele apparaat.
5
Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
Op het scherm van het aangesloten AV-apparaat wordt de camera-informatie
getoond.
De camera aansluiten op een HDMI-poort
De camera heeft een (Micro) HDMI-uitgang van het type D. Gebruik een in
de handel verkrijgbare HDMI-kabel die past bij uw AV-apparaat.
Als u video-opnamen afspeelt door de camera met een in de handel
verkrijgbare HDMI-kabel aan te sluiten op een AV-apparaat, stel het
videosignaal dan in op “Het HDMI-signaal selecteren” (p.197).
Maak de klep van de aansluitingen goed dicht als u de aansluiting niet
gebruikt.
<Hoe u de klep van de aansluitingen sluit>Sluit de klep in de richting die
tegenovergesteld is aan de richting die wordt aangegeven door 3. Schuif de
klep weg van 2 totdat u een klik hoort. Oefen hierbij op de klep lichte druk uit.
HDMI-
aansluiting
150
5
Bewerken en afdrukken
Opnamen bewerken
Door de resolutie en het kwaliteitsniveau van een geselecteerde opname te
wijzigen kunt u het bestand kleiner maken dan het origineel. U kunt deze functie
gebruiken om opnamen te blijven maken wanneer de SD-geheugenkaart of het
interne geheugen vol is door de opnamen te verkleinen en de oorspronkelijke
opnamen te overschrijven. Zo maakt u ruimte vrij op de kaart of in het geheugen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waarvan u de grootte wilt wijzigen.
2
Selecteer n (Formaat wijzigen) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het kiezen van de resolutie wordt geopend.
4
Selecteer [Resolutie] en
[Kwaliteitsniveau].
Kies de resolutie en het kwaliteitsniveau met
de vierwegbesturing (45).
Schakel met de vierwegbesturing (23)
tussen [Resolutie] en [Kwaliteitsniveau].
5
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen)
U kunt de grootte niet wijzigen van opnamen die zijn gemaakt met een
resolutie van of de functie F (Digitaal panorama), of van films.
Het is niet mogelijk een hogere resolutie of een hoger kwaliteitsniveau te
selecteren dan van de oorspronkelijke opname.
5Bewerken en afd ruk ken
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
16M
Resolutie
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
151
5
Bewerken en afdrukken
7
Druk op de knop 4.
De opname met het gewijzigde formaat wordt opgeslagen.
U kunt het ongewenste gedeelte van een opname verwijderen en de
aangesneden opname bewaren als afzonderlijk bestand.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die wilt bijsnijden.
2
Selecteer o (Uitsnijden) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het uitsnijden verschijnt.
Het maximale formaat voor het uitsnijden wordt op het scherm aangegeven met
een groen kader. De bijgesneden afbeelding kan niet groter zijn dan dit
uitsnijkader.
4
Selecteer het uitsnijgebied.
Met de volgende handelingen verplaatst u het
groene kader en bepaalt u het gebied voor de
uitsnede op het scherm.
Opnamen uitsnijden
Opnamen die zijn gemaakt met een resolutie van of de functie F
(Digitaal panorama), of films, kunnen niet worden bijgesneden.
Zoomknop (f/y) Hiermee wijzigt u de
grootte van de
uitsnede
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst de uitsnede
naar boven, naar
beneden, naar links en
naar rechts
Groene toets Roteert de uitsnede.
De knop wordt
alleen weergegeven
als de uitsnede kan
worden geroteerd.
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
152
5
Bewerken en afdrukken
5
Druk op de knop 4.
De uitgesneden opname wordt onder een nieuwe bestandsnaam opgeslagen.
De resolutie wordt automatisch geselecteerd op basis van de grootte van de
bijgesneden afbeelding. De opname wordt opgeslagen met hetzelfde
kwaliteitsniveau als het origineel.
Opnamen worden zo verwerkt dat de grootte wordt gereduceerd van gezichten
die tijdens het opnemen werden gedetecteerd met de functie Gezichtsherkenning
(p.74), zodat deze kleiner lijken.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer k (Klein-gezichtfilter) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Er worden gezichtsdetectiekaders weergegeven voor gezichten die kunnen
worden verwerkt.
Ga verder met stap 6 als er slechts één gezichtsherkenningskader is.
4
Selecteer met de
vierwegbesturing (2345) een
gezicht dat u wilt verwerken.
Een groen kader geeft het gezicht aan dat
moet worden verwerkt.
5
Druk op de knop 4.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om de reductieverhouding
te wijzigen.
F Circa 5 %
G Circa 7 %
H Circa 10 %
Opnamen zodanig verwerken dat gezichten
kleiner lijken
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OKMENU
MENU
MENU
Stop
Stop
Stop
153
5
Bewerken en afdrukken
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende bevestigingsvenster
niet.
8
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
9
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar de stand
Q
en de verwerkte opname wordt
weergegeven.
Met deze functie kunt u kleurtinten aanpassen en speciale bewerkingen uitvoeren
op een geselecteerde opname.
In de volgende situaties kunt u opnamen mogelijk niet verwerken:
Als de grootte van het opgenomen gezicht in relatie tot een opname
te groot of te klein is
Als gezichten zich in de randen van een opname bevinden
In dergelijke gevallen zal het gezichtsherkenningskader bij stap 3 niet
verschijnen.
De digitale filters gebruiken
Zwart-wit/Sepia Maakt van kleuropnamen zwart-witopnamen of verwerkt die met
de sepiafilter.
Speels Opnamen lijken te zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Retro Opnamen zijn eruit als ouderwetse foto’s met een witte rand. U kunt
kiezen uit drie filters: originele opname, amber en blauw.
Kleur De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurfilter. U kunt
kiezen uit zes filters: rood, roze, paars, blauw, groen en geel.
Kleurextractie De opname wordt bewerkt met het geselecteerde
kleurextractiefilter. U kunt kiezen uit drie filters: rood, groen en
blauw.
Kleurverbetering Er zijn 4 filters: Hemelsblauw/Frisgroen/Zachtroze/Herfstbladeren.
Sterk contrast Stelt het contrast van de gemaakte opnamen in.
Sterren Geeft aan de opname een speciale sprankelende uitstraling door
gebieden te accentueren met kruisachtige effecten, zoals
stadslichten bij nacht, lichten die op water worden gereflecteerd of
andere lichtbronnen. U kunt kiezen uit drie filters: Kruis, Hart en
Ster.
154
5
Bewerken en afdrukken
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer P (Digitaal filter) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing ().
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een digitaal
filter verschijnt.
1 Zwart-wit/Sepia
2 Speels
3 Retro
4 Kleur
5 Kleurextractie
6 Kleurverbetering
7 Sterk contrast
8 Sterren
9 Soft
10 Fisheye
11 Helderheid
12 Miniatuur
4
Selecteer met de vierwegbesturing (23) het digitale filter dat
u wilt gebruiken.
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
5
Gebruik de vierwegbesturing (45) om de sterkte van het
effect naar wens aan te passen.
Soft Verwerkt de opname tot een softe opname die in zijn geheel soft
lijkt.
Fisheye Op de opname wordt het effect van een fisheye-objectief toegepast.
Helderheid Past de helderheid van de opname aan.
Miniatuur Een deel van de opname onscherp maken om een miniatuur na te
bootsen.
Opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama), films of opnamen
die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen niet worden bewerkt met
de functie Digitaal filter. Er verschijnt een foutmelding indien u deze functie
kiest in het weergavepalet en op de knop 4 drukt.
OKOKMENUMENU OKMENU
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1111
1212
Zwart-wit/SepiaZwart-wit/SepiaZwart-wit/Sepia
Stop
StopStop OKOKOK
155
5
Bewerken en afdrukken
6
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
7
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
8
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opnamen worden opgeslagen.
Hiermee past u delen van de opname aan die te licht of te donker zijn en wordt
een gesimuleerd HDR-effect op de opname toegepast.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer (HDR-filter) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
Vierwegbesturing
(4)
Standaardinstelling
Vierwegbesturing
(5)
Retro Blauw Originele opname Amber
Speels Zwak Standaard Sterk
Sterk contrast Zwak Standaard Sterk
Fisheye Zwak Standaard Sterk
Helderheid Donker Standaard Licht
Miniatuur Boven Boven en onder Onder
Zwart-wit/Sepia Zwart-wit Sepia
Kleur Rood Roze Paars Blauw Groen Geel
Kleurextractie Rood Groen Blauw
Kleurverbetering Hemelsblauw Frisgroen Zachtroze Herfstbladeren
Sterren Kruis Hart Ster
HDR-filter gebruiken
156
5
Bewerken en afdrukken
4
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
5
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
6
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opnamen worden opgeslagen.
U kunt de opname zo bewerken dat het lijkt of de opname met inkt is gewreven.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing
(2345) de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer (Filter inktgom) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
4
Kies het effect met de
vierwegbesturing (45).
U kunt het effect in vijf niveaus aanpassen.
F Zwak
G Standaard
H Sterk
Gebruik van het inktgomfilter
Het inktgomfilter kunt u niet gebruiken voor de volgende opnamen.
Video’s en opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) of
(Rapport)
Opnamen met de resolutie , h, h, l of m
Opnamen die zijn gemaakt met andere camera’s
Bij stap 3 verschijnt dan een foutbericht.
ݿఽέͻσΗȜ
ݿఽέͻσΗȜ
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
Stop OK
Filter inktgom
157
5
Bewerken en afdrukken
5
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
7
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opnamen worden opgeslagen.
Maak een collage-opname door gemaakte opnamen op een geselecteerd
patroon te plaatsen.
1
Selecteer (Collage) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
He itemselectiescherm verschijnt.
De verwerkte opname wordt opgeslagen met de resolutie f/.
Als er weinig contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, is de
vorm van het onderwerp mogelijk niet scherp genoeg. Dit hangt af van de
omstandigheden van de originele opname.
Een Collage-opname maken
De collagefunctie kunt u niet gebruiken voor de volgende opnamen.
Video’s en opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) of
(Rapport)
Opnamen met de resolutie , l of m
Opnamen die zijn gemaakt met andere camera’s
MENU
3
M
Resolutie
Een beeld maken
Lay-out
Selec. opname(n)
Achtrgrd.
158
5
Bewerken en afdrukken
3
Selecteer [Resolutie] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer de opnameresolutie
met de vierwegbesturing (23).
U kunt kiezen tussen h en h .
6
Druk op de knop 4.
Hiermee keert u terug in het itemselectiescherm.
7
Selecteer [Lay-out] met de vierwegbesturing (23).
8
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
9
Selecteer het layoutpatroon met de vierwegbesturing (
23
).
U kunt een keuze maken uit 3 layoutpatronen ( / / ).
10
Druk op de knop 4.
Hiermee keert u terug in het itemselectiescherm.
11
Selecteer [Achtrgrd.] met de vierwegbesturing (23).
12
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
De opnameresolutie selecteren
Het layoutpatroon selecteren
De achtergrond selecteren
MENU
3
M
Resolutie
Een beeld maken
Lay-out
Selec. opname(n)
Achtrgrd.
OK
OKStop
MENU
Resolutie
Een beeld maken
Lay-out
Selec. opname(n)
Achtrgrd.
3
M
Stop
OK
OK
159
5
Bewerken en afdrukken
13
Selecteer de achtergrond met de
vierwegbesturing (23).
U kunt een witte of zwarte achtergrond
kiezen.
14
Druk op de knop 4.
Hiermee keert u terug in het itemselectiescherm.
15
Selecteer [Selec. opname(n)] met de vierwegbesturing (23).
16
Druk op de vierwegbesturing (5).
De te selecteren opnamen verschijnen.
17
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om de opname te kiezen
die u wilt gebruiken en druk op de
knop 4.
De geselecteerde opname wordt geplaatst
in het geaccentueerde gebied in de
bedieningsaanwijzing. De
bedieningsaanwijzing wordt getoond in de linkerbovenzijde van de monitor.
18
Herhaal stap 17 om de layout in te stellen voor de rest van de
opnamen.
19
Druk op de knop 9.
Hiermee keert u terug in het itemselectiescherm.
Layout van de opname instellen
De collagefunctie kunt u niet gebruiken voor de volgende opnamen.
-Video’s en opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) of
(Rapport)
-Opnamen met de resolutie , l of m
-Opnamen die zijn gemaakt met andere camera’s
Deze opnamen verschijnen niet als selecteerbare items.
Als u een opname met de verhoudingsfactor 16:9 selecteert, worden boven
en onder de opname zwarte gebieden getoond.
MENU
Resolutie
Een beeld maken
Lay-out
Selec. opname(n)
Achtrgrd.
3
M
Stop
OK
OK
10010 0
-
0001
00 01100
-
00010/40/ 40/4
MENUMENUMENU
OK
EindeEinde
Stop
StopStop
160
5
Bewerken en afdrukken
20
Selecteer [Een beeld maken] met
de vierwegbesturing (23).
21
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster voor het opslaan van de opname.
22
Gebruik de vierwegbesturing (2) om [Opslaan] te selecteren.
23
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen.
U kunt opnamen corrigeren waarop het onderwerp door het flitslicht rode ogen
heeft gekregen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer Z (Rode-ogen reductie) in het weergavepalet met
de vierwegbesturing (2345).
De bewerkte opname opslaan
Het kwaliteitsniveau van de opname is vast ingesteld op C (Best).
Rode-ogenreductie
De functie voor rode-ogenreductie kan niet worden gebruikt voor opnamen
die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama), video-opnamen of voor
opnamen waarop rode ogen niet met de camera kunnen worden
gedetecteerd. Bij stap 3 verschijnt dan een foutbericht.
De functie voor rode-ogenreductie is alleen beschikbaar voor
foto-opnamen die met deze camera zijn gemaakt.
MENU
Resolutie
3
M
Een beeld maken
Lay-out
Selec. opname(n)
Achtrgrd.
OK
OK
161
5
Bewerken en afdrukken
3
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
5
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen.
Met deze functie kunt u een decoratief kader toevoegen. In de camera zijn reeds
6 kaders opgeslagen. U kunt de optionele kaders kopiëren van de bijgeleverde
cd-rom.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waaraan u een kader wilt toevoegen.
2
Selecteer N (Beeld inkadering) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 12 kaders zijn
weergegeven.
4
Kies een kader met de
vierwegbesturing (2345).
Een kader toevoegen (Beeldinkadering)
N (Beeld inkadering) kan niet worden gebruikt voor de volgende opnamen.
Video’s en opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) of
(Rapport)
Opnamen met de resolutie , l of m
Bij stap 3 verschijnt dan een foutbericht.
OK
OK
OK
OK
162
5
Bewerken en afdrukken
5
Druk op de knop y.
Het geselecteerde kader verschijnt in de
enkelbeeldweergave.
U kunt een ander frame kiezen op een van
de volgende manieren.
6
Druk op de knop 4.
Het scherm voor aanpassing van de positie
en grootte van de opname verschijnt.
U kunt de opname aanpassen op een van
de volgende manieren.
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
8
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
9
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen met een resolutie van h/h.
Vierwegbesturing
(45)
Druk hierop om een
ander kader te kiezen.
Zoomknop links
(f)
Druk op deze knop om
terug te gaan naar de
twaalfbeeldsweergave
en voer vervolgens stap
5 uit om een ander
kader te kiezen.
Vierwegbesturing
(2345)
Pas de positie van de
opname aan door op
de knoppen te drukken.
Zoomknop
(f/y)
Druk om de opname
groter of kleiner te
maken.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
StopStopStop OKOKOK
OKOKOK
MENUMENUMENU
163
5
Bewerken en afdrukken
Optionele kaders
De optionele kaders staan opgeslagen op de bijgeleverde cd-rom. Om deze kaders
te gebruiken, kopieert u hen van de CD-ROM. Deze optionele kaders worden gewist
als de bestanden op het interne geheugen gewist worden met een computer of als
het interne geheugen geformatteerd wordt.
Kaders kopren
1
Verwijder de SD-geheugenkaart uit de camera.
Als u de SD-geheugenkaart in de camera laat zitten, worden de kaders
gekopieerd naar de kaart en niet naar het interne geheugen van de camera.
2
Sluit de camera aan op de computer met de bijgeleverde
USB-kabel.
Zie “Aansluiten op een computer” (p.206) voor aanwijzingen omtrent het
aansluiten van de camera op computer.
3
Als het venster voor apparaatdetectie verschijnt, klikt u op
[Stop].
4
Plaats de cd-rom in het cd-rom-/dvd-station.
5
Als het installatiescherm verschijnt, klikt u op [EINDE].
6
Als er in de hoofdmap van de camera (verwisselbaar station)
geen submap “KADER” (FRAME) is, maakt u die map via de
computer.
7
Kopieer de gewenste bestanden uit de map KADER
(FRAME) in de hoofdmap van de cd-rom naar de map
KADER van de camera (verwisselbaar station).
Raadpleeg de computerhandleiding voor informatie over het werken met
bestanden op uw computer.
8
Verwijder de USB-kabel uit de computer en camera.
Zie “Aansluiten op een computer” (p.206) voor aanwijzingen voor het
loskoppelen van de camera van de computer.
U kunt kaders zowel in het interne geheugen als op de SD-geheugenkaart opslaan,
maar grote aantallen kaders vertragen het werken met de camera.
164
5
Bewerken en afdrukken
Bij het inkaderen van opnamen kunt u gebruikmaken van kaders die zijn
gedownload van de PENTAX-website of andere bronnen.
U kunt uw creatieve kader (decoratief kader) over een foto plaatsen. U kunt het
type en de kleur van een creatief kader en de positie van het kader selecteren.
Ook kunt u tekst invoeren.
Kader
Tekststempel
Een nieuw kader gebruiken
Pak het gedownloade kader uit en kopieer het naar de map KADER in het
interne geheugen of op de SD-geheugenkaart.
De map KADER wordt aangemaakt bij het formatteren van de
SD-geheugenkaart met deze camera.
Raadpleeg de PENTAX-website voor meer informatie over downloaden.
Uw creatieve kader over een foto plaatsen
Type creatief
kader
Wazigheid/randen
Kadertype
F (alle zijden)/G (boven- en onderzijde)/H (rechter- en
linkerzijde)/I (bovenzijde)/J (onderzijde)/K (linkerzijde)/
L (rechterzijde)
Kleur Wit/grijs/zwart/roze/oranje/donkerrood/donkergroen
Beschikbare
karakters
A – Z, a – z, 0 – 9, symbolen
Weergavestand
M (linksboven)/N (boven in het midden)/O (rechtsboven)/
P (linksonder)/Q (onder in het midden)/R (rechtsonder)
Kleur Wit/grijs/zwart/roze/oranje/donkerrood/donkergroen
De functie Creatief kader is niet beschikbaar voor opnamen die zijn gemaakt
met F (Digitaal panorama) of (Rapport), opnamen in de resolutie
/h/h/l/m of video’s. Er verschijnt dan een foutbericht in
stap 3.
165
5
Bewerken en afdrukken
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waaraan u een kader wilt toevoegen.
2
Selecteer E (Creatief kader) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm verschijnt waarin u het creatieve- kadertype kunt selecteren.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een creatief-kadertype
te selecteren, en druk op de knop
4.
Het kaderinstelscherm verschijnt.
5
Selecteer [Kadertype] met de
vierwegbesturing (23), en druk
op de vierwegbesturing (5).
6
Selecteer een kadertype met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (4).
7
Stel [Kleur] op dezelfde manier in als bij stap 5 en 6.
8
Stel de positie van het kader en de opname in.
Zie“De positie van het kader en een opname instellen” (p.166) voor
bijzonderheden.
9
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Tekststempel]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Het tekststempelscherm verschijnt.
Als u geen karakters wilt invoeren, ga dan verder bij stap 11.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Onscherpte
Kader maken
Kader maken
Onderbreken
Onderbreken
Kader maken
Onderbreken
Opslaan
Opslaan
Stop
Stop
Positie-instelling
Positie-instelling
Kleur
Kleur
Tekststempel
Tekststempel
Opslaan
Stop
Positie-instelling
Kadertype
Kleur
Tekststempel
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
166
5
Bewerken en afdrukken
10
Stel het tekststempel samen.
Zie“De tekststempel samenstellen” (p.167)
voor bijzonderheden.
11
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om
bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende bevestigingsvenster
niet.
12
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
13
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen met de resolutie f/.
1
Druk op de knop Snelinstelling.
Het scherm voor instelling van de
kaderpositie verschijnt.
De positie van het kader en een opname instellen
Vierwegbesturing
(2345)
Druk op de knop om
de positie van het
kader in te stellen.
Zoomknop rechts
(y)
Druk op de knop om
het kader groter te
maken
Zoomknop links (f) Druk op de knop om
het kader kleiner te
maken
A/a
A
0
B
1
#
C
2
D
3
+
E
4
=
F
5
$
G
6
%
H
7
I
8
J
9
{
K
.
}
L
,
M
(
N
)
O
[
P
]
Q
<
R
>
S
@
T UV
/
W
:
X
;
Y
!
Z
?
MENU
OK
Enter
Tekststempel
Stop
Voltooien
1 teken wissen
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
/
/
Stop
Stop
Stop
167
5
Bewerken en afdrukken
2
Druk op de knop Snelinstelling.
Het scherm voor instelling van de
opnamepositie verschijnt.
3
Druk op de knop 4.
Het scherm keert terug naar het oorspronkelijke scherm.
1
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om een karakter te
selecteren en druk op de knop
4.
Het geselecteerde karakter wordt
ingevoerd.
Er kunnen maximaal 52 karakters worden
ingevoerd.
Vierwegbesturing
(2345)
Pas de positie van de
opname aan door op
de knoppen te
drukken.
Zoomknop rechts
(y)
Druk op de knop om
de opname groter te
maken
Zoomknop links (f) Druk op de knop om
de opname kleiner te
maken
De tekststempel samenstellen
I
, knop
Indrukken om
afwisselend kleine
letters of hoofdletters
te kiezen
Zoomknop rechts
(y)
Indrukken om de
cursor naar rechts te
verplaatsen
Zoomknop links (f) Indrukken om de
cursor naar links te
verplaatsen
Knop Snelinstelling Indrukken om het
karakter te
verwijderen
OKOKOKOKOKStopStopStop
OKOKOK
MENUMENUMENU
//
A/a
A
0
B
1
#
C
2
D
3
+
E
4
=
F
5
$
G
6
%
H
7
I
8
J
9
{
K
.
}
L
,
M
(
N
)
O
[
P
]
Q
<
R
>
S
@
T UV
/
W
:
X
;
Y
!
Z
?
FR I ENDS
MENU
Voltooien
Tekststempel
Stop
1 teken wissen
OK
OK
168
5
Bewerken en afdrukken
2
Selecteer [Voltooien] met de vierwegbesturing (2345) en
druk op de knop 4.
3
Selecteer [Weergavestand] met
de vierwegbesturing (23) en
druk op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer de weergavestand met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (4).
5
Selecteer [Kleur] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
6
Selecteer de kleur met de vierwegbesturing (23) en druk op
de vierwegbesturing (4).
1
Druk op de knop Snelinstelling.
Het voorbeeldscherm verschijnt.
2
Druk op de knop 3.
Het scherm keert terug naar het oorspronkelijke scherm.
3
Druk op de knop 4.
Ga verder bij Stap 11 op p.166.
U kunt een beeld uit een video-opname halen en opslaan als foto, of een video-
opname in twee delen opsplitsen, of een titelbeeld aan een video-opname
toevoegen.
Het voorbeeldscherm bekijken
Video bewerken
OK
OK
OK
Stop
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
F R I E ND S
FR I ENDS
Instellen op basis van
Instellen op basis van
deze keuzes
deze keuzes
Instellen op basis van
deze keuzes
Weergavestand
Kleur
Kleur
Preview
Preview
Kleur
Preview
MENUMENUMENU
F R I E ND SFR I ENDS
169
5
Bewerken en afdrukken
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de video die u wilt bewerken.
2
Selecteer [ (Video bewerken) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het selectiescherm van de videobewerking
verschijnt.
4
Selecteer [Bewaar als foto] op het selectiescherm van de
videobewerking.
5
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een beeldje dat moet worden opgeslagen als foto
verschijnt.
6
Kies met de vierwegbesturing
(2345) een beeld dat u wilt
opslaan.
2 De video afspelen of
onderbreken
3 Het afspelen stoppen en
teruggaan naar het eerste
beeldje
4 De video beeld voor beeld achterwaarts afspelen
5 De video beeld voor beeld voorwaarts afspelen
7
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde beeldje wordt opgeslagen als foto.
Een beeldje uit een video opslaan als foto
OKOKOK
OKOKOK
OnderbrekenOnderbrekenOnderbreken
Bewaar als foto
Video delen
Video delenVideo delen
Titelbeeld toevoegen
Titelbeeld toevoegenTitelbeeld toevoegen
100
10 0
-
0042
00 42
100
-
0042
00:06
00 :0 6
00:06
1
1
OK
OK
OKMENU
MENU
MENU
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
Kies beeld om op te slaan
Kies beeld om op te slaan
Kies beeld om op te slaan
170
5
Bewerken en afdrukken
4
Selecteer [Video delen] op het scherm voor selectie van de
videobewerking.
5
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het kiezen van de opsplitsingspositie wordt geopend.
6
Bepaal de splitsingspositie met
de vierwegbesturing (2345).
2 De video afspelen of
onderbreken
3 Het afspelen stoppen en
teruggaan naar het eerste
beeldje
4 De video beeld voor beeld achterwaarts afspelen
5 De video beeld voor beeld voorwaarts afspelen
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
8
Selecteer [Delen] met de
vierwegbesturing (2).
9
Druk op de knop 4.
De video wordt op de opgegeven positie gesplitst en elk segment wordt als
nieuw bestand opgeslagen. De oorspronkelijke video wordt gewist.
Een video-opname splitsen
Beveiligde video-opnamen kunnen niet worden gedeeld.
Alleen een video van meer dan 2 seconden (31 beeldjes) kan worden
opgedeeld.
U kunt opdelen per 30 beeldjes (31e, 61e, 91e).
Kies beeld om te delen
Kies beeld om te delen
Kies beeld om te delen
Stop
Stop
Stop
100
10 0
-
0042
00 42
00:09
00 :0 9
100
-
0042
00:09
OK
OK
OKMENU
MENU
MENU
31
31
31
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Onderbreken
Delen op deze positie?
Delen op deze positie?
Delen op deze positie?
Delen
171
5
Bewerken en afdrukken
4
Selecteer [Titelbeeld toevoegen] op het scherm voor selectie
van de videobewerking.
5
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een scherm waarin u een titelbeeld kunt selecteren.
6
Kies het gewenste titelbeeld met de vierwegbesturing (45).
Er worden alleen opnamen weergegeven die beschikbaar zijn voor gebruik met
het titelbeeld.
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een scherm waarin u de positie van het titelbeeld kunt controleren.
8
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de positie te selecteren.
A Hiermee voegt u het titelbeeld
toe aan het begin van de video-
opname
B Hiermee voegt u het titelbeeld
toe aan het eind van de video-
opname
9
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen als het titelbeeld.
Een titelbeeld toevoegen aan een video-opname
Aan beschermde video-opnamen kan geen titelbeeld worden toegevoegd.
Als een film meer dan 26 minuten lang is na het toevoegen van
titelbeelden, kunt u er niet nog meer titelbeelden aan toevoegen.
Als een titelbeeld wordt toegevoegd aan het begin van een video-opname:
wanneer u de video-opname afspeelt, wordt het stilbeeld drie seconden
lang weergegeven en wordt daarna de video-opname afgespeeld. Het
stilbeeld dat is geregistreerd als het titelbeeld, wordt gebruikt als de
miniatuur van de video-opname.
Als een titelbeeld wordt toegevoegd aan het eind van een video-opname:
wanneer u de video-opname afspeelt, wordt eerst de video-opname
afgespeeld en daarna het stilbeeld drie seconden lang weergegeven. De
miniatuur van de video-opname verandert niet door een titelbeeld toe te
voegen aan het eind van de video-opname.
Als titelbeeld kan alleen een foto worden gebruikt die dezelfde
verhoudingsfactor heeft als de video-opname.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Onderbreken
Pos. titelbeeld opgeven
Pos. titelbeeld opgeven
Pos. titelbeeld opgeven
172
5
Bewerken en afdrukken
U kunt opnamen en geluidsbestanden kopiëren van het interne geheugen naar
de SD-geheugenkaart en vice versa. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst.
1
Selecteer p (Kopieer beeld/geluid) in het weergavepalet met
de vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de gewenste kopieermethode verschijnt.
Alle opnamen en geluidsbestanden in het interne geheugen worden tegelijk naar
de SD-geheugenkaart gekopieerd. Zorg dat er voldoende ruimte is op de SD-
geheugenkaart voordat u de bestanden kopieert.
3
Selecteer [2}{] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden gekopieerd naar de SD-
geheugenkaart.
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden van de SD-geheugenkaart
worden één voor één naar het interne geheugen gekopieerd.
3
Selecteer [{}2] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Opnamen en geluidsbestanden kopiëren
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Bestanden kopiëren vanuit het interne geheugen naar de
SD-geheugenkaart
Bestanden kopiëren van de SD-geheugenkaart naar het interne
geheugen
OK
OK
OK
Onderbreken
Onderbreken
Onderbreken
SD
SD
OK
OK
OK
SD
SD
173
5
Bewerken en afdrukken
5
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om het foto/
geluidsbestand te selecteren dat
u wilt kopiëren.
6
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde beeld/geluidsbestand wordt gekopieerd naar het interne
geheugen.
Als u andere opnamen of geluidsbestanden wilt kopiëren, herhaal dan stap 3 t/
m 6. Selecteer [Stop] als u het kopiëren wilt verlaten.
Opnamen met geluid (Gesproken memo) worden gekopieerd inclusief het
geluid.
Wanneer u een bestand van de SD-geheugenkaart naar het interne
geheugen kopieert, krijgt het bestand een nieuwe naam.
Kopieert ditKopieert dit
beeld/geluidbeeld/geluid
Kopieert dit
beeld/geluid
10010 0
-
0017
00 17100
-
0017
OKOKOKMENUMENUMENU
OKOKOK
Stop
StopStop
174
5
Bewerken en afdrukken
Afdrukinstellingen
U kunt met de camera gemaakte opnamen op de volgende manieren afdrukken.
1 Bij een fotolab.
2 Op een printer waarin een SD-geheugenkaart kan worden geplaatst, om
rechtstreeks vanaf de SD-geheugenkaart af te drukken.
3 Met de software die op uw computer beschikbaar is voor het afdrukken van
opnamen.
DPOF (Digital Print Order Format) is de indeling voor het opslaan van
afdrukordergegevens op foto’s die zijn gemaakt met een digitale camera. Als de
afdrukordergegevens zijn opgeslagen, kunnen de opnamen worden afgedrukt op
basis van de DPOF-instellingen op een DPOF-compatibele printer of in een
fotolab dat DPOF ondersteunt.
DPOF kan niet worden ingesteld voor video-opnamen en geluidsbestanden.
Stel voor elke opname de volgende opties in.
1
Selecteer r (DPOF) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van [Enkel beeld] of [Alle beelden] verschijnt.
Afdrukservice instellen (DPOF)
Als op de foto al de datum en/of tijd is afgedrukt (p.116), selecteer dan niet
[Datum] O (Aan) in de DPOF-instellingen. Als u O selecteert, kan er een
overlapping plaatsvinden van de afgedrukte datum/tijd.
Afzonderlijke opnamen afdrukken
Kopieën
Instelling van het aantal afdrukken. U kunt maximaal 99 exemplaren
afdrukken.
Datum Geef aan of de datum moet worden afgedrukt op de afdruk.
175
5
Bewerken en afdrukken
3
Selecteer [Enkel beeld] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Het bericht [DPOF instelling voor dit beeld] verschijnt.
Om DPOF-instellingen te verrichten voor een andere opname, selecteert u een
andere opname met de vierwegbesturing (45).
Als er al DPOF-instellingen zijn opgegeven voor de geselecteerde opname,
verschijnt de vorige instelling van het aantal afdrukken en de datumweergave (
O
(Aan) of
P
(Uit)).
5
Kies het aantal exemplaren met
de vierwegbesturing (23).
6
Gebruik de knop Snelinstelling
om te bepalen of de datum al dan
niet moet worden afgedrukt.
O(Aan) De datum wordt afgedrukt.
P (Uit) De datum wordt niet afgedrukt.
Om nog meer DPOF-afdrukordergegevens
in te stellen, kiest u met de
vierwegbesturing (45) een andere opname en herhaalt u stap 5 en 6.
7
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en het scherm uit stap 3 verschijnt opnieuw.
Afhankelijk van de printer of de afdrukapparatuur van het fotolab bestaat de
kans dat de datum niet wordt afgedrukt op de opnamen, zelfs als O (Aan) is
geselecteerd in de DPOF-instellingen.
Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stelt u het aantal exemplaren in
stap 5 in op [00] en drukt u op de knop 4.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Onderbreken
Onderbreken
Alle Beelden
Alle Beelden
Onderbreken
Enkel beeld
Alle Beelden
OKOKOK
10010 0
-
0017
00 17100
-
0017
MENUMENUMENU
00
OKOKOK
Stop
StopStop
DatumDatumDatum
Datum
Kopieën
DPOF instelling
DPOF instelling
voor dit beeldvoor dit beeld
DPOF instelling
voor dit beeld
OK
OK
OK
100
10 0
-
0017
00 17
100
-
0017
MENU
MENU
MENU
01
Stop
Stop
Stop
Datum
Datum
Datum
OK
OK
OK
DPOF instelling
DPOF instelling
voor dit beeld
voor dit beeld
DPOF instelling
voor dit beeld
Datum
Kopieën
176
5
Bewerken en afdrukken
DPOF-instellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn opgeslagen in de
camera.
1
Selecteer [Alle beelden] in stap 3 op p.175.
2
Druk op de knop 4.
Het bericht [DPOF-instelling voor alle beelden] verschijnt.
3
Kies het aantal exemplaren en
stel in of u de datum wilt
afdrukken.
Zie stap 5 en 6 in “Afzonderlijke opnamen
afdrukken” (p.175) voor nadere informatie
over de instellingen.
4
Druk op de knop 4.
De instellingen voor alle opnamen worden opgeslagen en de camera keert terug
naar het scherm van de DPOF-instellingen.
Alle opnamen afdrukken
Het aantal exemplaren dat u opgeeft bij de DPOF-instellingen, geldt voor
alle opnamen. Controleer of het aantal correct is alvorens de opnamen af
te drukken.
Instellingen voor afzonderlijke opnamen worden geannuleerd als
er instellingen worden verricht met [Alle beelden].
DPOF-instelling voorDPOF-instelling voor
alle beeldenalle beelden
DPOF-instelling voor
alle beelden
OKOKOK
DatumDatumDatum
Datum
Kopieën
OKOKOK
MENUMENUMENU
01
StopStopStop
177
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
Geluid opnemen (Geluidsopname)
U kunt geluid opnemen met de camera. De microfoon bevindt zich op de voorkant
van de camera. Richt de microfoon bij het opnemen van geluid op de geluidsbron.
Om de functie Geluidsopname te gebruiken moet u de functie eerst toewijzen aan
de knop Snelinstelling (Groene toets).
1
Selecteer [Groene toets] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Geluidsopname] te
selecteren en druk op 4.
De functie Geluidsopname is nu
toegewezen aan de knop Snelinstelling.
Geluidsopname instellen
Wanneer de opnamestand is ingesteld op 9 (Groene modus), kunnen de
instellingen van [Groene toets] niet worden geconfigureerd in het menu
[A Opnemen]. Om de instellingen te configureren, moet u eerst een andere
stand dan 9 activeren.
6G eluidsopnamen
maken en weergeven
Microfoon
MENU
Stop
OK
OK
Groene toets
Geluidsopname
Groene modus
Video
Fn-instelling
178
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
1
Druk op de knop Snelinstelling in
de stand A.
De functie O (Geluidsopname) wordt
geactiveerd. Op het scherm verschijnen de
resterende opnametijd en de opnametijd
van het huidige bestand.
1 Duur van de opname
2 Resterende opnametijd
2
Druk de ontspanknop helemaal
in.
De opname start. Tijdens de opname
knipperen het zelfontspannerlampje en het
REC-pictogram (rood).
Wanneer tijdens de geluidsopname op de
knop Snelinstelling wordt gedrukt, wordt
een index toegevoegd aan het huidige
geluidsbestand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname stopt.
Geluidsopnamen maken
Als u de ontspanknop meer dan één seconde ingedrukt houdt in stap 2,
gaat de opname door tot u uw vinger van de ontspanknop haalt. Dat kan
handig zijn voor korte geluidsopnamen.
Geluid wordt opgeslagen in WAVE-bestanden (mono).
00:00:00
0 0 :0 0 : 0 0
00:00:00
SHUTTER
SHUTTER
SHUTTER
Starten
Starten
01:31:44
01:31:44
01:31:44
1
2
00:01:22
00:0 1 : 2 2
00:01:22
SHUTTER
SHUTTER
SHUTTER
Stoppen
Stoppen
Stoppen
01:30:32
01:30:32
01:30:32
Index
Index
Index
REC
REC
REC
179
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
U kunt de geluidsbestanden afspelen die u hebt gemaakt met de functie
Geluidsopname.
1
Druk op de knop Q.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) het geluidsbestand dat u
wilt weergeven.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
1 Totale opnametijd
2 Weergavetijd
Tijdens het weergeven kunnen de volgende handelingen worden
verricht.
Vierwegbesturing (2) Weergave onderbreken
Zoomknop rechts (y) Het volume verhogen
Zoomknop links (f) Het volume verlagen
Als er geen indexen zijn opgenomen:
Vierwegbesturing (4) Achteruit weergeven
Vierwegbesturing (5) Spoelt het geluid vooruit en geeft het
weer
Als er indexen zijn opgenomen:
Vierwegbesturing (4)
Start het afspelen bij de vorige index
Vierwegbesturing (5) Start de weergave bij de volgende
index
Terwijl de weergave is onderbroken, kunnen de volgende handelingen
worden verricht.
Vierwegbesturing (2) Weergave hervatten
Vierwegbesturing (4) Ca. 5 seconden terugspoelen
Vierwegbesturing (5) Ca. 5 seconden vooruitspoelen
4
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
Geluid afspelen
00:00:00
00:01:30
02/02/'12 14:25
100
10 0
-
0025
00 25
100
-
0025
1
2
180
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
Een gesproken memo toevoegen aan
opnamen
U kunt een gesproken memo toevoegen aan foto-opnamen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de foto waaraan u een gesproken memo wilt toevoegen.
2
Selecteer \ (Gesproken memo) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De opname start.
4
Druk op de knop 4.
De opname stopt.
Een gesproken memo opnemen
U kunt geen gesproken memo toevoegen aan een opname die al een
gesproken memo bevat. Verwijder het oude memo (p.142) en neem een
nieuw memo op.
U kunt geen gesproken memo toevoegen aan beveiligde opnamen (p.145).
100
10 0
-
0038
00 38
01:31:44
01 :3 1: 4 4
100
-
0038
01:31:44
181
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de foto met het gesproken memo dat u wilt afspelen.
In de enkelbeeldweergave verschijnt U op opnamen met gesproken memo’s.
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
Tijdens het weergeven kunnen de
volgende handelingen worden verricht.
Zoomknop rechts (y) Het volume verhogen
Zoomknop links (f) Het volume verlagen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
Een gesproken memo afspelen
Eén opname of geluidsbestand wissen 1p.142
100
10 0
-
0038
00 38
100
-
0038
Bewerken
Bewerken
Bewerken
02/02/'12
0 2 /0 2/ '1 2
14:25
1 4 :2 5
02/02/'12 14:25
182
7
Instellingen
Camera-instellingen
De instellingen voor de camera geeft u op in het menu [W Instelling]. Zie de uitleg
bij elke functie als u wilt weten hoe u deze instellingen opgeeft.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan op de vierwegbesturing (5).
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om een item te
selecteren en in te stellen.
3
Druk op de knop 3 wanneer u klaar bent met instellen.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar het vorige scherm.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
3
Druk op de knop 3 voordat u de instellingen voltooit.
De wijzigingen worden geannuleerd en u kunt een menu selecteren.
Het menu Instelling instellen
De instelling opslaan en beginnen met het maken van opnamen
Als het menu [W Instelling] wordt weergegeven in de stand Q, kunt
u overschakelen naar de stand A door op de knop Q te drukken.
De wijzigingen annuleren en doorgaan met het menu
De werking van de knop 3 verschilt, afhankelijk van het scherm. Zie de
bedieningsaanwijzingen.
Einde Hiermee verlaat u het menu en keert u terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met de
huidige instelling.
Stop Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u het
menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
7I nstellingen
MENU
MENU
MENU
183
7
Instellingen
Formatteren wist alle gegevens op de SD-geheugenkaart of het interne
geheugen.
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera of een ander
digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera worden geformatteerd
(geïnitialiseerd).
1
Selecteer [Formatteren] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
3
Selecteer [Formatteren] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
Het formatteren begint.
Nadat de kaart is geformatteerd, keert de camera terug naar de stand A of Q.
Het geheugen formatteren
Neem een SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. Hierdoor kan
de kaart beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Als u een kaart formatteert, worden alle beveiligde opnamen gewist,
evenals alle gegevens die op de kaart zijn opgenomen met een computer
of een andere camera dan deze camera.
Een SD-geheugenkaart die is geformatteerd op een computer of op een
ander apparaat dan deze camera, is niet bruikbaar. Formatteer de kaart
met de camera.
Haal de SD-geheugenkaart er eerst uit vooraleer u het interne geheugen
formatteert. Anders zal de SD-geheugenkaart ook geformatteerd worden.
OK
OK
Formatteren
Alle gegevens
worden gewist
Formatteren
Onderbreken
184
7
Instellingen
U kunt het volume van bedieningsgeluiden aanpassen en het type geluid wijzigen.
1
Selecteer [Geluid] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geluid] verschijnt.
3
Selecteer [Bedieningsvolume] met de vierwegbesturing (
23
).
4
Pas het volume aan met de vierwegbesturing (45).
Stel het volume in op f om het opstartgeluid, sluitergeluid, bedieningsgeluid en
zelfontspannergeluid uit te zetten.
5
Wijzig [Weergavevolume] op dezelfde manier als in stap 3 en
4.
3
Selecteer [Opstartgeluid] met de vierwegbesturing (
23
).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer het geluidstype met de vierwegbesturing (
23
).
U kunt [1], [2], [3], [4], [Uit] of [USER] kiezen.
6
Druk op de knop 4.
7
Stel [Sluitergeluid], [Bedieningsgeluid] en [Zelfontsp.geluid]
op dezelfde manier in als in stap 3 tot en met 6.
De geluidsinstellingen wijzigen
Het volume van bedieningsgeluiden/weergave
Het geluidstype wijzigen
Geluid
Bedieningsvolume
Opstartgeluid
Sluitergeluid
Bedieningsgeluid
Zelfontsp.geluid
Weergavevolume
MENU
1
1
1
Uit
185
7
Instellingen
U kunt een door de camera opgenomen geluid gebruiken voor
geluidsinstellingen.
De eerste twee seconden van het geselecteerde geluidsbestand worden
afgespeeld als het [USER] geluid.
1
Selecteer [USER] bij stap 5 onder “Het geluidstype wijzigen”.
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het afspelen van
opgenomen geluiden verschijnt.
3
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een geluidsbestand.
Speel het geluid ter bevestiging af.
Vierwegbesturing (
2
): Speelt de eerste twee seconden van het geluidsbestand af.
Vierwegbesturing (
3
): Onderbreekt het afspelen.
4
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde geluid wordt ingesteld [USER]-geluid.
5
Stel [Sluitergeluid], [Bedieningsgeluid] en [Zelfontsp.geluid]
op dezelfde manier in.
U kunt de aanvankelijk ingestelde datum en tijd wijzigen (p.51). U kunt ook de stijl
waarin de datumgegevens worden weergegeven op de camera wijzigen.
1
Selecteer [Datum instellen] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
Het geluid wijzigen (met een opgenomen geluid)
De geluidsinstellingen worden opgeslagen bij uitschakeling van de camera.
Datum en tijd wijzigen
10010 0
-
0038
00 38100
-
0038
MENUMENU
StopStop
MENU
Stop
OKOK
OKOK
OK
OK
186
7
Instellingen
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [MM/DD/JJ].
Afhankelijk van de basisinstelling of de vorige instelling kan [DD/MM/JJ] of
[JJ/MM/DD] verschijnen.
4
Kies met de vierwegbesturing (23) de datum-/tijdnotatie.
Kies [MM/DD/JJ], [DD/MM/JJ] of [JJ/MM/DD].
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
6
Selecteer [24h] (24-uurs notatie) of [12h] (12-uurs notatie) met
de vierwegbesturing (23).
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumweergave].
8
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
9
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar een van de volgende onderdelen, afhankelijk van de
datumnotatie die is ingesteld in stap 4.
Maand voor [MM/DD/JJ]
Dag voor [DD/MM/JJ]
Jaar voor [JJ/MM/DD]
Voor de volgende handelingen en schermen is [MM/DD/JJ] als voorbeeld
gebruikt. De handelingen zijn gelijk, ook als een andere datumnotatie is
geselecteerd.
10
Wijzig de maand met de vierwegbesturing (23).
11
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar het veld voor de dag. Wijzig de dag met de
vierwegbesturing (23). Nadat de dag is gewijzigd, wijzigt u het jaar op dezelfde
manier.
Stop
MENU
DD/MM/JJ
24
h
00:00
Instellingen voltooid
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
01/01/2012
187
7
Instellingen
12
Wijzig de tijd op dezelfde manier als in stap 7 tot en met 11.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 6, verandert de aanduiding in am (vóór
12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s middags), al naar gelang de tijd.
13
Selecteer [Instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
14
Druk op de knop 4.
De instellingen voor datum en tijd worden opgeslagen en het scherm keert terug
naar het menu [W Instelling].
U kunt het alarm op een ingestelde tijd laten afgaan.
U kunt instellen of het alarm elke dag op dezelfde tijd moet afgaan of één keer op
de ingestelde tijd.
1
Selecteer [Alarm] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23 ).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Alarm] verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer het alarm met de vierwegbesturing (23).
Kies [Uit], [Eenmalig] of [Dagelijks].
5
Druk op de knop 4.
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar het veld [Tijd].
Als u in stap 14 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera
teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de
knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden
aangeeft.
Het alarm instellen
Het alarm instellen
MENU
Tijd
00:00
Instellingen voltooid
14:14
Alarm
Alarm
Uit
Stop
188
7
Instellingen
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar het veld voor het uur.
8
Wijzig het uur met de vierwegbesturing (23) en druk op (5).
Het kader gaat naar het veld voor de minuten.
Wijzig de minuten op dezelfde wijze.
9
Druk op de knop 4.
10
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Instellingen voltooid].
11
Druk op de knop 4.
Wanneer het alarm is ingesteld op [Uit],
worden de instellingen opgeslagen en
keert het scherm terug naar het menu
[W Instelling].
Controleer of [Alarm] is ingesteld op
P (Uit).
Wanneer het alarm is ingesteld op
[Eenmalig] of [Dagelijks], wordt [Alarm is ingesteld] weergegeven en wordt de
camera uitgeschakeld.
1
Selecteer [Alarm] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23 ).
Controleer of [Alarm] is ingesteld op O (Aan).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Alarm] verschijnt.
Controleer de frequentie en tijd van het
alarm.
De wekker controleren
1/4
MENU
01/01/2012
Language
Einde
Instelling
Geluid
Datum instellen
Alarm
Wereldtijd
Tekstformaat
Standaard
Nederlands
MENU
14:25
Eenmalig
14:14
Tijd
Instellingen voltooid
Alarm
Alarm
Stop
189
7
Instellingen
Klokweergave verschijnt en het alarm gaat een
minuut lang af wanneer de ingestelde tijd is
bereikt terwijl de camera is uitgeschakeld.
U kunt de wekker uitzetten door op een
willekeurige knop te drukken als het alarm
afgaat.
De datum en tijd die zijn geselecteerd in “Datum en tijd instellen” (p.51) and
“Datum en tijd wijzigen” (p.185) dienen als datum en tijd voor W ( Thuistijd). Met
de wereldtijdfunctie kunt u de tijd weergeven in een andere plaats dan de Thuistijd
(X Bestemming). Dat is handig wanneer u fotografeert in een andere tijdzone.
1
Selecteer [Wereldtijd] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
3
Selecteer X (Bestemmingstijd) met de vierwegbesturing
(23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Bestemmingstijd] verschijnt. De huidige, geselecteerde plaats
knippert op de kaart.
Het alarm uitschakelen
Als de camera aan staat gaat de wekker niet af wanneer de ingestelde tijd
wordt bereik.
Zelfs als er een alarm is ingesteld, zal het alarm niet afgaan tijdens het
maken van intervalopnamen.
Wereldtijd instellen
De bestemming instellen
Wereldtijd
Thuistijd
Amsterdam
Bestemmingstijd
Amsterdam
Selecteer tijd
MENU
14:25
DST
OFF
OFF
OFF
DST
OFF
OFF
OFF
14:25
190
7
Instellingen
5
Wijzig de plaats van de
bestemmingstijd met de
vierwegbesturing (45).
Het huidige tijdstip, de locatie en het
tijdsverschil van de gekozen plaats
verschijnen.
6
Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (23).
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Selecteer O (Aan) als het in de plaats van de bestemmingstijd zomertijd is.
8
Druk op de knop 4.
De instelling voor [Wereldtijd] wordt opgeslagen.
1
Selecteer [Wereldtijd] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
3
Selecteer [Selecteer tijd] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer X (Bestemmingstijd) of W (Thuistijd) met de
vierwegbesturing (23).
X Weergave van de bestemmingstijd
W Weergave van de thuistijd
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Wanneer X (Bestemmingstijd) wordt
geselecteerd, verschijnt op het scherm het
pictogram X om aan te geven dat de
datum en tijd van de bestemming worden
weergegeven in de stand A.
Selecteer W (Thuistijd) in stap 3 om de plaats en de zomertijdinstelling voor
de eigen woonplaats in te stellen.
De tijd van de bestemmingstijd weergeven (Selecteer tijd)
Stop
Stad
Zomertijd
Amsterdam
Bestemmingstijd
Tijd+/-
MENU
14:25
+
0:00
OK
OK
38
3 8
38
P
191
7
Instellingen
U kunt de tekstgrootte instellen van het item dat met de cursor in het menu is
geselecteerd. Hierbij kunt u kiezen tussen [Standaard] (normale weergave) en
[Groot] (vergrote weergave).
1
Selecteer [Tekstformaat] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer de tekstgrootte met de
vierwegbesturing (23).
U kunt kiezen tussen [Standaard] en
[Groot].
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden
weergegeven.
1
Selecteer [Language/ ] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
3
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de knop 4.
De menu’s en berichten worden weergegeven in de geselecteerde taal.
De tekstgrootte instellen in het menu
De weergavetaal wijzigen
1/4
Instelling
Standaard
01/01/2012
Tekstformaat
Geluid
Datum instellen
Alarm
Wereldtijd
MENU
Language
OK
Stop OK
Groot
192
7
Instellingen
U kunt de naamgeving van de map waarin opnamen worden opgeslagen,
wijzigen. Als de naamgeving wordt ingesteld op [Datum], worden de opnamen
bewaard in afzonderlijke mappen op basis van de datum waarop ze zijn gemaakt.
De naaminstelling wijzigen van de map
Keuze De naam van de map
Datum
(Standaard)
xxx_mmdd (3-cijferig mapnummer_maand dag)
* xxx_ddmm (3-cijferig mapnummer_dag maand) wanneer de
datumweergave is ingesteld op [DD/MM/JJ]
Er wordt per dag een map gemaakt, en de opnamen en
geluidsbestanden worden in deze map opgeslagen.
PENTX
xxxPENTX (xxx is het 3-cijferige mapnummer)
In dezelfde map kunnen maximaal 9.999 opnamen worden
opgeslagen.
_USER
xxxAAAAA (xxx is het automatisch toegewezen 3-cijferige
mapnummer, en AAAAA zijn de 5 letters die u zelf hebt ingevoerd)
In dezelfde map kunnen maximaal 9.999 opnamen worden
opgeslagen.
DCIM
100_0401
101_0408
102PENTX
DCIM
100_0401
101_0408
DCIM
100_0401
100 100
101
100
101
102
DCIM
100_0401
101_0408
102PENTX
100
101
102
Een opname die is
gemaakt op 1 april
waarbij de naamgeving
van de gemaakte map is
gebaseerd op [Datum].
Er wordt een map met
de naam “100_0401”
gemaakt.
De opnamen worden
opgeslagen in de map
“100_0401”.
Een opname die is
gemaakt op 8 april
waarbij de naamgeving
van de gemaakte map is
gebaseerd op [Datum].
Er wordt een map met
de naam “101_0408”
gemaakt.
De opnamen worden
opgeslagen in de map
“101_0408”.
Een opname die is
gemaakt op 10 april
waarbij de naamgeving
van de gemaakte map is
gebaseerd op [PENTX].
Er wordt een map met
de naam “102PENTX”
gemaakt.
De opnamen worden
opgeslagen in de map
“102PENTX”.
Een opname die is
gemaakt op 15 april
waarbij de naamgeving
van de gemaakte map is
gebaseerd op [PENTX].
Er wordt geen nieuwe
map gemaakt.
De opnamen worden
opgeslagen in de map
“102PENTX”.
U kunt maximaal 900 mappen maken.
U kunt maximaal 9.999 opnamen of geluiden
opslaan in een map.
193
7
Instellingen
1
Selecteer [Bestandsnaam] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de regel voor de
naamgeving van mappen te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
U kunt een naam geven aan de map waarin u opnamen wilt opslaan.
U kunt maximaal vijf cijfers en letters invoeren.
De 5-cijferige naam wordt weergegeven na het 3-cijferige nummer.
1
Selecteer [_USER] bij stap 3 onder “Een regel selecteren voor
de naamgeving van mappen”.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor de naamgeving van
mappen verschijnt.
“_USER” is al ingevoerd.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de letter
te selecteren die u wilt invoeren, en druk op de knop 4.
De eerste letter wordt vastgezet en de cursor gaat naar de tweede letter.
4
Herhaal stap 3 en voer de resterende letters in.
Een regel selecteren voor de naamgeving van mappen
Zelf een naam geven aan de map
A
0
B
1
C
2
D
3
E
4
F
5
G
6
H
7
I
8
J
9
KL
M
NOPQR STUV
W
XYZ
USER
MENU
OK
Enter
Bestandsnaam
Instellingen voltooid
Stop
194
7
Instellingen
5
Druk op de vierwegbesturing (4)
terwijl “A” is geselecteerd, of druk
op (35) terwijl “_” is
geselecteerd.
Het kader gaat naar [Instellingen voltooid].
6
Druk twee keer op de knop 4.
De mapnaam staat nu vast en u keert terug in het menu [W Instelling].
U kunt de naamgeving van de bestanden wijzigen.
1
Selecteer [Bestandsnaam] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de regel voor de
naamgeving van bestanden te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
U kunt de cursor verplaatsen door de zoomknop in te drukken.
De door u ingestelde mapnaam wordt weergegeven in het menu
[R Instelling].
De naaminstelling wijzigen van het bestand
Keuze De naam van het bestand
IMGP
(Standaard)
IMGPxxxx (xxxx is het automatisch toegewezen 4-cijferige
bestandsnummer)
Het bestandsnummer volgt op de tekens die voor de camera zijn
opgegeven.
USER
AAAAxxxx (xxxx is het automatisch toegewezen 4-cijferige
bestandsnummer)
Het bestandsnummer volgt op de door u ingevoerde naam.
Een regel selecteren voor de naamgeving van bestanden
A
0
B
1
C
2
D
3
E
4
F
5
G
6
H
7
I
8
J
9
KL
M
NOPQR STUV
W
XYZ
APRTY
MENU
Bestandsnaam
Stop
OK
OK
Instellingen voltooid
195
7
Instellingen
U kunt de naamgeving van de bestanden die worden vastgelegd wijzigen.
U kunt maximaal vier cijfers en letters invoeren. De 4-cijferige naam wordt
weergegeven voor het 4-cijferige bestandsnummer.
1
Selecteer [USER] bij stap 3 onder “Een regel selecteren voor
de naamgeving van bestanden”.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor de naamgeving van
bestanden verschijnt.
“USER” is al ingevoerd.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de letter
te selecteren die u wilt invoeren, en druk op de knop 4.
De eerste letter wordt vastgezet en de cursor gaat naar de tweede letter.
4
Herhaal stap 3 en voer de resterende letters in.
5
Druk op de vierwegbesturing (4)
terwijl “A” is geselecteerd of druk
op (35) terwijl “_” is
geselecteerd.
Het kader gaat naar [Instellingen voltooid].
6
Druk twee keer op de knop 4.
De bestandsnaam staat nu vast en u keert terug naar het menu [W Instelling].
Zelf een naam geven aan het bestand
U kunt de cursor verplaatsen door de zoomknop in te drukken.
De door u ingestelde bestandsnaam wordt niet gewijzigd, ook al reset u de
camera.
Bestandsnaam
Instellingen voltooid
OKOKOK
MENU
A
0
B
1
C
2
D
3
E
4
F
5
G
6
H
7
I
8
J
9
KL
M
NOPQR STUV
W
XYZ
U SER
Stop
Enter
Bestandsnaam
Instellingen voltooid
Stop
OK
OK
OK
OK
MENU
A
0
B
1
C
2
D
3
E
4
F
5
G
6
H
7
I
8
J
9
KL
M
NOPQR STUV
W
XYZ
BACD
196
7
Instellingen
Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur, moet u het juiste
videosignaal (NTSC of PAL) kiezen voor het maken en weergeven van opnamen.
1
Selecteer [Video uit] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer een videosignaal met de vierwegbesturing (23).
Kies het videosignaal dat overeenkomt met het uitgangssignaal van de AV-
apparatuur.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het videosignaal wijzigen
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde
videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Mocht dit zich
voordoen, wijzig dan de instelling van het videosignaal.
Camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.147
Videosignaal per plaats 1p.241
197
7
Instellingen
Als u de camera aansluit op AV-apparatuur met een HDMI-kabel, stel dan de
juiste videoresolutie in om opnamen af te spelen. De standaardinstelling is [Auto].
1
Selecteer [HDMI uit] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een signaal
te selecteren.
Kies het HDMI-signaal dat overeenkomt met het signaal van de AV-apparatuur.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het HDMI-signaal selecteren
Welke items worden weergegeven in het vervolgkeuzemenu, hangt af van
het geselecteerde videosignaal.
Als u van scherm wilt veranderen, selecteer dan eerst het videosignaal
voordat u het HDMI-signaal selecteert.
In de tabel hieronder ziet u de mogelijke combinaties van videosignaal en
HDMI-signaal.
Videosignaal
NTSC PAL
Resolutie
Auto (Automatisch wordt de grootste
resolutie geselecteerd die door zowel de
TV als de camera wordt ondersteund)
1080i (1920×1080i)
720p (1280×720p)
480p (1920×1080i) 576p (720×576p)
198
7
Instellingen
U kunt via een draadloos LAN met een commercieel verkrijgbare Eye-Fi-kaart
opnamen automatisch draadloos verzenden naar een computer of een
vergelijkbaar apparaat. Zie “Opnamen verzenden met een Eye-Fi-kaart” (p.226)
voor meer bijzonderheden over dit onderwerp. De standaardinstelling is P (Uit).
1
Selecteer [Eye-Fi] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
O (Aan) Schakelt communicatie met een Eye-Fi-kaart in
P (Uit) Schakelt communicatie met een Eye-Fi-kaart uit
3
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
U kunt voor de helderheid van het scherm kiezen uit 7 niveaus.
1
Selecteer [Helderheid] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Pas de helderheid aan met de vierwegbesturing (45).
F Donker
G Normaal
H Licht
De Eye-Fi-communicatie instellen
U moet op de Eye-Fi-kaart eerst een toegangspunt van een draadloos LAN
en een verzendbestemming opgeven om Eye-Fi-communicatie mogelijk te
maken. Raadpleeg de handleiding van de Eye-Fi-kaart voor nadere
bijzonderheden.
De helderheid van het scherm aanpassen
199
7
Instellingen
U kunt batterijvoeding besparen door in te stellen dat het scherm automatisch
wordt gedimd wanneer er een bepaalde tijd geen handeling wordt uitgevoerd.
Nadat de energiebesparingsfunctie is geactiveerd, kunt u het scherm weer met
normale verlichting weergeven door op een van de knoppen te drukken.
1
Selecteer [Batt besparing] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de tijd te selecteren
totdat de camera in de stand Batterijbesparing komt.
Kies uit [2min.], [1min.], [30sec.], [15sec.], [5sec.] en [Uit].
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De camera kan automatisch worden uitgeschakeld wanneer een bepaalde tijd
geen activiteit plaatsvindt.
1
Selecteer [Auto Uitsch.] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
De batterijbesparingsfunctie gebruiken
De functie Batterijbesparing werkt niet in de volgende situaties:
- Tijdens het maken van opnamen in de stand j (Continue opname) en
c (Continue opname snel)
- In de weergavestand
- Tijdens het maken van video-opnamen
- Als de camera is aangesloten op een computer
- Bij gebruik van de netvoedingsadapter
- Bij weergave van een menu
- In de stand (Digitale microscoop)
Als na het inschakelen van de camera geen handeling wordt uitgevoerd,
zal na vijftien seconden de functie Batterijbesparing worden geen
geactiveerd, zelfs als u die hebt ingesteld op [5sec.].
Automatisch uitschakelen instellen
200
7
Instellingen
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de tijd te selecteren
totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld.
Kies [5min.], [3min.] of [Uit].
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Tijdens weergave van een opname in de stand Q kunt u instellen of u gebruik
wilt maken van de functie [Snel zoomen], waarmee u een opname maximaal 10×
kunt uitvergroten door één keer op de knop y te drukken.
1
Selecteer [Snel zoomen] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen
O
(Aan) en
P
(Uit) met de vierwegbesturing
(
45
).
O (Aan) Snel zoomen is beschikbaar.
P (Uit) Snel zoomen is niet beschikbaar.
Instellen of de bedieningsaanwijzingen voor het opnamepalet of het
weergavepalet moeten worden weergegeven.
1
Selecteer [Hulp display] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen
O
(Aan) en
P
(Uit) met de vierwegbesturing
(
45
).
O (Aan) De bedieningsaanwijzingen worden weergegeven.
P (Uit) De bedieningsaanwijzingen worden niet weergegeven.
De automatische uitschakeling werkt niet in de volgende situaties:
Tijdens het maken van opnamen in de stand j (Continue opname) en c
(Continue opname snel)
Bij het maken van een filmopname
Tijdens een diavoorstelling of weergave van video/geluid
Als de camera is aangesloten op een computer
Tijdens het opnemen van geluid in de stand O (Geluidsopname)
Terwijl opnamen via Eye-Fi-communicatie worden verzonden.
De functie Snel zoomen instellen
Hulpdisplay instellen
201
7
Instellingen
Pixeluitlijning (“mapping”) is een functie voor het uitlijnen en corrigeren van
defecte pixels in de CCD-sensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
1
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] wordt weergegeven.
3
Selecteer [Pixeluitlijning] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd.
Pixeluitlijning uitvoeren
Pixeluitlijning is alleen beschikbaar in de stand A. Pixeluitlijning kan niet
worden geselecteerd, zelfs als het menu [W Instelling] wordt weergegeven,
door te drukken op de knop 3 in de stand Q.
Als u Pixeluitlijning uitvoert vanuit de stand Q, druk dan één keer op de
knop Q om de stand A te activeren. Druk daarna op de knop 3 en
op de vierwegbesturing (5) om het menu [W Instelling] op te roepen en
selecteer Pixeluitlijning.
Pixeluitlijning kan niet worden geselecteerd in de stand O
(Geluidsopname).
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt het bericht [Onvoldoende batterij-
vermogen om pixelmapping te activeren] op de monitor. Gebruik
netvoedingsadapterset K-AC117 (optioneel) of gebruik een batterij met
voldoende resterende capaciteit.
Pixeluitlijning
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
Pixeluitlijning
Onderbreken
OK
OK
202
7
Instellingen
U kunt het opstartscherm kiezen dat wordt weergegeven wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
U kunt een van de volgende opnamen selecteren als opstartscherm:
Het opstartscherm met bedieningsaanwijzingen voor de opnamestanden en
knoppen
Een van de 3 voorgeïnstalleerde schermen
Een van uw eigen opnamen (alleen compatibele opnamen)
1
Selecteer ^ (Opstart scherm) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
3
Kies met de vierwegbesturing
(45) een opname voor het
opstartscherm.
Er worden alleen opnamen weergegeven
die beschikbaar zijn voor het
opstartscherm. U kunt ook kiezen voor één
van de 3 voorgeïnstalleerde schermen of
het opstartscherm met het hulpdisplay, die al in de camera aanwezig zijn.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het opstartscherm wijzigen
Wanneer het opstartscherm eenmaal is ingesteld, wordt het niet gewist,
zelfs niet als de oorspronkelijke opname wordt gewist of de SD-
geheugenkaart of het interne geheugen wordt geformatteerd. De opname
wordt wel gewist als u het opstartscherm wijzigt na het wissen van de
gemaakte opname of het formatteren van het geheugen.
Het opstartscherm wordt niet weergegeven als [Uit] is geselecteerd.
Het opstartscherm wordt niet weergegeven als u de camera inschakelt in
de weergavestand.
Video’s en opnamen die zijn gemaakt met F (Digitaal panorama) kunnen
niet gebruikt worden voor het opstartscherm.
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
100
10 0
-
0017
00 17
100
-
0017
OK
OK
OKMENU
MENU
MENU
203
7
Instellingen
U kunt de standaardinstellingen van de camera herstellen. Zie
“Standaardinstellingen” (p.235) voor de reset-instellingen.
1
Selecteer [Reset] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Reset] verschijnt.
3
Selecteer [Reset] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
De standaardinstellingen worden hersteld.
U kunt een functie starten door wanneer de camera uit is op een andere knop te
drukken dan de aan/uit-knop.
1
Selecteer [Snelkeuze] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Snelkeuze] verschijnt.
Standaardinstellingen herstellen (Reset)
Snelkeuze instellen
Weergavestand Wanneer [Afspeelstand] is ingeschakeld, kunt u de camera
inschakelen door de knop Q ingedrukt te houden.
LED-verlichting Wanneer [LED-verlichting] is ingeschakeld, kunt u de led-
macrolampjes inschakelen door de knop Snelinstelling
ingedrukt te houden.
Klokweergave Wanneer [Klokweergave] is ingeschakeld, kunt u de klok
weergeven op het scherm door de knop 4 ingedrukt te
houden.
Reset
Terug naar fabrieks
instellingen
Reset
Onderbreken
OK
OK
204
7
Instellingen
3
Selecteer een onderdeel met de
vierwegbesturing (23).
4
Schakel tussen O (Aan) en P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
O (Aan) Snelkeuze is beschikbaar.
P (Uit) Snelkeuze is niet beschikbaar.
U kunt de camera als klok gebruiken. Terwijl de camera uit staat, houdt u de knop
4 ingedrukt om het klokje weer te geven op het scherm.
1
Houd de knop 4 ingedrukt.
De camera wordt ingeschakeld en het
klokje verschijnt op het scherm.
De camera wordt na ongeveer
10 seconden automatisch uitgeschakeld.
Als u op de aan/uit-knop drukt, gaat de
camera meteen uit.
De standaardinstelling is overal O (Aan).
Klokweergave tonen
Als u Klokweergave niet wilt gebruiken wanneer u op 4 drukt, moet u
[Klokweergave] instellen op P (Uit) in [Snelkeuze] in het menu [W Instelling].
(p.203)
MENU
Snelkeuze
Afspeelstand
LED-verlichting
Klokweergave
205
7
Instellingen
U kunt de camera als zaklantaarn gebruiken. Wanneer u de knop Snelinstelling
ingedrukt houdt wanneer de camera uit is, gaan de led-macrolampjes branden.
1
Houd de knop Snelinstelling ingedrukt.
De leds gaan aan. De leds gaan automatisch uit na de bij [Auto Uitsch.]
ingestelde periode.
Als u op de aan/uit-knop drukt, gaat de camera meteen uit.
Leds laten branden
Als u de leds niet wilt gebruiken wanneer u op de knop Snelinstelling drukt,
moet u [LED-verlichting] instellen op P (Uit) in [Snelkeuze] in het menu
[W Instelling] (p.203).
Wanneer [Auto Uitsch.] op [Uit] staat, gaan de leds niet automatisch uit.
Druk op de aan/uit-knop om de leds uit te schakelen.
206
8
Aansluiten op een computer
De computer instellen
Door op uw computer de software te installeren die is inbegrepen op
de bijgeleverde cd-rom en de camera met de USB-kabel aan te sluiten op uw
computer, kunt u foto’s en video-opnamen die u met de camera hebt gemaakt,
overbrengen naar de computer en deze vervolgens weergeven en bewerken. In
dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde software installeert en andere
voorbereidingen treft om op uw computer te kunnen genieten van de foto’s en
video-opnamen.
De volgende software staat op de bijgeleverde cd-rom.
Windows
Software “MediaImpression 3.5 for PENTAX” voor het bekijken/
beheren/bewerken van opnamen
Macintosh
voor het bekijken/beheren/bewerken van opnamen
MediaImpression 2.1 voor PENTAX
(Beschikbare talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans,
Nederlands, Zweeds, Russisch, Chinees [traditioneel en vereenvoudigd],
Koreaans en Japans)
Bijgeleverde software
Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapterset K-AC117 te
gebruiken als de camera is aangesloten op een computer (p.41). Er kunnen
opnamegegevens verloren gaan wanneer de batterij leeg raakt terwijl er
gegevensoverdracht plaatsvindt naar de computer.
8Aansluiten op een
computer
207
8
Aansluiten op een computer
Om op de computer te kunnen genieten van foto’s en video die u hebt
opgenomen met de camera, moet aan de volgende vereisten worden voldaan.
* Hierna volgt een overzicht van de minimale systeemvereisten voor het afspelen
en bewerken van video’s. De werking wordt niet gegarandeerd op alle
computers die aan de vereisten voldoen.
* Een film die met “MediaImpression 2.1 for PENTAX” is bewerkt, kan niet worden
opgeslagen in de indeling MPEG-4 AVC/H.264.
Systeemvereisten
Windows
Besturingssysteem Windows XP SP3, Windows Vista of Windows 7
Het besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd en bijgewerkt
naar de nieuwste versie.
Processor Pentium 4 1.6 GHz of gelijkwaardige AMD Athlon (Intel Core 2
Duo 2.0 GHz of gelijkwaardige AMD Athlon X2-processor of
bovenstaandeaanbevolen)
Geheugen 512 MB minimum (1 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 300 MB minimum
Monitor 1024 × 768 pixels, 16-bits kleurenmonitor of hoger
Overige Cd-rom-/dvd-station
USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren
Windows 95, Windows 98, Windows 98SE, Windows Me, Windows NT en
Windows 2000 worden niet ondersteund.
Macintosh
Besturingssysteem Mac OS X (versie 10.4, 10.5, 10.6, 10.7)
Het besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd en bijgewerkt
naar de nieuwste versie.
Processor PowerPC G4 800 MHz processor of gelijkwaardige (Intel Core
Duo processor of bovenstaande aanbevolen)
Geheugen 512 MB minimum (1 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 300 MB minimum
Monitor 1024 × 768 pixels, 16-bits kleurenmonitor of hoger
Overige Cd-rom-/dvd-station
USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren
208
8
Aansluiten op een computer
Installeer de software (MediaImpression 3.5 for PENTAX) voor het bekijken/
beheren/bewerken van opnamen.
1
Zet uw Windows-computer aan.
2
Plaats de cd-rom in het cd-rom-/dvd-station.
Het scherm [Autoplay] verschijnt.
Klik op [PENTAX Software Installer], en klik dan op [Ja].
3
Klik op [ArcSoft].
Het taalkeuzescherm verschijnt.
4
Kies een taal en klik op [OK].
Het installatiescherm verschijnt.
Volg daarna de aanwijzingen op het scherm
om de software te installeren.
De software installeren
Windows
Controleer of uw Windows-computer aan de systeemvereisten voldoet
voordat u de software installeert.
Als u meerdere accounts hebt ingesteld, moet u zich eerst aanmelden met
een account met beheerdersrechten voordat u de software installeert.
Als het installatiescherm niet verschijnt
Roep het installatiescherm op door de stappen hieronder uit te voeren.
1) Dubbelklik op [My Computer] (Deze computer) op het bureaublad.
2) Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-/dvd-station.
Als u Windows XP gebruikt
Het installatiescherm “MediaImpression 3.5 for PENTAX” verschijnt.
209
8
Aansluiten op een computer
5
Klik op [Voltooien].
De installatie van “MediaImpression 3.5 for
PENTAX” is voltooid.
6
Klik op [Einde] in het installatiescherm.
Het venster wordt gesloten.
Installeer de software (MediaImpression 2.1 for PENTAX) voor het bekijken/
beheren/bewerken van opnamen.
1
Zet de Macintosh aan.
2
Plaats de cd-rom in het cd-rom-/dvd-station.
3
Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom.
4
Dubbelklik op het pictogram [Pentax Software Installer].
Het installatiescherm “MediaImpression 2.1 for PENTAX” verschijnt.
5
Klik op [ArcSoft].
Het installatiescherm verschijnt.
Volg daarna de aanwijzingen op het scherm
om de software te installeren.
Macintosh
210
8
Aansluiten op een computer
6
Klik op [Sluit].
De installatie van “MediaImpression 2.1 for
PENTAX” is voltooid.
7
Klik op [Einde] in het installatiescherm.
Het venster wordt gesloten.
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw
product te registreren.
Als uw computer is verbonden met internet, klikt
u op [Productregistratie] op het
installatiescherm na de taalkeuze.
De wereldkaart, rechts hiernaast, voor
productregistratie via internet wordt
weergegeven. Klik op het weergegeven land of
de weergegeven regio en volg de aanwijzingen
om de software te registreren.
Producten kunnen alleen via de Internet
Productregistratie worden geregistreerd door klanten in de landen en regio’s die
worden weergegeven op het installatiescherm van de software.
Stel het apparaat in waarop de camera via de USB-kabel aangesloten is.
1
Zet de camera aan.
2
Selecteer [USB-aansluiting] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
Productregistratie op internet
De instelling voor USB-aansluiting opgeven
Geef de instelling voor de USB-aansluiting op, voordat u de camera aansluit
op de computer. U kunt de volgende instelling niet opgeven als de camera al
op de computer is aangesloten met USB-kabel.
211
8
Aansluiten op een computer
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer [MSC] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
MSC (Mass Storage Class)
Een stuurprogramma voor algemene doeleinden met apparaten die via USB als
geheugen op een computer zijn aangesloten. De term slaat ook op de standaard
waarop de besturing van USB-apparaten met behulp van dit stuurprogramma
berust.
Door simpelweg een apparaat dat USB Mass Storage Class ondersteunt aan te
sluiten, kunt u bestanden kopiëren, lezen van en schrijven naar een computer
zonder installatie van speciale stuurprogramma’s.
PTP (Picture Transfer Protocol)
Een protocol voor de overdracht van digitale afbeeldingen en de besturing van
digitale camera’s via USB, gestandaardiseerd als ISO 15740.
U kunt opnamegegevens uitwisselen tussen apparaten die PTP ondersteunen
zonder apparaatstuurprogramma’s te installeren.
Kies MSC als u de camera aansluit op uw computer, tenzij anders aangegeven.
Ga, afhankelijk van de computer, naar de volgende pagina’s.
Aansluiting op een Windows-pc 1 p.212
Aansluiten op een Macintosh 1 p.220
MSC en PTP
MENU
PTP
Ey
e
-
Fi
OK
MSC
IMGP
OK
Stop
Bestandsnaam
Bestandsnaam
USB-aansluiting
Video uit
HDMI uit Auto
Datum
2/4
Instelling
212
8
Aansluiten op een computer
Aansluiting op een Windows-pc
Sluit de camera aan op de Windows-pc met de bijgeleverde USB-kabel.
1
Zet uw Windows-computer aan.
2
Zet de camera uit.
3
Sluit de camera aan op de Windows-pc met de bijgeleverde
USB-kabel.
Sluit de connector van de USB-kabel aan met het pijlteken naar de voorzijde
van de camera gericht.
4
Zet de camera aan.
Het scherm “AutoPlay” (Automatisch afspelen) verschijnt.
Als het scherm “AutoPlay” (Automatisch afspelen) niet verschijnt, voer dan de
stappen uit onder “Als het scherm “AutoPlay” (Automatisch afspelen) niet
verschijnt” (p.214).
De camera aansluiten op uw Windows-pc
Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapterset K-AC117 te
gebruiken als de camera is aangesloten op de computer (p.41). Er kunnen
opnamegegevens verloren gaan wanneer de batterij leeg raakt terwijl er
gegevensoverdracht plaatsvindt naar de computer.
Het aan/uit-lampje brandt als de camera is aangesloten op een pc, terwijl het
knippert als gegevens worden gelezen of geschreven.
213
8
Aansluiten op een computer
Breng de met de camera gemaakte opnamen over naar de Windows-pc.
5
Klik op [Mediabestanden naar
lokale schijf importeren].
Het programma “MediaImpression 3.5 for
PENTAX” wordt gestart.
6
Selecteer een opname om te
importeren.
Als u twee of meer opnamen wilt selecteren,
houdt u bij selectie de Ctrl-toets ingedrukt.
Als u de bestemming wilt opgeven, klikt u op
het mappictogram bij [Bestemmingsmap].
7
Klik op [Importeren].
Wanneer het importeren is voltooid, wordt dit
gemeld.
Op de geïmporteerde opname wordt een pijl
weergegeven.
Opnamen overbrengen
Als er zich geen SD-geheugenkaart in de camera bevindt, worden de
opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen overgebracht naar de
Windows PC.
214
8
Aansluiten op een computer
5
Dubbelklik op het pictogram
[MediaImpression 3.5 for PENTAX]
op het bureaublad.
6
Klik op [PhotoImpression].
7
Klik op het pictogram van de
aangesloten camera in de
linkerbovenhoek van het scherm.
Het importscherm verschijnt. Ga voor de
volgende procedures naar stap 6 op p.213.
Als het scherm “AutoPlay” (Automatisch afspelen) niet verschijnt
Opnamen worden opgeslagen in mappen met als naam de datum van
opname (“XXX_0808” voor 8 augustus; “XXX” is het driecijferig
mapnummer).
Als [PENTX] is geselecteerd bij [Bestandsnaam] in het menu [W Instelling],
dan wordt een map met de naam “XXXPENTX” (XXX is een driecijferig
mapnummer) weergegeven. Als [_USER] is geselecteerd voor
[Bestandsnaam], dan wordt “xxxAAAAA” (xxx is een driecijferig mapnummer,
AAAAA staan voor de 5 letters die u hebt ingevoerd) weergegeven. De
opnamen worden hier opgeslagen.
215
8
Aansluiten op een computer
1
Klik op het pictogram
[Hardware veilig verwijderen] op
de taakbalk.
2
Klik op [xxx (naam van de camera)
uitwerpen].
Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat de
hardware veilig kan worden verwijderd.
3
Maak de USB-kabel los van de
Windows-pc en de camera.
De camera loskoppelen van uw Windows-
computer
Als de camera (verwisselbare schijf) wordt gebruikt door een toepassing
zoals “MediaImpression 3.5 for PENTAX”, kan de camera pas worden
losgekoppeld wanneer de toepassing gesloten is.
De camera schakelt automatisch over op de weergavefunctie wanneer u
de USB-kabel uit uw Windows-computer of camera haalt.
216
8
Aansluiten op een computer
Met “MediaImpression 3.5 for PENTAX” kunt u opnamen bekijken, bewerken,
beheren, doorzoeken, delen en afdrukken.
1
Dubbelklik op het pictogram [MediaImpression 3.5 for
PENTAX] op het bureaublad.
“MediaImpression 3.5 for PENTAX” wordt gestart en het hoofdvenster
verschijnt.
A PhotoImpression
U kunt foto’s bekijken of beheren. U kunt foto’s bijvoorbeeld importeren,
bewerken en afdrukken.
B VideoImpression
U kunt video-opnamen bekijken of beheren. U kunt video-opnamen bijvoorbeeld
importeren en bewerken.
“MediaImpression 3.5 for PENTAX” starten
Mediavenster-interface
* Het weergegeven scherm is een voorbeeld van de
standaardinstellingen.
A B
217
8
Aansluiten op een computer
A Bekijken
Geeft de configuratie van mappen of groepen weer, gerangschikt op uw
favorieten, GPS-informatie of een gedetecteerde persoon.
B Preview-gebied
Geeft de inhoud van de geselecteerde map of gerangschikte groep weer.
C Eigenschap
Geeft informatie over de geselecteerde opname weer, detecteert mensen of geeft
de kaart weer van de locatie van de opname (alleen voor opnamen met
GPS-gegevens).
D Acties
Dit paneel voorziet in bewerkings-/beheerfuncties, zoals bewerken en films
maken.
Bladerinterface
* Het weergegeven scherm is een voorbeeld van de
standaardinstellingen.
A
B
D
C
218
8
Aansluiten op een computer
1
Klik op [PhotoImpression] of
[VideoImpression] in het
hoofdvenster.
2
Selecteer en klik op de map of
groep die de opname bevat die
u wilt bekijken.
De opnamen worden weergegeven.
3
Selecteer en dubbelklik op de
opname die u wilt bekijken.
De geselecteerde opname wordt
weergegeven met de viewer.
Met de viewer kunt u de weergave van de
opname vergroten of verkleinen, of kunt u de
opname bewerken, etc. U kunt ook films of
geluidsbestanden afspelen.
Dubbelklik op de opname die u in volledig
scherm wilt bekijken.
Opnamen weergeven
219
8
Aansluiten op een computer
Op de help-paginas vindt u meer informatie over het gebruik van
“MediaImpression 3.5 for PENTAX”.
1
Klik op [Help] onder [Menu] op de menubalk.
Het help-scherm verschijnt.
2
Klik op het gewenste onderwerp.
Er wordt een uitleg weergegeven.
Bijzonderheden over het gebruik van
“MediaImpression 3.5 for PENTAX”
220
8
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een Macintosh
Sluit de camera aan op de Macintosh met de bijgeleverde USB-kabel.
1
Zet de Macintosh aan.
2
Zet de camera uit.
3
Sluit de camera aan op de Macintosh met de bijgeleverde
USB-kabel.
Sluit de connector van de USB-kabel aan met het pijlteken naar de voorzijde
van de camera gericht.
4
Zet de camera aan.
De camera wordt herkend als [NO_NAME] op het bureaublad.
De camera aansluiten op uw Macintosh
Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapterset K-AC117 te
gebruiken als de camera is aangesloten op de computer (p.41). Er kunnen
opnamegegevens verloren gaan wanneer de batterij leeg raakt terwijl er
gegevensoverdracht plaatsvindt naar de computer.
Als de SD-geheugenkaart een volumelabel heeft, verschijnt de
volumelabelnaam in plaats van [NO_NAME]. Bij een nieuwe
ongeformatteerde SD-geheugenkaart kan de naam van de fabrikant of het
modelnummer te zien zijn.
Het aan/uit-lampje brandt als de camera is aangesloten op een Macintosh,
terwijl het knippert als gegevens worden gelezen of geschreven.
221
8
Aansluiten op een computer
Breng de met de camera gemaakte opnamen over naar de Macintosh.
5
Dubbelklik op de map [MediaImpression] in de map
[Programma’s].
6
Dubbelklik op het pictogram [MediaImpression 2.1 for
PENTAX].
“MediaImpression 2.1 for PENTAX” wordt gestart en het hoofdbrowservenster
verschijnt.
7
Stel de [Bestemmingsmap] in en
selecteer [Naam submap].
8
Selecteer de opname(n) die u wilt
kopiëren en klik vervolgens op
[Importeren].
De geselecteerde opnamen worden
vervolgens naar de pc gekopieerd.
9
Klik op [Gereed].
Opnamen overbrengen
Als er zich geen SD-geheugenkaart in de camera bevindt, worden de
opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen overgebracht naar de
Macintosh.
222
8
Aansluiten op een computer
1
Sleep [NO_NAME] op het bureaublad naar de prullenmand.
Als de SD-geheugenkaart een volumelabelnaam heeft, sleept u het pictogram
van die naam naar de prullenmand.
2
Maak de USB-kabel los van de Macintosh en de camera.
De camera loskoppelen van de Macintosh
Als de camera (verwisselbare schijf) wordt gebruikt door een toepassing
zoals “MediaImpression 2.1 for PENTAX”, kan de camera pas worden
losgekoppeld wanneer de toepassing gesloten is.
De camera schakelt automatisch over op de weergavefunctie wanneer u
de USB-kabel uit uw Macintosh of camera haalt.
223
8
Aansluiten op een computer
Met “MediaImpression 2.1 for PENTAX” kunt u opnamen bekijken, bewerken,
beheren, doorzoeken, delen en afdrukken.
1
Dubbelklik op de map [MediaImpression] in de map
[Programma’s].
2
Dubbelklik op het pictogram [MediaImpression 2.1 for
PENTAX].
“MediaImpression 2.1 for PENTAX” wordt gestart en het hoofdbrowservenster
verschijnt.
A Bladertool
Hiermee kunt u video-opnamen bekijken en afspelen, of audiobestanden
afspelen.
B Bewerkings/beheertool
Hiermee kunt u opnamen bewerken of beheren. U kunt opnamen bijvoorbeeld
importeren, bewerken of afdrukken.
“MediaImpression 2.1 for PENTAX” starten
Mediavenster-interface
* Het weergegeven scherm is een voorbeeld van de
standaardinstellingen.
A
B
224
8
Aansluiten op een computer
A Bekijken
Toont de configuratie van mappen op uw computer. Wanneer u in een map zoekt,
verschijnt de inhoud van die map in het miniaturenpaneel.
B Preview-gebied
Toont de inhoud van de geselecteerde map of de resultaten van de meest recente
zoekbewerking (bestanden of mappen die overeenkomen met het zoekcriterium).
C Acties
Dit paneel voorziet in bewerkings-/beheerfuncties, zoals importeren, bewerken
en films maken.
Bladerinterface
* Het weergegeven scherm is een voorbeeld van de
standaardinstellingen.
A
B
C
225
8
Aansluiten op een computer
1
Klik op [Afbeeldingen], [Video’s] of [Alle media] in het
hoofdvenster.
2
Klik in het mappenpaneel op de map die de opname bevat die
u wilt bekijken.
Opnamen worden weergegeven in het miniaturenpaneel.
3
Dubbelklik in het miniaturenpaneel op de opname die u wilt
bekijken.
De geselecteerde opname wordt
weergegeven met de viewer.
Met de viewer kunt u de weergave van de
opname vergroten of verkleinen, of kunt u de
opname bewerken, etc. U kunt ook films of
geluidsbestanden afspelen.
Op de help-pagina’s vindt u meer informatie over het gebruik van
“MediaImpression 2.1 for PENTAX”.
1
Selecteer [ArcSoft MediaImpression Help] onder [Help] op de
menubalk.
Het help-scherm verschijnt.
2
Klik op het gewenste onderwerp.
Er wordt een uitleg weergegeven.
Opnamen weergeven
Bijzonderheden over het gebruik van
“MediaImpression 2.1 for PENTAX”
226
8
Aansluiten op een computer
Opnamen verzenden met een Eye-Fi-
kaart
U kunt met een geheugenkaart die uitgerust is met de draadloze LAN (Eye-Fi-
kaart)-functie, automatisch foto- of video-opnamen verzenden naar een computer
of een vergelijkbaar apparaat via een draadloos LAN.
1
Geef op de Eye-Fi-kaart het toegangspunt van het draadloos
LAN en de verzendbestemming op.
Raadpleeg de handleiding van de Eye-Fi-kaart voor nadere bijzonderheden.
2
Zet de camera uit.
3
Plaats de ingestelde Eye-Fi-kaart.
4
Zet de camera aan.
5
Stel [Eye-Fi] in het menu [W Instelling] in op O (Aan).
De opnamen worden automatisch verzonden. Zie “De Eye-Fi-communicatie
instellen” (p.198) voor informatie over hoe u de camera moet instellen.
Op het scherm verschijnen de volgende pictogrammen.
Tijdens Eye-Fi-communicatie. De camera is bezig met
communiceren of met zoeken naar het toegangspunt wanneer
[Eye-Fi] is ingesteld op O (Aan).
Bezig met wachten op Eye-Fi-communicatie. De camera
communiceert niet wanneer [Eye-Fi] is ingesteld op O (Aan).
Eye-Fi-communicatie verboden. Als [Eye-Fi] ingesteld is op P (Uit).
Eye-Fi-versiefout. De versie van de Eye-Fi-kaart is verouderd of de
kaart is tegen schrijven beveiligd.
Niet beschikbaar voor de stand Eindeloos geheugen.
Maak op uw Eye-Fi-kaart gebruik van de nieuwste firmware.
227
8
Aansluiten op een computer
Als u een nieuwe Eye-Fi-kaart gebruikt, kopieer het installatiebestand van
Eye-Fi Manager van uw kaart eerst naar uw computer voordat u de kaart
formatteert.
Gebruik geen Eye-Fi-kaart of stel [Eye-Fi] in op P (Uit) als u opnamen
maakt op een plaats waar het gebruik van draadloze LAN-apparaten
verboden of aan beperkingen onderhevig is, zoals in vliegtuigen
(aangezien opnamen worden verzonden via een draadloos LAN).
Er verschijnt een foutbericht als u in de camera een Eye-Fi-kaart van een
oudere versie plaatst.
In de volgende gevallen worden opnamen niet verzonden:
-Als er geen beschikbare draadloze LAN-toegangspunten worden
gevonden.
-Als de batterijcapaciteit te laag is (aangegeven met (geel) of
(rood)).
Geluidsbestanden kunnen niet worden verzonden.
Het verdient aanbeveling een netvoedingsadapter (optioneel) te gebruiken
als u een groot aantal opnamen verzendt, omdat de verzendtijd in dat geval
vaak lang is.
De automatische uitschakeling werkt niet terwijl opnamen worden
verzonden.
Als u grote bestanden verzendt, zoals een film, stijgt de temperatuur binnen
in de camera en wordt de camera mogelijk automatisch uitgeschakeld om
het circuit te beschermen.
Als u via een draadloos LAN opnamen wilt verzenden, is gebruik van een
toegangspunt, een internetverbinding en een configuratie vereist.
Raadpleeg op het internet de website (http://www.eye.fi) voor nadere
bijzonderheden.
Raadpleeg de handleiding van de Eye-Fi-kaart voor informatie over hoe u
een Eye-Fi-kaart moet gebruiken.
Als u een probleem ervaart met de Eye-Fi-kaart, neem dan contact op met
de fabrikant van de kaart.
Deze camera is uitgerust met een functie waarmee de Eye-Fi-
communicatie wordt aangezet en uitgezet. Dit garandeert echter niet dat
alle functies op de Eye-Fi-kaart beschikbaar zijn.
Gebruik van een Eye-Fi-kaart is alleen toegestaan in het land waar u de
kaart hebt gekocht. Houd u aan de plaatselijke wetten.
228
9
Bijlage
Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie
: Kan worden ingesteld. ×: Kan niet worden ingesteld.
: Instellingen en wijzigingen worden niet toegepast.
Functie
Opnamestand
b A A C
a b B
\ U K
Zoomknop Zoombediening *2 *3 *3
I, knop
Gezichtsdetectie AAN
Smile Capture 
Zelfportrethulp / Zelfportrethulp +
Smile Capture
*30 *30 *30 *30 × *30 × *30
Gezichtsdetectie UIT × 
Flitsstand
,
Auto × × × ×
a
Flitser UIT 
b
Flitser aan × × ×
c Auto+Anti Rode Ogen ××× ×
d Flitser+AntiRodeOgen × × ×
Transportstand
9
Standaard × 
g
Z
Zelfontspanner ×
j
c
Continue opname/
Continue opname snel
× ××× ×
hi
Afstandsbediening ×
l Auto Bracket × ×× ×
Scherpstelinstelling
=
Standaard
q
Macro 
Macro vanop 1cm
3
Pan-focus 
s
Oneindig
z
Handmatig Focus 
[A Opnemen]-
menu
Beeldtint ×*8 ×*8 ×*8 ×*8
Resolutie *10 *10
Kwaliteitsniveau ×*17 ×*17
Witbalans ×*19 ×*19 ×*19 ×*19
AF-
instelling
AF-veld ×*20 *21 *21
Automacro 
Scherpstelhulp × ×
Automatische belichting ×*23 ×*23 ×*23 ×*23 ×*23
Gevoeligheid ×*24 ×*24
Bereik Auto ISO ×*26 ×*26
Belichtingscorrectie ×*28
Instelling D-range ×*7 *9 
Pixeltrack SR*1 ×*22
Knipperdetectie 
Scherpte/Kleurverzadiging
(Kleur aanpassen)/Contrast
×*29 ×*29 ×*29 ×*29
Datumafdruk 
IQ-verbeteraar ×*7
Macroverlichting 
9B ijlag e
229
9
Bijlage
c R
B
X c Q e S F
N
9
*3 *3 *4 × *5 *6
×
×× × × 
*30 *31 *31 × × × *30 *30 × *30 × *30 × *30
× ×*7 × 
× × × ×

× × × × ×
×××× ×
× × × × ×
××
× ×
×××××××× ×
× × ×
×××××××× ×
× ×
× × 
× × ×
× × 
× ×
× × × ×
×*8 ×*8 ×*8 ×*8 ×*8
××*32 ×*11 ×*12 *13 ×*14 ×*15 ×*16
×*17 ×*17 ×*18
×*19 ×*19 ×*19 ×*19 ×*19 ×*19
*21 *21 ×*20 *21 ×*20
× × ×*22
× × × ×*22
×*23 ×*23 ×*23 ×*23 ×*23 ×*23 ×*23 ×*23
×*24 ×*24 ×*24 ×*25 ×*24
×*26 ×*26 ×*27 ×*27
×*28
×*7
×*7 ×*7 ×*7 ×*7 ×*7 ×*7 ×*7 ×*7 ×*7
×*7 ×*22
×*29 ×*29 ×*29 ×*29 ×*29 ×*29
×*7
×*7 ×*7 ×*22
×*22 ×*7
230
9
Bijlage
*1 Movie SR wordt gebruikt voor video,
terwijl Pixel Track SR wordt gebruikt
voor foto’s.
*2 Bloemen kunnen niet worden
gedetecteerd bij gebruik van digitale
zoom of intelligente zoom.
*3 Voorafgaand aan een opname zijn
alleen optische zoom en digitale zoom
beschikbaar. Tijdens een opname is
alleen digitale zoom beschikbaar.
*4 Alleen optische zoom en intelligente
zoom zijn beschikbaar. Digitale zoom
is niet beschikbaar.
*5 Alleen optische zoom is beschikbaar.
Digitale zoom en intelligente zoom zijn
niet beschikbaar.
*6 Alleen optische zoom en digitale zoom
zijn beschikbaar. Intelligente zoom is
niet beschikbaar.
*7 Vast ingesteld op P (Uit)
*8 Vast ingesteld op helder
*9 Alleen Schaduwcorrectie is
beschikbaar.
*10 Ingesteld in het menu [C Video]
*11 Vast ingesteld op h
*12 Vast ingesteld op h voor
afzonderlijke opnamen, en vast
ingesteld op f voor
samengevoegde opnamen.
*13 Vast ingesteld op i voor
afzonderlijke opnamen, en vast
ingesteld op f voor 3
samengevoegde opnamen.
*14 Vast ingesteld op h/h
*15 Vast ingesteld op V
*16 Vast ingesteld op
*17 Vast ingesteld op C (Best)
equivalent
*18 Vast ingesteld op D (Beter)
*19 Vast ingesteld op F
*20 Vast ingesteld op J (Meerdere)
*21 W (Automatisch opsporen van AF) is
niet beschikbaar
*22 Vast ingesteld op O (Aan)
*23 Vast ingesteld op L
(Meervlaksmeting)
*24 Vast ingesteld op AUTO
*25 De gevoeligheid is vast ingesteld op
de minimuminstelling
*26 Vast ingesteld op 125-800
*27 Vast ingesteld op 125-6400
*28 Vast ingesteld op ±0,0
*29 Vast ingesteld als normaal
*30 Niet beschikbaar wanneer Macrolamp
op O (Aan) staat
*31 Alleen Zelfportrethulp is beschikbaar.
*32 Vast ingesteld op m
231
9
Bijlage
Berichten
Bij de bediening van de camera kunnen de volgende berichten op het scherm
verschijnen.
Bericht Beschrijving
Batterij leeg
De batterij is leeg. Laad de batterij op met een batterijlader
(p.36).
Geheugenkaart vol De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen
meer worden opgeslagen.
Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of wis niet-
benodigde opnamen. (p.43, p.142)
Wijzig het aantal opnamepixels of het kwaliteitsniveau van
de gemaakte opnamen en probeer het opnieuw (p.150).
Het kaartgeheugen is
niet toereikend om
beelden/geluiden te
kopiëren
Geheugenkaartfout
Opnemen en weergeven onmogelijk door een probleem
met de SD-geheugenkaart. Mogelijk kunt u via een
computer de opnamen op de kaart weergeven of kopiëren.
Het interne geheugen is
niet geformatteerd
De gegevens in het interne geheugen zijn beschadigd.
Formatteer het ingebouwde geheugen.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De SD-geheugenkaart die u gebruikt is niet geformatteerd
of is geformatteerd op een computer of ander apparaat
en is niet compatibel met deze camera. Formatteer de
SD-geheugenkaart in deze camera (p.183).
Geheugenkaart
beveiligd
De SD-geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven (p.7).
Compressiefout
Dit bericht verschijnt als het niet is gelukt een opname te
comprimeren. Wijzig het kwaliteitsniveau of het aantal
opnamepixels van de opname en probeer de opname
opnieuw te maken of op te slaan.
Geen beeld en geluid
Er staan geen opnamen of geluidsbestanden op de
SD-geheugenkaart of in het interne geheugen.
Video opname gestopt
Deze melding verschijnt als de interne temperatuur van de
camera de normale limieten van de werkende camera heeft
overschreden bij het maken van filmopnamen.
Wissen
Deze melding verschijnt als u een opname op
geluidsbestand wist.
Camera kan dit beeld en
geluid niet weergeven
U probeert een opname of geluid weer te geven met een
indeling die niet wordt ondersteund door deze camera.
Mogelijk kunt u de opname wel weergeven op een camera
van een ander merk of op uw computer.
Beeldmap kon niet
gemaakt worden
Het hoogst mogelijke bestandsnummer (9999) is al
toegewezen aan een opname in het hoogste mapnummer
(999). Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of formatteer
de kaart/interne geheugen (p.183).
232
9
Bijlage
Beeld is beschermd.
Het beeld- of geluidsbestand dat u probeert te verwijderen,
is beveiligd.
Gegevens worden
opgeslagen
Deze melding verschijnt als u probeert over te schakelen
naar de stand Q terwijl er nog steeds een opname wordt
gemaakt of als de beveiligingsinstelling of de
DPOF-instelling wordt gewijzigd. Hij verdwijnt weer als de
opname is opgeslagen of als de instelling wordt gewijzigd.
Gegevens worden
bewerkt
Deze melding verschijnt wanneer het meer dan vijf
seconden duurt voordat de camera een opname weergeeft
vanwege de verwerking van de opname of wanneer de
SD-geheugenkaart of het interne geheugen wordt
geformatteerd.
Intern geheugen is vol
Deze melding verschijnt wanneer het interne geheugen vol
is, terwijl u probeert een bestand op te slaan.
Geen beeld om te
bewerken
Deze melding verschijnt als er geen opnamen of
geluidsbestanden zijn.
Dit beeld/geluid kan niet
worden bewerk
Deze melding verschijnt bij bestanden die niet kunnen
worden verwerkt.
Geen geheugenkaart in
de camera
Deze melding verschijnt als er geen SD-geheugenkaart is
geplaatst wanneer “Kopieer beeld/geluid” wordt
geselecteerd in het weergavepalet en op de OK-knop wordt
gedrukt.
Het interne geheugen is
niet toereikend om
beelden/geluiden te
kopiëren
Deze melding verschijnt als er niet genoeg intern geheugen
is om te kopiëren.
Kan niet juist worden
bewerkt
Deze melding verschijnt als de rode-ogenreductie mislukt
is.
Onvoldoende
batterijvermogen om
pixelmapping te
activeren
Deze melding verschijnt als er onvoldoende batterijlading is
tijdens Pixeluitlijning. Vervang de batterij (p.37) of gebruik
de netvoedingsadapterset K-AC117 (optioneel) (p.41).
Er kunnen geen nieuwe
beelden worden
geselecteerd
Wordt getoond als u meer dan het maximale aantal
opnamen selecteert.
Camera wordt
uitgeschakeld om
schade door
oververhitting te
voorkomen
Verschijnt als de temperatuur binnen in de camera de
hoogste limiet overschrijdt.
Onvoldoende
batterijvermogen om
gevraagde actie uit te
voeren
Deze melding verschijnt als de batterij niet vol genoeg is
voor het bepalen van de positie, opnemen, opslaan of
wissen van logs.
Bericht Beschrijving
233
9
Bijlage
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera gaat
niet aan
De batterij is niet geplaatst
Controleer of een batterij is
geplaatst. Zo niet, plaats een
batterij.
De batterij is verkeerd
geplaatst
Controleer de stand van de batterij.
Plaats de batterij opnieuw volgens
de poolaanduidingen +- in het
batterijcompartiment (p.37).
De batterij is uitgeput Laad de batterij op.
Geen beeld op het
scherm
De camera is aangesloten
op een computer
Wanneer de camera is aangesloten
op een computer, is het scherm
uitgeschakeld.
De camera is aangesloten
op een TV
Als de camera is aangesloten op
een tv, is het scherm uitgeschakeld.
Het scherm is ingesteld op
Uit.
Druk op de knop 4/W om
het scherm in te schakelen.
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
Stel de helderheid in met de optie
[Helderheid] in het menu
[W Instelling]. (p.198)
De
batterijbesparingsfunctie is
geactiveerd
Als de batterijbesparingsfunctie is
ingeschakeld, wordt het scherm na
verloop van tijd automatisch gedimd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing]
in het menu [W Instelling] om de
batterijbesparingsfunctie uit te
schakelen (p.199).
De sluiter
ontspant niet
De flitser wordt opgeladen
Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot het opladen
gereed is.
Er is geen vrije ruimte op de
SD-geheugenkaart of in het
interne geheugen
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.43, 142).
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
Het onderwerp is te ver weg
in een donkere omgeving,
zoals bij een nachtopname
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak
opnamen binnen het aangegeven
flitsbereik.
234
9
Bijlage
Er is niet
scherpgesteld op
het onderwerp
Er kan moeilijk op het
onderwerp worden
scherpgesteld
Vergrendel de scherpstelling op een
voorwerp dat zich op dezelfde
afstand bevindt als het onderwerp
(door de ontspanknop tot
halverwege in te drukken), richt de
camera op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in (p.67).
U kunt ook handmatig scherpstellen
(p.99).
Het onderwerp bevindt zich
niet in het AF-veld
Zoek het gewenste onderwerp in het
scherpstelkader (AF-veld) in het
midden van het scherm. Als dit
problematisch is, vergrendel dan
eerst de scherpstelling op het
gewenste onderwerp
(scherpstelvergrendeling) en
beweeg daarna de camera om de
gewenste beeldinkadering te
bereiken.
De flitser gaat
niet af
De flitsinstelling is ingesteld
op a (Flitser uit)
Ingesteld op , (Auto) of b (Flitser
aan) (p.97).
De transportstand is
ingesteld op j (Continue
opname), c (Continue
opname snel) of l (Auto
Bracket);
Focusinst. is ingesteld op
s (Oneindig) of de
opnamestand is ingesteld
op d (Video),
(Onderwatervideo),
S (Vuurwerk),
(Digitale microscoop),
(Handm.
nachtopname),
(Intervalvideo) of
(Hogesnelheidsfilm).
In deze standen gaat de flitser
niet af.
Zo nu en dan veroorzaakt statische elektriciteit camerastoring. Neem in dat
geval de batterij uit de camera en plaats hem opnieuw. Als de camera daarna
correct functioneert, is de normale toestand hersteld en kunt u de camera
weer gebruiken.
Probleem Oorzaak Oplossing
235
9
Bijlage
Standaardinstellingen
In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen.
Hierna wordt de betekenis uitgelegd van de indicaties voor menuonderdelen met
een standaardinstelling.
Laatste geheugeninstelling
Ja : De actieve instelling (laatste geheugen) wordt bewaard wanneer
de camera wordt uitgezet.
Nee : De instelling gaat terug naar de standaardwaarde als de camera
wordt uitgezet.
* : De instelling is afhankelijk van de instelling voor [Geheugen]
(p.127).
—:nvt
Reset instelling
Ja : De instelling gaat terug naar de standaardinstelling met de reset-
functie (p.203).
Nee : De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt gereset.
—:nvt
Items in het menu [A Opnemen]
Onderdeel
Standaardinstelling
(Opnamestand:A)
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Beeldtint Licht Ja Ja p.102
Resolutie
(4608×2592)
Ja Ja p.103
Kwaliteitsniveau D (Beter) Ja Ja p.104
Witbalans F (Auto) * Ja p.105
AF-
instelling
AF-veld
J (meervoudig
scherpstelpunt)
Ja Ja p.100
Automacro O (Aan) Ja Ja p.101
Scherpstelhulp O (Aan) Ja Ja p.101
Automatische belichting L (meervlaks) * Ja p.106
Gevoeligheid Auto (125-1600) * Ja p.107
Bereik Auto ISO 125-1600 * Ja p.108
Belichtingscorrectie ±0.0 * Ja p.109
Instelling
D-range
Hoge lichten,
correctie
P (Uit) Ja Ja p.109
Schaduwcorrectie P (Uit) Ja Ja p.109
Pixel Track SR P (Uit) Ja Ja p.110
236
9
Bijlage
Items in het menu [C Video]
Knipperdetectie O (Aan) Ja Ja p.111
Digitale zoom O (Aan) * Ja p.70
Momentcontrole O (Aan) Ja Ja p.111
Geheugen
Gezichtsdetectie P (Uit) Ja Ja
p.127
Flitsstand O (Aan) Ja Ja
Transportstand P (Uit) Ja Ja
Scherpstelinstelling
P (Uit) Ja Ja
Max.
groothoekstand
P (Uit) Ja Ja
Handm. scherpst. P (Uit) Ja Ja
Witbalans P (Uit) Ja Ja
Gevoeligheid P (Uit) Ja Ja
Belichtingscorrectie
P (Uit) Ja Ja
Automatische
belichting
P (Uit) Ja Ja
Digitale zoom O (Aan) Ja Ja
DISPLAY P (Uit) Ja Ja
Bestand O (Aan) Ja Ja
Groene toets Snelinstelling Ja Ja p.112
Scherpte G (Normaal) Ja Ja p.115
Kleurverzadiging G (Normaal) Ja Ja p.115
Kleur aanpassen G (Zwart-wit) Ja Ja p.115
Contrast G (Normaal) Ja Ja p.116
Datumafdruk Uit Ja Ja p.116
IQ-verbeteraar O (Aan) Ja Ja p.117
Macroverlichting P (Uit) Ja Ja p.117
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Resolutie
(1920×1080·30fps)
Ja Ja p.122
Movie SR O (Aan) Ja Ja p.123
Onderdeel
Standaardinstelling
(Opnamestand:A)
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
237
9
Bijlage
[W Instelling] Items in het menu
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Geluid
Bedieningsvolume
3JaJa
p.184
Weergavevolume 3 Ja Ja
Opstartgeluid
Uit
Ja Ja
Sluitergeluid
1
Ja Ja
Bedieningsgeluid
1
Ja Ja
Zelfontsp.geluid 1 Ja Ja
Datum
instellen
Datumweergave
(datum)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
p.51
p.185
Datumweergave (tijd)
24h Ja Nee
Datum 1/1/2012 Ja Nee
Tijd
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Alarm
Alarm Uit Ja Ja
p.187
Tijd 0:00 Ja Ja
Wereldtijd
Tijd selecteren W Thuistijd Ja Ja
p.189
Bestemmingstijd
(Stad)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Bestemmingstijd
(Zomertijd)
P (Uit) Ja Nee
Thuistijd (Stad)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Thuistijd (Zomertijd) P (Uit) Ja Nee
Tekstformaat Standaard Ja Nee p.191
Language/
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
p.48
p.191
Mapnaam Datum Ja
Ja
*1
p.192
Bestandsnaam
IMGP
Ja Ja p.194
USB-aansluiting
MSC
Ja Ja p.210
Video uit
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee p.196
HDMI uit Auto Ja Ja p.197
Eye-Fi P (Uit) Ja Ja p.198
Helderheid G (Normaal) Ja Ja p.198
Batterijbesparing 5 sec. Ja Ja p.199
Automatisch uitschakelen 3 min Ja Ja p.199
Snel zoomen P (Uit) Ja Ja p.200
Hulp display O (Aan) Ja Ja p.200
Reset Stop p.203
Alles verwijderen Stop p.144
Pixeluitlijning Stop p.201
238
9
Bijlage
*1 Behalve de mapnaam die u hebt gemaakt
*2 Enkel Optio WG-2 GPS
Items van het weergavepalet
Snelkeuze
Weergavestand O (Aan) Ja Ja p.203
LED-verlichting O (Aan) Ja Ja p.203
Klokweergave O (Aan) Ja Ja p.203
Formatteren Stop p.183
GPS
*2
GPS aan/uit Uit Ja Ja
GPS
Gids
GPS
registreren
Instellin
g
Interval regist.:
15 sec.
Duur registr.: 1 uur.
Ja Ja
Registr.
opslaan
Opslaan 
Regist.
verwijd.
Stop 
GPS-tijdsync. Uit Ja Ja
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Diavoorstelling
Interval 3 sec. Ja Ja
p.136Beeldeffect Vegen Ja Ja
Geluidseffect O (Aan) Ja Ja
Opnamerotatie Normaal p.138
Klein-gezichtfilter Ca. 7% Nee Nee p.152
Inktgomfilter G (Standaard) Nee Nee p.156
Collage
Resolutie
h
Ja Ja
p.157
Lay-out Ja Ja
Achtergrond Wit Ja Ja
Selec.
opname(n)

Digitaal filter Zwart-wit/Sepia Nee p.153
HDR-filter p.155
Creatief kader
Onscherpte Alle zijden/wit Nee
p.164
Kader maken Alle zijden/wit Nee
Beeldinkadering Standaard 1 Ja Ja p.161
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
239
9
Bijlage
Belangrijkste bedieningsfuncties
Video
bewerken
Bewaar als foto

p.168
Video delen 
Titelbeeld
toevoegen

Rode-ogenreductie p.160
Grootte
wijzigen
Resolutie
Afhankelijk van de
genomen opname
p.150
Kwaliteitsniveau
Afhankelijk van de
genomen opname
p.150
Uitsnijden
Afhankelijk van de
genomen opname
p.151
Opname/geluid kopiëren
Intern geheugen
SD-
geheugenkaart
p.172
Gesproken memo p.180
Beveiligen
Eén Beeld/
Geluid
Afhankelijk van de
opname/
geluidsopname

p.145
Alle Beeld/
Geluid
Afhankelijk van de
opname/
geluidsopname

DPOF
Enkel beeld Kopieën: 0 
p.174
Alle Beelden Datum: P (Uit) 
Opstartscherm Standaard 1 Ja Ja p.202
Onderdeel Functie Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Q -knop
Bediening
Q-stand

W/T-knop
Max.
groothoekstand
Max. groothoek * Nee
p.68
Vierweg-
besturing
2
Transportstand
9 (standaard) * Ja
p.87 -
p.91
3
Opnamefunctie
b (Autom.
opname)
Ja Ja
p.70
4 Flitsstand
, (automatisch)
*Ja
p.97
5
Scherpstel-
instelling
= (Standaard)
*Ja
p.98
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
240
9
Bijlage
Knop 3
Menu
weergeven
Opnamestand:
[
A
Opnemen]-menu
Weergavestand:
[
W
Instelling] menu

p.58
4/W-
knop
Informatieweer
gave
Standaard * Ja
p.27
I, knop
Bediening
Gezichtsdetectie AAN
*Ja
p.74
Groene toets
Functie
terugroepen
Snelinstelling Ja Ja
p.78
Onderdeel Functie Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
241
9
Bijlage
Lijst met steden voor wereldtijd
In de kolom Stad: staan steden die u kunt opgeven als basisinstelling (p.48) of
als Wereldtijd (p.189).
Videosignaal: het videosignaal van de stad, ingesteld als basisinstelling.
Regio Stad
Videosignaal
Regio Stad Videosignaal
Noord-
Amerika
Honolulu NTSC Afrika/
West-Azië
Istanboel PAL
Anchorage NTSC Caïro PAL
Vancouver NTSC Jeruzalem PAL
San Francisco NTSC Nairobi PAL
Los Angeles NTSC Jeddah PAL
Calgary NTSC Teheran PAL
Denver NTSC Dubai PAL
Chicago NTSC Karachi PAL
Miami NTSC Kaboel PAL
Toronto NTSC Male PAL
New York NTSC New Delhi PAL
Halifax NTSC Colombo PAL
Midden- en
Zuid-Amerika
Mexico-City NTSC Kathmandu PAL
Lima NTSC Dacca PAL
Santiago NTSC Oost-Azië Yangon NTSC
Caracas NTSC Bangkok PAL
Buenos Aires PAL Kuala Lumpur PAL
Sao Paulo PAL Vientiane PAL
Rio de Janeiro NTSC Singapore PAL
Europa Lissabon PAL Phnom-Penh PAL
Madrid PAL Ho Chi Minhstad PAL
Londen PAL Jakarta PAL
Parijs PAL Hongkong PAL
Amsterdam PAL Peking PAL
Milaan PAL Shanghai PAL
Rome PAL Manilla NTSC
Kopenhagen PAL Taipei NTSC
Berlijn PAL Seoul NTSC
Praag PAL Tokio NTSC
Stockholm PAL Guam NTSC
Boedapest PAL Oceanië Perth PAL
Warschau PAL Adelaide PAL
Athene PAL Sydney PAL
Helsinki PAL Nouméa PAL
Moskou PAL Wellington PAL
Afrika/
West-Azië
Dakar PAL Auckland PAL
Algiers PAL Pago Pago NTSC
Johannesburg PAL
242
9
Bijlage
Optionele accessoires
Voor deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar.
Producten aangeduid met een asterisk (*) zijn hetzelfde als bij de camera
geleverde producten.
Voeding
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92 (*)
Batterijladerset K-BC92 (*)
(Batterijlader D-BC92, netsnoer)
Netvoedingsadapterset K-AC117
(Netvoedingsadapter D-AC115, gelijkstroomkoppelstuk D-DC92,
netsnoer)
De batterijlader en de netvoedingsadapter zijn alleen samen verkrijgbaar.
Kabels
USB-kabel I-USB7 (*)
AV-kabel I-AVC7
Strap
O-ST124 (*)
O-ST125 (*)
O-ST24 Riem van echt leer.
O-ST8 Zilveren ketting.
O-ST81 Waterbestendige riem.
Cameratas
O-CC118
Optio WG-2 hoes
O-CC1252 (in de nabije toekomst beschikbaar)
Deze hoes beschermt de camera tegen krassen en lichte
stoten.
Afstandsbediening
WATERBESTENDIGE AFSTANDSBEDIENING O-RC1
AFSTANDSBEDIENING E
AFSTANDSBEDIENING F
243
9
Bijlage
Belangrijkste technische gegevens
Type Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixelsCa. 16 megapixels
Beeldsensor 1/2,3-inch CMOS
Resolutie Foto’s (4608×3456), (3456×3456),
(4608×2592), 6 (3072×2304),
(3072×1728), f (2592×1944),
(2592×1464), h (2048×1536), h (1920×1080),
l (1024×768), m (640×480)
* Vast ingesteld op
h
/
h
in de stand Beeldinkadering.
*
Vast ingesteld op f in de stand Digitale groothoek, maar bij
de eerste opname ingesteld op h.
*
Vast ingesteld op i voor één kader in de stand Digitaal
panorama.
* Vast ingesteld op h in de stand Digitale Microscoop.
*
Vast ingesteld op f/ in de stand Continue opname snel.
* Vast ingesteld op V (1280×960) in de stand Rapport.
Video (1920×1080·30fps), (1280×720·60fps)
M (1280×720/30 fps),G (640×480/30 fps)
Gevoeligheid Auto, Handmatig (ISO 125, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400)
* De gevoeligheid is vast ingesteld op AUTO (ISO 125-6400) in de
stand Digital SR.
Bestandsindeling Foto’s JPEG (Exif 2.3), DCF 2.0, DPOF,
PRINT Image Matching III
Video MPEG-4 AVC/H.264, ca. 60 fps/30 fps (beeldjes per
seconde), PCM-systeem, monogeluid, Movie SR (Shake
Reduction voor video)
Geluid Gesproken memo, geluidsopname: WAVE (PCM)-systeem,
mono
Kwaliteitsniveau Foto’s CBest”, D “Beter”, E “Goed
Video Vast ingesteld op C (Best) *Kan niet worden gewijzigd
Opslagmedia
Intern geheugen (ca. 88,2 MB), SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart
244
9
Bijlage
Geschatte opslagcapaciteit en opnametijd
Foto’s
De opslagcapaciteit voor opnamen dient alleen ter referentie. De feitelijke
opslagcapaciteit kan variëren, afhankelijk van de SD-geheugenkaart en het onderwerp.
V (1280×960) kan alleen worden ingesteld als resolutie in de stand (Rapport).
Video/geluid
Intern geheugen
2 GB.
SD-geheugenkaart
CD E CD E
(4608×3456)
17
opnamen
30
opnamen
49
opnamen
370
opnamen
653
opnamen
1.078
opnamen
(3456×3456)
20
opnamen
39
opnamen
60
opnamen
435
opnamen
853
opnamen
1.307
opnamen
(4608×2592)
20
opnamen
39
opnamen
60
opnamen
435
opnamen
853
opnamen
1.307
opnamen
6 (3072×2304)
30
opnamen
55
opnamen
89
opnamen
653
opnamen
1.205
opnamen
1.921
opnamen
(3072×1728)
35
opnamen
68
opnamen
99
opnamen
778
opnamen
1.499
opnamen
2.119
opnamen
f (2592×1944)
35
opnamen
68
opnamen
99
opnamen
778
opnamen
1.499
opnamen
2.119
opnamen
(2592×1464)
47
opnamen
89
opnamen
128
opnamen
1.024
opnamen
1.921
opnamen
2.794
opnamen
h (2048×1536)
55
opnamen
110
opnamen
161
opnamen
1.205
opnamen
2.364
opnamen
3.415
opnamen
h (1920×1080)
81
opnamen
148
opnamen
217
opnamen
1.756
opnamen
3.235
opnamen
4728
opnamen
V (1280×960)
128
opnamen
235
opnamen
332
opnamen
2.794
opnamen
5.122
opnamen
6.830
opnamen
l (1024×768)
194
opnamen
332
opnamen
434
opnamen
4.098
opnamen
6.830
opnamen
8.782
opnamen
m (640×480)
403
opnamen
627
opnamen
706
opnamen
8.782
opnamen
12.294
opnamen
15.368
opnamen
Intern geheugen
2 GB.
SD-geheugenkaart
(1920×1080/30 fps)
44 sec. 16 min. 59 s
(1280×720/60 fps)
44 sec. 16 min. 42 s
M (1280×720/30 fps)
1 min. 12 s 27 min. 24 s
G (640×480/30 fps)
3 min. 7 s 1 uur 10 min. 58 s
Geluid 24 min. 5 s 8 uur 44 min. 34 s
245
9
Bijlage
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op onze standaard opnameomstandigheden
en kunnen variëren al naargelang het onderwerp, de opnameomstandigheden
en het gebruikte type SD-geheugenkaart.
De maximale lengte van een continue video-opname is 25 minuten.
Witbalans Auto, Daglicht, Schaduw, Lamplicht, Neonlicht, Handmatig
Objectief Brandpuntafstand 5,0 – 25,0 mm
(ca. 28 mm - 140 mm in 35mm
equivalent brandpuntsafstand)
Diafragma F3.5 (G) - F5.5 (T)
Samenstelling objectief 11 elementen in 9 groepen
(5 asferische elementen)
Type zoom Elektrisch gestuurd
Optische zoom
Intelligente zoom
6/ : ca. 7,5×, f/ : ca. 8,9×, h: ca. 11,3×,
h: ca. 12×,
l: ca. 22,5×, m: ca. 36× (wanneer
gecombineerd met optische zoom)
Digitale zoom Max. ca. 7,2× (geeft in combinatie met 5× optische zoom een
vergroting die vergelijkbaar is met 36×)
Bewegingsonscherptereductie Foto’s Elektronische bewegingsreductie
(Pixeltrack SR), Hi-gevoeligheid
bewegingsreductie (Digital SR)
Video Elektronische
videobewegingsreductie (Movie SR)
Scherm 3,0 inch LCD, grote kijkhoek, ca. 460.000 dots (AR-coating
(enkel de cover))
Weergavestanden Enkelbeeld, 6 beelden, 12 beelden, vergroting (max. 10×
schuiven), weergave met close-up van gezicht, weergave met
close-up van huisdier, mapweergave, kalenderweergave,
geluidsweergave, histogramweergave, correctie van lichte en
donkere delen, kiezen & wissen, diavoorstelling, formaat
wijzigen, bijsnijden, kopiëren van opnamen en geluiden,
roteren van opnamen, digitaal filter, HDR-filter, origineel
kader, inktfilter, collage, kleinegezichtenfilter, video afspelen/
bewerken (opslaan als foto, video splitsen, titelbeeld
toevoegen), beeldinkadering, rode-ogencorrectie, gesproken
memo, beveiliging, DPOF, opstartscherm
Scherpstelinstelling Autofocus, Macro, Macro 1cm, Pan Focus, Oneindig,
Handmatig scherpstellen
246
9
Bijlage
Scherpstelling Type TTL-contrastdetectiesysteem door
sensor
Keuze uit meervlaks (9-punts
autofocus)/spot/automatisch
meevolgende AF
Scherpstelbereik
(vanaf voorzijde
objectief)
Standaard : 0,5 m - (volledig
zoombereik)
Macro : 0,1 - 0,6 m (volledig
zoombereik)
1cm Macro : 0,01 m – 0,3 m (bij de
middelste positie van
het zoombereik)
* Instelbaar op Oneindig, Pan Focus
en handmatige scherpstelling.
* Gezichtsherkenning AF is alleen
beschikbaar als de camera het
gezicht van het onderwerp
herkent.
Scherpstel-
vergrendeling
Door de ontspanknop tot halverwege
in te drukken
Belichting instelbaar Automatische
belichting
Meervlaks lichtmeting, lichtmeting
met nadruk op het midden en
Spotmeting
Belichtingscorrectie ±2 LW (instelbaar in stappen van 1/3
LW)
Gezichtsdetectie Herkenning van maximaal 32 gezichten van mensen
(maximaal 31 gezichtsherkenningskaders worden
weergegeven op het scherm), Smile Capture,
Knipperdetectie, Zelfportretassistent, Zelfportretassistent +
Smile Capture
* Gezichtsherkenning voor belichting is alleen beschikbaar
als de camera het gezicht van het onderwerp herkent.
Herkenning van huisdieren Registreren: 3, Detecteren: 1
Opnamefunctie Automatische opname, Programma, Nachtopname, Video,
Onderwatervideo, Hogesnelheidsfilm, Intervalvideo, Digitale
microscoop, Landschap, Bloemen, Portret, Onderwater,
Intervalopname, Handmatige nachtopname, Digital SR,
Strand & sneeuw, Kinderen, Huisdier, Sport, Kaarslicht,
Vuurwerk, Portret bij nacht, Tekst, Eten & drinken, Digitale
groothoek, Digitaal panorama, Beeldinkadering, Rapport,
Groene modus, Geluidsopname (kan worden gebruikt als Fn-
instelling is toegewezen)
Digitaal filter Zwart-wit/Sepia, Speelgoedcamera, Retro, Kleur (rood, roze,
paars, blauw, groen, geel), Kleurextractie (rood, groen,
blauw), Kleurverbeteraar (Hemelsblauw, Frisgroen,
Zachtroze, Herfstbladeren), Sterk contrast, Sterren (kruis,
hart, ster), Soft, Fisheye, Helderheid, Miniatuur
Video Continue opnametijd
Ca. 1 seconde - 25 minuten
(of totdat het ingebouwde geheugen of
de SD-geheugenkaart vol is)
247
9
Bijlage
Sluitertijd 1/4000 s - 1/4 s (mechanische en elektronische sluiter), max.
4 s (nachtopname)
Ingebouwde flitser Standen Automatisch, flitser uit, flitser aan,
automatisch + anti rode ogen, flitser
aan + anti rode ogen
Flitsbereik Groothoek: ca. 0,2 m - 5,5 m
(Gevoeligheid: Auto)
Tele: ca. 0,2 m - 3,5 m
(Gevoeligheid: Auto)
Transportstand Enkel beeld, Zelfontspanner, Continue opname, Continue
opname snel, Afstandsbediening, Auto Bracket
Zelfontspanner Elektronisch gestuurde zelfontspanner, vertragingstijd: ca.
10 of 2 s.
Tijdfunctie Wereldtijd 75 steden (28 tijdzones)
Klokweergave Weergave van klokje als knop
4/W ingedrukt wordt
gehouden terwijl camera uit is
(ca. 10 s)
Alarm Wekker met gelijktijdige weergave
van schermklokje op ingesteld
tijdstip
Voedingsbron Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92, netvoedingsadapter
(optioneel)
Levensduur batterij Opslagcapaciteit
ca. 260 opnamen
* Opnamecapaciteit toont bij
benadering het aantal opnamen dat
is gemaakt tijdens tests die zijn
uitgevoerd conform CIPA (bij
ingeschakeld scherm,
ingeschakelde flitser voor 50% van
de opnamen en bij 23 °C). De
feitelijke prestaties kunnen
variëren, afhankelijk van de
bedrijfsomstandigheden.
Weergavetijd
Ca. 240 min.
* Op basis van de resultaten van
tests bij PENTAX.
Video-opnametijd
Ca. 70 min.
* Op basis van de resultaten van
tests bij PENTAX.
Geluidsopnametijd
Ca. 270 min.
* Op basis van de resultaten van
tests bij PENTAX.
Interfaces USB 2.0 (ondersteunt hoge snelheid) / PC/AV-aansluiting/
HDMI-aansluiting (type D (Micro))
Videosignaal NTSC/PAL (mono)
Water- en stofdichtheidsgraad JIS waterdichtheidsgraad 8 en JIS stofdichtheidsgraad 6
(IP68) Continue onderwateropnamen mogelijk gedurende
2 uur op diepte van 12 m.
248
9
Bijlage
Schokbestendigheidsgraad PENTAX-valtest (vanaf 1,5 m hoogte op een 5 cm dik
oppervlak van multiplex) conform MIL-standaard 810F
methode 516.5-Schoktests.
* Waterdichtheid wordt niet gegarandeerd als de camera
wordt blootgesteld aan schokken, zoals vallen of stoten.
* De camera is niet onder alle omstandigheden
gegarandeerd vrij van problemen of schade.
Afmetingen Ca. 122,5 × 61,5 × 29,5 mm (b x h x d) (exclusief
bedieningselementen/uitstekende delen)
Gewicht Optio WG-2 GPS:
Ca. 177 gram (zonder batterij en SD-geheugenkaart)
Ca. 198 gram (met batterij en SD-geheugenkaart)
Optio WG-2:
Ca. 173 gram (zonder batterij en SD-geheugenkaart)
Ca. 194 gram (met batterij en SD-geheugenkaart)
Accessoires Oplaadbare lithium-ionbatterij, batterijlader, netsnoer,
USB-kabel, software (cd-rom), carabiner-riem, macro-
hulpstuk, handleiding, minihandleiding, gebruiksaanwijzing
voor GPS (enkel Optio WG-2 GPS)
249
9
Bijlage
Gebruiksaanwijzing voor GPS
Voor u de GPS gebruikt
In dit deel wordt uitgelegd hoe u de GPS-functie van de Optio WG-2 GPS camera
moet gebruiken en welke voorzorg u hierbij moet nemen. Neem deze instructies
aandachtig door voor u de GPS-functie met deze camera gebruikt.
GPS staat voor Global Positioning System. De camera ontvangt signalen van
GPS-satellieten en bepaalt daarmee de huidige positie en tijd. Dit noemt men
“positioneren”.
De plaats van de opname kan worden vastgelegd
U kunt de geografische breedte en lengte van een opname (film en video)
vastleggen. U kunt de positie van opnamen op een kaart zien aan de hand van
de bijgeleverde software.
Opslaan van logbestanden
De camera ontvangt regelmatig informatie van GPS-satellieten en slaat die op de
SD-geheugenkaart op als logbestand in KML-indeling. De logbestanden kunnen
worden geïmporteerd in Google Earth of Google Maps of andere programma’s
die KML-bestanden op uw computer kunnen lezen. Vervolgens kunt u uw locaties
weergeven op de kaart van de desbetreffende programma’s.
*Google, Google Earth en Google Maps zijn handelsmerken van Google Inc.
De klok automatisch verzetten op basis van GPS-gegevens
De klok van de camera wordt automatisch gelijkgezet op basis van de tijd die de
GPS-satellieten doorgeven.
De GPS-functie is standaard uitgeschakeld. Als u deze functie wilt
gebruiken, zet u [GPS aan/uit] op [Aan].
GPS-satellieten zijn voortdurend in beweging. Afhankelijk van de situatie
(plaats, tijd, enz.) kan het positioneren langer duren of kan er geen positie
worden bepaald.
Om de GPS-functie te gebruiken moet u zich in een open omgeving
bevinden, bijvoorbeeld buiten.
Positioneren is soms moeilijk of onmogelijk in de volgende situaties:
Over GPS
De werking van de Optio WG-2 GPS
Voorzorgmaatregelen voor het gebruik van GPS
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
250
9
Bijlage
- Onder water
- Ondergronds of binnenshuis
- In tunnels
- Tussen hoge gebouwen
- Onder hoge elektriciteitsmasten of nabij hoogspanningsmasten
- In het bos
- Nabij mobiele telefoons die de 1,5GHz-band gebruiken
Als de GPS-functie is ingeschakeld, gaat de camera regelmatig over tot
positioneren zelfs als de camera uit wordt gezet. Vergeet niet om [GPS
aan/uit] in te stellen op [Uit] (p.252) voordat u de camera uitzet in plaatsen
waar gebruik van elektronische producten verboden is, zoals ziekenhuizen
of vliegtuigen.
Het positioneren kan enkele minuten duren als u de GPS-functie voor de
eerste keer gebruikt, als u de functie lang niet gebruikt heeft of nadat u de
batterij heeft vervangen.
Het Geodetische systeem voor de GPS-functie van deze camera maakt
gebruik van het World Geodetic System 1984 (WGS 84).
Het gebruik van een GPS of registratie van de positie van een opname is
verboden in sommige landen of regio’s. Neem contact op met de
desbetreffende ambassade of uw reisagent voor u op reis vertrekt met een
GPS-camera.
Plaats de camera niet in een metalen houder tijdens het positioneren. Als
de camera omringt is door metaal, werkt de positioneerfunctie niet.
In de volgende situaties ontvangt de camera geen GPS-gegevens.
De camera begint weer te positioneren als het toestel zich niet meer in de
volgende situaties bevindt:
- Alarm is ingesteld
- De camera is met een USB-kabel aangesloten op een computer
- De camera is met een AV- of HDMI-kabel aangesloten op audiovisuele
apparatuur
- Een minuut na het vervangen van de batterij
De GPS-functie van deze camera is uitsluitend ontworpen en gemaakt
voor persoonlijk gebruik van de digitale camera. Gebruik het toestel niet
als navigatie-instrument voor vliegtuigen, motorvoertuigen, persoonlijke
navigatiedoeleinden of andere vormen van navigatie of landmeting.
PENTAX kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit
uit het gebruik van deze camera voor de hierboven genoemde doeleinden.
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
251
9
Bijlage
Bij dezen verklaart PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD. dat deze SG661 GPS
Module/GYSFDMASA-P1 voldoet aan de nodige vereisten en andere
belangrijke bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG.
Voor de volledige versie van de Conformiteitsverklaring, zie
http://www.pentax.jp/english.
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met richtlijnen van
de Europese Unie.
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
252
9
Bijlage
De GPS gebruiken
Zet [GPS aan/uit] op [Aan] om GPS-gegevens te ontvangen (lengte- en
breedtegraad, hoogte, datum, tijd enzovoort).
[GPS aan/uit] moet op [Aan] staan als u wilt dat de GPS-gegevens worden
geregistreerd bij uw opnamen (p.253) en als logbestand in de camera (p.254) of
als logbestand op de SD-geheugenkaart (p.256) worden opgeslagen, of als u wilt
dat de klok van de camera automatisch wordt gelijkgezet (p.259).
1
Selecteer [GPS] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS] verschijnt.
3
Selecteer [GPS aan/uit] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer [Uit] of [Aan] met de
vierwegbesturing (23).
Uit: Er worden geen GPS-gegevens
ontvangen
Aan: Er worden wel GPS-gegevens
ontvangen
Voorbereidingen treffen voor het gebruik van de
GPS-functie
Wanneer u [GPS aan/uit] op [Aan] zet, voert de camera regelmatig een
positiebepaling uit, zelfs als de camera wordt uitgezet. Dit beperkt de
levensduur van de batterij.
Indicatie voor de gebruiksduur van de batterij: ca. 60 uur.
(Met [GPS aan/uit]: [Aan], [Interval regist.]: [15 sec.] en de camera
uitgeschakeld met continue ontvangst van GPS-gegevens.)
Zet [GPS aan/uit] op [Uit] voordat u de batterij vervangt.
GPS aan/uit
GPS registreren
MENU
GPS
GPS-tijdsync.
Uit
Uit
Aan
Stop
OK
OK
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
253
9
Bijlage
Wanneer [GPS aan/uit] op [Aan] staat, worden de ontvangen GPS-gegevens
geregistreerd bij de opnamen.
Op het scherm verschijnen de volgende pictogrammen.
GPS-gegevens registreren bij uw opnamen
(Wit)
Tijdens de ontvangst van GPS-gegevens. [GPS aan/uit] bij [GPS] staat op
[Aan] en er worden signalen ontvangen van de GPS-satellieten.
Er zijn GPS-gegevens ontvangen. [GPS aan/uit] bij [GPS] staat op [Aan]
en er zijn signalen ontvangen van de GPS-satellieten.
(Rood)
Er zijn geen GPS-gegevens ontvangen. [GPS aan/uit] bij [GPS] staat op
[Aan] maar er zijn geen signalen ontvangen van de GPS-satellieten.
GPS-fout Om de camera uit een fouttoestand te halen moet u de camera
uitzetten, de batterij verwijderen en weer terugplaatsen en de camera
weer inschakelen. Als
dan nog steeds wordt weergegeven, dan is de
ingebouwde GPS-unit mogelijk defect. Neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Wanneer [GPS aan/uit] op [Uit] staat, wordt er geen pictogram weergegeven.
Alleen wanneer wordt weergegeven in het scherm van de
opnamestand, worden de GPS-gegevens vastgelegd bij de opnamen.
Wanneer u [GPS aan/uit] op [Aan] zet, voert de camera regelmatig een
positiebepaling uit, zelfs als de camera wordt uitgezet. Dit beperkt de
levensduur van de batterij.
Bij het opnemen van GPS-informatie in een video, worden de gegevens bij
het begin van de opnamen opgeslagen.
Als u een video splitst, worden de GPS-gegevens voor de splitsing
weergegeven.
Als u aan een video een titelbeeld toevoegt, worden de GPS-gegevens van
de video weergegeven.
Bij het maken van opnamen in de stand (Intervalopname) worden er
mogelijk geen GPS-gegevens geregistreerd bij de opname.
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
254
9
Bijlage
1
Druk op de knop Q nadat u een foto of video hebt gemaakt.
De camera komt in de stand Q en de opname verschijnt op het scherm.
2
Druk op de knop 4 tot de GPS-
gegevens worden weergegeven.
Als de camera geen GPS-informatie heeft
ontvangen, worden de waarden
weergegeven als “--”.
*De tijd van de positiebepaling wordt
weergegeven in GPS-tijd (tijdgegevens die
zijn ontvangen vanaf de GPS-satellieten).
Deze gegevens kunnen afwijken van de
tijd die u zelf op de camera hebt ingesteld.
U kunt de GPS-gegevens opslaan met een interval en duur die u zelf instelt en de
gegevens opslaan in een logbestand.
De loggegevens kunnen als KML-bestand worden opgeslagen op een
SD-geheugenkaart.
1
Selecteer [GPS] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS] verschijnt.
De GPS-gegevens weergeven die bij een opname zijn vastgelegd
De opname waarbij GPS-gegevens zijn opgeslagen kunnen worden geïmporteerd in
de meegeleverde software “MediaImpression 3.5 for PENTAX” en de positie van de
opname kan worden weergegeven op de kaart (alleen Windows).
Selecteer een opname in het voorbeeldscherm en klik op (positie) in de
eigenschappen om de kaart weer te geven.
*Om de kaart weer te geven hebt u een internetverbinding nodig.
1 [Bladerinterface] (p.217)
Een log registreren en opslaan
Een log registreren met een specifiek interval en specifieke duur
100
10 0
-
0038
00 38
100
-
0038
139
139
139
35
35
35
41' 29"
41' 29"
41' 29"
N
N
W
W
45' 52"
45' 52"
45' 52"
06: 25
:
00
06: 25
:
00
GPS
GPS
GPS
Bewerken
Bewerken
Bewerken
/02 0
2/'12
2/ '1 2
/02 02/'12
Tijd positiebepaling Lengte- en
breedtegraad
van de
positiebepaling
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
255
9
Bijlage
3
Selecteer [GPS registreren] met
de vierwegbesturing (23).
Als u deze functie niet kunt selecteren,
moet u eerst [GPS aan/uit] op [Aan] zetten.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS registreren] verschijnt.
5
Selecteer [Instelling] met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Instelling] verschijnt.
6
Selecteer [Interval regist.] met de vierwegbesturing (23) en
druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
7
Selecteer het interval met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
8
Selecteer [Duur registr.] met de vierwegbesturing (23) en
druk op de vierwegbesturing (5).
9
Selecteer de duur met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
GPS aan/uit
GPS registreren
GPS-tijdsync. Uit
Aan
MENU
GPS
MENU
GPS registreren
Registr. opslaan
Regist. verwijd.
Instelling
Instelling
Starten
Interval regist.
Duur registr.
Stop
OK
15sec
30sec
1min.
OK
MENU
Registratie starten
Instelling
Starten
Interval regist.
Duur registr.
Stop
OK
15sec
1uur
OK
MENU
Registratie starten
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
256
9
Bijlage
10
Selecteer [Starten] met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
Wanneer u tijdens de registratie van een log
[Instelling] selecteert, verschijnt een
bevestigingsscherm. Selecteer [Stoppen] en
druk op de knop 4 om de registratie van het
log te stoppen.
U kunt het geregistreerde log opslaan op de SD-geheugenkaart als logbestand
(KML-indeling). De logbestanden worden opgeslagen in de map [GPSLOG] in de
hoofdmap van de SD-geheugenkaart.
1
Selecteer [GPS] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS] verschijnt.
Wanneer u eenmaal een logbestand laat aanmaken, kunt u pas een nieuw
logbestand beginnen wanneer u het bestaande logbestand hebt
opgeslagen op de SD-geheugenkaart (p.256) of wanneer u het hebt
verwijderd (p.257).
[Instelling] kan alleen worden ingesteld wanneer [GPS aan/uit] op [Aan]
staat.
Als de indicator van het batterijniveau rood kleurt, stop het registreren.
(Intervalopname) en (Intervalvideo) kunnen tijdens de registratie
van een log niet worden geselecteerd in het opnamepalet.
De registratie van een log stoppen
Een geregistreerd log opslaan
Instelling
Starten
Interval regist.
Duur registr.
OK
15sec
1uur
Registratie starten
MENU
OK
MENU
OK
Instelling
Stoppen
Interval regist.
Duur registr.
OK
15sec
1uur
Registratie stoppen
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
257
9
Bijlage
3
Selecteer [GPS registreren] met
de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS registreren] verschijnt.
5
Selecteer [Registr. opslaan] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
6
Selecteer [Opslaan] met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
7
Druk op de knop 4.
Hiermee keert u terug naar het scherm [GPS registreren].
U kunt een geregistreerd log verwijderen zonder het op de SD-geheugenkaart op
te slaan.
De logs worden alleen op de SD-geheugenkaart opgeslagen (opslaan in
het ingebouwde geheugen kan niet).
Er kunnen tot 999 logbestanden worden opgeslagen of tot de
SD-geheugenkaart vol is.
Het log bevat de geografische breedte en lengte, de hoogte en de datum
en tijd.
De logs kunnen niet op de camera worden weergegeven. Zet de logs op
uw computer of gebruik software die bestanden in KML-indeling
ondersteunt, zoals Google Earth of Google Maps.
Een geregistreerd log verwijderen
GPS aan/uit
GPS registreren
GPS-tijdsync. Uit
Aan
MENU
GPS
OK
OK
OK
OK
Onderbreken
Opslaan
Slaat registratie op geheug.
kaart op. Verwijder zolang
batterij of kaart niet
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
258
9
Bijlage
1
Selecteer [GPS] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS] verschijnt.
3
Selecteer [GPS registreren] met
de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS registreren] verschijnt.
5
Selecteer [Regist. verwijd.] met de vierwegbesturing (23) en
druk op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
6
Selecteer [Annuleren] met de
vierwegbesturing (23).
7
Druk op de knop 4.
Als er al 999 logbestanden zijn opgeslagen, kan de camera geen nieuwe
logbestanden meer opslaan. Breng een nieuwe SD-geheugenkaart aan of
verwijder logs conform volgende procedures voor het opslaan van nieuwe logs.
1
Zet de camera aan.
De melding [Max. aant. logs al opgesl. Alle logs verwijderen en huidig log opsl.
als nieuwe?] wordt weergegeven.
Logs verwijderen
GPS aan/uit
GPS registreren
GPS-tijdsync. Uit
Aan
MENU
GPS
OK
Onderbreken
OK
OK
OK
Annuleren
Verwijdert registrate
zonder deze op te slaan
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
259
9
Bijlage
2
Selecteer [Alles verwijderen] met
de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de knop 4.
Alle logs worden gewist en de camera keert naar opnamestand.
De klok van de camera wordt automatisch gelijkgezet op basis van de tijd die de
GPS-satellieten doorgeven.
1
Selecteer [GPS] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [GPS] verschijnt.
3
Selecteer [GPS-tijdsync.] met de vierwegbesturing (23).
Als u deze functie niet kunt selecteren, moet u eerst [GPS aan/uit] op [Aan]
zetten.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
De instelling voor [Wereldtijd] wordt
weergegeven.
Als u [Stop] selecteert, kunt u wel opnamen (foto’s en video) blijven maken
maar geen logs meer opslaan.
Als u de camera aanzet in de weergavestand, keert de camera terug naar
weergavestand nadat u de logs hebt verwijderd.
Automatisch de tijd bijwerken
OKOKOK
OKOKOK
Max. aant. logs al opgesl.Max. aant. logs al opgesl.
Alle logs verwijderen enAlle logs verwijderen en
huidig log opsl. als nieuwe?huidig log opsl. als nieuwe?
Alles verwijderen
Onderbreken
Max. aant. logs al opgesl.
Alle logs verwijderen en
huidig log opsl. als nieuwe?
GPS aan/uit
GPS registreren
GPS-tijdsync. Uit
Aan
MENU
GPS
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
260
9
Bijlage
5
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om te wisselen tussen
[Aan] en [Uit].
6
Druk op de knop 4.
Hiermee keert u terug naar het scherm [GPS].
[GPS-tijdsync.] kan alleen worden ingesteld wanneer [GPS aan/uit] op
[Aan] staat.
[GPS-tijdsync.] werkt niet in de volgende situaties:
Tijdens het maken van video-opnamen
Tijdens het afspelen van video-opnamen
Tijdens diavoorstellingweergave
Tijdens intervalopname
Wanneer de zelfontspanner is ingesteld
Tijd+/-
OK
Stop
Bestemmingstijd
Londen
Synchroniseert cameratijd
met huidige GPS-locatie
02/02/2012
01:25
-1:00
Uit
OK
MENU
DST
OFFOFFOFF
Dit deel is alleen van toepassing op de Optio WG-2 GPS-camera
261
9
Bijlage
Garantiebepalingen
Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn
ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaal- en/of
fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na
aankoopdatum. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties kosteloos
uitgevoerd, op voorwaarde dat de apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten,
ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door
chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften, of wijzigingen
aangebracht door een niet-erkende reparateur. De fabrikant of zijn officiële
vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie of verandering waarvoor
geen schriftelijke toestemming is verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade als gevolg van vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte schade
van welke aard dan ook, of deze nu veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal,
slecht vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat
de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger onder alle
omstandigheden beperkt blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven
beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door een officieel
PENTAX-servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet vergoed.
Handelwijze tijdens de garantieperiode van twaalf maanden
Een PENTAX-apparaat dat defect raakt gedurende de garantieperiode van
12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar waar het toestel is
gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land geen vertegenwoordiger van de fabrikant
gevestigd is, zendt u het apparaat naar de fabriek met een internationale
antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending. In dit geval zal het vrij lang
duren voordat het apparaat aan u kan worden geretourneerd, als gevolg van de
ingewikkelde douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het apparaat nog van
kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd en zullen de onderdelen gratis
worden vervangen, waarna het apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de
garantie verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening gebracht. De
verzendkosten zijn voor rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX gekocht is in
een ander land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten
verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden gebracht door de
vertegenwoordigers van de fabrikant in dat land. Indien u uw PENTAX in dat geval aan
de fabriek terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de
garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening
van de eigenaar. Teneinde de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, gelieve
u het garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste één jaar
te bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie opstuurt, dient u zich ervan te
vergewissen dat u de zending inderdaad hebt geadresseerd aan de erkende
vertegenwoordigers van de fabrikant of zijn goedgekeurde servicemonteurs voor het
geval u de camera niet rechtstreeks naar de fabrikant stuurt. Vraag altijd eerst een
prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee akkoord hebt verklaard, geeft u het
servicecentrum toestemming de reparatie uit te voeren.
262
9
Bijlage
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de wettelijke rechten van
de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van PENTAX-distributeurs in sommige
landen kunnen afwijken van deze garantiebepalingen. Wij adviseren u daarom
kennis te nemen van de garantiekaart die u hebt ontvangen bij uw product ten
tijde van de aankoop, of contact op te nemen met de PENTAX-distributeur in
uw land voor meer informatie en voor een kopie van de garantiebepalingen.
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met richtlijnen van
de Europese Unie.
263
9
Bijlage
Voor klanten in de Verenigde Staten
FCC-VERKLARING
Dit toestel is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regels. De werking is
onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit toestel mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) moet elke ontvangen interferentie
aanvaarden, zelfs als het gaat om interferenties die een ongewenst functioneren
veroorzaken.
Wijzigingen of modificaties die niet zijn goedgekeurd door de instantie die
verantwoordelijk is voor naleving van de voorschriften, kunnen ervoor zorgen dat
de gebruiker het recht verliest om het toestel te bedienen.
Dit toestel is getest en valt binnen de limieten voor digitale toestellen van Klasse
B, volgens Deel 15 van de FCC-regels.
Deze limieten zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferentie in een residentiële installatie. Deze apparatuur genereert
en gebruikt radiogolven en kan, indien niet geïnstalleerd volgens de instructies,
schadelijke interferentie veroorzaken bij radiocommunicatie. Er is echter geen
garantie dat er in een bepaalde installatie geen storingen zullen voorkomen.
Als dit toestel inderdaad schadelijke storing veroorzaakt bij de ontvangst van
radio- of televisiesignalen, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en
weer aan te zetten, verdient het aanbeveling een of meer van de volgende
maatregelen te nemen om de storing te verhelpen:
Verander de ontvangstantenne van richting of van plaats.
Zet het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar.
Sluit het apparaat aan op een ander circuit dan de ontvanger.
*Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio- of televisiemonteur.
Voor klanten in Canada
Dit digitale toestel van klasse B voldoet aan alle vereisten van de Canadese norm
ICES-003.
Pour les utilisateurs au Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du
Canada.
ALLEEN VOOR CALIFORNIË (VS)
Speciale behandeling van materiaal met perchloraat kan van toepassing zijn.
De in deze camera gebruikte lithiumbatterij bevat perchloraat, waarvoor een
speciale behandeling noodzakelijk kan zijn. Zie www.dtsc.ca.gov/
hazardouswaste/perchlorate
264
9
Bijlage
Verklaring van overeenstemming
In overeenstemming met 47CFR, delen 2 en 15 voor
personal computers en randapparaten van klasse B
Wij: PENTAX RICOH IMAGING AMERICAS
CORPORATION
Gevestigd: 633 17 Street, Suite 2600,
Denver, Colorado 80202, U.S.A.
Telefoon: 800-877-0155 Fax: 303-790-1131
Verklaren dat onder alleen onze verantwoordelijkheid het hierin gespecificeerde
product voldoet aan 47CFR delen 2 en 15 van de FCC-richtlijnen als een digitaal
apparaat van klasse B. Elk product is identiek aan het geteste apparaat en
voldoet aan de normen. De administratie die continu wordt bijgehouden, geeft
aan dat verwacht kan worden dat de geproduceerde apparatuur valt binnen een
geaccepteerde afwijking, veroorzaakt door massaproductie en het testen op
statistische basis zoals vereist in 47CFR §2.909. De werking is onderworpen aan
de volgende twee voorwaarden: (1) Dit toestel mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) moet elke ontvangen interferentie aanvaarden, zelfs als het
gaat om interferenties die een ongewenst functioneren veroorzaken. De
hierboven genoemde partij is er verantwoordelijk voor dat de apparatuur voldoet
aan de normen gesteld in 47CFR §15.101 tot §15.109.
Productnaam: Digital Camera
Modelnummer: Optio WG-2 GPS / Optio WG-2
Contactpersoon: Manager klantenservice
Datum en plaats: Februari 2012, Colorado
th
265
9
Bijlage
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van
afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
1. In de Europese Unie
Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde
documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en
elektronische apparatuur en batterijen niet bij het
gewone huisvuil mogen worden verwerkt.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur en
batterijen moeten afzonderlijk en in overeenstemming
met de bestaande wetgeving worden behandeld.
Als u zich op de juiste wijze van deze producten
ontdoet, dan draagt u ertoe bij dat het afval op de juiste
wijze wordt behandeld en hergebruikt en dat geen
schade optreedt aan het milieu of de gezondheid.
Als een chemisch symbool is toegevoegd onder het
hierboven getoonde symbool (conform de richtlijn voor
batterijen), dan wil dit zeggen dat een zwaar metaal (Hg = kwik,
Cd = cadmium, Pb = lood) in de batterij aanwezig is met een
concentratie die hoger is dan de desbetreffende drempelwaarde die in
de batterijrichtlijn is vastgelegd.
Neem voor meer informatie over de inzameling en recycling van
gebruikte producten contact op met de gemeente, de vuilnisdienst of de
leverancier van het product.
2. In andere landen buiten de EU
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u zich van
gebruikte producten wilt ontdoen, neem dan contact op met de lokale
overheid of een dealer om te vragen naar de juiste methode voor
afvalverwerking.
Voor Zwitserland: Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur kan
gratis worden teruggebracht naar de detaillist, zelfs wanneer u geen
nieuw product koopt. Andere verzamelpunten vindt u op de website
www.swico.ch
of www.sens.ch.
266
9
Bijlage
Index
Symbolen
A-stand ................................. 18, 57
I-knop .................................. 54, 57
Q-stand
................................ 18, 57
Q-knop
................................. 53, 55
[A Opnemen]-menu ............ 59, 235
[C Video]-menu ................... 61, 236
[W Instelling]-menu
............... 62, 237
9 Snelinstelling ............................78
i Wissen ........................... 129, 142
f/y-knop
....................................55
y Vergroten ................................139
T Tele ............................................ 68
W Groothoek
.................................68
W/T-knop .......................................53
C Video ......................................120
e Huisdier
....................................79
B Tekst .........................................82
X Digitale groothoek ..................92
F Digitaal panorama
...................94
a Landschap ................................72
b Bloemen ....................................72
Onderwater
............................118
Onderwater video .................. 118
K Eten & drinken ........................... 73
Rapport
.................................... 73
Digitale microscoop
...................82
N Beeldinkadering .......................83
Handm. nachtopname
.............72
Intervalopname
........................85
Intervalvideo ..........................123
Hogesnelheidsfilm
.................126
Cijfers
1cm Macro ................................98
6-beeldsweergave/
12-beeldsweergave
.....................131
A
Aan/uit-knop ..................... 46, 53, 55
Aansluiten op een TV ..................147
Afspelen (geluid) ..........................179
Afspelen (gesproken memo)
.......181
Afstandsbediening ......................... 90
AF-veld ........................................ 100
Alarm
...........................................187
Alles verwijderen .........................144
Auto F (Witbalans)
...............105
Auto Bracketing a .......................91
AUTO ISO-bereik ........................108
Auto + Anti Rode Ogen
c (Flitser)
...................................... 97
Automacro ...................................101
Automatisch meevolgende AF
.....100
Automatisch uitschakelen ............199
Automatische belichting ...............106
Auto , (Flitser)
..............................97
AV-kabel ......................................148
B
Basisinstelling ................................78
Batterij plaatsen ............................. 37
Batterijbesparing
..........................199
Bedieningsaanwijzingen ................33
Beeldinkadering .................... 83, 161
Beeldsnelheid
..............................122
Beeldtint .......................................102
Belichtingscorrectie .....................109
Bestandsnaam
.............................194
Beveiligen Z .............................145
Bijgeleverde software ..................206
Bloemen
........................................72
C
Camera aansluiten op
audiovisuele apparatuur ..............147
Camerabeweging
..........................69
Collage ........................................157
Continue opname snel ...................89
Continuopname
............................. 89
Contrast .......................................116
Creatief kader ..............................164
D
Datum en tijd instellen .......... 51, 185
Datumafdruk ................................116
De geheugenkaart controleren ......46
De instellingen opslaan
...............127
Diavoorstelling .............................136
Digitaal filter .................................153
Digitale groothoek
..........................92
Digitale zoom .................................70
DPOF-instellingen .......................174
267
9
Bijlage
E
Eten & drinken ...............................73
Eye-Fi ................................. 198, 226
F
Filters ...........................................153
Fisheye-filter ................................154
Flitser aan b (Flitser)
....................97
Flitser uit a (Flitser)
......................97
Flitser + Anti Rode Ogen
d (Flitser) ...................................... 97
Flitsstand
.......................................97
Formatteren ................................. 183
Fotolab ......................................... 174
G
Geheugen ....................................127
Geluidsinstellingen ......................184
Geluidsopname ...........................177
Geluidstypen
................................184
Gesproken memo ........................180
Gesproken memo toevoegen
aan opnamen
............................... 180
Gevoeligheid ................................ 107
Gezichtsdetectie ............................74
Grootte wijzigen
...........................150
H
Handmatig K (Witbalans) ...........106
Handmatig Focus \ ...................99
HDMI
...........................................197
HDR-filter
.....................................155
Helderheid ...................................198
Helderheid van het scherm ..........198
Helderheidsfilter
...........................154
Histogram ......................................33
Hoge lichten, correctie .................109
Huisdier
.........................................79
I
Indicatie batterijniveau ...................40
Inktgomfilter .................................156
Instelling D-range
........................109
Instelling van de
kleurverzadiging. .........................115
Instellingen herstellen
..................203
Instellingen, menu ................ 62, 237
Intern geheugen ..........................172
Intervalopname
..............................85
Intervalvideo ................................ 123
IQ-verbeteraar ............................. 117
K
Kalenderweergave .......................133
Klein-gezichtfilter .........................152
Kleur aanpassen
..........................115
Kleurextractiefilter
........................153
Kleurfilter
.....................................153
Kleurverbeteringsfilter
..................153
Klokweergave
..............................204
Knipperdetectie
..................... 68, 111
Knop Snelinstelling
......................112
Snelinstelling, knop X ............ 54, 57
Kopiëren ......................................172
L
Landschap .....................................72
LED-verlichting ............................203
M
Macintosh ....................................207
Macro q
........................................98
Macroverlichting ..........................117
Mapnaam .....................................192
Mapweergave
..............................132
Mass Storage Class ....................211
MediaImpression .........................206
Meervlaks lichtmeting L
............106
Menu’s, werken met ......................58
Knop 3
........................... 54, 56
Miniatuurfilter
...............................154
Momentcontrole
.................... 68, 111
Movie SR (Shake Reduction
voor video)
...................................123
MSC
.............................................211
N
Netvoedingsadapter ...................... 41
O
4/W-knop ............... 54, 56
Onderwater
..................................118
Onderwateropnamen maken .......118
Onderwatervideo (stand) .............118
Oneindig s
...................................99
Ontspanknop ....................53, 55, 67
Opladen van een batterij ...............36
Opname/geluid kopiëren
.............172
Opnamegegevens .........................27
Opnamen opslaan op basis van
datum
...........................................192
Opnamepalet .................................72
Opnameresolutie .........................103
268
9
Bijlage
Opnamerotatie .............................138
Opnamefunctie ..............................70
Opnemen (menu)
................. 59, 235
Opslaan als foto (video) ...............169
Opslagcapaciteit ..........................244
Opstarten in de Weergavestand
....47
Opstartscherm .............................202
Optionele accessoires
.................242
P
Pan-focus 3 ................................98
Panoramafoto’s .............................94
Picture Transfer Protocol .............211
Pixel Track SR
.............................110
Pixeluitlijning ................................201
Productregistratie ........................210
PTP
..............................................211
R
Rapport ..........................................73
Reset ...........................................203
Resolutie ............................. 103, 122
Retrofilter
.....................................153
Rode ogen, reductie
cd (Flitser) ..................................97
Rode-ogenreductie
......................160
Roteren ........................................ 138
S
Schaduwcorrectie ........................109
Scherpstelhulp
.............................101
Scherpstelinstelling ........................98
Scherpstellen .................................98
Scherpte
......................................115
SD-geheugenkaart ........................ 43
Smile Capture ................................75
Snelinstelling
.................................78
Snelkeuze ....................................203
Soft-filter ......................................154
Software installeren
.....................208
Specifications ..............................243
Speelgoedcamerafilter .................153
Splitsen, video-opnamen
.............170
Stand Digitale microscoop .............82
Standaard = ...............................98
Standaardinstellingen
........... 48, 235
Sterk contrast, filter ......................153
Sterrenfilter ..................................153
Systeemvereisten
........................207
T
Taal instellen ........................ 48, 191
Tekstgrootte .................................191
Tekststand
.....................................82
Thuistijd
.......................................189
Tijd selecteren
.............................190
Titelbeeld van video-opname
......171
Tot halverwege
indrukken (ontspanknop) ...............67
Transportstand
.......... 85, 87, 89, 91
U
Uitsnijden .....................................151
USB-aansluiting ...........................210
V
Vergroten y ................................139
Video bewerken ...........................168
Video weergeven .........................130
Video-opnamen maken
...............120
Videosignaal ....................... 196, 241
Vierwegbesturing .................... 54, 56
Volledig indrukken
(ontspanknop)
...............................67
Volume wijzigen ...........................184
W
Waterdicht en stofdicht ................118
Waterdicht, stofwerend en
schokbestendig ontwerp
..................9
Weergave
........................... 129, 130
Weergave met close-up van
gezicht
.........................................140
Weergavepalet ................... 135, 238
Weergavetaal
..............................191
Wereldtijd .....................................189
Windows ......................................207
Wissen i
........................... 129, 142
Witbalans .....................................105
Z
Zelfontspanner g ..........................87
Zelfportretassistent
........................77
Zoom W T ...................................... 68
Zwart-wit/Sepia filter ....................153
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX.
Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal
te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te
krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige
plaats.
Auteursrechten
Met de digitale camera van PENTAX gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan
strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming
volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening
met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik
aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties.
Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook
niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in
de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een
gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
•ArcSoft
en het logo hiervan zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van ArcSoft Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn gewone of
wettig gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Eye-Fi, het Eye-Fi-logo en Eye-Fi connected zijn handelsmerken van Eye-Fi, Inc.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale
fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image Matching
ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter overeenstemmen
met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige functies zijn niet beschikbaar
op printers die niet voldoen aan PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het
PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor
privégebruik door een consument en andere vormen van gebruik zonder
vergoeding met het oog op (i) het coderen van video in overeenstemming met de
AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video die werd
gecodeerd door een consument in een privéactiviteit en/of werd verkregen via
een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Geen enkele
licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com.
Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
In deze handleiding wordenen ® niet aangegeven.
Deze handleiding is van toepassing op de Optio WG-2 GPS en Optio WG-2.
De illustraties die in deze handleiding worden gebruikt, zijn van de Optio WG-2 GPS.
Memo
/
DUT
Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door
voordat u deze camera in gebruik neemt.
PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD.
2-35-7, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.jp)
PENTAX RICOH IMAGING
FRANCE S.A.S.
(European Headquarters)
112 Quai de Bezons, B.P. 204, 95106 Argenteuil Cedex,
FRANCE
(HQ - http://www.pentax.eu)
(France - http://www.pentax.fr)
PENTAX RICOH IMAGING
DEUTSCHLAND GmbH
Julius-Vosseler-Strasse 104, 22527 Hamburg,
GERMANY
(http://www.pentax.de)
PENTAX RICOH IMAGING
UK LTD.
PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks
SL3 8PN, U.K.
(http://www.pentax.co.uk)
PENTAX RICOH IMAGING
AMERICAS CORPORATION
633 17th Street, Suite 2600, Denver, Colorado 80202,
U.S.A.
(http://www.pentaximaging.com)
PENTAX RICOH IMAGING
CANADA INC.
1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7,
CANADA
(http://www.pentax.ca)
http://www.pentax.jp/english
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving
wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
OPWG20105/DUT Copyright © PENTAX RICOH IMAGING CO., LTD. 2012
FOM 01.03.2012 Printed in Europe
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pentax Optio WG2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pentax Optio WG2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 7,8 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pentax Optio WG2

Pentax Optio WG2 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 272 pagina's

Pentax Optio WG2 Gebruiksaanwijzing - English - 264 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info