FRM-3-013-02
Pelvitec BV, Rotterdamseweg 183-C 2629 HD Delft Tel: 010-3032290, Fax: 010-3032291, e-mail: info@pelvitec.com, website: www.pelvitec.com
Opmerkingen:
Programma 7: Pulsduur wisselend van 200 µs tot 100 µs tot 200 µs,
frequentie wisselend van 100 Hz tot 65 Hz tot 100 Hz gedurende 3 seconden.
Programma 9: Burst van 9 pulsen van 200 µs en 150 Hz, 2 maal per seconde repeterend.
Programma 10: Kanaal A continue 80 Hz en 200 µs,
Kanaal B een burst van 9 pulsen van 200µs en 150 Hz, 2 maal per seconde repeterend.
Programma 11: 2 Hz gedurende 3 seconden, 100 Hz gedurende 3 seconden, repeterend.
Programma PC3: Pulsduur wisselend van hoge waarde naar lage waarde naar hoge waarde, frequentie
wisselend van hoge waarde naar lage waarde naar hoge waarde gedurende 3 seconden.
Het gebruik van de NeuroTrac™ TENS
Frequentie (Hz of pulsen per seconde)
De frequentie die gekozen wordt hangt voornamelijk af van de plek waar de elektrode op het lichaam van de
patiënt geplaatst wordt. Als de elektrode langs of over de pijnplek geplaatst wordt, is een hogere frequentie van
80-100 Hz wenselijk. De patiënt dient een continue stimulatie te ervaren. De ervaring leert dat een optimale
instelling van 80 of 90 Hz met een pulsduur van 220 μs bij de meeste patiënten een goed resultaat geeft en
een goede start is voor het indammen van de pijn.
Patiënten die Trigger-points, motor- of acupunctuurpunten gebruiken, reageren meestal op een lage frequentie
van 2-10 Hz en een pulsduur van 200 μs. Het is de bedoeling dat de patiënt de individuele pulsen voelt.
Pulsduur
Een langere pulsduur zal een sterkere stimulatie geven voor elke ingestelde intensiteit (mA). Het lijkt erop dat
men, bij gebruik van een combinatie van intensiteit en pulsduur, door een variatie in pulsduur verschillende
groepen zenuwen kan stimuleren.
De langere pulsduur is nodig voor het versterken van de motorvezels, terwijl de kortere pulsduur vaker gebruikt
wordt voor de gevoelsvezels.
Deze keuze van pulsduur hangt af van het beoogde behandeldoel.
Het stimuleren van de grotere zenuwen lijkt de hoeveelheid informatie en de snelheid waarmee deze informatie
wordt doorgegeven via de fijnere zenuwen te reduceren. Ook lijken de hersenen onder bepaalde
omstandigheden hun eigen pijnstillende stoffen aan te maken die bekend zijn als endorfine of endogene
opiaten
Intensiteit (mA)
Patiënten reageren verschillend op de hoogte van de intensiteit. Dit komt door de variatie in huidweerstand per
individuele patiënt, de verzwakking/verslapping en de soort en kwaliteit elektrode die gebruikt wordt.
Een goede formule voor het instellen van de intensiteit is de stroom zodanig te verhogen dat de patiënt een
lichte spierspanning voelt die niet sterk genoeg is om een gewricht in beweging te brengen en vervolgens de
intensiteit een beetje te verlagen zodat het comfortabel aanvoelt.
Als lage TENS-instellingen gebruikt worden, zullen individuele spiertrekkingen optreden. De hogere TENS-
instellingen zullen de spierspanning verhogen. Het is niet aan te bevelen de intensiteit zodanig te verhogen dat
er een sterke spiersamentrekking optreedt.