516677
46
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/51
Pagina verder
Uw fiets 1
Montage
Veiligheid
Bijzonderheden
Service
Montage- en Bedieningshandleiding
Uw fiets 1
Inhoudsopgave
2 Belangrijk voor uw veiligheid
Informatie
Voor de eerste rit
Montage
4 Stuur
7 Zadel
9 Pedalen
10 Instellingen
Verlichting
Zijdynamo
Roldynamo
11 Spaakdynamo
Naafdynamo
12 Koplamp instellen
Wielen
13 Bandenspanning
14 Het ventiel
Het Sclaverand-ventiel
Het Autoventiel
Het Dunlop-ventiel
15 Veringen
16 Remmen
Eerste ingebruikneming
Terugtraprem
Zijtrekrem
Middenoptrekrem
Cantileverrem
Instelling
V-rem (V-brake)
Instelling
Trommelrem
Schijfrem
Hydraulische remmen
Remhendels
Fijnstelling van de remmen
23 Versnelling
De aandrijving
De kunst van het schakelen
Voorbeeld van een kettingderailleur
Instelling van een kettingschakeling
Instelling van de achterderailleur
Kabelinstelling
Instellen van de laagste versnelling
Instellen van de spanning
27 Voorderailleur
De geleiding van de ketting controleren
Kabelspanning
De kabelspanning regelen
28 Versnellingshendels
Drukknopversnelling
Draaigrip
Schakel- en reminrichtingen
Rapid Fire versnellingshendel
30 Accessoires
Bestelmaten
Verlichting op batterijen
Fietscomputer
Fietssloten
Spatborden
Kinderzitjes
Aanhanger
Fietskleding
Fietsstandaards
Velgen
35 Onderhoud en verzorging
Fietsbanden
Luchtdrukkabel
Bandenpech
Binnenband repareren
De band terugzetten
De ketting
36 Algemeen onderhoud
Mountainbikes en racefietsen
Remkabels
Velgremmen
Achterwiel
Ketting
Derailleur
Kettingtandwielen
Stuurkoplager
Stuurstang/voorbouw
Reflectoren
Banden
Terugtraprem
Zadelinstelling/zadelsteun
Spaken
Cranks en pedalen
Trapaslager
Voorvork
Voorwiel
Onderhoud van de derailleur
Reiniging van uw fiets
Het milieu
39 Probleem, oorzaak en oplossing
41 Formulier (kenmerken)
42 Fietsonderdelen
43 Hoe herken ik een framenummer
44 Vrijwaring/Garantie
46 Online registreren en Service verzoek
47 Garantiebewijs
2 Uw fiets
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID
Verklaring van begrippen
In deze handleiding vindt u de volgende symbo-
len en aanduidingen:
Gevaar!
Groot risico. Negeren van deze waarschuwing
kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Let op!
Gemiddeld risico. Negeren van deze waarschu-
wing kan materiële schade veroorzaken.
Belangrijk!
Klein risico. Deze zaken dienen in acht te worden
genomen.
Let op! Deze fiets is af fabriek erg goed voorge-
monteerd maar nog niet gereed voor gebruik.
Voor ingebruikname moeten alle schroeven en
klemverbindingen worden gecontroleerd.
De pedalen hebben een rechtse of linkse schroef-
draad. Trek de zadelpen en stuurstang niet verder
uit dan de veiligheidsmarkering! Controleer of
de remmen en verlichting goed werken en of de
bandenspanning goed is.
Fietsen dienen alleen voor de bestemde doelen
te worden gebruikt en niet voor reclamedoel-
einden. Daarnaast dienen ze volgens de meest
recente DIN-normen te worden gemonteerd en
belast.
• Belasting voor fietsen volgens DIN 79100
max. 100 kg.
De maximale belasting kan per uitvoering
verschillen – dat wordt dan afzonderlijk aange-
geven.
De belasting van de bagagedrager is in drie
gewichtsklassen ingedeeld: 10, 18 en 25 kg. De
gegevens betreffende de maximale belasting
kunt u op de bagagedrager van uw fiets vinden.
Kinderfietszitjes kunnen volgens de bijbehoren-
de gebruiksvoorschriften worden gemonteerd
en gebruikt.
In principe geen kinderzitjes aan het stuur
bevestigen! Wij raden aan de maximale belas-
ting bij montage op het stuur en tussen stuur en
bestuurder (bovenste stang) op 15 kg te begren-
zen. Bij de montage van een fietszitje achterop
de bagagedrager, kunt u het beste een stoeltje
kiezen dat aan de verticale stang van het frame
(onder het zadel) bevestigd dient te worden. De
gegevens over maximale belasting kunt u lezen
in de handleiding bij het kinderfietszitje.
Wegenverkeersreglement m.b.t. technische eisen
en rijvaardigheidseisen:
De fiets is een verkeersmiddel en valt onder de
voorschriften van het Wegenverkeersreglement
m.b.t. technische eisen en rijvaardigheidseisen.
Dit reglement schrijft voor dat: Elke fiets moet
zijn uitgerust met twee onafhankelijk van elkaar
werkende remmen, een luid klinkende bel,
dynamo, koplamp, achterlicht, reflectorpedalen,
reflectoren op de banden of lichtstrepen, een
witte reflector voor en een rode reflector achter
op de fiets.
Fietsen die niet voldoen aan de bepalingen van
dit reglement (racefietsen en mountainbikes)
mogen niet in het openbare wegverkeer wor-
den gebruikt.
Draag tijdens het fietsen kleding die de bewe-
ging van het stuur en de ketting niet belemmert
(zo worden bijvoorbeeld strakke broeken en ste-
vig schoeisel aanbevolen en lange jassen afgera-
den; indien nodig broekklemmen gebruiken).
Volg tevens de onderhoudsinstructies op, in het
bijzonder die bij de versnelling horen.
Informatie
Algemene veiligheidsinstructies bij het fietsen:
Controleer voordat u gaat fietsen of de fiets in
een goede staat verkeert. Let hierbij vooral op
het functioneren van de remmen.
Als u deelneemt aan het verkeer, moet de
fiets voldoen aan de voorschriften van het
Wegenverkeersreglement.
Rijd alleen op fietspaden. Als aan weerszijden
van de weg een fietspad is, rijd dan altijd over
het pad aan de rechterkant van de weg.
Bij regen en slecht weer kan de remweg langer
zijn. Rijd dan dus langzaam en rem eerder af dan
bij droge weersomstandigheden.
Controleer regelmatig of alle schroeven en moe-
ren goed zijn aangedraaid, bijv. na 500 km of
om de 3 maanden (afhankelijk van het gebruik).
Verricht zelf alleen reparatie-, onderhouds- en
instelwerkzaamheden aan uw fiets als u er vol-
doende kennis en gereedschap voor heeft. Door
ondeskundige reparaties kan het fietsen voor de
gebruiker gevaarlijk worden.
Uw fiets 3
Wij raden u aan reparaties te laten uitvoeren
door onze reparatiedienst of door een andere
fietsenmaker. Onderdelen die door een onge-
val of onjuiste behandeling zijn verbogen of
beschadigd, dienen wegens het gevaar op
breken direct te worden vervangen, bijv. frame,
stuur, voorbouw, voorvork, pedalen, krukarmen.
Technische veranderingen aan uw fiets
mogen slechts met inachtneming van het
Wegenverkeersreglement en de overeen-
komstige DIN-normen worden doorgevoerd.
Elektrische onderdelen mogen slechts door voor
dit model goedgekeurde onderdelen worden
vervangen (zie het onderwerp Verlichting).
Omvang, functie en prestaties van de actieve
en passieve verlichtingselementen zijn door
het Wegenverkeersreglement en DIN 79100
vastgesteld.
Om veiligheidsredenen mag in het openbare
wegverkeer geen muziek via een koptelefoon
(bijv. walkman) worden beluisterd aangezien
men dan niet alert kan reageren op
waarschuwingsgeluiden.
VOOR DE EERSTE RIT:
Uw fiets is tijdens de productie en vervol-
gens bij de eindcontrole meermaals getest.
Aangezien zich bij het transport van de fiets
veranderingen kunnen voordoen, dient u voor de
ingebruikname in ieder geval de volgende pun-
ten te controleren (indien van toepassing):
• Bevestiging van de wielmoeren
• Bevestiging van stuur, pedalen en zadel
• Instelling en functioneren van de remmen
• Functioneren van de versnelling
• Functioneren van de bel
• Functioneren van de verlichting
• Bandenspanning
Let op!
Alle achteraf aangebouwde onderdelen en
doorgevoerde wijzigingen met name in remsy-
stemen, veringsystemen en koppelingssystemen
voor fietsaanhangwagens enz. kunnen gevaar
voor uw eigen veiligheid opleveren.
Gebruik alleen toegestane originele onderdelen
en neem de bij de onderdelen behorende bedie-
nings- en montagehandleidingen in acht. Laat in
geval van twijfel de montage uitvoeren door de
reparatiedienst.
4 Uw fiets
MONTAGE
De eindmontage (stuur, stuurhoorns of klemvoorbouw, zadel en pedalen)
van uw fiets is binnen enkele stappen gedaan. Daarnaast kunt u tegelij-
kertijd de juiste hoogte van zadel en stuur instellen. Neem hierbij altijd de
veiligheidsvoorschriften in acht.
Stuur
De hoogte van het stuur kan naar wens worden versteld.
De hoogte veranderen
Draai de expanderbout (2) met een ring-steeksleutel 13 linksom uit de
voorbouw (1). U kunt het stuur in hoogte verstellen nadat de expanderbout
(2) enkele slagen is losgedraaid en de wigwerking in de stuuras met een
lichte slag bovenop de expanderbout is opgeheven. Daardoor wordt ook
de klemspanning van het klemstuk (7) tussen de voorbouwafschuining (6)
en het voorvorkframe (8) opgeheven.
Nu kan de hoogte van het stuur worden afgesteld door het stuur naar
boven of naar beneden in de voorvork frame (8) te draaien. Draai de voor-
bouw vervolgens weer goed vast. Bij de klemspanning tussen expander-
bout (2) en voorvorkframe (8) moet een aanhaalmoment van minimaal 15
Nm worden aangebracht.
De stuurstang (3) kan uit de schroefverbinding (4) worden gedraaid. De
benodigde klemspanning tussen stuurstang (3) en schroefverbinding (4) is
bereikt wanneer de schroefverbinding met een minimaal aanhaalmoment
van 15 Nm wordt aangehaald.
Let op!
Trek de stuurpen niet verder uit dan de veiligheidsmarkering (5)! De
stuurpen moet nog minimaal 2,5 maal de afmeting van zijn door-
snede in de voorvorkframe blijven. De markering (5) op de stuurpen
helpt de juiste maat te vinden Zet het stuur in het belang van uw
eigen veiligheid niet hoger dan de veiligheidsmarkering.
Voorzichtig:
De voorbouw (1) niet forceren of verbuigen als deze van aluminium is.
In deze handleiding vindt u dikwijls gegevens over aanhaalmomenten
(Nm). Om bouten juist aan te draaien, hebt u een momentsleutel nodig.
Hiermee kunt u het aanhaalmoment nauwkeurig instellen zodat u er zeker
van bent dat alle schroefverbindingen aan de technische voorschriften
voldoen.
De stuurpen moet nog
minimaal 2,5 maal de
afmeting van zijn doorsnede
in de stuurkop blijven.
2
7
6
5
3
4
8
1
Uw fiets 5
Klemvoorbouw met binnenschroefdraad
Let op:
Voor de montage van de voorbouw moet het gehele voorwiel zijn
gemonteerd. De voorvork moet zo zijn gedraaid dat de remstangen zich
aan de voorkant van de voorvork bevinden.
Verwijder het kunststof dopje (1) uit de inbusschroef van de afdekkap (2).
• Draai de inbusschroef in de afdekkap los (2) en neem de afdekkap eraf.
• Verwijder de rubberband van de voorvorkas (3).
Let op:
In deze toestand kan de voorvork naar beneden uit de stuurkopbuis
vallen. Hierbij kunnen afzonderlijke onderdelen kwijt raken. Til de fiets in
deze toestand niet aan het frame op!
• Plaats een afstandsring (4) (spacer) op de voorvorkas (3).
Plaats de voorbouw (5) op de voorvorkas. Voorbouw en voorvorkas
moeten bovenaan gelijk zijn.
Druk de voorbouw (5) naar beneden en haal beide inbusschroeven in de
voorbouw ombeurten aan met ca. 9 tot 11 Nm.
Let op:
Tussen voorbouw (5), afstandsring (4) en stuurkop (6) mag geen ruimte
over zijn.
• Plaats de afdekkap (2) op de voorvorkas.
• Haal de inbusschroef in de afdekkap (2) handmatig aan.
• Plaats het kunststof dopje (1) weer in de inbusschroef.
Klemvoorbouw met bevestigingsklem
• Draai de inbusschroef van de bevestigingsklem (1) los.
Let op:
Zolang de bevestigingsklem (1) los is, kan de voorvorkas naar beneden
uit de stuurkopbuis vallen. Hierbij kunnen afzonderlijke onderdelen kwijt
raken. Til de fiets in deze toestand niet aan het frame op!
Druk de bevestigingsklem (1) naar beneden en haal de inbusschroef
aan met ca. 5 tot 8 Nm. De schroefverbinding van de bevestigingsklem
(1) moet naar voren wijzen.
• Plaats een afstandsring (2) (spacer) op de voorvorkas (3).
Plaats de voorbouw (4) op de voorvorkas. Voorbouw en voorvorkas moe-
ten bovenaan gelijk zijn.
6 Uw fiets
Let op:
Tussen bevestigingsklem (1), afstandsring (2) en
voorbouw mag geen ruimte over zijn.
Plaats zonodig nog ee afstandsring.
Haal beide inbusschroeven op de voorbouw om beurten aan (ca.
13,5 Nm).
• Plaats de afdekkap (5) weer op de voorvorkas.
De voorbouw rechtzetten
Draai de twee voorste inbusschroeven op de voorbouw los.
Draai de stuurstang zo dat u gemakkelijk bij de rem- en
versnellingshendels kunt.
Draai beide voorste inbusschroeven op de voorbouw om
beurten vast (ca. 9 tot 11 Nm).
Bij sommige voorbouwen kan ook de hoek versteld worden.
Draai de inbusschroef in het scharnier los en stel de hoek zo
schuin af als u wilt.
• Draai de schroef weer vast.
STUUR
Voor optimaal fietsplezier is het belangrijk de stuurhoorns zo
comfortabel mogelijk in te stellen.. U kunt tijdens de rit de stand
van de hoorns wijzigen zodat u geen last krijgt van vermoeide
polsgewrichten. De montage van stuurhoorns is eenvoudig:
Draai de schroeven los, schuif de stuurhoorns op het stuur en
draai ze in de gewenste stand.
• Draai de schroeven weer vast.
Uw fiets 7
Eindcontrole
Knijp de voorrem in en probeer of u de fiets voor- of achteruit
kunt rijden. In de stuurkoplager mag geen speling voelbaar zijn.
Draai als dit wel het geval is de inbusschroeven op de voorvorkas-
klem van de voorbouw iets los, druk de voorbouw met kracht naar
beneden en draai beide inbusschroeven ombeurten weer vast
met ca. 9 tot 11 Nm.
Probeer of het stuur gemakkelijk en soepel beweegt: Zet het
stuur recht en til het wiel voor aan het frame op. Het stuur moet
vanzelf naar binnen slaan. Als dit niet zo is, moeten de inbus-
schroeven op voorvorkasklem resp. bevestigingsklem van de
voorbouw iets worden losgedraaid en met lichte druk in de rich-
ting van de stuurkop worden vastgeschroefd.
Controleer of er tussen de voorbouw, afstandsring en stuurkop
geen ruimte aanwezig is. Draai anders de voorbouw los en schuif
deze verder op de voorvorkas.
• Controleer de aanhaalmomenten van alle schroeven.
ZADEL
Over het algemeen is de stand van het zadel goed als u met het
been gestrekt met uw voet het pedaal in de laagste stand raakt. Als
u in deze stand op het zadel zit, moet u met uw tenen de grond
nog kunnen raken.
Tijdens het fietsen zet u de bal van uw voet op het pedaal en
houdt u uw benen iets gebogen. Dit is erg belangrijk voor de
ontspanning van uw beenspieren.
8 Uw fiets
Zadel instellen
Na het losdraaien van de zadelpenbout (A) kan het zadel worden
gedraaid en in hoogte worden versteld. De zadelpen moet nog
minimaal 2,5 maal de afmeting van zijn doorsnede in de zitbuis
(het frame) blijven. Let op de veiligheidsmarkering op de zadelpen!
Bij zadels met een snelspanner wordt het zadel in hoogte versteld
door het los- en vastdraaien van deze snelspannerhendel.
Let op:
De zadelpen moet nog minimaal 2,5 maal de afmeting van zijn
doorsnede in de zitbuis (het frame) blijven. Deze hoogte is met
een veiligheidsmarkering aangegeven. Bij fietsen met een lagere
framehoogte moet bij gebruik van een lange zadelpen er ook op
worden gelet dat de veiligheidsmarkering niet te zien is!
Met schroef B wordt de hellingshoek van het zadel versteld.
Het zadel dient horizontaal of eventueel heel iets achterover te zijn
afgesteld. De hellingshoek van het zadel is een persoonlijke aange-
legenheid. Pas na een lange fietstocht zult u merken wat voor u de
prettigste stand is.
Bij sommige zadelpennen kan het zadel naar voren en naar
achteren worden versteld. Alle schroeven die voor de verstelling
van het zadel zijn losgedraaid, moeten weer zorgvuldig worden
aangedraaid (met een aanhaalmoment van 15 Nm).
Veiligheidsmarkering
De zadelpen moet nog minimaal
2,5 maal de afmeting van zijn
doorsnede in de zitbuis blijven.
Uw fiets 9
PEDALEN
De pedalen zijn om transportredenen naar binnen gericht aange-
schroefd of los meegeleverd. Schroef dus zonodig de pedalen eraf.
De pedalen zijn duidelijk gemarkeerd met een "L" voor links en een
"R" voor rechts.
Schroef het pedaal met "R" met zijn as in de rechter crank en het
pedaal met "L" in de linkercrank (let op: links schroefdraad!). Draai
de pedalen zeer goed vast.
Belangrijk!
Let op dat u de pedalen in de richting van het voorwiel vastdraait
en in de richting van het achterwiel losdraait.
Telescoopstandaard
Wanneer uw fiets is voorzien van een telescoopstandaard kunt u
zonder gereedschap de lengte van de standaard veranderen.
U draait gewoon aan de draaibus.
Hier geldt de volgende vuistregel: Uitgaande vanuit het draaipunt
dient de standaard net zo lang te zijn als de bij een loodrecht
gehouden fiets gemeten afstand tot de grond.
Andere telescoopstandaards hebben een zichtbare klemschroef.
Bij deze versies kan de standaard worden versteld met behulp van
een schroefsleutel.
Fietsmand voorop
Een vast gemonteerde fietsmand voorop de fiets heeft als voordeel
dat u er goed zicht op heeft. Bovendien kan er bij een slecht weg-
dek niets ongezien uit de mand vallen.
Bij de montage moet u de koplamp naar voren voor de mand
verplaatsen. Anders voldoet uw fiets niet meer aan de verlichtings-
voorschriften.
Een extra steunbeugel wordt ter ondersteuning van de mand op
de vooras bevestigd. De mand wordt met een houder vast aan de
stuurkopbuis verankerd.
Proefrit
U heeft nu uw fiets geheel gemonteerd. Voordat u een proefritje
gaat maken, dient u op de hoogte te zijn van alle technische
elementen van uw fiets.
Voor ingebruikname moeten alle schroeven, moeren en
bouten worden gecontroleerd.
Probeer uit hoe de remmen werken.
Controleer de stand van de remblokjes.
Probeer de nieuwe versnellingsmogelijkheden uit.
Test de verlichting.
Controleer de bandenspanning.
Hoe beter u uw fiets kent, des te meer plezier u zult hebben
tijdens het fietsen. Bovendien zult u zich een stuk veiliger voelen.
10 Uw fiets
INSTELLINGEN
Verlichting
Een verlichtingssysteem met dynamo is bij de wet verplicht voor
fietsers.
Voor zover de verlichting (koplamp, achterlichten, pedaalreflec-
toren, reflectoren voor en achter en spaakreflectoren) van de fiets
niet al bij aflevering voldoet aan de voorschriften, dient u alleen
gebruik te maken van de voor dit model goedgekeurde verlichting.
Deze is te herkennen aan het volgende teken:
Z 12366 Z (voor reflectoren)
(De bovenstaande cijfercombinatie is slechts een voorbeeld.)
Zijdynamo
De dynamo moet zo zijn bevestigd dat deze loodrecht op de
wielas staat en het dynamowieltje volledig tegen de band ligt.
Het maakt niet uit of de dynamo op het voor- of achterwiel is
bevestigd.
De zijdynamo wordt ingeschakeld met een schakelaar of een druk-
knop. De dynamo kantelt dan met het wieltje tegen het
loopvlak van de band. De verlichting kan worden uitgeschakeld
door de dynamo terug te kantelen in de uitgangspositie.
Let op:
Bij regen kan de dynamo slippen.
Info: overige dynamo's
Roldynamo
De roldynamo bevindt zich achter de trapas. Deze dynamo wordt
op de zijstang bevestigd of met een borgplaat aan de achtervork
geklemd. Deze dynamo wordt ingeschakeld met behulp van een
hendel of afstandsbediening en ligt dan met de geribbelde aan-
drijfrol tegen het loopvlak van de band. Het voordeel van deze
dynamo is de kleine rolweerstand en de geringe geluidsontwik-
keling. Deze dynamo werkt aanzienlijk beter dan traditionele
dynamo’s.
Schakelaar voor de dynamo
Uw fiets 11
Spaakdynamo
De spaakdynamo bevindt zich op de vooras en wordt aangedreven
door een spaakmeenemer die tussen de spaken wordt gekanteld.
Deze wordt in- of uitgeschakeld als de fiets stilstaat.
Het belangrijkste voordeel van deze dynamo is dat deze bij natte
weersomstandigheden niet slipt zoals dynamo’s die tegen de band
zijn gekanteld.
De generator en de aandrijving bevinden zich in een vuildichte
behuizing.
Naafdynamo
De naafdynamo bevindt zich in de voornaaf. Deze dynamo is
praktisch slijtvast en de effectiviteit is hoog. Er zijn modellen die
alleen elektrisch en niet mechanisch kunnen worden geschakeld.
Een schakelaar aan het stuur of aan de lampbehuizing is daarom
praktisch. Andere modellen worden met een knevelschakelaar in-
of uitgeschakeld.
De zijdynamo aansluiten...
...met steekcontacten
Schroef het kapje van de steekschoen van de dynamo, draai de
kabeluiteinden samen en steek ze door het kapje. Plaats het kapje
op de steekschoen en draai het kapje met een kwartslag vast.
…met een kartelmoer
De kabeluiteinden worden samengedraaid en aan de onderkant
van de dynamo bevestigd met een kartelmoer.
…met een veerbeugel
Druk de veerbeugel in en steek de kabeluiteinden in het gaatje.
Laat de veerbeugel los en de kabels zijn goed geklemd.
12 Uw fiets
De koplamp instellen
De koplamp moet worden afgesteld volgens de voorschriften van
het Wegenverkeersreglement. Het midden van de lichtbundel
moet op 5 meter afstand van de koplamp slechts half zo hoog zijn
als bij de koplamp zelf. Meet de afstand tussen de koplamp en het
fietspad. Deel deze uitkomst door twee en markeer deze hoogte
op een wand. Plaats de fiets op 5 meter afstand van de wand.
Schakel de dynamo in en draai aan het wiel waarop de dynamo
is bevestigd. Stel de koplamp zo af dat de lichbundel op gelijke
hoogte is met de markering op de wand.
Het achterlicht aansluiten
Bij de meeste fietsen lopen de kabels van het achterlicht door het
frame. Controleer voordat u de kabels aansluit eerst of de lamp
stevig in de fitting zit. Klem dan pas de kabel met de kartelmoer
aan het achterlicht.
WIELEN
Vooras
Wielnaaf met snelspanner
De snelspanner zorgt voor het probleemloos monteren en demon-
teren van het wiel.
Draai voor het bevestigen van de vooras aan de voorvork de stel-
moeren op de as en haal ze stevig aan. De snelspanner wijst daar-
bij naar voren (in de rijrichting). Voor het werkelijke vastklemmen
wordt de snelspanner 180° naar achteren gedrukt. Bij het vastklem-
men wordt de weerstand van de snelspanbeugel vergroot.
Voordat het voorwiel wordt gedemonteerd, moet eerst de bow-
denkabel van de rem worden losgehaald. Na de montage van het
wiel, moet de bowdenkabel weer worden opgehangen.
Midden van de lichtbundel
Midden van de koplamp
Hoogte van de
koplamp
Totale hoogte
Veer
Veer
Snelspanner
Stelmoer
Vergrendelpositie
Uw fiets 13
Gewoon voorwiel met vergrendeling
Voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het voorwiel
moet u de asmoeren, sluitringen en de voorwielhouders aan het
uiteinde van de assen verwijderen. De conuslager van de as moet
zo zijn ingesteld dat het wiel soepel draait. De conusborgmoer
moet stevig aangehaald zijn tegen de asconus (A) zodat de conus
niet los kan raken. Plaats het voorwiel zo in de vorkschede dat de
voorwielhouders de uitstekende delen van de as goed omsluiten.
Bevestig de borgschijfjes en de asmoeren weer op de as. Haal de
beide asmoeren ombeurten in meerdere stappen met een draai-
kracht van 20 Nm aan, zodat het wiel in het midden blijft.
Let op:
Bij het monteren van het voorwiel is het belangrijk dat
de as zich op de juiste wijze in de voorwielhouder bevindt.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de fiets stevig aan de
vork gemonteerd.
L et bij het inbouwen van het wiel op eventuele wielrichtingen.
U vindt de juiste gegevens op de banden.
Bandenspanning
De bandenspanning is van groot belang voor de vering en de
rolweerstand. Een band met een breedte van 35 mm heeft
bijvoorbeeld een bandenspanning van 3 bar nodig. Als de band
wordt opgepompt tot 4 of 5 bar loopt de fiets lichter. Als er te veel
lucht in de band wordt gepompt, heeft de band geen vering meer
en rolt minder soepel.
Wij raden u aan de band tot ongeveer driekwart van het aangege-
ven maximum op te pompen.
De juiste gegevens voor de bandenspanning vindt u op de zijkant
van de band. Verderop in deze handleiding vindt u een
luchtdruktabel.
Voorwielhouder
Borgschijf
voorwielhouder
voorvork
consus (a)
conus
borgmoer
borgschijf
moer
As (b)
voornaaf
14 Uw fiets
HET VENTIEL
Er zijn verschillende soorten ventielen.
Enkele voorbeelden zijn:
Het Sclaverand-ventiel
moet voor het oppompen van de band worden geopend. Open
het ventiel door na het verwijderen van het stofdopje (1) de
kartelmoer (2) naar links te draaien. Draai nadat u de band hebt
opgepompt het ventiel weer dicht met het moertje en plaats het
stofdopje weer op het ventiel.
Het autoventiel
wordt voornamelijk gebruikt bij mountainbikes. Dit ventiel is het-
zelfde als dat van een auto. Voor het autoventiel heeft men een
speciale pomp of adapter nodig. Het gemakkelijkste is een pomp-
installatie van een benzinepomp te gebruiken.
Pas op: bij een te hoge spanning klapt de band!
Het Dunlop-ventiel
wordt in Nederland het meest gebruikt. Het oppompen vraagt
echter enige inspanning. Daarom vervangen de meeste fietseige-
naars het Dunlop-ventiel door een patent- of een flitsventiel. Dit
kan zonder problemen omdat de beide systemen in hetzelfde ven-
tielinzetstuk passen. Oppompen wordt dan kinderlijk eenvoudig!
Belangrijk!
Vergeet niet na het oppompen het beschermings- of stofdopje
weer op het ventiel aan te brengen. Hiermee voorkomt u dat het
ventiel lek raakt door vuil en stof.
Controleer regelmatig of het inzetstuk van het ventiel goed
vast zit.
Uw fiets 15
VERINGEN
Verende vorken
Verende vorken bieden vooral comfort op ruw terrein. Sommige
verende vorken kunnen worden afgestemd op het gewicht van de
fietser.
Een verende vork vangt de schokken op bij de plaats waar ze ont-
staan, dus bij het contact tussen de band en de straat. De verende
vork voorkomt dat de banden het contact met de grond verliezen.
De dynamiek en de veiligheid worden hierdoor positief beïnvloed.
Geveerde zadelpen
Een geveerde zadelpen vangt effectief de schokken en onregelmatig-
heden in de rijbaan op en beperkt ze tot een minimum. Zo worden
uw rug en tussenwervelschijven zo min mogelijk belast.
Geveerde achtervork
Een verend frame dat centraal is ingebouwd in het frame tussen
voor- en achterwiel heeft dezelfde functie als een geveerde zadelpen.
Let er bij deze frames op dat de zadelpen niet te ver in het frame
wordt geduwd.
Als de zadelpen te laag zit, kan de onderkant van de pen bij het door-
veren de achtervork raken.
Fietsers die zwaarder zijn, moeten de voorvering hoog instellen
zodat de beschikbare vering niet door het lichaamsgewicht wordt
beperkt.
Fietsers die niet zo zwaar zijn, kunnen de voorvering lager instellen
die al bij de kleinste oneffenheden werkt.
Let op!
Verende vorken moeten na een bepaalde tijd (zie de handleiding
van de fabrikant) worden gedemonteerd, gereinigd, opnieuw
gesmeerd en opnieuw gemonteerd door een deskundige fietsen-
maker.
Voer zelf geen onderhoudswerkzaamheden uit!
Laat onderhoudswerkzaamheden aan verende vorken
door een fietsenmaker uitvoeren.
16 Uw fiets
REMMEN
In principe heeft elke fiets twee onafhankelijk van elkaar werkende
remmen, ofwel twee velgremmen ofwel een velgrem op het voor-
wiel en een terugtraprem. Bij de velgremmen kan men twee soor-
ten onderscheiden: de middenoptrekrem en de zijtrekrem. Over
het algemeen zijn de remmen bij aflevering van de fiets al gemon-
teerd. Het kan zijn dat de handremhendel bij bepaalde modellen
nog bevestigd moet worden. Als uw fiets met twee handremhen-
dels is uitgerust, dient u voor de eerste rit uit te proberen welke
hendel voor de voorrem resp. achterrem is.
Let op:
Bij natte weersomstandigheden kan het zijn dat de
velgremmen minder goed remmen.
Controle van de remmen.
Voor het eerste gebruik de remmen controleren!
Controleer eerst of de remmen goed zijn bevestigd. Rijd vervol-
gens langzaam een stukje op uw fiets en probeer of de remmen
goed werken. De rem op het achterwiel moet zo goed werken dat
het achterwiel direct geheel stil staat. Hetzelfde geldt voor de rem
op het voorwiel. Wanneer dit niet het geval is, moeten de remmen
zoals hieronder beschreven worden bijgesteld.
Eerste ingebruikneming
Controleer of bij het inknijpen van de handrem de remblokjes
goed en schoon tegen de flanken van de velg worden gedrukt en
of de handremhendel geheel tot het handvat kan worden inge-
knepen. Is dit niet het geval dan dient u de rem beslist bij te stellen
(zie Onderhoud).. De flanken van de velgen kunnen met een droge
doek worden afgenomen zodat eventuele resten van vet en straat-
vuil worden verwijderd.
Terugtraprem
De terugtraprem gaat al heel wat jaren mee en is voor veel fietsers
nog steeds de meest favoriete rem. Deze rem vergt bijna geen
onderhoud, is betrouwbaar en eenvoudig te bedienen. Het totale
remmechanisme is in de achterwielnaaf ingebouwd. De terug-
traprem reageert zeer snel en het achterwiel kan worden geblok-
keerd – hiervoor is enige oefening nodig. (Men dient echter ook
altijd speciale aandacht te hebben voor de voorrem omdat deze
eigenlijk het grootste deel van de remcapaciteit voor zijn rekening
neemt.)
Een terugtraprem kan alleen in combinatie met een naafversnel-
ling worden gebruikt. De combinatie met een kettingversnelling is
niet mogelijk.
Uw fiets 17
Zijtrekrem
Instelling en bevestiging van de remschoen, remblokjes
afstellen
Indien de remschijven niet precies tegen de velgrand liggen, moe-
ten deze opnieuw worden afgesteld. Draai de remschoenmoer los
en lijn de remschijven door het samendrukken van de remstangen
precies uit. Draai vervolgens de remschoenmoer weer vast.
Middenoptrekrem
De als gevolg van slijtage van de remschijven benodigde nastel-
ling geschiedt met behulp van de stelschroef (A) en het gelijktijdig
aandrukken van de remschijven tegen de velgen. Als deze verstel-
ling niet meer mogelijk is, moet de bowdenkabel bij klemnippel (B)
worden nagespannen.
De remblokjes moeten zo zijn ingesteld dat het wiel vrij kan
draaien.
Nastellen van de middenoptrekkabel
Doordat de kabel na verloop van tijd "uitrekt" dient de middenop-
trekkabel worden nagesteld. Draai de kabelhouder met een 10 mm
gaffelsleutel los.
Lijn de remblokjes na het bijstellen van de middenoptrekkabel
weer uit.
fijnstelschroef
spanhendel
18 Uw fiets
Cantileverrem
Instelling
Doordat de kabel na verloop van tijd "uitrekt" dient de middenop-
trekkabel worden nagesteld. Draai de kabelhouder met een 10 mm
gaffelsleutel los.
De velg en de remschoen moeten overeenkomstig de afbeelding
ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd.
Zorg bij de montage dat de afstand van A en B steeds 3-4 mm
bedraagt.
De remschoen op de velg instellen: Door te draaien aan het
instelwieltje kan de remschoen op de velg worden uitgelijnd zoals
rechts op de afbeelding is weergegeven.
Na het voltooien van de instellingen de remschoen met een 5 mm
inbussleutel aanhalen en de remschoenmoer vastdraaien.
De velg en de remschoen
moeten overeenkom-
stig, ten opzichte van de
afbeelding van elkaar zijn
uitgelijnd.
verbin-
dingskabel
kabel
kapje
kabelcilinder
haak
kabelhouder
kabelstelschroef
vastzetinrichting
Remschoen op de velg
uitgelijnd. (van opzij gezien)
Remschoen op de velg
uitgelijnd. (van bovenaf gezien)
Afstand ca.
0,5-1 mm
Rijrichting
Instelwieltje
Uw fiets 19
V-rem (V-brake)
De V-brake is eigenlijk een soort cantileverrem met remkracht-
begrenzer.
Indien een remkrachtregelaar is ingebouwd, veert de bowden-
kabel bij te hard remmen in zijn houder naar beneden terug en
voorkomt dat de rem te krachtig aangrijpt. Zo wordt voorkomen
dat de fiets te heftig wordt geblokkeerd.
Houd er rekening mee dat V-brake remmen zeer krachtig kunnen
remmen en let dus altijd op een juiste dosering van de remkracht.
Instelling
Instelschroef (1) op "0" (dus tussen L en H) instellen.
Afstand A controleren en zonodig bijstellen.
Stel de remkrachtbegrenzer met behulp van instelschroef (1)
in naar L = lichter of naar H = harder.
20 Uw fiets
Trommelrem
De trommelrem heeft veel weg van de terugtraprem maar heeft
een grotere remkracht. Deze wordt via een bowdenkabel bediend
en kan dus ook als voorwielrem worden gemonteerd.
Trommelremmen hebben slechts een aanzet van 1 mm waardoor
de bediening gemakkelijk is maar de remkracht erg sterk is.
Dit betekent een grote belasting van de spaken. Daarom hebben
fietsen met trommelremmen vaak 40 of zelfs 48 spaken.
De trommelrem moet eerst op gang komen en kan tijdens deze
fase eventueel ongelijkmatig aangrijpen.
Wanneer de rem begint te kraken of knarsen, moeten de
remvoeringen worden vervangen. Schakel hiervoor een erkend
fietsenmaker in.
Schijfrem
De schijfrem komt relatief weinig in de fietsensector voor.
Bij auto’s en motorfietsen heeft dit bekende principe zijn deug-
delijkheid al lang bewezen – een snelle, duurzame rem die
aanzienlijk minder gevoelig is voor natte weersomstandigheden.
Reparaties, montage en instellingen dienen alleen door een fiet-
senmaker te worden uitgevoerd.
Hydraulische remmen
De werking van hydraulische remmen is eenvoudig:
De remhendel drukt via een bepaald mechanisme op een zuiger
die op zijn beurt olie via een remleiding op een andere zuiger
drukt. Hier is de remschijf op bevestigd.
Voordeel van deze remmen: zelfs bij een remleiding met veel
bochten treedt geen krachtverlies op. Ook kan de bowdenkabel
niet vastroesten.
Onderhoud en montage dienen alleen door een fietsenmaker
te worden uitgevoerd.
Onderhoud van de remmen
Vaak is zelfs het heel nauwkeurig afstellen van de remmen niet
voldoende om een optimale werking te verkrijgen. Dan moeten de
gehele remmen worden nagekeken.
Breng uw fiets hiervoor naar de fietsenmaker!
Uw fiets 21
De remblokjes verslijten na verloop van tijd. Daarom moeten de
remblokjes worden bijgesteld als de handremhendel geheel tegen
het handvat kan worden geknepen.
Let op dat de remblokjes goed ten opzichte van de flanken van
de velg staan. Zie hiervoor het gedeelte over het afstellen van de
remmen.
De remoppervlakken van de velgen dienen schoon te zijn. Maak de
velgen niet schoon met olie of bijtende vloeistoffen.
Waarschuwing!
Een verkeerd afgestelde rem vermindert de werking van de rem
en creëert gevaarlijke omstandigheden voor de fietser zelf en
andere verkeersdeelnemers. Let bij het vervangen van remblokjes
of velgen dat de juiste wrijvingscombinatie van remblokjes en vel-
gen wordt aangehouden. Gebruik ook hetzelfde type van dezelfde
fabrikant. Een verkeerde combinatie kan leiden tot een langere
remweg en meer slijtage. Controleer daarom de remblokjes en
velgen regelmatig op slijtage (afhankelijk van het gebruik en pres-
taties).
Slijtage van de remblokjes
Controleer regelmatig de aangegeven grenzen voor slijtage op de
remblokjes.
Slijtage van de velgen
Controleer regelmatig de (indien aangegeven) grenzen voor slij-
tage op de velgen.
Remhendels
Bevestiging van remhendels
Het remhendelframe (1) wordt met behulp van een klembeugel
(2) op het stuur geklemd. De klembeugel wordt via een verzonken,
in het hendelframe (1) liggende, spanschroef (3) vastgemaakt.
De bowdenremkabel is met een draaibare nippel in de hendel
(4) gehangen die zich altijd in de richting van de kabel draait. Zo
wordt voorkomen dat de kabel knakt. Als huls van de bowden-
kabel is op het hendelframe slechts een eenvoudige tegenlager
(5) zonder instelmogelijkheden aangebracht. De instelling van de
bowdenkabel wordt direct op de velgrem uitgevoerd.
Handremhendel met
klembevestiging
Bijstellen nodig
22 Uw fiets
Fijnstelling van de remmen
Het fijnstellen van de remmen gebeurt bij de meeste remmen op
de remgrepen.
Als de weerstand van de remhendel onvoldoende is, moet de
kabel strakker worden afgesteld.
• Houd de kartelschroef vast terwijl u de fijnstelschroef losdraait.
• Controleer de weerstand door de remhendel in te knijpen.
Als de gewenste spanning is bereikt, draait u de kartelschroef
weer aan.
Als er te veel weerstand is, doet u het tegenovergestelde.
Houd eerst de fijnstelschroef vast terwijl u de kartelschroef
losdraait.
Als de gewenste spanning is bereikt, draait u de fijnstelschroef
weer aan.
Let op:
Draai de openingen van de kartelschroef en de kabelgeleider
tegen elkaar in waar de bowdenkabel doorheen loopt.
Wijdte remhendels instellen
De wijdte van de niet ingeknepen remhendel dient op de greep
van uw hand te worden afgesteld. Vooral bij vrouwen en kinderen
moeten de hendels worden bijgesteld zodat er gemakkelijk geremd
kan worden. De meeste remhendels zijn voorzien van een fijnstel-
schroef. Draai deze vast om de hendel strakker aan te trekken of
draai deze los om de hendel naar buiten te stellen.
Veiligheid en onderhoud van de remmen
Wanneer olie op de remvoeringen is gekomen, dient u de
remschijven direct te vervangen. Reinig de velgen grondig.
Laat de remankerplaat, remkabels en kabelhulsen alleen door de
fietsenmaker vervangen.
Controleer regelmatig of de buisklemmen voor bevestiging van
de remkabels goed vastzitten.
Smeer remkabels regelmatig.
Controleer de stand van de remblokjes ten opzichte van de velg.
Als de remblokjes niet goed werken de fietsenmaker inschakelen!
De remvoeringen mogen alleen worden vervangen in de juiste
combinatie van onderdelen. Voor aluvelgen en stalen velgen zijn
verschillende remvoeringen verkrijgbaar (de juiste remschijf bij
de juiste velg!)
Fijnstelschroef
Fijnstelschroef
Kartelschroef als contramoer
Uw fiets 23
VERSNELLING
De aandrijving
De aandrijving bestaat uit het trapaslager, de crank met het
kettingblad, de pedalen, de ketting en de derailleur, inclusief ach-
ternaaf en tandwielen. Alle aandrijfcomponenten zijn
nauwkeurig op elkaar afgestemd.
De cranks zijn bevestigd aan de taps toelopende vierkantassen van
het trapaslager. De cranks moeten regelmatig worden
gecontroleerd op speling.
Naafschakeling
Versnellingsnaven zijn inmiddels de kinderschoenen ontgroeid.
Jarenlang waren er alleen fietsen met drie versnellingen die te wei-
nig mogelijkheden boden aan de fietser voor aanpassing aan de
omstandigheden. Tegenwoordig zijn er naven met zeven
versnellingen die alle voordelen van een moderne derailleur in zich
verenigen.
De derailleurconstructie is gesloten en de aandrijving is
praktisch onderhoudsvrij.
De bediening is kinderlijk eenvoudig en fouten zijn dus zo goed
als uitgesloten.
Dat maakt het schakelen met behulp van versnellingsnaven
bijzonder eenvoudig. De versnellingsnaaf is niet gevoelig voor
beschadiging, zelfs niet als de fiets omvalt.
De terugtraprem, die alleen wordt gecombineerd met een
naafversnelling, is voor veel kopers doorslaggevend.
Kettingspanning bij naafversnelling
De kettingspanning dient bij fietsen met naafversnelling zodanig
te zijn dat de doorhang tussen kettingblad en tandwiel een
verticale speling van 1 à 2 cm kent.
Voor het naspannen van de ketting moet het achterwiel door het
losdraaien van de asmoeren naar achteren worden getrokken in de
uitvalklauw totdat de ketting de toegestane speling heeft. Maak de
remarm en de versnellingskabel los in geval van een terugtraprem-
naaf en versnellingsnaaf. Draai na het uitlijnen van het achterwiel
alle asmoeren en schroeven weer zorgvuldig aan en stel eventueel
de schakelinstellingen bij.
Naafschakeling
24 Uw fiets
Instelling van de naafversnelling
Als de derailleur niet goed werkt, moet de spanning op de kabel
worden aangepast.
Zet de versnellingshendel in de 3e versnelling en draai iets aan
de crank.
Verhoog bij het koppelstuk de spanning totdat de kabel
gespannen staat (niet te strak).
Als bij een systeem met vijf versnellingen een tweede versnel-
lingshendel aanwezig is, kiest u de 4e versnelling voordat de kabel
wordt gespannen.
Ondeskundigen dienen zich tot deze handelingen te beperken.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door de fietsenmaker.
Kettingschakeling
Bij een kettingschakeling worden de versnellingen met de hendel
traploos (frictietype) of exact (indextype) gekozen – de achter-
derailleur met de rechterhendel en de voorderailleur met de
linkerhendel. Trap tijdens het schakelen met zo min mogelijk
kracht rond. Bij weerstandsschakelingen (traploos) moet de
versnellingshendel fijn worden afgesteld totdat de ketting soepel
en zonder bijgeluiden loopt.
De afbeelding hiernaast geeft de meest doeltreffende schakelin-
stellingen zonder onnodige slijtage van de ketting en de tandwie-
len voor kettingschakelingen met een drievoudig kettingblad vóór.
Trap tijdens het schakelen nooit achteruit! Schakel tijdig terug
als u aan een klim begint. Om onnodige slijtage aan ketting,
tandwiel en kettingblad te voorkomen moet u niet te diagonaal
schakelen, bijvoorbeeld het kleine kettingblad voor met het
kleinste tandwiel achter, of het grote kettingblad voor met het
grootste tandwiel achter.
Op hellingen en open terrein kunt u het beste rijden met het
kleinste kettingblad voor en de vier binnenste tandwielen achter.
DE KUNST VAN HET SCHAKELEN
Als uw fiets meerdere versnellingen heeft, kunt u best eerst een
van de middelste versnellingen kiezen om zonder te schakelen te
wennen aan uw fiets. Rijd een paar blokjes, neem wat bochten,
rem een paar keer enz.
Optimale schakelstanden met
een drievoudig kettingblad.
Voorbeeld voor een derrailleur
met 18 versnellingen,geldt ook
voor derailleurs met 21, 24 en 27
versnellingen.
Uw fiets 25
Als u een naafschakeling hebt, moet u tijdens het schakelen de
trappers even kort stilhouden om de tanden de kans te geven in
elkaar te grijpen.
Als u een kettingsversnelling hebt, moet u tijdens het schakelen
de trappers blijven ronddraaien opdat de ketting zich om het vol-
gende tandwiel kan leggen. Dit werkt niet bij stilstand.
Dus:
Schakel nooit bij stilstand!
Trap tijdens het schakelen nooit achteruit!
Als u voor een dubbel, drievoudig of viervoudig kettingblad hebt,
oefen dan eerst het schakelen op een vlakke weg en wel op de
volgende manier:
Schakel de ketting achter op een middelgroot tandwiel en laat dit
zo totdat u de bediening van de voorderailleur volkomen beheerst.
Alleen dan ontdekt u welk effect de voorderailleur heeft op de ver-
eiste krachtsinspanning.
Pas als u zich vertrouwd voelt met de voorderailleur, gaat u
oefenen met de achterderailleur.
Gewoonlijk staat de versnellingshendel voor de voorderailleur links
en die voor de achterderailleur rechts.
Kies voortaan eerst de instelling van de voorderailleur al naar
gelang het terrein en gebruik de achterderailleur om bij te stellen.
Voorbeeld: Kettingderailleur
De afbeelding toont een gangbaar schakelsysteem (achterderail-
leur) Het schakelmechanisme bestaat uit een parallellogramsy-
steem dat met behulp van kabel en veerspanning wordt bewogen
en zo het kiezen van verschillende versnellingen mogelijk maakt.
De noodzakelijke beweging van het schakelsysteem wordt
bewerkstelligd door de versnellingshendel.
Voorderailleur
Aanslagschroef
Geleidewieltje
Meervoudig
kettingblad
Tandwielkrans
Versnellingskabel
Kapje voor
geleidewieltje
26 Uw fiets
Instelling van een kettingschakeling
Instelling van de achterderailleur
De twee stelschroeven (H = high en L = low) bepalen hoe ver de
derailleur de ketting over de achterste tandwielen beweegt.
Instellen van de hoogste versnelling (bij ongespande kabel)
Draai de stelschroef voor de hoogste versnelling H zo ver dat het
geleidewieltje direct onder het buitenste tandwieltje komt te
staan. (Draaien naar links: het geleidewieltje beweegt naar buiten
toe, van het wiel af; draaien naar rechts: het geleidewieltje
beweegt naar binnen toe, naar het wiel toe.)
Kabelinstelling
Monteer de kabel aan de derailleur en span hem met de
kabelstelschroef (licht op spanning brengen). Breng vervolgens de
derailleur met behulp van de versnellingshendel onder het
grootste tandwiel.
Instellen van de laagste versnelling
Draai de stelschroef voor de laagste versnelling L zo ver dat het
geleidewieltje precies onder het midden van de grootste tandwiel
komt te staan. (Draaien naar links: het geleidewieltje beweegt naar
buiten toe, van het wiel af; draaien naar rechts:
het geleidewieltje beweegt naar binnen toe, naar het wiel toe.)
Instellen van de spanning
Met de schroef voor het instellen van de spanning (B) wordt de
afstand tussen het geleidewieltje en de tandwielen op het
achterwiel ingesteld.
Leg de ketting op het kleinste kettingblad voor en het grootste
tandwiel achter en draai de crank naar voren. Stel met stelschroef B
het geleidewieltje zo dicht mogelijk bij het tandwiel zonder dat de
ketting aanloopt. (Draaien naar links: het geleidewieltje beweegt
naar het tandwiel toe; draaien naar rechts: het geleidewieltje
beweegt van het tandwiel af.) Leg daarna de ketting op het
kleinste tandwiel en voer ook hier de afstelling zo uit dat de
ketting niet aanloopt.
Opmerking:
Als schroef (B) voor het instellen van de spanning niet aanwezig is,
is de spanning al op de fabriek ingesteld en hoeft u hier niets meer
aan te veranderen.
Grootste tandwiel
Kleinste tandwiel
Geleidewieltje
Kabelstelschroef
Grootste
tandwiel
Kleinste tandwiel
Geleidewieltje
Kabelstelschroef (B)
Uw fiets 27
VOORDERAILLEUR
De geleiding van de ketting controleren
Schakel de ketting met de versnellingshendel naar het kleinste
tandwiel van het dubbele, drievoudige of viervoudige kettingblad.
Let hierbij op de minimale kabelspanning. De ketting moet midden
over het kleinste tandwiel lopen.
Schakel daarna over naar het grootste tandwiel. De ketting mag
niet over het kettingblad heen naar buiten kunnen worden
geschakeld.
De geleiding van de ketting instellen
De ketting loopt krakend over het kleinste tandwiel / glijdt van het
tandwiel af: draai justeerschroef B zo ver dat de ketting midden
over het kleinste tandwiel loopt.
Schakel nu met de versnellingshendel over naar het grootste
tandwiel. Draai justeerschroef A zo ver dat de ketting over het
midden van het grootste tandwiel loopt en niet over het tandwiel
heen naar buiten (op de crank) kan worden geschakeld.
Kabelspanning
De kabelspanning controleren
Met de ketting op het kleinste achtertandwiel mag de kabel slechts
minimaal gespannen zijn zonder echter door te hangen.
De kabelspanning regelen
Spanning te zwak:
kabelstelschroef C naar links draaien om de kabelspanning te
verhogen.
Spanning te hoog:
kabelstelschroef C naar rechts draaien om de kabelspanning te
verlagen.
Slecht
Goed
Voorderailleur
Kabelstelschroef (C)
28 Uw fiets
VERSNELLINGSHENDELS
Het aanbod aan versnellingen en de daarbij behorende
versnellingshendels is groot.
Gecombineerde rem- en versnellingshendel, duim-stuurversnel-
lingshendel, versnellingshendel voor het stuuruiteinde, greep
met afzonderlijke schakelaar voor omhoog- en omlaag schakelen,
draaigrip en nog veel meer soorten.
Over het algemeen moeten derailleurs met bepaalde hendels van
dezelfde fabrikant worden gecombineerd. Bij sommige derailleurs
kunt u zelf de gewenste versnellingshendel uitzoeken.
Het is belangrijk dat u voordat u fietstochten gaat maken goed
weet hoe de versnelling en versnellingshendel werken.
U zal meer plezier hebben in het fietsen als u op de hoogte bent
van alle mogelijkheden van de versnelling. Probeer de versnelling
dus eerst uit.
Drukknopversnelling
Deze wordt met de duim bediend. De bediening is eenvoudig en
het cijfer geeft aan welke versnelling is ingeschakeld.
Er zijn ook modellen met een versnellingshendel of met een
gescheiden schakelaar voor omhoog- en omlaagschakelen.
Draaigrip
Draaigripschakelaars kunnen in combinatie met veel derailleurs
worden gebruikt. Ze worden ook steeds meer toegepast.
Uw handen hebben het stuur vast terwijl u de draaigrip met uw
duim kunnen bedienen. De ingeschakelde versnelling kan goed op
de grip worden afgelezen.
Uw fiets 29
Schakel- en reminrichtingen
Deze combinatie van schakel- en remgrepen maakt het
gelijktijdig remmen en schakelen mogelijk met één handeling.
Er zijn modellen met voorinstellingen en versnellingsaanduiding.
Rapid Fire versnellingshendel
Voor snel schakelen met afzonderlijke versnellingshendels voor
omhoog- en omlaagschakelen. Techniek met korthefmechanisme
De montage is onafhankelijk van de remhendel.
Gewoonlijk staat de versnellingshendel voor de voorderailleur links
en die voor de achterderailleur rechts.
30 Uw fiets
ACCESSOIRES
Fietshelmen
Fietshelmen zijn uitsluitend geschikt voor gebruik op fietsen,
skateboards, inline skates en rolschaatsen en zijn niet toegestaan
voor gebruik op motoren.
Fietshelmen moeten voldoen aan de Europese DIN-norm EN 1078.
Het is belangrijk dat de helm goed past. De helm mag niet te ver in
de nek of op het voorhoofd zitten. De helm moet dus midden op
het hoofd zitten.
Fietshelmen zijn uitgerust met een snelsluiting die eenvoudig
open en dicht kan. De kinriem moet individueel worden afgesteld.
De helm mag niet glijden op het hoofd, maar ook niet te strak wor-
den aangetrokken.
Als de nieuwe helm voor een kind is, moet u het goede voorbeeld
geven en zelf tijdens het fietsen ook een helm dragen. Tijdens het
spelen en ravotten moeten kinderen de helm afdoen. Als tijdens
het spelen de helm ergens achter blijft haken, bestaat de kans dat
de keel wordt dichtgesnoerd.
sluiten
openen
inkorten
Meet uw
hoofdomtrek
op ongeveer
1cm boven
uw oren.
Uw fiets 31
Verlichting op batterijen
Heeft u geen bevestigingspunten voor een dynamo op uw fiets?
Een verlichting op batterijen biedt uitkomst! Let hierbij op de
verkeersvoorschriften.
U kunt een verlichting via dynamo en batterij ook combineren.
De beide stroombronnen moeten dan wel elektrisch van elkaar zijn
gescheiden.
Monteer de verlichting met behulp van de handleiding die bij het
betreffende product is geleverd.
Fietscomputer
Ook op de fiets is de computer bijna niet meer weg te denken. Een
dergelijke minicomputer geeft met een druk op de knop
(al naar gelang de uitvoering) de snelheid (hoogste en gemid-
delde), het aantal kilometers (ook per dag), de reisduur en het tijd-
stip aan in 12- of 24-uurs modus. Ook zijn een stopwatchfunctie en
opgeslagen ritgegevens oproepbaar.
Een montageset bestaat uit een display dat op het stuur wordt
bevestigd en een sensor met kabel en spaakmagneet. De sensor
vangt de signalen op die door de spaakmagneten worden
gestuurd en stuurt ze ter verwerking naar de computer.
Monteer de verlichting met behulp van de handleiding die bij het
betreffende product is geleverd.
Fietssloten
Kabel- en beugelsloten bieden tegenwoordig de beste bescher-
ming. Met een beugelslot maakt u bijvoorbeeld het frame vast aan
een lantaarnpaal en een kabelslot (spiraalkabel) beschermt daar-
naast ook de wielen tegen diefstal.
Het beugelslot wordt met een klem op het frame bevestigd zodat
u het zonder enige moeite mee kunt nemen.
Kabelsloten zonder bevestigingsbeugel op het frame kunnen
eenvoudig onder het zadel of om een stang worden gehangen.
Spatborden
Mountainbikes worden gedeeltelijk zonder spatborden geleverd.
Als u achteraf toch spatborden wilt op uw fiets of MTB dan hebben
we voor u speciale steek- of spanspatborden die gemakkelijk kun-
nen worden bevestigd. Deze zijn verstelbaar en dus voor alle MTB's
geschikt.
32 Uw fiets
Kinderzitjes
Gebruik slechts goedgekeurde kinderzitjes die voldoen aan de
norm DIN 79120.
In principe geen kinderzitjes aan het stuur bevestigen! Wij raden
aan de maximale belasting bij montage op het stuur en tussen
stuur en bestuurder (bovenste stang) op 15 kg te begrenzen.
Bij de montage van een fietszitje achterop de bagagedrager, kunt
u het beste een stoeltje kiezen dat aan de verticale stang van het
frame (onder het zadel) bevestigd dient te worden. Het zitje wordt
zo geplaatst dat het de bagagedrager niet raakt. De gegevens over
maximale belasting kunt u lezen in de handleiding bij het kinder-
fietszitje.
Gebruik altijd de veiligheidsgordels om te voorkomen dat uw kind
uit het zitje valt. De verstelbare voetsteunen moeten aangepast
worden aan de lengte van het kind en de voeten moeten met de
riempjes worden vastgezet. Zorg daarnaast dat uw fiets is uitgerust
met jasbeschermers.
Om te voorkomen dat uw kind met zijn/haar vingers tussen de
zadelvering kan komen, is er bij de fietshandelaar een klembeveili-
ging voor blootliggende veren verkrijgbaar.
Ook kinderen in fietszitjes raden wij aan een fietshelm te
dragen.
Monteer het kinderzitje met behulp van de handleiding die bij het
product is geleverd.
Aanhanger
Ze zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld - fietsaanhangers
waarin ouders hun kroost kunnen vervoeren of aanhangers waarin
uitsluitend lichte spullen kunnen worden vervoerd.
Men hoeft niet bang te zijn dat de fiets zo een breed gevaarte wordt.
Je raakt snel aan de afmetingen van de aanhanger gewend. Bij het
juiste gebruik is omkiepen van de aanhanger uitgesloten. Het is wel
belangrijk dat uw fiets goede remmen en een stabiel frame heeft.
Wegrijden, bochten nemen, tegen een helling oprijden en afremmen
moeten eerst worden geoefend.
De aanhanger kan op twee manieren worden aangekoppeld.
In de buurt van de achteras of tussen het zadel en bagagedrager.
Het i
s afhankelijk van het type fiets voor welke koppelingswijze
wordt gekozen.
Monteer de aanhanger met behulp van de handleiding die bij het
product is geleverd.
Let op dat het voor de aan-
hanger maximaal toegestane
gewicht van 50 kg niet wordt
overschreden.
Uw fiets 33
Info: fietskleding
Wie als recreatieve fietser vaak met zijn fiets op pad is, zal snel de
voordelen van speciale fietskleding ontdekken.
Het begint al met een regencape: lichtgewicht en snel aangetrok-
ken. Met reflectorstrepen voor uw veiligheid in het donker en aan-
snoercapuchon die groot genoeg is om een helm onder te kunnen
dragen.
Voor lange fietstochten staan voor alle weersomstandigheden spe-
ciale kledingstukken in de catalogus. Van waterdicht en
ademend materiaal, met een gemakkelijke pasvorm en geheel
afgestemd op de nieuwste fietsmode.
Fietsbroeken met ingenaaid zitkussen, regenpakken die u geheel
naar smaak en kleur kunt samenstellen en wielershirts waaraan u
de sportieve MTB-fietser al gauw kunt herkennen.
Een sportbril met wisselbare glazen maakt de outfit compleet.
De glazen kunnen afhankelijk van het weer worden verwisseld
(zon, regen, mist).
Info: fietsstandaards
Een fietsstandaard voorkomt dat de fiets omvalt als u deze wegzet.
De standaard dient overeenkomstig de belading van de fiets te
worden gekozen.
Een kantelstandaard (middenstandaard) die als tweepootsteun ook
een zwaar beladen fiets rechtop houdt. Dit is belangrijk voor fiet-
sen waarop een kinderzitje is gemonteerd. De fietser heeft beide
handen vrij om het kind in of uit het zitje te tillen en hoeft niet
gelijktijdig de fiets vast te houden.
Nog een voordeel van de tweebenige kantelstandaard: De fiets kan
"opgebokt" worden zodat alle werkzaamheden aan de fiets gemak-
kelijk kunnen worden uitgevoerd.
Tweepootsteunen die naar een kant wegklappen worden steeds
meer op toerfietsen gebruikt. Ook met veel bagage houdt u de
fiets in evenwicht.
Door zijsteunen die onderaan het frame achter de trapas worden
gemonteerd of in een bijzonder lichte uitvoering aan de achter-
vork blijft de fiets iets schuin staan. Een rubbervoet zorgt ervoor
dat de zijstandaard niet in een zachte bodem wegzakt.
34 Uw fiets
Velgen
Bij de aanschaf van een fiets wordt vaak niet gelet op de velgen.
Dit is jammer want de velgen zijn juist erg belangrijk.
De velg moet niet alleen steun bieden aan de band maar moet ook
een goede rempartner zijn voor de velgremmen.
De meeste velgen zijn van aluminium dus goed bestand tegen cor-
rosie. Daarnaast is aluminium een materiaal waarop de
velgremmen een goede grip hebben.
Dit geldt ook voor keramische velgen (aluminium met keramische
laag) die bij regenachtig weer een nog betere remwerking laten
zien.
Er zijn harde en zachte aluminiumlegeringen.
Harde legeringen krijgen niet zo snel deuken bij bijv. het rijden
tegen stoepranden maar hebben echter wel bij een zware belas-
ting meer breukrisico.
Zachte en daarmee vaak ook goedkopere legeringen zijn geschikt
voor normaal gebruik.
Stalen velgen hebben meer onderhoud nodig om roestvorming te
voorkomen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met een
beperking van de remwerking bij natte weersomstandigheden.
Om deze problemen bij regen te voorkomen, worden groefjes op
de stalen velg aangebracht of wordt de velg anderszins opgeruwd.
Let op!
Controleer regelmatig de (indien aangegeven) grenzen voor
slijtage op de velgen.
Uw fiets 35
ONDERHOUD EN VERZORGING
Let op:
Uw fiets blijft alleen veilig als hij regelmatig wordt gecontroleerd
op beschadiging, slijtage en vervorming. Defecte of versleten
onderdelen dienen direct te worden vervangen. Gebruik de fiets
niet zolang niet alle defecten zijn gerepareerd.
Fietsbanden
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de levensduur van de
fietsbanden te verlengen:
Houd de banden altijd op de juiste spanning. Als de band nog
eenklein beetje met de duim kan worden ingedrukt, is de
spanning goed.
De remblokjes van de velgremmen mogen geen contact
maken met de band.
Rijd nooit over bijvoorbeeld de stoeprand.
Vermijd dat de banden in contact komen met olie.
Zet de fiets voor het overwinteren nooit weg met lege
banden. Hang indien mogelijk de fiets op.
Houd de diepte van het profiel in de gaten en controleer de
band regelmatig op scheuren.
Luchtdruktabel
(richtwaarden)
zie ook de aanwijzingen op de fietsband
Bandbreedte Aanbevolen luchtdruk
mm bar
57-62 2-2,5
47 2,5-3
37-40 3,5-4
28-32 4,5-5
28 HD* 5-7
28 HD* 6-7
*HD = hogedrukbanden
Wij adviseren het volgende:
Noteert u de maataanduidingen van de fietsbanden (u vindt
deze op de band) in uw fietspas.
36 Uw fiets
ALGEMEEN ONDERHOUD
Bandenpech
Bij bandenpech doet u het volgende: Controleer eerst of er alleen lucht ontsnapt bij het ventiel. Als dit het
geval is, vervangt u het kapotte ventiel door een nieuwe en pompt u de band zover op tot u hem nog maar
een klein beetje met de duim kunt indrukken. Als er geen lucht ontsnapt bij het ventiel: De band van het
wiel nemen: Druk diagonaal tegenover het ventiel het draadbandje van de band zonder gebruik te maken
van een bandenlichter naar het midden van de velg, trek hem daarna bij het ventiel met de hand over de
velgrand en neem de band rondom van de velg.
Binnenband repareren:
Verwijder alle ongerechtigheden, pomp lucht in de band en spoor het lek op. Maak deze plek ruw met een
stukje schuurpapier, smeer wat solutie op de plek, laat dit even drogen en druk er een plakker op. Controleer
de band door deze opgepompt in een bak met water te houden – er mogen geen luchtbelletjes zichtbaar
zijn.
De band terugzetten:
Trek een kant van de band over de rand van de velg, leg de binnenband erin en pomp deze licht op. Druk
daarna de andere kant met de hand over de velg. Let op dat de band de juiste spanning krijgt bij het
oppompen. De spanning is goed als de band nog iets met de duim kan worden ingedrukt. Pomp de band bij
voorkeur nog iets harder op. De fiets rijdt daardoor lichter en de velg loopt minder risico op beschadiging.
De ketting
De ketting dient zo nu en dan met wat onderhoudsmiddel te worden behandeld.
Voor een grondige reiniging wordt de ketting in een petroleumbad gelegd en vervolgens schoongeborsteld.
Na de reiniging mogen bij het bewegen van de ketting geen krassende geluiden meer hoorbaar zijn en moet
de ketting licht lopen. Laat de ketting uitdruipen en veeg hem af met een droge doek.
Leg daarna de ketting in motorolie of een ander geschikt smeermiddel. Veeg voordat u de ketting weer
oplegt al het overtollige smeermiddel weg – hierin zal zich later alleen maar stof en vuil verzamelen.
Een nieuwe ketting loopt niet goed op een versleten tandwiel. Het gevolg kan zijn dat de ketting van het
tandwiel springt en breekt. Daarom wordt aanbevolen ketting en tandwiel tegelijkertijd te vervangen.
Als u de ketting in een bad van motorolie smeert of met chemicaliën reinigt, moeten deze middelen op
milieuvriendelijke wijze worden afgevoerd. Benzinestations nemen soms afgewerkte olie in. U kunt de
middelen ook meermalen per jaar aanbieden bij de chemokar van uw plaatselijke vuilophaaldienst mits u ze
goed afgesloten heeft verpakt.
CONTROLE:
Als u intensief gebruik maakt van uw fiets dienen alle bouten en moeren minsten eenmaal per 500 km te
worden nagetrokken. Controleer uw fiets om er zeker van te zijn dat er geen onderdelen versleten zijn, dat
de vorken in de rijrichting zijn uitgelijnd en alle onderdelen goed zijn ingesteld.
Belangrijk:
Trek alle schroeven regelmatig met de overeenkomende steeksleutel na. Controleer of draad en de
moer schoon zijn.
Mountainbikes en racefietsen:
Na ongeveer een maand, maar op zijn laatst na 500 – 1.000 km, moet uw mountainbike of racefiets aan een
grondige controle worden onderworpen en deze controle dient om de 2.000 – 3.000 km te worden herhaald.
Schenk daarbij vooral aandacht aan de volgende onderdelen: Stuurvork, stuur, voor- en achterremmen,
wiellagers voor en achter, trapaslager, cranks, zadel, ketting, banden, velgen, achter- en voorderailleur en
pedalen.
Remkabels: Vervang een versleten of beschadigde remkabel. De kabels mogen niet geknikt
worden. Omdat de kabels in de loop van de tijd uitrekken, moeten ze regelmatig worden afgesteld.
Uw fiets 37
Velgremmen:
Controleer of de remschoen goed op de velg aansluit. Vervang versleten of beschadigde remschoentjes. De
velgen mogen niet in de was of de olie worden gezet. Verwijder voordat u op de fiets stapt eerst alle moge-
lijk aanwezige olie van de velgen.
Achterwiel:
Controleer regelmatig op loszittende spaken en of de moeren goed vast zitten op de asbouten. Het wiel
moet zo zijn uitgelijnd dat het makkelijk rond kan draaien zonder dat een slag zichtbaar is.
Haal de moeren op de asbouten aan met een draaimoment van 30 Nm.
Ketting:
Controleer de ketting op beschadiging en spanning. Vet de ketting meermalen per seizoen in (bijv. met
lichte huishoudolie of een kettingspray). Smeer alle afzonderlijke schakels goed in.
Derailleur:
Schakel alleen terwijl u de pedalen rustig rondtrapt. De versnelling moet goed zijn afgesteld. Laat de fiets
nooit op de schakelhendel vallen.
Kettingtandwielen:
Vervang verbogen of beschadigde tandwielen.
Stuurkoplager:
Stel het stuurkoplager zorgvuldig af.
Stuurstang/voorbouw:
Zorg voor een afstelling die past bij uw lengte en voldoende rijcomfort biedt. Zorg ervoor dat de inschuif-
markering (maar ten minste 2,5 maal de waarde van de voorbouwdiameter) binnen het frame blijft. Haal de
moer goed aan. Vervang versleten handvatten of bevestigingsbanden en controleer of deze goed passen.
Reflectoren:
Zorg dat ze goed bevestigd zijn zodat de fiets ook in het donker van alle kanten goed zichtbaar is.
Beschadigde reflectoren moeten direct worden vervangen.
Banden:
Controleer of de banden volgens de opgave op de zijkant van de mantel kunnen worden opgepompt.
Gebruik een hand- of voetpomp. En niet regelbare persdrukpomp mag niet worden gebruikt. Controleer of
de band goed op de velg zit.
Terugtraprem:
Controleer of de rem functioneert en bij normaal gebruik niet blokkeert of vastloopt. Controleer ook of de
remarm (= de bevestiging van de achternaaf aan fietsframe) goed vastzit aan het frame.
Zadelinstelling/zadelsteun:
Kies een comfortabele instelling. Zorg ervoor dat de inschuifmarkering (maar ten minste 2,5 maal de waarde
van de zadelsteundiameter) binnen het frame blijft. Draai de verbindingsbout van de zadelbeugel los en stel
de hoek van het zadel zo in dat het voor de fietser comfortabel is. Haal de zadelbeugel aan totdat het zadel
niet meer verdraaid kan worden.
Spaken:
Een vaste zitting en strakke spanning van de spaken is essentieel voor de spoornauwkeurigheid en de
stabiliteit van het fietswiel. Losse spaken moet direct worden vastgezet, gebroken spaken moeten direct
worden vervangen.
38 Uw fiets
Cranks en pedalen:
Vervang een eventueel verbogen crank. Probeer deze in geen geval recht te buigen. Vervang de pedalen als
de lagers klemmen of de pedaalblokken kapot of sterk versleten zijn.
Trapaslager:
Het trapaslager moet gelijkmatig en zonder zijdelingse speling kunnen draaien.
Voorvork:
Vervang een verbogen of beschadigde voorvork. Probeer niet een voorvork recht te buigen of te repareren.
Voorwiel:
Zorg dat de moeren op de asbouten goed zijn aangehaald (draaimoment van 20 Nm). Het wiel moet
centraal in de vork zitten en het wiellager moet goed zijn afgesteld. De spaken moeten gespannen zijn en
het wiel zodanig uitgelijnd dat het makkelijk rond kan draaien zonder dat een slag zichtbaar is.
Onderhoud van de derailleur
De derailleur moet regelmatig worden gereinigd, gecontroleerd en gesmeerd. Reinig het totale systeem
na elke rit over modderige of stoffige wegen of bij regenachtig weer. Wikkel een lap om een kleine
schroevendraaier en reinig daarmee de ruimte tussen kettingkast en tandwielen en alle kieren en hoeken.
Alle beschadigde en versleten onderdelen moeten worden vervangen. Kort na de ingebruikname moeten
de versnellingen op basis van technische gegevens worden nagesteld.
Reiniging van uw fiets
Regelmatige verzorging verlengt de levensduur van uw fiets.
Stof en vuil moeten niet met een droge doek worden weggeveegd maar met een zachte spons en
schoon water worden verwijderd. Droog daarna de fiets af met een zachte doek.
Alle gelakte en verchroomde onderdelen kunnen met een gewoon autopoetsmiddel worden
gereinigd en beschermd.
Gebruik een gangbaar reinigingsmiddel voor het schoonhouden van de spatborden, het stuur en de
velgen plus het contactpunt tussen spaak en velg.
• Zorg dat er geen vet zit op de remblokjes.
Het milieu
Een fiets is het ideale transportmiddel voor natuurliefhebbers. Daarom dient u de volgende punten in acht
te nemen: Om de leefomgeving van dieren en planten te beschermen kunt u het best alleen op de weg
rijden en niet over weiden of velden of dwars door het bos. Rijd niet door water heen. Houd rekening met
wandelaars en voetgangers, zorg dat u snel kunt remmen op onoverzichtelijke plaatsen en als u bergaf rijdt.
Behandel smeer-, reinigings- en onderhoudsmiddelen na gebruik als chemisch afval. Dergelijke middelen
moeten niet bij het normale huisafval worden gedaan en mogen in geen geval in het riool of de natuur
terechtkomen. Vraagt u bij uw gemeente naar het dichtstbijzijnde inzamelpunt voor chemisch afval.
Uw fiets 39
Probleem Oorzaak Oplossing
Fiets loopt niet soepel Te weinig lucht in de banden Pomp de band zover op dat het
(merkbare weerstand met of een lekke band. loopvlak niet meer ingedrukt
en zonder trappen). kan worden met de duim of
plak de band.
Band of delen van het wiel Richt een wiel dat scheef
slepen aan tegen vork, achteras, in het frame loopt.
rem of spatbord. Centreer eventueel de rem en
stel deze af.
Slecht lopend wiellager. Reinig of stel het wiellager in en
smeer het.
Trapaandrijving loopt Vuile ketting, kettingbladen, Reinig de onderdelen en
zwaar. tandwiel of versnelling. smeer ze
Ketting of tandwieltjes Reinig en smeer de
onvoldoende gesmeerd. onderdelen waar nodig.
Trapas- of pedaallager Demonteer en smeer de
onvoldoende gesmeerd of onderdelen, stel ze af of
beschadigd. vervang ze.
Geen ronde en gelijkmatige
Speling in crank of pedaal. Draai de onderdelen vast.
trapbeweging mogelijk.
Trapaslager onjuist ingesteld. Stel het lager goed in en draai
het vast of vervang het.
Crank, kettingblad of pedaalas Vervang de onderdelen.
verbogen.
Ketting springt van Voorderailleur of Stel de derailleurs goed in.
kettingblad of tandwiel. achterderailleur niet
goed ingesteld.
Versnellingen pakken niet Loszittende of beschadigde Stel de hendel af of vervang
goed, ketting slipt. versnellingshendel
Versnellingshendel vuil Reinig en smeer de hendel
of onvoldoende gesmeerd.
Loszittende houder of geleiding Schroeven op geleider vast-
van versnellingskabel; draaien of kabel vervangen.
kabel vuil of geroest.
Voor- of achterderailleur niet Stel de onderdelen goed af.
goed ingesteld.
De lengte van de ketting is Kort de ketting in of verleng
door het gebruik gewijzigd (verlengd). hem; vervang een uitgerekte
ketting.
40 Uw fiets
Probleem Oorzaak Oplossing
Ketting beschadigd of Vervang de ketting
niet gesmeerd. reinig/smeer de ketting.
Remmen werken niet Velgen of remblokjes Reinig de velgen en
storingvrij. nat of vuil. de remblokjes.
Rem omjuist (te ver) Stel de onderdelen
ingesteld. goed af.
Remkabel loopt niet vrij. Controleer vooral de
loop van de achterkabel
corrigeer eventueel
de bowdenkabel.
Bowdenkabel loopt aan de Verwijder de remkabel
binnenzijde zwaar. reinig de bowdenkabel en
smeer de kabel
Remblokjes versleten of vervan- Vervang de remblokjes,
gen door onjuiste blokjes tijdens zorg ervoor dat de
onderhoud. juiste remblokjes wor-
den geplaatst.
Remmen piepen. Loszittende rembevestiging. Draai de schroeven aan
en stel de rem goed af.
Remblokjes versleten. Vervang de remblokjes, zorg
ervoor dat de juiste rem-
blokjes worden geplaatst.
Velgen of remblokjes vuil. Reinig de velgen en de
remblokjes.
Remschijven te hard. Vervang de remblokjes of
slijp het oppervlak.
Reinig de rand van de velg.
Uw fiets 41
Artikelnr: Koopdatum:
Naam, voornaam
Straat, huisnummer
Postcode Woonplaats
Een goed advies:
Noteer zodra u uw fiets thuis heeft alle kenmerkende gegevens. Zo kunt u uw fiets nauwkeurig
beschrijven als hij onverhoopt in de verkeerde handen mocht vallen. Dit is vooral belangrijk als u de
diefstal van uw fiets bij de verzekering wilt melden. Laat zo mogelijk uw fiets graveren bij de politie.
Vul het bovenstaande kant-en-klare formulier volledig in en bewaar het goed bij uw garantiebewijs.
Zo heeft u altijd alle gegevens bij de hand.
Netnummer Abonneenummer
Merk van de fiets: Type fiets:
Nummer*):
Damesfiets Herenfiets Kleur van het frame:
Kinderfiets Citybike
ATB Mountainbike
Racefiets Vouwfiets
Kettingschakeling Kleur van het spatbord:
Naafschakeling Banden: Maataanduiding op de mantel
Aantal versnellingen:
*) Te vinden op: onderzijde trapaslager, stuurkop of bevestigingsplaat, eventueel ook op begagedrager.
42 Uw fiets
zadel
bagagedrager
zadelpen
Bel
rem
handvat
koplamp
voorreflector
trapper
ketting
achterlicht
achterreflector
frame
dynamo
voorderailleur
voorspatbord
achterspatbord
spaakreflectoren
band
velg
voorvork
ventiel
remschoen
naaf
trapaslager
achter-
derail-
leur
klein tandwiel
standaard
schroefverbin-
ding/klemver-
binding
zadelpen
crank
stuurvork
voorbouw
De bovenstaande onderdelen worden niet op alle fietsen gebruikt.
Uw fietsonderdelen
Uw fiets 43
Hoe herken ik een framenummer?
Op een  ets zijn vaak verschillende nummers terug te vinden zoals een serienummer. De Nederlandse
etsfabrikanten hebben sinds 2006 een standaardnotatie voor het framenummer afgesproken.
Het framenummer is opgebouwd uit twee letters gevolgd door zeven cijfers, bijvoorbeeld HL1234567.
Fietsen van vóór 2006 hebben per  etsmerk een verschillende notatie en ook de plaats op het frame is per
etsmerk verschillend.
Framenummer graveren
Als jouw  ets geen uniek framenummer heeft, kun je bij lokale  etsenmaker gratis je  ets laten graveren.
Je  ets krijgt een uniek framenummer en jij krijgt een bewijs mee naar huis van het feit dat jouw  ets ook
écht van jou is. Zo'n nummer maakt het makkelijker om jouw  ets terug te vinden als deze is gestolen.
Neem wel een geldig legitimatiebewijs mee en hou er rekening mee dat wordt gecontroleerd of de  ets
gestolen is.
Het is belangrijk voor  etseigenaren om de volgende punten goed te regelen:
Noteer het frame- of chipnummer, slotnummer en andere kenmerken van de  ets (merk, type, kleur,
soort remmen en versnellingen en accessoires). Maak daarnaast ook een foto van de  ets.
Zet de  ets altijd goed op slot, ook in een garage, schuur of berging;
Gebruik naast het ringslot altijd een tweede slot. Dit kan een beugel of een kettingslot zijn. Zorg wel
dat dit een slot is met een ART keurmerk;
Stal de  ets als het kan in het zicht, op een goed verlichte plaats, in een  etsenrek of (bewaakte)
etsenstalling;
Zet de  ets, als het mogelijk is, in een  etsenrek en maak de  ets vast aan dat  etsenrek. Staat de  ets
niet in een  etsenrek, bevestig hem dan aan een ander vast element (zoals een paal, een rek of een
boom);
Als de  ets niet aan een  etsenrek vastzit, zorg er dan voor dat het slot niet vlak bij de grond hangt.
Een dief kan de harde ondergrond gebruiken om het slot te forceren. Probeer het slot daarom zo
hoog mogelijk vast te maken. Zorg wel dat het slot altijd aan het voorwiel en het frame vastzit;
Doe aangifte bij diefstal en koop nooit een gestolen  ets.
Dragerplaat
Balhoofd
Staande
zitbuis
Achterpad
Liggende
achtervork
Bracket / trapas
Liggende
zitbuis
44 Uw fiets
Een uitzondering hierop vormen alle verende voorvorken, slijtage gevoelige onderdelen en overige
bewegende fietsonderdelen.
De garantietermijn vangt aan bij levering. Als bewijs van de datum dient u het aankoopbewijs (zoals factuur
of kassabon) voor de duur van de totale garantietermijn te bewaren.
Beoogd gebruik:
Deze  ets is op grond van het ontwerp en de uitvoering alleen bestemd voor gebruik op openbare en verharde
wegen. De hiervoor vereiste veiligheidsvoorzieningen worden meegeleverd en moeten regelmatig door de
gebruiker of door een vakman worden gecontroleerd en indien noodzakelijk worden geplaatst. De fabrikant
en de dealer zijn niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door het niet naleven van de
veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing. Dit geldt met name voor het gebruik van deze  ets op
onverhard terrein, bij sportwedstrijden en bij overbelasting en wanneer gebreken niet volgens de voorschriften
worden verholpen. Tot het beoogde gebruik behoort ook de naleving van de volgende bedienings- en
onderhoudsbepalingen.
Garantiebepalingen:
1. U kunt tot maximaal 2 jaar na de aankoopdatum garantieclaims indienen mits het onder de garantie valt.
Onze garantie is beperkt tot de reparatie van fabrieksfouten of het omruilen van de  ets. Op het frame en de
vork geldt bovendien een garantie van 5 jaar op breuk. Voor het nakomen van de garantie kunnen wij
overgaan tot reparatie van de  ets. Onze garantie brengt voor u geen kosten met zich mee mits het onder de
garantie valt. De garantie wordt bepaald door onze serviceafdeling van Fiets Service Nederland.
Het onderzoek naar de storing en de oorzaak gebeurt altijd door onze serviceafdeling en bestaat uit:
levering van vervangende onderdelen voor reparatiewerkzaamheden die onder de garantie vallen
Reparatie of verwisselen van defecte onderdelen
De vervangen onderdelen worden ons eigendom.
2.
Indien de garantieclaim terecht is, zijn de verzendkosten en de kosten voor verwijderen en plaatsen voor
onze rekening. Om in aanmerking te komen voor garantie dient u zich online te registreren.
3. De koper verplicht zich ertoe de gekochte  ets voor geen ander doel te gebruiken dan vermeld in de
handleiding (vgl. Beoogd gebruik).
4. Het recht op garantie vervalt als de  ets door derden of door montage van vreemde onderdelen is aangepast
of dat ontstane gebreken verband houden met de
aanpassing. Verder vervalt het recht op garantie als de
voorschriften voor het gebruik van de 
ets (Handleiding) niet zijn nageleefd.
VRIJWARING/GARANTIE
5 JAAR KWALITEITSGARANTIE
op frame en voorvork - met uitzondering van verende voorvorken,
slijtage gevoellige onderdelen en bewegende onderdelen.
5. Niet onder de garantie vallen:
materialen die geen verband houden met reparatiewerkzaamheden voor erkende storingen.
alle onderhoudswerkzaamheden of overige werkzaamheden die ontstaan door slijtage, ongelukken of
andere omstandigheden, zoals ritten waarbij de instructies van de fabrikant niet zijn nageleefd.
alle gebeurtenissen, zoals geluiden, trillingen, slijtage, etc. die de eigenschappen van het voertuig en de
rijeigenschappen niet beïnvloeden.
Schade die terug te voeren is op:
het monteren van onderdelen van vreemde oorsprong of pogingen van de gebuiker de schade zelf te
herstellen.
– het gebruik van niet originele onderdelen.
schade door steenslag, hagel, strooizout, industriële verbrandingsgassen, gebrekkig onderhoud, etc.
onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, of verbruik (uitgezonderd duidelijke materiaal- resp.
fabricagefouten) zoals. bijv.:
– banden – kabels – verlichting – zadel – stickers – remonderdelen – accu – zekeringen
– standaard – batterij – ketting – tandkransen – grepeen/bekleding
Op de accu geven wij een garantie van een jaar vanaf de aankoopdatum. De garantie geldt uitsluitend voor
materiaal- en productiefouten en alleen als het aankoopbewijs kan worden overlegd met een aankoopdatum
die minder dan een jaar geleden ligt. De garantie geldt niet als andere dan materiaal- en productiegebreken
worden vastgesteld.
Kosten voor onderhouds-, test- en reinigingswerkzaamheden.
6. De garantieclaim geeft de klant uitsluitend het recht om het verhelpen van de gebreken te eisen. Aanspraken
op wijziging of vermindering van de aankoopprijs gelden pas als de verbetering achteraf is mislukt.
7. De beslissing of een garantieclaim wordt toegewezen rust bij de fabrikant.
8. Schadeloosstelling voor directe of indirecte schade wordt niet verleend.
9. Garantieclaims worden slechts in behandeling genomen als onmiddellijk nadat een gebrek is
geconstateerd dit aan de service afdeling is gemeld wordt gemeld.
10. De garantietermijn wordt niet verlengd of vernieuwd door uitvoering van garantiewerkzaamheden. Na
a oop van de garantieperiode is het niet meer mogelijk aanspraak te maken op garantie.
11. Andere dan hierboven vermelde overeenkomsten zijn uitsluitend geldig als ze door de fabrikant schrif-
telijk zijn bevestigd.
12. Mocht zich een technisch probleem voordoen bij de e-bike die u heeft aangeschaft dan staan onze me-
dewerkers van de serviceafdeling voor u klaar op onderstaande hotline.
46 Uw fiets
Online registreren en service verzoek
Een goed onderhouden  ets is veilig, betrouwbaar en  etst comfortabeler. De service verlening
van Trade-Care wordt verzorgd door Fiets Service Nederland.
Online registreren na aankoop
www. etsservicenederland.nl/registreren
Reparatieverzoek indienen*
www. etsservicenederland.nl/service
* Voordat u het service formulier invult, is het van belang dat u de garantievoorwaarden leest!
Zodra deze gegevens ontvangen zijn bij onze Service Afdeling, wordt uw
verzoek beoordeeld. Mocht uw klacht niet onder de garantie vallen,
wordt er contact met u opnemen.
Let op: Onze monteurs mogen/kunnen de reparaties die niet onder de garantie vallen afwijzen.
Mocht u dit toch gemaakt willen hebben, worden de kosten aan u doorberekend.
Vaste Servicepunt
Dit zijn veelal  etsenmakers in uw regio. Garantie gevallen worden hier verholpen.
Als het niet onder de garantie valt dient wel betaald te worden voor arbeid en eventueel
onderdelen. Op deze punten kunt u ook terecht voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt en kleine
reparaties, meestal klaar terwijl u wacht. Echter zijn deze kosten voor uw eigen rekening.
Premium Service
Deze mobiele  etsenmakers komen met de mobiele werkplaats voor  etsreparatie aan huis.
Zij hanteren een behandeltermijn van max. 10 werkdagen. Voor deze service geldt een eigen
bijdrage.
De service van Fiets Service Nederland wordt ondersteund door service partners die op diverse locatie in het land gevestigd zijn. De service
partners kunnen ingeschakeld worden mits het reparatieverzoek onder de garantie valt. Het wil dus niet zeggen dat er automatisch bij elk
probleem een service partner wordt ingezet, echter dit behoort wel tot de mogelijkheden. Indien de klacht het toelaat kan ook alleen een
vervangend onderdeel toe gestuurd worden. Of een klacht onder de garantie valt wordt bepaald door onze Service Afdeling.
Uw fiets 47
Trade-Care International b.v. garandeert de goede werking van het geleverde
product met inachtneming van de op dit garantiebewijs vermelde bepalingen.
Naam: Aankoopdatum:
Adres: Model/type:
Postcode / Woonplaats:
Gekocht bij:
Telefoonnummer: Framenummer:
Om op garantie aanspraak te kunnen maken, verzoeken wij u binnen twee weken na aankoop, te registreren via
onze site
www. etsservicenederland.nl/registreren
. Indien u niet in de gelegenheid bent om zich
on-line te registreren, kunt u ook een kopie van dit formulier, samen met een kopie van de aankoopbon
sturen naar het onderstaande adres.
Dit deel samen met de aankoopbon zorgvuldig bewaren. Dit garantie bewijs is alleen geldig als u zich heeft
aangemeld via de site
www. etsservicenederland.nl
en dit deel volledig ingevuld kan overleggen met de
originele aankoopbon in geval van benodigde reparatie.
Uw servicemelding kan via:
77
7777
77
7
Internet www. etsservicenederland.nl/service
777
.,
Servicetelefoon +31 (0)
570 - 606 939
Bereikbaar van maandag tot en met
vrijdag van 9.00 tot 12.30 uur
777
Fax: +31 (0)570 - 677 014
777
E-mail: service@trade-care.nl
777
Postadres: TradeCare International
Solingenstraat 49
7421 ZR Deventer, Nederland
* O.v.v. naam, adresgegevens, telefoon overdag, model/type, gekocht bij, probleemomschrijving, evt. met vermelding van desbetre end onderdeel.
De service van Fiets Service Nederland wordt ondersteund door service partners die op diverse locatie in het land gevestigd zijn. De service
partners kunnen ingeschakeld worden mits het reparatieverzoek onder de garantie valt. Het wil dus niet zeggen dat er automatisch bij elk
probleem een service partner wordt ingezet, echter dit behoort wel tot de mogelijkheden. Indien de klacht het toelaat kan ook alleen een
vervangend onderdeel toe gestuurd worden. Of een klacht onder de garantie valt wordt bepaald door onze Service Afdeling
GARANTIEBEWIJS
48 Uw fiets
Artikel 1 Garantiebepalingen
1.1. TRADECARE International B.V. (TCI) garandeert dat alle Producten waarop dit garantiebewijs betrekking heeft vrij zijn van constructie- en/of
materiaalfouten conform hetgeen in deze bepalingen is opgenomen.
1.2 Garantie wordt door TCI gegeven aan de eerste eigenaar van de Producten. Voor elke volgende eigenaar vervalt de aan de eerste eigenaar verstrekte
garantie. Iedere eigenaar, met uitzondering van de eerste eigenaar, zal zijn schade moeten verhalen op de verkoper van de fi ets / fi tness apparaat. Garantie is
niet overdraagbaar.
1.3 De duur van de garantie, alsmede het vervallen van de garantie, wordt bepaald in de volgende artikelen.
Artikel 2 Duur van de garantie
2.1 TCI geeft voor de volgende onderdelen van de fi ets de volgende garantieduur:
a. Frame 5 jaar ( niet van toepassing op fi tness apparatuur )
b. Overige onderdelen: 2 jaar.
2.2 Op onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn wordt geen garantie gegeven, tenzij sprake is van constructie en/of materiaalfouten. Hieronder vallen
onder andere (binnen-buiten) banden, spaken, moeren, schroeven, bouten, kettingen, kettingbladen, freewheel, remblokken, achtertandwiel, kabels,
verlichting, handvatten, zadels etc.
Artikel 3 Garantie-uitsluitingen
3.1 De garantie vervalt uitdrukkelijk in de volgende gevallen:
a. Indien de schade is ontstaan door slijtage, onjuiste mon-tage en montage van niet-originele onderdelen, alsmede niet verricht noodzakelijk onderhoud en
foutieve afstellingen van onderdelen van de fi ets / fi tness apparatuur;
b. Indien de schade is ontstaan door ongelukken, misbruik, vernieling, incorrect dan wel onvoldoende onderhoud en het incorrect opvolgen van de
aanwijzingen uit de gebruikershandleiding, alsmede door het niet tijdig of niet vakkundig vervangen van onderdelen van de fi ets of fi tness apparaat;
c. Indien de schade is ontstaan door ander dan normaal gebruik waaronder in ieder geval verstaan wordt: gebruik in competitieverband, stunten, ongevallen,
springen, het vervoeren van zware lading, commerciële doeleinden, fi etsenverhuur of activiteiten welke in de beoordeling van TRADECARE International B.V.
gelijk staan aan voornoemde situaties en gevallen;
d. In geval de fi ets / het fi tness apparaat niet conform de gebruikersaanwijzingen van bijbehorend handleiding is onderhouden;
e. Indien schade is ontstaan door klimatologische invloeden, zoals verwering van lak en roestvorming.
3.2 Kosten voor het vervoer en (de-)montage van de fi ets naar en van TCI vallen buiten de garantie en komen voor rekening van de eigenaar van de fi ets.
Hetzelfde geldt voor eventuele verzendkosten en arbeidskosten voortvloeiende uit de garantieclaim.
Artikel 4 Garantieonderdelen
4.1 Gedurende de garantieperiode zullen de onder deze garantievoorwaarden vallende onderdelen waarvan door Fiets Service Nederland is vastgesteld dat er
sprake is van een materiaal en/of constructiefout, worden gerepareerd of indien nodig vervangen, dan wel worden vergoed. Fiets Service Nederland bepaalt
zelf of de onderdelen zullen worden gerepareerd, dan wel vervangen, dan wel vergoed.
4.2 Indien een bepaald onderdeel van de fi ets / fi tness apparaat voor garantie in aanmerking komt, dan zal het onderdeel worden vervangen door een
origineel onderdeel of, indien niet leverbaar, door een minimaal gelijkwaardig alternatief. Een nieuw onderdeel kan verschillen van originele onderdelen.
Artikel 5 Indienen van de claim
5.1 Claims onder deze garantievoorwaarden dienen via de Fiets Service Nederland te worden ingediend. Fiets Service Nederland bepaalt in samenspraak met
TCI of u al dan niet in aanmerking komt voor garantie. Een beoordeling van uw dealer houdt niet in dat uw claim onder deze garantievoorwaarden wordt
toegekend.
5.2 Fiets Service Nederland houdt zich het recht voor om zelf te bepalen of de eigenaar al dan niet in aanmerking komt voor een claim onder deze
garantievoorwaarden.
5.3 De toegezonden onderdelen dienen schoon te zijn, waarbij de onderdelen van de fi ets / het fi tness apparaat die niet onder de garantievoorwaarden vallen
en waarvan geen sprake is van een constructie- en/of materiaalfout dienen te worden gedemonteerd. De eigenaar van de fi ets / het fi tness apparaat dient bij
het aanvragen van garantie de originele aankoopbon te overleggen bij een offi cieel door Fiets Service Nederland geautoriseerde dealer.
5.4 De onderdelen waarbij sprake is van een constructie- en/of materiaalfout worden na honorering van de garantie niet geretourneerd aan de eigenaar.
Artikel 6 Aansprakelijkheid
6.1 Een door Fiets Service Nederland gehonoreerde garantieclaim betekent niet dat Fiets Service Nederland aansprakelijkheid aanvaard voor eventueel
geleden schade. De aansprakelijkheid van Fiets Service Nederland strekt zich nooit verder uit dan is omschreven in deze garantievoorwaarden. Iedere
aansprakelijkheid van Fiets Svoor gevolgschade wordt uitgesloten.
Artikel 7 Toepasselijk recht
7.1 Op deze garantievoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Voor het geval enige bepaling in de garantievoorwaarden nietig dan wel vernietigbaar
is, dan laat dat onverlet dat de overige garantievoorwaarden van toepassing zijn.
Uw fiets 49
50 Uw fiets
Op dit artikel verlenen wij een aanvullende
garantie van in totaal 8 jaar op het frame en de
voorvork.
Een uitzondering hierop vormen alle verende
voorvorken, slijtage gevoelige onderdelen en
overige bewegende fietsonderdelen.
De garantietermijn vangt aan bij levering. Als
bewijs van de datum dient u het aankoopbewijs
(zoals factuur of kassabon) voor de duur van de
totale garantietermijn te bewaren. Tevens dient
u een kopie naar het onderstaand adres te sturen.
Onze klantenservice staat u natuurlijk ook na
afloop van de garantietermijn graag ten dienst.
De garantie heeft alleen betrekking op fabricage-
en materiaalfouten. Hiertoe behoren geen
schades
die door onoordeelkundig gebruik of door
overmacht ontstaan en evenmin elke
onnatuurlijke slijtage
veroorzaakt door een gewijzigde instelling van
bijvoorbeeld versnelling, rem en verlichting, noch
lakschade of versleten banden. Gedurende de
reguliere garantietermijn van 2 jaar na aankoop
van het artikel, zorgen wij voor reparatie
dan wel vervangen wij de fiets gedeeltelijk
of compleet, zulks ter onzer beoordeling.
U dient ons elk gebrek onmiddellijk te
melden. Schademeldingen, inclusief die voor
transportschade, worden door ons alleen in
behandeling genomen als zij binnen een week na
de levering worden gemeld. Onze klantenservice
zal u meedelen wat het telefoonnummer is van de
voor u geldende reparatiedienst. Als een artikel
bij ons ter reparatie wordt aangeboden zonder
bewijs van aankoop, dan geschiedt reparatie
alleen tegen betaling, tenzij u op andere wijze de
aankoop van de fiets onder onze voorwaarden
en de datum van levering van de fiets kunt
aantonen.
Online Registratie / Online
Registration
Voor garantie: Zie onze garantie bepalingen in
de gebruiksaanwijzing of op de website
www.trade-care.nl. Registreer je op onze
website om gebruik te maken van de garantie.
ewaar zelf de orginele aankoopbon  etsen/
tness.
Important for warranty: Check our general
warranty conditions in the manual or on the
website
www.trade-care.nl. Register on our website to
use the warranty.
Save the purchase receipt yourself of the
bicyle/ tness.
Registreren SERVICE AND GUARANTEE/
Register SERVICE AND GUARANTEE *
(voor Benelux consumenten / consumers for
Benelux market)
* O.v.v. naam, adresgegevens, telefoon overdag, model/type,
artikelnummer (blauwe sticker 6 cijfers) , gekocht bij, prijs,
probleemomschrijving, evt. met vermelding van
desbetre end onderdeel.
* Mentioned; name, adres, zip code, city, phone numer/
mobile number, model/type, articelnumber (blue sticker 6 digit),
purchase date,
pruchase from, price, problem remark.
Om aanspraak te maken op garantie, dient
u altijd eerst onze garantievoorwaarden
uitvoerig door te nemen. Tevens dient u de
kassa bon te bewaren!
To use warranty, please check our general
warranty conditions on our website and always
save the purchase receipt!
De servicemonteur heeft de bevoegdheid en expertise om binnen
de garantieperiode uitsluitingen aan te geven met betrekking tot
slijtage en ondeugelijk gebruik. Dit wordt voor de reparatie gemeld.
De kosten van reparatie en voorrijkosten zijn in dit geval voor de
consument. De klant tekent vooraf voor akkoord. Indien niet akkoord
worden voorrijkostenwel doorberekend. Op de waddeneilanden
wordt geen service aan huis verleend. Levering en serviceverlening
vindt alleen plaats in het land van aankoop. Wij adviseren u na 4
weken gebruik van een  ets, de wielen preventief te laten narichten
door een erkende rijwielhersteller. Deze werkzaamheden vallen
buiten de garantie! Ontregelde afstelling van versnellingen, derailleurs
en remmen zijn van garantie uitgesloten, evenals verkeerde montage
van pedalen en indiende zadel- en stuurpen boven de indicatielijn zijn
gemonteerd. Garantie wordt verleend indien u binnen 2 weken na
aanschaf melding maakt van ontbrekende onderdelen, gebreken aan
verlichting en overige slijtage gevoelige onderdelen. Roestvorming
wordt 2 maanden na aankoop van garantie uitgesloten. Binnen deze
periode is garantie ter beoordeling van Trade-Care aan hand van
afbeeldingen.
Uw fiets 50
TradeCare International BV
Solingenstraat 49, 7421 ZR Deventer - The Netherlands
www.trade-care.nl
46

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pelikaan Carry Bike bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pelikaan Carry Bike in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,05 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info