Afvoeren oude toestel l
Voorzorgsmaatregelen
Maak uw oude toestel onklaar. Verwijder de stekker en knip de
aansluitkabel door. Verwijder de deur(en).
Milieumaatregelen
Koelsysteem en isolatiemateriaal van oudere typen koel-/vriesauto-
maten bevatten fluorchloorkoolwaterstoffen (CFK’s). Vrijkomende
CFK’s tasten de ozonlaag aan. Lever uw oude toestel in bij een
erkend afvalbrengpunt of laat het ophalen door de gemeente-
reiniging.
Afvoeren verpakking l
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt zijn karton,
poly-ethyleenfolie (PE) en CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheids-
bepalingen afvoeren.
Veiligheidsmaatregelen en waarschuwingen l
Lees vóór u het toestel installeert eerst zorgvuldig de gebruikers-
handleiding. U vindt hierin belangrijke informatie over installatie,
gebruik en onderhoud van het toestel. Bewaar deze gebruikers-
handleiding. Een eventuele volgende gebruiker van dit toestel kan
daar zijn voordeel mee doen.
Attentie:
Neem een beschadigd toestel niet in gebruik. Neem bij twijfel
contact op met uw leverancier.
Lees, voordat u het toestel installeert of aansluit, de gebruikers-
handleiding eerst goed door. Het toestel moet worden aange-
sloten op een elektriciteitsnet waarvan de spanning overeenkomt
met die op het gegevensplaatje.
Onderhoud en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door
erkend onderhoudspersoneel. Onoordeelkundig uitgevoerde
reparaties kunnen levensgevaar opleveren.
Alcohol en vloeistoffen met een hoog alcoholpercentage alleen
afgesloten en staand bewaren. Bewaar nooit explosieve en
licht-ontvlambare stoffen in de koelkast.
Stop nooit ijsblokjes, direct nadat u ze uit het vriesgedeelte
hebt gehaald, in uw mond. Verbranding ten gevolge van de
zeer lage temperatuur kan het gevolg zijn.
Voorkom beschadigingen aan het koelsysteem. Wees
voorzichtig met scherpe voorwerpen. Gebruik deze ook niet om
ijsaanslag te verwijderen. Verbuig de leidingen van het
koelcircuit niet. Weglekkend koelmiddel kan ernstige
verwondingen aan de ogen veroorzaken.
Houd ventilatie-openingen vrij.
Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Laat kinderen niet op
laden zitten; zorg er ook voor dat kinderen de deur(en) niet als
schommel gebruiken. Gebruik de plint, laden en schappen nooit
als opstapje.
Maak het toestel stroomloos voordat u een gloeilamp vervangt of
de condensor reinigt. Trek de stekker uit het stopcontact.
In geval van stroomstoring de deuren zoveel mogelijk gesloten
houden. Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Gebruik l
Gebruik dit toestel alleen voor huishoudelijke doeleinden. Gebruik
het alleen voor het doel waarvoor het werd ontworpen, namelijk het
bewaren van levensmiddelen.
Dit toestel voldoet aan de voorschriften van de richtlijn 87/398/EEG
inzake elektromagnetische compatibiliteit.
De koelautomaat voldoet aan alle wettelijke eisen met betrekking tot
veiligheid.
Elektrische aansluiting l
230 V - 50 Hz
De koelautomaat moet worden aangesloten op een wandcontact-
doos met randaarde. De wandcontactdoos moet volgens de gelden-
de voorschriften geïnstalleerd zijn. Zie ook het typeplaatje.
Installatie l
De plateaus zijn in de fabriek met speciale clips geborgd. Dit om te
voorkomen dat de plateaus tijdens het vervoer beschadigd raken.
Verwijder de clips door ze heen en weer te bewegen en recht naar
voren weg te trekken.
Plaatsen l
Let bij het opstellen van de koelautomaat op de volgende punten:
• Houd vòòr de koelautomaat voldoende ruimte vrij voor een
goede luchtcirculatie rond het ventilatierooster aan de onder-
zijde.
• Plaats het toestel in een goed geventileerde ruimte. Een goede
werking van het toestel is alleen gewaarborgd als dit wordt
geplaatst in een ruimte, waarvan de omgevingstemperatuur niet
beneden de +13 °C komt.
• Houd aan zij-, boven- en achterkant minimaal 1,25 cm vrij. Dit
vergemakkelijkt de installatie van uw koelautomaat en kunt u
deze later ook weer makkelijk verplaatsen. Om de deur(en) van
de koelautomaat geheel te kunnen openen moet u ervoor zorgen
dat er voldoende ruimte is tussen deurscharnieren en wand.
Waterpas stellen l
Plaats de koelautomaat waterpas. Afhankelijk van het model kan het
toestel op twee verschillende manieren water-
pas gesteld worden.
• Modellen zonder wieltjes of met niet-
verstelbare wieltjes. Deze toestellen kunt u
door in- of uitdraaien van de stelschroeven
waterpas stellen (zie afb. 1).
• Modellen met stelwieltjes. Deze
toestellen kunnen waterpas
gesteld worden door het
vloerrooster te verwijderen en
vervolgens de wieltjes aan de
voorzijde, met behulp van een
wieltjes aan de achterzijde kunnen niet ingesteld worden. U zet
de koelautomaat vast door één of beide borgvoetjes aan de
voorwieltjes naar beneden te klappen.
Indien het noodzakelijk is dat de achterzijde van de koelautomaat
waterpas gesteld wordt, adviseren wij u hieronder een plank te
leggen.
Gebruikershandleiding
Ontdooien l
De koelautomaat is voorzien van een automatisch ontdooisysteem.
Bedieningsknoppen l
De koelautomaat is voorzien van twee bedieningsknoppen; één voor
het vriesgedeelte en één voor het koelgedeelte.
Temperatuurinstelling koel- en vriesgedeelte l
Bij sommige modellen bevindt zich de bedieningsknop voor het
koelgedeelte voorin, aan de bovenzijde van de ruimte. De
bedieningsknop voor het vriesgedeelte bevindt zich op de achter-
wand van de vriesruimte.
Zet de koelautomaat uit door de bedienings-
knop van het koelgedeelte op 0 te zetten.
De bedieningsknop voor het koelgedeelte heeft 7 standen. Stel in
eerste instantie de bedieningsknop in op 4.
De bedieningsknop voor het vriesgedeelte heeft 5 standen. Stel in
eerste instantie de bedieningsknop in op 3.
Bij sommige modellen bevinden zich de bedieningsknoppen voor
koel- en vriesgedeelte bovenin de koelruimte.
Zet de koelautomaat uit door de bedieningsknop van het
koelgedeelte op 0 te zetten.
De bedieningsknop voor het koelgedeelte heeft 7 standen. Stel in
eerste instantie de bedieningsknop in op 4.
De bedieningsknop voor het vriesgedeelte heeft 7 standen. Stel in
eerste instantie de bedieningsknop in op 4.
Schuifregelaars l
Sommige modellen zijn uitgerust met schuifregelaars.
Zet de koelautomaat uit door de regelaar van het koelgedeelte
naar 0 of OFF te schuiven.
De schuifregelaar voor het koelgedeelte heeft 9 standen. Stel in
eerste instantie de regelaar in op 5.
Afb. 1
Afb. 2