324089
22
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/30
Pagina verder
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
3
Vrijstaand gecombineerd fornuis
Geachte kopers,
Hartelijk dank voor uw aankoop. Overtuig u er
zelf van: u kunt op onze producten vertrouwen.
Om het gebruik van ons product te
vereenvoudigen, hebben wij een uitvoerige
gebruiksaanwijzing bijgevoegd. Met behulp
hiervan zult u snel vertrouwd zijn met uw nieuwe
apparaat. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig
voor het eerste gebruik van het apparaat.
Waarschuwingen die op de veiligheid betrekking
hebben, vindt u op blz. 4.
Één ding moet u in elk geval direct controleren: of
u een onbeschadigd apparaat heeft ontvangen.
Als u één of andere transportschade vaststelt,
neem dan contact op met de verkoper van de
zaak waar u het appa
raat
gekocht heeft of met
het regionale magazijn, waardoor het geleverd is.
Het telefoonnummer vindt u op de rekening of op
het afleveringsbewijs.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe
vrijstaande fornuis!
Inhoud
Aanwijzingen voor de veiligheid.................... 4
Doelmatig gebruik
Afdekplaat van het fornuis
Als u storingen in de gasleiding ontdekt of als u
gas in de ruimte ruikt:
Beschrijving van het apparaat....................... 6
Elektrische ontsteking
Voor de ingebruikname.................................. 7
Oven
Programmeerklok
Gasbranders
Beschrijving van de gaskookplaat................. 8
Belangrijke waarschuwingen in verband met de
gasbranders
Aansteken en werking van de gasbranders
Pannen
Oven ............................................................... 10
Belangrijke waarschuwingen
Bediening
Verwarmingsmethoden
Bakniveaus
Oventoebehoren
Het bakken van gebak
Waarschuwingen bij de tabel voor het bakken van
gebak:
Het braden van vlees
Grilleren en bruinen
Wecken
Ontdooien
Reiniging en onderhoud ............................... 20
Gasbranders
Oven
Ovenlade
Het verhelpen van kleine storingen .............23
Neem het volgende in acht!
Belangrijk
Vervangen van onderdelen van het apparaat24
Overig toebehoren
Ovenlampje
Aanwijzingen voor het opstellen en
aansluiten .......................................................25
Het opstellen van het fornuis
Belangrijke waarschuwingen
Het fornuis en de extra sokkel op de juiste hoogte
brengen
Instelling door de fabriek
Gasaansluiting ...............................................27
Eerste gebruik
Aansluiting met een flexibiele slang
De gasaansluiting
Warmtebelasting, gasverbruik en aanduiding van
de spuitstukken
Ombouw voor gebruik op een andere gassoort
Afstelbare onderdelen
Elektrische aansluiting..................................30
Technische gegevens......................................31
Servicedienst ..................................................32
Reparaties
Typeplaatje
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
4
Aanwijzingen voor de veiligheid
Het fornuis mag uitsluitend door een vakman
van de gasdistributeur of door de erkende
servicedienst worden aangesloten. Ook
moeten de wettelijke voorschriften en
technische aansluitvoorwaarden van het
plaatselijke gasbedrijf in aanmerking worden
genomen. Belangrijke aanwijzingen
hieromtrent zijn in het hoofdstuk
"Aanwijzingen voor de aansluiting" vermeld.
Onvakkundige ingrepen en reparaties kunnen
explosies of stroomschokken en kortsluiting
veroorzaken met als gevolg lichamelijke
verwondingen en beschadigingen van het fornuis.
Deze werkzaamheden mogen alleen door een
erkend vakman worden verricht.
Overtuig u er voor de opstelling en aansluiting van,
dat de plaatselijke aansluitvoorwaarden (gassoort
en gasdruk) en de technische gegevens van het
apparaat met elkaar overeenkomen.
De technische gegevens van het apparaat zijn op
het typeplaatje vermeld.
Dit apparaat is niet op een schoorsteen of
luchtkoker aangesloten. Het fornuis moet
overeenkomstig de geldige aansluitvoorschriften
worden opgesteld en aangesloten. Speciale
aandacht moet worden gewijd aan de eisen voor
de ventilatie.
Bij het gebruik van de gasbranders komen in de
ruimte extra warmte en vocht vrij. Zorg daarom
voor extra ventilatie van de ruimte waarin het
fornuis staat. U kunt volstaan met het af en toe
openen van de ramen en de deur. Wanneer u het
fornuis intensief en langdurig gebruikt, moet u de
ruimte intensiever ventileren of de afzuigkap
aanzetten.
Bij het koken of bakken kunnen oververhit vet of
olie op de gaspit snel vlam vatten. Dit kan
brandwonden en brand veroorzaken. Blijf dus altijd
bij het fornuis als u aan het bakken bent.
Het reinigen van de oven met apparaten op hete
stoom of met hoogdrukreinigers kan kortsluiting
veroorzaken. Gebruik daarom dergelijke
apparaten niet voor het reinigen van de oven, en
gasbranders.
Bij het werken met een open bedieningspaneel of
bij reparatie moet de verbinding tussen het fornuis
en het stroomnet verbroken zijn.
Tijdens de werking van de oven wordt de deur van
de oven heet. Daarom is als extra beveiliging een
derde glasplaat ingebouwd (slechts bij enkele
modellen), die de temperatuur van de oppervlakte
van de glazen ruit in de ovendeur verlaagt.
Bewaar geen brandbare of explosieve voorwerpen
en voorwerpen, die niet hittebestendig zijn in de
ovenlade (bijvoorbeeld papier, pannenlappen,
plastic zakjes, reinigingssprays en -middelen),
omdat dan tijdens het gebruik van de oven brand
zou kunnen ontstaan. Gebruik de ovenlade alleen
voor het opbergen van het toebehoren (het lage
bakblik, de plaat voor het opvangen van druipend
vet, enz.).
Snoeren van apparaten, die in de buurt van het
fornuis zijn, kunnen met de hete kookplaten in
aanraking komen of u kunt ze beschadigen door
ze tussen de ovendeur te klemmen, waardoor
kortsluiting kan optreden. Houdt daarom
elektrische snoeren van andere apparaten
voldoende van het fornuis verwijderd.
Gebruik de gaspitten en de oven niet om de
ruimte te verwarmen. Zet geen lege pannen op de
kookplaten of gaspitten.
Pas op dat de delen van de gasbrander
nauwkeurig op hun plaats zitten.
Bedek de binnenkant van de oven niet met
aluminium folie en plaats geen bakblikken en
andere schalen of pannen op de bodem van de
oven. De foliebekleding verhindert het circuleren
van de lucht in de oven, waardoor het bakken
langer duurt en het email beschadigt.
Waarschuwing: verbrandingsgevaar bestaat
vooral bij kleine kinderen en kinderen, die zich niet
van het gevaar bewust zijn. Ze kunnen zich
verbranden aan hete delen of door hete stoom.
Houdt kleine kinderen dus altijd op veilige afstand
van het fornuis en laat grotere kinderen het fornuis
alleen onder toezicht gebruiken.
De gaspitten en ovendeur worden heet tijdens het
gebruik. Ook de binnenkant van de oven, de
verwarmingselementen en de opening voor de
damp worden heet. Houdt kleine kinderen dus
altijd op veilige afstand van het fornuis.
Waarschuwing: brandwondengevaar. De
verwarmingselementen, de oven en het
toebehoren worden tijdens het gebruik zeer warm.
Gebruik daarom altijd pannenlappen of
ovenwanten en wees voorzichtig met de pan om
brandwonden te vermijden.
De ovendeurscharnieren kunnen door
overbelasting met zware voorwerpen beschadigen.
U mag daarom nooit op de open ovendeur gaan
zitten of er zware voorwerpen op zetten.
Het typeplaatje met de technische gegevens van
het apparaat en de sticker waarop de gassoort is
vermeld waarvoor het fornuis geschikt is,
bevinden zich op de rand van de oven en zijn
zichtbaar, wanneer u de ovendeur opent.
Het apparaat behoort tot de klasse 2/1. Bij
opstelling in een rij mag het apparaat aan beide
kanten in aanraking komen met de ernaast
staande meubelelementen. Aan één kant mag op
een afstand van minstens 30 cm een
meubelelement dat hoger dan het apparaat is,
worden geplaatst.
De afstand tussen het apparaat en de afzuigkap
moet 650 mm of minstens zoveel bedragen, als in
de instructies voor de inbouw van de afzuigkap is
vermeld.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
5
Doelmatig gebruik
Het elektrische fornuis is bestemd voor het
klaarmaken van gerechten in het huishouden en
mag niet voor andere doeleinden worden
gebruikt.
De individuele mogelijkheden van het gebruik van
het fornuis zijn uitvoerig in deze
gebruiksaanwijzing beschreven.
Afdekplaat van het fornuis
(alleen bij sommige modellen)
De afdekplaat van het fornuis is gelakt, van
roestvrijstaal of glas en u mag hem pas sluiten
wanneer de kookplaten volledig zijn afgekoeld.
Als u storingen in de gasleiding
ontdekt of als u gas in de ruimte ruikt:
moet u de gastoevoer of de gasfles direct
dichtdraaien;
Moet u open vuur en sigaretten doven;
mag u geen elektrische apparaten
aanschakelen (ook geen licht aan doen!);
moet u de ruimte goed ventileren - zet de
ramen open!
moet u de servicedienst of de gasdistributeur
direct bellen.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
6
Beschrijving van het apparaat
Dit is een beschrijving van een fornuis met een
electrische oven en de kookplaat ook met drie
gasbranders.
Afdekplaat van het fornuis (hebben slechts
enkele
modellen)
Opening voor de dampafvoer
Omgeving van de kookplaten
Bedieningspaneel
Handgreep van de ovendeur
Ovendeur
Ovenlade
Extra onderstel (hebben slechts enkele
modellen)
Verstelbare voetjes (bereikbaar wanneer de
ovenlade is uitgetrokken), hebben slechts
enkele modellen
1Programmeerklok (hebben slechts enkele
modellen)
2Controlelampje van de oven. Brandt zolang de
oven verwarmt en gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur is bereikt.Knop van de kookplaat
links achter
3Knop voor het in- en uitschakelen en de keuze
van de wijze van werking van de oven
4Knop van de gasaansteker (alleen bij sommige
modellen)
5Knop voor het instellen van de oventemperatuur
6Knop van de kookplaat links achter
7Knop van de kookplaat links voor
8Knop van de kookplaat rechts voor
9Knop van de kookplaat rechts achter
Elektrische ontsteking
(alleen bij sommige modellen)
U kunt de gasbranders aansteken met behulp
van een elektrische aansteekkaars, die bij elke
brander is ingebouwd.
De elektrische ontsteking werkt alleen wanneer
de stekker van de aansluitkabel in het
stopcontact zit.
Wanneer de elektrische ontsteking wegens
stroomuitval of een vochtige aansteekkaars niet
werkt, kunt u het gas ook met een brandende
lucifer of een gasaansteker aansteken. Op
dezelfde wijze steekt u ook het gas van de
brander in de oven aan.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
7
Voor de ingebruikname
Oven
Neem al het toebehoren uit de oven en was het
af met warm water en een gewoon
schoonmaakmiddel. Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen!
Wanneer de oven voor het eerst verwarmt komt
er een typische reuk van "nieuwheid" vrij. Lucht
de ruimte daarom goed.
Programmeerklok
(alleen bij sommige modellen)
Stel de juiste dagtijd in zoals in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de programmeerklok is
beschreven. Het instellen van de tijd is
noodzakelijk voor het gebruik van het apparaat,
omdat de oven pas na het instellen van de tijd
kan werken.
Gasbranders
Voor het eerste gebruik van de gasbranders hoeft
u geen speciale maatregelen te treffen.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
8
Beschrijving van de gaskookplaat
U bedient de gasbranders met de knoppen van
de kookplaat. Op de knoppen is het
verwarmingsvermogen aangeduid met een grote
en een kleine vlam. Draai de knop via de stand
van de grote vlam in de stand van de kleine vlam
en terug. De werkstand bevindt zich tussen beide
vlammen.
Belangrijke waarschuwingen in
verband met de gasbranders
Gebruik de branders niet zonder pannen of om
de ruimte te verwarmen!
De gasbranders moeten altijd schoon zijn. Door
vuil wordt hun werking negatief beďnvloed.
Als u het gerecht knapperig wilt maken, stel
dan eerst de hoogste stand van de gasbrander
in en zet het koken voort op de laagste stand.
Zorg altijd dat er voldoende water in de
snelkookpan zit. Door verdamping en
oververhitting kunnen de pan en de kookplaat
beschadigen.
De gasbranders zijn thermo-elektrisch
beveiligd. Indien de vlam van de brander
ongecontroleerd uitgaat (overgekookt eten,
tocht e.d.), wordt de gastoevoer
automatisch afgesloten. Er kan geen gas
vrijkomen in de ruimte.
Als de vlam van branders, die niet
thermoelektrisch beveiligd zijn per ongeluk uit
gaat, kan het gas in de ruimte ontsnappen!
Plaats het deksel van de brander altijd heel
nauwkeurig op de ring. Zorg er voor dat de
inkepingen van de ring altijd vrij zijn.
deksel van de
brander
thermo - element
(heben slechts
enkele modellen)
aansteekkaars
(heben slechts
enkele modellen)
ring van de brander
op de juiste wijze
samengestelde
gasbrander
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
9
Aansteken en werking van de
gasbranders
U kunt de gasbranders aansteken met behulp
van een elektrische aansteekkaars, die bij elke
brander is ingebouwd (hebben slechts enkele
modellen).
Aansteken met één hand
(hebben slechts enkele modellen)
Als u de gasbrander aan wilt steken, druk dan de
knop van de gewenste gasbrander in en draai
hem op de hoogste stand
. De elektrische vonk
van de aansteekkaars wordt geactiveerd en het
vrijkomende gas gaat branden.
Als de elektrische ontsteking niet werkt door
stroomuitval of doordat de aansteekkaaren
vochtig zijn, kunt u het gas ook met een
brandende lucifer of een gasaansteker
aansteken.
Aansteken met twee handen
(hebben slechts enkele modellen)
Als u de gasbrander aan wilt steken, druk dan de
knop van de gewenste gasbrander in en draai hem
op de hoogste stand
. Druk daarna de knop voor
de onsteking enkele malen in. De elektrische vonk
van de aansteekkaars wordt geactiveerd en het
vrijkomende gas gaat branden.
Als de elektrische ontsteking niet werkt door
stroomuitval of doordat de aansteekkaarsen
vochtig zijn, kunt u het gas ook met een
brandende lucifer of een gasaansteker
aansteken.
Houdt na het aansteken de knop nog ongeveer 10
seconden vast, totdat de vlam tot rust gekomen is.
Stel dan de grootte van de vlam in tussen de
hoogste en de laagste stand.
Instelling tussen en wordt niet aanbevolen
.
In dit gebied is de vlam niet stabiel en kan uitgaan.
Herhaal de procedure als de vlam uitgaat.
Draai de knop naar rechts op de stand (UIT)
om de brander uit te zetten
.
de gaskraan is dicht
de hoogste stand
de laagste stand
Om kleine pannen veilig op het rooster te zetten,
kunt u het bijgeleverde rekje op de
sudderbrander plaatsen.
Pannen
Het gebruik van de juiste pannen verzekert een
optimale kooktijd en optimaal gasverbruik. Het
belangrijkste is de doorsnede van de pan.
Vlammen die over de rand van een te kleine pan
reiken, vernielen de pan. Ook is dan het
gasverbruik hoger.
Gas heeft zuurstof nodig om te verbranden. Bij
een te grote pan krijgt het niet voldoende zuurstof
en is het verbrandingsrendement geringer.
Rooster (hebben slechts enkele modellen)
Gebruik het rooster als u in een pan met een
kleine doorsnede kookt. Plaats hem op het
rooster boven de sudderbrander.
Brander Doorsnede van de
pan
Dubbele brander
220-260 mm
Grote brander
220-260 mm
Normale brander
180-220 mm
Sudderbrander
120-180 mm
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
10
Oven
Belangrijke waarschuwingen
Bekleedt de oven niet met aluminiumfolie en
plaats geen bakblikken en andere pannen op
de bodem van de oven, omdat door de
warmtecollectie het email van de oven kan
beschadigen.
Vruchtensappen die uit het bakblik druipen,
kunnen vlekken op het email veroorzaken die
niet meer verwijderd kunnen worden.
Bediening
De knop voor "aan/uit" en
voor de keuze van de
verwarmingsmethode van
de oven en de knop voor
de temperatuurinstelling
dienen voor de bediening
van de oven.
De knop voor de
temperatuurinstelling
De knop voor ”aan/uit” en voor de keuze van de
verwarmingsmethode van de oven
Verwarmingsmethoden
U kunt voor de oven uit de volgende
verwarmingsmethoden kiezen:
Ovenverlichting
Sommige modellen hebben twee lampjes voor de
ovenverlichting: het ene lampje is boven aan de
achterwand gemonteerd en het andere, extra
zijlampje bevindt zich midden aan de rechter
zijwand.
U kunt de ovenverlichting afzonderlijk instellen,
zonder gebruik van een andere functie.
Praktisch gebruik: bij het reinigen van de oven of
om de nawarmte aan het einde van het
bakproces te benutten.
Bij alle andere verwarmingsmethoden gaat de
ovenverlichting automatisch aan bij het instellen.
Boven / onderwarmte
De verwarmingselementen boven en onder in de
oven stralen gelijkmatig warmte uit. Het bakken
van gebak of braden van vlees is maar op één
niveau mogelijk.
Grill
Het infragrill-element dat aan de bovenwand van
de oven is bevestigd, straalt direct warmte uit.
Deze verwarmingsmethode is vooral geschikt voor
het braden van kleine stukken vlees zokals
biefstukken, worstjes, schnitzels, karbonades enz.
Ventilator-grill
Het infra-verwarmings element en de ventilator
werken tegelijkertijd. Deze verwarmingsmethode is
bijzonder geschikt voor het grillen van vlees en het
braden van grote stukken vlees of gevogelte op
één niveau van de oven. Het is ook geschikt voor
het gratineren en voor een knapperig korstje.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
11
Hetelucht en onderwarmte
Bij deze verwarmingsmethode werken de
onderverwarming en de hetelucht ventilator
tegelijkertijd. Deze methode is bijzonder geschikt
voor het bakken van pizza's.
Deze verwarmingsmethode geeft de beste
resultaten bij vochtig of zwaar gebak op 2
niveau's, vruchtentaart van gist of plaatkoekdeeg
en kaassoufflé's.
Hetelucht
De ventilator aan de achterwand van de oven zorgt
voor een voortdurende circulatie van hetelucht
rond het te braden vlees of gebak. Deze
verwarmingsmethode is vooral geschikt voor het
braden van vlees en gebak op meerdere niveau's.
Ontdooien
Bij deze verwarmingsmethode circuleert de lucht
zonder dat de verwarmingselementen zijn
ingeschakeld. Deze methode wordt gebruikt voor
langzaam ontdooien van bevroren levensmiddelen.
Onderwarmmte met ventilator
Bij deze verwarmingsmethode werken de
onderverwarming en de ventilator tegelijkertijd.
Deze methode is vooral bruikbaar voor het
bakken van laag gebak en het wekken van fruit
en groente. Gebruik de 1e richel van onder af en
niet te hoge bakvormen, zodat de warme lucht
ook over de bovenkant van het gerecht kan
circuleren.
Bovenverwarming met ventilator
Bij deze verwarmingsmethode werken de
ovenverwarming en de ventilator. Deze methode is
geschikt voor het braden van vlees en gebak, behalve
voor gebak met vruchtenvulling.
De orientatiegegevens voor het voorverwarmen,
de niveaukeuze en de bak/braadtijd vindt u in de
tabel voor de verwarmingsmethode met boven-
en onderverwarming. De oven is voorverwarmd,
wanneer het rode lampje uitgaat.
Bovenverwarming met
ventilator/Aqua Clean
Bij deze verwarmingsmethode werken de
bovenverwarming en de ventilator.
Deze methode is geschikt voor het braden van
vlees en gebak, behalve voor gebak met
vruchtenvulling. De oriëntatiegegevens voor het
voorverwarmen, de niveaukeuze en de
bak/braadtijd vindt u in de tabel voor de
verwarmingsmethode met het boven- en
onderverwarming.
Stel de temperatuurkeuzeknop in op de gewenste
temperatuur.
De oven is voorverwarmd, wanneer het rode
lampje uitgaat.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
12
Bakniveaus
Het toebehoren (rooster, laag en diep bakblik)
kunt u op 5 niveau's in de oven zetten.
In de bak/braadtabellen hieronder zijn de
afzonderlijke niveau's beschreven.
Houdt er rekening mee, dat de bakniveau's altijd
van beneden naar boven worden geteld.
De geleiders zijn uittrekbare geleiders, rekjes of
zijn telescopisch uittrekbaar (afhankelijk van het
model van het apparaat). De richels 2, 3 en 5
hebben telescopisch uittrekbare geleiders. Bij de
geleiders met een rekje moet u het rooster en de
bakblikken altijd in de geleiders schuiven.
Oventoebehoren
(afhankelijk van het model)
Rooster waarop u de schotel met het gerecht of
het gerecht rechtsreeks plaatst.
Laag bakblik voor het bakken van gebak en
koekjes.
Diep bakblik voor het bakken van vlees en
vochtig gebak en voor het opvangen van
druipend vet.
Waarschuwing: Het diepe bakblik voor het
opvangen van druipend vet kan niet op de
eerste, onderste richel worden geplaatst.
Telescopisch uittrekbare geleiders
(hebben slechts enkele modellen)
Waarschuwing: de telescopisch uittrekbare
geleiders en andere delen van het toebehoren
worden warm! Draag een ovenwant!
Links en rechts in de oven bevinden zich
telescopisch uittrekbare geleiders op 3 niveau's.
Voor het plaatsen van het rooster, bakblik of
het blik voor het opvangen van het vet altijd
eerst de telescopische uittrekbare geleiders van
één niveau uittrekken.
Het rooster en het lage of diepe bakblik op de
uitgetrokken geleiders plaatsen en deze en
dan met de hand zover mogelijk terugduwen.
Sluit de ovendeur altijd pas wanneer de
telescopische geleiders tot het einde zijn
ingeschoven.
Vetfilter
Het vetfilter in de achterwand van de oven
beschermd de ventilator, de verwarmingsring en
de oven tegen ongewenst vet worden. Plaats het
vetfilter altijd in de oven wanneer u vlees braadt
of grilt. Verwijder het altijd wanneer u gebak bakt!
Het vetfilter kan bij het bakken slechte resultaten
geven.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
13
Het bakken van gebak
Voor het bakken van gebak kunt u
boven/onderverwarming of hetelucht gebruiken.
Verwijder het vetfilter altijd uit de oven bij het
bakken!
Aanwijzingen
Houdt bij het bakken van gebak altijd rekening
met de keuze van de richel, temperatuur en
baktijd uit de tabel voor gebak en vergeet uw
eventuele oude ervaring, die u bij het gebruik
van andere ovens heeft opgedaan. De waarden
in de tabel voor het bakken van gebak zijn
speciaal voor deze oven vastgesteld en
gecontroleerd.
Wanneer u in de tabel voor het bakken een
bepaalde soort gebak niet aantreft, kies dan de
gegevens voor een soortgelijk gebak.
Het bakken van gebak met
boven/onderverwarming
Gebruik slechts één bakniveau.
De boven/onderverwarmingsmethode is
bijzonder geschikt voor het bakken van droog
gebak, brood en biscuit.
Gebruik donkere bakblikken. In lichte
bakblikken bakt (bruint) het gebak minder goed
omdat deze warmte weerkaatsen.
Plaats bakvormen altijd op het rooster.
Wanneer u het bijgeleverde bakblik gebruikt,
moet u het rooster verwijderen.
Voorverwarmen verkort de baktijd. Plaats het
gebak pas in de oven wanneer de gekozen
temperatuur bereikt is, dat is wanneer het
controlelampje van de oven voor het eerst
uitgaat.
Het bakken van gebak met hetelucht
Het bakken van gebak met hetelucht is
bijzonder geschikt voor het bakken op
meerdere niveau's, voor vochtig gebak en
vruchtentaarten.
U kunt ook lichte bakvormen gebruiken.
De temperatuur is gewoonlijk lager dan bij het
bakken met boven/onderverwarming (zie ook
de Tabel voor het bakken van gebak).
Bij het bakken van vochtig gebak in een
bakvorm (vruchtentaart) kunt u vanwege het
grote vochtigheidsgehalte maar op hoogstens
twee niveau's bakken.
U kunt verschillende soorten gebak samen
bakken, wanneer de vereiste temperatuur
ongeveer gelijk is.
De baktijd kan bij het gebruik van meerdere
bakblikken tegelijk verschillen. Misschien zult u
het ene bakblik eerder uit de oven moeten
halen dan het andere.
Zorg ervoor dat koekjes ongeveer dezelfde
dikte hebben. Ongelijkmatig gebak zal
ongelijkmatig bruin worden!
Wanneer u meer gebak tegelijkertijd bakt, zal
er meer damp in de oven ontstaan die op de
ovendeur condens kan veroorzaken.
Raadgevingen voor het bakken van
gebak
Is het gebak door en door gaar?
Prik met een houten stokje in het hoogste
gedeelte. Wanneer er geen deeg op het stokje
achterblijft, is het gebak gaar. U kunt de oven
uitschakelen en de nawarmte benutten.
Het gebak is ingezakt
Controleer het recept. Gebruik minder vloeistof
de volgende keer. Neem de tijd voor het mixen in
acht, vooral bij het gebruik van keukenmachines.
Het gebak is te licht aan de onderkant
Gebruik de volgende keer een donkere bakvorm
voor het bakken en plaats het gebak één richel
lager of schakel tegen het einde van het bakken
de onderverwarming aan.
Gebak met een vochtige vulling, bijvoorbeeld
kwarktaart, is niet helemaal gaar.
Verlaag de volgende keer de temperatuur en
verleng de baktijd.
Waarschuwingen bij de tabel voor het
bakken van gebak:
De temperatuur is in intervallen aangegeven.
Stel eerst de lagere temperatuur in en als het
gebak niet bruin genoeg wordt, verhoog de
temperatuur dan de volgende keer.
De baktijden zijn bij benadering aangegeven en
kunnen onder verschillende omstandigheden
afwijken.
De vetgedrukte gegevens vermelden de bestee
verwarmingsmethode voor het soort gebak.
Het sterretje * betekent dat u de oven moet
voorverwarmen.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
14
Tabel voor bakken van gebak
Soort gebak Richel
(van onderaf)
Temp.
(in °C)
Richel
(van onderaf)
Temp.
(in °C)
Baktijd
(in min.)
Zoet gebak
Marmercake, tulband
2 160-170
2 150-160 55-70
Rechthoekige cake
2 160-170
2 150-160 60-70
Cake in springvorm 2 160-170
2 150-160
45-60
Kaastaart in springvorm
2 170-180
3 150-160 60-80
Vruchtentaart, zandtaartdeeg 2 180-190
3 160-170
50-70
Vruchtentaart met garnering 2 170-180
3 160-170
60-70
Biscuittaart*
2 170-180
2 150-160 30-40
Taart met strooisel 3 180-190
3 160-170
25-35
Vruchtentaart, roerbeslag 3 170-180
3 150-160
50-70
Pruimencake 3 180-200
3 150-160
30-50
Biscuitrollade* 3 180-190
3 160-170
15-25
Gebak van roerbeslag 3 160-170
3 150-160
25-35
Broodvlecht, krans 2 180-200
3 160-170
35-50
Kerststol 2 170-180
3 150-160
45-70
Appelstrudel 2 180-200
3 170-180
40-60
Gevulde bollen 2 170-180
3 150-160
40-60
Hartig gebak
Quiche 2 180-190
3 170-180
45-60
Pizza* 2 210-230
3 190-210
30-45
Brood
2 190-210
3 170-180 50-60
Broodjes*
2 200-220
3 180-190 30-40
Klein gebak en koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg 3 170-180
3 150-160
15-25
Spritskoekjes 3 170-180
3 150-160
20-30
Koekjes van gistdeeg 3 180-200
3 170-180
20-35
Koekjes van bladerdeeg 3 190-200
3 170-180
20-30
Soesjes 3 180-190
3 180-190
25-45
Diepvriesgebak
Appel-, kwarkstrudel 2 180-200
3 170-180
50-70
Kwarktaart 2 180-190
3 160-170
65-85
Pizza 2 200-220
3 170-180
20-30
Ovenfrites * 2 200-220
3 170-180
20-35
Ovenkroketten 2 200-220
3 170-180
20-35
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
15
Het braden van vlees
Voor het braden van vlees kunt u de
boven/onderverwarming of heteluchtverwarming
gebruiken.
Welke verwarmingsmethode de beste is voor een
bepaalde schaal is vetgedrukt in de tabel voor het
braden van vlees aangegeven.
Verwijder het vetfilter altijd uit de oven bij het
bakken!
Raadgevingen in verband met het
serviesgoed
U kunt een serviesgoed van email, vuurvast
glas, aardewerk of gietijzer gebruiken.
Roestvrijstalen bakblikken zijn niet geschikt
omdat ze zeer sterk warmte weerkaatsen.
Wanneer u het vlees afdekt, blijft het sappiger
en blijft de oven schoon.
In een niet afgedekte schaal wordt het vlees
sneller bruin. Braadt grote stukken vlees op het
rooster en plaats het diepe bakblik er onder om
het druipende vet op te vangen.
Waarschuwingen voor het braden
van vlees
In de tabel voor het braden van vlees vindt u
gegevens omtrent de temperatuur, de stand en
de baktijd. Omdat de baktijden sterk afhangen
van het soort, het gewicht en de kwaliteit van
het vlees, kunnen afwijkingen optreden.
Het braden van vlees, gevogelte en vis is pas
economisch bij hoeveelheden van meer
dan 1 kg.
Bij het bakken moet zoveel vocht worden
toegevoegd, dat het vet en het sap van het
vlees niet verbranden. Dit betekent dat bij
langere braadtijden het vlees meerdere malen
moet worden gecontroleerd en er vocht moet
worden toegevoegd.
Na verloop van de helft van de braadtijd moet u
het vlees keren, vooral bij braden in de
braadslede. Het is daarom het beste het vlees
eerst met de bovenkant naar beneden te
braden.
Bij het braden van grote stukken vlees kan veel
damp ontstaan en op de ovendeur
condenseren. Dit is een natuurlijk verschijnsel
en heeft geen invloed op de werking van het
apparaat. Veeg na het braden de deur en de
glazen ruit droog.
Wanneer u op het rooster braadt, plaats er dan
het diepe bakblik onder om het sap uit het vlees
op te vangen. U kunt het rooster en het bakblik
op de telescopische geleiders plaatsen of in de
richels van het rekje van de oven schuiven.
Laat gerechten niet in een gesloten oven
afkoelen. Zo vermijdt u condens.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
16
Braadtabel
Soort vlees Gewicht
(in g)
Richel
(van onderaf)
Temp.
(in °C)
Richel
(van onderaf)
Temp.
(in °C)
Braadtijd
(in min.)
Rundvlees
Gebraden rundvlees 1000
2 200-220
2 180-190 100-120
Gebraden rundvlees 1500
2 200-220
2 170-180 120-150
Rosbief, rosé 1000
2 220-230
2 180-200 30-40
Rosbief, doorbakken 1000
2 220-230
2 180-200 40-50
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees
met huid
1500 2 180-190
2 170-180
140-160
Buikstuk 1500 2 190-200
2 170-180
120-150
Buikstuk 2000 2 180-200
2 160-170
150-180
Schouderstuk 1500
2 200-220
2 160-170 120-140
Varkensrollade 1500
2 200-220
2 160-170 120-140
Casselerrib 1500
2 180-200
2 160-170 100-120
Gehakt 1500
2 210-220
2 170-180 60-70
Kalfsvlees
Kalfsrollade 1500
2 180-200
2 170-190 90-120
Kalfsschenkel 1700
2 180-200
2 170-180 120-130
Lamsvlees
Lamsrug 1500
2 190-200
2 170-180 100-120
Hamelbout 1500
2 190-200
2 170-180 120-130
Wildbraad
Hazenrug 1500
2 190-210
2 180-190 100-120
Reebout 1500
2 190-210
2 170-180 100-120
Wild zwijnbout 1500
2 190-210
2 170-180 100-120
Gevogelte
Hele kip 1200 2 200-210
2 180-190
60-70
Slachtkuiken 1500 2 200-210
2 180-190
70-90
Eend 1700 2 180-200
2 160-170
120-150
Gans 4000 2 160-170
2 150-160
180-200
Kalkoense haan, hen 5000 2 150-160
2 140-150
180-240
Vis
Hele vis 1000 2 200-210
2 170-180
50-60
Vissoufflé 1500 2 180-200
2 150-170
50-70
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
17
Grilleren en bruinen
Wees extra voorzichtig bij het grilleren. Door de
hoge temperatuur van de infragrill zijn het
rooster en de rest van het toebehoren van de
oven zeer heet. Gebruik daarom ovenwanten
en een speciale vleestang!
Uit het vlees waarin u prikt kan heet vet spuiten
(bijvoorbeeld uit worstjes). Gebruik een
vleestang om brandwonden aan huid of ogen te
vermijden.
Houdt voortdurend toezicht op het grilleren. Het
vlees kan snel verbranden door de hoge
temperatuur!
Laat kinderen niet te dicht bij de grill komen.
De oven met de infragrill is geschikt voor het
klaarmaken van knapperige worstjes, in stukken
gesneden vlees en vismoten (biefstuk, schnitzel,
zalmmoten…) of voor toast en voor het bruinen.
Raadgevingen voor het grilleren
Bij het grilleren moet de ovendeur altijd
dicht zijn.
In de grilleertabel vindt u gegevens over de
temperatuur, de stand en de grilleertijd. Omdat
de grilleertijd sterk afhankelijk is van het soort,
gewicht en de kwaliteit van het vlees, kunnen
afwijkingen optreden.
Plaats bij het grilleren van vlees altijd het
vetfilter in de oven.
Verwarm de infragrill ongeveer 3 minuten voor.
Bij het bakken op het rooster dit invetten, zodat
het vlees er niet aan vastbakt.
Leg dunne stukken vlees op het rooster. Plaats
het bakblik onder het rooster om het druipende
vet en vleessap op te vangen. Plaats beide op
de telescopische geleiders of schuif ze in het
rekje van de oven.
Keer het vlees dat u grilleert na afloop van de
helft van de tijd. Keer dunne stukken maar één
maal, grotere meerdere malen. Gebruik bij het
keren een vleestang, zodat er niet te veel
vleessap uit het stuk loopt.
Donkere vleessoorten worden beter en sneller
bruin dan licht varkens- of kalfsvlees.
Reinig de oven en het toebehoren na elk
gebruik, zodat het vet de volgende keer niet
inbrandt.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
18
Grilleertabel
Soort gerecht Gewicht
(in g)
Richel
(van onderaf)
Temp.
(in °C)
Temp.
(in °C)
Grilleertijd
(in min.)
Vlees en worstjes
2 runderfiletschnitzels, rood 400 5 220 - 15-19
2 runderfiletschnitzels, rosé 400 5 220 - 20-23
2 runderfiletschnitzels,
doorbakken
400 5 220 - 22-27
2 varkensschnitzels - nekstuk 350 5 210-220 - 20-23
2 karbonades 400 5 210-220 - 20-23
2 kalfsschnitzels 700 5 220 - 17-22
4 lamskarbonades 700 5 220 - 14-16
4 grillworstjes 400 5 220 - 15-18
2 stukken leverkaas 400 5 210-220 - 12-16
1 kip, door de helft gesneden 1400 3 - 210-220
28-33 (1 ekant)
23-28
(2 ekant)
Vis
Zalmmoten 400 4 220 - 10-15
Vis in aluminiumfolie 500 4 - 220 10-13
Toast
4 witte boterhammen 200 5 220 - 1-3
2 bruine boterhammen 200 5 220 - 2-3
Belegde broodjes 600 5 220 - 5-7
Vlees/gevogelte
Eend 2000 1 - 150-170 80-100
Kip 1000 3 - 160-170 60-70
Gebraden varkensvlees 1500 3 - 140-160 90-120
Varkensschouder 1500 3 - 140-160 100-180
Varkensschenkel 1000 3 - 140-160 120-160
Rosbief/biefstuk 1500 3 - 170-180 40-80
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
19
Wecken
Voor het wecken gebruikt u de onderverwarming
samen met de ventilator
.
Het fruit of de groente en de inmaakglazen als
gewoonlijk voorbereiden. Gebruik gewone
inmaakglazen met een rubber ring en een
glazen deksel. U mag geen glazen potten met
schroef- of metalen deksels gebruiken of
blikjes. De inmaakglazen moeten ongeveer van
gelijke grootte zijn, met hetzelfde gevuld en
goed gesloten zijn. U kunt tot 6 liter glazen
tegelijk in de oven plaatsen.
Gebruik alleen verse levensmiddelen.
Giet ongeveer 1 liter water in het diepe bakblik,
zodat in de oven de nodige vochtigheidsgraad
ontstaat. Plaats de glazen potten zo in de oven,
dat ze niet met de wanden in aanraking komen
(zie tekening). Een laag vochtig papier, die u op
de glazen potten legt, beschermt de rubber
ringen.
Plaats het diepe bakblik met de glazen potten
op de 2e richel van onderaf. Draai de knop voor
de verwarmingsmethode op de stand
onderverwarming/ventilator en de
temperatuurkeuzeknop op 180°C.
Voorverwarming van de oven is niet nodig.
Kijk naar de levensmiddelen tijdens het wecken
en laat ze koken totdat het vocht in de glazen
gaat borrelen. Neem de wecktijd uit de
wecktabel in acht.
Wecktabel
Soort levensmiddelen Hoeveelheid Onderverwarmi
ng/ventilator
180°C, tot het
borrelen
Vanaf het
borrelen
Nawarmte in
de oven
Fruit
Aardbeien 6x1 liter ca. 30 min uitschakelen 15 min
Fruit met pit 6x1 liter ca. 30 min uitschakelen 30 min
Appelmoes 6x1 liter ca. 40 min uitschakelen 35 min
Groente
Augurken 6x1 liter 30 tot 40 min uitschakelen 30 min
Bonen, worteltjes 6x1 liter 30 tot 40 min instellen op
130°C 60-90 min
30 min
Ontdooien
Het circuleren van de lucht in de oven versnelt
het ontdooien van bevroren levensmiddelen. Stel
hiervoor de oven in op "Ontdooien"
.
Aanwijzing: Bij ongewenst activeren van de
temperatuurinstelknop gaat het controlelampje
van de oven branden, terwijl de
verwarmingselementen niet ingeschakeld zijn.
Geschikt om te ontdooien zijn slagroom en
crèmegebak, koekjes en ander gebak, brood
en broodjes, vruchten enz.
Uit hygiënisch oogpunt is het beter vlees en
gevogelte niet in de oven te ontdooien.
Indien mogelijk de levensmiddelen meerdere
malen keren of doorroeren, zodat ze gelijkmatig
ontdooien.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
20
Reiniging en onderhoud
U mag het fornuis niet reinigen met een stoom- of
hogedrukstoomreiniger. Voor het reinigen het
fornuis uitschakelen en af laten koelen.
Voorkant van het fornuis
Voor de reiniging en het onderhoud van deze
oppervlakte gebruikt u een gewoon
reinigingsmiddel, waarbij u de aanwijzingen van
de fabrikant in acht neemt. Gebruik geen
schurende reinigingsmiddelen, scherpe
voorwerpen of sponsjes met een schuurlaag, die
krassen veroorzaken.
Roestvrijstalen voorkant van het
fornuis
(alleen bij sommige modellen)
Reinig de oppervlakte alleen met een zacht
reinigingmiddel (sopje) en een zacht sponsje, dat
geen krassen veroorzaakt. Gebruik geen
schurende reinigingsmiddelen of
reinigingsmiddelen, die een oplosmiddel
bevatten. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt,
kan de buitenkant van het apparaat beschadigen.
Gelakte oppervlakten en
kunststofdelen
(alleen bij sommige modellen)
Reinig de knoppen en de handgreep van de
ovendeur met een zachte doek en een vloeibaar
reinigingsmiddel voor gladde gelakte
oppervlakten.
Gasbranders
Voor het reinigen van het rooster, de
kookoppervlakte en de gasbranders kunt u heet
water met een beetje afwasmiddel gebruiken.
Reinig het thermo-element en de aansteekkaars
met een zacht borsteltje. Deze delen moeten
onberispelijk schoon zijn omdat alleen dan hun
juiste werking gegarandeerd is.
Reinig de ring en het deksel van de brander. Pas
speciaal op dat de inkepingen in de ring vrij zijn.
Droog na het reinigen alle onderdelen goed af
en zet ze weer op hun plaats terug. Scheef
liggende delen bemoeilijken het aansteken
van de branders.
Waarschuwing: de deksels van de branders zijn
zwart geëmailleerd. Door de hoge temperaturen
kunnen kleurveranderingen niet voorkomen worden.
Dit heeft echter geen invloed op de werking van de
branders.
Oven
U kunt de oven op klassieke wijze reinigen (met
reinigingsmiddelen, met een ovenspray).
Om de oven regelmatig (na elk gebruik) te
reinigen bevelen wij de volgende procedure aan:
Draai de knop voor de keuze van de wiijze van de
werking van de afgekoelde oven in de stand
.
Stel de temperatuurkeuzeknop in op 50°C. Giet
0,4 l water in het bakblik en plaats het op de
onderste richel. Na een half uur worden de
voedselresten op het email van de oven zacht en
kunt u ze met een vochtige doek afvegen.
Volg bij hardnekkige vervuiling de volgende
aanwijzingen op:
De oven moet voor iedere reiniging afgekoeld
zijn.
Reinig de oven en het toebehoren na elk
gebruik, zodat het vuil niet inbrandt.
Vet kunt u het gemakkelijkste met een sopje
verwijderen terwijl de oven nog warm is.
Gebruik bij hardnekkige of sterke vervuiling een
ovenreiniger. Neem de oven daarna grondig af
met schoon water, zodat u alle resten van het
reinigingsmiddel verwijdert.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen,
zoals schuurmiddelen, sponsjes met een
schuurlaag, roest- en
vlekkenverwijderingsmiddelen en dergelijke.
Gelakte, roestvrijstalen en verzinkte
oppervlakten of aluminiumdelen mogen niet
met de ovenspray in aanraking komen, omdat
beschadigingen en kleurveranderingen kunnen
optreden. Hetzelfde geldt voor de voeler van de
thermostaat (als het fornuis een klok met een
sonde heeft) en het verwarmingselement boven
in het fornuis.
Denk bij de aankoop en de dosering van de
reinigingsmiddelen aan het milieu en volg de
aanwijzingen van de fabrikant op.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
21
Verwijderen van het rekje en de
telescopisch uittrekbare geleiders.
Om de zijwanden van de oven beter te reinigen,
kunt u het rekje en de telescopisch uittrekbare
geleiders verwijderen. Draai de geleiders aan de
onderkant naar binnen en trek ze boven uit de
openingen.
Reinig het rekje aan de zijkant en de
telescopische geleiders alleen met een gewoon
huishoudelijk schoonmaakmiddel.
U mag de telescopisch uittrekbare geleiders niet
in de afwasmachine doen.
Waarschuwing: u mag de telescopisch
uittrekbare geleiders niet invetten.
U kunt de geleiders daarna gewoon in de
daarvoor bestemde openingen terug hangen en
naar beneden trekken.
Verwijderen en plaatsen van de
ovendeur
(alleen bij sommige modellen).
Open de ovendeur volledig. Til de ringetjes van
de onderste scharnierdragers aan beide kanten
van de deur in verticale stand en plaats ze op de
lipjes van de onderste scharnierdragers. Sluit de
ovendeur daarna voor de helft (zie tekening) en
trek hem er voorzichtig uit.
U plaatst de deur terug in omgekeerde volgorde.
Plaats hem terwijl de deur half open staat (onder
een hoek van ongeveer 60°) en wel zo, dat u hem
tijdens het openen zover mogelijk tegen de oven
drukt. Pas hierbij op dat de inkepingen in de
onderste scharnierdragers op de bodem van de
oven insluiten. Wanneer u de deur volledig opent,
verwijdert u de ringetjes van de lipjes van de
bovenste scharnierdragers en plaatst ze terug in
horizontale stand.
1 charnier van de deur
tijdens normaal
gebruik
2 scharnier van de
deur tijdens het
verwijderen
Verwijderen en plaatsen van de
deur van de oven met een eenassig
scharnier
(alleen bij enkele modellen)
Open de ovendeur volledig en draai de grendels
tot het einde terug (tekening 1). Sluit de deur dan
langzaam, zodat de grendels in de houder zitten.
Bij ongeveer 15° (ten aanzien van een gesloten
positie van de deur) tilt u de deur enigszins op en
tilt hem uit beide scharnierhouders (tekening 2).
Het terugplaatsen verloopt in omgekeerde
volgorde.
Plaats de deur onder een hoek van 15°in de
scharnierhouders aan de voorkant van het
apparaat en schuif hem naar voren en naar
beneden, zodat de scharnieren in de inkepingen
springen (tekening 3). Controleer of de
inkepingen van de scharnieren goed in hun
houders gesprongen zijn.
Open de deur daarna volledig en draai de
grendels tot het einde in de beginpositie. Sluit de
deur langzaam en controleer of hij goed sluit
(tekening 4). Als de deur niet goed open of dicht
gaat, controleer dan of de inkepingen van de
scharnieren goed in de scharnierhouders
geplaatst zijn.
tekening 1 tekening 2
tekening 3 tekening 4
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
22
Waarschuwing
De ringetjes van de deurscharnieren mogen er
nooit uitspringen omdat door de sterke veerkracht
beschadigingen kunnen optreden.
Toebehoren
Was het toebehoren, zoals bijvoorbeeld
bakblikken, roosters en dergelijke, af met heet
water en een afwasmiddel.
Speciaal email
De oven, de binnenkant van de ovendeur en de
bakblikken zijn voorzien van een speciale
emaillaag, waarvan de oppervlakte glad en
bestendig is.
Deze speciale laag vereenvoudigt het reinigen bij
kamertemperatuur.
Vetfilter
Aanbevolen wordt, het vetfilter na elk gebruik met
een zacht borsteltje in heet water met wat
afwasmiddel schoon te maken. U kunt het
vetfilter ook in de afwasmachine doen.
Ovenlade
De ovenlade is tegen ongewenst openen
beveiligd.
Wanneer u hem wilt openen, moet u hem een
beetje optillen. Als u hem uit het fornuis wilt
verwijderen, trek hem dat eerst zo ver mogelijk
uit, til hem dan nogmaals op en trek hem uit.
Bewaar geen brandbare, explosieve en niet
temperatuurbestendige voorwerpen in de
ovenlade.
Bij sommige apparaten plaatst u de lade er in
door de onderste achterste rail in de geleider in
het fornuis te plaatsen. Wanneer het aan de
zijkanten geleiders met wieltjes heeft, plaatst u de
lade door de wieltjes in de geleiders te plaatsen
en de lade dicht te schuiven.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
23
Het verhelpen van kleine storingen
Reparaties mogen alleen door een erkend vakman
worden verricht. Onvakkundige reparaties kunnen
ernstig gevaar voor de gebruiker opleveren.
Alvorens aan een reparatie te beginnen moet u altijd
de verbinding tussen het fornuis en het stroomnet
verbreken door de zekering uit te schakelen of de
aansluitkabel uit het stopcontact te trekken.
Onvakkundige ingrepen en reparaties kunnen
stroomschokken en kortsluiting veroorzaken. Laat
daarom zulke werkzaamheden aan een vakman of
de servicedienst over.
Neem het volgende in acht!
Ga in geval van storingen in de werking van het
apparaat in deze gebruiksaanwijzing na of u de
oorzaken zelf kunt verhelpen.
Belangrijk
Een bezoek van de servicedienst tijdens de
garantieperiode is niet gratis, wanneer het
apparaat niet goed werkt door onjuiste
behandeling.
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd binnen
handbereik. Wanneer u het apparaat van de
hand doet, geef dan ook de gebruiksaanwijzing
erbij.
Hieronder vindt u enkele raadgevingen in verband
met het verhelpen van storingen.
De programmeerklok geeft ongewone
waarden aan of schakelt
ongecontroleerd aan of uit
In het geval van foutieve werking van de
programmeerklok moet u enkele minuten de
verbinding tussen het fornuis en het elektriciteitsnet
verbreken (draai de zekering los of schakel de
hoofdschakelaar uit). Sluit het fornuis dan weer op
het elektriciteitsnet aan en stel de juiste dagtijd in.
Display van de programmeerklok
knippert.
De stroom is uitgevallen of het fornuis is zojuist op
het elektriciteitsnet aangesloten. Alle ingestelde
tijden zijn uitgewist.
Stel de juiste tijd in, zodat de oven begint te werken.
Na de automatische werking schakelt de oven uit,
wordt de tijd aangegeven en klinkt er gedurende
beperkte tijd een geluidssignaal. Neem het gerecht
uit de oven en zet de knop voor de keuze van de
verwarmingswijze en de temperatuurkeuzeknop
terug in de beginstand. Kies de functie
"handbediening", zodat u de oven op de gewone
wijze kunt gebruiken (zonder te programmeren).
Controlelampje brandt niet …
Heeft u alle nodige knoppen geactiveerd?
Is de huiszekering uitgeschakeld?
Heeft u de knop voor de temperatuurkeuze of de
knop voor de verwarmingswijze van de oven juist
ingesteld?
Huiszekering schakelt vaker malen
uit …
Bel de servicedienst of een vakman!
Ovenverlichting werkt niet …
Het verwisselen van het lampje in de oven is
beschreven in het hoofdstuk "Vervangen van
onderdelen van het apparaat".
Oven verwarmt niet …
Is de huiszekering uitgeschakeld?
Heeft u de knop voor de temperatuurkeuze of de
knop voor de verwarmingswijze van de oven juist
ingesteld?
Gebak is niet gaar …
Heeft u het vetfilter verwijdert?
Heeft u de aanwijzingen en raadgevingen van het
hoofdstuk "Bakken van gebak" opgevolgd?
Heeft u nauwkeurig de aanwijzingen uit de
baktabel opgevolgd?
Branders branden niet gelijkmatig …
Laat een vakman de gasafstelling controleren!
De vlam van de branders verandert
plotseling, bij het aansteken van de
branders moet de aansteekknop
langere tijd ingedrukt blijven…
De delen van de brander op de juiste wijze in
elkaar zetten!
De vlam gaat uit na het aansteken…
Houdt de knop langere tijd ingedrukt.
Druk krachtig op de knop voordat u hem loslaat.
Het rooster is in de omgeving van de
branders van kleur veranderd …
Dit is een normaal verschijnsel door de hoge
temperatuur; reinig het rooster met een middel
voor onderhoud van metaal
De elektrische aansteker van de
branders werkt niet meer, de doppen
van de branders zijn lelijk
Voorzichtig de opening tussen de aansteekkaars
en de brander reinigen
De deksels van de branders reinigen met een
middel voor onderhoud van metaal
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
24
Vervangen van onderdelen van het apparaat
De houder van het ovenlampje staat onder
spanning. Er bestaat gevaar van
stroomschokken!
Schakel voor het vervangen van het lampje voor
de ovenverlichting het fornuis uit door de zekering
te verwijderen of de verbinding met de
veiligheidsschakelaar van het stroomnet te
verbreken.
Overig toebehoren
Roosters, bakblikken en overig toebehoren kunt u
bij de servicedienst bestellen. Vermeldt bij uw
bestelling het codenummer en type of model van
uw apparaat.
De knoppen van de schakelaars kunt u
verwijderen door ze naar voren te trekken en
kunnen vervangen worden.
Ovenlampje
Voor het vervangen
heeft u een
ovenlampje met de
volgende specificatie
nodig: fitting E 14,
230 V, 25W, 300°C.
Schroef het glazen
kapje tegen de
wijzers van de klok in
los en vervang het
ovenlampje. Draai
dan het glazen kapje
weer vast. Bij het
lampje aan de
zijkant kunt u het
glazen kapje
verwijderen met
behulp van een
schroevedraaier die u
in de gleuf steekt en
in de richting van het
pijltje trekt (zie
afbeelding).
Het lampje is
verbruiksmateriaal
en valt niet onder de
garantie!
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
25
Aanwijzingen voor het opstellen en aansluiten
Het opstellen van het fornuis
De opstelling en aansluiting van het fornuis
moet overeenkomstig de geldige voorschriften
worden verricht. Van groot belang is een
voldoende ventilatie.
Belangrijke waarschuwingen
De aansluiting mag uitsluitend door de
gasdistributeur, de bevoegde servicedienst of
een erkend vakman worden verricht.
De ruimte waarin het apparaat staat moet
regelmatig worden geventileerd.
De gassoort waarvoor het fornuis geschikt is, is op
de sticker naast het typeplaatje van het fornuis
vermeld.
Overtuig u er voor de aansluiting van het apparaat
van, dat de plaatselijke aansluitingseisen (van het
gas en de druk) overeenkomen met die van het
apparaat.
Het apparaat mag niet op een installatie voor de
afvoer van verbrandingsproducten (bijvoorbeeld
een schoorsteen worden aangesloten). Het moet
overeenkomstig de geldende voorschriften voor
de inbouw en aansluiting geplaats en aangesloten
zijn. Speciale aandacht moet worden gewijd aan
de ventilatie eisen.
De afstand tussen het apparaat en de afzuigkap
moet minstens even groot zijn als in de
aanwijzingen voor de montage van de afzuigkap is
beschreven.
Het fornuis is geschikt voor inbouw tussen twee
meubelelementen (klasse 2/1). Aan de ene kant
van het apparaat kunt u een meubelelement
plaatsen, dat hoger is dan het fornuis. De
horizontale afstand tot de hoge kast of wand moet
minstens 300 mm bedragen. Aan de andere kant
mag alleen een meubelelement van gelijke hoogte
worden geplaatst. De hangende elementen
moeten op een hoogte zijn gemonteerd, dat ze
niet hinderen bij het gebruik van het fornuis.
De minimale vertikale afstand tot het apparaat
moet minstens 650 mm bedragen.
Als het gas dat u gebruikt niet geschikt is voor
het apparaat, bel dan de servicedienst of de
gasdistributeur. Een vakman zal snel en
vakkundig het apparaat ombouwen voor het
gas dat u gebruikt.
Ook alle andere ingrepen aan het apparaat,
waarbij het gebruik van gereedschap nodig is,
mogen alleen door een erkend vakman worden
verricht.
De gebruiker mag alleen ingrepen zonder het
gebruik van gereedschap verrichten.
Fineer, lijm of kunststof van meubels, waarnaast
het fornuis is opgesteld, moeten
temperatuurbestendig zijn (>75°C). Wanneer het
fineer en de kunststofbekleding niet voldoende
temperatuurbestendig zijn, kunnen ze vervormen.
De aansluitkabel aan de achterkant van het
apparaat moet zo geleid worden, dat hij de
achterwand van het fornuis niet raakt. Tijdens de
werking van het fornuis wordt de achterwand vrij
warm.
Verpakkingsmateriaal (plastic folie, schuimplastic,
spijkers enz.) moeten verwijderd worden, zodat
kinderen er niet bij kunnen omdat ze een
potentiële bron van gevaar vormen. Kinderen
kunnen kleine delen inslikken of stikken door
de folie over hun hoofd te trekken.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
26
Het fornuis en de extra sokkel op de
juiste hoogte brengen
(alleen bij sommige modellen)
De hoogte van het fornuis met het onderstel is 90
cm, zonder sokkel 85 cm. Aan de sokkel zijn links
en rechts twee wieltjes aangebracht, waardoor
het fornuis gemakkelijker kan worden
verschoven.
Links en rechts voor bevinden zich op de sokkel
twee verstelbare schroeven, waarmee u het
fornuis horizontaal bijstelt en zijn bovenrand op
gelijke hoogte brengt met het meubelstuk dat
naast het fornuis staat.
De voetjes kunt u verstellen nadat u de ovenlade
uittrekt. Naar wens kunt u ze hoger of lager
draaien, totdat het apparaat horizontaal staat. U
kunt de verstelbare schroeven gemakkelijk
draaien wanneer u het fornuis een beetje laat
hellen.
De extra sokkel kunt u verwijderen door aan de
onderkant de vier schroeven los te draaien,
waarmee het onderstel aan de zijkant van het
fornuis is bevestigd. In dit geval neemt u de
verstelbare schroeven van het onderstel en
plaatst deze links en rechts op de onderste
voorste drager van het fornuis. Stel het fornuis
horizontaal bij zoals boven beschreven is.
Sommige fornuizen hebben aan de onderkant
vier verstelbare schroeven (twee achter en twee
voor), bestemd voor het bijstellen wanneer de
vloer niet recht is of om het fornuis aan de hoogte
van de er naast staande keukenelementen aan te
passen.
Instelling door de fabriek
De gasfornuizen zijn getest en zijn voorzien van
het teken CE.
De gasfornuizen worden verzegeld ingesteld op
aardgas H of E (20 mbar) of vloeibaar gas (50
of 30 mbar) geleverd. De gegevens zijn op het
typeplaatje van het fornuis vermeld, dat
zichtbaar is aan de binnenkant van de oven
wanneer de ovendeur opent.
De belastingen en het gasverbruik van de
individuele branders vindt u in de tabel.
Bij ombouw op een andere soort gas moeten
de spuitstukken worden vervangen. Gegevens
hierover vindt u in de tabel.
In het geval van reparaties of wanneer het
zegel beschadigd is, moeten de functionele
delen getest en opnieuw verzegeld worden
overeenkomstig de aanwijzingen voor de
installatie.
De functionele delen zijn: het vaste spuitstuk
voor de grote vlam en het instelbare spuitstuk
voor de kleine vlam.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
27
Gasaansluiting
Het gasfornuis heeft aan de rechterkant een
gasaansluiting met een buitenschroefdraad ISO 7-
R 1/2, die met een nietmetalen platte dichting aan
het apparaat is bevestigd.
Bij sommige apparaten is een aansluiting voor
vloeibaar gas met een dichting en een moer
gevoegd.
Bij het aansluiten moet de aansluiting G 1/2
worden vastgehouden, zodat hij niet draait.
Voor het afdichten van de aansluitverbindingen
worden metalen en niet-metalen dichtingen
gebruikt. De dichtingen kunnen slechts één maal
worden gebruikt.
Bij een naad die met een nietmetalen dichting is
afgedicht, mag de dikte niet meer dan 25%
deformeren.
Sluit het apparaat op de aansluiting voor vloeibaar
gas aan met een geattesteerde flexibele slang. De
slang mag niet met de bodem van het apparaat of
met de achterwand en de bovenwand van de
oven in aanraking komen.
Verricht de gasaansluiting van het apparaat
volgens de voorschriften van de plaatselijke
gasdistributeur.
Belangrijk: Controleer na de aansluiting van het
gasfornuis of de verbindingen goed afgedicht zijn.
Eerste gebruik
U begint het apparaat te gebruiken volgens de
gebruiksaanwijzing.
Steek alle branders aan en controleer of de vlam
stabiel is bij hoge en lage afstelling. Stel indien
nodig de luchttoevoer bij.
Leg dan aan de gebruiker de werking en de
bediening uit en lees samen de
gebruiksaanwijzing door.
Aansluiting met een flexibiele slang
Wanneer u het apparaat aansluit met een
flexibiele slang, is de weg, aangeduid met A, niet
toegestaan.
Bij gebruik van een metalen aansluitbuis is ook
de mogelijkheid A toegestaan.
De gasaansluiting
1 Moer ISO 228-G 1/2
2 Dichting
3 Aansluitstuk voor
vloeibaar gas
4 Aansluitgasslang
Bij het vastschroeven van
deel 3 of 4 moet u deel 1
vasthouden, zodat het
niet kan draaien.
Bij het vastschroeven van
de aansluitslang 9 moet u
deel 6 vasthouden, zodat
het niet kan draaien.
2
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
28
Warmtebelasting, gasverbruik en aanduiding van de spuitstukken
Afstelling
Gas
Sudderbrander Normale
brander
Snelbrander Dubbele
brander
Wobbenummer max. min. max. min. max. min. max. min.
Aardgas H, Aardgas E
20 mbar
Warmtebelasting
(kW)
1 0,32 1,65 0,4 3 0,7 3,3 1,5
Wo=40,9÷54,7 MJ/m
3
Gasverbruik (l/h)
100 29 160 37 284 64 314 143
Aardgas L
25 mbar
Aanduiding
spuitstukken
76
94
128
63 118
Wo=39,1÷44,8 MJ/m
3
Ident, nr.
spuitstukken
609302 609300 609301
642006 642007
Vloeibaar gas
3+, 3B/P
Warmtebelasting
(kW)
1 0,32 1,65 0,4 3 0,7 3,3 1,5
Wo=72,9÷87,3MJ/m
3
Gasverbruik
(g/h)
71,7 21,8 118,3 27,6 215,0 48,7 240 109
Aanduiding
spuitstukken
50 29/24 65 33/26 85 43/33 37 86 57/57
Ident, nr.
spuitstukken
609253 609271 609272
642008 642004
Er zijn instelschroeven voor vloeibaar gas ingebouwd. Voor aardgas (stadsgas) moeten deze op de
vereiste gasdoorstroming worden ingesteld (maximaal 1,5 maal losdraaien).
* Op de dubbele brander moet een spuitstuk met een markering in de linker kolom van de tabel in het
midden zijn ingebouwd (positie 5 op afbeelding 2) en een spuitstuk met een markering in de rechter kolom
van de tabel moet naast de brander zijn ingebouwd (positie 5a op afbeelding 2).
** Bij de weergave van het vermogen van de branders is de bovenste calorische waarde van Hs gas in
acht genomen.
Waarschuwing: deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een vakman van de gasdistribiteur
of door de erkende servicedienst worden verricht.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
29
Ombouw voor gebruik op een andere
gassoort
Voor de ombouw voor gebruik op een andere
gassoort hoeft het apparaat niet tussen de
keukenelementen uit worden getrokken.
Sluit voor de ombouw de stroomtoevoer van het
apparaat af.
Verwissel de bestaande spuitstukken voor de
nominale warmtebelasting met spuitstukken die
voor de nieuwe gassoort geschikt zijn (zie tabel).
Draai het spuitstuk voor de minimale
warmtebelasting aan of los totdat de minimale
warmtebelasting is bereikt.
Schroef de spuitstukken met een zwakke
(minimale) doorstroming vast of draai ze los
totdat de minimale doorstroming is bereikt (zie
tabel).
Plak na de ombouw van het apparaat een
nieuwe sticker met de juiste gegevens over de
oude en controleer de werking en afdichting
van het apparaat.
Afstelbare onderdelen
De afstelbare onderdelen van de kookbranders zijn
toegankelijk na demontage van het
bedieningspaneel en de afstelbare onderdelen van
de oven en gas-infrabrander zijn toegankelijk na
demontage van het bedieningspaneel en de
branders.
Verwijder het rooster en de afdekplaatjes van de
branders met de ringen.
Verwijder de bedieningsknoppen.
Draai de onderste bevestigingsschroeven van het
bedieningspaneel los en verwijder het paneel.
Kookbrander (tekening 1)
1 Afdekplaatje van de
branderring
2 Branderring met
drager voor het
afdekplaatje
3 Thermo-element
(alleen bij sommige
modellen)
4 Aansteekkaars
5 Spuitstuk
Brûleur double (ill. 2)
5,5a Injecteur
Beveiligde gaskraan (tekening 3)
13 Regelschroef voor de
minimale
warmtebelasting
Non-safety gas faucet (fig. 3a)
13 Regelschroef voor de
minimale
warmtebelasting
Onderdelen, die bij de overgang op een andere gassoort verwisseld of afgesteld
moeten worden
Kookbrander Tekeningnummer Onderdeel
Nominale warmtebelasting
15
Minimale warmtebelasting
3, 3a 13
5a
5
2
1
13
3
3a
13
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
30
Elektrische aansluiting
Open de aansluitklem met behulp van
een schroevendraaier en druk hem dan
zachtjes naar beneden.
De elektrische aansluiting mag alleen door de
servicedienst of door een erkend vakman
worden verricht!
Door een foute aansluiting kunnen delen van
het apparaat vernield worden en in zo'n geval
heeft u geen recht op garantie!
De aansluitspanning van de gebruiker (230 V
tegen N) moet door de vakman met een
meetapparaat worden gemeten!
Er moeten drie bruggen worden gemaakt, die met
de netaansluiting overeenkomen.
Voor de aansluiting moet worden nagegaan, of
de spanning die op het typeplaatje staat
aangegeven met de feitelijke netspanning
overeenkomt.
De lengte van de aansluitkabel bedraagt 1,5 m,
zodat u het apparaat kunt aansluiten alvorens
het tegen de muur te schuiven.
De beschermleiding moet zo afgemeten zijn,
dat hij bij het weigeren van de
trekontspanningsklem bij het trekken later
belast wordt dan de leidingen die onder
spanning staan.
Hoe u te werk gaat
Draai aan de achterkant van het apparaat met
een schroevendraaier het klepje van de
aansluitklem los. Hierbij maakt u met de
schroevendraaier de grendels los die links en
rechts aan de onderkant van de aansluitklem
zijn bevestigd.
U moet de aansluitkabel door de
ontspanningsklem, die de kabel voor uittrekken
beveiligd, leiden.
Verricht daarna de aansluiting overeenkomstig
één van de op de tekeningen aangegeven
mogelijkheden. Bij verschillende netspanningen
moeten de bruggen opnieuw worden
geinstalleerd!
De ontspanningsinrichting stevig aandraaien en
het met het klepje afsluiten.
Kleuren van de leidingen
L1, L2, L3 = buitengeleiders, die de spanning
geleiden. Als regel zijn de kleuren van de
geleiders: zwart, zwart, bruin.
N = neutrale geleider
De kleur van de geleider is als regel blauw.
Pas op de juiste N-aansluiting!
PE = beschermgeleider
De kleur van de geleider is groen-geel
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
31
Technische gegevens
Vrijstaand gecombineerd fornuis K44D3-234N
PF737 wit/P01
PF740 wit/P01
PF740 rvs/P01
PF736 wit/P01
K44E3-234N
PF739 wit/P01
Afmetingen
hoogte/breedte/diepte in cm
85/60/60
Gasbranders* B = grote brander
A = normale brander
H = sudderbrander
Links achter 1,65/A 1,65/A
Links voor 1,65/A 1,65/A
Rechts voor 3,0/B 3,3/D
Rechts achter 1,0/H 1,0/H
Oven
Temperatuurknop/knop voor de keuze van
de verwarmingswijze
1/1
Niveaus
- telescopische geleiders op 3 niveaus
(alleen bij sommige modellen)
5
Boven-/onderverwar-ming (kW) 0,9/1,1 0,9/1,1
Grill/rond verwarmingselement (kW) 2,0/2,2 2,0/2,2
Ovenverlichting boven/midden (W) 25/- 25/-
Verwarmingswijzen
Boven-/onderverwarming (kW) 2,0 2,0
Grill (kW) 2,0 2,0
Grill met ventilator (kW) 2,0 2,0
Hetelucht/onderverwarming (kW) 3,4 3,4
Hetelucht (kW) 2,2 2,2
Ontdooien (W) 50 50
Onderverwarming/ventilator (kW) 1,1 1,1
Bovenverwarming/ventilador (kW) - -
Onderverwarming (kW) 1,1 1,1
Max. temperatuur
275 °C
Netspanning
CA 230 V
Nominale netspanning van de
verwarmingselementen
CA 230 V, 50 Hz
Totale aansluitwaarde (kW) 3,4 3,4
Oven totaal (kW) 3,4 3,4
Kookbranders totaal (kW) 7,3 7,6
Totale aansluitwaarde (g/h)
531 553
De ombouw voor het soort gas is vermeld op de sticker naast het typeplaatje
De aansluiting aan de gasleiding
(rechts)
ISO 7-R1/2
Categorie NL = II2L3B/P
*Het vermogen van de branders is vermeld met inachtname van de hoogste calorische waarde Hs.
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
32
Servicedienst
Reparaties
Indien u technische problemen met het fornuis
heeft en reparaties nodig heeft, meldt dit dan bij
de dichtstbijzijnde servicedienst en vermeldt de
code en het type of model van het apparaat.
De adressen en telefoonnummers vindt u op
de bijgevoegde lijst van servicediensten.
Belangrijk
Ga voordat u de servicedienst belt met behulp
van deze gebruiksaanwijzing na of u de storing
misschien zelf kunt verhelpen. In het hoofdstuk
"Wat te doen bij problemen?" vindt u enige
aanwijzingen voor het oplossen van
moeilijkheden.
Een bezoek van de servicedienst tijdens de
garantieperiode is niet gratis als het apparaat niet
werkt wegens foute bediening.
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd binnen
handbereik. Wanneer u het apparaat van de
hand doet, geef dan ook de
gebruiksaanwijzing erbij.
Typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar aan de onderkant of
aan de zijkant als u de ovendeur open doet.
WIJ BEHOUDEN HET RECHT VOOR OP VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE VAN
HET APPARAAT NIET BEINVLOEDEN.
22

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pelgrim pf 737 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pelgrim pf 737 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,14 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info