WAARSCHUWING
Gebruik bij toepassing van het ISOFIX
systeem een voorziening dat
voorkomt dat de veiligheidsgordel
kan draaien. Wij raden het gebruik van een
veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een
steun aan de onderzijde aan.
N.B.: Wanneer u een ISOFIX kinderzitje
aanschaft, let er dan op dat dit geschikt is
voor de gewichtsgroep van uw kind en dat
de ISOFIX maatklasse geschikt is voor de
plaats waar het zitje wordt aangebracht.
Zie Plaatsing van kinderzitjes (bladzijde
150).
Uw wagen is uitgerust met ISOFIX
verankeringspunten die geschikt zijn voor
het gebruik van goedgekeurde ISOFIX
kinderzitjes.
Het ISOFIX systeem bestaat uit twee
stevige bevestigingsarmen aan het
kinderzitje, die op de verankeringspunten
van de zitplaatsen op de tweede zitrij
tussen de rugleuning en de zitting worden
bevestigd. Verankeringspunten voor de
veiligheidsgordels aan de bovenzijde
bevinden zich aan de achterzijde van de
zitplaatsen op de tweede zitrij.
Een kinderzitje met een
veiligheidsgordel aan de
bovenzijde bevestigen
WAARSCHUWING
Bevestig de veiligheidsgordel aan de
bovenzijde aan geen ander punt dan
aan het verankeringspunt dat
hiervoor is bestemd.
KINDERSLOTEN
WAARSCHUWING
Wanneer de kindersloten in werking
zijn gesteld, kunnen de portieren niet
van binnenuit worden geopend.
153
Veiligheidsuitrusting voor kinderen