WERKING
ECO-systeem
WAARSCHUWING
Voor auto's met
start/stop-schakelaar verschillen de
accuvereisten. De accu moet worden
vervangen door een accu met exact
dezelfde specificatie als de originele.
Het systeem bestaat uit een
start/stop-schakelaar en een
snelheidsbegrenzer. Deze combinatie
verlaagt het brandstofverbruik en de
CO2-emissies door de motor uit te
schakelen wanneer de auto stationair
draait, bijvoorbeeld bij verkeerslichten. De
motor wordt opnieuw gestart wanneer de
bestuurder het koppelingspedaal intrapt
en wanneer een voertuigsysteem dit
aanvraagt, bijvoorbeeld voor het laden van
de accu. Het systeem begrenst tevens de
voertuigsnelheid tot 110 km/u. Zie
Automatische snelheidsbegrenzer
(ASL) (bladzijde 110).
Om maximaal voordeel uit het systeem te
halen, moet de keuzehendel in de neutrale
stand worden gezet en het
koppelingspedaal bij een stop van langer
dan drie seconden worden losgelaten.
START/STOP KNOP
GEBRUIKEN
WAARSCHUWINGEN
Indien het systeem dit vereist, kan de
motor automatisch opnieuw worden
gestart. De motor wordt alleen
automatisch opnieuw gestart wanneer een
van de pedalen wordt ingetrapt. Als geen
pedaal wordt ingetrapt, gaat de
start/stop-indicatielamp knipperen en
wordt een bericht weergegeven in de
display.
WAARSCHUWINGEN
Schakel het contact uit voordat de
motorkap wordt geopend of
onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd.
Schakel altijd het contact uit voordat
u uit de auto stapt, want het systeem
kan de motor wel uitgeschakeld
hebben, maar het contact is nog steeds
ingeschakeld.
Het systeem werkt wellicht niet
wanneer extra energieverbruikers
blijven aangesloten bij afgezet
contact.
N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer de
motor de normale bedrijfstemperatuur heeft
bereikt en de buitentemperatuur tussen 0
°C en 40 °C ligt.
N.B.: Als u de motor laat afslaan en
vervolgens binnen vijf seconden het
koppelingspedaal intrapt, dan wordt de
motor automatisch opnieuw gestart.
N.B.: De start/stop-indicatielamp brandt
groen wanneer de motor wordt
uitgeschakeld. Zie Waarschuwings- en
indicatielampen (bladzijde 53).
N.B.: Als het systeem een storing heeft
geregistreerd wordt dit uitgeschakeld. De
OFF-lamp op de ECO-schakelaar brandt
permanent. Als de lamp blijft branden na
een ontstekingscyclus, dan moet het
systeem worden gecontroleerd door een
geschoolde monteur.
N.B.: Wanneer u het systeem heeft
uitgeschakeld, is de schakelaar verlicht.
N.B.: Het systeem wordt geactiveerd in
combinatie met de snelheidsbegrenzer. Zie
Automatische snelheidsbegrenzer (ASL)
(bladzijde 110).
86
Start/stop knop