16
Kooktabel
De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld
als leidraad, omdat de instelwaarde af-
hankelijk is van de hoeveelheid en samen-
stelling van het gerecht en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
■ snel aan de kook brengen;
■ slinken van bladgroenten;
■ blancheren van groenten;
■ verhitten van olie en vet ;
■ bakken van biefstuk (saignant, rood);
■ onder druk brengen van een snelkookpan;
■ koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
■ aanbraden van vlees;
■ bakken van platvis, dunne moten of filet;
■ bakken van gare aardappelen;
■ bereiden van glad gebonden soepen en
sauzen;
■ bakken van omeletten;
■ bakken van biefstuk (medium, rozerood);
■ frituren (afhankelijk van de temperatuur en
de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste
stand voor:
■ bakken van dikke pannenkoeken;
■ bakken van dik, gepaneerd vlees;
■ gaar bakken van dun vlees;
■ doorbraden van groot vlees;
■ uitbakken van spek of bacon;
■ bakken van rauwe aardappelen;
■ bakken van wentelteefjes;
■ bakken van gepaneerde vis;
■ bakken van dun, gepaneerd vlees;
■ bakken van omeletten.
Gebruik de middelste standen voor:
■ doorkoken van grote hoeveelheden;
■ ontdooien van harde groenten,
bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
■ trekken van bouillon;
■ rood koken van stoofperen;
■ bereiden van stoofvlees;
■ doorkoken van gerechten;
■ smoren van groenten.
COMFORTABEL KOKEN