15
STORINGEN
Storingen zelf verhelpen
Mocht het toestel niet naar wens functioneren,
controleer dan eerst of u de storing zelf kunt
verhelpen met behulp van de tabel hieronder.
Vaak is maar een kleinigheid de oorzaak van de
storing.
Het programma begint niet
oorzaak remedie
Stekker niet in het Stop de stekker in het
stopcontact. stopcontact.
Deur niet goed gesloten. Sluit de deur.
Zekering in meterkast Meterkast controleren.
defect.
Geen water in de machine
oorzaak remedie
Waterkraan niet open. Open de waterkraan.
Er zit een knik in de Zorg ervoor dat de
toevoerslang. toevoerslang “vrij” hangt.
Er bevindt zich nog Verwijder de afsluitdop.
een afsluitdop in de
afvoerslang of in de
afvoeraansluiting op de sifon.
Programma loopt niet door
oorzaak remedie
Waterkraan niet geheel Open waterkraan geheel.
geopend.
Kraanfiltertje is vuil. Maak het kraanfiltertje
schoon.
Stankafsluitdopje van Plaats het afsluitdopje
sifon is verwijderd. weer in de sifon.
Geen schone vaat
oorzaak remedie
Fout programma. Kies het juiste afwas-
programma.
Sproeiarmen geblokkeerd. Zorg ervoor dat de sproei-
armen vrij kunnen draaien.
Controleer of het vaatwerk
goed is ingeladen.
Maak de filters schoon.
Onjuiste dosering Stel de dosering van het
afwasmiddel. afwasmiddel bij.
Controleer of er nog zout in
het zoutreservoir aanwezig
is. Zorg ervoor dat het zout-
reservoir correct op de
waterhardheid is afgesteld.
Vaat niet droog en zonder glans
oorzaak remedie
Verkeerd afwasmiddel Gebruik een goed afwas-
gebruikt. middel.
Onjuiste dosering. Gebruik meer afwasmiddel.
Witachtige vlekken of slierten op de vaat
oorzaak remedie
Onjuiste dosering. Gebruik minder
glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op de vaat
oorzaak remedie
Onjuiste dosering. Gebruik meer glansmiddel.
14
TOEPASSING
De eerste was (zie fig. 2)
■ Zet de waterkraan helemaal open.
■ Open de deur zodat u de
bedieningsknoppen kunt bedienen.
■ Schakel het toestel in met toets .
De signaallampjes en branden nu
(indien signaallampje niet brandt,
-toets ingedrukt houden).
■ Kies een programma met de knoppen
1 t/m 5. Zie de tabel op bladzijde 5.
■ Druk op totdat het signaallampje
dooft.
■ Sluit de deur. Het programma start na
enige tijd.
Einde programma
■ Het signaallampje licht op.
■ Open de deur zodat u de bedieningsknop-
pen kunt bedienen. Schakel het toestel uit
met toets . De signaallampjes doven.
■ Als u kiest voor een programma met
nadrogen dan kunt u na circa 30 minuten
de vaat uit de machine halen.
Houdt tot die tijd de deur gesloten.
■ Neem de vaat uit de machine. Let op:
– Het vaatwerk kan heet zijn.
– Leeg eerst de onderste korf. Als u de
bovenste korf het eerst leegt kunnen
waterdruppels op het vaatwerk in de
onderste korf vallen.
Om een actief programma uit te schakelen,
kiest u na het openen van de deur, het
“inweekprogramma”( + ). Sluit hierna
de deur. Na enkele minuten gaat de
vaatwasser naar de stand “einde cyclus” ( ).
U kunt nu het serviesgoed uit de machine
nemen.
Onderbreken van een lopend programma
■ Open de deur voorzichtig, zodat er geen
water uit de machine spuit.
■ Indien het water in de machine reeds
verwarmd is, de deur volledig openzetten en
pas na enkele minuten weer sluiten. Vul
eventuele vaat bij. Let op:
– De vaat in de machine kan heet zijn.