6 BEDIENING
Bediening gaskookgedeelte
Algemeen
Gebruik alleen pannen met een stevige, egale,
liefst dikke bodem. Pannen met een aluminium
of koperen bodem geleiden de warmte beter
en besparen energie. Door met een deksel op
de pan te koken kunt u ook energie besparen.
Plaats eerst de pan op de kookplaat en
schakel daarna de brander in. Zo benut u de
afgegeven warmte optimaal.
Gebruik pannen met een voldoende grote
diameter. Let op dat de vlampunten niet om de
pan heen spelen. De vlampunten zijn namelijk
het heetst. Als vlammen om de pan heen
spelen gaat er veel warmte verloren.
In de tabel hieronder staan de aanbevolen
pandiameters voor de verschillende branders:
Brander Aanbevolen pandiameter
Sterk 24,0 tot 26,0 cm
Normaal 20,0 tot 22,0 cm
Sudder 12,0 tot 16,0 cm
Positie van de branders
Een symbool boven de bedieningsknop geeft
aan welke brander wordt bediend.
fig. 3: Positie van de branders
1 bedieningsknop sudderbrander linksvoor
2 bedieningsknop normaalbrander
linksachter
3 bedieningsknop normaalbrander
rechtsachter
4 bedieningsknop sterkbrander rechtsvoor
fout goed
fig. 2: Plaatsen van de pannen