installatievoorschrift
27
2 fase aansluiting (standaard aansluiting van toestel)
2 fase + 2 nul 2 2N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
2 fase + 1 nul 2 2N a.c. 400 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
De volgende afwijkende aansluitingen zijn ook mogelijk:
1 faseaansluiting
1 fase + 1 nul 1N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 32 A.
installatievoorschrift
26
Elektrische aansluiting
De aansluiting is van het type Y. Dit betekent dat de aansluitkabel alleen mag
worden vervangen door de fabrikant, de serviceorganisatie of door gelijk-
waardig gekwalificeerde personen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Het toestel is standaard aangesloten volgens een 2 fase aansluiting (2 2N a.c.
230V), zie de schema's hieronder. Wilt u het toestel op een andere manier aan-
sluiten of weet u niet welke aansluiting u heeft, schakel dan een installateur in.
Zie voor het aansluitschema onderstaand figuur, dat ook op de onderzijde van
het toestel staat:
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire
schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding
wordt aangebracht.Het aanzicht van de aansluitkabel is hieronder schematisch
weergegeven:
nulaansluiting N (blauw met bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
3e fase niet gebruiken
nulaansluiting N1 (blauw)
nulaansluiting N2 (bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)