773689
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/119
Pagina verder
Vertaling van de originele gebruikshandleiding
BELANGRIJK
VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG LEZEN
BEWAREN ALS NASLAGWERK
21-15-3025, 21-15-3027, 21-15-3030 - 21-15-3033, 21-15-3090, 21-15-3096,
21-15-3185
MY21P01 - 46_1.1_09.01.2020
Volario E8R Disc, Volario E7R V, Volario E8 Disc outer, Volario E7R HS,
Swing E7F 20", Swing E8 Disc
WALK
WALK
WALK
W
AL
W
W
W
W
W
A
A
L
K
K
K
K
K
W
W
W
W
W
W
W
W
WWWW
WW
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
A
A
W
W
W
A
W
W
W
W
W
WW
W
W
W
W
A
WW
AAAA
AA
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
LLLL
LL
L
AA
A
A
A
A
L
L
LL
L
L
L
L
K
KKKK
KK
K
K
K
K
K
KK
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikshandleiding 6
1.1 Fabrikant 6
1.2 Taal 6
1.3 Wetgeving, normen en richtlijnen 6
1.4 Ter informatie 6
1.4.1 Waarschuwingen 6
1.4.2 Tekstopmaak 7
1.5 Typeplaat 8
1.6 Typenummer en model 9
1.7 Gebruikshandleiding identificeren 9
2 Veiligheid 10
2.1 Restrisico's 10
2.1.1 Brand- en explosiegevaar van de accu 10
2.1.2 Brand- en explosiegevaar door
kortsluiting in de accu 10
2.1.3 Brandgevaar door een oververhitte
oplader 10
2.1.4 Elektrische schok door het elektrische
aandrijfsysteem 10
2.1.5 Valgevaar door verkeerde afstelling
van een snelspanner 11
2.1.6 Gevaar voor verbranding en
brandgevaar door hete motor 11
2.1.7 Afbreken van de sleutel 11
2.2 Giftige stoffen 11
2.2.1 Remvloeistof 11
2.2.2 Veringolie 11
2.2.3 Defecte accu 11
2.3 Eisen aan de berijder 11
2.4 Kwetsbare groepen 11
2.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen 11
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen 12
2.7 Gedrag in noodgevallen 12
2.7.1 Gevaarlijke situaties in het wegverkeer 12
2.7.2 Vrijgekomen remvloeistof 12
2.7.3 Vrijkomende accudampen 13
2.7.4 Brand van de accu 13
2.7.5 Vrijgekomen remvloeistof 13
2.7.6 Vrijgekomen smeermiddelen en
olie uit de vork 13
2.7.7 Vrijgekomen smeermiddelen en
olie uit de achterbouwdemper 13
3 Overzicht 14
3.1 Beschrijving 15
3.1.1 Wiel 15
3.1.1.1 Ventiel 15
3.1.2 Vering 15
3.1.2.1 Starre vork 15
3.1.2.2 Verende voorvork 15
3.1.2.3 Voorvork met stalen veer 16
3.1.2.4 Voorvork met luchtvering 16
3.1.2.5 Suntour achterbouwdemper 17
3.1.2.6 FOX achterbouwdemper 17
3.1.3 Remsysteem 18
3.1.3.1 Velgrem 18
3.1.3.2 Schijfrem 18
3.1.3.3 Terugtraprem 19
3.1.3.4 ABS 19
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem 21
3.1.5 Accu 21
3.1.5.1 Frame-accu 22
3.1.5.2 Bagagedrageraccu 23
3.1.5.3 Geïntegreerde accu 23
3.1.6 Display 24
3.1.7 Rijverlichting 24
3.1.8 Oplader 24
3.2 Bedoeld gebruik 25
3.3 Niet-bedoeld gebruik 26
3.3.1 Hoogste toegestane totaalgewicht 27
3.3.2 Privacyverklaring 27
3.4 Technische gegevens 28
3.4.1 Pedelec 28
3.4.2 Emissies 28
3.4.3 Aanhaalmoment 28
3.4.4 Verlichting 28
3.4.5 Purion display 28
3.4.6 Motor Active Line 28
3.4.7 Motor Active Line Plus 28
3.4.8 Accu PowerPack 300 29
3.4.9 Accu PowerPack 400 29
3.4.10 Accu PowerPack 500 29
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven 30
3.5.1 Stuur 30
3.5.2 Acculaadtoestandweergave 30
3.5.3 Display 30
3.5.3.1 Weergave eenheid km/h of mph 30
3.5.3.2 Tachometerweergave 30
3.5.3.3 Informatieweergave 30
3.5.4 Systeemmelding 31
3.5.5 ABS-controlelampje 31
3.6 Omgevingseisen 32
4 Transport en opslag 34
4.1 Fysieke transporteigenschappen 34
4.1.1 Voorziene handgrepen/hijspunten 34
4.2 Transport 35
4.2.1 Transportbeveiliging rem gebruiken 35
4.2.2 Pedelec transporteren 35
4.2.3 Pedelec verzenden 35
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 3
Inhoudsopgave
4.2.4 Accu transporteren 35
4.2.5 Accu verzenden 35
4.3 Opslag 36
4.3.1 Onderbreking van het gebruik 36
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden 36
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren 36
5 Montage 37
5.1 Vereist gereedschap 37
5.2 Uitpakken 37
5.2.1 Levering 37
5.3 Accu voorbereiden 37
5.3.1 Accu controleren 37
5.4 In gebruik nemen 38
5.4.1 Wiel monteren in Suntour-vork 38
5.4.2 Voorbouw en stuur controleren 39
5.4.2.1 Verbindingen controleren 39
5.4.2.2 Goede bevestiging 39
5.4.2.3 Lagerspeling controleren 39
5.5 Verkoop van de pedelec 40
6 Gebruik 41
6.1 Gevaren en risico's 41
6.1.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen 42
6.2 Tips voor een groter bereik 42
6.3 Storingsmelding 44
6.3.1 Display 44
6.3.2 Accu 46
6.4 Instructie en klantenservice 47
6.5 Pedelec aanpassen 47
6.5.1 Zadel afstellen 47
6.5.1.1 Zadelhoek afstellen 47
6.5.1.2 Zithoogte bepalen 47
6.5.1.3 Zithoogte met snelspanner afstellen 48
6.5.1.4 In hoogte verstelbare zadelpen 48
6.5.1.5 Zitpositie afstellen 49
6.5.2 Stuur afstellen 49
6.5.3 Voorbouw afstellen 49
6.5.3.1 Stuurhoogte afstellen 49
6.5.3.2 Stuur verdraaien 50
6.5.3.3 Spankracht snelspanners afstellen 50
6.5.4 Rem afstellen 50
6.5.4.1 Grijpafstand Magura HS33 remhendel
afstellen 50
6.5.4.2 Grijpafstand Magura HS22 remhendel
afstellen 51
6.5.4.3 Grijpafstand Magura schijfremhendel
afstellen 51
6.5.4.4 Drukpunt Magura remhendel afstellen 52
6.5.5 Remvoeringen inrijden 52
6.5.6 Suntour-vork afstellen 52
6.5.6.1 Negatieve veerweg afstellen 53
6.5.6.2 Negatieve veerweg voorvork met
stalen veer afstellen 53
6.5.6.3 Negatieve veerweg voorvork met
luchtvering afstellen 53
6.5.6.4 Trekdemper van de voorvork met
luchtvering afstellen 54
6.6 Accessoires 55
6.6.1 Kinderzitje 55
6.6.2 Aanhanger 56
6.6.3 Bagagedrager 56
6.7 Checklist voor het rijden 57
6.8 Zijstandaard gebruiken 58
6.8.1 Zijstandaard omhoog klappen 58
6.9 Bagagedrager gebruiken 58
6.10 Zadel gebruiken 58
6.11 Accu 59
6.11.1 Frame-accu 59
6.11.1.1 Frame-accu verwijderen 59
6.11.1.2 Frame-accu aanbrengen 59
6.11.2 Bagagedrageraccu 59
6.11.2.1 Bagagedrageraccu verwijderen 59
6.11.2.2 Bagagedrageraccu aanbrengen 59
6.11.3 Accu laden 60
6.12 Elektrisch aandrijfsysteem 61
6.12.1 Elektrisch aandrijfsysteem inschakelen 61
6.12.2 Aandrijfsysteem uitschakelen 61
6.13 Display 62
6.13.1 Overzicht acties op het display 62
6.13.2 Display inschakelen 62
6.13.3 Display uitschakelen 62
6.14 Duwondersteuning gebruiken 63
6.14.1 Rijverlichting gebruiken 63
6.14.2 Ondersteuningsniveau selecteren 63
6.14.3 Reisinformatie 63
6.14.3.1 Reisinformatie wijzigen 63
6.14.3.2 Afgelegde afstand resetten 63
6.14.3.3 Bereik resetten 64
6.14.3.4 Eenheid tachometer wijzigen 64
6.14.3.5 Versiestanden en typenummers
weergeven 64
6.14.3.6 Displayhelderheid instellen 64
6.14.4 USB-aansluiting gebruiken 64
6.14.5 Batterij vervangen 64
6.15 Rem 65
6.15.1 Remhendel gebruiken 66
6.15.2 Terugtraprem gebruiken 66
6.16 Vering en demping 67
6.16.1 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen 67
6.17 Versnelling 68
6.17.1 Derailleur gebruiken 68
6.17.2 Versnellingsnaaf gebruiken 68
6.18 Pedelec parkeren 70
7 Reinigen en onderhouden 71
7.1 Reiniging elke keer na het rijden 71
7.1.1 Verende voorvork reinigen 71
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 4
Inhoudsopgave
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen 71
7.1.3 Pedalen reinigen 71
7.2 Grondige reiniging 72
7.2.1 Frame reinigen 72
7.2.2 Voorbouw reinigen 72
7.2.3 Wiel reinigen 72
7.2.4 Aandrijfelementen reinigen 72
7.2.5 Achterbouwdemper reinigen 72
7.2.6 Ketting reinigen 73
7.2.7 Accu reinigen 73
7.2.8 Display reinigen 73
7.2.9 Motor reinigen 73
7.2.10 Rem reinigen 74
7.3 Onderhoud 74
7.3.1 Onderhoud aan het frame 74
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw 74
7.3.3 Onderhoud aan de vork 74
7.3.4 Onderhoud aan de aandrijfelementen 74
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen 74
7.3.6 Onderhoud aan de ketting 74
7.4 Onderhouden 75
7.4.1 Wiel 75
7.4.1.1 Banden controleren 75
7.4.1.2 Velgen controleren 75
7.4.1.3 Vuldruk controleren en corrigeren,
Blitzventiel 75
7.4.1.4 Vuldruk controleren en corrigeren,
Frans ventiel 76
7.4.1.5 Vuldruk controleren en corrigeren,
autoventiel 76
7.4.2 Remsysteem 76
7.4.3 Remvoeringen op slijtage controleren 76
7.4.4 Drukpunt controleren 76
7.4.5 Remschijven op slijtage controleren 77
7.4.6 Elektrische bekabeling en remkabels
controleren 77
7.4.7 Versnelling controleren 77
7.4.8 Voorbouw controleren 77
7.4.9 USB-aansluiting controleren 77
7.4.10 Riem- en kettingspanning controleren 77
8 Onderhoud 78
8.1 Veersystemen 79
8.1.1 Achterbouwdemper 79
8.1.2 Verende voorvork 80
8.1.3 Geveerde zadelpen 81
8.2 As met snelspanner 81
8.2.1 Snelspanner controleren 82
8.3 Voorbouw onderhouden 82
8.4 Versnelling instellen 82
8.4.1 Versnelling met
bowdenkabelbediening, enkel 82
8.4.2 Versnelling met
bowdenkabelbediening, dubbel 82
8.4.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel 83
9 Storingen zoeken, storingen
verhelpen en reparatie 84
9.1 Storingen zoeken en storingen
verhelpen 84
9.1.1 Aandrijfsysteem of display start niet op 84
9.1.2 Storingsmelding 84
9.1.3 Storingen ondersteuningsfunctie 85
9.1.4 Fout in de accu 86
9.1.5 Storingen display 87
9.1.6 Verlichting werkt niet 87
9.1.7 Overige storingen 88
9.2 Reparatie 88
9.2.1 Originele onderdelen en
smeermiddelen 88
9.2.2 Verlichting vervangen 88
9.2.3 Koplamp afstellen 88
9.2.4 Controle of de band vrijloopt 88
10 Recycling en afvoer 89
11 Documenten 90
11.1 Onderdelenlijst 90
11.1.1 Swing E7F 90
11.1.2 Swing E8 Disc 91
11.1.3 Volaria E7F NL 92
11.1.4 Volaria E7R HS 93
11.1.5 Volario E7R V 94
11.1.6 Volario E8 Disc outer 95
11.1.7 Volario E8R Disc 96
11.2 Montageprotocol 97
11.3 Onderhoudshandleiding 99
11.4 Gebruikshandleiding oplader 103
12 Terminologie 111
12.1 Afkortingen 113
12.2 Vereenvoudigde begrippen 113
13 Bijlage 114
I. Vertaling van de originele EG/EU-
conformiteitsverklaring 114
II Inbouwverklaring van de niet
voltooide machine 115
14 Trefwoordenregister 118
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 5
Over deze gebruikshandleiding
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Pedelecs van Pegasus zijn voertuigen van de
hoogste kwaliteit. U hebt een goede keus
gemaakt. Eindmontage, advies en instructie
worden door uw dealer verzorgd. Of het nu gaat
om onderhoud, ombouw of reparatie – uw dealer
zal ook in de toekomst voor u klaar staan.
Bij uw nieuwe pedelec ontvangt u deze
gebruikshandleiding. Neemt u alstublieft de tijd
om uw nieuwe pedelec te leren kennen en houdt
u zich aan de tips en suggesties in de
gebruikshandleiding. Zo zult u lang plezier
hebben van uw pedelec. Wij wensen u veel plezier
en altijd een goede en behouden vaart!
Deze gebruikshandleiding richt zich in hoofdzaak
tot de berijder resp. de eigenaar. Het doel is om
technische leken de pedelec veilig te kunnen laten
gebruiken.
Om de gebruikshandleiding
ook tijdens het rijden bij de
hand te hebben, kunt u
deze via het volgende
internetadres op uw
mobiele telefoon
downloaden:
https://www.pegasus-bikes.de/service/
downloads.html.
Copyright
© ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Verspreiding en vermenigvuldiging van deze
gebruikshandleiding, evenals exploitatie en
mededeling van de inhoud zijn verboden voor
zover niet uitdrukkelijk toegestaan. Overtreding
hiervan verplicht tot schadevergoeding. Alle
rechten voor eventuele octrooiaanvragen,
aanvragen voor gebruiksmodellen of
Gemeenschapsmodellen voorbehouden.
Redactie
Tekst en afbeeldingen:
ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Longericher Straße 2
50739 Köln
Germany
Vertaling:
RKT Übersetzungs- und Dokumentations-GmbH
Markenstraße 7
40227 Düsseldorf, Germany
Aanwijzing
De gebruikshandleiding vervangt niet de
persoonlijke instructie door de uitleverende
dealer.
Deze gebruikshandleiding is onderdeel van de
pedelec. Wanneer deze te zijner tijd wordt
doorverkocht, moet de gebruikshandleiding aan
de nieuwe eigenaar worden overhandigd.
Enkele paragrafen richten zich speciaal tot de
dealer. Het doel van deze paragrafen is vooral
om de eerste montage en het onderhoud veilig te
kunnen uitvoeren. De paragrafen die zich richten
tot de dealer hebben een grijze achtergrond en
zijn gemarkeerd met een moersleutelpictogram.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 6
Over deze gebruikshandleiding
1Over deze
gebruikshandleiding
1.1 Fabrikant
De fabrikant van de pedelec is:
ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Longericher Straße 2
50739 Köln
Germany
Tel.: +49 221 17959 0
Fax: +49 221 17959 31
E-mail: info@zeg.de
Interne wijzigingen voorbehouden
De informatie in deze gebruikshandleiding komt
overeen met de vrijgegeven technische
specificaties op het moment van druk. Relevante
wijzigingen worden verwerkt in een nieuwe
publicatieversie van de gebruikshandleiding. Alle
wijzigingen op deze gebruikshandleiding vindt u
onder:
www.pegasus-bikes.de/service/downloads.
1.2 Taal
De originele gebruikshandleiding is opgesteld in
de Duitse taal. Een vertaling daarvan is zonder de
originele gebruikshandleiding niet geldig.
1.3 Wetgeving, normen en richtlijnen
Deze gebruikshandleiding voldoet aan de
essentiële eisen van:
de Machinerichtlijn 2006/42/EG,
de EMC-richtlijn 2014/30/EU,
EN-ISO 20607:2019, Machineveiligheid
Instructiehandboek – Algemene regels voor het
opstellen
EN 15194:2018, Fietsen – Elektrisch
ondersteunende fietsen – EPAC fietsen
EN 11243:2016, Fietsen – Bagagedragers voor
fietsen – Eisen en beproevingsmethoden,
EN-ISO 17100:2015/A1:2017 Vertaaldiensten
Eisen aan vertaaldiensten.
1.4 Ter informatie
Voor een betere leesbaarheid worden in deze
gebruikshandleiding verschillende markeringen
gebruikt.
1.4.1 Waarschuwingen
Waarschuwingen geven gevaarlijke situaties en
handelingen aan. In de gebruikshandleiding vindt
u onderstaande waarschuwingen:
Niet in acht nemen leidt tot ernstig letsel of de
dood. Hoog risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot ernstig letsel
of de dood. Gemiddeld risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot gering letsel
of letsel. Laag risico.
Aanwijzing
Kan bij niet in acht nemen leiden tot materiële
schade.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 7
Over deze gebruikshandleiding
1.4.2 Tekstopmaak
In de gebruikshandleiding vindt u onderstaande
schrijfwijzen:
Aanwijzingen voor de dealer hebben een grijze
ondergrond. Ze zijn gemarkeerd met een
moersleutelpictogram. Informatie voor de dealer
mag door technische leken niet worden opgevat
als vrijbrief om de betreffende handelingen uit te
voeren.
Schrijfwijze Gebruik
cursief Terminologiebegrip
blauw onderstreept Link
grijs onderstreept Kruisverwijzingen
Vinkje Voorwaarde
Driehoek Instructiestap
1Instructiestap Meerdere stappen in
voorgeschreven
volgorde
Resultaat van de stap
GEBLOKKEERD Weergaven op het
display
Opsommingen
Geldt uitsluitend voor
pedelecs met deze
uitrusting
Elk type is voorzien van
een andere uitrusting.
Op alternatief
toegepaste
componenten wordt
gewezen door middel
van een aanwijzing
onder de kop.
Tabel 1: Tekstopmaak
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 8
Over deze gebruikshandleiding
1.5 Typeplaat
De typeplaat bevindt zich op het frame. Zie voor de
exacte positie van de typeplaat afbeelding 2. Op de
typeplaat vindt u dertien gegevens.
Afbeelding 1: Voorbeeld typeplaat
Nr. Aanduiding Beschrijving
1CE-markering Met de CE-markering verklaart de fabrikant, dat de pedelec voldoet aan de geldende
eisen.
2 Contactgegevens fabrikant Via dit adres kunt u de fabrikant bereiken. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.
3 Typenummer Aan elke pedelec is een achtcijferig typenummer toegekend, dat het modeljaar, het type
pedelec en de betreffende variant beschrijft. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.
4 Nominaal continuvermogen Het nominaal continuvermogen is het maximale vermogen gedurende 30 minuten op de
uitgaande as van de elektromotor.
5 Hoogste toegestane totaalgewicht Het hoogste toegestane totaalgewicht is het gewicht van de volledig samengebouwde
pedelec plus berijder plus bagage.
6 Bouwjaar Het bouwjaar is het jaar waarin de pedelec is gemaakt. De productieperiode loopt van
augustus 2019 tot en met juli 2020.
7 Type pedelec Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3.6.
8 Veiligheidsmarkeringen Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.4.
9 Aanwijzing voor afvoer Meer informatie vindt u in hoofdstuk 10.
10 Toepassingsgebied Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3.6.
11 Modeljaar Het modeljaar is bij de in serie geproduceerde pedelecs het eerste productiejaar van de
versie. Het bouwjaar is niet altijd gelijk aan het modeljaar.
12 Gewicht van de rijklare pedelec
Het gewicht van de rijklare pedelec wordt vermeld vanaf een gewicht van 25 kg en heeft
betrekking op het gewicht op het moment van verkoop. Aanvullende accessoires moeten
bij het gewicht worden opgeteld.
13 Uitschakelsnelheid De snelheid van de pedelec op het moment dat de stroom naar nul of naar de
vrijloopwaarde wordt geschakeld.
Tabel 2: Informatie typeplaat
ZEG Zweirad-Einkaufs-
Genossenschaft eG
Longericher Str. 2
50739 Köln, Germany
Typ:
21-17-1017
0,25 kW / 25 km/h
zGG 150 kg
EPAC 25 kg
BJ 2020 / MJ 2021
EN 15194
nach
EPAC
2
3
1
4
5
6
7
89
12
13
10
11
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 9
Over deze gebruikshandleiding
1.6 Typenummer en model
De gebruikshandleiding is onderdeel van pedelecs
met de volgende typenummers:
1.7 Gebruikshandleiding
identificeren
Het identificatienummer van de
gebruikshandleiding bevindt zich linksonder op
elke pagina. Het identificatienummer is
opgebouwd uit het documentnummer, de
publicatieversie en de verschijningsdatum.
Type-
nummer Model Type pedelec
21-15-3025 Volario E8R Disc Stads- en toerfiets
21-15-3027 Volario E8R Disc Stads- en toerfiets
21-15-3030 Volario E7R V Stads- en toerfiets
21-15-3031 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3032 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3033 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3090 Volario E7R HS Stads- en toerfiets
21-15-3096 Swing E7F 20" Stads- en toerfiets
21-15-3185 Swing E8 Disc Stads- en toerfiets
Tabel 3: Typenummer, model en type pedelec
Identificatienummer MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 10
Veiligheid
2 Veiligheid
2.1 Restrisico's
2.1.1 Brand- en explosiegevaar van de
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De restspanning
kan kortsluiting veroorzaken. De accu kan
ontvlammen en exploderen.
Gebruik accu en accessoires uitsluitend
wanneer deze zich in een goed staat bevinden.
Laad de accu uitsluitend op wanneer deze zich
in een goed staat bevindt.
Probeer nooit de accu te openen of te
repareren.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf.
Stel na een val of botsing de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu op de juiste wijze af. Sla de accu
tot het afvoeren droog op. Sla nooit brandbare
stoffen op in de omgeving.
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Dompel de accu nooit onder in water.
Stel bij verdenking op het binnendringen van
water de accu buiten bedrijf.
Temperaturen boven 60 °C kunnen ertoe leiden
dat vloeistof uit de accu vrijkomt en de behuizing
wordt beschadigd. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Bescherm de accu tegen hoge temperaturen.
Sla de accu nooit op in de nabijheid van hete
voorwerpen.
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
Vermijd grote temperatuurveranderingen.
2.1.2 Brand- en explosiegevaar door
kortsluiting in de accu
Metalen voorwerpen kunnen de elektrische
aansluitingen van de accu overbruggen. De accu
kan ontvlammen en exploderen.
Steek nooit paperclips, schroeven, munten,
sleutels en andere kleine voorwerpen in de
accu.
Een oplader met te hoge spanning brengt schade
toe aan de accu. Dit kan leiden tot brand of een
explosie.
Gebruik uitsluitend accu's, die voor de pedelec
zijn toegelaten.
Voorzie de meegeleverde oplader van een
eenduidige markering.
2.1.3 Brandgevaar door een oververhitte
oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond.
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
2.1.4 Elektrische schok door het
elektrische aandrijfsysteem
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabel
en stekker. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 11
Veiligheid
2.1.5 Valgevaar door verkeerde afstelling
van een snelspanner
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Hierdoor kunnen onderdelen
breken. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
2.1.6 Gevaar voor verbranding en
brandgevaar door hete motor
Tijdens het rijden wordt de motorbehuizing heet.
Bij contact kan verbranding van de huid optreden
of kunnen ander voorwerpen ontbranden.
Raak de motorbehuizing nooit direct na het
rijden aan.
Zet de pedelec direct na het rijden niet op een
ontvlambare ondergrond (gras, hout, enz.).
2.1.7 Afbreken van de sleutel
Bij transport en tijdens het rijden kan een
achtergebleven sleutel afbreken of kan de
vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel uit het accuslot.
2.2 Giftige stoffen
2.2.1 Remvloeistof
Door een ongeval of door materiaalmoeheid kan
remvloeistof vrijkomen. De remvloeistof kan bij
inslikken en inademen dodelijk zijn.
Probeer nooit de reminstallatie uit elkaar te
halen.
Vermijd huidcontact.
Adem de dampen niet in.
2.2.2 Veringolie
De veringolie in de achterbouwdemper en de vork
irriteert de luchtwegen, leidt tot mutaties in
kiemcellen en tot steriliteit, veroorzaakt kanker en
is toxisch bij huidcontact.
Probeer nooit de achterbouwdemper of
geveerde vork uit elkaar te halen.
Vermijd huidcontact.
2.2.3 Defecte accu
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Ook te hoge
temperaturen kunnen ertoe leiden dat vloeistoffen
en dampen uit de accu vrijkomen. De vloeistoffen
en dampen kunnen leiden tot irritatie van de
luchtwegen en tot brandwonden.
Probeer nooit de accu uit elkaar te halen.
Vermijd huidcontact.
Adem de dampen niet in.
2.3 Eisen aan de berijder
De lichamelijke, motorische en geestelijke
vermogens van de berijder dienen voldoende te
zijn voor deelname aan het verkeer. Een minimale
leeftijd van 14 jaar wordt aanbevolen.
2.4 Kwetsbare groepen
Houd accu's en oplader verwijderd van kinderen
en personen met verminderde fysieke,
organoleptische of mentale vaardigheden of met
onvoldoende kennis en ervaring.
Wanneer de pedelec door minderjarigen wordt
gebruikt, moet een opvoeder de jeugdige grondig
instrueren.
2.5 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Draag ter bescherming een geschikte fietshelm,
stevige schoenen en lange, nauwsluitende
kleding.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 12
Veiligheid
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen
Op de typeplaat bevinden zich onderstaande
veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen:
2.7 Gedrag in noodgevallen
2.7.1 Gevaarlijke situaties in het
wegverkeer
Rem bij alle gevaren in het wegverkeer de
pedelec met de rem af tot stilstand. De rem
dient daarbij als noodstop.
2.7.2 Vrijgekomen remvloeistof
Breng slachtoffers uit de gevarenzone en in de
frisse lucht.
Laat slachtoffers nooit zonder toezicht.
Verwijder onmiddellijk met remvloeistof
verontreinigde kleding.
Adem de dampen niet in. Zorg voor voldoende
ventilatie.
Draag ter bescherming handschoenen en een
veiligheidsbril.
Houd onbeschermde personen op afstand.
Houd rekening met gevaar door uitglijden door
vrijgekomen remvloeistof.
Houd vrijgekomen remvloeistof verwijderd
open vuur, hete oppervlakken en
ontstekingsbronnen.
Vermijd contact met huid en ogen.
Na inademen
Zorg voor ventilatie. Neem bij klachten
onmiddellijk contact op met een arts.
Na huidcontact
Was de betroffen huid met water en zeep en
spoel deze goed af. Verwijder verontreinigde
kleding. Neem bij klachten onmiddellijk contact
op met een arts.
Na oogcontact
Spoel de ogen ten minste 10 minuten met
geopende oogleden uit onder stromend water,
ook onder de oogleden. Neem bij oogcontact of
klachten onmiddellijk contact op met een arts.
Pictogram Toelichting
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in acht
Tabel 4: Betekenis veiligheidsmarkeringen
Pictogram Toelichting
Gebruiksaanwijzing lezen
Gescheiden inzameling van
oude elektrische en
elektronische apparaten
Gescheiden inzameling van
batterijen en accu's
Niet in het vuur werpen
(verbranden verboden)
Openen van batterijen en accu's
verboden
Apparaat van
beschermingsklasse II
Uitsluitend geschikt voor
gebruik binnenshuis
Zekering (apparaatzekering)
EU-conformiteit
Recyclebaar materiaal
Beschermen tegen
temperaturen boven 50 °C en
invallend zonlicht
Tabel 5: Veiligheidsaanwijzingen
max. 50°C
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 13
Veiligheid
Na inslikken
Spoel de mond uit met water. Wek nooit braken
op. Verstikkingsgevaar!
Leg een persoon die begint te braken en op de
rug ligt, in de stabiele zijligging. Neem
onmiddellijk contact op met een arts.
Milieubeschermingsmaatregelen
Laat remvloeistof nooit in het riool, waterlopen
of het grondwater terechtkomen.
Meld indringing in de bodem, verontreiniging
van waterlopen of het riool bij de
verantwoordelijke autoriteiten.
Neem bij klachten veroorzaakt door
verbrandingsgassen of vrijkomende
vloeistoffen onmiddellijk contact op met een
arts.
2.7.3 Vrijkomende accudampen
Bij beschadiging of onjuist gebruik van de accu
kunnen dampen vrijkomen. De dampen kunnen
leiden tot irritatie van de luchtwegen.
Zorg voor frisse lucht.
Neem bij klachten onmiddellijk contact op met
een arts.
Na oogcontact
Spoel het oog voorzichtig met veel water ten
minste 15 minuten. Bescherm het andere oog.
Neem onmiddellijk contact op met een arts.
Na huidcontact
Verwijder vaste delen onmiddellijk.
Spoel het betroffen gebied met veel water ten
minste 15 minuten. Dep daarna de betroffen
huid voorzichtig af. Nooit droogwrijven.
Trek verontreinigde kleding onmiddellijk uit.
Neem bij roodheid of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
2.7.4 Brand van de accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De restspanning
kan kortsluiting veroorzaken. De accu kan
ontvlammen en exploderen.
1Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken!
2Verwijder de stekker uit de contactdoos
wanneer de accu op dat moment wordt
geladen.
3Neem contact op met de brandweer.
Gebruik voor de brandbestrijding een
brandblusser van brandklasse D.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Door inademing van dampen kan vergiftiging
optreden.
Ga aan die kant van het vuur staan waar de
wind vandaan komt.
Gebruik zo mogelijk adembescherming.
2.7.5 Vrijgekomen remvloeistof
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften af.
Neem contact op met de dealer.
2.7.6 Vrijgekomen smeermiddelen en
olie uit de vork
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
vork veilig voor het milieu en conform de wettelijke
voorschriften af.
Neem contact op met de dealer.
2.7.7 Vrijgekomen smeermiddelen en
olie uit de achterbouwdemper
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af.
Neem contact op met de dealer.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 14
Overzicht
3Overzicht
Afbeelding 2: Pedelec van rechts gezien, voorbeeld
1Voorwiel
2 Voorspatbord
3Vork
4 Koplamp
5Stuur
6Voorbouw
7Frame
8 Zadelpen
9 Zadel
10 Achterspatbord
11 Bagagedrager
12 Achterwiel
13 Achterlicht en reflector
14 Zijstandaard
15 Ketting
16 Kettingbeschermer
17 Framenummer en typeplaat
18 Motor
19 Accu
12345678
9101112
14 15 17 19
13
16 18
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 15
Overzicht
3.1 Beschrijving
3.1.1 Wiel
Afbeelding 3: Zichtbare componenten van het wiel
1 Band
2Velg
3 Spaak
4 Spaaknippel
5 Naaf
6Ventiel
Het wiel bestaat uit een wiel, een binnenband met
ventiel en een buitenband.
3.1.1.1 Ventiel
Elk wiel heeft een ventiel. Het dient om de band te
vullen met lucht. Elk ventiel is voorzien van een
ventieldop. De aangebrachte ventieldop houdt het
ventiel vrij van stof en vuil.
De pedelec is voorzien van een klassiek
Blitzventiel, een Frans ventiel of een autoventiel.
3.1.2 Vering
Deze modelserie maakt gebruik van zowel starre als
verende voorvorken.
3.1.2.1 Starre vork
Starre vorken hebben geen vering. Ze dragen de
uitgeoefende spier- en motorkracht optimaal over op
de weg. Bij steile wegen is bij pedelecs met een
starre vork het energieverbruik minder en het bereik
groter dan bij pedelecs met vering.
3.1.2.2 Verende voorvork
Een verende voorvork veert door middel van een
stalen veer of een luchtveer.
Een verende voorvork verbetert het contact met de
ondergrond en het comfort door middel van twee
functies: de vering en de demping. Bij een pedelec
met vering wordt een schok, bv. door een op de weg
liggende steen, niet via de vork rechtstreeks naar het
lichaam van de berijder geleid, maar door het
veersysteem opgevangen. De verende voorvork
wordt daarbij samengedrukt.
Afbeelding 4: zonder vering (1) en met vering (2)
Na het samendrukken keert de verende voorvork
terug naar de oorspronkelijke stand. Wanneer een
demper aanwezig is, remt deze de beweging af en
voorkomt zo, dat het veersysteem
ongecontroleerd terugveert en de vork op en neer
blijft schommelen. Dempers, die
samendrukbewegingen dempen, dus een
belasting op druk, worden drukdempers of
compressiedempers genoemd.
Dempers, die uittrekbewegingen dempen, dus
een belasting op trek, worden trekdempers of
rebounddempers genoemd.
Bij elke verende voorvork kan het samendrukken
worden geblokkeerd. Hierdoor gedraagt de verende
voorvork zich als een starre vork.
1
2
3
6
5
4
12
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 16
Overzicht
3.1.2.3 Voorvork met stalen veer
De voorbouw en het stuur zijn bevestigd op de
vorkschacht (1). Het wiel is bevestigd op de
opsteekas (6).
Afbeelding 5: Voorbeeld vork Suntour
Overige onderdelen: afstelwiel voor de negatieve
veerweg (9), kroon (3), Q-loc (5), vuilafstrijker (4),
uitvaleinde van de vork (7) en standbuis (8)
3.1.2.4 Voorvork met luchtvering
De voorvork met luchtvering is voorzien van een
luchtveer, een drukdemper en soms van een
trekdemper.
Afbeelding 6: Voorbeeld vork Yari
De tekening toont de volgende onderdelen:
luchtventiel (1), ventieldop (2),
vorkblokkering (3), snelspanner (4) en afsteller
van de trekdemper (5), en de samenstellen:
Luchtveersamenstel (A),
drukdempersamenstel (B) en
trekdempersamenstel (C)
1
1
2
3
4
5
6
8
9
7
A
B
C
1
2
3
4
5
A
B
C
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 17
Overzicht
3.1.2.5 Suntour achterbouwdemper
De achterbouwdemper is voorzien van een
luchtveer, een drukdemper en een trekdemper.
Afbeelding 7: Voorbeeld achterbouwdemper Suntour
1 Bovenste oog
2.1 Totale lengte van de demper
2.2 Negatieve veerweg van de
achterbouwdemper
3 Onderste oog
4O-ring
5Mof
6 Dempereenheid
7 IFP (internal floating piston)
8 Luchtventiel
9 Luchtkamer
10 Lockout-hendel
11 Reboundhendel (trekdemperafstelling)
3.1.2.6 FOX achterbouwdemper
De achterbouwdemper van de pedelec is voorzien
van zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
Afbeelding 8: Voorbeeld achterbouwdemper FOX
1 Oog geleidestang
2 Luchtventiel
3 Instelwiel
4 Hendel
5 Luchtkamer
6O-ring
1
2.2
3
4
5
6
78
910
11
2.1
25-30%
1
2
4
3
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 18
Overzicht
3.1.3 Remsysteem
Elke pedelec is voorzien van een hydraulisch
remsysteem. In een gesloten slangenstelsel
bevindt zich remvloeistof. Wanneer de berijder
aan de remhendel trekt, wordt via de remvloeistof
de rem op het wiel geactiveerd.
De pedelec is voorzien van ofwel:
een velgrem op voorwiel en achterwiel,
een schijfrem op voorwiel en achterwiel, of
een velgrem op voorwiel en achterwiel en
aanvullend een terugtraprem.
De mechanische remmen dienen als
noodstopvoorziening en leiden tot een snelle en
veilige stop in noodgevallen.
3.1.3.1 Velgrem
Afbeelding 9: Remsysteem met velgrem in detail,
voorbeeld Magura HS22
1 Velgrem achterwiel
2 Brake-booster
3 Remblokken
4Stuur met remhendel
5 Velgrem voorwiel
Afbeelding 10: Vergrendelingshendel van de velgrem,
gesloten (1) en geopend (2)
De velgrem stopt de beweging van het wiel
doordat, wanneer de berijder in de remhendel
knijpt, twee tegenover elkaar gelegen remblokken
tegen de velg worden gedrukt. De hydraulische
velgrem is voorzien van een vergrendelings-
hendel. De vergrendelingshendel van de velgrem
heeft geen opschrift. De vergrendelingshendel
van de velgrem mag uitsluitend door een dealer
worden afgesteld.
3.1.3.2 Schijfrem
Afbeelding 11: Remsysteem met schijfrem, voorbeeld
1 Remschijf
2 Remzadel met remvoeringen
3Stuur met remhendel
4 Remschijf voorwiel
5 Remschijf achterwiel
Bij een pedelec met schijfrem is de remschijf vast
verbonden met de naaf van het wiel.
Door te trekken aan de remhendel wordt de
remdruk opgebouwd. Door middel van de
remvloeistof wordt de druk via de remleidingen
naar de cilinders op het remzadel geleid. De
remkracht wordt door middel van een
overbrenging versterkt en op de remvoeringen
overgebracht. Deze remmen de remschijf
mechanisch af. Wanneer de remhendel wordt
ingeknepen, worden de remvoeringen tegen de
remschijf gedrukt en wordt de beweging van het
wiel afgeremd tot stilstand.
1
2
3
4
5
21
1
2
3
4
5
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 19
Overzicht
3.1.3.3 Terugtraprem
Afbeelding 12: Remsysteem met terugtraprem, voorbeeld
1 Velgrem achterwiel
2Stuur met remhendel
3 Velgrem voorwiel
4Pedaal
5 Terugtraprem
De terugtraprem stopt de beweging van het
achterwiel wanneer de berijder tegen de
rijbeweging in op de pedalen trapt.
3.1.3.4 ABS
Afbeelding 13: BOSCH ABS
1 ABS-besturing met behuizing
2 Display
3 ABS-controlelampje
4 Bediening
5 Remhendel voorwiel
6 Remzadel
7 Wieltoerentalsensor
8 Sensorschijf
Sommige pedelecs zijn aanvullend voorzien van
ABS.
BOSCH ABS
De functionaliteit van de achterwielrem is niet
afhankelijk van de werking van het
antiblokkeersysteem (ABS).
Bij bediening van de remmen detecteert de ABS
door middel van de wieltoerentalsensoren op het
voor- en achterwiel kritische slip. De ABS
begrenst de slip op het voorwiel door daar de
remdruk te verminderen en zo het wiel te
stabiliseren. Nadat het wiel is gestabiliseerd,
wordt door middel van gerichte drukopbouw bij
elke remimpuls het wiel opnieuw tot aan de
blokkeergrens gebracht.
5
2
3
4
1
1
1
2
(1) (2) (3) (4) (5)
(6)
(6)
(7)
(8)
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 20
Overzicht
Wanneer het wiel weer blokkeert, wordt opnieuw
de remdruk verminderd. Dit herhaalt zich om het
wiel continu op de hechtgrens te houden en zo de
wrijving tussen banden en ondergrond optimaal te
benutten.
De ABS wordt beëindigd zodra één van de
volgende gebeurtenissen optreedt:
De buffer in de ABS-besturing is volledig gevuld.
De pedelec is gestopt.
De berijder laat de rem los.
Naast slip detecteert de ABS tevens het loskomen
van het achterwiel bij voluit remmen. De ABS
vermindert hierdoor de kans om over de kop te
slaan bij zeer heftige remmanoeuvres.
Bij een geringe laadtoestand van de accu,
deactiveert de ABS eerst de motorondersteuning.
Het elektrische aandrijfsysteem, inclusief het
display, de verlichting en de ABS blijven echter
actief tot de accu leeg is. Pas wanneer de accu
bijna volledig is ontladen, schakelt het elektrische
aandrijfsysteem en de ABS uit. De reminstallatie
blijft werken. Wanneer er geen of een lege accu
op de pedelec aanwezig is, is de ABS niet actief.
Voorafgaand aan het definitief uitschakelen
brandt het controlelampje nog één keer
gedurende ca. 5 seconden. Het ABS-
controlelampje gaat uit zodra de ABS niet
beschikbaar is.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 21
Overzicht
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem
De pedelec kan met spierkracht worden
aangedreven door middel van de
kettingaandrijving. De kracht, die door het trappen
op de pedalen in de rijrichting wordt uitgeoefend,
drijft het voorste kettingwiel aan. Via de ketting
wordt de kracht overgedragen op het achterste
kettingwiel en vervolgens op het achterwiel.
Afbeelding 14: Schema mechanisch aandrijfsysteem
1 Rijrichting
2Ketting
3 Achterste kettingwiel
4 Voorste kettingwiel
5 Pedaal
Daarnaast beschikt de pedelec over een
geïntegreerd elektrisch aandrijfsysteem.
Zodra de benodigde spierkracht van de berijder
tijdens het trappen een bepaald niveau overstijgt,
schakelt de motor licht bij en ondersteunt deze de
trapbeweging van de berijder. De motorkracht
komt overeen met het ingestelde
ondersteuningsniveau.
De pedelec beschikt niet over een aparte nood-
uit. De mechanische remmen dienen als
noodstopvoorziening en leiden tot een snelle en
veilige stop in noodgevallen.
De motor schakelt automatisch uit zodra de
berijder niet meer op de pedalen trapt, de
temperatuur buiten het toegestane bereik ligt, er
sprake is van overbelasting of de
uitschakelsnelheid van 25 km/h wordt bereikt.
Tot het elektrische aandrijfsysteem behoren
maximaal 7 componenten:
Afbeelding 15: Schema elektrisch aandrijfsysteem
1Koplamp
2Display
3.1 Geïntegreerde accu
3.2 Frame-accu en/of
3.3 Bagagedrageraccu
4 Achterlicht
5Elektrische versnelling (alternatief)
6 Motor
7 een oplader, die op accu is afgestemd.
Er kan een duwondersteuning worden
geactiveerd. De snelheid is afhankelijk van de
ingeschakelde versnelling. Zolang de berijder de
duwondersteuningstoets op het stuur indrukt,
drijft de duwondersteuning de pedelec aan op
loopsnelheid. De snelheid kan maximaal 6 km/h
bedragen. Bij het loslaten van de
duwondersteuningstoets stopt het elektrische
aandrijfsysteem.
3.1.5 Accu
Bosch accu's zijn lithium-ion-accu's, die conform
de huidige stand der techniek zijn ontwikkeld en
gemaakt. Elke afzonderlijke accucel wordt
beschermd door middel van een stalen mantel in
de kunststof accubehuizing. Van toepassing
zijnde veiligheidsnormen worden aangehouden
en overtroffen. De accu is voorzien van een
ingebouwde beschermingsregeling. Deze is
afgestemd op oplader en pedelec. De
temperatuur van de accu wordt continu bewaakt.
De accu is beveiligd tegen diepontlading,
overbelading, oververhitting en kortsluiting. Zo
nodig schakelt de accu automatisch uit door
middel van een beveiligingsschakeling.
5
2
3
4
1
B
1
23.13.3 3.2
4
56
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 22
Overzicht
In geladen toestand heeft de accu een hoge
energie-inhoud. Gedragsregels voor een veilige
omgang met de accu vindt u in hoofdstuk 2
Veiligheid en in paragraaf 6.9 Accu.
Wanneer ongeveer 10 minuten lang geen
vermogen van het elektrische aandrijfsysteem
wordt verbruikt en er niet op toetsen op het display
of op de bediening wordt gedrukt, schakelen het
elektrische aandrijfsysteem en de accu
automatisch uit om energie te besparen.
De levensduur van de accu wordt beïnvloed door
de aard en duur van de belasting. Zoals elke
lithium-ion-accu veroudert de accu op natuurlijke
wijze, zelfs wanneer deze niet wordt gebruikt. De
levensduur van de accu kan worden verlengd
door goed met de accu om te gaan en deze bij de
juiste temperatuur op te slaan. Ook bij een goede
omgang neemt de laadcapaciteit van de accu na
verloop van tijd af. Een aanmerkelijk kortere
gebruiksduur na het opladen is een teken dat de
accu het einde van zijn levensduur nadert.
Met afnemende temperatuur neemt de capaciteit
van de accu af, omdat de elektrische weerstand
toeneemt. In de winter moet rekening worden
gehouden met een vermindering van het
gangbare bereik. Bij lange ritten in de kou is het
aan te bevelen een thermische bescherming te
gebruiken.
De pedelec is voorzien van een geïntegreerde
accu, een bagagedrageraccu of een frame-accu.
Elke accu is voorzien van een slot.
3.1.5.1 Frame-accu
Er kunnen 3 verschillende frame-accu's zijn
gemonteerd:
Afbeelding 16: Detail frame-accu
1 Accubehuizing
2Accuslot
3 Accusleutel
4 Aan/uit-toets (accu)
5 Laadtoestandweergave (accu)
6 Afdekking laadaansluiting
7 Laadaansluiting
PowerPack 300 PowerPack 400 PowerPack 500
Tabel 6: Overzicht frame-accu
1
2
3
4
5
678
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 23
Overzicht
3.1.5.2 Bagagedrageraccu
Er kunnen 3 verschillende bagagedrageraccu's
zijn gemonteerd:
Afbeelding 17: Overzicht bagagedrageraccu
Afbeelding 18: Detail bagagedrageraccu
1 Accubehuizing
2 Laadaansluiting
3 Afdekking laadaansluiting
4Accuslot
5 Accusleutel
6 Laadtoestandweergave (accu)
7 Aan/uit-toets (accu)
3.1.5.3 Geïntegreerde accu
Er kunnen 3 verschillende geïntegreerde accu's
zijn gemonteerd:
Afbeelding 19: Overzicht frame-accu
Afbeelding 20: Detail geïntegreerde accu
1 Accusleutel
2 Borging
3 Vergrendelhaak
4 Aan/uit-toets (accu)
5 Laadtoestandweergave (accu)
6 Accubehuizing
PowerPack 300 PowerPack 400 PowerPack 500
1
2
3
4
5
6
78
PowerTube 400 PowerTube 500 PowerTube 625
(verticaal en horizontaal)
1
2
3
4
5
2
6
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 24
Overzicht
3.1.6 Display
De modelserie waar deze gebruikshandleiding
betrekking op heeft, is voorzien van een BOSCH
Purion display. Naast de hier beschreven functies
kunnen te allen tijde softwarewijzigingen worden
uitgevoerd om storingen te verhelpen of om de
functies uit te breiden.
Het display stuurt met vier bedieningselementen
het aandrijfsysteem aan en toont de rijgegevens.
De accu voedt het display. Daarnaast is het
display voorzien van twee niet-oplaadbare
knoopcelbatterijen. Hierdoor kan het elektrische
aandrijfsysteem via het display worden
ingeschakeld.
Bij abrupte temperatuurveranderingen kan het
display aan de binnenzijde beslaan. Het gaat
daarbij niet om een storing.
Afbeelding 21: BOSCH Purion display
3.1.7 Rijverlichting
Bij geactiveerde rijverlichting zijn de koplamp en
het achterlicht samen ingeschakeld.
3.1.8 Oplader
Bij elke pedelec wordt een oplader meegeleverd.
Doorgaans kunnen alle opladers van het merk
BOSCH worden gebruikt:
de 2 A Compact Charger,
de 4 A Standard Charger en
de 6 A Fast Charger.
Neem de gebruikshandleiding in het hoofdstuk 11
Documenten in acht.
WALK
WALK
WALK
W
AL
W
W
W
W
W
W
A
A
L
K
K
K
K
K
W
W
W
W
W
W
W
W
WWWW
WW
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
WW
W
W
W
W
A
A
W
W
W
W
A
WW
W
W
W
W
W
W
W
W
W
A
WW
AAAA
AA
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
LLLL
LL
L
A
A
A
A
A
A
L
L
L
L
L
L
L
L
K
KKKK
KK
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 25
Overzicht
3.2 Bedoeld gebruik
De pedelec mag uitsluitend in correcte functionele
toestand worden gebruikt. Per land kunnen van de
standaarduitvoering afwijkende eisen aan de
pedelec worden gesteld. Voor deelname aan het
verkeer gelden deels bijzondere voorschriften met
betrekking tot de rijverlichting, de reflectoren en
andere onderdelen.
De algemene wetgeving en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu van het betreffende gebruiksland
moeten in acht worden genomen. Alle instructies
en checklists in deze gebruikshandleiding moeten
worden aangehouden. Montage van
goedgekeurde accessoires door een vakman is
toegestaan.
De accu's zijn uitsluitend bedoeld voor voeding
van de pedelecmotor en mogen niet voor andere
doeleinden worden gebruikt.
Aan elke pedelec is een bepaald type pedelec
toegekend waaruit het bedoelde gebruik, de
functie en het toepassingsgebied volgt.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn bedoeld voor
dagelijks, comfortabel
gebruik. Ze zijn
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
Deze gebruikshand-
leiding moet voor
ingebruikname door
de opvoeder van de
minderjarige berijder
worden gelezen en
begrepen.
De inhoud van deze
gebruikshandleiding
moet, op een bij de
leeftijd passende
wijze, aan de berijder
worden overgedra-
gen.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geschikt voor
deelname aan het
verkeer. Om orthope-
dische redenen moet
de grootte van de
pedelec regelmatig
worden gecontro-
leerd.
Ten minste elke drie
maanden moet wor-
den gecontroleerd of
nog aan het de toege-
stane totaalgewicht is
voldaan.
Mountainbikes zijn
bedoeld voor sportief
gebruik. Construc-
tieve kenmerken zijn
een korte wielbasis,
een naar voren ver-
schoven zitpositie en
remmen met geringe
bedienkracht.
De mountainbike is
sportuitrusting, die
naast lichamelijke fit-
heid een gewen-
ningsfase vereist. Het
gebruik moet getraind
worden; in het bijzon-
der moet worden
geoefend in het
maken van bochten
en het remmen.
De belasting op de
berijder, in het bijzon-
der op handen en pol-
sen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Een ongeoe-
fende berijder neigt
gemakkelijk tot te
hard remmen, wat
leidt tot verlies van
controle.
De racefiets is
bedoeld voor snel rij-
den op wegen met
een goed, onbescha-
digd wegoppervlak.
De racefiets is spor-
tuitrusting en geen
verkeersmiddel. De
racefiets onder-
scheidt zich door zijn
lichte uitvoering en
door minder voor het
fietsen benodigde
onderdelen.
De framegeometrie
en de positie van de
bedieningselemen-
ten zijn bedoeld om
met hoge snelheden
te kunnen rijden.
Door de framecon-
structie is oefening
vereist voor het veilig
op- en afstappen, het
langzaam rijden en
het remmen.
De zitpositie is spor-
tief. De belasting op
de berijder, in het bij-
zonder op handen en
polsen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Deze zitpositie
vereist lichamelijke
fitheid.
De transportfiets is
geschikt voor het
dagelijks transporte-
ren van lasten in het
openbare wegver-
keer.
Het transporteren van
lasten vereist handig-
heid en lichamelijke
fitheid om het extra
gewicht in balans te
houden. De wisse-
lende beladingstoe-
standen en
gewichtsverdelingen
vereisen oefening en
handigheid bij het
remmen en het rijden
door bochten.
De lengte en breedte
en de draaicirkel ver-
eisen een relatief
lange gewennings-
fase. Het besturen
van een transport-
fiets vereist anticipe-
rend rijden. Dat geldt
voor het wegverkeer
en voor de toestand
van de weg.
De vouwfiets is
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
De vouwfiets kan
worden samengevou-
wen en daarmee
geschikt voor ruimte-
besparend transport,
bijvoorbeeld in het
openbaar vervoer of
een personenauto.
De vouwbaarheid van
de vouwfiets vereist
het gebruik van kleine
wielen en lange rem-
leidingen en bowden-
kabels. Onder
verhoogde belasting
moet daarom reke-
ning worden gehou-
den met een
verminderde rijstabili-
teit en remwerking,
verminderd comfort
en verminderde han-
teerbaarheid.
Tabel 7: Bedoeld gebruik voor elk type pedelec
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 26
Overzicht
3.3 Niet-bedoeld gebruik
Niet in acht nemen van het bedoelde gebruik leidt
tot gevaar voor persoonlijk letsel en materiële
schade. Dit gebruik is voor de pedelec verboden:
manipulaties aan het elektrische aandrijfsysteem,
rijden met een beschadigde of incomplete
pedelec,
rijden op trappen,
rijden door diep water,
laden met een verkeerde oplader,
verhuren van de pedelec aan niet-geïnstrueerde
berijders,
meenemen van andere personen,
rijden met overmatige bagage,
rijden met losse handen,
rijden op ijs en sneeuw,
ondeskundig onderhoud,
ondeskundige reparatie,
zware gebruiksomstandigheden zoals
beroepsmatig gebruik, en
stunts en sprongen.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn geen sportfiet-
sen. Bij sportief
gebruik moet reke-
ning worden gehou-
den met verminderde
rijstabiliteit en vermin-
derd comfort.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geen speel-
goed.
Mountainbikes moe-
ten voor deelname
aan het verkeer
overeenkomstig de
nationale wet- en
regelgeving alsnog
worden voorzien
van verlichting, een
bel, enz.
Racefietsen moeten
voor deelname aan
het verkeer overeen-
komstig de nationale
wet- en regelgeving
alsnog worden voor-
zien van verlichting,
een bel, enz.
De transportfiets is
geen toer- of sport-
fiets.
De vouwfiets is geen
sportfiets.
Tabel 8: Aanwijzingen met betrekking tot niet-bedoeld gebruik
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 27
Overzicht
3.3.1 Hoogste toegestane totaalgewicht
De pedelec mag slechts tot aan de grens van het
hoogste toegestane totaalgewicht (resp. de
toegestane maximum massa, TMM) worden
belast. Het hoogste toegestane totaalgewicht is
het gewicht van de volledig samengebouwde
pedelec plus berijder plus bagage.
3.3.2 Privacyverklaring
Bij het aansluiten van de pedelec op de BOSCH
Diagnostic Tool worden gegevens over het
gebruik van de accu (temperatuur, celspanning,
enz.) doorgestuurd naar BOSCH eBike Systems
(Robert Bosch GmbH). Nadere informatie vindt u
op de website van BOSCH: www.bosch-
ebike.com.
Typenumm
er Model TMM
21-15-3025 Volario E8R Disc 135 kg
21-15-3027 Volario E8R Disc 135 kg
21-15-3030 Volario E7R V 135 kg
21-15-3031 Volario E8 Disc outer 135 kg
21-15-3032 Volario E8 Disc outer 135 kg
21-15-3033 Volario E8 Disc outer 135 kg
21-15-3090 Volario E7R HS 135 kg
21-15-3096 Swing E7F 20" 135 kg
21-15-3185 Swing E8 Disc 135 kg
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 28
Overzicht
3.4 Technische gegevens
3.4.1 Pedelec
3.4.2 Emissies
*Aan de beschermingseisen conform de EMC-richtlijn
2014/30/EU is voldaan. De pedelec en de oplader kunnen
zonder beperkingen in een woonomgeving worden gebruikt.
3.4.3 Aanhaalmoment
*voor zover op het onderdeel geen andere gegevens staan
vermeld
3.4.4 Verlichting
3.4.5 Purion display
3.4.6 Motor Active Line
3.4.7 Motor Active Line Plus
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur 10 °C - 30 °C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Bedrijfstemperatuur C - 3C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden C - 4C
Afgegeven vermogen/systeem 250 W (0,25 kW)
Uitschakelsnelheid 25 km/h
Tabel 9: Technische gegevens pedelec
A-gewogen geluidsemissiedruk <70dB(A)
Totale waarde van de trillingen
waaraan het hand-armstelsel wordt
blootgesteld
<2,5m/s²
Maximale kwadratische gemiddelde
waarde van de frequentiegewogen
versnelling waaraan het gehele
lichaam wordt blootgesteld
<0,5m/s²
Tabel 10: Emissies door de pedelec*
Aanhaalmoment asmoer 35 Nm - 40 Nm
Maximaal aanhaalmoment
klemschroeven stuur*
5Nm - 7Nm
Tabel 11: Aanhaalmomenten
Spanning ca. 12 V
Maximaal vermogen
Voorlicht 17,4 W
Achterlicht 0,6 W
Tabel 12: Technische gegevens verlichting
Accu's 2x 3 V CHR2016
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur 10 °C - +40 °C
Laadtemperatuur 0 °C - +40 °C
Beschermingsgraad
(bij gesloten USB-klepje)
IP 54
Gewicht, ca. 0,1 kg
Tabel 13: Technische gegevens Purion display (BUI215)
Nominaal continuvermogen 250 W
Koppel max. 40 Nm
Nominale spanning 36 V DC
Beschermingsgraad IP54
Gewicht, ca. 2,9 kg
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur -10 °C - +40 °C
Tabel 14: Technische gegevens motor Active Line, BDU310
Nominaal continuvermogen 250 W
Koppel max. 50 Nm
Nominale spanning 36 V DC
Beschermingsgraad IP54
Gewicht, ca. 3,2 kg
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur -10 °C - +40 °C
Tabel 15: Technische gegevens motor Active Line Plus,
BDU350
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 29
Overzicht
3.4.8 Accu PowerPack 300
3.4.9 Accu PowerPack 400
3.4.10 Accu PowerPack 500
Nominale spanning 36 V
Nominale capaciteit 8,2 Ah
Energie 300 Wh
Gewicht 2,5 / 2,6 kg
Beschermingsgraad IP 54
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur +10 °C - +40 °C
Toegestaan laadtemperatuurbereik 0 °C - +40 °C
Tabel 16: Technische gegevens accu PowerPack 300,
BBS245 en BBR245
Nominale spanning 36 V
Nominale capaciteit 11 Ah
Energie 400 Wh
Gewicht 2,5 / 2,6 kg
Beschermingsgraad IP 54
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur +10 °C - +40 °C
Toegestaan laadtemperatuurbereik 0 °C - +40 °C
Tabel 17: Technische gegevens accu PowerPack 400,
BBS265 en BBR265
Nominale spanning 36 V
Nominale capaciteit 13,4 Ah
Energie 500 Wh
Gewicht 2,6 / 2,7 kg
Beschermingsgraad IP 54
Bedrijfstemperatuur -5 °C - +40 °C
Opslagtemperatuur +10 °C - +40 °C
Toegestaan laadtemperatuurbereik 0 °C - +40 °C
Tabel 18: Technische gegevens accu PowerPack 500,
BBS275 en BBR275
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 30
Overzicht
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven
3.5.1 Stuur
Afbeelding 22: Detailaanzicht pedelec vanuit
berijderpositie gezien, voorbeeld
1 Remhendel achter
2Bel
3 Koplamp
4 Display
5 Remhendel voor
6 Bediening
8 Vorkblokkering op de verende voorvork
9 Schakelhendel
3.5.2 Acculaadtoestandweergave
Elke accu is voorzien van een
laadtoestandweergave:
Afbeelding 23: Voorbeeld laadtoestandweergave
1 Aan/uit-toets (accu)
2 Laadtoestandweergave
De vijf groene LED's van de
laadtoestandweergave geven bij ingeschakelde
accu de laadtoestand aan. Daarbij komt elke LED
ongeveer overeen met 20% van de laadcapaciteit.
Bij een volledig opgeladen accu branden alle vijf
de LED's. De laadtoestand van de ingeschakelde
accu wordt tevens weergegeven op het display.
Wanneer de laadtoestand van de accu minder
bedraagt dan 5% doven alle LED's van de
laadtoestandweergave. De laadtoestand wordt
dan wel nog weergegeven op het display.
3.5.3 Display
Het display heeft negen displayweergaven:
Afbeelding 24: Overzicht displayweergaven
1 Weergave eenheid km/h of mph
2 Tachometerweergave
3 Weergave TRIP
4 Weergave ondersteuningsniveau of
functieweergave
5 Weergave verlichting
6 Weergave service
7 Acculaadtoestandweergave
8 Weergave RANGE
9 Weergave TOTAL
3.5.3.1 Weergave eenheid km/h of mph
De snelheid kan worden weergegeven in km/h of
mph. In de systeeminstellingen kan deze keuze
worden gemaakt.
3.5.3.2 Tachometerweergave
De tachometerweergave geeft de huidige
snelheid weer.
3.5.3.3 Informatieweergave
Het display toont één van drie mogelijke typen
informatie. De getoonde informatie kan worden
gewisseld.
1
2
3
5
4
6
7
1
2
Weergave Functie
TRIP De afgelegde afstand sinds de laatste
RESET
TOTAL De totale afgelegde afstand (niet
wijzigbaar)
RANGE Het geschatte bereik bij de huidige
acculaadtoestand, berekend op basis
van de laatste rijstijl
Tabel 19: Informatieweergave
1
4
6
2
2
3
7
5
8
9
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 31
Overzicht
3.5.4 Systeemmelding
Het aandrijfsysteem bewaakt zichzelf continu en
geeft een gedetecteerde storing aan als
systeemmelding met behulp van een getal.
Afhankelijk van de aard van de storing schakelt
het systeem zichzelf zo nodig automatisch uit.
Een tabel met alle systeemmeldingen bevindt zich
in paragraaf 6.2. Hulp bij systeemmeldingen vindt
u in paragraaf 8.5 Eerste hulp.
3.5.5 ABS-controlelampje
Het controlelampje van het antiblokkeersysteem
moet na het opstarten van het systeem branden
en na het wegrijden bij ca. 5 km/h doven.
Wanneer het ABS-controlelampje na het
opstarten van het elektrische aandrijfsysteem niet
brandt, is de ABS defect en wordt de berijder daar
aanvullend door middel van de getoonde
storingscode op het display op gewezen.
Wanneer het controlelampje na het wegrijden niet
dooft op tijdens het rijden gaat branden, duidt dat
op een storing in het antiblokkeersysteem. Het
antiblokkeersysteem is dan niet meer actief. De
reminstallatie zelf blijft werken, alleen is de
antiblokkeersysteemregeling niet beschikbaar.
Bij een brandend ABS-controlelampje is de ABS-
functie niet actief.
Aanwijzing: om het antiblokkeersysteem weer te
activeren, moet de pedelec worden gestopt en
opnieuw worden opgestart (uit- en weer
inschakelen).
Aanwijzing
Het controlelampje van het antiblokkeersysteem
kan gaan branden wanneer onder extreme
rijomstandigheden de toerentallen van het voor-
en achterwiel sterk van elkaar afwijken, bv. bij
rijden op het achterwiel of wanneer het wiel
ongewoon lang zonder contact met de
ondergrond draait (montagestandaard). Daarbij
wordt het antiblokkeersysteem uitgeschakeld.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 32
Overzicht
3.6 Omgevingseisen
De pedelec mag worden gebruikt binnen een
temperatuurbereik van 5 °C - 35 °C. Buiten dit
temperatuurbereik is de capaciteit van het
elektrische aandrijfsysteem beperkt.
Bij wintergebruik (in het bijzonder onder 0 °C)
adviseren wij de bij kamertemperatuur opgeladen
en opgeslagen accu pas kort voor vertrek op de
pedelec aan te brengen. Bij lange ritten in de kou
is het aan te bevelen een thermische bescherming
te gebruiken.
Temperaturen onder -10 °C en boven +50 °C
moeten worden vermeden.
Daarnaast moeten de volgende temperaturen
worden aangehouden.
Op de typeplaat bevinden zich pictogrammen voor
het toepassingsgebied van de pedelec.
Controleer voor het eerste gebruik op welke
wegen u mag rijden.
Optimale temperatuur gebruik 22 °C - 26 °C
Transporttemperatuur 10 °C - 40 °C
Opslagtemperatuur 10 °C - 40 °C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden 10 °C - 40 °C
Tabel 20: Technische gegevens pedelec
Toepassings-
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en lichte
tot veeleisende
terreinroutes, voor
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
61 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en lichte
tot veeleisende
terreinroutes, voor
beperkt downhill-
gebruik en voor
sprongen tot
122 cm.
Tabel 21: Toepassingsgebied
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 33
Overzicht
De pedelec is niet geschikt voor de volgende toepassingsgebieden:
Toepassings-
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit downhill
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 61 cm.
Rijd nooit over zeer
zware terreinroutes
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 122 cm.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 34
Transport en opslag
4 Transport en opslag
4.1 Fysieke transporteigenschappen
Gewicht en afmetingen bij transport
**Gewicht van het voertuig zonder accu. Het totaalgewicht
van het voertuig is afhankelijk van de aangebrachte accu.
4.1.1 Voorziene handgrepen/hijspunten
De doos is niet voorzien van handgrepen.
Typenummer
Frame
Afmeting
doos
[cm]
Gewicht**
[kg]
Transportgewicht
[kg]
21-15-3025
50 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
55 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
60 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3027 49 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
54 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3030 49 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
54 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3031
50 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
55 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
60 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3032
45 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
50 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
55 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3033 49 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
54 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3090 49 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
54 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3096 46 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
21-15-3185 47 cm n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Tabel 22: Typenummer, model en type pedelec
Accutype Gewicht
Accu PowerPack 300 2,5 / 2,6 kg
Accu PowerPack 400 2,5 / 2,6 kg
Accu PowerPack 500 2,6 / 2,7 kg
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 35
Transport en opslag
4.2 Transport
4.2.1 Transportbeveiliging rem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met schijfremmen
Steek de transportbeveiligingen tussen de
remvoeringen.
De transportbeveiliging klemt tussen de beide
remvoeringen en voorkomt onbedoeld continu
remmen waardoor de remvloeistof kan
vrijkomen.
Afbeelding 25: Transportbeveiliging bevestigen
4.2.2 Pedelec transporteren
Fietsdragersystemen waarbij de pedelec
ondersteboven op het stuur of frame wordt
vastgezet, oefenen tijdens het transport
ontoelaatbare krachten uit op de onderdelen.
Hierdoor kan een breuk optreden in dragende
delen.
Gebruik nooit fietsdragersystemen waarbij de
pedelec ondersteboven op het stuur of het
frame wordt vastgezet. De dealer dient u graag
van advies bij een juiste keuze en een veilig
gebruik van een passend dragersysteem.
Neem bij transport het gewicht van de rijklare
pedelec in acht.
Bescherm de elektrische componenten en
aansluitingen van de pedelec met passende
hoezen tegen weersinvloeden.
Transporteer de accu op een droge, schone en
tegen invallend zonlicht beschermde plek.
4.2.3 Pedelec verzenden
Voor verzending van de pedelec wordt
aanbevolen de dealer opdracht te geven deze
op de juiste manier te verpakken.
4.2.4 Accu transporteren
Accu's vallen onder de voorschriften voor
gevaarlijke stoffen. Particulieren mogen
onbeschadigde accu's over de weg vervoeren.
Bij beroepstransport moeten de voorschriften
worden aangehouden voor verpakking,
etikettering en vervoer van gevaarlijke stoffen.
Open contacten moeten zijn afgedekt en de accu
moet goed zijn verpakt.
4.2.5 Accu verzenden
De accu valt onder de gevaarlijke stoffen en mag
uitsluitend door opgeleid personeel worden
verpakt en verzonden. Neem contact op met uw
dealer.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu.
Olieverlies bij ontbrekende transportbeveiliging
De transportbeveiliging van de rem voorkomt dat
de rem tijdens transport/ verzending onbedoeld
wordt bediend. Hierdoor kan onherstelbare
schade aan het remsysteem optreden of
olieverlies, wat tot milieuschade kan leiden.
Trek nooit aan de remhendel bij een
gedemonteerd wiel.
Gebruik bij transport/ verzending altijd de
transportbeveiliging.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 36
Transport en opslag
4.3 Opslag
Sla pedelec, accu en oplader droog, schoon en
beschermd tegen invallend zonlicht op. Sla
deze, om de levensduur te verlengen, niet
buitenshuis op.
Temperaturen onder -10 °C en boven +40 °C
moeten worden vermeden.
Opslag bij een temperatuur van ca. 20 °C is
gunstig voor een lange levensduur van de accu.
Sla pedelec, accu en oplader gescheiden op.
4.3.1 Onderbreking van het gebruik
Wanneer de pedelec langer dan vier weken buiten
gebruik wordt gesteld, moet deze op de
onderbreking van het gebruik worden voorbereid.
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden
Verwijder de accu van de pedelec.
Laad de accu ca. 30% - 60% op.
Maak de pedelec schoon met een vochtige doek
en conserveer deze met wasspray. Spuit nooit
was op de remvlakken van de rem.
Voor langere stilstandperioden is het aan te
bevelen een inspectie, grondige reiniging en
conservering te laten uitvoeren door de dealer.
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren
1Sla pedelec, accu en oplader op in een droge
en schone omgeving. Wij adviseren opslag in
een onbewoonde ruimte voorzien van een
rookmelder. Geschikt zijn droge ruimten
met een omgevingstemperatuur van
ca. 10 °C - 20 °C.
2Controleer na 6 maanden de laadtoestand van
de accu. Laad de accu weer ca. 30% - 60% op
wanneer nog slechts één LED van de
laadtoestandweergave brandt.
Optimale opslagtemperatuur pedelec 10 °C -20 °C
Tabel 23: Opslagtemperatuur voor accu's en de pedelec
Aanwijzing
Wanneer de accu een periode niet wordt gebruikt
treedt ontlading op. Hierdoor kan de accu schade
oplopen.
Laad de accu elke 6 maanden op.
Wanneer de accu continu op de oplader wordt
aangesloten, kan de accu schade oplopen.
Sluit de accu nooit continu aan op de oplader.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 37
Montage
5 Montage
Voer montagewerkzaamheden aan de pedelec
uit in een schone en droge omgeving.
De temperatuur op de werkplek moet
15 °C - 25 °C bedragen.
De gebruikte montagestandaard moet zijn
goedgekeurd voor een gewicht van 30 kg.
5.1 Vereist gereedschap
Om de pedelec op te bouwen is dit gereedschap
vereist:
5.2 Uitpakken
Het verpakkingsmateriaal bestaat hoofdzakelijk
uit karton en kunststof folie.
Voer de verpakking af conform de lokale
voorschriften.
5.2.1 Levering
De pedelec is voor testdoeleinden in de fabriek
eerst volledig gemonteerd en vervolgens voor het
transport weer gedeeltelijk gedemonteerd.
De pedelec is voor 95 - 98% voorgemonteerd. Tot
de levering behoort:
de voorgemonteerde pedelec,
het voorwiel,
de pedalen,
de snelspanners (optioneel),
de oplader, en
•de gebruikshandleiding.
De accu wordt apart van de pedelec geleverd.
5.3 Accu voorbereiden
5.3.1 Accu controleren
De accu moet worden gecontroleerd voordat deze
de eerste keer wordt opgeladen.
1Druk op de aan/uit-toets (accu).
Wanneer geen enkele LED van de
laadtoestandweergave gaat branden, is de
accu mogelijk beschadigd.
Wanneer ten minste één, maar niet alle LED's
van de laadtoestandweergave gaan branden,
kan de accu volledig worden opgeladen.
Gevaar voor oogletsel
Wanneer afstellingen van onderdelen niet correct
worden uitgevoerd, kunnen er problemen
optreden die onder bepaalde omstandigheden tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril ter
bescherming van uw ogen bij de montage.
Val- en beknellingsgevaar bij onbedoelde
activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu.
•mes,
inbussleutels (2,5 mm, 3 mm 4 mm, 5 mm, 6 mm
en 8 mm),
momentsleutel met een werkbereik van
5 tot 40 Nm,
Torx-sleutel T25,
ringsleutels (8 mm, 9 mm, 10 mm) 13 mm,
14 mm en 15 mm), en
kruiskop- en sleufschroevendraaiers.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 38
Montage
5.4 In gebruik nemen
Omdat de eerste ingebruikname van de pedelec
speciaal gereedschap en bijzondere vakkennis
vereist, mag dit uitsluitend worden uitgevoerd
door opgeleid personeel.
In de praktijk wordt een onverkochte pedelec vaak
spontaan voor een proefrit aan klanten
meegegeven zodra deze er rijklaar uitziet.
Daarom is het zinvol elke pedelec na opbouw
direct in de volledig gebruiksklare toestand te
brengen.
In het montageprotocol (zie paragraaf 11.2)
staan alle voor de veiligheid relevante inspec-
ties, testen en onderhoudswerkzaamheden
beschreven. Om de pedelec rijklaar te maken,
moeten alle montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd.
Vul ter kwaliteitsborging een montageprotocol
in.
5.4.1 Wiel monteren in Suntour-vork
Geldt uitsluitend voor Suntour-vorken met de uitrusting
snelspanner
1Controleer voor montage dat de flens van de
snelspanner is uitgeschoven. Open de hendel
volledig.
Afbeelding 26: Gesloten en geopende flens
Verbranding door een hete aandrijving
Tijdens het gebruik kan de koeler van de
aandrijving zeer heet worden. Bij contact kan
verbranding optreden.
Laat voorafgaand aan de montage de
aandrijfeenheid afkoelen.
VOORZICHTIG
!
Vallen door losgeraakte snelspanner
Een defecte of onjuist gemonteerde snelspanner
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte snelspanner.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
snelspanner
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de snelspanner kunnen
hierdoor schade oplopen. De snelspanner kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De snelspanhendel van het voorwiel en de
remschijf moeten aan tegenover elkaar
liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
snelspanner kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 39
Montage
2Schuif de snelspanner naar binnen tot u een
klik hoort. Controleer dat de flens is
uitgeschoven.
Afbeelding 27: Snelspanner inschuiven
3Stel de spanning af met halfgeopende
spanhendel tot de flens aan het uitvaleinde
aanligt.
Afbeelding 28: Spanning afstellen
4Sluit de snelspanner volledig. Controleer dat
de snelspanner goed vast zit en stel deze zo
nodig bij op de flens.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 29: Snelspanner sluiten
5.4.2 Voorbouw en stuur controleren
5.4.2.1 Verbindingen controleren
1Ga voor de pedelec staan om te controleren of
stuur, voorbouw en vorkschacht stevig met
elkaar zijn verbonden. Klem het voorwiel
tussen uw benen. Pak de handvatten van het
stuur vast.
2Probeer het stuur ten opzichte van het voorwiel
te verdraaien.
De voorbouw mag niet verschuiven of
verdraaien.
5.4.2.2 Goede bevestiging
1Steun, met gesloten snelspanhendel, met uw
volledige lichaamsgewicht op het stuur om te
controleren of de voorbouw goed vast zit.
De stuurschacht mag niet omlaag schuiven in
de vorkschacht.
2Wanneer de stuurschacht ten opzichte van de
vorkschacht kan bewegen, moet de
hendelspanning van de snelspanner worden
verhoogd. Draai daarvoor de kartelmoer met
geopende snelspanhendel iets rechtsom.
3Sluit de hendel en controleer opnieuw de
bevestiging van de voorbouw.
5.4.2.3 Lagerspeling controleren
1Sluit de snelspanhendel van de voorbouw om
de lagerspeling van het stuurlager te
controleren.
2Leg de vingers van één hand om de bovenste
stuurlagerschaal. Knijp met de andere hand de
voorwielrem in en probeer de pedelec naar
voren en achteren te duwen.
3De beide schaalhelften van het lager mogen
hierbij niet ten opzichte van elkaar
verschuiven. Houd er hierbij rekening mee, dat
bij een verende voorvork met schijfrem een
eventueel merkbare speling ook kan komen
door uitgesleten lagerbussen of speling in de
remvoering.
4Wanneer sprake is van speling in het stuur-
lager, moet dit zo snel mogelijk worden afge-
steld omdat anders het lager schade kan
oplopen. Deze afstelling moet worden uitge-
voerd conform het handboek van de voorbouw.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 40
Montage
5.5 Verkoop van de pedelec
Vul de pedelecpas in op de omslag van de
gebruikshandleiding.
Noteer merk en nummer van de accusleutel.
Pas de pedelec aan aan de berijder, zie
hoofdstuk 6.5.
Stel de standaard en de schakelhendel af.
Instrueer de eigenaar of berijder in alle functies
van de pedelec.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 41
Gebruik
6Gebruik
6.1 Gevaren en risico's
Letsel of de dood door andere weggebruikers
Andere weggebruikers, zoals bussen,
vrachtwagens, personenauto's en voetgangers
onderschatten vaak de snelheid van pedelecs. Ook
worden pedelecs in het wegverkeer vaak over het
hoofd gezien. Een ongeval met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Draag opvallende, reflecterende kleding en
een fietshelm.
Rijd altijd defensief.
Let op de dode hoek van afslaande
voertuigen. Minder uit voorzorg vaart bij
rechtsafslaand verkeer.
Letsel of de dood door fouten tijdens het
rijden
Een pedelec is geen fiets. Fouten tijdens het rijden
en onderschatting van de eigen snelheid leiden snel
tot gevaarlijke situaties. Een val met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Wen eerst aan de snelheid, zeker wanneer u
langere tijd niet op een pedelec hebt gereden,
voordat u met snelheden boven 12 km/h gaat
rijden. Verhoog stapsgewijs de
ondersteuningsniveaus.
Oefen regelmatig om voluit te remmen.
Volg een rijvaardigheidstraining.
Vallen door loszittende kleding
De spaken van de wielen en de kettingaandrijving
kunnen schoenveters, sjaals en andere
loszittende kleding intrekken. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Draag stevige schoenen en nauwsluitende
kleding.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Vallen door onopgemerkte schade
Na een val, ongeval of omvallen van de pedelec
kan er sprake zijn van moeilijk herkenbare
schade, bv. aan het remsysteem, de
snelspanners of het frame. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec buiten gebruik en laat deze
door een dealer controleren.
Vallen door materiaalmoeheid
Door intensief gebruik kan materiaalmoeheid
optreden. Bij materiaalmoeheid kan een
onderdeel plotseling falen. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Stel de pedelec onmiddellijk buiten gebruik bij
tekenen van materiaalmoeheid. Laat de dealer
de kwestie controleren.
Laat regelmatig de dealer een inspectie
uitvoeren. Bij deze inspectie onderzoekt de
dealer de pedelec op tekenen van
materiaalmoeheid op het frame, de vork, de
ophanging van de veringelementen (indien
voorzien) en op onderdelen van composieten.
Door warmtestraling (bv. een radiator) in de
directe omgeving kan carbon breekbaar worden.
Falen van het carbon onderdeel en een val met
letsel kan het gevolg zijn.
Stel carbon onderdelen van de pedelec nooit
bloot aan sterke warmtebronnen.
Vallen door vuil
Sterke vervuiling kan de werking van de pedelec
verstoren, bijvoorbeeld van de remmen. Een val
met letsel kan het gevolg zijn.
Verwijder voor het rijden sterke vervuiling.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 42
Gebruik
6.1.1 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het wordt aanbevolen een geschikte fietshelm,
lange, sportieve, nauwsluitende en reflecterende
fietskleding en stevige schoenen te dragen
6.2 Tips voor een groter bereik
Het bereik van de pedelec is afhankelijk van vele
factoren. Een bereik van minder dan 20 kilometer
op één acculading is net zo goed mogelijk als
meer dan 100 kilometer. In het algemeen gelden
er enkele tips, waarmee het bereik kan worden
gemaximaliseerd.
Veerelementen
Open de verende voorvork en demper, indien
nodig, uitsluitend op ruw terrein of
steenslagwegen. Blokkeer de verende
voorvork en demper op geasfalteerde wegen
en op hellingen.
Trapfrequentie
Rijd met een trapfrequentie van meer dan
50 omwentelingen per minuut. Dat
optimaliseert het rendement van de elektrische
aandrijving.
Vermijd zeer langzaam trappen.
Gewicht
Minimaliseer het totaalgewicht van pedelec en
bagage.
Optrekken en remmen
Rijd lange afstanden met een gelijkmatige
snelheid.
Vermijd vaak optrekken en afremmen.
Versnelling
Gebruik bij het optrekken en op hellingen een
kleine versnelling en een laag
ondersteuningsniveau.
Schakel op al naar gelang terrein en snelheid.
Bandenspanning
Rijd altijd met de maximaal toegestane
bandenspanning.
Weergave motorvermogen
Pas de rijstijl aan aan de weergave van het
motorvermogen. Een lange balk betekent een
hoog stroomverbruik.
Vallen door een slechte toestand van de weg
Losse voorwerpen, bijvoorbeeld takken, kunnen
verstrikt raken in de wielen en een val met letsel
veroorzaken.
Neem de toestand van de weg in acht.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Aanwijzing
Door hitte of invallend zonlicht kan de banden-
spanning toenemen tot boven de toegestane
maximale druk. Hierdoor kan de band falen.
Parkeer de pedelec nooit in de zon.
Controleer op warme dagen regelmatig de
bandenspanning en corrigeer deze zo nodig.
Bij afdalingen kunnen hoge snelheden worden
bereikt. De pedelec is niet bedoeld om langdurig
harder te rijden dan 25 km/h. Bij een voortdurend
hogere belasting kunnen in het bijzonder de
banden falen.
Rem de pedelec af wanneer snelheden boven
25 km/h worden bereikt.
Aanwijzing
Door de open uitvoering kan binnendringend
vocht bij temperaturen onder nul bepaalde
functies verstoren.
Houd de pedelec altijd droog en vorstvrij.
Wanneer de pedelec wordt gebruikt bij
temperaturen onder 3 °C, moet de dealer
vooraf een inspectie uitvoeren en het gebruik
in de winter voorbereiden.
Terreinrijden belast de armgewrichten.
Neem afhankelijk van de toestand van de weg
elke 30 tot 90 minuten pauze.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 43
Gebruik
Accu en temperatuur
Met afnemende temperatuur neemt de elektrische
weerstand toe. De capaciteit van de accu neemt
af. In de winter moet daarom rekening worden
gehouden met een vermindering van het
gangbare bereik.
Gebruik in de winter een thermocover voor de
accu.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 44
Gebruik
6.3 Storingsmelding
6.3.1 Display
Het aandrijfsysteem bewaakt zichzelf continu en
geeft een gedetecteerde storing aan als
storingsmelding aan de hand van een getal.
Afhankelijk van de aard van de storing schakelt
het systeem zichzelf zo nodig automatisch uit.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
410 Eén of meer toetsen van
het display zijn geblok-
keerd
Controleer of er toetsen vast
zitten, bv. door
binnengedrongen vuil.
Reinig zo nodig de toetsen.
414 Verbindingsprobleem van
de bediening
Neem contact op met de
dealer en laat aansluitingen
en verbindingen controleren.
418 Eén of meer toetsen van
de bediening zijn geblok-
keerd
Controleer of er toetsen vast
zitten, bv. door
binnengedrongen vuil.
Reinig zo nodig de toetsen.
419 Configuratiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
422 Verbindingsprobleem van
de accu
Laat de aansluitingen en
verbindingen controleren.
423 Verbindingsprobleem van
de accu
Laat de aansluitingen en
verbindingen controleren.
424 Communicatiefout tussen
de componenten onderling
Laat de aansluitingen en
verbindingen controleren.
426 Interne tijdoverschrij-
dingsfout Het is in deze fouttoestand
onmogelijk in het menu
Basisinstellingen de wielomvang te
laten weergeven of aan te passen.
1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
430 De displayaccu is leeg Laad de displayaccu op (in
de houder of via de USB-
aansluiting).
431 Softwareversiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
440 Interne fout van de accu 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
450 Interne softwarefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
Tabel 24: Lijst storingsmeldingen display
460 Fout in de USB-
aansluiting 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
490 Interne fout van het
display
Laat het display controleren.
500 Interne fout van de accu 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
502 Fout in de verlichting 1Controleer de verlichting en
de bijbehorende bekabeling.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
503 Fout van de snelheids-
sensor 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
504 Manipulatie van het snel-
heidssignaal gedetecteerd
Controleer de positie van de
spaakmagneten en stel deze
zo nodig opnieuw af.
Controleer op manipulatie.
De ondersteuning door de
aandrijving wordt
verminderd.
503 Fout van de snelheids-
sensor 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
510 Interne sensorfout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
511 Interne fout van de accu 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
530 Fout in de accu 1Schakel het systeem uit.
2Verwijder de accu.
3Breng de accu weer aan.
4Start het elektrische
aandrijfsysteem opnieuw op.
5Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
531 Configuratiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
Tabel 24: Lijst storingsmeldingen display
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 45
Gebruik
540 Temperatuurfout
De pedelec bevindt zich
buiten het toegestane
temperatuurbereik
1Schakel het systeem uit om
de motor en accu te laten
afkoelen of opwarmen naar
het toegestane
temperatuurbereik.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
550 Er is een niet-toegestane
verbruiker gedetecteerd 1Verwijder de verbruiker.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
580 Softwareversiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
591 Authenticatiefout 1Schakel het systeem uit.
2Verwijder de accu.
3Breng de accu weer aan.
4Start het systeem opnieuw
op.
5Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
592 Incompatibele component 1Breng een compatibel
display aan.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
593 Configuratiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
595, 596 Communicatiefout 1Controleer de bekabeling
naar de aandrijving.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
602 Interne fout tijdens het
opladen 1Ontkoppel de oplader van de
accu.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Sluit de oplader aan op de
accu.
4Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
Tabel 24: Lijst storingsmeldingen display
602 Interne fout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
603 Interne fout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
605 Temperatuurfout
De pedelec bevindt zich
buiten het toegestane
temperatuurbereik
1Schakel het systeem uit om
de motor en accu te laten
afkoelen of opwarmen naar
het toegestane
temperatuurbereik.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
605 Temperatuurfout tijdens
het opladen 1Ontkoppel de oplader van de
accu.
2Laat de accu afkoelen.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
606 Externe fout 1Controleer de bekabeling.
2Start het systeem opnieuw
op.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
610 Spanningsfout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
620 Fout oplader 1Vervang de oplader.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
640 Interne fout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
655 Meerdere fouten in de
accu 1Schakel het systeem uit.
2Verwijder de accu.
3Breng de accu weer aan.
4Start het systeem opnieuw
op.
5Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
656 Softwareversiefout Neem contact op met de
dealer om een
softwareupdate te laten
uitvoeren.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
Tabel 24: Lijst storingsmeldingen display
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 46
Gebruik
6.3.2 Accu
De accu wordt door middel van "Electronic Cell
Protection" (ECP) beschermd tegen
diepontlading, overbelading, oververhitting en
kortsluiting. Zo nodig schakelt de accu
automatisch uit door middel van een
beveiligingsschakeling.
Wanneer een defect van de accu wordt
gedetecteerd, knipperen de LED's van de
laadtoestandweergave.
7xx Aandrijvingfout Zie de gebruikshandleiding
van de fabrikant van de
versnelling.
800 Interne ABS-fout Neem contact op met de
dealer.
810 Niet-plausibele signalen
van de wieltoerental-
sensor
Neem contact op met de
dealer.
820 Fout bij de leiding naar de
voorste wieltoerental-
sensor
Neem contact op met de
dealer.
821 ...
826 Niet-plausibele signalen
van de wieltoerental-
sensor op het voorwiel.
Deze is defect of verkeerd
gemonteerd; groot verschil
in diameter tussen voor-
en achterwiel; extreme
rijomstandigheden, bv.
rijden op het achterwiel
1Start het systeem opnieuw
op.
2Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet uitgaan.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
830 Fout bij de leiding naar de
achterste wieltoerental-
sensor
Neem contact op met de
dealer.
831
833 ...
835
Niet-plausibele signalen
van de wieltoerental-
sensor op het achterwiel.
Mogelijk ontbreekt de
sensorschijf. Deze is
defect of verkeerd gemon-
teerd; groot verschil in
diameter tussen voor- en
achterwiel; extreme rijom-
standigheden, bv. rijden
op het achterwiel
1Start het systeem opnieuw
op.
2Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet uitgaan.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
840 Interne ABS-fout Neem contact op met de
dealer.
850 Interne ABS-fout Neem contact op met de
dealer.
860, 861 Fout in de voeding 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
870, 871,
880
883 ...
885
Communicatiefout 1Start het systeem opnieuw
op.
2Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
889 Interne ABS-fout Neem contact op met de
dealer.
890 Het ABS-controlelampje is
defect of ontbreekt;
mogelijk werkt de ABS niet
Neem contact op met de
dealer.
geen
weer-
gave
Interne fout van het
display
Start het aandrijfsysteem
opnieuw op door dit uit en
weer in te schakelen.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
Tabel 24: Lijst storingsmeldingen display
Beschrijving Oplossingsrichting
Code:
Wanneer de accu zich buiten het
toegestane bereik voor de
laadtemperatuur bevindt, knipperen
drie LED's van de
laadtoestandweergave.
1Ontkoppel de oplader van de
accu.
2Laat de accu afkoelen.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
Code:
Wanneer een defect van de accu
wordt gedetecteerd, knipperen twee
LED's van de laadtoestandweergave.
Neem contact op met de
dealer.
Code:
Wanneer de oplader defect is en niet
oplaadt, knippert er geen enkele
LED. Afhankelijk van de laadtoestand
van de accu branden één of meer
LED's continu.
Neem contact op met de
dealer.
Code:
Wanneer er geen stroomt loopt,
knippert er geen enkele LED. 1Controleer alle connectoren.
2Controleer de contacten van
de accu op vuil. Maak de
contacten zo nodig
voorzichtig schoon.
3Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met de
dealer.
Tabel 25: Lijst storingsmeldingen accu
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 47
Gebruik
6.4 Instructie en klantenservice
De klantenservice wordt uitgevoerd door de
uitleverende dealer. Zijn contactgegevens staan
op de pedelecpas in deze gebruikshandleiding.
Uiterlijk bij de overdracht van de pedelec krijgt u
persoonlijk uitleg van de dealer over de functies
van de pedelec. Deze gebruikshandleiding wordt
u bij elke pedelec als naslagwerk overhandigd.
Of het nu gaat om onderhoud, ombouw of
reparatie – uw dealer zal ook in de toekomst voor
u klaar staan.
6.5 Pedelec aanpassen
Uitsluitend een correct aangepaste pedelec biedt
het gewenste rijcomfort en garandeert een
gezondheidsbevorderende activiteit. Stem
daarom voor het eerste gebruik het zadel, het
stuur en de vering af op uw lichaam en de door u
gewenste rijstijl.
6.5.1 Zadel afstellen
6.5.1.1 Zadelhoek afstellen
Voor een optimale zit moet de zadelhoek worden
aangepast aan de zithoogte en moeten de zadel-
en stuurstand worden aangepast aan de
zadelvorm. Hiermee kan zo nodig de zitpositie
worden geoptimaliseerd. Stel het zadel pas bij
nadat u de voor u geschikte stuurstand hebt
gevonden.
Voordat u de pedelec aan uw behoeften gaat
aanpassen, zet u het zadel horizontaal.
Afbeelding 30: Horizontale zadelhoek
6.5.1.2 Zithoogte bepalen
Om veilig de juiste zithoogte te bepalen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
1Ga op het voertuig zitten.
2Plaats uw hiel op het pedaal en strek uw been
volledig door zodat het pedaal op het laagste
punt staat van de omwenteling.
Bij de optimale zithoogte zit de berijder recht
op het zadel. Stel anders de lengte van de
zadelpen af op de juiste hoogte.
Afbeelding 31: Optimale zadelhoogte
Vallen door verkeerd afgestelde
aanhaalmomenten
Wanneer een schroef te strak wordt
vastgedraaid, kan deze breken. Wanneer een
schroef te los wordt vastgedraaid, kan deze
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
Neem altijd de op de schroef resp. in de
gebruikshandleiding vermelde
aanhaalmomenten in acht.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 48
Gebruik
6.5.1.3 Zithoogte met snelspanner afstellen
1Open de snelspanner van de zadelpen (1) om
de zithoogte te wijzigen. Trek hiervoor de
spanhendel weg van de zadelpen (3).
Afbeelding 32: Snelspanner van de zadelpen openen
2Stel de zadelpen af op de gewenste hoogte.
Afbeelding 33: Detailaanzicht zadelpen, voorbeelden van
de markering van de minimale insteekdiepte
3Sluit de spanhendel van de zadelpen door deze
helemaal tegen de zadelpen aan te
drukken (2).
4Controleer de spankracht van de snelspanner.
6.5.1.4 In hoogte verstelbare zadelpen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Voorbereiding
1Bij het eerste gebruik van de zadelpen moet u
deze een stevige "klap" omlaag geven om
deze in beweging te krijgen. Dat komt door de
natuurlijke neiging van de afdichting om olie
weg te drukken van het afdichtvlak. Dit hoeft
uitsluitend te worden gedaan voor het eerste
gebruik resp. wanneer het voertuig lange tijd
niet is gebruikt.
Zodra u de zadelpen eenmaal over de veerweg
hebt bewogen, verdeelt de olie zich over de
afdichting en functioneert de zadelpen
normaal.
Zadel lager zetten
Afbeelding 34: De hendel van de zadelpen, links (1) of
rechts (2) op het stuur gemonteerd
1Om het zadel lager te zetten, belast u het zadel
met de hand of gaat u op het zadel zitten.
2Druk op de hendel van de zadelpen en houd
deze ingedrukt.
3Laat de hendel los wanneer de gewenste
hoogte is bereikt.
Zadel hoger zetten
1Druk op de hendel van de zadelpen en houd
deze ingedrukt.
2Ontlast het zadel.
3Laat de hendel los wanneer de gewenste
hoogte is bereikt.
Vallen door een te hoog afgestelde zadelpen
Een te hoog afgestelde zadelpen leidt tot breuk
van de zadelpen of het frame. Een val met letsel is
het gevolg.
Trek de zadelpen slechts tot de markering van
de minimale insteekdiepte uit het frame.
3
4
5
1
2
3
VOORZICHTIG
!
3
4
2
1
e
tiert w
se Position zur Be
aber in einem spätere
ochmals montieren.
Sie den mitgelieferten Winkel mit de
orrichtung und stecken Sie die Hülle in die
nvorrichtung.
der
Remotehebel
5
Oder
28
12
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 49
Gebruik
6.5.1.5 Zitpositie afstellen
Het zadel kan op het zadelonderstel worden
verschoven. De juiste horizontale positie zorgt
voor een optimale hefboomstand van de benen.
Dat voorkomt knieklachten en een pijnlijke
bekkenscheefstand. Wanneer u het zadel meer
dan 10 mm hebt verschoven, moet u vervolgens
de zadelhoogte nogmaals afstellen omdat beide
afstellingen elkaar beïnvloeden.
Om veilig de juiste zitpositie af te stellen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
1Ga op het voertuig zitten.
2Zet de pedalen met de voet in horizontale
stand.
De berijder zit in de optimale zitpositie, wanneer
de loodlijn vanaf de knieschijf exact door de
pedaalas loopt.
3.1Wanneer de loodlijn achter het pedaal valt,
moet u het zadel verder naar voren afstellen.
3.2Wanneer de loodlijn voor het pedaal valt, moet
u het zadel verder naar achteren afstellen.
4Verstel het zadel uitsluitend binnen het
toegestane verstelbereik van het zadel
(markering op de staande achtervork).
Afbeelding 35: Loodlijn vanaf de knieschijf
6.5.2 Stuur afstellen
6.5.3 Voorbouw afstellen
6.5.3.1 Stuurhoogte afstellen
1Open de voorbouwspanhendel.
Afbeelding 36: Gesloten (1) en geopende (2)
voorbouwspanhendel, voorbeeld All Up
Het afstelling van het stuur mag uitsluitend in
stilstand worden uitgevoerd.
Maak de voorziene schroefverbindingen los,
stel het stuur af en zet de klemschroeven van
het stuur weer met het maximale
aanhaalmoment vast.
90°
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Hierdoor kunnen onderdelen
breken. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
Vallen door losgeraakte voorbouw
Onder belasting kunnen onjuist vastgedraaide
schroeven losraken. Hierdoor kan de voorbouw
los komen te zitten. Een val met letsel is het
gevolg.
Controleer na de eerste twee uren rijden dat
het stuur en het snelspansysteem goed vast
zitten.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 50
Gebruik
Afbeelding 37: Vergrendelhendel omhoog trekken,
voorbeeld All Up
2Trek het stuur uit naar de gewenste hoogte.
Neem de minimale insteekdiepte in acht.
3Sluit de voorbouwspanhendel.
6.5.3.2 Stuur verdraaien
Verdraai het stuur voor transport of
plaatsbesparende opslag.
1Open bij uitgetrokken stuur de
voorbouwspanhendel.
2Draai het stuur helemaal om over ca 90°.
Afbeelding 38: Stuur helemaal draaien, voorbeeld All Up
3Schuif het stuur volledig in.
4Sluit de voorbouwspanhendel.
Afbeelding 39: Eindstand, voorbeeld All Up
6.5.3.3 Spankracht snelspanners afstellen
Wanneer de spanhendel van het stuur voor zijn
eindstand stopt, moet de kartelmoer worden
uitgedraaid.
Wanneer de spankracht van de spanhendel van
de zadelpen onvoldoende is, moet de
kartelmoer worden ingedraaid.
Wanneer de spankracht niet kan worden
afgesteld, moet de dealer de snelspanner
controleren.
6.5.4 Rem afstellen
De grijpafstand van de remhendel kan worden
aangepast zodat deze beter bereikbaar is. Tevens
kan het drukpunt aan de voorkeur van de berijder
worden aangepast.
Ontbreekt hier een beschrijving van uw type rem,
neem dan contact op met uw dealer.
6.5.4.1 Grijpafstand Magura HS33 remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
U kunt de positie (de grijpafstand) van de
remhendel aan uw wensen aanpassen. De
aanpassing heeft geen effect op de stand van de
remblokken of het drukpunt.
De grijpafstand wordt afgesteld met de
stelschroef (1) met een T25 TORX®-sleutel.
Afbeelding 40: Grijpafstand remhendel Magura HS33
afstellen
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 51
Gebruik
Draai de stelschroef linksom in de
min-richting (–) uit.
De remhendel gaat dichter naar het
handvat toe.
Draai de stelschroef rechtsom in de
plus-richting (+) in.
De remhendel gaat verder van het handvat af.
6.5.4.2 Grijpafstand Magura HS22 remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
U kunt de positie (de grijpafstand) van de
remhendel aan uw wensen aanpassen.
De grijpafstand wordt afgesteld met de
stelschroef (1) met een T25 TORX®-sleutel.
Afbeelding 41: Grijpafstand remhendel Magura HS33
afstellen
Houd de remhendel licht aangetrokken.
Zet de schuif (2) naar buiten (–) in de stand II
of III.
De remhendel gaat dichter naar het stuur toe.
De remblokken gaan dichter naar de velg toe.
Het drukpunt wordt eerder bereikt.
Zet de schuif naar binnen (+) in de stand II of I.
De remhendel gaat verder van het stuur af.
De remblokken gaan verder van de velg af.
Het drukpunt wordt later bereikt.
6.5.4.3 Grijpafstand Magura schijfremhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
U kunt de positie (de grijpafstand) van de
remhendel aan uw wensen aanpassen. De
aanpassing heeft geen effect op de stand van de
remblokken of het drukpunt.
De grijpafstand wordt afgesteld met de
stelschroef (1) met een T25 TORX®-sleutel.
Afbeelding 42: Grijpafstand Magura schijfremhendel
afstellen
Vallen door verkeerde afstelling van de
grijpafstand
Bij een verkeerd afgestelde of verkeerd
gemonteerde rem kan de remwerking op elk
moment volledig verloren gaan. Een val met
ernstig letsel kan het gevolg zijn.
Controleer, nadat de grijpafstand is afgesteld,
de stand van de remcilinder. Corrigeer deze zo
nodig.
Vallen door verkeerde afstelling van de
grijpafstand
Bij verkeerd afgestelde of verkeerd gemonteerde
remcilinders kan de remwerking op elk moment
volledig verloren gaan. Een val met letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer dat de stevig aangetrokken rem-
hendel een minimale afstand van 20 mm tot
het stuur (4) behoudt.
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 52
Gebruik
Draai de stelschroef/ draaiknop (5) linksom in
de min-richting (–) uit.
De remhendel gaat dichter naar het handvat
toe.
Draai de stelschroef rechtsom in de plus-
richting (+) in.
De remhendel gaat verder van het handvat af.
6.5.4.4 Drukpunt Magura remhendel afstellen
Het drukpunt wordt afgesteld met de draaiknop.
Draai de draaiknop in de plus-richting (+).
De remhendel gaat dichter naar het handvat
van het stuur toe. Stel zo nodig de grijpafstand
opnieuw af.
De hendel bereikt sneller het drukpunt.
Afbeelding 43: Gebruik van de draaiknop (1) voor
afstelling van het drukpunt
6.5.5 Remvoeringen inrijden
Voor schijfremmen geldt een inremtijd. De remkracht
neemt toe met het verstrijken van de inremtijd.
Gedurende de inremtijd moet u zich er daarom van
bewust zijn, dat de remkracht kan toenemen.
Hetzelfde verschijnsel treedt op na het vervangen
van de remvoeringen of de remschijf.
1Versnel de pedelec naar ca. 25 km/h.
2Rem de pedelec af tot stilstand.
3Herhaal dit 30 tot 50 keer.
De schijfrem is ingereden en biedt de optimale
remwerking.
6.5.6 Suntour-vork afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat
kan behulpzaam zijn als uitgangspunt voor
latere, geoptimaliseerde afstellingen en bij
onbedoelde wijzigingen.
Falen van de remmen bij verkeerde afstelling
Wanneer het drukpunt wordt afgesteld met
remmen waarvan de remvoeringen en remschijf
hun slijtagegrens hebben bereikt, kan dat leiden
tot falen van de remmen en een ongeval met
letsel.
Controleer voor het afstellen van het drukpunt,
dat de slijtagegrens van de remvoeringen en
remschijf niet is bereikt.
WAARSCHUWING
!
1
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 53
Gebruik
6.5.6.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg hangt af van het gewicht
en de zitpositie van de berijder. De negatieve
veerweg moet, al naar gelang voorkeur en
gebruik, liggen tussen 15% (hard) en 30% (zacht)
van de totale veerweg van de vork.
6.5.6.2 Negatieve veerweg voorvork met
stalen veer afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
De voorspanning van de veer in de vork kan op
het gewicht van de berijder en de rijstijl worden
afgesteld. Deze vermindert de negatieve veerweg
van de vork.
Afbeelding 44: Afstelwiel voor de negatieve veerweg op de
kroon van de verende voorvork
1Het afstelwiel voor de negatieve veerweg kan
zich onder een kunststof afdekking op de
kroon bevinden. Verwijder de kunststof
afdekking.
Draai het afstelwiel voor de negatieve
veerweg rechtsom om de voorspanning van de
voorspanning te verhogen.
Draai het afstelwiel voor de negatieve
veerweg linksom om de voorspanning van de
voorspanning te verlagen.
De optimale afstelling is bereikt, wanneer de
vorkpoot onder het gewicht van de berijder
3 mm inveert.
2Breng na het afstellen de kunststof afdekking
weer aan op de kroon.
6.5.6.3 Negatieve veerweg voorvork met
luchtvering afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Het luchtventiel bevindt zich onder de
ventieldop op de kroon van de linker vorkpoot.
Verwijder de ventieldop.
Afbeelding 45: Schroefafdekkingen in verschillende
uitvoeringen
1Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
luchtventiel.
2Pomp de voorvork met luchtvering op naar de
gewenste druk. Houd u aan de waarden in de
Suntour vuldruktabel. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk.
3Verwijder de hogedruk demperpomp.
4Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker. Deze afstand is de totale
veerweg van de vork.
5Schuif een tijdelijk aangebrachte kabelbinder
aan de onderzijde tegen de vuilafstrijker.
6Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage.
7Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
Gewicht van de
berijder AION, NEX XCR 32, XCR 34
< 55 kg 35 - 50 psi 40 - 55 psi
55 - 65 kg 50 - 60 psi 55 - 65 psi
65 - 75 g 60 - 70 psi 65 - 75 psi
75 - 85 kg 70 - 85 psi 75 - 85 psi
85 - 95 kg 85 - 100 psi 85 - 95 psi
> 100 kg + 105 psi + 100 psi
maximale luchtdruk 150 psi 180 psi
Tabel 26: Suntour vuldruktabel voor luchtvorken
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 54
Gebruik
8Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
9Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
kabelbinder.
Deze maat is de negatieve veerweg. De
aanbevolen-waarde ligt tussen 15% (hard)
en 30% (zacht) van de totale veerweg van de
vork.
10 Verhoog of verlaag de luchtdruk tot de
gewenste negatieve veerweg is bereikt.
Wanneer de negatieve veerweg correct is,
draait u de ventieldop weer rechtsom vast.
Wanneer de gewenste negatieve veerweg niet
kan worden bereikt, moet er mogelijk een
interne afstelling worden aangepast. Neem
contact op met uw dealer.
6.5.6.4 Trekdemper van de voorvork met lucht-
vering afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
De afstelling van de trekdemper is afhankelijk van
de afstelling van de negatieve veerweg: een hoge
negatieve veerweg vereist een lagere afstelling
van de trekdemper.
1Draai de Suntour trekdemperschroef
helemaal rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 46: Suntour trekdemperschroef (2), vork (1)
2Draai de Suntour trekdemperschroef iets
linksom.
3Stel de trekdemper zo af, dat de vork snel
uitveert zonder naar boven door te slaan. Bij
doorslaan veert de vork te snel uit en komt
deze abrupt tot stilstand wanneer deze de
volledige uitveerweg bereikt. Daarbij is een
lichte tik hoor- en voelbaar.
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 55
Gebruik
6.6 Accessoires
Voor pedelecs zonder zijstandaard wordt een
fietsstandaard aanbevolen waar of het voorwiel of
het achterwiel veilig in kan worden gezet.
Onderstaande accessoires worden aanbevolen:
*Systeemcomponenten zijn afgestemd op de
bagagedrager en zorgen voor voldoende
stabiliteit door hun speciale krachtoverdracht.
**Systeemcomponenten zijn afgestemd op het
aandrijfsysteem.
6.6.1 Kinderzitje
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de pedelec passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de pedelec passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder optimaal
is en het hoogste toegestane totaalgewicht van de
pedelec wordt aangehouden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en het kinderzitje.
Beschrijving Artikelnummer
Beschermende hoes voor
elektrische onderdelen 080-41000 ff
Fietstassen,
systeemcomponent* 080-40946
Bagagedragermand,
systeemcomponent* 051-20603
Bagagedragerbox,
systeemcomponent* 080-40947
Fietsstandaard,
universele standaard XX-TWO14B
Tabel 27: Accessoires
Vallen door een verkeerd kinderzitje
De bagagedrager en de framebuis zijn niet
geschikt voor kinderzitjes en kunnen breken. Dit
kan leiden tot een val met ernstig letsel voor de
berijder en het kind.
Bevestig nooit een kinderzitje aan het zadel,
het stuur of de framebuis.
Vallen door onjuist gebruik
Het gebruik van een kinderzitje is van grote
invloed op de rijeigenschappen en de stabiliteit
van de pedelec. Dit kan leiden tot verlies van de
controle en een val met letsel.
Oefen een veilig gebruik met het kinderzitje
voordat de pedelec op de openbare weg wordt
gebruikt.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Beknellingsgevaar door open veren
Het kind kan met de vingers bekneld raken tussen
de open veren of het open mechanisme van het
zadel resp. de zadelpen.
Monteer nooit een zadel met open veren
wanneer een kinderzitje wordt gebruikt.
Monteer nooit een verende zadelpen met open
mechanisme resp. open veren wanneer een
kinderzitje wordt gebruikt.
Aanwijzing
Neem de wettelijke bepalingen voor het
gebruik van kinderzitjes in acht.
Neem de bedienings- en
veiligheidsaanwijzingen voor het kinderzitje in
acht.
Overschrijd nooit het hoogste toegestane
totaalgewicht.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 56
Gebruik
6.6.2 Aanhanger
Een pedelec, die is vrijgegeven voor gebruik van
een aanhanger, is voorzien van een
overeenkomstige waarschuwingssticker. Er
mogen uitsluitend aanhangers worden gebruikt,
waarvan de verticale belasting en gewicht de
toegestane waarden niet overstijgen.
Afbeelding 47: Waarschuwingssticker aanhanger
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij de pedelec passend
aanhangersysteem. Voor behoud van de
veiligheid moet daarom de eerste montage van
een aanhanger door de dealer worden uitgevoerd.
6.6.3 Bagagedrager
De dealer dient u graag van advies bij de keuze
van een geschikte bagagedrager.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een bagagedrager door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een bagagedrager let de
dealer erop, dat de bevestiging bij de pedelec
past, dat alle onderdelen worden gemonteerd en
stevig worden bevestigd, dat schakelkabels,
remkabels, hydraulische en elektrische leidingen
zo nodig worden aangepast, dat de
bewegingsvrijheid van de berijder optimaal is en
het hoogste toegestane totaalgewicht van de
pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en de bagagedrager.
Vallen door falen van de remmen
Bij een hoge aanhangerbelading kan de remweg
langer zijn. De lange remweg kan leiden tot een
val of ongeval met letsel.
Overschrijd nooit de vermelde maximale
aanhangerbelading.
Aanwijzing
De bedienings- en veiligheidsaanwijzingen
voor het aanhangersysteem moeten in acht
worden genomen.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik van
fietsaanhangers moeten in acht worden
genomen.
Gebruik uitsluitend koppelingssystemen met
typegoedkeuring.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 57
Gebruik
6.7 Checklist voor het rijden
Controleer de pedelec elke keer voor het
rijden.
Neem de pedelec buiten gebruik bij
afwijkingen.
Controleer de pedelec op volledigheid.
Controleer de bevestiging van de accu.
Controleer o.a. verlichting, reflectoren en remmen op
sterke vervuiling.
Controleer spatborden, bagagedrager en
kettingbeschermer op deugdelijke montage.
Controleer voor- en achterwiel op een rechte loop. Dat is
met name van belang wanneer de pedelec getransporteerd
is geweest of met een slot vastgezet is geweest.
Controleer de ventielen en de bandenspanning. Corrigeer
deze zo nodig voor het rijden.
Controleer bij een hydraulische velgrem of de
vergrendelingshendels zich volledig gesloten in hun
eindstand bevinden.
Controleer de voor- en achterwielrem op hun goede
werking. Druk daarvoor de remhendels in om te controleren
of deze in de gebruikelijke stand tegendruk geven. De rem
mag geen remvloeistof verliezen.
Controleer de rijverlichting op een goede werking.
Controleer op ongewone geluiden, trillingen, geuren,
verkleuringen, vervormingen, scheuren, groeven,
schuurplekken en slijtage. Dit duidt op materiaalmoeheid.
Controleer het veersysteem op scheuren, deuken, butsen,
aanlopende delen en vrijgekomen olie. Kijk ook naar delen
aan de onderzijde van de pedelec die niet in het zicht
liggen.
Controleer dat alle snelspanners, voor zover deze gebruikt
worden, zich volledig gesloten in hun eindstand bevinden.
Let op een ongewoon gevoel bij het remmen, trappen of
sturen.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 58
Gebruik
6.8 Zijstandaard gebruiken
6.8.1 Zijstandaard omhoog klappen
Klap de zijstandaard voor het rijden met de
voet volledig omhoog.
6.9 Bagagedrager gebruiken
Verdeel de bagage zo evenredig mogelijk over
de linker- en rechterzijde.
Het gebruik van fietstassen of bagagemanden
wordt aanbevolen.
Op de bagagedrager staat het maximale
draagvermogen vermeld.
Overschrijd nooit het hoogste toegestane
totaalgewicht bij het beladen.
Overschrijd nooit het maximale
draagvermogen van de bagagedrager.
Breng nooit wijzigingen aan aan de
bagagedrager.
6.10 Zadel gebruiken
Draag geen spijkerbroek omdat anders de
bekleding van het zadel kan beschadigen.
Draag bij de eerste ritten donkere kleding
omdat een nieuw lederen zadel kan afgeven.
Dek het zadel af met een hoes wanneer de
pedelec buiten wordt geparkeerd.
Vallen door beladen bagagedrager
Een beladen bagagedrager heeft invloed op het
rijgedrag van de pedelec, in het bijzonder bij het
sturen en remmen. Dat kan leiden tot verlies van
de controle. Een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Oefen een veilig gebruik met beladen
bagagedrager voordat de pedelec op de
openbare weg wordt gebruikt.
Beknelling van de vingers door veerklem
De veerklem van de bagagedrager heeft een hoge
spankracht. De vingers kunnen bekneld raken.
Laat de veerklem nooit ongecontroleerd
dichtklappen.
Let bij het sluiten van de veerklem op de positie
van de vingers.
Vallen door niet vastgezette bagage
Losse of niet vastgezette voorwerpen op de
bagagedrager, bv. riemen, kunnen in het
achterwiel verstrikt raken. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
kunnen de reflectoren of de rijverlichting afdekken.
De pedelec kan daardoor in het wegverkeer over
het hoofd worden gezien. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Zet op de bagagedrager geplaatste
voorwerpen voldoende vast.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
mogen nooit de reflectoren, de koplamp of het
achterlicht afdekken.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 59
Gebruik
6.11 Accu
Schakel de accu en het aandrijfsysteem uit
voordat de accu wordt verwijderd of aangebracht.
6.11.1 Frame-accu
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.11.1.1 Frame-accu verwijderen
Afbeelding 48: Frame-accu verwijderen en aanbrengen
1Open het accuslot met de accusleutel (zie (1)).
2Kantel de accu uit het bovenste deel van de
houder van de frame-accu.
3Trek de accu uit de houder van de frame-accu
(zie (2)).
6.11.1.2 Frame-accu aanbrengen
1Plaats de accu op de contacten in het onderste
deel van de houder van de frame-accu
(zie (3)).
2Verwijder de accusleutel uit het accuslot
(zie (4)).
3Kantel de accu tot helemaal in het bovenste
deel van de houder van de frame-accu.
Er klinkt een klik.
4Controleer dat de aangebrachte accu goed
vast zit.
6.11.2 Bagagedrageraccu
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.11.2.1 Bagagedrageraccu verwijderen
Afbeelding 49: Bagagedrageraccu verwijderen (2) en
aanbrengen (3)
1Open het accuslot met de accusleutel (zie (1)).
2Trek de accu naar achteren uit de houder voor
de bagagedrageraccu (zie (2)).
3Verwijder de accusleutel uit het accuslot
(zie (1)).
6.11.2.2 Bagagedrageraccu aanbrengen
1Schuif de accu met de contacten naar voren in
de houder van de bagagedrageraccu tot deze
vast klikt (zie (3)).
2Controleer dat de aangebrachte accu goed
vast zit.
(2)
(1)
(3)
(4)
(1) (2)
(3)
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 60
Gebruik
6.11.3 Accu laden
De omgevingstemperatuur moet tijdens het laden
tussen 0 °C en 40 °C liggen.
De accu kan bij het laden op de pedelec blijven
zitten of worden verwijderd.
Een onderbreking van het laden leidt niet tot
schade aan de accu.
1Verwijder zo nodig de afdekking van de
kabelaansluiting.
2Sluit de netstekker van de oplader aan op een
normale geaarde contactdoos.
3Steek de laadkabel in de laadaansluiting van
de accu.
Het laden start automatisch.
Tijdens het opladen geeft de
laadtoestandweergave de laadtoestand aan.
Bij ingeschakeld aandrijfsysteem wordt het
laden op het display weergegeven.
Het laden is voltooid wanneer de LED's van de
bedrijfs- en laadtoestandweergave uitgaan.
4Ontkoppel na het opladen de accu van de
oplader.
5Ontkoppel de oplader van het lichtnet.
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
Aanwijzing
Wanneer tijdens het laden een storing optreedt,
wordt een systeemmelding weergegeven.
Neem onmiddellijk de oplader en de accu
buiten bedrijf en volg de aanwijzingen .
Aansluitwaarden 230 V, 50 Hz
VOORZICHTIG
!
Aanwijzing
Let op de juiste netspanning! De spanning van
de netvoeding moet overeenkomen met de
gegevens op de typeplaat van de oplader.
Opladers voor 230 V kunnen op 220 V worden
gebruikt.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 61
Gebruik
6.12 Elektrisch aandrijfsysteem
6.12.1 Elektrisch aandrijfsysteem
inschakelen
Er is een voldoende opgeladen accu op de
pedelec aangebracht.
De accu zit goed vast. De accusleutel is
verwijderd.
Er zijn drie mogelijkheden om het aandrijfsysteem
in te schakelen.
Aan/uit-toets (accu)
Druk kort op de aan/uit-toets (accu).
Aan/uit-toets (display)
Druk kort op de aan/uit-toets (display).
Ingeschakeld display
Wanneer het display bij het aanbrengen in de
houder al is ingeschakeld, wordt het
elektrische aandrijfsysteem automatisch
ingeschakeld.
Na het inschakelen wordt op het display de
snelheid 0 KM/H weergegeven. Controleer
anders of het display wel goed is vastgeklikt.
Wanneer het aandrijfsysteem is ingeschakeld,
wordt de aandrijving geactiveerd zodra de
pedalen met voldoende kracht worden
voortbewogen (behalve in de stand
duwondersteuning of met
ondersteuningsniveau "OFF").
Het motorvermogen is afhankelijk van het op
het display ingestelde ondersteuningsniveau.
Zodra het systeem is geactiveerd, verschijnt
gedurende korte tijd ACTIVE LINE/
PERFORMANCE LINE op het display.
6.12.2 Aandrijfsysteem uitschakelen
Zodra u in normaal bedrijf stopt met trappen op de
pedalen, of zodra u een snelheid bereikt van
25 km/h, wordt de ondersteuning door het
aandrijfsysteem uitgeschakeld. De ondersteuning
wordt weer ingeschakeld wanneer u op de
pedalen trapt en de snelheid onder 25 km/h ligt.
Tien minuten na het laatste commando schakelt
het systeem automatisch uit. Er zijn drie
mogelijkheden om het aandrijfsysteem handmatig
uit te schakelen.
Aan/uit-toets (display)
Druk kort op de aan/uit-toets (display).
Aan/uit-toets (accu)
Druk op de aan/uit-toets (accu).
Display verwijderen
Verwijder het display uit de houder.
De LED's van de bedrijfs- en
laadtoestandweergave gaan uit.
Vallen door niet kunnen remmen
Het ingeschakelde aandrijfsysteem kan door
inwerking van krachten op de pedalen worden
geactiveerd. Wanneer de aandrijving onbedoeld
wordt geactiveerd en de rem niet bereikt kan
worden, kan een val met letsel het gevolg zijn.
Start nooit het elektrische aandrijfsysteem
resp. schakel dit onmiddellijk uit wanneer de
rem niet betrouwbaar kan worden bereikt.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 62
Gebruik
6.13 Display
.
Afbeelding 50: Overzicht display
6.13.1 Overzicht acties op het display
6.13.2 Display inschakelen
Druk kort op de aan/uit-toets (display).
Het elektrische aandrijfsysteem is
ingeschakeld.
6.13.3 Display uitschakelen
Druk kort op de aan/uit-toets (display).
Het elektrische aandrijfsysteem is
uitgeschakeld.
Vallen door afleiding
Ongeconcentreerd rijden in het verkeer verhoogt
het risico van een ongeval. Dit kan leiden tot een
val met ernstig letsel.
Laat u nooit door het display afleiden.
Stop de fiets om bedieningen op het display uit
te voeren die verder gaan dan alleen het
wijzigen van het ondersteuningsniveau. Voer
gegevens uitsluitend in stilstand in.
Aanwijzing
Gebruik het display nooit als handgreep.
Wanneer de pedelec aan het display wordt
opgetild, kan het display onherstelbaar
beschadigen.
Wanneer u de pedelec meerdere weken niet
gaat gebruiken, moet u de batterijen uit het
display verwijderen.
Stel de displayhelderheid zo in, dat teksten en
pictogrammen passend waargenomen kunnen
worden.
Picto-
gram Naam
1WALK Duwondersteuningstoets
2 USB-aansluiting
3Aan/uit-toets (display)
4 Weergave
5+Plus-toets
6Min-toets
Tabel 28: Overzicht bediening met display
VOORZICHTIG
!
WALK
WALK
WALK
W
AL
W
W
W
W
W
W
A
A
L
K
K
K
K
K
W
W
W
W
W
W
W
W
WWWW
WW
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
WW
W
W
W
W
A
A
WW
W
W
A
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
W
A
WW
AAAA
AA
A
AA
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
LLLL
LL
L
AA
A
A
A
A
L
L
LL
L
L
L
L
K
KKKK
KK
K
K
K
K
K
KK
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
1
23
4
5
6
Actie Toets Duur
Display inschakelen kort
Display uitschakelen kort (< 1 s)
Duwondersteuning gebruiken WALK
+
1. kort (< 1 s)
2. naar wens
Ondersteuning verhogen +kort (< 1 s)
Ondersteuning reduceren kort (< 1 s)
Weergave TRIP, TOTAL,
RANGE,
ondersteuningsstanden
gemiddeld (1 - 2,5 s)
Rijverlichting inschakelen +gemiddeld (1 - 2,5 s)
Rijverlichting uitschakelen +lang (> 2,5 s)
Afgelegde afstand resetten – + lang (> 2,5 s)
Van kilometers naar mijlen
omschakelen
1. vasthouden
2. kort (< 1 s)
Versiestanden opvragen
– + 1. vasthouden
2. kort (< 1 s)
Displayhelderheid instellen
– +
of +
1. vasthouden
2. kort (< 1 s)
3. kort (< 1 s)
Tabel 29: Overzicht acties op het display
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 63
Gebruik
6.14 Duwondersteuning gebruiken
De duwondersteuning ondersteunt de berijder bij
het duwen van de pedelec. De snelheid kan
daarbij maximaal 6 km/h bedragen.
De duwondersteuning kan bij het ondersteunings-
niveau OFF niet worden geactiveerd.
De trekkracht en de snelheid van de
duwondersteuning worden beïnvloed door de
gekozen versnelling. Om de aandrijving te
ontzien, wordt voor duwen bergop de eerste
versnelling aanbevolen.
Ondersteuningsniveau OFF mag niet zijn
geselecteerd.
1Druk kort (< 1 s) op de
duwondersteuningstoets om de
duwondersteuning te activeren.
2Druk binnen 3 seconden op de plus-toets en
houd deze ingedrukt om de duwondersteuning
in te schakelen.
3Laat de plus-toets los om de
duwondersteuning uit te schakelen.
De duwondersteuning schakelt automatisch uit
zodra de wielen van de pedelec worden
geblokkeerd of de snelheid meer dan 6 km/h
bedraagt.
6.14.1 Rijverlichting gebruiken
Om de rijverlichting in te kunnen schakelen,
moet het aandrijfsysteem zijn ingeschakeld.
Druk gemiddeld lang (1 - 2,5 s) op de plus-
toets.
De rijverlichting is ingeschakeld. Het pictogram
rijverlichting wordt weergegeven.
Druk lang (> 2,5 s) op de plus-toets.
De rijverlichting is uitgeschakeld. Het
pictogram rijverlichting wordt niet
weergegeven.
6.14.2 Ondersteuningsniveau selecteren
Druk kort (< 1 s) op de plus-toets om het
ondersteuningsniveau te verhogen.
Druk kort (< 1 s) Druk op de min-toets om het
ondersteuningsniveau te verlagen.
6.14.3 Reisinformatie
De weergegeven reisinformatie kan worden
gewijzigd en voor een deel worden gereset.
6.14.3.1 Reisinformatie wijzigen
Druk gemiddeld lang (1 - 2,5 s) op de min-
toets.
Afwisselend wordt de reisinformatie afgelegde
afstand (TRIP), totaal afgelegde afstand
(TOTAL), bereik (RANGE) en de gebruikte
ondersteuningsstand op het display
weergegeven.
6.14.3.2 Afgelegde afstand resetten
1Selecteer de reisinformatie TRIP.
2Druk tegelijkertijd lang (> 2,5 s) op de plus-
toets en de min-toets.
Op het display wordt RESET weergegeven.
3Wanneer de plus-toets en de min-toets langer
tegelijk ingedrukt worden gehouden, wordt de
afgelegde afstand gereset naar 0.
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik
van de duwondersteuning. Wanneer de wielen
van de pedelec bij gebruik van de duwondersteu-
ning geen contact maken met de ondergrond (bv.
tijdens het tillen op een trap of het beladen van
een fietsdrager) bestaat gevaar voor letsel.
Gebruik de duwondersteuningsfunctie
uitsluitend tijdens het duwen van de pedelec.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning
moet de pedelec met beide handen veilig
worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 64
Gebruik
6.14.3.3 Bereik resetten
1Selecteer de reisinformatie RANGE.
2Druk tegelijkertijd lang (> 2,5 s) op de plus-
toets en de min-toets.
Op het display wordt RESET weergegeven.
3Wanneer de plus-toets en de min-toets langer
tegelijk ingedrukt worden gehouden, wordt het
bereik gereset naar 0.
6.14.3.4 Eenheid tachometer wijzigen
U kunt de weergegeven waarden omschakelen
van kilometers naar mijlen.
1Houd de min-toets ingedrukt.
2Druk kort (< 1 s) op de aan/uit-toets (display).
Alle waarden worden gewijzigd van kilometers
naar mijlen.
6.14.3.5 Versiestanden en typenummers
weergeven
Voor onderhoudsdoeleinden kunnen de
versiestanden van de deelsystemen en hun
typenummers worden opgevraagd, voor zover de
deelsystemen deze informatie doorgeven
(afhankelijk van het deelsysteem).
Het aandrijfsysteem moet uitgeschakeld zijn.
1Houd tegelijkertijd de plus-toets en de min-
toets ingedrukt.
2Druk kort (< 1 s) op de aan/uit-toets (display).
De versie resp. het typenummer wordt als
lopende tekst weergegeven.
6.14.3.6 Displayhelderheid instellen
Het display moet zijn uitgeschakeld.
1Houd tegelijkertijd de plus-toets en de min-
toets ingedrukt.
2Druk kort (< 1 s) op de aan/uit-toets (display).
3Stel met de plus-toets of de min-toets de
displayhelderheid zo in, dat alle teksten en
pictogrammen passend kunnen worden
waargenomen.
6.14.4 USB-aansluiting gebruiken
6.14.5 Batterij vervangen
Als de boordcomputer LOW BAT op het display
laat zien, is de batterij leeg en moet hij worden
vervangen.
Afbeelding 51: Display met bevestigingsschroef (1) en
deksel (2) van het batterijcompartiment
1Verwijder het display van het stuur door de
bevestigingsschroef (1) van het display los te
draaien.
2Open het deksel van het
batterijcompartiment (2) met een passend
muntstuk.
3Verwijder de lege batterij.
4Breng nieuwe displaybatterijen aan van het
type CR 2016. De door Bosch aanbevolen
batterijen zijn verkrijgbaar bij uw dealer. Let bij
het plaatsen van de displaybatterijen op de
juiste polariteit.
5Sluit het batterijcompartiment weer en bevestig
het display met de bevestigingsschroef (1) op
het stuur.
Aanwijzing
De USB-aansluiting is uitsluitend bedoeld voor
aansluiting van diagnosesystemen. De USB-
aansluiting moet altijd geheel gesloten zijn met de
beschermkap.
Via de USB-aansluiting binnendringend vocht kan
in het display kortsluiting veroorzaken.
Controleer regelmatig dat het rubberen klepje
van de USB-aansluiting correct is aangebracht
en corrigeer dat zo nodig.
WALK
WALK
WALK
W
AL
W
W
W
W
W
W
A
A
A
AL
L
L
K
K
K
K
W
W
W
W
W
W
W
W
WWWW
WW
W
WW
W
W
WW
W
W
W
W
W
W
W
W
W
WA
WA
WW
W
W
W
W
WA
W
W
W
W
W
WW
W
WA
WW
WAWAWAWA
WAWA
WA
WW
A
A
WA
A
WA
A
A
A
A
A
A
A
A
A
LLLL
ALAL
AL
W
W
A
WA
WA
WA
L
AL
AL
AL
L
L
ALAL
AL
LK
L
L
KKKK
LKLK
LK
K
K
KK
K
K
K
K
KK
K
K
K
K
K
K
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 65
Gebruik
6.15 Rem
Tijdens het rijden wordt de aandrijfkracht van de
motor uitgeschakeld zodra de berijder niet meer
op de pedalen trapt. Bij remmen schakelt het
aandrijfsysteem niet uit.
Trap tijdens het remmen niet meer op de
pedalen voor een optimaal remresultaat.
Vallen door falen van de remmen
Olie of smeermiddelen op de remschijf van een
schijfrem resp. op de velg van een velgrem
kunnen leiden tot het volledig falen van de rem.
Dit kan leiden tot een val met ernstig letsel.
Laat nooit olie of smeermiddelen in contact
komen met de remschijf resp. met de
remblokken en de velg.
Wend u tot een dealer of werkplaats voor
reiniging of vervanging van componenten
wanneer de remblokken in contact zijn
gekomen met olie of smeermiddelen.
Bij lang, continu gebruik van de rem (bv. bij een
lange afdaling), kan de olie in het remsysteem
warm worden. Hierdoor kan zich een dampbel
vormen. Dat leidt tot expansie van eventueel in
het remsysteem aanwezig water of lucht.
Hierdoor kan de slag van de remhendel plotseling
groter worden. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Laat bij lange afdalingen de rem regelmatig
los.
Amputatie door draaiende remschijf
De remschijf van de schijfrem is zo scherp, dat
deze ernstig letsel van de vingers veroorzaakt
wanneer deze in de openingen van de remschijf
komen.
Houd de vingers altijd verwijderd van
draaiende remschijven.
Brandwonden door heetgelopen remmen
De remmen kunnen tijdens gebruik zeer heet
worden. Bij contact kunnen brandwonden
optreden of kan brand ontstaan.
Vermijd contact met de onderdelen van de rem
direct na het rijden.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Vallen door natte omstandigheden
Op natte straten kunnen de banden slippen.
Onder natte omstandigheden moet tevens
rekening worden gehouden met een langere
remweg. Dan kan het remmen ook anders
aanvoelen dan normaal. Dit kan leiden tot verlies
van controle of tot een val met letsel.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Vallen door verkeerd gebruik
Onjuist gebruik van de rem kan leiden tot verlies
van de controle of tot een val met letsel.
Verplaats uw lichaamsgewicht zo ver mogelijk
naar achteren en omlaag.
Oefen het remmen, ook in noodsituaties,
voordat de pedelec op de openbare weg wordt
gebruikt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer u bij het
indrukken van de remhendel geen weerstand
voelt. Neem contact op met een dealer.
Vallen na reiniging of opslag
Het remsysteem is niet bedoeld voor gebruik bij
een op de kop gezette of platgelegde pedelec.
Hierdoor kan de rem onder bepaalde
omstandigheden niet correct werken. Dit kan
leiden tot een val met letsel.
Wanneer de pedelec op de kop gezet of
platgelegd is geweest, moet voor het rijden de
rem enkele keren worden bediend om te
zorgen dat deze weer normaal werkt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer de rem niet
goed werkt. Neem contact op met een dealer.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 66
Gebruik
6.15.1 Remhendel gebruiken
Afbeelding 52: Remhendel achter (1) en voor (2),
voorbeeld Shimano rem
Knijp in de linker remhendel voor bediening van
de voorwielrem.
Knijp in de rechter remhendel voor bediening van
de achterwielrem.
Draai om de uitveersnelheid te verhogen, het
afstelwiel linksom.
Draai om de uitveersnelheid te verlagen, het
afstelwiel rechtsom.
6.15.2 Terugtraprem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
1Zet de pedalen een stuk voorbij de 3-uur- resp.
9-uur-stand.
2Trap op de pedalen tegen de rijrichting in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 67
Gebruik
6.16 Vering en demping
6.16.1 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 53: Suntour drukdemperafsteller met de
standen OPEN (1) en LOCK (2)
In de stand OPEN is de demping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt.
Gebruik de stand LOCK wanneer de vork
stijver moet aanvoelen of wanneer u op een
zachte ondergrond of in de bergen rijdt.
De standen tussen OPEN en LOCK zijn voor
fijnafstemming van de demping.
Het wordt aanbevolen de drukdemperafsteller in
eerste instantie in de stand OPEN te zetten.
De drukdemping stuurt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper bij langzame stoten inveert,
bv. wanneer de berijder zijn gewicht verplaatst, bij
lichte stoten en bij het rijden door bochten. De
drukdemping verbetert de controle en efficiency.
Met een te hoge drukdemping voelt de vering bij
stoten te hard aan. De drukdemper wordt
afgesteld met de demperhendel.
Draai de hendel rechtsom (+) om de
inveersnelheid te verlagen.
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 68
Gebruik
6.17 Versnelling
De keuze van de juiste versnelling is een
voorwaarde voor het rijden met zo weinig mogelijk
inspanning en voor een goede werking van het
elektrische aandrijfsysteem. De optimale
trapfrequentie ligt tussen 70 en
80 omwentelingen per minuut.
Onderbreek tijdens het schakelen kort het
trappen. Daardoor gaat het schakelen
gemakkelijker en treedt minder slijtage op van
de aandrijflijn.
6.17.1 Derailleur gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Door de juiste versnelling te kiezen, kan met
dezelfde krachtsinspanning zowel de snelheid als
het bereik gebruiken vergroot. Derailleur
gebruiken.
Afbeelding 54: Schakelhendel omlaag (1) en
schakelhendel omhoog (2) van de linker (I) en
rechter (II) versnelling
Schakel met de schakelhendels naar de
passende versnelling.
De versnelling schakelt over.
De schakelhendel keert terug naar de
uitgangspositie.
Reinig en smeer de derailleur wanneer het
overschakelen blokkeert.
6.17.2 Versnellingsnaaf gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
III
1
22
1
Vallen door verkeerd gebruik
Wanneer tijdens het schakelen teveel druk op de
pedalen wordt uitgeoefend en de schakelhendel
wordt bediend of wanneer in één keer met
meerdere versnellingen wordt overgeschakeld,
kunnen de voeten van de pedalen schieten. Een
val of over de kop slaan met letsel kan het gevolg
zijn.
Het overschakelen met meerdere versnellingen
naar een kleine versnelling kan ertoe leiden, dat
de buitenhuls van de draaibare
handvatschakelaar verspringt. Dit leidt niet tot
problemen met de werking van de draaibare
handvatschakelaar omdat de buitenste geleiding
na het schakelen weer in de oorspronkelijke
stand terugkeert.
Oefen tijdens het schakelen weinig kracht uit
op de pedalen.
Schakel nooit meer dan één versnelling over.
Aanwijzing
Het inwendige van de naaf is niet volledig
waterdicht. Wanneer water in de naaf
binnendringt, kan deze gaan roesten en daardoor
niet meer schakelen.
Gebruik de pedelec nooit op plaatsen waar
water in de naaf kan binnendringen.
Het kan soms voorkomen, dat de derailleur in de
naaf na het schakelen geluiden maakt, die
verband houden met het normale schakelproces.
Demonteer de naaf nooit zelf. Neem contact
op met uw dealer.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 69
Gebruik
Afbeelding 55: Voorbeeld gebruik Shimano Nexus
versnelling
Draai de draaibare handvatschakelaar (1) naar
achteren om op te schakelen (4).
Draai de draaibare handvatschakelaar (1) naar
voren om neer te schakelen (2).
De versnelling schakelt over.
Het display (3) geeft de geschakelde
versnelling aan.
1
2
3
4
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 70
Gebruik
6.18 Pedelec parkeren
1Schakel het aandrijfsysteem uit
(zie paragraaf 6.12.2).
2Klap na het afstappen de zijstandaard met de
voet volledig omlaag om de pedelec te
parkeren. Controleer dat deze stevig staat.
3Parkeer de pedelec voorzichtig en controleer
dat deze stabiel staat.
4Reinig de verende voorvork en de pedalen
(zie paragraaf 7.1).
5Dek het zadel met af met een hoes wanneer de
pedelec buiten wordt geparkeerd.
6Zet de pedelec op slot met een fietsslot.
7Verwijder, om diefstal te voorkomen, de accu
(zie paragraaf 6.11.1.1, 6.11.2.1 of 6.11.3.1)
en, indien van toepassing, de smartphone
(zie paragraaf 6.6.4).
Aanwijzing
Door hitte of invallend zonlicht kan de
bandenspanning toenemen tot boven de
toegestane maximale druk. Hierdoor kan de band
falen.
Parkeer de pedelec nooit in de zon.
Controleer op warme dagen regelmatig de
bandenspanning en corrigeer deze zo nodig.
Door de open uitvoering kan binnendringend
vocht bij temperaturen onder nul bepaalde
functies verstoren.
Houd de pedelec altijd droog en vorstvrij.
Wanneer de pedelec wordt gebruikt bij
temperaturen onder 3 °C, moet de dealer
vooraf een inspectie uitvoeren en het gebruik
in de winter voorbereiden.
Onder het hoge gewicht van de pedelec kan de
zijstandaard in een zachte ondergrond
wegzakken. De pedelec kan kantelen en
omvallen.
Parkeer de pedelec uitsluitend op een vlakke,
stevige ondergrond.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 71
Reinigen en onderhouden
7 Reinigen en onderhouden
Checklist reiniging
Checklist onderhoud
De onderhoudsmaatregelen moeten periodiek
worden uitgevoerd. Neem bij twijfel contact op
met uw dealer.
7.1 Reiniging elke keer na het rijden
7.1.1 Verende voorvork reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de standbuizen en de
vuilafstrijkers.
Controleer de staande buizen op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
Controleer de luchtdruk.
Smeer de vuilafstrijkers en de staande buizen.
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de demper.
Controleer de achterbouwdemper op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
7.1.3 Pedalen reinigen
Reinig de pedalen na het rijden in vuil en regen
met een sopje en een borstel.
Voer na het reinigen onderhoud aan de
pedalen uit.
Pedaal reinigen elke keer na het
rijden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper reinigen elke keer na het
rijden
Accu reinigen maandelijks
Ketting (voornamelijk geasfalteerde
wegen) elke 250 - 300 km
Grondige reiniging en conservering van
alle onderdelen ten minste elke
zes maanden
Oplader reinigen ten minste elke
zes maanden
In hoogte verstelbare zadelpen reinigen
en smeren elke zes
maanden
Stand rubberen USB-klepje controleren voor het rijden
Slijtage van de banden controleren wekelijks
Slijtage van de velgen controleren wekelijks
Bandenspanning controleren wekelijks
Slijtage van de remmen controleren maandelijks
Elektrische bekabeling en bowdenkabels
op beschadigingen en functionaliteit
controleren maandelijks
Kettingspanning controleren maandelijks
Spanning van de spaken controleren elke drie
maanden
Instelling versnelling controleren elke drie
maanden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper op werking en slijtage
controleren
elke drie
maanden
Slijtage van de remschijven controleren ten minste elke
zes maanden
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het reinigen.
VOORZICHTIG
!
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doek
Luchtpomp
Borstel
Water
Reinigingsmiddel
Emmer
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 72
Reinigen en onderhouden
7.2 Grondige reiniging
Verwijder accu voorafgaand aan de grondige
reiniging.
7.2.1 Frame reinigen
1Zet, afhankelijk van de mate en hardnekkig-
heid van de vervuiling, het complete frame met
reinigingsmiddel in de week.
2Verwijder na een korte inweektijd modder en
vuil met een spons, borstel en tandenborstel.
3Spoel het frame af met een gieter of met de
hand.
4Voer na het reinigen onderhoud aan het frame
uit.
7.2.2 Voorbouw reinigen
1Reinig de voorbouw met een doek en sop.
2Voer na het reinigen onderhoud aan de
voorbouw uit.
7.2.3 Wiel reinigen
1Controleer tijdens het reinigen van het wiel de
band, de velg, de spaken en de spaaknippels
op eventuele beschadigingen.
2Reinig de naaf en de spaken vanuit het midden
naar buiten met een spons en borstel.
3Reinig de velg met een spons.
7.2.4 Aandrijfelementen reinigen
1Spuit de cassette, de kettingwielen en de
voorderailleur in met een ontvetter.
2Verwijder na een korte inweektijd grove
vervuiling met een borstel.
3Was alle delen af met reinigingsmiddel en een
tandenborstel.
4Voer na het reinigen onderhoud aan de
aandrijfelementen uit.
7.2.5 Achterbouwdemper reinigen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Reinig de achterbouwdemper met een doek en
sop.
Vallen door falen van de remmen
Na reiniging, onderhoud of reparatie kan de
remwerking tijdelijk minder krachtig aanvoelen
dan normaal. Een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Breng nooit onderhoudsmiddelen of olie aan
op de remschijven resp. de remblokken en de
remvlakken van de velgen.
Activeer de remmen enkele keren na reiniging,
onderhoud en reparatie.
Aanwijzing
Bij gebruik van een hogedrukreiniger kan water in
de lagers binnendringen. Het daarin aanwezige
smeermiddel wordt daardoor verdund, waardoor
de wrijving toeneemt en op den duur de lagers
onherstelbare schade oplopen.
Reinig de pedelec nooit met een
hogedrukreiniger.
Ingevette onderdelen, bv. de zadelpen, het stuur
en de voorbouw, kunnen niet meer betrouwbaar
worden geklemd.
Breng nooit vet of olie aan op klempunten.
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doeken
Spons
Luchtpomp
Borstel
Tandenborstel
•Kwast
•Gieter
Emmer
•Water
Reinigingsmiddel
Ontvetter
Smeermiddel
Remmenreiniger of spiritus
VOORZICHTIG
!
Vallen door een doorgeremde velg
Een doorgeremde velg kan breken en het wiel
blokkeren. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer periodiek de slijtage van de velg.
WAARSCHUWING
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 73
Reinigen en onderhouden
7.2.6 Ketting reinigen
1Bevochtig een borstel met wat
reinigingsmiddel. Borstel beide zijden van de
ketting af.
2Bevochtig een doek met wat sop. Leg de doek
op de ketting.
3Houd de doek met lichte druk vast en draai
ondertussen aan het achterwiel zodat de
ketting langzaam onder de doek door loopt.
4Reinig de ketting met smeermiddel als deze
hierna nog steeds vuil is.
5Voer na het reinigen onderhoud aan de ketting
uit.
7.2.7 Accu reinigen
Reinig de elektrische aansluitingen van de
accu uitsluitend met een droge doek of kwast.
Veeg de zichtzijden af met een vochtige doek.
7.2.8 Display reinigen
Reinig het display voorzichtig met een zachte,
vochtige doek.
7.2.9 Motor reinigen
Reinig de motor voorzichtig met een zachte,
vochtige doek.
Aanwijzing
Gebruik nooit agressieve (zuurhoudende)
reinigingsmiddelen, toestoplossers of
ontvetters bij het reinigen van de ketting.
Gebruik nooit een kettingreinigingsapparaat
en voer geen kettingreinigingsbaden uit.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Reinig de accu nooit met een
hogedrukreiniger, waterstraal of perslucht.
Houd de contacten schoon en droog.
Dompel de accu nooit onder in water.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
Verwijder de accu voorafgaand aan de
reiniging van de pedelec.
Aanwijzing
Reinig de accu nooit met oplosmiddelen (bv.
thinner, alcohol, olie, corrosiebeschermings-
middel) of reinigingsmiddelen.
VOORZICHTIG
!
Aanwijzing
Wanneer water het display binnendringt leidt dat
tot onherstelbare schade.
Dompel het display nooit onder in water.
Reinig het display nooit met een
hogedrukreiniger, waterstraal of perslucht.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
Verwijder het display voorafgaand aan de
reiniging van de pedelec.
Verbranding door een hete motor
Tijdens het gebruik kan de koeler van de motor
zeer heet worden. Bij contact kan verbranding
optreden.
Laat voorafgaand aan de reiniging de motor
afkoelen.
Aanwijzing
Wanneer water de motor binnendringt leidt dat tot
onherstelbare schade.
Dompel de motor nooit onder in water.
Reinig het display nooit met een
hogedrukreiniger, waterstraal of perslucht.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 74
Reinigen en onderhouden
7.2.10 Rem reinigen
Reinig rem en remschijven met water,
reinigingsmiddel en een borstel.
Ontvet de remschijven grondig met
remmenreiniger of spiritus.
7.3 Onderhoud
7.3.1 Onderhoud aan het frame
Droog het frame af.
Spuit het in met een onderhoudsolie.
Veeg na een korte inwerktijd de
onderhoudsolie weer af.
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw
Smeer de schacht van de voorbouw en het
draaipunt van de snelspanhendel in met
siliconen- of teflonolie.
Smeer aanvullend bij de speedlifter twist de
ontgrendelingspen via de moer op het
speedlifterhuis in met olie.
Smeer wat zuurvrij smeervet tussen de
snelspanhendel van de voorbouw en het
glijstuk om de bedieningskracht van de
snelspanhendel te verminderen.
7.3.3 Onderhoud aan de vork
Behandel de vuilafstrijkers met vorkolie.
7.3.4 Onderhoud aan de
aandrijfelementen
1Spuit de cassette, de kettingwielen en de
voorderailleur in met een ontvetter.
2Verwijder na een korte inweektijd grove
vervuiling met een borstel.
3Was alle delen af met reinigingsmiddel en een
tandenborstel.
4Behandel de mechanische overbrenging en
schakelrollen van derailleur en voorderailleur
met teflonspray.
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen
Behandel de pedalen met spuitolie.
7.3.6 Onderhoud aan de ketting
Vet de ketting grondig in met kettingolie.
Falen van de remmen door binnendringen van
water
De afdichtingen van de rem zijn niet bestand
tegen hoge drukken. Beschadigde remmen
kunnen leiden tot het falen van de remmen en tot
een ongeval met letsel.
Reinig de pedelec nooit met een
hogedrukreiniger of met perslucht.
Wees voorzichtig met een waterslang. Richt
de waterstraal nooit direct op de afdichtingen.
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doeken
Tandenborstels
Reinigingsmiddel
Frameverzorgingsolie
Siliconen- of teflonolie
Zuurvrij smeervet
Vorkolie
Kettingolie
Ontvetter
Spuitolie
Teflonspray
WAARSCHUWING
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 75
Reinigen en onderhouden
7.4 Onderhouden
Onderstaande onderhoudswerkzaamheden
moeten periodiek worden uitgevoerd.
7.4.1 Wiel
1Controleer de slijtage van de banden.
2Controleer de bandenspanning.
3Controleer de slijtage van de velgen.
Velgen met onzichtbare slijtage-indicator van
een voertuig met velgremmen zijn versleten
zodra de slijtage-indicator in de buurt van de
lasnaad zichtbaar wordt.
Velgen met zichtbare slijtage-indicator zijn
versleten zodra de zwarte groef rondom in de
velgrand onzichtbaar wordt. Het wordt
aanbevolen elke tweede keer dat de
remvoeringen worden vervangen ook de
velgen te vervangen.
4Controleer de spanning van de spaken.
7.4.1.1 Banden controleren
Controleer de slijtage van de banden. Een
band is versleten wanneer op het loopvlak de
anti-leklaag of het weefsel zichtbaar wordt.
Wanneer een band is versleten, moet deze
door een dealer worden vervangen.
7.4.1.2 Velgen controleren
Controleer de slijtage van de velgen. Velgen
zijn versleten zodra de zwarte groef rondom in
de velgrand onzichtbaar wordt.
Neem contact op met uw dealer voor het
vervangen van de velgen. Het wordt
aanbevolen elke tweede keer dat de
remvoeringen worden vervangen ook de
velgen te vervangen.
7.4.1.3 Vuldruk controleren en corrigeren,
Blitzventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Bij een eenvoudig Blitzventiel
kan de vuldruk niet worden
gemeten. Daarom wordt de
vuldruk gemeten in de vulslang
tijdens het langzaam oppompen
met de fietspomp.
Het wordt aanbevolen een fiet-
spomp te gebruiken met druk-
meter. De gebruikshandleiding
van de fietspomp moet in acht
worden genomen.
1Verwijder de ventieldop.
2Sluit de fietspomp aan.
3Pomp de band langzaam op en let daarbij op
de vuldruk.
4Corrigeer de vuldruk conform de gegevens op
de pedelecpas.
5Draai, wanneer de vuldruk te hoog is, de wartel
los, laat lucht af en draai de wartel weer vast.
6Verwijder de fietspomp.
7Draai de ventieldop stevig vast.
8Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het onderhouden.
Vallen door een doorgeremde velg
Een doorgeremde velg kan breken en het wiel
blokkeren. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer periodiek de slijtage van de velg.
Aanwijzing
Bij een te lage vuldruk bereikt de band niet zijn
normale draagvermogen. De band is niet stabiel
en kan van de velg aflopen.
Bij een te hoge vuldruk kan de band springen.
Controleer de vuldruk conform de gegevens.
Corrigeer zo nodig de vuldruk.
VOORZICHTIG
!
WAARSCHUWING
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 76
Reinigen en onderhouden
7.4.1.4 Vuldruk controleren en corrigeren,
Frans ventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De gebruiks-
handleiding van de fiet-
spomp moet in acht worden
genomen.
1Verwijder de ventieldop.
2Draai de kartelmoer ca.
vier slagen los.
3Sluit voorzichtig de
fietspomp aan zodat de
ventielinzet niet wordt
verbogen.
4Pomp de band op en let daarbij op de vuldruk.
5Corrigeer de vuldruk conform de gegevens op
de band.
6Verwijder de fietspomp.
7Draai de kartelmoer met de vingertoppen vast.
8Draai de ventieldop stevig vast.
9Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
7.4.1.5 Vuldruk controleren en corrigeren,
autoventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De gebruiks-
handleiding van de fiet-
spomp moet in acht worden
genomen.
1Verwijder de ventieldop.
2Sluit de fietspomp aan.
3Pomp de band op en let
daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
4Verwijder de fietspomp.
5Draai de ventieldop stevig vast.
6Draai de velgmoer (1) met de vingertoppen
licht tegen de velg aan.
7.4.2 Remsysteem
De frequentie waarmee onderhoud aan de rem
moet worden uitgevoerd wordt bepaald door
zowel de frequentie van het gebruik als de
weersomstandigheden tijdens het gebruik.
Wanneer de pedelec onder extreme
omstandigheden wordt gebruikt, zoals bv. regen,
modder of lange afstanden, moet het onderhoud
vaker worden uitgevoerd.
7.4.3 Remvoeringen op slijtage
controleren
Controleer de remvoeringen na 1000 keer voluit
remmen.
1Controleer dat de remvoeringen nergens
dunner zijn dan 1,8 mm resp. dat remvoering
en dragerplaat samen nergens dunner zijn dan
2,5 mm.
2Trek aan de remhendel en houd deze vast.
Controleer daarbij dat de slijtagekaliber van de
transportbeveiliging tussen de dragerplaten
van de remvoeringen past.
De remvoeringen hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Neem bij slijtage contact op met uw
dealer.
7.4.4 Drukpunt controleren
Trek meerdere keren aan de remhendel en
houd deze vast.
Wanneer het drukpunt niet duidelijk voelbaar is
en verandert, moet de rem worden ontlucht.
Neem contact op met uw dealer.
Vallen door falen van de rem
Versleten remschijven en remvoeringen en
onvoldoende hydraulische olie in de remleiding
verminderen de remwerking. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Controleer periodiek de remschijven, de
remvoeringen en het hydraulische
remsysteem. Neem bij slijtage contact op met
uw dealer.
VOORZICHTIG
!
1
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 77
Reinigen en onderhouden
7.4.5 Remschijven op slijtage controleren
Controleer dat de remschijf nergens dunner is
dan 1,8 mm.
De remschijven hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet de remschijf worden
vervangen. Neem contact op met uw dealer.
7.4.6 Elektrische bekabeling en
remkabels controleren
Controleer alle zichtbare elektrische leidingen
en bowdenkabels op beschadigingen.
Wanneer bv. mantels zijn opgestuikt, een rem
defect is of een lamp niet werkt, moet de
pedelec buiten gebruik worden gesteld tot de
leidingen resp. bowdenkabels zijn
gerepareerd. Neem contact op met uw dealer.
7.4.7 Versnelling controleren
Controleer de afstelling van de versnelling en
de schakelhendel resp. de draaibare
handvatschakelaar van de versnelling en
corrigeer deze zo nodig.
7.4.8 Voorbouw controleren
De voorbouw en het snelspansysteem moeten
periodiek worden gecontroleerd en zo nodig
door de dealer worden afgesteld.
Wanneer daarvoor de inbusschroef wordt
losgedraaid, moet dan ook de lagerspeling
worden afgesteld. Daarna moeten de
losgedraaide schroeven worden voorzien van
een matig schroefborgmiddel (bv. Loctite
blauw) en conform de eisen worden
vastgedraaid.
Neem contact op met uw dealer bij slijtage en
tekenen van corrosie.
7.4.9 USB-aansluiting controleren
7.4.10 Riem- en kettingspanning
controleren
1Controleer de kettingspanning over een
complete slag van het crankstel op drie tot vier
plaatsen.
Afbeelding 56: Kettingspanning controleren
2Wanneer de ketting resp. de aandrijfriem meer
dan 2 cm kan worden ingedrukt, moet deze
door de dealer strakker worden gespannen.
3Wanneer de ketting resp. de aandrijfriem
minder dan 1 cm omhoog of omlaag kan
worden gedrukt, moet deze weer losser
worden gespannen.
De optimale kettingspanning is bereikt,
wanneer de ketting resp. de aandrijfriem
midden tussen achtertandwiel en kettingblad
maximaal 2 cm kan worden ingedrukt. Het
crankstel moet bovendien zonder weerstand
kunnen draaien.
4Bij een versnellingsnaaf moet voor het
spannen van de ketting het achterwiel naar
achteren resp. naar voren worden verschoven.
Neem contact op met uw dealer.
5Controleer dat de handvaten goed vast zitten.
Aanwijzing
Via de USB-aansluiting binnendringend vocht kan
in het display kortsluiting veroorzaken.
Controleer regelmatig dat de afdekking van de
USB-aansluiting correct is aangebracht en
corrigeer dat zo nodig.
Aanwijzing
Een te hoge kettingspanning zorgt voor
verhoogde slijtage.
Een te geringe kettingspanning kan ertoe leiden
dat de ketting resp. de aandrijfriem van de
kettingwielen afloopt.
Controleer de kettingspanning maandelijks.
2 cm
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 78
Onderhoud
8 Onderhoud
Uiterlijk elke zes maanden moet onderhoud worden
uitgevoerd door de dealer. Alleen daarmee zijn de
veiligheid en goede werking van de pedelec gewaar-
borgd. Het vervangen van de schijfrem, het ontluch-
ten van de rem of het vervangen van een wiel: veel
onderhoudswerkzaamheden vereisen vakkennis,
speciaal gereedschap en speciale smeermiddelen.
Wanneer de voorschreven onderhoudswerkzaam-
heden en procedures niet worden uitgevoerd, kan de
pedelec beschadigen. Het onderhoud mag daarom
uitsluitend door een dealer worden uitgevoerd.
De dealer controleert de pedelec aan de hand
van de onderhoudshandleiding in paragraaf 11.3.
Bij de grondige reiniging onderzoekt de dealer de
pedelec op tekenen van materiaalmoeheid.
De dealer controleert de softwareversie van het
aandrijfsysteem en update deze. De elektrische
aansluitingen worden gecontroleerd, gereinigd
en geconserveerd. De elektrische leidingen
worden onderzocht op beschadigingen.
De dealer demonteert en reinigt de volledige
binnen- en buitenzijde van de verende voorvork.
Hij reinigt en smeert de vuilafstrijkers en
glijbussen, controleert de aanhaalmomenten en
stelt de vork af op de voorkeuren van de berijder.
Tevens vervangt hij de schuifhulsen wanneer
deze teveel speling vertonen (meer dan 1mm bij
de vorkbrug).
Letsel door beschadigde remmen
Voor reparatie van de rem is vakkennis en
speciaal gereedschap vereist. Onjuiste of
ontoelaatbare montagewerkzaamheden kunnen
de rem beschadigen. Dat kan leiden tot een
ongeval met letsel.
Reparatie van de rem mag uitsluitend door
een dealer worden uitgevoerd.
Voer uitsluitend veranderingen of
werkzaamheden uit aan de rem (bv.
demonteren, afslijpen of lakken), die in de
gebruikershandleiding van de rem zijn
toegestaan en worden beschreven.
Oogletsel
Wanneer instellingen niet correct worden
uitgevoerd, kunnen er problemen optreden die
onder bepaalde omstandigheden tot ernstig letsel
kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril bij
onderhoudswerkzaamheden.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het inspecteren.
Vallen door materiaalmoeheid
Wanneer de levensduur van een onderdeel wordt
overschreden, kan dat onderdeel plotseling falen.
Een val met letsel kan het gevolg zijn.
Laat elke zes maanden een grondige reiniging
van de pedelec uitvoeren door de dealer, bij
voorkeur tijdens de voorgeschreven
servicewerkzaamheden.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Milieuschade door giftige stoffen
In het remsysteem bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën. Wanneer
deze in het riool of het grondwater terechtkomen
raken deze vergiftigd.
Voer smeermiddelen en oliën die vrijkomen bij
reparatie veilig voor het milieu en conform de
wettelijke voorschriften af.
Aanwijzing
De motor is onderhoudsvrij en mag uitsluitend
door gekwalificeerd technisch personeel worden
geopend.
Probeer nooit de motor te openen.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 79
Onderhoud
De dealer inspecteert de achterbouwdemper
in- en uitwendig, reviseert de achterbouwdem-
per, vervangt alle luchtafdichtingen van lucht-
vorken, reviseert de luchtveren, vervangt de
olie en vervangt de vuilafstrijkers.
Er wordt in het bijzonder gekeken naar slijtage
van de velgen en remmen. De spaken worden
zo nodig nagespannen.
8.1 Veersystemen
Het uitvoeren van correct onderhoud aan de
veersystemen garandeert niet alleen een lange
levensduur, maar houdt ook de prestaties op een
optimaal niveau. Elk onderhoudsinterval geeft het
maximale aantal rij-uren aan voor het betreffende
type aanbevolen onderhoud. Afhankelijk van de
terrein- en omgevingsomstandigheden kunnen de
prestaties door middel van kortere
onderhoudsintervallen worden geoptimaliseerd.
8.1.1 Achterbouwdemper
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Onderhoudsinterval
RockShox achterbouwdemper
Onderhoud aan het luchtkamersamenstel elke 50 uur
Onderhoud aan dempers en veren elke 200 uur
FOX achterbouwdemper
Volledig onderhoud (volledige in- en
uitwendige inspectie, revisie van
dempers en luchtveren, vervangen van
olie en vuilafstrijkers)
elke 125 uur of
elk jaar
Suntour achterbouwdemper
Grondige service van de schokdempers,
inclusief weer in elkaar zetten van de
demper en vervangen van de
luchtafdichting
elke 100 uur
Letsel door exploderen
De luchtkamer staat onder druk. Bij onderhoud aan
het luchtsysteem van een defecte
achterbouwdemper kan deze exploderen en ernstig
letsel veroorzaken.
Draag bij montage of onderhoud een
veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en
veiligheidskleding.
Laat de lucht uit alle luchtkamers afblazen.
Demonteer alle luchtinzetten.
Onderhoud of demonteer nooit een
achterbouwdemper zonder dat deze volledig is
uitgeveerd.
Vergiftiging door veringolie
De veringolie irriteert de luchtwegen, leidt tot
mutaties in kiemcellen en tot steriliteit, veroorzaakt
kanker en is toxisch bij huidcontact.
Draag altijd een veiligheidsbril en nitril
handschoenen tijdens werkzaamheden met
veringolie.
Voer nooit onderhoud uit tijdens de
zwangerschap.
Gebruik een olieopvangbak op de plek waar
onderhoud aan de achterbouwdemper wordt
uitgevoerd.
Milieuschade door giftige stoffen
In de achterbouwdemper bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën.
Wanneer deze in het riool of het grondwater
terechtkomen, raken deze vergiftigd.
Voer smeermiddelen en oliën die vrijkomen bij
reparatie veilig voor het milieu en conform de
wettelijke voorschriften af.
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 80
Onderhoud
Onderhoud aan en reparatie van de achterbouw-
demper vereist vakkennis over veringcomponen-
ten, speciaal gereedschap en speciale
smeermiddelen.
Wanneer de beschreven procedures niet worden
uitgevoerd, kan de achterbouwdemper beschadi-
gen. Onderhoud aan de achterbouwdemper mag
uitsluitend door een dealer worden uitgevoerd.
8.1.2 Verende voorvork
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Onderhoudsinterval
Onderhoud aan en reparatie van de verende
voorvork vereist vakkennis over
veringcomponenten, speciaal gereedschap en
speciale smeermiddelen.
Wanneer de beschreven procedures niet worden
uitgevoerd, kan de verende voorvork
beschadigen. Onderhoud aan de verende
voorvork mag uitsluitend door een dealer worden
uitgevoerd.
Suntour verende voorvork
Onderhoud 1
Functionele controle, controle van
bevestigingen en controle op slijtage
elke 50 uur
Onderhoud 2
Onderhoud 1+ volledige reiniging van
binnen- en buitenzijde van de vork /
reiniging en smering van de vuilafstrijkers
en geleidingen/kunststof bussen /
controle van de aanhaalmomenten
elke 100 uur
FOX verende voorvork
Volledig onderhoud (volledige in- en
uitwendige inspectie, revisie van
dempers, vervangen van
luchtafdichtingen bij luchtvorken, revisie
van luchtveren, vervangen van olie en
vuilafstrijkers).
elke 125 uur of
elk jaar
RockShox verende voorvork
Onderhoud van de dompelbuizen voor:
Paragon™, XC™ 28, XC 30, 30™, Judy®,
Recon™, Sektor™, 35™*, Bluto™, REBA®,
SID®, RS-1™, Revelation™, PIKE®, Lyrik™,
Yari™, BoXXer
elke 50 uur
Onderhoud van de veer- en
dempereenheid voor:
Paragon, XC 28, XC 30,30 (2015 en ouder),
Recon (2015 en ouder), Sektor (2015 en
ouder), Bluto (2016 en ouder), Revelation
(2017 en ouder), REBA (2016 en ouder), SID
(2016 en ouder), RS-1 (2017 en ouder),
BoXXer (2018 en ouder)
elke 100 uur
Onderhoud van de veer- en
dempereenheid voor:
30 (2016+), Judy (2018+), Recon (2016+),
Sektor (2016+), 35 (2020+)*, Revelation
(2018+), Bluto (2017+), REBA (2017+), SID
(2017+), RS-1 (2018+), PIKE (2014+), Lyrik
(2016+), Yari (2016+), BoXXer (2019+)
elke 200 uur
Letsel door exploderen
De luchtkamer staat onder druk. Bij onderhoud aan
het luchtsysteem van een defecte verende voorvork
kan deze exploderen en ernstig letsel veroorzaken.
Draag bij montage of onderhoud een
veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en
veiligheidskleding.
Laat de lucht uit alle luchtkamers afblazen.
Demonteer alle luchtinzetten.
Onderhoud of demonteer nooit een verende
voorvork zonder dat deze volledig is
uitgeveerd.
Milieuschade door giftige stoffen
In de verende voorvork bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën.
Wanneer deze in het riool of het grondwater
terechtkomen, raken deze vergiftigd.
Voer smeermiddelen en oliën die vrijkomen bij
reparatie veilig voor het milieu en conform de
wettelijke voorschriften af.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 81
Onderhoud
8.1.3 Geveerde zadelpen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Onderhoudsinterval
Onderhoud aan en reparatie van de geveerde
zadelpen vereist vakkennis over
veringcomponenten, speciaal gereedschap en
speciale smeermiddelen.
Wanneer de beschreven procedures niet worden
uitgevoerd, kan de geveerde zadelpen
beschadigen. Onderhoud aan de geveerde
zadelpen voorvork mag uitsluitend door een
dealer worden uitgevoerd.
8.2 As met snelspanner
by.schulz zadelpen
alle schroeven controleren op correcte
aanhaalmomenten voor:
G1 en G2
na 250 km en
elke 1500 km
Suntour geveerde zadelpen
Onderhoud 1 elke 100 uur
RockShox geveerde zadelpen
Ontluchten van de
afstandsbedieningshendel en/of
onderhoud van de onderste
zadelpeneenheid voor:
Reverb™ A1/A2/B1, Reverb Stealth A1/A2/B1/
C1*, Reverb AXS™ A1*
elke 50 uur
Ontluchten van de
afstandsbedieningshendel en/of
onderhoud van de onderste
zadelpeneenheid voor:
Reverb B1, Reverb Stealth B1/C1*, Reverb
AXS A1*
elke 200 uur
Compleet onderhoud van de zadelpen
voor:
Reverb A1/A2, Reverb Stealth A1/A2
elke 200 uur
Compleet onderhoud van de zadelpen
voor:
Reverb B1, Reverb Stealth B1
elke 400 uur
Compleet onderhoud van de zadelpen
voor:
Reverb AXS A1*, Reverb Stealth C1*
elke 600 uur
Alle andere geveerde zadelpennen
Onderhoud elke 100 uur
Vallen door losgeraakte snelspanner
Een defecte of onjuist gemonteerde snelspanner
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer de snelspanhendel van het voorwiel
aan de zijde tegenover de remschijf.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
snelspanner
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de snelspanner kunnen
hierdoor schade oplopen. De snelspanner kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De snelspanhendel van het voorwiel en de
remschijf moeten aan tegenover elkaar
liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of het
frame kan breken. Een val met letsel is het
gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 82
Onderhoud
8.2.1 Snelspanner controleren
Controleer de stand en spankracht van de
snelspanhendel. De snelspanhendel moet vlak
tegen de onderste behuizing aanliggen. Bij het
omhalen van de snelspanhendel moet een
lichte afdruk op de handpalm te zien zijn.
Afbeelding 57: Spankracht van de snelspanner afstellen
Stel zo nodig de spankracht van de
spanhendel af met een 4 mm inbussleutel.
Controleer daarna opnieuw de stand en
spankracht van de snelspanhendel.
Afbeelding 58: Spankracht van de snelspanner afstellen
8.3 Voorbouw onderhouden
Onder belasting kunnen onjuist vastgedraaide
schroeven losraken. Hierdoor kan de voorbouw
los komen te zitten. Een val met letsel is het
gevolg.
Controleer na de eerste twee uren rijden dat
het stuur en het snelspansysteem van de
voorbouw goed vast zitten.
8.4 Versnelling instellen
Wanneer de versnelling niet goed overschakelt,
moet de spanning van de schakelkabel worden
afgesteld.
Trek de afstelwartel voorzichtig van de
behuizing van de schakelhendel weg en
verdraai deze.
Controleer de werking van de versnelling na
elke correctie.
8.4.1 Versnelling met
bowdenkabelbediening, enkel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel op de behuizing van de
schakelhendel zo af, dat de versnelling
gemakkelijk overschakelt.
Afbeelding 59: Afstelwartel (1) van de versnelling met
enkele bowdenkabelbediening en behuizing van de
schakelhendel (2), voorbeeld
8.4.2 Versnelling met
bowdenkabelbediening, dubbel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel onder de achterbrug van
het frame zo af, dat de versnelling gemakkelijk
overschakelt.
De schakelkabel heeft bij licht uittrekken een
speling van ca. 1 mm.
2
1
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 83
Onderhoud
Afbeelding 60: Afstelwartels (2) van twee alternatieve
uitvoeringen (A resp. B) van een versnelling met dubbele
bowdenkabelbediening aan de achterbrug (1)
8.4.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel op de behuizing van de
schakelhendel zo af, dat deze gemakkelijk
overschakelt.
Bij het draaien aan de draaibare handvatscha-
kelaar is een speling voelbaar van ca. 2 - 5 mm
(1/2 versnelling).
Afbeelding 61: Draaibare handvatschakelaar met
afstelwartels (1) en speling van de versnelling (2)
1
A
B
1
2
2
1
2
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 84
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9 Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1 Storingen zoeken en storingen
verhelpen
De componenten van het aandrijfsysteem worden
continu automatisch bewaakt. Wanneer een
storing wordt vastgesteld, verschijnt een
storingsmelding op het display. Afhankelijk van de
aard van de storing wordt de aandrijving zo nodig
automatisch uitgeschakeld.
9.1.1 Aandrijfsysteem of display start niet
op
Handel als volgt wanneer het display en/of het
aandrijfsysteem niet opstart:
1Controleer of de accu is ingeschakeld. Zo niet,
schakel de accu in.
Neem contact op met de dealer wanneer de
LED's van de laadtoestandweergave niet
branden.
2Verwijder de accu wanneer de LED's van de
laadtoestandweergave branden, maar het
aandrijfsysteem toch niet opstart.
3Breng de accu aan.
4Start het aandrijfsysteem op.
5Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
6Reinig alle contacten met een zachte doek.
7Breng de accu aan.
8Start het aandrijfsysteem op.
9Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
10 Laad de accu volledig op.
11 Breng de accu aan.
12 Start het aandrijfsysteem op.
13 Neem contact op met de dealer wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
9.1.2 Storingsmelding
Voer onderstaande stappen uit wanneer een
storingsmelding wordt weergegeven:
1Onthoud het nummer van de systeemmelding.
Een tabel met alle storingsmelding staat in
paragraaf 6.3.
2Schakel het aandrijfsysteem uit en start het
opnieuw op.
3Wordt de systeemmelding nog steeds
weergegeven, verwijder dan de accu en breng
deze opnieuw aan.
4Start het aandrijfsysteem opnieuw op.
5Wordt de systeemmelding nog steeds
weergegeven, neem dan contact op met de
dealer.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 85
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1.3 Storingen ondersteuningsfunctie
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Er is geen ondersteuning
beschikbaar.
Is de accu voldoende opgeladen? 1Controleer het laadniveau van de accu.
2Is de accu leeg, laad deze dan op.
Rijdt u onder zomerse omstandigheden
op lange hellingen of rijdt u lange tijd
met zware belasting? De accu is
mogelijk te heet.
1Schakel het aandrijfsysteem uit.
2Wacht enige tijd en probeer het dan opnieuw.
De accu, het display of de
ondersteuningsschakelaar is mogelijk
verkeerd aangesloten of er kan een
probleem zijn met één of meer van
deze onderdelen.
Neem contact op met de dealer.
Is de snelheid te hoog?
Controleer de displayweergaven. De elektronische
schakelondersteuning werkt slechts tot een maximum
snelheid van 25 km/h.
Er is geen ondersteuning
beschikbaar.
Wordt op de pedalen getrapt? De pedelec is geen motorfiets. Trap op de pedalen.
Is de ondersteuningsstand op [UIT]
ingesteld?
1Stel de ondersteuningsstand in op een ander
ondersteuningsniveau dan [UIT].
2Neem contact op met de dealer wanneer u nog steeds het
gevoel hebt, dat er geen ondersteuning beschikbaar is.
Is het systeem ingeschakeld? Druk op de aan/uit-toets van de accu om deze weer in te
schakelen.
De afgelegde afstand met
ondersteuning is te kort.
De afgelegde afstand kan al naar
gelang de wegomstandigheden, de
versnelling en de totale gebruiksduur
van de verlichting korter worden.
1Controleer het laadniveau van de accu.
2Is de accu leeg, laad deze dan op.
De prestaties van de accu nemen af
onder winterse omstandigheden. Dit wijst niet op een probleem.
De accu is een slijtdeel. Herhaaldelijk
opladen en een lange gebruiksduur
leiden tot verslechtering van de accu
(prestatieverlies).
Wanneer de afstand die met een enkele lading kan worden
afgelegd, te kort wordt, dient de accu te door een nieuwe te
worden vervangen.
Is de accu volledig opgeladen?
Wanneer de totale afgelegde afstand op een volledig
opgeladen accu kleiner is geworden, is de accu mogelijk
verslechterd. Vervang de accu door een nieuwe.
Het trappen op de
pedalen kost veel moeite.
Zijn de banden op voldoende druk
opgepompt?
Pomp de banden op.
Is de ondersteuningsstand op UIT
ingesteld?
1Stel de ondersteuningsstand in op [BOOST].
2Neem contact op met de dealer wanneer u nog steeds het
gevoel hebt, dat er geen ondersteuning beschikbaar is.
De accu is mogelijk onvoldoende
opgeladen.
Controleer de mate van ondersteuning opnieuw na het
opladen van de accu. Wanneer u nog steeds het gevoel hebt,
dat er geen ondersteuning beschikbaar is, neem dan contact
op met de verkoper.
Is het systeem ingeschakeld met uw
voet op het pedaal?
1Schakel het systeem opnieuw in zonder druk op het pedaal uit
te oefenen. Wanneer u nog steeds het gevoel hebt, dat er
geen ondersteuning beschikbaar is, neem dan contact op met
uw dealer.
Tabel 30: Storingsoplossing ondersteuningsniveau
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 86
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1.4 Fout in de accu
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
De accu is snel leeg. De accu is mogelijk aan het einde van
zijn gebruiksduur.
Vervang deze door een nieuwe accu.
De accu laat zich niet
opladen.
Is de netstekker van de oplader goed
op de contactdoos aangesloten?
1Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en
sluit deze opnieuw aan.
2Herhaal het opladen.
3Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met uw dealer.
Is de laadconnector van de oplader
goed op de accu aangesloten?
1Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en
sluit deze opnieuw aan.
2Herhaal het opladen.
3Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met uw dealer.
Is de adapter goed met de
laadconnector en de laadaansluiting
van de accu aangesloten?
1Sluit de adapter goed aan op de laadconnector en de
laadaansluiting van de accu.
2Start het opladen opnieuw.
3Neem contact op met uw dealer wanneer de accu nog steeds
niet oplaadt.
Is de aansluitklem van oplader, adapter
of accu vuil?
1Veeg de aansluitklemmen af met een droge doek om deze
schoon te maken.
2Herhaal het opladen.
3Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met de verkoper.
De accu start niet met
opladen wanneer de
oplader is aangesloten.
De accu is mogelijk aan het einde van
zijn gebruiksduur.
Vervang deze door een nieuwe accu.
De accu en de oplader
worden heet.
De accu resp. de oplader overschrijdt
mogelijk de toegestane
bedrijfstemperatuur.
1Onderbreek het opladen.
2Wacht enige tijd en probeer het dan opnieuw.
3Wanneer de accu te heet is om aan te raken, kan dit wijzen op
een probleem met de accu. Neem contact op met uw dealer.
De oplader is warm. Wanneer de oplader continu wordt
gebruikt om accu's op te laden, kan
deze warm worden.
Wacht enige tijd voordat u de oplader opnieuw gebruikt.
De LED op de oplader
gaat niet branden.
Is de laadconnector van de oplader
goed op de accu aangesloten?
1Controleer dat de aansluiting vrij is voordat u laadconnector
opnieuw aansluit.
2Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met uw
dealer.
Is de accu volledig opgeladen?
Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat de LED op de
oplader uit. Dit is geen storing.
1Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en
sluit deze opnieuw aan.
2Herhaal vervolgens het opladen.
3Wanneer de LED op de oplader nog steeds niet gaat branden,
neem dan contact op met uw dealer.
De accu kan niet worden
verwijderd.
Neem contact op met uw dealer.
De accu kan niet worden
aangebracht.
Neem contact op met uw dealer.
Tabel 31: Storingsoplossing accu
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 87
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1.5 Storingen display
9.1.6 Verlichting werkt niet
Er komt vloeistof vrij uit de
accu.
Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Er is sprake van een
ongewone geur.
1Verwijder de accu onmiddellijk.
2Neem direct contact op met de brandweer.
3Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Er komt rook vrij uit de
accu. 1Verwijder de accu onmiddellijk.
2Neem direct contact op met de brandweer.
3Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Tabel 31: Storingsoplossing accu
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Op het display worden
geen gegevens
weergegeven wanneer op
de aan/uit-toets van de
accu wordt gedrukt.
De accu is mogelijk onvoldoende
opgeladen.
1Laad de accu op.
2Schakel de stroom in.
Is de stroom ingeschakeld? Houd de aan/uit-toets ingedrukt om de stroom in te schakelen.
Wordt de accu opgeladen?
Wanneer de accu op de pedelec is gemonteerd en wordt
opgeladen, kan deze niet worden ingeschakeld. Onderbreek
het opladen.
Is de connector goed op de
stroomkabel gemonteerd?
Controleer of de connector van de stroomkabel niet is
losgekoppeld. Wanneer u dat niet zeker weet, neem dan
contact op met de verkoper.
Het kan voorkomen, dat een
component is aangesloten, die het
systeem niet kan identificeren.
Neem contact op met uw dealer.
De versnelling wordt niet
op het display
weergegeven.
De versnelling wordt uitsluitend
weergegeven bij gebruik van de
elektronische versnelling.
Controleer of de connector van de stroomkabel los is.
Wanneer u dat niet zeker weet, neem dan contact op met uw
dealer.
Het instelmenu kan niet
worden geopend tijdens
het rijden.
Het product is zo ontworpen, dat het
instelmenu niet kan worden geopend,
wanneer wordt gedetecteerd dat de
pedelec rijdt. Dat is geen storing.
Stop de pedelec en voer vervolgens de instellingen uit.
De tijdweergave knippert
"0:00". De knoopcel in het display is leeg. Vervang de knoopcel in het display.
Tabel 32: Storingsoplossing display
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
De koplamp of het
achterlicht brandt niet,
zelfs niet wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt.
De basisinstellingen van het elektrische
aandrijfsysteem zijn mogelijk niet juist
uitgevoerd. De lamp is defect.
1Neem de pedelec onmiddellijk buiten gebruik.
2Neem contact op met uw dealer.
Tabel 33: Storingsoplossing accu
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 88
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1.7 Overige storingen
9.2 Reparatie
Voor veel reparaties is bijzondere kennis en
gereedschap vereist. Daarom mag uitsluitend een
dealer reparaties uitvoeren zoals:
banden en velgen vervangen,
remvoeringen en velgen resp. remschijven
vervangen,
ketting vervangen resp. spannen.
9.2.1 Originele onderdelen en
smeermiddelen
De afzonderlijke onderdelen van de pedelec zijn
zorgvuldig geselecteerd en op elkaar afgestemd.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen en
smeermiddelen worden gebruikt voor onderhoud
en reparatie.
Die continu geactualiseerde lijsten met goedge-
keurde accessoires en onderdelen bevinden zich
in hoofdstuk 11, Documenten en tekeningen.
Houd u aan de gebruikshandleiding van de nieu-
we onderdelen.
9.2.2 Verlichting vervangen
Gebruik bij vervanging uitsluitend
componenten die overeenkomen met het
betreffende wattage.
9.2.3 Koplamp afstellen
Stel de koplamp zo af, dat de lichtkegel 10 m
voor de pedelec op de weg schijnt.
9.2.4 Controle of de band vrijloopt
Wanneer de band van een verende voorvork
wordt vervangen door een andere maat, moet
altijd worden gecontroleerd dat de band vrijloopt.
1Laat de druk af uit de vork.
2Druk de vork volledig samen.
3Meet de afstand tussen de bovenzijde van de
band en de onderzijde van de kroon. Deze
afstand mag niet minder bedragen dan 10 mm.
Wanneer de band te groot is, komt deze in
contact met de onderzijde van de kroon
wanneer de vork volledig wordt samengedrukt.
4Ontlast de vork en pomp deze weer op als het
een vork met luchtvering betreft.
5Houd er rekening mee, dat de afstand kleiner
wordt wanneer er een spatbord wordt
gemonteerd. Herhaal de controle om er zeker
van te zijn dat de band voldoende vrijloopt.
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Bij het drukken op een schakelaar
klinken twee pieptonen en de
schakelaar kan niet worden
bediend.
De betreffende schakelaar is
gedeactiveerd.
Dit is geen storing.
Er klinken drie pieptonen. Er is sprake van een storing of
waarschuwing.
Dit gebeurt wanneer er een waarschuwing of storing op
het display wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen
die voor de betreffende code staan vermeld in
hoofdstuk 6.2 Systeemmeldingen.
Wanneer u een elektronische
versnelling gebruikt, hebt u het
gevoel, dat de trapondersteuning
zwakker wordt wanneer de
versnelling wordt geschakeld.
Dit komt doordat de trapondersteuning
door de computer op de optimaal wordt
ingesteld.
Dit is geen storing.
Na het schakelen hoort u een
geluid.
Neem contact op met uw dealer.
Tijdens normaal rijden hoort u
een geluid komen van het
achterwiel.
De versnelling is mogelijk niet correct
afgesteld.
Neem contact op met uw dealer.
Wanneer u stopt met de pedelec,
schakelt het verzet niet naar de
stand die vooraf bij deze functie is
ingesteld.
Mogelijk hebt u te sterke druk op de
pedalen uitgeoefend.
Wanneer u slechts lichte druk op de pedalen uitoefent,
gaat het overschakelen van de versnelling
gemakkelijker.
Tabel 34: Storingsoplossing accu
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 89
Recycling en afvoer
10 Recycling en afvoer
Dit apparaat is gemarkeerd in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (Waste Electrical and
Electronic Equipment, WEEE) en met
de Europese richtlijn 2006/66/EG betreffende
batterijen en accu's. Deze richtlijn voorziet in een
EU-breed kader voor inname en recycling van
oude apparatuur. Als gebruiker bent u wettelijk
verplicht alle gebruikte batterijen en accu's in te
leveren. Afvoer met het huisvuil is verboden! De
fabrikant is conform §9 van de Regeling beheer
batterijen en accu’s 2008 verplicht om gebruikte
en oude accu's gratis terug te nemen en vervult
daarmee de wettelijke verplichtingen en draagt bij
aan de bescherming van het milieu! De pedelec,
de accu, de motor, het display en de oplader
bevatten waardevolle grondstoffen. Deze moeten
overeenkomstig de van toepassing zijnde
wettelijke voorschriften gescheiden van het
huisvuil worden afgevoerd voor recycling. Door
gescheiden inzameling en recycling worden de
grondstofreserves ontzien en is gewaarborgd dat
bij de recycling van het product en/of de accu alle
voorschriften ter bescherming van de gezondheid
en het milieu worden aangehouden.
Haal de pedelec, de accu of de oplader niet uit
elkaar ten behoeve van het afvoeren.
De pedelec, het display, de ongeopende en
onbeschadigde accu en de oplader kunnen bij
elke dealer gratis worden ingeleverd.
Afhankelijk van uw regio zijn andere
afvoermogelijkheden beschikbaar.
Bewaar onderdelen van een buiten bedrijf
genomen pedelec droog, vorstvrij en
beschermd tegen invallend zonlicht.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 90
Documenten
11 Documenten
11.1 Onderdelenlijst
11.1.1 Swing E7F
21-15-3096 (20")
Modelnaam Swing E7R
Vork Starre aluminium vork
Stuur n.n.b.
Stuurbreedte (mm) 660
Handvatten Ergon GC10
Voorbouw Aluminium, in hoogte en hoek verstelbaar
Zadel n.n.b.
Crankset FSA CK-220 (GEN3)
Pedalen Wellgo C-157
Derailleur Shimano Nexus SG-C3001-7C
Schakelhendel Shimano Nexus SL-C3000-7 Black Version
Cassette/tandkrans Shimano Nexus SM-7C25
Ketting KMC Z1EHX Narrow
Terugtraprem ja
Remsysteem hydraulische velgrem
Rem voor Magura HS-11
Remhendel voor Magura HS-11
Schijf voor n.n.b.
Rem achter Magura HS-11
Remhendel achter Magura HS-11
Schijf achter n.n.b.
Velg voor DBM-2
Velg achter DBM-2
Naaf voor Formula OV-31FQR
Naaf achter Shimano SG-C3001-7R
Versnelling Schwalbe Impact BigPac
Wielmaat ETRTO 50-406
Koplamp Fuxon FS-50 EB, 50 Lux
Achterlamp Fuxon R-232 EB LED
Bagagedrager i-RACK II systeembagagedrager
Spatborden SKS CAB B55
Kettingbeschermer Horn Catena
Slot Axa Victory
Zijstandaard Pletscher Comp Flex 40
BOSCH BOSCH Active Line, BDU310
Accu PowerPack 400 frame-accu
Display BOSCH Purion BUI215
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 91
Documenten
11.1.2 Swing E8 Disc
21-15-3185
Modelnaam Swing E8 Disc 20
Vork Starre aluminium vork
Stuur
Stuurbreedte (mm) 660
Handvatten PEGASUS
Voorbouw Aluminium, in hoogte en hoek verstelbaar
Zadel PEGASUS
Crankset FSA CK-220 (GEN3)
Pedalen Wellgo C-157
Derailleur Shimano Altus RD-M310
Schakelhendel Shimano Altus SL-M315-8
Cassette/tandkrans Shimano Altus CS-HG31-8 11-34T
Ketting KMC X8
Terugtraprem nee
Remsysteem Hydraulische schijfrem
Rem voor Tektro HD-T275
Remhendel voor Tektro HD-T275
Schijf voor TR180/180mm/6bolt
Rem achter Tektro HD-T275
Remhendel achter Tektro HD-T275
Schijf achter TR160/160mm/6bolt
Velg voor DBM-2
Velg achter DBM-2
Naaf voor Formula DC-20FQR
Naaf achter Formula DC-22RQR
Versnelling Schwalbe Impact BigPac
Wielmaat ETRTO 50-406
Koplamp Fuxon DHL-F16, 30 Lux LED
Achterlamp Fuxon R-232 EB LED
Bagagedrager i-RACK II systeembagagedrager
Spatborden SKS CAB B55
Kettingbeschermer Horn Catena
Slot Axa Victory
Zijstandaard ja
BOSCH BOSCH Active Line Plus, BDU350
Accu PowerPack 400 frame-accu
Display BOSCH Purion BUI215
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 92
Documenten
11.1.3 Volaria E7F NL
21-17-3108 Wave
Onderdeel Fabrikant Model Details
Stuur HL HB-411-ENC Breedte: 660 mm, uittreklengte: 28 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Voorbouw KALLOY AL-822 90 mm -- 450 mm; 100 mm -- > 450 mm; holle as: 180 mm,
buisdiameter: 25,4 mm
Stuurset C.H. CH-919MBW 1-1/8", semi-geïntegreerd
Vork Suntour CR85 E25 Veerweg: 63 mm
Pedalen WELLGO C-157 W/9/16"
Crankstel FSA CK-220 170 mm
Zadel DDK Group DDK-225A2-99
Zadelpen KALLOY SP-F102 10 mm offset, 30,9 x 350 mm
Handvatten VELO VLG-1115AD2 134,5 / 92mm
Ketting KMC Z1EHX …
Kettingbeschermer HESLING RIDE 1,3
Rem Magura HS-11 (voor en achter) Velgrem, 110 mm
Remhendel Magura HS-11 (voor en achter)
Remschijf 180 mm (voor), 160 mm (achter) diameter, 6-BOLT TYPE
Banden CST-China C-1880 40-622 (700*38C), witte strepen retroreflecterend,
Binnenband CST-China L = 40mm, 40-622 (700*38C)
Bagagedrager STANDWELL SW-EA65B Bosch accudrager
Spatbord Rainforce SP-45A
Motor BOSCH Active Line, BDU310
Accu BOSCH PowerPack 300 Wh, bagagedrageraccu
Display BOSCH Purion …
Kabel BOSCH
Oplader BOSCH Compact Charger, BCS230 2 A
Koplamp COMUS DHL-F15 PRO-EB-12V 12VDC E-bike
Achterlamp COMUS R99-EB-12V 12VDC E-bike
Zijreflectoren zie banden
Schakelhendel SHIMANO SL-7S31
Voorderailleur SHIMANO SG-C3001-7C
Kettingblad Samox EMS05-BHV03 538T
Kettingblad SHIMANO SM-8S31
Zadelklem KALLOY SC-200 35 mm
Zijstandaard STANDWELL SW-RA031J
Accuslot AXA SOLID-PLUS SET
Bel NUVO NH-405AP
Loopvlak
Velg RYDE ZAC-19 SL 700C, 14Gx36H (voor en achter)
Spaken voor: staal, zwart, 14Gx36H; achter: XT344, staal, zwart, 13G-
14Gx36H
Spaaknippel zilver, voor : 14Gx36H, achter : 13-14Gx36H
Naaf voor FORMULA OV-31FQR 36H
Naaf achter FORMULA SG-C3001-7R 36H, dopmoer
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 93
Documenten
11.1.4 Volaria E7R HS
21-15-3090, Wave
Onderdeel Fabrikant Model Details
Stuur HL TR-2C Breedte: 620 mm, uittreklengte: 28 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Voorbouw KALLOY AL-822 90 mm -- 450 mm; 100 mm -- > 450 mm; holle as: 180 mm,
buisdiameter: 25,4 mm
Stuurset C.H. CH-919MBW 1-1/8", semi-geïntegreerd
Vork Suntour CR85 E25 Veerweg: 63 mm
Pedalen WELLGO C-157 W/9/16"
Crankstel FSA CK-220 170 mm
Zadel DDK Group DDK-225A2-99
Zadelpen KALLOY SP-F102 10 mm offset, 30,9 x 350 mm
Handvatten VELO VLG-1115AD2 134,5 / 92mm
Ketting KMC Z1EHX …
Kettingbeschermer Claxon CATENA 18
Rem Magura HS-11 (voor en achter) Velgrem, 110 mm + terugtrap
Remhendel Magura HS-11 (voor en achter)
Remschijf 180 mm (voor), 160 mm (achter) diameter, 6-BOLT TYPE
Banden VEETIRE CITY CRUZ VRB349 700x40c, witte strepen retroreflecterend, 1,5 mm rubberen
binnenband VEETIRE L = 40 mm, 700x32/40c, Blitzventiel
Bagagedrager STANDWELL i-Rack systeembagagedrager max. 25 kg
Spatbord Rainforce SP-45A
Motor BOSCH Active Line, BDU310
Accu BOSCH PowerPack 400 Wh, frame-accu, zitbuis
Display BOSCH Purion …
Kabel BOSCH
Oplader BOSCH Compact Charger, BCS230 2 A
Koplamp COMUS DHL-F15 PRO-EB-12V 12VDC E-bike
Achterlamp COMUS R99-EB-12V 12VDC E-bike
Zijreflectoren zie banden
Schakelhendel SHIMANO SL-7S31
Voorderailleur SHIMANO SG-C3001-7C
Kettingblad Samox EMS05-BHV03 538T
Kettingblad SHIMANO SM-8S31
Zadelklem KALLOY XC-68C 34,9 mm
Zijstandaard STANDWELL SW-RA031J
Accuslot AXA Victory Set
Bel NUVO NH-405AP
Loopvlak
Velg DBM-2 700C, 14Gx36H (voor en achter)
Spaken voor: staal, zwart, 14Gx36H; achter: XT344, staal, zwart, 13G-
14Gx36H
Spaaknippel zilver, voor: 14Gx36H, achter: 14Gx36H
Naaf voor FORMULA OV-31FQR 36H
Naaf achter FORMULA SG-C3001-7C 36H, dopmoer
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 94
Documenten
11.1.5 Volario E7R V
21-15-3030 (Wave)
Onderdeel Fabrikant Model Details
Stuur HL TR-2C Breedte: 620 mm, uittreklengte: 28 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Voorbouw KALLOY AL-822 90 mm -- 450 mm; 100 mm -- > 450 mm;
holle as: 180 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Stuurset C.H. CH-919MBW 1-1/8", semi-geïntegreerd
Vork Suntour CR85 E25 Veerweg: 63 mm
Pedalen WELLGO C-157 W/9/16"
Crankstel FSA CK-220 170 mm
Zadel DDK Group DDK-225A2-99
Zadelpen KALLOY SP-F102 10 mm offset, 30,9 x 350 mm
Handvatten VELO VLG-1115AD2 134,5 / 92mm
Ketting KMC Z1EHX Z610HX, 1/2x3/32"
Kettingbeschermer Claxon CATENA 18
Rem TEKTRO 855AL-EN
(voor en achter) Velgrem, 110 mm + terugtrap
Remhendel TEKTRO 374A
(voor en achter)
Banden VEETIRE CITY CRUZ VRB349 700x40c, witte strepen retroreflecterend, 1,5 mm rubberen
binnenband VEETIRE L = 40 mm, 700x32/40c, Blitzventiel
Bagagedrager STANDWELL i-Rack systeembagagedrager max. 25 kg
Spatbord Rainforce SP-45A
Motor BOSCH Active Line BDU310
Accu BOSCH PowerPack 300 of 400 Wh, frame-accu, zitbuis
Display BOSCH Purion …
Kabel BOSCH
Oplader BOSCH Compact Charger, BCS230 2 A
Koplamp COMUS DHL-F15 PRO-EB-12V 12VDC E-bike
Achterlamp COMUS R99-EB-12V 12VDC E-bike
Zijreflectoren zie banden
Schakelhendel SHIMANO SL-7S31
Voorderailleur SHIMANO SG-C3001-7C
Kettingblad Samox EMS05-BHV03 538T
Kettingblad SHIMANO SM-8S31
Zadelklem KALLOY XC-68C 34,9 mm
Zijstandaard STANDWELL SW-RA031J
Accuslot AXA Victory Set
Bel NUVO NH-405AP
Loopvlak
Velg DBM-2 700C, 14Gx36H (voor en achter)
Spaken voor: staal, zwart, 14Gx36H; achter: XT344, staal, zwart, 13G-
14Gx36H
Spaaknippel zilver, voor: 14Gx36H, achter: 14Gx36H
Naaf voor FORMULA OV-31FQR 36H
Naaf achter SHIMANO SG-C3001-7C 36H, dopmoer
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 95
Documenten
11.1.6 Volario E8 Disc outer
21-15-3031 (Gent), 21-15-3032 (Trapez), 21-15-3033 (Wave)
Onderdeel Fabrikant Model Details
Stuur HL TR-2C Breedte: 620 mm, uittreklengte: 28 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Voorbouw KALLOY AL-822 90 mm -- 450 mm; 100 mm -- > 450 mm; holle as: 180 mm,
buisdiameter: 25,4 mm
Stuurset C.H. CH-919MBW 1-1/8", semi-geïntegreerd
Vork Suntour NEX-E25 700C Veerweg: 63 mm
Pedalen WELLGO C-157 W/9/16"
Crankstel FSA CK-220 170 mm
Zadel DDK Group DDK-225A2-99
Zadelpen KALLOY SP-F102 10 mm offset, 30,9 x 350 mm
Handvatten VELO VLG-1115AD2 134,5 / 92mm
Ketting KMC X8
Kettingbeschermer Claxon CATENA 17
Rem Tektro HD-M276
(voor en achter) Hydraulische schijfrem
Remhendel Tektro HD-M276
(voor en achter)
Remschijf 180 mm (voor), 160 mm (achter) diameter, 6-BOLT TYPE
Banden VEETIRE CITY CRUZ VRB349 700x40c, witte strepen retroreflecterend, 1,5 mm rubberen
binnenband VEETIRE L = 40 mm, 700x32/40c, Blitzventiel
Bagagedrager STANDWELL i-Rack systeembagagedrager max. 25 kg
Spatbord Rainforce SP-45A
Motor BOSCH Active Line Plus BDU350
Accu BOSCH PowerPack 400 Wh, frame-accu, zitbuis
Display BOSCH Purion …
Kabel BOSCH
Oplader BOSCH Compact Charger, BCS230 2 A
Koplamp COMUS DHL-F15 PRO-EB-12V 12VDC E-bike
Achterlamp COMUS R99-EB-12V 12VDC E-bike
Zijreflectoren zie banden
Schakelhendel SHIMANO SL-M310
Voorderailleur SHIMANO RD-M310
Kettingblad Samox ESOS-BHV03-S44T
Kettingblad SHIMANO SM-8S31
Zadelklem KALLOY XC-68C 34,9 mm
Zijstandaard STANDWELL SW-RA031J
Accuslot AXA Victory Set
Bel NUVO NH-405AP
Loopvlak
Velg DDM-2 700C, 14Gx36H (voor en achter)
Spaken voor: staal, zwart, 14Gx36H; achter: XT344, staal, zwart, 13G-
14Gx36H
Spaaknippel zilver, voor: 14Gx36H, achter: 14Gx36H
Naaf voor FORMULA DC-20FQR 6-BOLT TYPE, 14Gx36H
Naaf achter FORMULA DC-22RQR 6-BOLT TYPE, 13Gx36H,
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 96
Documenten
11.1.7 Volario E8R Disc
21-15-3025 (Gent), 21-15-3027 (Wave)
Onderdeel Fabrikant Model Details
Stuur HL MTB-153TP-ENM Breedte: 640 mm, uittreklengte: 30 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Voorbouw KALLOY AL-822 100 mm -- 500/550 mm; 120 mm -- > 550 mm,
Holle as: 180 mm, buisdiameter: 25,4 mm
Stuurset C.H. CH-919MBW 1-1/8", semi-geïntegreerd
Vork Suntour NEX-E25 700C Veerweg: 63 mm
Pedalen WELLGO C-157 W/9/16"
Crankstel FSA CK-220 170 mm
Zadel DDK Group 226A2-99
Zadelpen KALLOY SP-F102 10 mm offset, 30,9 x 350 mm
Handvatten VELO VLG-1115AD2 134,5 / 92mm
Ketting KMC Z1EHX Z610HX, 1/2x3/32"
Kettingbeschermer Claxon CATENA 18
Rem Shimano BR-MT200
(voor en achter) Hydraulische schijfrem
Remhendel Shimano BL-MT201
(voor en achter)
Remschijf Shimano SM-RT30 180 mm (voor) Center Look Rotor en Lock Ring, 160 mm (achter)
diameter, 5-BOLT TYPE
Banden VEETIRE CITY CRUZ VRB349 700x40c, witte strepen retroreflecterend, 1,5 mm rubberen
binnenband VEETIRE L = 40 mm, 700x32/40c, Blitzventiel
Bagagedrager STANDWELL i-Rack systeembagagedrager max. 25 kg
Spatbord Rainforce SP-45A
Motor BOSCH Active Line Plus BDU350
Accu BOSCH PowerPack 400 Wh, frame-accu, framebuis
500 Wh
Display BOSCH Purion …
Kabel BOSCH
Oplader BOSCH Compact Charger, BCS230 2 A
Koplamp COMUS DHL-F15 PRO-EB-12V 12VDC E-bike
Achterlamp COMUS R99-EB-12V 12VDC E-bike
Schakelhendel SHIMANO SL-C6000-8
Voorderailleur SHIMANO SG-C6001-8CD
Kettingblad Samox EMS05-BHV03 538T
Kettingblad SHIMANO SM-8S31
Zadelklem KALLOY XC-68C 34,9 mm
Zijstandaard STANDWELL SW-RA031J
Accuslot AXA Victory Set
Bel NUVO NH-405AP
Loopvlak
Velg DDM-2 700C, 14Gx36H (voor en achter)
Spaken voor: staal, zwart, 14Gx36H; achter: XT344, staal, zwart,
13G-14Gx36H
Spaaknippel zilver, voor: 14Gx36H, achter: 14Gx36H
Naaf voor Formula DC-20FGR CENTER LOCK DISC TYPE, 36H
Naaf achter SHIMANO SG-C6001-8CD 36H, dopmoer
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 97
Documenten
11.2 Montageprotocol
Datum: Framenummer:
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Voorwiel Montage o.k. los Snelspanner afstellen
Zijstandaard Bevestiging controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Banden Bandenspanning
controleren o.k. bandenspanning te laag/ te
hoog Bandenspanning aanpassen
Frame Controleren op beschadi-
gingen, breuken, krassen o.k. beschadigd Buitenbedrijfstelling, nieuw frame
Handgrepen,
bekledingen Bevestiging controleren o.k. ontbreekt Schroeven vastdraaien, nieuw
handgrepen resp. bekledingen
conform stuklijst
Stuur, voorbouw Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien, zo nodig
nieuwe voorbouw conform stuklijst
Stuurlager Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadel Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadelpen Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Spatbord Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bagagedrager Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Accessoires Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bel Werking controleren o.k. geen geluid, zacht,
ontbreekt Nieuwe bel conform stuklijst
Veerelementen
Vork, verende
voorvork
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Achterbouwdemper Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Geveerde zadelpen Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Reminstallatie
Remhendel Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Remvloeistof Vloeistofpeil controleren o.k. te weinig Remvloeistof bijvullen, bij
beschadiging nieuwe remslangen
Remvoeringen
Remvoeringen,
remschijven resp. velgen
controleren op
beschadigingen
o.k. beschadigd Nieuwe remvoeringen,
remschijven resp. velgen
Terugtraprem
remanker Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Verlichtingsinstallatie
Accu Initiële controle o.k. storingsmelding Buitenbedrijfstelling, contact
opnemen met accufabrikant,
nieuwe accu
Bekabeling
verlichting
Aansluitingen, correcte
kabelvoering o.k. kabel defect, geen
verlichting Nieuwe bekabeling
Achterlicht Standlicht Werking controleren o.k. geen constante verlichting Buitenbedrijfstelling, nieuw
achterlicht conform stuklijst, zo
nodig accu vervangen
Voorlicht Standlicht, dagrijlicht Werking controleren o.k. geen constante verlichting Buitenbedrijfstelling, nieuw
voorlicht conform stuklijst, zo
nodig accu vervangen
Reflectoren Volledig, toestand,
bevestiging o.k. niet volledig of beschadigd Nieuwe reflectoren
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 98
Documenten
Technische controle, veiligheidscontrole, proefrit
Aandrijving/ versnelling
Ketting/ cassette/
achtertandwiel/
kettingblad
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Zo nodig bevestigen of nieuw
conform stuklijst
Kettingbeschermer/
spaakbeschermer
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuw conform stuklijst
Traplager/ crank Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Pedalen Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelhendel Bevestiging controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelkabels Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. los resp. defect Schakelkabels afstellen, zo nodig
nieuwe schakelkabels
Voorderailleur Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of zwaar Afstellen
Derailleur Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of zwaar Afstellen
Elektrische aandrijving
Display Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. geen weergave, onjuiste
weergave
Opnieuw opstarten, accu testen,
nieuwe software of nieuw display,
buitenbedrijfstelling
Bediening elektrische
aandrijving
Aandrijving Controleren
op beschadigingen Werking controleren o.k. geen reactie Opnieuw opstarten, contact
opnemen met fabrikant bediening,
nieuwe bediening
Tacho Snelheidsmeting o.k. pedelec rijdt 10% te snel/
te langzaam Pedelec buiten gebruik nemen tot
de oorzaak is gevonden
Bekabeling Visuele controle o.k. uitval van het systeem,
beschadigingen, geknikte
kabels Nieuwe bekabeling
Accuhouder Bevestiging, slot,
contacten Werking controleren o.k. los, slot sluit niet, geen
contact Nieuwe accuhouder
Motor Visuele controle en
bevestiging o.k. beschadigd, los Motor vastdraaien, contact
opnemen met fabrikant motor,
nieuwe motor
Software Versie uitlezen nieuwste
versie niet de nieuwste versie Update uploaden
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Reminstallatie
Werking controleren o.k. remt niet voluit, remweg te
lang Defect onderdeel in de
reminstallatie lokaliseren en
corrigeren
Versnelling onder
bedrijfsbelasting
Werking controleren o.k. problemen bij het
schakelen Versnelling opnieuw afstellen
Veerelementen (vork,
vorkpoot, zadelpen)
Werking controleren o.k. te weinig of geen vering
meer Defect onderdeel lokaliseren en
corrigeren
Elektrische
aandrijving
Werking controleren o.k. los contact, problemen
tijdens het rijden,
versnellen
Defect onderdeel elektrische
aandrijving lokaliseren en
corrigeren
Verlichtingsinstalla-
tie
Werking controleren o.k. geen continue verlichting,
niet helder genoeg Defect onderdeel
verlichtingsinstallatie lokaliseren
en corrigeren
Proefrit
geen
opvallende
geluiden
opvallende geluiden Bron van het geluid lokaliseren en
corrigeren
Datum:
Naam monteur:
Eindoordeel werkplaatschef
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 99
Documenten
11.3 Onderhoudshandleiding
Diagnose en documentatie huidige toestand
Datum: Framenummer:
Component Interval Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Inspectie Testen Onderhoud Accepta-
tie
Afkeur
Voorwiel 6 maanden Montage o.k. los Snelspanner afstellen
Zijstandaard 6 maanden Bevestiging
controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Banden 6 maanden Bandenspanning
controleren o.k. bandenspanning
te laag/ te hoog Bandenspanning aanpassen
Frame 6 maanden Controleren op
beschadigingen,
breuken, krassen o.k. beschadigd Pedelec buiten gebruik
nemen, nieuw frame
Handgrepen,
bekledingen 6 maanden Slijtage, bevestiging
controleren o.k. ontbreekt Schroeven vastdraaien,
nieuw handgrepen resp.
bekledingen conform stuklijst
Stuur,
voorbouw 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien, zo
nodig nieuwe voorbouw
conform stuklijst
Stuurlager 6 maanden Controleren op
beschadigingen Werking controleren Smeren en afstellen o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadel 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadelpen 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Spatbord 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bagagedrager 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Accessoires 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bel 6 maanden Werking controleren o.k. geen geluid,
zacht, ontbreekt Nieuwe bel conform stuklijst
Veerelementen
Vork, verende
voorvork
cf.
fabrikant*
Controleren op
beschadigingen,
corrosie, breuk
Onderhoud cf. fabrikant
Smeren, olie vervangen
cf. fabrikant
o.k. beschadigd Nieuwe vork conform
stuklijst
Achterbouw-
demper
cf.
fabrikant*
Controleren op
beschadigingen,
corrosie, breuk
Onderhoud cf. fabrikant
Smeren, olie vervangen
cf. fabrikant
o.k. beschadigd Nieuwe vork conform
stuklijst
Geveerde
zadelpen
cf.
fabrikant* Controleren op
beschadigingen Onderhoud cf. fabrikant o.k. beschadigd Nieuwe vork conform
stuklijst
Reminstallatie
Remhendel 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Remvloeistof 6 maanden Vloeistofpeil
controleren Naar seizoen o.k. te weinig
Remvloeistof bijvullen, bij
beschadiging pedelec
buiten gebruik nemen,
nieuwe remslangen
Remvoeringen 6 maanden
Remvoeringen,
remschijven resp.
velgen controleren op
beschadigingen
o.k. beschadigd Nieuwe remvoeringen,
remschijven resp. velgen
Terugtraprem
remanker 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Reminstallatie 6 maanden Bevestiging
controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
*zie hoofdstuk 8.1
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 100
Documenten
Inspectie Testen Onderhoud Accepta-
tie
Afkeur
Verlichtingsinstallatie
Accu 6 maanden Initiële controle o.k. storingsmelding Contact opnemen met accu-
fabrikant, buitenbedrijfstel-
ling, nieuwe accu
Bekabeling
verlichting 6 maanden Aansluitingen, correcte
kabelvoering o.k. kabel defect,
geen verlichting Nieuwe bekabeling
Achterlicht 6 maanden Standlicht Werking controleren o.k. geen constante
verlichting Nieuw achterlicht conform
stuklijst, zo nodig accu
vervangen
Voorlicht 6 maanden Standlicht, dagrijlicht Werking controleren o.k. geen constante
verlichting Nieuw voorlicht conform
stuklijst, zo nodig accu
vervangen
Reflectoren 6 maanden Volledig, toestand,
bevestiging o.k. niet volledig of
beschadigd Nieuwe reflectoren
Aandrijving/ versnelling
Ketting/
cassette/
achtertandwiel/
kettingblad
6 maanden
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Zo nodig bevestigen of
nieuw conform stuklijst
Kettingbescher-
mer/ spaakbe-
schermer
6 maanden Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuw conform stuklijst
Traplager/ crank 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Pedalen 6 maanden Bevestiging
controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelhendel 6 maanden Bevestiging
controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelkabels 6 maanden Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. los resp. defect Schakelkabels afstellen, zo
nodig nieuwe schakelkabels
Voorderailleur 6 maanden Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of
zwaar Afstellen
Derailleur 6 maanden Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of
zwaar Afstellen
Elektrische aandrijving
Display 6 maanden
Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. geen weergave,
onjuiste
weergave
Opnieuw opstarten, accu
testen, nieuwe software of
nieuw display,
buitenbedrijfstelling
Bediening
elektrische
aandrijving
6 maanden AandrijvingControleren
op beschadigingen Werking controleren o.k. geen reactie Opnieuw opstarten, contact
opnemen met fabrikant
bediening, nieuwe bediening
Tacho 6 maanden Snelheidsmeting o.k. pedelec rijdt 10%
te snel/ te
langzaam
Pedelec buiten gebruik
nemen tot de oorzaak is
gevonden
Bekabeling 6 maanden
Visuele controle o.k. uitval van het
systeem,
beschadigingen,
geknikte kabels
Nieuwe bekabeling
Accuhouder 6 maanden Bevestiging, slot,
contacten Werking controleren o.k. los, slot sluit niet,
geen contact Nieuwe accuhouder
Motor 6 maanden
Visuele controle en
bevestiging o.k. beschadigd, los Motor vastdraaien, contact
opnemen met fabrikant
motor, nieuwe motor,
buitenbedrijfstelling
Software 6 maanden Versie uitlezen nieuwste
versie niet de nieuwste
versie Update uploaden
Component Interval Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 101
Documenten
Technische controle, veiligheidscontrole, proefrit
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Reminstallatie 6 maanden Werking controleren o.k. remt niet voluit, remweg te
lang
Defect onderdeel in de
reminstallatie lokaliseren en
corrigeren
Versnelling onder
bedrijfsbelasting 6 maanden Werking controleren o.k. problemen bij het
schakelen Versnelling opnieuw afstellen
Veerelementen (vork,
vorkpoot, zadelpen) 6 maanden Werking controleren o.k. te weinig of geen vering
meer Defect onderdeel lokaliseren en
corrigeren
Elektrische
aandrijving 6 maanden Werking controleren o.k. los contact, problemen
tijdens het rijden,
versnellen
Defect onderdeel elektrische
aandrijving lokaliseren en
corrigeren
Verlichtingsinstalla-
tie 6 maanden Werking controleren o.k. geen continue verlichting,
niet helder genoeg Defect onderdeel verlichtingsin-
stallatie lokaliseren en corrigeren
Proefrit 6 maanden Werking controleren geen
opvallende
geluiden opvallende geluiden Bron van het geluid lokaliseren en
corrigeren
Datum:
Naam monteur:
Eindoordeel werkplaatschef
Notities
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 102
Documenten
Notities
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 103
Documenten
11.4 Gebruikshandleiding oplader
 
 
 !"!"
 #!$
%!&'
 #(!)
! *+**,+(
" $
# *$
 *$
 -*.*./
! 01234356789:;<=78>7?3951<=@8
"$
ABCDABCDABC
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 104
Documenten
D
eBike Battery Charger 36-6/230
0 275 007 918
Li-Ion
Use ONLY with BOSCH Li-Ion batteries
Input: 230V 50Hz 2.15A
Output: 36V 6A
Made in Vietnam
Fast Charger BCS250
eBike Battery Charger 36-4/230
0 275 007 907
Li-Ion
Use ONLY with BOSCH Li-Ion batteries
Input: 230V 50Hz 1.5A
Output: 36V 4A
Made in PRC
Robert Bosch GmbH
72757 Reutlingen
Germany
Standard Charger BCS220
Robert Bosch GmbH
72757 Reutlingen
Germany
Standard Charger
Fast Charger
%&
%'&
%(&
%&
%)&
EBEDF AGA*C
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 105
Documenten
D'

Compact Charger
%&
%&
%(&
%'&
%)&
AGA*C EBEDF
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 106
Documenten
)D
%*& %(&
%& %&
%'&
%((&
%+&
%,&
%,&
%&
EBEDF AGA*C
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 107
Documenten
D
%+&
%&
%,&
%&
%&
%&
%,&
%((&
AGA*C EBEDF
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 108
Documenten
,D
%&
%,&
-
EBEDF AGA*C
!!I(
P!$""96$
/"!!#!$""
96$0
U$$!$L
G!,+(L
**G
G**M!N(,$,!$(*
"""!!#!$""96$0#

U!(*,+(*"0GN
**AGA*L"
0 !""" """000#"
$"A+G!$
,!G
$*GG*
/"""!!#$"/7"
0` -"0 "$9"0!"" "
$#" !""" """ "-!
!LQ$
0 !""" """H$$L
$$*GG*
!#WW!$0 !""" """:"!
0 !""" """:"!0
"$$#"!J  !""" """
AG!!!M***$GL
G$*GG*
0 !""" """ !#!"
"$%9# " :?!6&
""$#$J,!+G!L
!!$,$G!
!$
#6$:"0 !""" """9
 !"""""-""$"
U!*$+G$L
(G,!
9"$$#$0#""00
" " 3$#""##"
!069!"" H!L
*!G,
-"0"$66$!"

06 9$0:$$
0U!,!!!!*!
G!
;  $#"0C:
60$!9$!9#$:0#"
0$""""69 
!""" """#!$:$ !""" 
"""660#
"!9 $0-!
$$$*!!$,!
/#!$""96$0"!!
$0""96$#"C#"!
$0""96$#"0:6
"
-!!*$G!$!(G
*N*GK!
,$!N!$
%)&!$!G!VS#CPS#K H
*ACBUPL#L"W
9#$#" 0$
$$0
!G,$N*G(+!*
N,,+($G$G$N
$N,+(!,!
HAGA*L!(+!!
$G!$AGA*L"$
!!!*,!
1$! 
H$!N!GNL
**!,$!"N!
G$!*,+(
C,$!(*,+(*MNL
G*+*$!$,A*MNL
,+*$!,*+*!G!
%(& !
%& -
%'& -**
%)& JG!,+(!
%& !**
%,& -$!**
%& -N!**!
%+& A!
%*& -!!$,*!!
%(& -L
%((& C!!
AGA*C EBEDF
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 109
Documenten
!!I
>$$#
J !""" """ ."""$
%',D)E'&
 ""$
%',DE('&
B""$
%',D,E'&
[! ABC ABC ABC
 J\ ]^_ `]^_ ]^_
Ta U( ]^_ ]^_ ]^_
-L! Jb _ _ _
P!Q - _c-
!+!
I[,[*M G M
I[,[*M G M _M M
I[,[*M G M M
* dB ]^e ]^e ]^e
 dB eF]^e eF]^e eF]^e
,GM * Mf M_ FM
AG* #[] #[] #[]
- H!,!+G[,[*$+"$!BeP]-!
H$!$gSh$JA+N,+*!!N*$*!(L
$$
0
7$0"
J !""" """ !""!0
%6"!$1&
/  "$FH$!
$*!$G+
$G!%]J!!!L
**]J*,!
C*!**%'&$G!L
%&G!
CG$G!G*

$$"0 !"%6"!$&
CG*!!(!G!!A*
PG$!*,+($!
!(G
=!"""0"!! $JL
+!$G$$$!!$!L
M+$!(!N!
C*!!**%&$G!!
%,&!
10  !"%6"!$G-&
CG*!!N!**$!!
%&J+!$G$$$!!$!
M+$!(!N!!N!**$!
!%&*!!**%&!L
!%,&
-#"$#" !""" """9 !"
"""$#""/"""0` 
"!!$" "#!$
!""-!+*M!!!
G!!!(G*PGL
$!*,+($!!(
G
/"" 09""$""0`
Z+A*,"GM!*L
!"$!N!,!
K,!!"G$]fI
`]i!M$$,!!"GL
!!PKH"$!"*
+!G*,!!!"N,!L
!
-!"!G!M!**
N(!+*!
/"" 0
U!M(!G!!N
!!!NG*$!

1"96$HU!+*M,!L
$!A*L(GG!L
*$!
1"96$H+!G!,!!!+NG!L
!$!
U!$!(!!L
+*Z!!*G!!L
L!!!!,!
A+!$G+!$L
*!G!
H!!,!!L!!!%*&
!!*+!!,L
$
EBEDF AGA*C
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 110
Documenten
!!I'
+!G!!!PKH"$!!!!
%*&!K*!!PKH*$L
$]i!H*!
PKHNG!$!$!]i
#!A*L$!!M!!PKH"!L
!+*!!,!G*!UL
!,!!!H!L%(&!
A*L!***!!!!!L
!,$,!
RG!$G*!
$G!
-!$G!,!*!M!
,!!GG*!
1"96$HO!NGN!M
!G!!!%,&($!!N!*L
*%&M(!$N,*!
-G!G!$!L
G!,!M!G*G!
,M!!!$!L
$,!
B0D6"#! 
J6"" P! 
-!N
>/-` "0 
*!+,G!
-,N*!
-/-` "0 
R!$G!G!L
**
C!,G!M,
!(!!GN*
U!!
/- %""!9#"!"""#"
"0"/-`0&
*!+,G!
 !"$!9%$""0$ "0&
C*** B*$!
B$$ !!$(G
CM*N!!N B!MG!!!
+,G!
-!N *!+,G!
J0#
J0$$
%GG!,*M!L
*!+,G!
;!"#$0"#
+$$G!
*!+,G!
B$$*!+,G!$!!
,,,GL*
1#"!#9$
!M$**
$G$,!,+(,!!
!+GG$W
1!!#!"#"H
J!KG+FF`KSL
NN!N!**G*L
G!($L
GM*!L
(!L
$!+*!,!
96$$#0
AGA*C EBEDF
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 111
Terminologie
12 Terminologie
Aandrijfriem
Bron: EN 15194:2017, Naadloze, ringvormige
riem, die wordt gebruikt voor overdracht van een
aandrijfkracht.
Bouwjaar
Bron: ZEG, Het bouwjaar is het jaar waarin de
pedelec is gemaakt. De productieperiode loopt
altijd van augustus tot en met juli van het jaar
daarop.
Breuk
Bron: EN 15194:2017, Onopzettelijk scheiding in
twee of meer delen.
Buitenbedrijfstelling
Bron: DIN 31051, Opzettelijke onderbreking van
de werking van een object voor onbepaalde tijd.
CE-markering
Bron: Machinerichtlijn, Met de CE-markering
verklaart de fabrikant, dat de pedelec voldoet aan
de geldende eisen.
Elektrisch ondersteunende fiets, pedelec
Bron: EN 15194:2017, Fiets, voorzien van
pedalen en een elektrische hulpmotor, die niet
uitsluitend door deze elektrische hulpmotor kan
worden aangedreven, uitgezonderd in de
duwondersteuningsstand.
Elektrisch regel- en besturingssysteem
Bron: EN 15194:2017, Elektronische en/of
elektrische componenten of een samenstel van
componenten, die in een voertuig worden
ingebouwd, in verbinding met alle elektrische
aansluitingen en bijbehorende bekabeling voor de
elektrische voeding van de motor.
Gebruikshandleiding
Bron: ISO/DIS 20607:2018, Onderdeel van de
gebruikersinformatie, die machinegebruikers door
machinefabrikanten ter beschikking wordt
gesteld; deze bevat ondersteuning, handleidingen
en adviezen die samenhangen met het gebruik
van de machine in alle fasen van de levensduur.
Geveerd frame
Bron: EN 15194:2017, Frame, dat beschikt over
een geleide, verticale flexibiliteit, om de
overdracht van stoten van de weg naar de berijder
te verminderen.
Geveerde vork
Bron: EN 15194:2017, Voorvork, die beschikt over
een geleide, axiale flexibiliteit, om de overdracht
van stoten van de weg naar de berijder te
verminderen.
Gewicht van de rijklare fiets
Bron: ZEG, Het vermelde gewicht van de rijklare
pedelec betreft het gewicht van de pedelec op het
moment van verkoop. Alle aanvullende
accessoires moeten bij dit gewicht worden
opgeteld.
Hoogste toegestane totaalgewicht
Bron: EN 15194:2017, Het gewicht van de volledig
samengebouwde pedelec plus berijder plus
bagage, conform de definitie van de fabrikant.
Jeugdfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets voor gebruik op
openbare wegen door jeugdigen, die minder dan
40 kg wegen, met een maximale zadelhoogte van
635 mm of meer, maar minder dan 750 mm.
(zie EN-ISO 4210).
Markering voor de minimale insteekdiepte
Bron: EN 15194:2017, Markering, die de minimaal
vereiste insteekdiepte van de stuurvoorbouw in de
vorkschacht of de zadelpen in het frame aangeeft.
Maximale bandenspanning
Bron: EN 15194:2017, Maximale
bandenspanning, die door de fabrikant van de
band of de velg wordt aanbevolen voor veilig en
krachtbesparend rijden. Wanneer zowel de velg
als de band een maximale bandenspanning
vermelden, is de geldende maximale
bandenspanning de laagste van de beide
vermelde waarden.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 112
Terminologie
Maximale zadelhoogte
Bron: EN 15194:2017, Verticale afstand van de
grond tot het punt, waar het zadelvlak kruist met
de as van de zadelpen, gemeten met horizontaal
afgesteld zadel en waarbij de zadelpen is
afgesteld op de minimale insteekdiepte.
Modeljaar
Bron: ZEG, Het modeljaar is bij de in serie
geproduceerde pedelecs het eerste productiejaar
van de betreffende versie en is daarmee niet altijd
identiek aan het bouwjaar. Het bouwjaar kan
soms ook voor het modeljaar liggen. Wanneer
geen technische wijzigingen zijn uitgevoerd aan
een serie, kunnen pedelecs van een voorgaand
modeljaar ook later zijn gemaakt.
Mountainbike
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets, die is bedoeld voor
gebruik op ongelijk terrein buiten de weg evenals
voor gebruik op openbare wegen en die is
voorzien van een overeenkomstig versterkt frame
en andere onderdelen evenals, typisch, van
banden met grote diameter en een grof
loopvlakprofiel en een groot verzetbereik.
Nominaal continuvermogen
Bron: ZEG, Het nominaal continuvermogen is het
maximale vermogen gedurende 30 minuten op de
uitgaande as van de elektromotor.
Onbegaanbaar terrein
Bron: EN 15194:2017, Ongelijke grindpaden,
bospaden en andere, in het algemeen buiten de
weg gelegen parcours, waarop boomwortels en
rotsen te verwachten zijn.
Onderhoud
Bron: DIN 31051, Het onderhoud wordt in het
algemeen periodiek en vaak door opgeleid
personeel uitgevoerd. Zo kunnen een zo lang
mogelijke levensduur en een geringe mate van
slijtage van het onderhouden object worden
gegarandeerd. Deskundig onderhoud is vaak ook
een voorwaarde voor het verlenen van garantie.
Racefiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets, die is bedoeld voor
amateurritten met hoge snelheden en voor
gebruik op openbare wegen, en die beschikt over
een stuureenheid met meerdere handgreepposi-
ties (die een aerodynamische lichaamshouding
toelaat) en over een overdrachtssysteem voor
meerdere snelheden en een bandbreedte van ten
hoogste 28 mm, waarbij de afgemonteerde fiets
een maximale massa van 12 kg heeft.
Remhendel
Bron: EN 15194:2017, Hendel waarmee de
remvoorziening wordt bediend.
Remweg
Bron: EN 15194:2017, Afstand, die een pedelec
aflegt tussen het moment waarop het remmen
aanvangt en het moment waarop de pedelec tot
stilstand komt.
Reserveonderdeel
Bron: EN 13306:2017, art. 3.5, Object ter
vervanging van een overeenkomstig object, om
de oorspronkelijk vereiste functie van het object te
behouden.
Schijfrem
Bron: EN 15194:2017, Rem, waarbij remblokken
worden gebruikt, om aan te grijpen op de
buitenvlakken van een dunne schijf, die op de
wielnaaf is aangebracht of daarin is geïntegreerd.
Slijtage
Bron: DIN 31051, Vermindering van de
slijtagetoeslag (4.3.4) ten gevolge van chemische
en/of fysische processen.
Snelspanvoorziening, snelspanner
Bron: EN 15194:2017, Met een hendel bediend
mechanisme, dat een wiel of ander onderdeel
bevestigt, in positie houdt of borgt.
Stads- en toerfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Pedelec, die is bedoeld
voor gebruik op openbare wegen, in hoofdzaak
voor transport- of vrijetijdsdoeleinden.
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 113
Terminologie
Storing
Bron: EN 13306:2017, art.6.1, Toestand van een
object (4.2.1), waarin het niet in staat is een
vereiste functie (4.5.1) te vervullen; uitgezonderd
wanneer deze toestand het gevolg is van
preventief onderhoud of andere geplande
werkzaamheden of van het ontbreken van externe
hulpbronnen.
Transportfiets
Bron: DIN 79010, Fiets, die in hoofdzaak is
bedoeld voor goederentransport.
Typenummer
Bron ZEG, Aan elke pedelec is een achtcijferig
typenummer toegekend, dat het modeljaar, het
type pedelec en de betreffende variant beschrijft.
Uitschakelsnelheid
Bron: EN 15194:2017, Snelheid van de pedelec
op het moment dat de stroom naar nul of naar de
vrijloopwaarde is geschakeld.
Verbruiksmateriaal
Bron: EN 82079-1, Onderdeel of materiaal, dat
vereist is voor regelmatig gebruik of onderhoud
van het object.
Vorkschacht
Bron: EN 15194:2017, Deel van de vork, dat draait
om de stuuras van de stuurkop van een fiets. In de
regel is de schacht verbonden met de kop van de
vork of direct met de vorkpoten en vormt deze in
de regel de verbinding tussen vork en
stuurvoorbouw.
Vouwfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets bedoeld om compact
te kunnen worden samengevouwen ten behoeve
van transport en opslag.
Werkomgeving
Bron: EN-ISO 9000:2015, Omstandigheden
waaronder werkzaamheden worden uitgevoerd.
Wiel
Bron: EN 15194:2017, Eenheid of samenstel van
naaf, spaken of schijf en velg, echter zonder de
band.
Zadelpen
Bron: EN 15194:2017, Onderdeel, dat het zadel
(met een schroef of andere constructie) vastklemt
en verbindt met het frame.
12.1 Afkortingen
ABS antiblokkeersysteem
ECP Electronic Cell Protection
12.2 Vereenvoudigde begrippen
Voor een betere leesbaarheid worden
onderstaande begrippen gebruikt:
Begrip Betekenis
Gebruikshandleiding Originele
gebruikshandleiding
Motor Aandrijfmotor,
deelmachine
Tabel 35: Vereenvoudigde begrippen
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 114
Bijlage
13 Bijlage
I. Vertaling van de originele EG/EU-conformiteitsverklaring
De machine, de pedelec van het type:
21-15-3025 Volario E8R Disc Stads- en toerfiets
21-15-3027 Volario E8R Disc Stads- en toerfiets
21-15-3030 Volario E7R V Stads- en toerfiets
21-15-3031 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3032 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3033 Volario E8 Disc outer Stads- en toerfiets
21-15-3090 Volario E7R HS Stads- en toerfiets
21-15-3096 Swing E7F 20? Stads- en toerfiets
21-15-3185 Swing E8 Disc Stads- en toerfiets
bouwjaar 2020 en bouwjaar 2021, is in overeenstemming met onderstaande van toepassing zijnde
EU-richtlijnen:
Machinerichtlijn 2006/42/EG
RoHS-richtlijn 2011/65/EU
EMC-richtlijn 2014/30/EU.
Aan de essentiële eisen van de Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU is voldaan conform Bijlage I, art. 1.5.1
van de Machinerichtlijn 2006/42/EG
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast:
EN-ISO 20607:2019, Machineveiligheid – Instructiehandboek Algemene regels voor het opstellen
EN 15194:2017, Fietsen – Elektrisch ondersteunende fietsen – EPAC fietsen
De volgende overige technische normen zijn toegepast:
EN 11243:2016, Fietsen – Bagagedragers voor fietsen – Eisen en beproevingsmethoden
Köln, 29.07.2020
…………………………………………………………………………………………………………………
Egbert Hageböck, directeur ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Fabrikant
ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Longericher Straße 2
50739 Köln
Germany
Gevolmachtigde voor de documentatie*
Janine Otto
c/o ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Longericher Straße 2
50739 Köln
Germany
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 115
Bijlage
II Inbouwverklaring van de niet voltooide machine
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 116
Bijlage
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 117
Bijlage
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 118
Trefwoordenregister
14 Trefwoordenregister
A
Aan/uit-toets (accu), 22
Aan/uit-toets,
Display, 62
Aandrijfsysteem, 21
- inschakelen, 61
- uitschakelen, 61
Aanhanger, 56
Accu, 21
- aanbrengen, 59
- afvoeren, 89
- controleren, 37
- laden, 60
- reinigen, 73
- transporteren 35
- verwijderen, 59
- verzenden 35
Technische gegevens 29
Accubehuizing, 22, 23
Accusleutel, 22
Accuslot, 22, 23
Achterbouwdemper,
- reinigen, 71, 72
Opbouw, 17
Achterlicht, 21
Achterwielrem, 18, 19
Afdekking laadaansluiting, 22, 23
Afmetingen, 34
Afstelwiel, 17
Alternatieve uitrusting, 113
B
Bagagedrager, 14
- gebruiken, 58
- wijzigen, 58
Bagagedrageraccu,
- verwijderen, 59
Band, 15
- controleren 75
- vuldruk controleren 75
Bedrijfstoestandweergave, 30
Borging, 23
C
Cassette,
- onderhouden 74
D
Display,
- accu laden, 62
- reinigen, 73
Displayweergave, 30, 56
Draaibare handvatschakelaar van de
versnelling, 30
- controleren, 77
Duwondersteuning,
- gebruiken, 63
Duwondersteuningstoets, 62
E
Eerste ingebruikname, 38
Elektrische bekabeling,
- controleren 77
F
Frame, 14
- onderhouden, 74
- reinigen, 72
Frame-accu,
- aanbrengen, 59
- verwijderen, 59
G
Gewicht,
- Gewicht, 34
- Transportgewicht, 34
Toegestaan totaalgewicht, 8
Grondige reiniging 72
H
Hendel, 17
K
Ketting, 14, 21
- onderhouden, 74, 77
Kettingaandrijving, 21
Kettingspanning, 77
Kettingwiel, 21
Kettingwielen,
- onderhouden 74
Kinderzitje, 55
Koplamp, 21
L
Laadaansluiting, 22, 23
Laadtoestandweergave (accu), 22, 23
Laadtoestandweergave, 30
Luchtkamer, 17
Luchtventiel,
Achterbouwdemper, 17
Vork, 16
M
Markering van de minimale
insteekdiepte, 48
Mechanische overbrenging,
- onderhouden 74
Min-toets, 62
Modeljaar, 8
Motor, 21
- reinigen, 73
Technische gegevens 28, 29
N
Naaf, 15
Noodstopsysteem 12
O
Onderbreking van het gebruik, 36
- uitvoeren 36
- voorbereiden 36
Ondersteuningsniveau,
- selecteren, 63
Oplader,
- afvoeren, 89
O-ring, 17
P
Pedaal, 19, 21
- onderhouden, 74
- reinigen, 71
Pedelec,
- transporteren 35
- verzenden 35
Plus-toets, 62
R
Range, 30
Reisinformatie, 30
- wijzigen, 63
Rem,
- bij transport beveiligen 35
- drukpunt controleren 76
- remkabels controleren 77
- remschijf controleren 77
- remvoering controleren 76
Remarm, 18
Remhendel, 30
- drukpunt afstellen, 52
Remschijf, 18
- controleren 77
Remvoering, 18
- controleren 76
- onderhouden, 76
Remzadel, 18
Riemspanning, 77
Rijrichting, 21
Rijverlichting, 24
- werking controleren, 57
Rollenrem,
- remmen, 66
S
Schakelhendel,
- afstellen, 82
- controleren, 77
Schakelrol,
- onderhouden 74
Spaak, 15
Spatbord,
- controleren, 57
Stuur, 14, 30
- controleren 39
Systeemmelding, 31, 44
T
Terugtraprem,
- remmen, 66
Toets,
Aan/uit (accu) 23
Aan/uit (display), 62
Duwondersteuning, 62
Min, 62
Plus, 62
Total, 30
Transport, 34
Transporteren, zie transport
Trip (reset reis), 30
Typenummer, 8
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020 119
Trefwoordenregister
U
USB-aansluiting, 62
- controleren 77
V
Velg, 15
- controleren 75
- controleren, 75
Ventiel, 15
Blitzventiel, 15
Verende voorvork,
- reinigen, 71
Vergrendelhaak, 23
Vergrendelingshendel van de velgrem
18
Versnelling,
- controleren 77
- onderhouden, 77
- schakelen, 68, 70
Voorbouw,
- controleren 39, 77
- onderhouden, 74
- reinigen, 72
Voorderailleur,
- onderhouden, 74
Voorwiel, zie wiel
Voorwielrem, 18, 19
- remmen, 66
Vork,
- drukdemper afstellen, 67
- onderhouden, 74
W
Wiel,
- monteren 38
- onderhouden, 75
- reinigen, 72
Winterpauze, zie onderbreking van het
gebruik
Z
Zadel, 14, 58
- gebruiken, 58
- zadelhoek wijzigen, 47
- zadelhoogte bepalen, 47, 49
- zitlengte wijzigen, 49
Zadelpen, 14
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 17.27 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021

Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 120 pagina's

Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 Gebruiksaanwijzing - English - 119 pagina's

Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 Gebruiksaanwijzing - Français - 120 pagina's

Pegasus BOSCH Purion Pedelec 2021 Gebruiksaanwijzing - Italiano - 121 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info