stopcontact.
Zet de boormachine rechtstreeks op de
plaats aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (10) indrukken
Uitschakelen:
AAN/UIT-schakelaar (10) loslaten.
Continubedrijf inschakelen:
AAN/UIT-schakelaar (10) indrukken en borgen
d.m.v. de vastzetknop (8).
Let op! Het vastzetten is enkel in de
rechtsdraaiende modus mogelijk.
Continubedrijf uitschakelen:
De AAN-/UIT-schakelaar (10) kort indrukken.
8.3 Toerental afstellen (fig. 9, pos. 10)
U kan het toerental tijdens het bedrijf
traploos regelen.
U kiest het toerental door de AAN/UIT-
schakelaar (10) meer of min hard in te
drukken.
Kiezen van het juiste toerental: Het best
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de werkmodus en van de
ingezette boor.
AAN/UIT-schakelaar (10) minder hard
ingedrukt: lager toerental
AAN/UIT-schakelaar (10) harder ingedrukt:
hoger toerental
Hint: boor de boorgaten met een laag
toerental aan. Verhoog dan het toerental
geleidelijk aan.
Voordelen:
De boor is bij het aanboren gemakkelijker
te controleren en glijdt niet weg.
U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij
tegels).
8.4 Vooraf instellen van het toerental
(fig. 9, pos. 9)
De toerentalafstelring (9) maakt het
mogelijk het maximumtoerental vast te
leggen. De AAN/UIT-schakelaar (10) kan
enkel nog tot het vooraf ingestelde
maximumtoerental worden ingedrukt.
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (9)
in de AAN/UIT-schakelaar (10).
Verricht deze afstelling niet tijdens het
boren.
8.5 Omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(fig. 9, pos. 7).
Enkel in stilstand omschakelen!
Stel de draairichting van de
klopboormachine af d.m.v. de
omschakelaar “rechts-/linksdraaiend” (7).
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend na links ingedrukt
(voorwaarts en boren)
linksdraaiend (terugloop) na rechts ingedrukt
8.6 Omschakelaar boren / klopboren /
beitelen (fig. 10)
Om te boren de knop (E) op de
omschakelaar (5) indrukken en tegelijkertijd
de omschakelaar (5) naar de schakelstand
A draaien.
Om te klopboren de knop (E) op de
omschakelaar (5) indrukken en tegelijkertijd
de omschakelaar (5) naar de schakelstand
B draaien.
Om te beitelen de knop (E) op de
omschakelaar (5) indrukken en tegelijkertijd
de omschakelaar (5) naar de schakelstand
C draaien. In de stand C is de beitel niet
gearręteerd.
Om te beitelen de knop (E) op de
omschakelaar (5) indrukken en tegelijkertijd
de omschakelaar (5) naar de schakelstand
D draaien. In de stand D is de beitel
gearręteerd.
Let op!
Voor het klopboren is slechts een geringe
aandrukkracht nodig. Door een te hoge
aandrukkracht wordt de motor onnodig belast.
Boor regelmatig controleren. Een botte boor
bijslijpen of vervangen.
NL
27