DOEL VAN HET SPEL
Als eerste speler door juiste beantwoording van de vragen alle zes de vakjes van
je speelschijf vullen met verschillend gekleurde score-partjes, en de eindvraag
goed beantwoorden.
KLAAR VOOR DE START?
1. Alle spelers kiezen een lege speelschijf
en zetten hem op het middenvak van het
speelbord.
2. Neem een stapeltje groene en een
stapeltje gele kaarten en zet ze elk in de
bijbehorende kaarthouder.
3. Gooi om de beurt met de
dobbelsteen. Wie het hoogst gooit mag
beginnen.
ALS JE AAN DE BEURT
BENT
1. Gooi de dobbelsteen.
2. Verplaatsen. Verplaats je
speelschijf het gegooide aantal vakjes
over het speelbord.
3. Als je op een gekleurd vakje eindigt, moet je een vraag
beantwoorden!
Een van de andere spelers pakt de voorste kaart uit de gewenste kaarthouder en leest de
vraag voor van de kleur waarop je speelschijf staat. Elke kleur correspondeert met een
categorie. Deze categorieën staan op de zijkanten van de doos. De antwoorden op de
vragen staan afgedrukt op de achterkant van de kaart. Als je op het middenvak terecht
komt, mag je zelf kiezen van welke categorie je een vraag beantwoordt.
090173013104 Family Refresh Edition Trivial Pursuit Rules Dutch
PANTONE 3035 CVC
Score-partje
VERPLAATSEN OVER HET
SPEELBORD
Aan het begin van het spel verplaats je de
speelschijf langs een van de spaken naar de
buitenring van het bord. Als je die bereikt
hebt, mag je de speelschijf zowel met de
klok mee als tegen de klok in verplaatsen.
Omdat je alle kanten op mag, moet je je
zetten zorgvuldig plannen om op het
gewenste vakje terecht te komen.
Je mag nooit in één worp vooruit én weer
terug lopen. Als je bijvoorbeeld een “5”
hebt gegooid, mag je niet drie vakjes
vooruit, stoppen, en twee vakjes terug
lopen. Maar je mag wel bij je volgende
worp (als je een vraag goed beantwoord
hebt) de andere kant op gaan dan de
worp ervoor.
Je kunt het bord ook oversteken via
de spaken. Het middenvak telt voor 1
vakje.
Je mag met twee spelers op één vakje staan.
INHOUD
Een speelbord, 400 kaarten met vragen en
antwoorden (200 groene kaarten voor
volwassenen, 200 gele kaarten voor jonge
spelers), twee kaarthouders, een
dobbelsteen, zes speelschijven en 36
gekleurde partjes.
De groene kaarten zijn voor spelers
van 14 jaar en ouder. De gele kaarten
zijn voor jongere spelers. Spreek van
tevoren af wie vragen beantwoordt van
de gele en wie van de groene kaarten.
Zet kaarten altijd terug in de juiste
kaarthouder.
Elke stapel van 100 kaarten bevat een
markeerkaart. Deze moet aan het
begin van het spel achteraan in de
kaarthouder staan. Zet een vraagkaart
na gebruik altijd achteraan in de rij
waaruit je hem gepakt hebt, totdat de
markeerkaart vooraan staat. Dat is het
moment om een nieuwe
stapel kaarten in de
kaarthouder
te zetten.
Zó moeten de kaarten
in de kaarthouder
staan
73013i04 8/11/01 11:44 am Page 1 (Black plate)