NI-19
Nederlands
Verzorging van uw magnetronoven
1. Zet de oven uit alvorens hem te reinigen.
2. Houd de deurafdichtingen en de plaatsen
hieromheen schoon. Als er spatten en
gemorste vloeistoffen vast zijn gaan zitten
op de ovenwanden, deurafdichtingen en de
plaatsen hieromheen, moeten deze worden
schoongemaakt met een vochtige doek. Als
zij zeer vuil zijn geworden mag gebruik
gemaakt worden van een mild reinigings-
middel. Het gebruik van agressieve reini-
gings-middelen of schuursponsjes wordt
niet aanbevolen.
GEBRUIK GEEN COMMERCIËLE
OVENREINIGERS.
3. Gebruik geen ruwe, schurende reinigings-
middelen of scherpe metalen schrapers om
de ruit van de ovendeur te reinigen, aange-
zien deze het oppervlak kunnen krassen
en het glas kunnen doen barsten.
4. De buitenzijde van de oven moet worden
schoongemaakt met een vochtige doek.
Ter voorkoming van schade aan de onder-
delen binnen in de oven, mag er geen
water via de ventilatie-openingen naar bin-
nen sijpelen.
5. Indien het bedieningspaneel vuil wordt,
moet dit met een zachte, droge doek
gereinigd worden. Gebruik geen agressie-
ve reiningingsmiddelen of schuursponsjes
op het bedieningspaneel. Bij het reinigen
van het bedieningspaneel moet de oven-
deur open blijven om te voorkomen dat de
oven per ongeluk wordt ingeschakeld. Druk
na het reinigen op de STOP/WIS toets om
het uitleesvenster te wissen.
6. Indien er aan de binnenkant van de oven-
deur of rondom de buitenkant hiervan
stoomvor-ming plaatsvindt, veeg deze dan
weg met een zachte doek. Dit kan het
geval kunnen zijn, wanneer de magnetron-
oven wordt gebruikt in een ruimte met een
hoge vochtigheidsgraad; dit duidt niet op
foutief functioneren van het apparaat.
7. Van tijd tot tijd moet het glazen draaipla-
teau verwijderd worden om het schoon te
maken. Reinig het draaiplateau in warm
water met een afwasmiddel of in een vaat-
wasmachine.
8. De draairing en de ovenbodem moeten
regelmatig worden gereinigd om onge-
wenste ge-luiden te voorkomen. Verwijder
het vuil op de bodem van de magnetron-
oven met een mild schoonmaakmiddel en
heet water, en maak hem daarna droog
met een schone doek. De draairing moet
worden afgewassen in een mild sopje. Bij
een regelmatig gebruik zetten zich kook-
dampen vast op de bodem en/of de wielen
van de draairing, maar tasten deze op
geen enkele wijze aan. Wanneer u de
draai-ring uit de uitsparing in de grondplaat
haalt om hem schoon te maken, let er dan
goed op dat de draairing weer in de juiste
positie terug geplaatst wordt.
9. Bij het GRILLEN of COMBINATIE koken
zullen sommige voedselsoorten vetspatten
op de ovenwanden veroorzaken. Indien de
oven niet van tijd tot tijd gereinigd wordt,
kan hij tijdens het gebruik gaan “roken”.
10. De magnetronoven mag uitsluitend door
ge-kwalificeerd servicepersoneel worden
gerepareerd. Neem voor onderhoud en
reparaties van de oven contact op met de
dichtstbij-zijnde erkende dealer.
11. Gebruik geen stoomreiniger voor het reini-
gen.
12. Als u de oven niet schoonhoudt, is het
mogelijk dat de kwaliteit van de oppervlak-
ken vermindert waardoor de levensduur
van het toestel verkort en er mogelijk
gevaarlijke situaties ontstaan.
13. Houd ventilatie-openingen altijd vrij.
Controleer dat stof of andere materialen de
ventilatie-openingen boven-, onder- of ach-
teraan de oven niet blokkeren. Een blokke-
ring van de ventilatie-openingen kan leiden
tot oververhitting en de werking van de
oven hinderen.