Displays
Display van de handset
Iconen
11
(Het display toont alle mogelijke configuraties)
Î De in-bereik-icoon duidt aan dat de
handset zich binnen het bereik van
het basisstation bevindt. Hij
knippert wanneer de handset zich
buiten het bereik bevindt.
Ï De personenoproep/intercom-icoon
wordt getoond tijdens het
oproepen of bij het gebruik van de
intercom. Hij knippert wanneer een
andere telefoon de handset
oproept.
De spreken-icoon wordt getoond
tijdens gesprekken. Hij knippert bij
ontvangst van een externe oproep.
Ë De rechtstreekse oproep-icoon
wordt getoond wanneer deze
modus ingeschakeld is.
Ô De oproepverbod-icoon wordt
getoond wanneer deze functie
ingeschakeld is.
 De programmeer-icoon duidt aan
dat de programmeer-modus
geactiveerd is.
È De bel uit-icoon duidt aan dat de
beltoon tijdelijk uitgeschakeld is.
Ò De batterij-icoon geeft de
batterijlading.
Ó De toetsenblokkering-icoon wordt
getoond als de toetsenblokkering
van de handset ingeschakeld is. In
deze modus is de toetsenset
gedesactiveerd.
Á De snelkies-icoon wordt getoond
wanneer deze modus
ingeschakeld is.
LCD
N.B. Het LCD op uw handset bevat 7 segmenten en elk teken zal worden
afgebeeld zoals hierboven. Sommige tekens worden anders weergegeven (M als
m). Dit is geen fout maar maakt deel uit van de normale werking van het display.
Gebruikte symbolen
Z wijst erop dat u de volgende toets(en) moet indrukken.
888888888888
ÂÊÁËÈÍ
ÎÏÔÓÒ
.
Teken
Teken