\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\
Voorbereiding
Plaatsen van
de batterij
Klok instellen
Trek de isolatiefolie voorzichtig
uit de achterzijde van de
afstandsbediening.
1
Draai de contactsleutel van
uw auto naar ACC of ON.
C
C
A
N
O
De klok werkt volgens het 24-uurs systeem.
1
Kies de AM-radiofunctie. (« “Radio (AM
[LW/MW]/FM)”).
2
Druk op [DISP].
(klokdisplay)
3
Houd [DISP] langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Uren knipperen
4
Stel de uren in.
Uren ingevoerd
[]: stel de uren vooruit.
[]: stel de uren achteruit.
5
Druk op [DISP].
Minuten knipperen
6
Stel de minuten in.
Minuten ingevoerd
[]: stel de minuten vooruit.
[]: stel de minuten achteruit.
7
Druk op [DISP].
Klaar
Opmerkingen:
• “NO CT” wordt weergegeven voordat u de klok instelt.
• Bij ontvangst van een RDS-zender zorgt de klokfunctie
(CT) ervoor dat de klok automatisch wordt gelijkgezet.
• Houd [] of [] ingedrukt om de cijfers snel te
doorlopen.
Opmerking: Batterijgegevens:
Batterijtype: Panasonic lithium batterij (CR2025)
(meegeleverd in de afstandsbediening)
Batterijduur: Ongeveer 6 maanden bij normaal gebruik (op
kamertemperatuur)
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
De demonstratiemelding verschijnt bij eerste gebruik.
1
Draai de contactsleutel van uw auto naar
ACC of ON.
2
Druk op [SRC] (PWR: Aan/uit).
Het demonstratiescherm zal verschijnen.
\CQ-RX400N\
\CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
3
Houd [VOL] (PUSH SEL: Selecteren)
2 seconden ingedrukt om het functiemenu
te openen.
4
Druk op [VOL] (PUSH SEL: Selecteren)
om DEMO te selecteren.
5
Draai [VOL] tegen de wijzers van de klok in.
Voor gebruik van de afstandsbediening, drukt u op [0] ().
Opmerkingen:
• Om terug te keren naar de gewone functie, drukt u op
[DISP].
• Raadpleeg de paragraaf over “Functie-instellingen”.
• Indien “NO USB” (\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\) of “NO
DISC” wordt weergegeven, kan de demonstratie niet
geannuleerd worden.
Annuleren van
demonstratie
Voor het eerst
inschakelen
2
Druk op [SRC] (PWR: Aan/uit).
Algemeen
[VOL] (Volume)
[SRC] (Signaalbron)
kiest een signaalbron.
[PWR] (in-/uitschakelen)
schakelt het toestel in/uit.
In-/uitschakelen
Draai de contactsleutel van uw auto naar ACC of ON.
Inschakelen: Druk op [SRC] (PWR).
Uitschakelen: Houd [SRC] (PWR) tenminste
1 seconde ingedrukt.
Algemene bediening
Sensor voor de afstandsbediening
[TA/AF]
(
« “Radio Data Systeem
(RDS) bij FM-uitzendingen”)
AUX1-aansluiting
(3,5 mm
stereo)
Vanaf de lijnuitgang van een extern audioapparaat (bv.
silicium-audio-speler, HDD-speler, enz.)
Opmerking: De aansluiting wordt aangeduid als “AUX1”, maar
verschijnt op het display als “<AUX IN>”.
(«Onder)
Voorzichtig
•
Stel het volume laag genoeg in voordat de AUX-aansluiting wordt gemaakt.
Als u dit niet doet, kan een luid geluid worden voortgebracht waardoor
de luidsprekers kunnen worden beschadigd en u gehoorschade kunt
oplopen.
\CQ-RX103N\ \CQ-RX102N\ \CQ-RX101N\
Radio Diskspeler AUX*
Volumeregeling
(Instelbereik: 0 t/m 40, standaard: 18)
Draai [VOL].
\CQ-RX200N\
Radio Diskspeler
Systeemuitbreidingsaansluiting
AUX 1*
(
«Rechts)
Druk op [SRC] om de signaalbron te
veranderen.
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\
Radio
Diskspeler
Systeemuitbreidingsaansluiting
AUX 1*
USB-
aansluiting
(«Rechts) («Rechts)
Opmerking: selecteer de USB-aansluitingsfunctie om de iPod-
serie die via de USB-aansluiting is aangesloten, te bedienen.
(« Systeemuitbreidingsgids)
Opmerking: Zie de Systeemuitbreidingsgids of de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat voor informatie over
aansluitbare apparaten.
Een signaalbron kiezen
QSysteemuitbreidingsaansluiting
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
Als een los verkrijgbaar apparaat is aangesloten:
Schakel over naar aangesloten apparaat
Bij aansluiting met CD-wisselaar
Bij aansluiting met iPod
Bij aansluiting met Bluetooth-toestel
OF
Als een uitbreidingsmodule is aangesloten:
De apparaten die op de poorten 1 t/m 4 zijn aangesloten
worden op volgorde geactiveerd na overschakeling naar
AUX2 (apparaat aangesloten op de AUX-aansluiting van de
uitbreidingsmodule).
QUSB-aansluiting \CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\
Als een los verkrijgbaar USB-geheugen is aangesloten:
Bij het laden van MP3/WMA/AAC-gegevens
Als een los verkrijgbaar USB-geheugen niet is aangesloten:
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
AUX IN*:
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
\CQ-RX103N\ \CQ-RX102N\ \CQ-RX101N\
U beschikt over zes voorgeprogrammeerde instellingen (FLAT,
ROCK, POP, VOCAL, JAZZ, CLUB). U kunt deze instellingen
aanpassen en voor later gebruik opslaan.
SQ veranderen
1
Druk op [VOL] (PUSH SEL:
Selecteren) om het audiomenu
te openen.
2
Druk op [VOL] (PUSH SEL: Selecteren)
om SQ te selecteren.
3
Draai [VOL] om de muzieksoort
te selecteren.
Druk op [DISP] om naar de gewone functie terug te keren.
Opmerking: Raadpleeg “Audio-instellingen” voor de
aanpassing van elke luidspreker.
SQ selectie op basis van genre
SQ (geluidskwaliteit)
SQ aanpassing
U kunt de eigenschappen van de momenteel geselecteerde
muzieksoort (SQ) aanpassen. (
« Boven)
Het is ook mogelijk om 5 verschillende aangepaste SQ's te
programmeren.
SQ3 (3-bands geluidskwaliteit)
Centerfrequentie en -niveau zijn in elk van de drie banden instelbaar.
Hierdoor kunt u de geluidskwaliteit voor elk genre precies afstemmen
op de akoestiek van het auto-interieur en uw persoonlijke smaak.
Toon/SQ-regelbereik: B12 dB t/m A12 dB (per 2 dB)
SQ Laag/Bass: ±12 dB (bij 60 Hz, 80 Hz, 100 Hz, 200 Hz)
SQ Midden: ±12 dB (bij 500 Hz, 1 kHz, 2 kHz, 3 kHz)
SQ Hoog/Treble: ±12 dB (bij 10 kHz, 12 kHz, 15 kHz, 18 kHz)
• Het bass/treble-regelniveau van elke frequentie is vastgezet
op de frequentie die voor SQ is gekozen.
Een aangepaste SQ retourneren naar de standaardinstelling
Selecteer de SQ die naar de standaardinstelling moet
worden teruggebracht.
(Volg stap
1 t/m 3 in “SQ veranderen”. « Boven)
Houd [BAND] tenminste 2 seconden ingedrukt.
Opmerkingen:
• U kunt geen voorgeprogrammeerde waarde voor SQ opslaan
onder toets [1].
• SQ aanpassingen brengen geen verandering in de
schermnamen zoals ROCK en JAZZ.
• Activeer SQ en Bass/Treble niet tegelijkertijd om vervorming
van het geluid te voorkomen.
1
Druk op [VOL] (PUSH SEL:
Selecteren) om het audiomenu
te openen.
2
Druk op [VOL] (PUSH SEL: Selecteren)
om SQ SET te selecteren.
3
Pas elke band aan.
/: centerfrequentie hoger/lager
[] []: Bandkeuze
[] []: Niveau hoger/lager
Niveau
Frequentie
4
Houd de cijfertoets [2] t/m [6] tenminste
2 seconden ingedrukt.
• De aangepaste SQ wordt geprogrammeerd onder het
nummer van de geselecteerde toets, en de normale functie
wordt hervat.
• SQ-aanpassing wordt niet opgeslagen tenzij het is
voorgeprogrammeerd. Programmeer altijd voor na het
maken van aanpassingen.
Geluidsregeling
(FLAT) vlakke frequentierespons:
geen enkel deel wordt benadrukt.
(Standaardinstelling)
(ROCK) voor snel en zwaar geluid:
lage en hoge tonen worden overdreven.
(POP) voor een breed en diep geluid:
lage en hoge tonen worden licht benadrukt.
(VOCAL) voor een helder geluid:
middentonen worden benadrukt en hoge tonen
worden licht benadrukt.
(JAZZ) jazz-specifi ek diep geluid:
geluid met nadruk op scherpte van hi-hat en
saxofoonklanken.
(CLUB) club en disco-specifi ek geluid:
realistische weergave van clubsound.
[BAND]
kiest een frequentieband in de radiofunctie.
[APM] (Automatisch voorkeurzenders programmeren)
voert APM uit in de radiofunctie. (Tenminste 2 seconden
ingedrukt houden.)
[SRC] (Signaalbron)
kiest een signaalbron.
Voorkeurtoetsen [1] t/m [6]
kiest een voorkeurstation in de radiobron,en programmeert het huidige
station in. (Tenminste 2 seconden ingedrukt houden.)
[TUNE ] [TUNE ]
doorloopt de frequenties omlaag/omhoog.
(Tenminste 0,5 seconde ingedrukt houden en
dan loslaten om een zender te zoeken.)
[DISP] (Display)
wijzigt de op het display
weergegeven informatie.
1
Druk op [SRC] om de radiobron te kiezen.
2
Druk op [BAND] om een frequentieband te
kiezen.
3
Kies een zender.
Radio (AM [LW/MW]/FM)
AM (LW/MW)-functie:
Frequentieband/
frequentie
CT (Klok Tijd)
licht op wanneer er een FM-
stereosignaal wordt ontvangen.
Frequentieband
Frequentie
Voorkeurnummer
Voorkeurzenders
programmeren
Afstemmen op een frequentie
[TUNE ]: Lager
[TUNE ]: Hoger
Opmerking: Tenminste 0,5 seconde ingedrukt houden en
dan loslaten om een zender te zoeken.
Kiezen van een voorkeurzender
Druk op de overeenkomstige toets van [1]
t/m [6] om af te stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
U kunt in elk van de onderdelen AM, FM1, FM2 en FM3 maximaal 6 voorkeurzenders programmeren.
Voorkeurzenders kunnen eenvoudig worden opgeroepen door op [1] t/m [6] te drukken.
Automatisch voorkeurzenders programmeren (APM)
Door op deze toets te drukken kunnen zenders met een goed
ontvangstsignaal automatisch worden opgeslagen in het
voorkeurzendergeheugen.
1
Kies een frequentieband.
2
Houd [BAND] (APM) tenminste 2 seconden
ingedrukt.
Nadat ze als voorkeurzender zijn geprogrammeerd, zullen de
zenders met de beste ontvangst gedurende 5 seconden op
volgorde worden weergegeven (SCAN). Om het scannen te
stoppen, drukt u op een van de toetsen van [1] t/m [6].
Opmerking: Nieuw opgeslagen zenders worden over eerder
opgeslagen zenders heen geschreven.
Handmatig voorkeurzenders programmeren
1
Stem af op een zender.
2
Houd een van de voorkeurtoetsen van [1]
t/m [6] tenminste 2 seconden ingedrukt.
(knippert eenmaal)
Opmerking: Nieuw opgeslagen zenders worden over eerder
opgeslagen zenders heen geschreven.
Display in de radiofunctie
FM (niet-RDS)-functie:
Frequentieband/
frequentie
PS
CT
RDS-functie:
PS
(Programmanaam-
service)
Frequentieband/
frequentie
CT
Druk op [DISP] om het display te wijzigen.
BedieningsoverzichtDisplay wijzigen
[VOL]
kiest een waarde in het audiomenu.
(PUSH SEL) (Indrukken om te kiezen)
kiest een onderdeel in het audiomenu.
[DISP] (Display)
verlaat het audiomenu.
Audiomenu
Volume
(Instelbereik: 0 t/m 40, standaard: 18)
: Verhogen
: Verlagen
Lage tonen
(Instelbereik: –12 dB t/m +12 dB per 2 dB, standaard: 0 dB)
: Verhogen
: Verlagen
Hoge tonen
(Instelbereik: –12 dB t/m +12 dB per 2 dB, standaard: 0 dB)
: Verhogen
: Verlagen
SQ (geluidskwaliteit)
(Toon/SQ-regelbereik: FLAT/ROCK/POP/VOCAL/JAZZ/CLUB,
standaard: FLAT)
(«“Geluidsregeling”)
SQ aanpassing
(Aanpasbare frequentie: B12 dB t/m A12 dB (per 2 dB))
Instelbereik:
SQ Laag/Bass: ±12 dB (bij 60 Hz, 80 Hz, 100 Hz, 200 Hz)
SQ Midden: ±12 dB (bij 500 Hz, 1 kHz, 2 kHz, 3 kHz)
SQ Hoog/Treble: ±12 dB (bij 10 kHz, 12 kHz, 15 kHz, 18 kHz)
/: centerfrequentie hoger/lager
[] []: Bandkeuze
[] []: Niveau hoger/lager
Balans links/rechts
(Instelbereik: 15 niveaus elk, standaardinstelling: CNT (midden))
: Rechts versterkt
: Links versterkt
Balans voor/achter
(Instelbereik: 15 niveaus elk, standaardinstelling: CNT (midden))
: Voor versterkt
: Achter versterkt
Opmerkingen:
• Het volume kan ook rechtstreeks worden aangepast met de knop [VOL] op het hoofdtoestel. (« “Algemeen”)
• Voor meer informatie over het instellen van SQ (Geluidskwaliteit), raadpleegt u “Geluidsregeling”.
• Activeer SQ en Bass/Treble niet tegelijkertijd om vervorming van het geluid te voorkomen.
1
Druk op [VOL] (PUSH SEL) om het audiomenu te openen.
Opmerking: Als gedurende langer dan 5 seconden geen bediening plaatsvindt in het audiomenu (2 seconden bij het
aanpassen van het volume, 10 seconden bij het aanpassen van SQ), keert het display terug naar de normale functie.
2
Druk op [VOL] (PUSH SEL) om een
functie te kiezen die u wilt aanpassen.
3
Draai [VOL] met de klok mee of er tegenin om
de instelling te veranderen.
Audio-instellingen
Opmerkingen:
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
• De volgorde en inhoud van de instellingen kan afhangen
van de staat van de aan te sluiten apparaten. Zie de
Systeemuitbreidingsgids of de gebruiksaanwijzingen van
de aan te sluiten apparaten voor meer informatie.
\CQ-RX200N\ \CQ-RX103N\ \CQ-RX102N\
\CQ-RX101N\
• Als de balans voor/achter is ingesteld op "voor", wordt de
uitvoer (achter) van de voorversterker verlaagd.
Functie-instellingen
FM Monaural [FM]
: MONO ON
( licht op.)
De ruis wordt aanzienlijk verlaagd als zwakke signalen
worden ontvangen vanaf een FM-zender.
: MONO OFF
(standaard)
FM Lokaal [FM]
:
LOCAL ON
( licht op.)
Alleen zenders met een goede ontvangst worden
gevonden bij het zoeken naar zenders.
:
LOCAL OFF
(standaard)
AM Lokaal [AM]
:
LOCAL ON
( licht op.)
Alleen zenders met een goede ontvangst worden
gevonden bij het zoeken naar zenders.
: LOCAL OFF
(standaard)
Regio ]RDS]
:
Er wordt
alleen gezocht
naar programma’s
uit de eigen regio.
Opmerking: Wanneer de regiofunctie wordt
omgeschakeld van OFF naar ON of andersom, wordt de
AF-functie automatisch ingeschakeld.
:Er wordt ook
gezocht naar
programma’s
van buiten de
eigen regio.
(Standaard)
PTY Taal ]RDS]
: Engels
(standaard)
: Zweeds
(
«Vervolg hieronder)
1
Houd [VOL] (PUSH SEL) tenminste 2 seconden ingedrukt om het functiemenu te openen.
Opmerking: Als gedurende langer dan 5 seconden geen bediening plaatsvindt in het functiemenu, keert het display
terug naar de normale functie.
2
Druk op [VOL] (PUSH SEL) om een
functie te kiezen die u wilt aanpassen.
3
Draai [VOL] met de klok mee of er tegenin
om de instelling te veranderen.
[VOL]
kiest een waarde in het functiemenu.
(PUSH SEL) (Indrukken om te kiezen)
kiest een onderdeel in het functiemenu.
[DISP] (Display)
verlaat het functiemenu.
Demonstratie
: Aan
(standaard)
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
U kunt instellen of de monitor het demonstratiescherm
moet weergeven of verbergen.
Opmerking: Door een toets in te drukken op
het toestel of met de afstandsbediening, kunt u
het demonstratiescherm gedurende 20 seconden
annuleren en de geselecteerde handeling zelfs in de
demonstratiefunctie uitvoeren.
: Uit
Geluidsonderbreking/
-demping
: Volume 10
stappen omlaag
U kunt kiezen uit dempen of onderbreken.
: Volume uit
(standaard)
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\
\CQ-RX200N\
AUX1 Skip
(overslaan)
: Aan (Skip
uitgeschakeld.)
(Standaard)
Als AUX1 niet wordt gebruikt, wordt de AUX1-functie
overgeslagen bij het kiezen van de ingangsbron.
: Uit (Skip
ingeschakeld.)
\CQ-RX103N\ \CQ-RX102N\
\CQ-RX101N\
AUX Skip
(overslaan)
: Aan (Skip
uitgeschakeld.)
(Standaard)
Als AUX niet wordt gebruikt, wordt de AUX-functie
overgeslagen bij het kiezen van de ingangsbron.
: Uit (Skip
ingeschakeld.)
Opmerkingen:
• Om terug te keren naar de normale functie, drukt u op [DISP].
\CQ-RX400N\ \CQ-RX300N\ \CQ-RX200N\
• De volgorde en inhoud van de instellingen kan afhangen van de staat van de aan te sluiten apparaten. Zie de
Systeemuitbreidingsgids of de gebruiksaanwijzingen van de aan te sluiten apparaten voor meer informatie.
Radio Data Systeem (RDS) bij FM-uitzendingen
Wat is RDS?AF (Alternatieve Frequentie)
In gebieden waar u FM-uitzendingen met RDS-gegevens kunt ontvangen, kunt u gebruikmaken van nuttige functies, zoalsAF, TA, PTY.
AF (Alternatieve Frequentie)
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld ( licht op), zijn de
volgende functies beschikbaar.
• Wanneer de ontvangst slechter wordt, zal automatisch
worden afgestemd op een zender met hetzelfde programma
en een betere ontvangst.
• Bij het automatisch programmeren van voorkeurzenders
(APM) zullen alleen RDS-zenders worden opgeslagen.
• Wanneer u een voorkeurzender oproept, zal automatisch
worden afgestemd op de zender met de beste ontvangst.
(BSR Best Stations Research)
Opmerkingen:
• U kunt de gevoeligheid van de AF-functie instellen.
• U kunt het beschikbare bereik voor de AF-functie instellen.
(
« “Functie-instellingen”)
TA (Verkeersberichten)
Wanneer de TA-functie is ingeschakeld ( licht op), zijn de
volgende functies beschikbaar.
•
Er wordt automatisch gezocht naar en afgestemd op een TP-
zender zodra de TA-functie wordt ingeschakeld en u luistert naar
een niet-TP-zender of een TP-zender met slechte ontvangst.
•
Bij het zoeken naar zenders of bij het automatisch programmeren
van voorkeurzenders worden alleen TP-zenders gekozen.
•
Door de TA-functie in te schakelen terwijl het toestel in een
andere functie staat, zal het toestel automatisch overschakelen
naar de radio voor weergave van een verkeersbericht zodra
dit begint. Wanneer het verkeersbericht is afgelopen, zal het
toestel terugkeren naar de oorspronkelijke gebruiksfunctie. (TA-
standbyfunctie)
AF-niveau
Houd [TA] (AF) tenminste 2 seconden ingedrukt om het AF-
niveau te kiezen.
PI Seek (Programma-Identifi catie-
zoekfunctie)
Wanneer u heeft afgestemd op een voorkeurzender en de
ontvangst wordt slechter, druk dan nogmaals op dezelfde
voorkeurtoets. Er zal dan worden gezocht naar dezelfde zender
via een frequentie die wel goed ontvangen kan worden.
Druk nogmaals op dezelfde voorkeurtoets om te annuleren.
(knippert)
Opmerking: Om de PI Seek-functie te kunnen gebruiken,
moet u eerst de TA-functie uitschakelen en dan PI Seek
uitvoeren.
PTY (Programmatype)
Wanneer de PTY-functie is ingeschakeld, zijn de volgende
functies beschikbaar.
• Het PTY van de ontvangen zender wordt weergegeven.
• Programma's kunnen worden opgezocht aan de hand van de
PTY.
Opmerking: U kunt de taal kiezen waarin het
programmatype wordt aangegeven. (
«“Functie-instellingen”)
Andere RDS-functies
CT (Klok Tijd)
De klok wordt automatisch gelijkgezet.
PS (Programmanaam-service)
Niet alleen de frequentie, maar ook de naam van de zender
wordt afgebeeld.
EON (Verbetering andere netwerken)
De RDS-gegevens worden doorlopend bijgewerkt voor de plek
waar u zich bevindt.
EON-TA
Verkeersberichten kunnen worden ontvangen via het huidige
netwerk en via andere netwerken.
Ontvangst van noodberichten
Noodberichten worden bij ontvangst automatisch onmiddellijk
op het display weergegeven.
Sommige FM-zenders zenden extra gegevens mee die compatibel zijn met RDS. Deze radio kan gebruikmaken van deze extra gegevens.
De beschikbaarheid van RDS-diensten kan per regio verschillen. Wij wijzen u erop dat wanneer er geen RDS-diensten worden
aangeboden in uw regio, de volgende functies ook niet zullen werken.
Wanneer een RDS-zender wordt ontvangen, zijn de volgende functies beschikbaar.
Lage gevoeligheid van de AF-functie. (Standaard)
Hoge gevoeligheid van de AF-functie.
Als de AF-functie van een RDS-zender niet nodig
is.
Functiemenu
TA in-/uitschakelen
Druk op [TA] om de TA-functie in of uit te schakelen.
Opmerkingen:
• Dit is niet mogelijk met de afstandsbediening.
• Verkeersinformatie is beschikbaar in mono.
• Het TA-volume kan alleen geregeld worden terwijl een TA
(verkeersbericht) wordt ontvangen.
Alleen verkeersbericht
(TA-geluidsonderbreking)
Om alleen naar verkeersberichten te luisteren, schakelt u TA in
en stelt u in de FM-functie het volume in op 0.
Zodra een verkeersbericht begint, wijzigt het volumeniveau
naar het TA-volume.
PTY in-/uitschakelen
Houd [DISP] (PTY) tenminste 2 seconden ingedrukt om de
PTY-functie in of uit te schakelen.
Afstemmen op een programma via de
PTY-functie
Onder de voorkeurtoetsen zijn reeds programmatypes
geprogrammeerd.
Druk op [1] t/m [6] om het programmatype te
kiezen in PTY.
Programmatype Inhoud
1 NEWS NEWS
2 SPEECH AFFAIRS, INFO, EDUCATE, DRAMA,
CULTURE, SCIENCE, VARIED,
WEATHER, FINANCE, CHILDREN,
SOCIAL, RELIGION, PHONE IN,
TRAVEL, LEISURE, DOCUMENT
3 SPORT SPORT
4 POP M POP M
5 CLASSICS CLASSICS
6 MUSIC ROCK M, EASY M, LIGHT M,
OTHER M, JAZZ, COUNTRY,
NATION M, OLDIES, FOLK M
Druk op [BAND] om een andere zender van hetzelfde
programmatype te zoeken.
Opmerkingen:
• Wanneer geen programma van het gewenste type wordt
gevonden, verschijnt “NONE” (Geen) op het display.
• Het gewenste programmatype wordt 5 seconden lang op het
display weergegeven.
• U kunt zelf instellen welk programmatype onder een
voorkeurtoets wordt geprogrammeerd.
Nauwkeurige PTY-keuze
1
Druk op [] of [] om het
programmatype te kiezen.
SPEECH MUSIC NEWS AFFAIRS
INFO SPORT EDUCATE DRAMA
CULTURE SCIENCE VARIED POP M
ROCK M EASY M LIGHT M CLASSICS
OTHER M WEATHER FINANCE CHILDREN
SOCIAL RELIGION PHONE IN TRAVEL
LEISURE JAZZ COUNTRY NATION M
OLDIES FOLK M DOCUMENT
2
Druk op [BAND].
Het toestel gaat zoeken.
Opmerkingen:
• Druk op [BAND] (SET) om het zoeken te stoppen.
• Wanneer geen programma van het gewenste type wordt
gevonden, verschijnt “NONE” (Geen) op het display.
Wijzigen van de geprogrammeerde
programmatypes
U kunt indien gewenst de programmatypes wijzigen die onder
de voorkeurtoetsen zijn geprogrammeerd.
1
Kies het programmatype dat u onder een
voorkeurtoets wilt opslaan.
2
Volg de normale procedure voor het
programmeren. (
« “Voorkeurzenders
programmeren” in “Radio (AM [LW/MW]/
FM)”)
TA
(Verkeersberichten)
PTY (Programmatype)
Speler (diskspeler)
1
Druk op [SRC] om de diskspelerbron te
kiezen.
2
Kies het gewenste gedeelte.
Track/bestand kiezen
Druk op [] / [].
Opmerking: Houd een van deze toetsen ingedrukt om snel
vooruit/achteruit te gaan.
Diskspeler (CD-DA-disk):
Vorige/volgende track
Diskspeler (MP3/WMA/AAC-disk):
Vorig/volgend bestand
Mapkeuze (MP3/WMA/AAC)
Druk op [] / [].
Opmerking: Het is mogelijk dat een CD waarop zowel CD-DA-
gegevens als MP3/WMA/AAC-gegevens staan niet goed wordt
weergegeven.
[] []
verspring naar de vorige/volgende track/
bestand in de spelerfunctie.
Houd een van deze toetsen ingedrukt om
snel vooruit/achteruit te gaan.
[] (Uitwerpen)
werpt de disk uit.
[DISP] (Display)
wijzigt de op het display weergegeven
informatie.
[] []
verspringt naar de vorige/volgende
map.
[4] (RANDOM)/[5] (SCAN)/[6] (REPEAT)
schakelt ieder van deze weergavefuncties in/uit.
[3] (SCROLL)
scrollt door de informatie op het display.
() (Afspelen/Pauze)
schakelt tussen pauze en weergave in de
spelerfunctie.
[SRC] (Signaalbron)
kiest een signaalbron.
Bedieningsoverzicht
Labelkant omhoog
Opmerkingen:
• Plaats geen disk wanneer de
indicator oplicht.
• Raadpleeg de tekst onder “Opmerkingen over disks” en
“Opmerkingen over MP3/WMA/AAC”.
• Dit toestel is niet geschikt voor 8-cm disks.
• Als u een 8-cm disk plaatst en niet kunt uitwerpen, schakelt u het
contact van de auto uit en daarna weer aan, en drukt u vervolgens op
[] (Uitwerpen).
• Steek geen vreemde voorwerpen in de disksleuf.
Afspeelbaar audiobestand
CQ-RX400N MP3/WMA/AAC
CQ-RX300N MP3/WMA/AAC
CQ-RX200N MP3/WMA
CQ-RX103N MP3/WMA
CQ-RX102N MP3/WMA
CQ-RX101N MP3/WMA
Opmerkingen over AAC-weergave gelden alleen voor model CQ-
RX400N/CQ-RX300N.
Pauze
Druk op [BAND] ().
Druk nogmaals op dezelfde toets om te
annuleren.
Disksleuf
accepteert een disk met de
bedrukte zijde naar boven.
Display wijzigen
Druk op [DISP] om het display te wijzigen.
Opmerkingen:
• Druk op [3] (SCROLL) om de tekst over het display te laten lopen.
• “NO TEXT” (Geen tekst) wordt weergegeven als op de disk geen
tekstinformatie staat.
Display in de spelerfunctieWillekeurig, Herhaald, Intro
Willekeurige weergave
Alle beschikbare nummers (tracks/bestanden) worden in een
willekeurige volgorde weergegeven.
Druk op [4] (RANDOM).
Druk nogmaals op dezelfde toets om te
annuleren.
Willekeurige mapweergave (MP3/WMA/AAC)
Alle beschikbare bestanden in de huidige map worden in
willekeurige volgorde weergegeven.
Houd [4] (RANDOM) tenminste 2 seconden
ingedrukt.
Houd nogmaals dezelfde toets ingedrukt om
te annuleren.
Herhaalde weergave
Het huidige nummer (track/bestand) wordt herhaald.
Druk op [6] (REPEAT).
Druk nogmaals op dezelfde toets om te
annuleren.
Herhaalde mapweergave (MP3/WMA/AAC)
De huidige map wordt herhaald.
Houd [6] (REPEAT) tenminste 2 seconden
ingedrukt.
Houd nogmaals dezelfde toets ingedrukt om
te annuleren.
Intro-weergave (Scan)
De eerste 10 seconden van ieder nummer (track/bestand)
wordt op volgorde weergegeven.
Druk op [5] (SCAN).
Druk nogmaals op dezelfde toets om te
annuleren.
Intro-mapweergave (MP3/WMA/AAC)
Vanaf de volgende map worden alleen de eerste 10 seconden van
het eerste bestand in elke map op volgorde weergegeven.
Houd [5] (SCAN) tenminste 2 seconden
ingedrukt.
Houd nogmaals dezelfde toets ingedrukt om
te annuleren.
Diskspeler
(CD-DA-disk):
Diskspeler
(MP3/WMA/AAC-disk):
Display in de CD-DA-functie
Tracknummer
Weergaveduur
Weergavefunctie-
indicators
Weergavefunctie-indicators
Licht op wanneer willekeurige weergave/herhaalde
weergave/intro-weergave voor een map is
ingeschakeld.
Mapnummer
Bestandsnummer
Display in de MP3/WMA/AAC-
functie
Normaal
Disktitel
Tracktitel
Klok
Normaal
Weergaveduur
Mapnaam/
Album*
Bestandsnaam/
Titel, artiest*
Klok
*ID3/WMA/AAC-tag aan/uit
Houd [3] tenminste
2 seconden ingedrukt.
albumtitel en nummertitel/
artiestennaam worden
weergegeven.
(Standaard)
mapnaam/bestandsnaam
worden weergegeven.
Licht op wanneer een disk in het toestel zit.