44
1
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
Veiligheidsinformatie
Dit pictogram wijst u op de aanwezigheid van
belangrijke aanwijzingen voor de bediening en
de installatie. Negeren van deze aanwijzingen
kan leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.
■
Lees de handleiding van het toestel en alle andere componen-
ten van het audiosysteem in uw auto zorgvuldig door voor u
het systeem gaat gebruiken. Hierin treft u aanwijzingen aan
voor een veilig en doelmatig gebruik van het systeem.
Panasonic aanvaardt geen aansprakelijkheid voor problemen
als resultaat van het niet in acht nemen van de instructies uit
deze handleiding.
■
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om aan te
geven hoe u dit product veilig kunt gebruiken en om u te wijzen
op mogelijke gevaren als resultaat van onjuiste verbindingen en
handelingen. De betekenissen van deze pictogrammen worden
hieronder uiteengezet. Het is van belang dat u de betekenis van
deze pictogrammen goed begrijpt zodat u deze handleiding en
het hele systeem naar behoren kunt gebruiken.
Waarschuwing
Dit pictogram wijst u op de aanwezigheid van
belangrijke aanwijzingen voor de bediening en de
installatie. Negeren van deze aanwijzingen kan lei-
den tot letsel of materiële schade.
Let op
Waarschuwing
Neem de volgende waarschuwingen in acht
wanneer u dit toestel gebruikt.
❑
De bestuurder mag tijdens het besturen van het
voertuig niet naar het display kijken of het systeem
bedienen.
Bedienen van het systeem zal de aandacht van de bestuurder
afleiden van het verkeer en kan leiden tot ongelukken. Stop
het voertuig eerst op een veilige plek en trek de handrem aan
voor u het systeem gaat bedienen.
❑
Gebruik de juiste stroombron.
Dit product is ontworpen voor gebruik met een 12 V gelijk-
stroom accusysteem met negatieve aarding. Gebruik dit sys-
teem in geen geval met andere accusystemen, in het bijzon-
der niet met een 24 V gelijkstroom accusysteem.
❑
Houd batterijen en isolatiefolie buiten bereik van
kinderen.
Batterijen en isolatiemateriaal kunnen worden ingeslikt, dus
zorg er voor dat kleine kinderen er in geen geval bij kunnen.
Mocht een klein kind onverhoopt toch een batterij of isolatie-
materiaal inslikken, zoek dan onmiddellijk medische assis-
tentie.
❑
Wees voorzichtig met het afspeelmechanisme.
Steek geen vreemde voorwerpen in de sleuf van dit toestel.
❑
Haal het toestel niet uit elkaar en breng er geen
wijzigingen in aan.
Haal het toestel niet uit elkaar, breng geen wijzigingen aan in
het toestel en probeer het in geen geval zelf te repareren. Als
het product gerepareerd moet worden, raadpleeg dan uw
dealer of een erkend Panasonic Service-centrum.
❑
Gebruik het toestel in geen geval wanneer het niet
in orde is.
Als het toestel niet in orde is (geen stroom, geen geluid) of
als er iets abnormaals mee gebeurd is (er is een voorwerp in
terecht gekomen, het is blootgesteld aan water, het toestel
produceert rook of ruikt raar), dient u het onmiddellijk uit te
zetten en uw dealer te raadplegen.
❑
Laat de afstandsbediening niet slingeren in de auto.
Als de afstandsbediening niet goed opgeborgen wordt, kan
deze op de vloer terecht komen terwijl u aan het rijden bent
en bijvoorbeeld onder het rempedaal terecht komen, hetgeen
kan leiden tot een verkeersongeluk.
❑
Laat het vervangen van zekeringen over aan
bevoegd servicepersoneel.
Wanneer de zekering doorbrandt, los dan eerst het probleem
op en laat de zekering vervangen door de voor dit toestel
vereiste zekering door een bevoegde servicetechnicus of
reparateur. Fouten bij het vervangen van de zekering kunnen
leiden tot rookontwikkeling, brand en schade aan het product.
Neem de volgende waarschuwingen in acht bij
de installatie.
❑
Koppel de kabel van de negatieve (–) pool van de
accu los voor u begint met de installatie.
Installeren en bedraden terwijl de negatieve (–) pool van de
accu nog aangesloten is kan leiden tot elektrische schokken
en letsel als gevolg van kortsluitingen.
Sommige auto’s die zijn voorzien van elektrische beveiliging
hebben specifieke procedures die gevolgd moeten worden
om de accu los te kunnen koppelen.
NIET VOLGEN VAN EEN DERGELIJKE PROCEDURE KAN DE ELEK-
TRISCHE BEVEILIGING ONBEDOELD IN WERKING STELLEN, HET-
GEEN KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN HET VOERTUIG EN PER-
SOONLIJK LETSEL, OF ZELFS TOT DE DOOD.
❑
Maak in geen geval gebruik van veiligheidsgerela-
teerde componenten voor het installeren, aarden en
andere dergelijke activiteiten.
Maak geen gebruik van onderdelen die iets met de veiligheid
te maken hebben (brandstoftank, remmen, ophanging, stuur,
pedalen, airbag enz.) voor de bedrading of het bevestigen
van het product of de bijbehorende accessoires.
❑
Het is ten strengste verboden het product te installeren op
de afdekking van de airbag of op een plek waar deze de
werking van de airbag kan hinderen.
❑
Controleer de plaatsing van leidingen, de brandstof-
tank, bestaande elektrische bedrading en andere
onderdelen voor u het product gaat installeren.
Als u een gat moet maken in het chassis van het voertuig om
het product te bevestigen of ten behoeve van de bedrading,
controleer dan eerst waar de bestaande bedrading, de brand-
stoftank en elektrische en andere leidingen zich bevinden.
Maak het gat vervolgens indien mogelijk vanaf de buitenkant.
❑
Installeer het product in geen geval op een plek waar
het uw uitzicht belemmert.
❑
Maak geen aftakkingen van het stroomsnoer om
andere apparatuur van stroom te voorzien.
❑
Na de installatie en het leggen van de bedrading moet
u controleren of de andere elektrische apparatuur nog
normaal werkt.
Als u de apparatuur blijft gebruiken in deze abnormale toes-
tand, kunnen brand, elektrische schokken of een verkeer-
songeluk het gevolg zijn.
❑
Bij installatie in een voertuig met een airbag, dient
u zich voor de installatie op de hoogte te stellen van
de daarmee verband houdende waarschuwingen en
opmerkingen van de fabrikant.
❑
Zorg ervoor dat de bedrading niet in de weg zit bij
het besturen van het voertuig en ook niet van binnen
naar buiten het voertuig geleid wordt.
❑
Isoleer alle blootliggende draden om kortsluiting te
voorkomen.