uw netwerkoperator/
serviceprovider. U moet eerst
bevestigen dat het juiste
toegangsnummer voor voicemail is
opgeslagen.
Het toegangsnummer voor
voicemail opslaan
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer
. a M N
( )
3 MbN: “Sms-instellingen”
a M N
4 MbN: “Voicemail” a M N
5 MbN: “Wijzigen” a M N
6 Voer het toegangsnummer
voor voicemail in (maximaal 20
cijfers). a M N
Voicemailberichten
beluisteren
1 Houd M N ingedrukt wanneer
u in de stand-bymodus bent.
2 Druk op M N om het gesprek
te beëindigen.
Tekstinvoer
Druk op de kiestoetsen voor het
invoeren van tekens en cijfers. Elke
kiestoets heeft meerdere tekens.
Wanneer u op de toets drukt,
worden de toegewezen tekens voor
elke toets weergegeven.
– Verplaats de cursor naar rechts
of links met MCN of MDN.
– Verplaats de cursor omhoog of
omlaag met MDN of MCN.
– Druk op M N ( ) voor het
wissen van het teken of cijfer
links van de cursor.
– Druk op M N of selecteer “ ” in
de symbolenlijst om een spatie
in te voegen.
– Druk op M N (A®a) om te
schakelen tussen hoofdletters en
kleine letters voor de invoer.
Bijvoorbeeld kleine letters (abc),
automatisch (Abc), hoofdletters
(ABC) en numeriek (123).
– Een symbool selecteren:
M N a MbN: selecteer het
gewenste symbool. a M N
( )
R wordt alleen gebruikt bij het invoeren van
SMS-berichten.
– De invoertaal wijzigen:
M N ( ) a MbN:
“Invoertaal” a M N ( )
a MbN: selecteer de gewenste
invoertaal. a M N
14
Basisbediening