gebruiken voor het doorgeven van
belkaarttoegangsnummers of PIN-codes die u in
het telefoonboek hebt opgeslagen, zodat u deze
niet met de hand hoeft in te voeren.
1 Druk tijdens een extern gesprek op M
N.
2 MbN: “Telefoonboek” a MOKN
3 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
4 Druk op M
N (rechter functietoets) om het
nummer te kiezen.
Opmerking:
R Druk bij het opslaan van een toegangsnummer
voor een belkaart en/of PIN als één nummer in
het telefoonboek op MDN (Pauze) om zo nodig
een pauze toe te voegen na het nummer en de
PIN (pagina 14).
Snelkiesnummer
U kunt 1 telefoonnummer toewijzen aan elke
kiestoets (1 tot en met 6) op de handset.
Telefoonnummers toewijzen aan
snelkiestoetsen
n Door telefoonnummers in te voeren:
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m
6) ingedrukt. a M
N
2 MbN: “Handmatig” a MOKN
3 Voer de naam in (maximaal 16 tekens). a
MOKN
4 Voer het telefoonnummer in (maximaal 24
cijfers). a MOKN 2 keer a M
N
n Vanuit het telefoonboek:
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m
6) ingedrukt. a M N
2 MbN: “Tel.boek” a MOKN
3 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
4 MOKN a M N
Opmerking:
R Als u een naam in het telefoonboek bewerkt die
is toegewezen aan een snelkiestoets, worden de
wijzigingen in de naam niet doorgevoerd in de
snelkiestoets.
Een naam bewerken
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 6)
ingedrukt. a M
N
2 MbN: “Wijzigen” a MOKN
3 Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
4 Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer a M
N
Een nummer wissen
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 6)
ingedrukt. a M
N
2 MbN: “Wissen” a MOKN
3 MbN: “JA” a MOKN a M
N
Een naam bekijken/Een gesprek
voeren
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 6)
ingedrukt.
2 U kunt bellen door op M
N te drukken.
18
Telefoonboek