54
Voordat u om hulp vraagt
Probleem
Het toestel doet het niet.
“ ” knippert en er klinkt een
alarmtoon als u op drukt.
Er klinkt een ingesprektoon als u op
drukt. .
U kunt niet bellen.
“ ” knippert tijdens een gesprek en
het gesprek wordt afgebroken.
Statisch, het geluid valt uit, wordt
zachter. Storing door andere elektrische
apparaten.
Oplossing
•
Zet de handset AAN (blz. 10).
•
Controleer de instellingen (blz. 7–13).
•
Laad de batterijen volledig op (blz. 9).
•
Reinig de oplaadcontacten en laad opnieuw op (blz. 9).
•
Haal de wisselstroomadapter uit het stopcontact en
zet de handset UIT om te resetten. Steek de
wisselstroomadapter weer in het stopcontact en zet
de handset AAN. Probeer het opnieuw.
•
De handset is afgemeld of niet aangemeld. Meld de
handset aan (blz. 43).
•
Installeer de batterijen opnieuw in de handset en
probeer het opnieuw.
•
U bevindt zich te ver van het basisstation. Ga dichter
naar het basisstation en probeer het opnieuw.
•
Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact.
•
Er wordt een andere handset gebruikt (als er meer
dan een handset is aangemeld).
•
De handset bevindt zich in de Blokkeringsmodus.
Annuleer de modus (blz. 33).
•
Het gekozen nummer is een restrictienummer.
Annuleer het nummer (blz. 34).
•
De toetsblokkering-modus is ingesteld. Annuleer de
modus (blz. 27).
•
De handset is buiten het bereik. Ga dichter naar het
basisstation toe en probeer het opnieuw.
•
Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact.
•
Plaats de handset en het basisstation uit de
nabijheid van andere elektrische apparaten (blz. 3).
•
Ga dichter naar het basisstation toe.