628636
233
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/233
Pagina verder
Digitaal Super Hybride Systeem
Bedieningshandleiding
Model No. KX-TD208NL
Lees a.u.b. eerst deze handleiding alvorens
u het Digitaal Super Hybride Systeem
aansluit.
2
Systeemcomponenten
KX-TD208 Digitaal Super Hybride Systeem (hoofdcentrale)
KX-TD20870 4 intern Expansion uitbreidingskaart
KX-TD20880 1-ISDN-lijn kaart
KX-T7230 Digitaal systeemtoestel met display
KX-T7235 Digitaal systeemtoestel met groot display
KX-T7250 Digitaal systeemtoestel
KX-T7451 Digitaal systeemtoestel
KX-T7320 Analoog systeemtoestel
KX-T7330 Analoog systeemtoestel
KX-T7350 Analoog systeemtoestel
KX-T7310 Standaard toestel
KX-T7531 Digitaal systeemtoestel met 1 lijn display
KX-T7533 Digitaal systeemtoestel met 3 lijn display
KX-T7536 Digitaal systeemtoestel met 6 lijn display
KX-T7545 Add-on Key Module
KX-T30865 Deurtelefoon
Enkelvoudig toestel
Modelnr Beschrijving
Service unit
Optionele
module
Optionele
telefoon
Optionele
apparatuur
Aansluitmoge
-lijkheden
voor
gebruiker
Hartelijk dank voor het kopen van dit Panasonic telefoonsysteem.
LET OP: • De letters “NL” of “CE” worden in deze handleiding in het vervolg weggelaten.
• Een standaard toestel wordt afgekort als SLT (Single Line Telephone).
• Een digitaal systeemtoestel wordt afgekort als DPT (Digital Proprietary Telephone).
• Een analoog systeemtoetel wordt afgekort als APT (Analog Proprietary Telephone).
• IBM is een geregistreerd handelsmerk van de International Business Machines
Corporation. MS-DOS is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft
Corporation uit de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle andere handelsmerken
zijn eigendom van de respectievelijke eigenaars.
3
Belangrijke informatie
De apparatuur dient rechtstreeks te worden aangesloten op de interne toestellijnen. Sluit een munt
telefoon niet aan als intern toestel.
Indien er extra apparatuur wordt aangesloten, conform de toegestane combinaties, kan geen garantie
worden gegeven dat die apparatuur ook goed functioneert.
Gebruik door onbevoegden. De centrale mag uitsluitend worden bediend door bevoegd personeel. De
centrale dient te worden geïnstalleerd in een aparte, afsluitbare ruimte waartoe onbevoegden geen
toegang kunnen krijgen. Schade aan de apparatuur, veroorzaakt door onbevoegden, valt niet onder de
garantiebepalingen van deze apparatuur.
Let op:
Druk voor een pauze na het netlijncijfer (of cijfers) niet vaker dan tweemaal op de PAUZE knop. Het
systeem zal niet goed werken wanneer u zich niet aan deze instructie houdt.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar indien de batterij niet correct is
geplaatst.
Plaats bij vervanging uitsluitend een batterij van
hetzelfde type, of een door uw leverancier aanbevolen
type.
Lever de oude batterijen in bij het kca-
verzameldepot/chemokar in uw gemeente.
73/23/EEC
89/336/EEC
92/31/EEC
93/68/EEC
91/263/EEC
“Low Voltage Directive”
“Electromagnetic compatibility” (Basic EMC Publication)
“Electromagnetic compatibility” (Supplement)
“CE Mark”
“Terminal Directive”
4
Voorwaarden
Plaats het systeem niet in de buurt van verwarmingsapparatuur en elektrische apparaten die
geluid genereren, zoals fluorescerende lampen, motoren en televisies. Dit soort apparatuur kan
storing veroorzaken in de werking van het Digitaal Super Hybride Systeem.
Stel dit systeem niet bloot aan stof, vocht, hoge temperaturen (meer dan 40°C), schokken en
direct zonlicht.
Steek geen draden, pennen, enz. in de ventilatie-openingen of andere openingen van dit
systeem.
Wanneer zich problemen voordoen, trekt u de stekker van de centrale uit het stopcontact. Sluit
de ISDN-telefoon rechtstreeks aan op de telefoonlijn. Als de ISDN telefoon goed functioneert,
de centrale pas opnieuw aansluiten als het probleem is verholpen. Als de ISDN telefoon niet
goed functioneert, ligt het probleem waarschijnlijk in de ISDN-telefoon zelf, en niet in de
centrale. Indien er geen ISDN telefoon beschikbaar is, kunt u contact opnemen met uw dealer.
Gebruik voor het schoonmaken van de centrale geen benzine, thinner of andere oplosmiddelen.
Reinig de centrale met een zachte doek.
WAARSCHUWING
DEZE CENTRALE DIENT GEINSTALLEERD TE WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
WANNEER DE INTERNE ONDERDELEN VAN DE CENTRALE ALS GEVOLG
VAN SCHADE KUNNEN WORDEN AANGERAAKT, DE STEKKER
ONMIDDELLIJK UIT HET STOPCONTACT TREKKEN EN DE CENTRALE BIJ
UW DEALER INLEVEREN VOOR REPARATIE.
INDIEN U DE CENTRALE MOET VERPLAATSEN, VERWIJDERT U EERST DE
TELEFOONAANSLUITING EN PAS DAARNA TREKT U DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. WANNEER U DE CENTRALE WEER AANSLUIT, DIENT
U ECHTER EERST DE STEKKER IN HET STOPCONTACT TE STEKEN.
SLUIT HET SYSTEEM UITSLUITEND AAN OP EEN GEAARD
STOPCONTACT.
HET STROOMSNOER WORDT GEBRUIKT OM DE CENTRALE AAN OF UIT
TE ZETTEN. ZORGER DAAR OM VOOR DAT HET STOPCONTACT GOED
BER EIKBAAR IS.
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VOORKOMEN, PLAATS DIT
PRODUCT NIET IN DE REGEN OF EEN VOCHTIGE OMGEVING.
SERIENR. DATUM VAN AANKOOP:
(op de onderzijde van de centrale)
NAAM VAN DE DEALER
ADRES VAN DE DEALER
Ter uw informatie
5
Inleiding
Indeling van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende delen.
Deel 1. Beschrijving van het systeem
Verschaft algemene informatie over het systeem inclusief systeemcapaciteit en een
aansluitschema.
Deel 2. Installatie
Bevat instructies met betrekking tot de installatie en bedrading van het systeem, en legt uit
hoe de optionele kaart moet worden geïnstalleerd.
Deel 3. Systeemprogrammering
Beschrijft systeembeheer-funkties en de benodigde stappen voor het toewijzen van
funkties aan interne toestellen of het systeem. U vindt hier tevens programmeerlijsten voor
het noteren van de gebruiker-programmeergegevens.
Deel 4. Funkties en bedieningsprocedures
Geeft een beschrijving van de funkties en hun bediening. Het verschaft tevens informatie
over de noodzakelijke programmering, voorwaarden en aansluit-verwijzingen voor elke
funktie.
Deel 5. Aanhangsel
Bevat een toon/bel-lijst, LED-identificatie, lijst van funktienummers, standaard waarden
van systeemprogrammering, specificaties en mogelijke oplossingen bij problemen in de
werking van systeem en telefoon.
Betekenis van de meest gebruikte symbolen
Extra informatie en voorwaarden.
De funktie- of programmeerverwijzingen.
!
!
Deel 1 Baschrijving van het systeem
1.1 Basisconstructie van het systeem ........................................................ 1-2
1.2 Hoofdkenmerken van het systeem....................................................... 1-3
Deel 2 Installatie
2.1 Voordat u begint met de installatie ..................................................... 2-2
2.2 Uitpakken............................................................................................... 2-4
2.3 Namen en locaties.................................................................................. 2-4
2.4 Muurbevestiging.................................................................................... 2-5
2.5 Het frontpaneel openen......................................................................... 2-5
2.6 Aarding................................................................................................... 2-5
2.7 Aansluitschema ISDN-lijnen................................................................ 2-6
2.8 Het ansluiten van een netlijn................................................................ 2-7
2.9 Het aansluiten van een intern toestel .................................................. 2-8
2.10 De telefoons parallel aansluiten ........................................................... 2-10
2.11 De telefoons aansluiten in Extra Device Port (XDP) ......................... 2-11
2.12 Installeren van de optionele kaarten................................................... 2-12
2.13 Uitbreiding van ISDN-lijnen................................................................ 2-14
2.14 Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener...................... 2-15
2.15 Het aansluiten van een printer en de PC............................................ 2-17
2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging......................................... 2-20
2.17 Sluiten van het frontpaneel .................................................................. 2-22
2.18 Het systeem voor de eerste keer opstarten ......................................... 2-22
2.19 Het systeem opnieuw opstarten ........................................................... 2-23
Deel 3 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer ....................................................................................... 3-2
Toegang tot andere netwerktypen die zijn Daangesloten op het ISDN
... 3-2
Automatische Route Selectie ............................................................. 3-3
Budget beheer..................................................................................... 3-6
Serviceklasse (COS, Class of service) ............................................... 3-6
Datalijn-beveiliging............................................................................ 3-7
Direct Doorverbinden van Inkomend gesprek (DDI, Direct Dialling In)
... 3-8
Direct Inkomende Lijn (DIL, Direct In Lines)................................... 3-9
Interne toestelgroep ............................................................................ 3-9
EXtra Device Port (XDP)................................................................... 3-10
Een deurtelefoongesprek doorchakelen naar de netlijin .................... 3-10
Toegang tot de centrade (Host PBX) ................................................. 3-11
Geïntegreerde Services van het Digitale Netwerk (ISDN) ................ 3-12
ISDN-extensies................................................................................... 3-13
"Intercept-Routing" (Gesprek doorschakelen) ................................... 3-14
Automatisch doorschakelen bij In Gesprek (Station Hunting) .......... 3-15
Station Message Detail Recording (SMDR)...................................... 3-16
Instellen van de standaard systeemgegevens ..................................... 3-18
Systeemprogrammering met de Personal Computer.......................... 3-18
6
Inhoud
7
Inhoud
Kiesrestrictie....................................................................................... 3-19
Inbreken op Kiesrestrictie door invoeren van de Kostencode ........... 3-23
Kiesrestrictie-inbraak op snelkiezen via het systeem......................... 3-24
Uniforme gespreksdistributie (UCD, Uniform Call Distribution) ..... 3-24
3.2 Voordat u begint met programmeren................................................. 3-26
3.3 Managerprogrammering...................................................................... 3-28
[000] Instellen van datum en tijd....................................................... 3-28
[001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer via het systeem... 3-28
[002] Instellen van een alarmnummer............................................... 3-29
[003] Budgetbeheer............................................................................ 3-29
3.4 Systeemprogrammering........................................................................ 3-30
[100] Starttijd van Dag / Nacht service............................................. 3-30
[101] Kostencodes ............................................................................ 3-30
[102] Station Hunting-type................................................................ 3-30
[103] Systeem-toegangscode............................................................. 3-31
[104] Toewijzing voor pulskiezen..................................................... 3-31
[105] Toewijzing automatisch openen van deur................................ 3-31
[106] Toewijzing netwerk-type ......................................................... 3-31
[107] Keuze van kostenaanduiding ................................................... 3-32
[108] ID code instellen voor kosten verificatie ................................. 3-32
[109] Doorverbinden via DSS-toets .................................................. 3-32
3.5 Timer programmering.......................................................................... 3-33
[200] Terugbeltijd Wachtstand.......................................................... 3-33
[201] Terugbeltijd Doorverbinden..................................................... 3-33
[202] Gesprek doorschakelen — Geen Antwoord-tijdsduur............. 3-33
[203] Doorschakeltijd bij “Intercept-Routing”.................................. 3-34
[204] Wachttijd van “Pickup Dialling”
(gesprek beantwoorden van ander intern toestel) .................... 3-34
[205] PAUSE-tijd voor DTMF.......................................................... 3-34
[206] Tijdsduur deuropener............................................................... 3-34
[207] Intervaltijd Waarschuwing Boodschap Wacht......................... 3-35
3.6 Kiesrestrictie-Programmering............................................................. 3-36
[300]–[304] Invoeren van weiger-codes voor niveau's 2 t/m 6 ....... 3-36
[305]–[309] Invoeren van acceptatie-codes voor niveau's 2 t/m 6.. 3-36
3.7 Programmering van de ISDN-poort.................................................... 3-37
[400] Toewijzing ISDN-poortaansluiting.......................................... 3-37
[401]–[402] Intern ondervangtoestel — Dag / Nacht....................... 3-37
[403] Toegangscodes voor centrale................................................... 3-37
[404] Toewijzen van het CLIP / COLP nummer .............................. 3-38
[405] Direct Binnenkomend gesprek (DDI)...................................... 3-38
[406] ISDN configuratie .................................................................... 3-38
[407] Instellen van meerdere gebruikernummers (MSN).................. 3-39
[408]–[409] Toewijzing belsignaal van intern toestel
— Dag / Nacht voor ISDN ...................................................... 3-39
8
Inhoud
[410]–[411] Toewijzing belsignaal van interne ISDN-toestel
— Dag / Nacht voor ISDN ...................................................... 3-40
[412] Transformatie van ISDN DDI Nummer / intern
toestelnummer.......................................................................... 3-40
3.8 Serviceklasse programmering.............................................................. 3-41
[500]–[501] Kierestrctie-niveau —Dag/Nacht.................................. 3-41
[503] Gesprek doorverbinden naar een netlijn Gespreksduur limiet. 3-41
[504] Inbreken op Niet Storen........................................................... 3-41
[505] Invoeren code........................................................................... 3-42
[506]–[507] Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem
— Dag / Nacht ......................................................................... 3-42
[508] Deuropener-toegang................................................................. 3-42
[509] Nachtservice-toegang............................................................... 3-42
[510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek (DDI).......... 3-43
[511] Gesprek doorschakelen — Volg Mij ....................................... 3-43
[512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek (CLIR)...................... 3-43
[513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek (COLR) .................. 3-44
[514] Inbreken op een gesprek .......................................................... 3-44
[515] Inbreken op een gesprek - Negeren ......................................... 3-44
3.9 Toestelprogrammering ......................................................................... 3-45
[600] XDP, Extra Device Port (Twee toestellen op één lijn)............ 3-45
[601] Serviceklasse............................................................................ 3-45
[602] Toewijzing van interne toestelgroep........................................ 3-45
[603]–[604] DIL 1:N intern toestel en uitgesteld belsignaal
— Dag / Nacht ......................................................................... 3-46
[605]–[606] Toewijzing ISDN-poort voor uitgaande gesprekken
— Dag / Nacht ......................................................................... 3-46
[607]–[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon.............................. 3-46
[609] Toewijzing aansluiting intern toestel....................................... 3-47
[610] Toewijzing IRNA..................................................................... 3-47
[611] Toewijzing aansluiting antwoordapparaat ............................... 3-47
[612] Datalijn-beveiliging.................................................................. 3-48
[613] Afdelingscodes......................................................................... 3-48
[614]–[615] Een deurtrlrfoongesprek doorchakelen - Dag/Nacht .... 3-48
3.10 ARS Programmering ............................................................................ 3-49
[700] ARS Modus.............................................................................. 3-49
[701] ARS lijincode........................................................................... 3-49
[702] Selectiecode van de ARS route................................................ 3-49
[703] ARS autorisatiecode................................................................. 3-50
[704] ARS rekeningoverzicht-code................................................... 3-50
[705] 1st toegangscode van de carrier............................................... 3-50
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route ..................................... 3-51
[708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer ............................... 3-51
[709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer .............................. 3-51
3.11 Programmeren van hulpbronnen........................................................ 3-52
9
Inhoud
[800] Afdrukken informatie gesprekslog / Afdrukken uitgaande
gesprekslog............................................................................... 3-52
[801] SMDR-afdrukformaat .............................................................. 3-52
[802] Systeemgegevens afdrukken.................................................... 3-52
[803] Muziekbron .............................................................................. 3-53
[804] Seriële interface (RS-232C) parameters .................................. 3-54
3.12 Optionele programmering.................................................................... 3-55
[900] Wissen van alle systeemgegevens ........................................... 3-55
[901] Wissen van systeemgegevens behalve de ISDN-gegevens ..... 3-55
[902] Extra systeeminformatie .......................................................... 3-56
[903] Controle van het ontvangen nummer....................................... 3-58
3.13 PC programmering............................................................................... 3-59
3.14 Programmeertabllen............................................................................. 3-60
Deel 4 Funkties en bedieningsprocedures
4.1 Voordat u begint.................................................................................... 4-2
4.2 Begin-instellingen .................................................................................. 4-6
De funkties van uw telefoon instellen................................................ 4-6
Instellen van de toetsen op uw telefoon............................................. 4-9
4.3 Gesprekken beginnen............................................................................ 4-12
Interne gesprekken.............................................................................. 4-12
Uitgaande gesprekken ........................................................................ 4-14
Snelkiezen........................................................................................... 4-17
Herhalen.............................................................................................. 4-22
Wanneer de gebelde lijn in gesprek is................................................ 4-24
4.4 Gesprekken beantwoorden................................................................... 4-28
Gesprekken beantwoorden ................................................................ 4-28
Een gesprek beantwoorden................................................................. 4-29
4.5 Tijdens een gesprek............................................................................... 4-31
Een gesprek in de wachtstand plaatsen.............................................. 4-31
Gesprekken doorverbinden................................................................. 4-35
Gesprek Wacht ................................................................................... 4-38
De microfoon uitschakelen (microphone Mute) ................................ 4-40
4.6 Overige funkties .................................................................................... 4-41
Oproepen ........................................................................................... 4-41
Voordat u uw bureau verlaat.............................................................. 4-42
Gesprek met drie partijen ................................................................... 4-48
Instellen van het alarm ....................................................................... 4-51
De Achtergrond Muziek inschakelen................................................. 4-52
Achterlaten van een "Waarschuwing Boodschap Wacht" ................. 4-53
Bellen met Kostencodes..................................................................... 4-56
Gesprekskosten raadplegen ................................................................ 4-58
Negeren van inkomende gesprekken.................................................. 4-61
Een intern toestel bellen dat geen gesprekken wil ontvangen ........... 4-64
10
Inhoud
Prive-funktie....................................................................................... 4-65
Deurtelefoongesprek........................................................................... 4-67
Een deur openen................................................................................. 4-68
Inschakelen van de Dag / Nacht gespreksmodus............................... 4-70
Gesprek Distributie Groep (Log-In / Log-Out).................................. 4-72
Belsignaal instellen van de parallelle SLT......................................... 4-73
Beller-identificatieservices (voor KX-T7230/KX-T7235/
KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536).......................................... 4-74
Opheffen van de funktie-instellingen................................................. 4-79
Toegang tot de ISDN netwerkservice ................................................ 4-80
Het kiezen van de CLIP / COLP nummers........................................ 4-81
4.7 Displaybediening (KX-T7235/KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536) .... 4-82
Bediening van de funkties in de ruststand via het display................. 4-84
Een nummer/naam toewijzen aan elke funktietoets voor van een
intern toestel............................................................................. 4-91
Bediening van FWD/DND funkties via het display
(KX-T7235/KX-T7536 alleen) ................................................ 4-95
4.8 Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e)........................................ 4-96
De “Serviceklasse” van een intern toestel omschakelen.................... 4-96
Deblokkeren van “Log blokkering inkomend gesprek”..................... 4-96
Het op afstand bedienen van “Elektronische toestelblokkering”....... 4-97
Deel 5 Aanhangsel
5.1 Tonen / Belsignalen............................................................................... 5-2
5.2 LED indicatie......................................................................................... 5-5
5.3 Lijst van funktienummers.................................................................... 5-6
5.4 Standaard instellingen .......................................................................... 5-9
5.5 Specificaties............................................................................................ 5-12
5.5.1 Algemene beschrijving ............................................................ 5-12
5.5.2 Kenmerken............................................................................... 5-13
5.5.3 Systeemcapaciteit..................................................................... 5-14
5.6 Probleemoplossing................................................................................. 5-15
5.6.1 Installatie en bediening ............................................................ 5-15
5.6.2 Aansluiting............................................................................... 5-16
5.7 Boormal.................................................................................................. 5-17
5.8 Index van funkties................................................................................. 5-18
Deel 1
Beschrijving van het systeem
1-2 Beschrijving van het systeem
1.1 Basisconstructie van het systeem
De KX-TD208 biedt standaard de mogelijkheid tot aansluiting van acht interne toestellen en
één ISDN- (Integrated System of Digital Network) lijn. Op één ISDN-poort kunnen twee
netlijnen worden aangesloten. De capaciteit van het systeem kan worden uitgebreid door het
installeren van optionele kaarten. De centrale kan uitgerust worden met optionele
apparatuur, zoals analoge en digitale systeemtoestellen van Panasonic, of apparatuur van een
andere leverancier, zoals een deuropener.
Ter uitbreiding van de systeemmogelijkheden kan het systeem worden uitgerust met
optionele componenten zoals de digitale en analoge systeemtoestellen van Panasonic, of
door de gebruiker gekochte apparatuur zoals een deuropener.
PanasonicPanasonic
AUTO SC
AN
AUTO SCAN
10CH10CH
Panasonic
Naar ISDN-lijnen
Interne toestellijnen
(een paar)
(een paar)
Standaard telefoon
Draadloze telefoon
Telefoon/Fax met
antwoordapparaat
Deuropener
Printer voor gespreksspecificaties of PC voor systeemprogrammering
Panasonic
DIGITAL
Panasonic
DIGITAL
Panasonic
(twee paar)
(twee paar)
KX-T7235
KX-T7230
KX-T7250
Deurtelefoon
KX-T30865
(twee paar)
(twee paar)
6
5
4
3
2
1
12
11
10
9
8
7
KX-T7531
KX-T7533
KX-T7536
Panasonic
D
I
G
I
T
A
L
S
U
P
E
R
H
Y
B
R
I
D
S
Y
S
T
E
M
(Mot de KX-TD20870)
(twee paar)
(twee paar)
(een paar)
Een maximum van 4 digitale systeemtoestellen kunnen worden aangesloten.
Beschrijving van het systeem 1-3
1.2 Hoofdkenmerken van het systeem
Systeemcapaciteit
Basissysteem Interne toestellijnen 8
ISDN-lijn 1 (2 netlijnen)
Uitbreiding ISDN-lijn 1 (voor ofwel 8 interne toestellijnen of
2netlijnen)
Maximale capaciteit Wanneer voor netlijnen een optionele ISDN-lijn wordt gebruikt:
Interne toestellijnen 8*
Netlijnen 4
Wanneer voor de interne toestellijnen een optionele ISDN-lijn wordt
gebruikt:
Interne toestellijnen 8*
ISDN-interne lijnen 8
Netlijnen 2
* Een digitaal systeemtoestel kan worden aangesloten op poort 21 - 24. Elk digitaal
systeemtoestel ondersteund een enkelvoudig toestel via de XDP aansluiting.
Uitbreidingsmodule
Uitbreidingsmodules worden gebruikt voor het verhogen van de systeemcapaciteit. De
optionele kaart, KX-TD20880, ondersteunt één ISDN-lijn, waarvan de poort kan worden
gekozen om te worden gebruikt voor een netlijn of een interne toestellijn (Standaard:
netlijn)
Na het installeren van de kaart zal de systeemcapaciteit als volgt zijn:
1) Als de netlijn wordt gekozen, worden twee netlijnen toegevoegd.
2) Als de interne toestellijn wordt gekozen, worden acht ISDN-interne toestellijnen
toegevoegd.
Digitale/Analoge systeemtoestellen (DPT/APT)
Door installatie van de optionele kaart, KX-TD20870, kan het systeem maximaal vier
systeemtoestellen en maximaal vier standaard telefoons ondersteunen. In dit geval is een
XDP-aansluiting vereist. Zie “EXtra Device Port” op de volgende bladzijde. Er zijn zes
verschillende digitale systeemtoestellen en drie verschillende analoge systeemtoestellen
beschikbaar. Oplopend van een telefoontoestel met monitor tot een model met handen vrij
en een groot LCD display.
Kostenbeheer
Stelt de gebruiker in staat de telefoonkosten met bepaalde funkties te beheren; zoals
“Telefoneren met kostencodes” en “Rekeningoverzichten raadplegen”. Raadpleeg beide
funkties voor meer details.
Automatische Route Selectie (ARS)
Selecteert automatisch de, voorgeprogrammeerde en goedkoopste, route voor uitgaande
gesprekken.
Datalijn-beveiliging
Het gesprek wordt beschermd tegen signalen zoals van Gesprek Wacht, Terugbelsignaal van
de Wachtstand en Inbreken op een gesprek.
Inbreken op een gesprek
Stelt de gebruiker van een vooraf toegewezen intern toestel in staat om deel te nemen aan
een intern gesprek, teneinde een gesprek tussen drie partijen tot stand te brengen.
1-4 Beschrijving van het systeem
Uniforme gespreksdistributie
Maakt het mogelijk dat een inkomend gesprek door een bepaalde groep interne toestellen
wordt ontvangen.
Extra poort (XDP, EXtra Device Port)*
Toestelaansluitingen 1 tot 4 (Toestelnummers 21 tot 24) onder steunen een Digitaal
Systeemtoestel en een enkelvoudig telefoontoestel. De toestellen hebben verschillende
interne nummers en worden behandeld als twee totaal verschillende interne toestellen.
Parallelle telefoonaansluiting*
Toestelaansluitingen 1 tot 4 (Toestelnummers 21 tot 24) onder steunen ook het aansluiten
van een Analoog systeemtoestel en een parallel enkelvoudig telefoontoestel. Zij hebben
hetzelfde interne nummer en worden door het systeem beschouwd als één en hetzelfde
toestel.
*: Hiervoor is een (KX-TD20870) benodigd.
1.2 Hoofdkenmerken van het systeem
Deel 2
Installatie
2-2 Installatie
2.1 Voordat u begint met de installatie
Lees a.u.b. de volgende informatie betreffende de plaatsing en aansluiting alvorens
u het systeem installeert.
Veiligheidsinstructies
Wanneer u de telefoonbedrading aansluit, dient u de volgende
veiligheidsinstructies altijd in acht te nemen ter voorkoming van brandgevaar,
elektrische schok en overig lichamelijk letsel:
1. Installeer de telefoonbedrading nooit tijdens onweer.
2. Installeer telefoonaansluitingen nooit in vochtige ruimten, tenzij de
aansluitingen speciaal voor vochtige ruimten zijn geconstrueerd.
3. Raak nooit ongeïsoleerde draad aan, tenzij het telefoonsnoer uit de
telefoonstekkerdoos is gehaald.
4. Ga voorzichtig te werk wanneer u telefoonlijnen installeert of aanpast.
Plaatsingsvoorwaarden
Dit systeem is speciaal gemaakt voor uitsluitend muurbevestiging. Vermijd plaatsing in de
volgende ruimten. (Er treedt storing, ruis of verkleuring op indien u het systeem toch in
dergelijke ruimten plaatst.)
1. In direct zonlicht en warme, koude of vochtige ruimten. (Temperatuur: 0°C -
40°C)
2. In gebieden waar thermische bronnen zijn, kan de apparatuur of de contacten
door zwavelgassen worden beschadigd.
3. Plaatsen waar heftige schokken of trillingen voorkomen.
4. Stoffige ruimten, of ruimten waar de apparatuur in contact kan komen met
water of olie.
5. In de nabijheid van machines die elektromagnetische storing veroorzaken, zoals
naaimachines en elektrische lasapparaten.
6. Op of nabij computers, telexen of overige kantoorapparatuur, magnetronovens
of air conditioners. (Wij raden u aan de unit niet te installeren in ruimten waar
dergelijke apparatuur staat.)
7. Minstens 1,8 m afstand houden tussen systeem en radio’s, televisies. (Zowel de
centrale als de systeemtoestellen).
8. Zorg dat de centrale goed bereikbaar is (voor onderhoud en inspectie - zorg
vooral voor voldoende ruimte voor ventilatie aan de bovenzijde en zijkanten
van de centrale).
Bedradingsvoorwaarden
Neem tijdens het bedraden de volgende instructies in acht.
1. Sluit het telefoonsnoer niet parallel aan op een voedingsbron, computer, telex
enz. Als het snoer dergelijke bedrading wordt geleid, gebruik dan geïsoleerd
snoer of leid het snoer door een metalen buis, of gebruik geïsoleerd draad en
aard deze.
Installatie 2-3
2.1 Voordat u begint met de installatie
2. Als u snoer over de vloer laat lopen, scherm deze dan af op de plaatsen waar
men op het snoer kan gaan staan. Vermijd bedrading onder het tapijt.
3. Vermijd aansluiting op dezelfde voedingsbron als waarop computers, telexen,
en andere kantoorapparatuur zijn aangesloten. De werking van het systeem zal
anders worden beïnvloed door elektromagnetische storing.
4. Gebruik normaal telefoonsnoer voor aansluiting van (telefoon)apparatuur zoals
standaard telefoons, data terminals, beantwoordapparaten, computers, enz.
5. Haal het stroomsnoer van het systeem uit het stopcontact voordat u begint met
bedraden. Als de bedrading gereed is kunt u het systeem aansluiten op het
stroomnet.
6. Incorrecte aansluitingen kunnen ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt.
Raadpleeg deel 2.7 “Aansluitschema ISDN-lijnen”.
7. Incorrecte aansluiting van telefoonsnoer kan ertoe leiden dat het systeem niet
goed werkt. Raadpleeg deel 5.6.1 “Installatie en bediening” en deel 5.6.2
“Aansluiting”.
8. Indien een intern toestel niet goed werkt, maak het toestel dan los van de
interne lijn en sluit deze vervolgens opnieuw aan, of trek de stekker van het
systeem uit het stopcontact en steek de stekker vervolgens weer in het
stopcontact.
9. De stekker van het systeem is geaard. Dit is een veiligheidsvoorziening. Indien
de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met een elektricien
voor vervanging van het stopcontact.
10.Gebruik een ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) voor netlijn-aansluiting.
11.Netlijnen dienen met bliksembeveiliging te worden geïnstalleerd. Raadpleeg
deel 2.16 “Het installeren van een bliksembeveiliging” voor details.
Waarschuwing:
Het systeem bevat onderdelen die
gevoelig zijn voor statische
elektriciteit.
Om de printplaat tegen statische
elektriciteit te beschermen mag u de
connector, rechts afgebeeld, pas
aanraken als u vrij bent van
statische elektriciteit: raak eerst een
geaard apparaat aan of gebruik een
speciale aardings-armband.
Waarschuwing: connector is gevoelig
voor statische elektriciteit.
2-4 Installatie
2.2 Uitpakken
2.3 Namen en locaties
Overzicht van de centrale
Binnenaanzicht van de centrale
Centrale....................................één
Voedingskabel..........................één
ISDN-telefoonsnoer.................één
Voeding
Stroomindicator
Schroeven en onderlegringen...........drie
4-pin pluggen....................................elf
Floppy disk voor PC programmering
...één
4-pin contacten voor
interne toestellen
4-pin contact voor
deuropener en
deurtelefoon
Modulaire ISDN-
contacten
Aarding
Reset-schakelaar
EIA (RS-232C)
Aansluitpunt
Installatie 2-5
1. Draai de schroeven los.
2. Schuif het frontpaneel in de richting van
de pijl terwijl u op de pijlmarkering ( )
drukt.
2.4 Muurbevestiging
1. Plaats de boormal (op blz. 5-17) tegen de
muur voor het aftekenen van de drie
boorposities.
2. Installeer de schroeven en onderlegringen
(meegeleverd) in de muur.
3. Haak de centrale over de schroefkoppen
2.5 Het frontpaneel openen
2.6 Aarding
BELANGRIJK!!!
De omkasting van de centrale dient u te aarden.
Boormal
Naar aarde
POWER
Schroef
2-6 Installatie
B-1: Uw systeem is aan het einde van de aansluiting
B-2: Uw systeem is niet aan het einde van de aansluiting
2.7 Aansluitschema ISDN-lijnen
Hieronder ziet u een mogelijk aansluitschema van ISDN-lijnen voor netlijn-gebruik,
afhankelijk van uw telefoonnet.
Wij raden schema A en B-1 aan omdat de afsluitimpedantie (AI) aan het einde van
de aansluiting moet zitten. (Uw systeem heeft een eindweerstand van 100W).
WAARSCHUWING!!
Neem a.u.b. contact op met uw dealer voor een B-2 aansluiting.
A: Wanneer uw PTT-telefoonaansluiting Point-to-Point is
B: Wanneer uw PTT-telefoonaansluiting Point-to-Multi-Point
Eindstations 1Eindstations 7
Netwerk
Naar telefoonnet
TR
Eindstations 1Eindstations 7
Netwerk
Naar telefoonnet
Netwerk
Naar telefoonnet
Installatie 2-7
Specificatie van de bedrading
Gebruik ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) (meegeleverd) voor netlijn-aansluiting.
De specificatie is als volgt:
Draad massief draad
Diameter van geleidingsdraad 0,4 – 0,65 mm
Diameter inclusief isolatie 0,66 – 1,05 mm
Aansluiting
Op ISDN-poort 1 kunnen twee netlijnen (CO) worden aangesloten.
Steek de modulaire plug van het ISDN-telefoonsnoer (8-aderige snoer) in ISDN-
poort 1 van het systeem.
Incorrecte aansluiting kan ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Zie deel
5.6.1 “Installatie en bediening” en 5.6.2. “Aansluiting”.
2.8 Het aansluiten van een netlijn
!
!
ISDN-poort 2
ISDN-poort 1
Aanzicht van TEL-contact (CO)
TB
RB
RA
TA
Naar PTT-
telefoonaansluiting
2-8 Installatie
Specificaties bedrading
De specificaties zijn als volgt:
Draad Massief
Diameter van geleidingsdraad 0,4 – 0,6 mm
Aansluitsnoer
Voor elk intern toestel is 2- of 4-aderig snoer vereist zoals hieronder staat vermeld.
De benodigde pennen zijn “T”, “R”, “L” en “H”.
T: Tip L: Low (Laag)
R: Ring (Bel) H: High (Hoog)
Aansluiting
Gebruik de 4-pin stekkers (bijgeleverd) voor het aansluiten van de interne lijnen.
De aansluitingen TST.1 tot en met TST.4 kunnen voor alle telefoons worden
gebruikt, terwijl TST.5 tot en met TST.8 alleen voor enkelvoudige toestellen
(SLT’s) kunnen worden gebruikt. Om systeemtoestellen aan te sluiten dient de
optionele uitbreidingskaart KX-TD20870 te worden geinstalleerd.
De aansluitingen TST.1 tot en met TST.8 komen respectievelijk overeen met de
interne nummers 21 tot en met 28.
1. Duw het doorzichtige gedeelte van de stekker omhoog.
2. Steek de benodigde telefoonsnoeren in de gaatjes van de stekker.
Druk het doorzichtige gedeelte daarna terug in het zwarte gedeelte.
Opmerking: Het isolatiemateriaal van de snoeren niet verwijderen. Steek de
snoeren goed in de gaatjes van de stekker.
2.9 Het aansluiten van een intern toestel
T
R
L
H
T
R
4-pin stekker voor 4-aderig snoer. 4-pin stekker voor 2-aderig snoer.
KX-T7310, Standaard telefoons
KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250,
KX-T7451
KX-T7020, KX-T7050, KX-T7130,
KX-T7030
T
ELEFOON
2 aderig snoer
2 aderig snoer (L, H) of 4 aderig
snoer (L, H, T, R) voor XDP
4 aderig snoer (L, H, T, R)
SNOER
Installatie 2-9
2.9 Het aansluiten van een intern toestel
3. Steek de stekker in de interne-lijn contacten van de centrale.
4. Sluit de interne toestellen aan.
Voor het aansluiten van systeemtoestellen dient een 4 intern Expansion
uitbreidingskaart (KX-TD20870) te worden geïnstalleerd.
De maximale snoerlengte van intern toestel naar centrale is volgt:
Diameter van het snoer Maximale lengte
SLT 0.5 mm 620 m
PT 0.5 mm 240 m
TST 1
Contacten voor interne toestellen
T
L
H
R
alleen voor
SLT
Naar interne
toestellen
Toestel aansluiting 1 t/m 8, zijn
genummerd van onder af naar boven
!
!
L
T
R
H
2-10 Installatie
2.10 De telefoons parallel aansluiten
Behalve een standaard telefoon kunnen ook toestellen zoals een antwoordapparaat,
modem, personal computer enz. parallel worden aangesloten op een digitaal
systeemtoestel.
Overige funkties (Deel 4.6)
Belsignaal instellen van parallelle SLT (Parallelle telefoonaansluiting)
Uitsluitend met een digitaal systeemtoestel.
Een enkelvoudige telefoon of een twee-draads systeemtoestel kunnen in parallel
worden aangesloten, hierbij gebruik makend van 1 toestel nummer, met elk
digitaal systeemtoestel.
TO EMSS
TO TEL
LCD ADJ
PUSH
2-aderig snoer
Aansluiten op “T” en “R.”
2-aderig snoer
Aansluiten op “T” en “R.”
Digitaal systeemtoestel
(DPT=KX-T7230,
KX-T7235, KX-T7250)
Standaard
telefoon (SLT)
of Analoog
systeemtoestel
Enkelvoudig
e telefoon of
twee-draads
systeemtoest
el.
4-aderig snoer
Aansluiten op “T”, “R”, “L” en “H.”
4-aderig snoer
Aansluiten op “T,” “R,” “L” en “H.”
Naar de centrale
Achterzijde van de telefoon
Naar de
Standaard
telefoon (SLT)
!
!
Digitaal systeemtoestel
(DPT=KX-T7531,
KX-T7533, KX-T7536)
Naar de
centrale
Naar de
Standaard
telefoon (SLT)
Installatie 2-11
Met de Extra Device Port (XDP) aansluiting kunnen een digitaal systeemtoestel en
een enkelvoudige telefoon of twee-draads systeemtoestel op hetzelfde aansluit
punt worden aangesloten. Zij hebben dan verschillende toestel nummers.
Methode 1
Methode 2
Is identiek aan “Uitsluitend met een digitaal systeemtoestel”. Zie 2.10 “De
telefoons parallel aansluiten”.
Systeembeheer (Deel 3.1)
EXtra Device Port (XDP)
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[600] EXtra Device Port
2.11
De telefoons aansluiten in EXtra Device Port (XDP)
2-aderig snoer
Aansluiten op “T” en “R”.
Digitaal systeemtoestel
(DPT=KX-T7230, KX-T7235,
KX-T7250, KX-T7531, KX-
T7533, KX-T7536)
Standaard telefoon (SLT) of
Analoog systeemtoestel
4-aderig snoer
Alleen op “L” en “H” aansluiten.
(“T” en “R” zijn niet nodig)
Voor APT: aansluiten op “T”,
“R”, “L” en “H”
2-12 Installatie
2.12 Installeren van de optionele kaarten
1. Trek de stekker van het systeem uit het stopcontact.
2. Draai de schroef los.
3. Verwijder het frontpaneel door op beide lipjes te drukken en het frontpaneel
omhoog te duwen.
4. Plaats de ISDN-lijn kaart in de aangegeven connectors.
1 ISDN-lijn kaart (KX-TD20880)
PT-interface kaart (KX-TD20870)
Dit gevied niet aanraken:
gevoelig voor statische
elektriciteit..
!
!
Screw
5. Als u de ISDN-lijn kaart installeert, dient u de interne toestel/CO-
schakelaartjes (dip switches) in te stellen overeenkomstig het gebruik van
de kaart, netlijn of interne lijn (standaard: netlijn).
6. Plaats het frontpaneel terug en draai de schroef vast.
7. Steek de stekker weer in het stopcontact.
Voor netlijn
EXT SO
13
13
13
13
JSW405
JSW404
JSW403
JSW402
Voor interne lijn
EXT SO
13
13
13
13
JSW405
JSW404
JSW403
JSW402
Dit gebied niet aanraken:
gevoelig voor statische
elektriciteit.
!
!
Installatie 2-13
2.12 Installeren van de optionele kaarten
2-14 Installatie
2.13 Uitbreiding van ISDN-lijnen
Nadat het installeren van de ISDN-lijn kaart, kunt u twee netlijnen of acht interne
ISDN-lijnen aansluiten op ISDN-poort 2.
Gebruik voor de installatie ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) (bijgeleverd). Steek het
modulaire stekkertje van het ISDN-telefoonsnoer (8-aderig snoer) in ISDN-poort 2
van het systeem.
Systeemprogrammering is vereist afhankelijk van het type poort.
Netlijn:
Kies “Aansluiten” voor ISDN-poort 2 in programmering [400] “Toewijzen
van ISDN-poort aansluiting” (standaard: niet aansluiten).
Kies de configuratie voor ISDN-poort 2 in programmering [406] “ISDN
configuratie” (standaard: netlijn / Point-to-multi-point).
Interne lijn:
Kies de configuratie voor ISDN poort 2 in programmering [406] “ISDN
configuratie” (standaard: netlijn / Point-to-mulit-point).
Raadpleeg 4.8 “Het aansluiten van een netlijn” voor specificaties betreffende het
snoer.
Incorrecte aansluiting kan ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Zie 5.6.1
“Installatie en bediening” en 5.6.2 “Aansluiting”.
De pin bezetting verandert afhankelijk van hoe de extensie / netlijn poort is
geconfigureerd. (zie pagina 2-8)
ISDN-poort 2
ISDN-poort 1
Aanzicht van TEL-contact
voor netlijn
Aanzicht van TEL-contact
voor interne lijn
TB
RB
RA
TA
RB
TB
TA
RA
Naar PTT-aansluitingen of ISDN-toestellen.
!
!
Installatie 2-15
2.14
Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener
Op het systeem kan één deurtelefoon (KX-T30865) en/of een deuropener naar uw
keuze worden aangesloten. De deurtelefoon dient eerst te worden voorbereid
voordat u deze kunt aansluiten.
De deurtelefoon installeren
1. Draai de schroef los om de twee helften van elkaar los
te maken.
2. Bevestig het achterste deksel met twee schroeven aan de
muur.
Opmerking: Er zijn twee soorten schroeven
bijgeleverd; gebruik afhankelijk van de
wijze van montage:
3. Sluit de snoeren vanaf de centrale aan op de schroeven
in het voorste deksel.
4. Schroef de twee helften weer tegen elkaar.
Aansluiting
Gebruik voor aansluiting een 4-pin stekker (bijgeleverd).
1. Duw het doorzichtige gedeelte omhoog.
2. Steek de benodigde snoeren in de gaatjes van de stekker.
Duw het doorzichtige gedeelte daarna terug in het zwarte gedeelte.
Opmerking: Het isolatiemateriaal van het snoer niet verwijderen. Steek de
snoeren goed in de stekker.
Panasonic
Schroef
Naar de centrale (Zie de
volgende bladzijde)
Type 1: Wanneer een bevestigingsplaat
tegen de muur is gemonteerd.
Type 2: Wanneer u de deurtelefoon
direct tegen de muur bevestigd.
Deuropener
Deurtelefoon
4-pin stekker
2-16 Installatie
2.14
Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener
3. Steek de stekker in de gewenste aansluiting van de centrale.
De maximale snoerlengte van de deurtelefoon en de deuropener naar de
centrale is als volgt:
Diameter van het snoer Maximale lengte
0,5 mm 120 m
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[105] Toewijzen automatisch openen van deur
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[607]-[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon
Overige funkties (Deel 4.6)
Deuropener
Deurtelefoongesprek
!
!
Deuropener
Deurtelefoon
Naar deuropener
Deurtelefoon
(KX-T30865)
Panasonic
Installatie 2-17
2.15 Het aansluiten van de printer en de PC
U kunt uw eigen printer of PC op de connector (9-pin) van de seriële interface
(RS-232C) van het systeem aansluiten. De printer wordt gebruikt voor het
afdrukken van de SMDR (Station Message Detail Recording) en de
systeemgegevens. De PC wordt gebruikt voor systeemprogrammering.
Sluit de seriële interface (RS-232C) connector van de printer of de PC aan op de
seriële interface connector van het systeem. Kabels dienen te worden afgeschermd
en de maximale lengte bedraagt 2 meter.
Rangschik de snoeren zodanig, dat de printer of de PC op het systeem zal worden
aangesloten volgens het schema op de volgende bladzijde.
De pin-configuratie van de EIA (RS-232C) connector is als volgt:
Pin-
nr.
2
3
4
5
6
7
8
RXD
TXD
DTR
SG
DSR
RTS
CTS
EIA
BB
BA
CD
AB
CC
CA
CB
CCITT
104
103
108.2
102
107
105
106
Received Data
Transmitted Data
Data Terminal Ready
Signal Ground
Data Set Ready
Request To Send
Clear To Send
Circuittype
Signaalnaam
Seriële interface
(RS-232C) (9-pin)
Printer
2-18 Installatie
Aansluitschema voor printer / IBM Personal Computer (9-pin)
Als u een printer of een IBM-PC met behulp van een 9-pin EIA (RS-232C)
connector op uw systeem aansluit, raadpleeg dan het onderstaande schema.
Aansluitschema voor printer / Personal Computer (25-pin)
Als u een printer of een PC met een 25-pin EIA (RS-232C) connector op uw
systeem aansluit, raadpleeg dan het onderstaande schema.
2.15 Het aansluiten van de printer en de PC
Circuit
type
(EIA)
BB
BA
CD
AB
CC
CA
CB
Pin-
nr.
2
3
4
5
6
7
8
Signaalna
am
RXD
TXD
DTR
SG
DSR
RTS
CTS
Circuit
type
(EIA)
BB
BA
CD
AB
CC
CA
CB
Signaalna
am
RXD
TXD
DTR
SG
DSR
RTS
CTS
Pin-
nr.
2
3
4
5
6
7
8
EIA (RS-232C) poort op
de centrale (9-pin)
EIA (RS-232C) poort op de
printer/IBM-PC (9-pin)
Circuit
type
(EIA)
AA
BB
BA
CD
AB
CB
CC
CF
Pin-
nr.
1
3
2
20
7
5
6
8
Signaalna
am
FG
RXD
TXD
DTR
SG
CTS
DSR
DCD
Circuit
type
(EIA)
BB
BA
CD
AB
CC
CA
CB
Signaalna
am
RXD
TXD
DTR
SG
DSR
RTS
CTS
Pin-
nr.
2
3
4
5
6
7
8
EIA (RS-232C) poort op
de centrale (9-pin)
EIA (RS-232C) poort op
de printer/PC (25-pin)
Installatie 2-19
2.15 Het aansluiten van de printer en de PC
EIA (RS-232C) signalen
Frame Ground (aarding): FG
Aansluiting tussen frame van de eenheid en de grondaardegeleider van de
voedingskabel.
Transmitted data (verzonden gegevens): TXD
Draagt de signalen van de eenheid naar de printer. De voorwaarde (MARK) wordt
aangehouden tenzij gegevens of “afbreek”-signalen worden verzonden.
Received data (ontvangst van gegevens): RXD
Draagt signalen van de printer over.
Request To Send (verzoek tot verzenden): RTS
Deze draad staat op AAN (ON) wanneer de “ingestelde gegevens gereed” ook op
AAN (ON) staat.
Clear To Send (Verzenden aan/uit): CTS
Indien het schakelschema van het verzendgereedsysteem op AAN (ON) staat
geschakeld, betekent dit dat de printer gereed is voor ontvangst van gegevens van
de eenheid. De eenheid is niet in staat om gegevens te verzenden of te ontvangen
wanneer het schakelschema op UIT (OFF) staat.
Data Set Ready (Dataverwerker klaar): DSR
Indien de schakeling van de “ingestelde gegevens gereed” op AAN (ON) staat,
betekent dit dat de printer gereed is. De positie AAN (ON) van “ingestelde
gegevens gereed” betekent echter niet dat er communicatie is met de printer.
Signal Ground (signaal aarde): SG
Aansluiting op de gelijkstroomaarding van de eenheid voor alle
koppelingssignalen (verbindingssignalen)
Data Terminal Ready (Dataverwerker ON LINE): DTR
Deze signaallijn (draad) wordt door de eenheid op AAN (ON) geschakeld om aan
te geven dat de eenheid onder controle is. De positie AAN (ON) van
“gegevensbank gereed” betekent echter niet dat er communicatie is met de printer.
De schakeling slaat op UIT (OFF) indien de eenheid nog niet onder controle is.
Data Carrier Detect (signaal ontvangst): DCD
De voorwaarde AAN (ON) is een signaal voor de gegevensbank (DTE) dat het
draaggolfsignaal wordt ontvangen.
Systeembeheer (Deel 3.1)
Station Message Detail Recording (SMDR)
Systeemprogrammering met de Personal Computer
Programmering van hulpbronnen (Deel 3.10)
[800] Afdrukken inkomende gesperkslog/Afdrukken uitgaande gesprekslog
[801] SMDR-afdruk formaat
[802] Systeemgegevens afdrukken
[804] Seriële interface (RS-232C) parameters
2-20 Installatie
2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging
Een bliksembeveiliging is een apparaatje dat op een netlijn wordt geïnstalleerd ter
voorkoming van blikseminslag en beschadiging van apparatuur. Gevaar ontstaat
pas indien een telefoonsnoer in aanraking komt met een stroomsnoer. Met de
ontwikkeling van elektronische apparatuur komen ook problemen als gevolg van
blikseminslag steeds vaker voor. In veel landen is het installeren van
bliksembeveiliging verplicht. Een blikseminslag op een telefoonkabel die zich 10
meter bovengronds bevindt, kan een kracht hebben van 200.000 Volt. Dit systeem
dient met bliksembeveiligingen te worden geïnstalleerd. Aarding is bovendien erg
belangrijk voor de veiligheid van dit systeem.
Installatie-schema
Installatie-schema voor externe aansluiting
Indien u telefoons in een gebouw buiten het hoofdgebouw plaatst, dient u de
volgende voorzorgsmaatregelen te volgen:
(1) Leg het telefoonsnoer onder de grond aan.
(2) Gebruik isolatiemateriaal (metalen buis) ter bescherming van het snoer.
CO
Aarde
Bliksembev
eiliging
CO
M.D.F
CO
Centrale
Aarding
TST
TST
TST
Aarde
PT of SLT ISDN-telefoon
netlijn
netlijn
netlijn
Beveiligingen
Bliksembev
eiliging
Een ander gebouw
M.D.F
Centrale
TST
EXTN
TST
TST
TEL TEL
SLT
ISDN-tel
Installatie 2-21
Het installeren van een metalen staaf (voor aarding)
De lengte van de metalen staaf en de gewenste diepte is afhankelijk van de
grondsoort. Zie het onderstaande voorbeeld.
(1) Locatie van de metalen staaf .......................Nabij de beveiliging
(2) Controleer of er obstructies zijn..................Geen
(3) Materiaal van de staaf..................................Metaal
(4) Diepte van de staaf ......................................Meer dan 50 cm
(5) Dikte van de aardingsnoer...........................Dikker dan 1,6 mm
netlijn
(Ondergronds)
Metalen staaf
Aardingssnoer
Bliksembeveiliging
Centrale
2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging
2-22 Installatie
EXTN.
EXTN.
EXTN.
EXTN.
EXTN.
EXTN.
EXTN.
EXTN.
8
7
6
5
4
3
2
1
screw
2.17 Sluiten van het frontpaneel
1. Schuif het frontpaneel in de richting van de
pijl.
2. Draai de schroef vast.
3. Bind alle snoeren tot een bundel en bevestig
deze tegen de muur, zodat ze niet uit de
centrale getrokken kunnen worden.
2.18 Het systeem voor de eerste keer opstarten
Sluit de voedingskabel aan op het systeem en een stopcontact.
(De stroomindicator van het systeem gaat branden.)
Gebruik, in verband met de EMC-richtlijn, uitsluitend de bijgeleverde
voedingskabel indien een KX-TD208 wordt aangesloten.
!
!
Uit
In
Stroomindicator
Schroef
Installatie 2-23
Als u het systeem heeft opgestart, en het systeem werkt niet goed, start het
systeem dan opnieuw op door met een puntig voorwerp op de RESET-schakelaar
te drukken (reset). Een reset heeft als gevolg:
• “Camp On” wordt gewist.
• Beëindiging van gesprekken die in de wachtstand staan.
• Beëindiging van telefoongesprekken die worden gevoerd
• Geparkeerde gesprekken worden gewist.
Alle overige gegevens, met uitzondering van de bovenstaande, worden niet door
een reset gewist.
Resetknop
2.19 Het systeem opnieuw opstarten
Section 3
Systeemprogrammering
<Opmerking>
Beschrijving van de gebruikte
symbolen
” betekent dat de funktie kan worden
gebruikt op een systeemtoestel, een standaard
telefoon (SLT) en een ISDN-telefoon.
PT SLT
ISDN-T
✔✔
Om toegang te krijgen tot andere netwerktypes van het ISDN, dient u soms DTMF
(digitaal) te verzenden. Voor het DTMF verzenden van het gekozen nummer, dient u een
PAUZE (“ ”) in te voegen. Alle cijfers na de PAUZE zullen als DTMF worden
verzonden.
Enkele voorbeelden van services waarbij DTMF nodig is
Alternatieve diensten die
gebruik maken van analoge
netwerken, Elektronisch
bankieren
Deze funktie werkt niet wanneer u handmatig een nummer kiest.
Het is noodzakelijk om een PAUZE op te slaan in zowel de ARS Carrier code als de
toestaan code.
Systeembeheer (Pagina 45 van deze handleiding)
Automatische Route Selectie (ARS)
Manager programmering (Deel 3.3 en pagina 47-49 van deze handleiding)
[001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer via het systeem
Timer programmering (Deel 3.3)
[205] PAUZE-tijd voor DTMF
ARS programmering (Deel 3.5)
[701] ARS lijncode
[703] ARS autorisatiecode
[704] ARS rekeningoverzicht-code
3-2 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Toegang tot andere netwerktypen die zijn
aangesloten op het ISDN
!
!
Systeemprogrammering 3-3
3.1 Systeembeheer
Is het gebelde nummer een
alarmnummer?
Route 1 wordt
gekozen.
ARS is niet
beschikbaar.
NeeJa
Ja
Ja
Nee
Is het gebelde nummer de
toegangscode van de 1ste route?
Nee
Komt de gebiedscode overeen met
route selectiecode van Route 1?
Nee
Komt de gebiedscode overeen met
uitzonderingscode van Route 1?
Ja
Route 2 wordt
gekozen.
NeeJa
Komt de gebiedscode overeen met
route selectiecode van Route 2?
Nee
Komt de gebiedscode overeen met
uitzonderingscode van Route 2?
Ja
Route 3 wordt
gekozen.
NeeJa
Komt de gebiedscode overeen met
route selectiecode van Route 3?
Nee
Komt de gebiedscode overeen met
uitzonderingscode van Route 3?
Ja
Route 4 wordt
gekozen.
NeeJa
Komt de gebiedscode overeen met
route selectiecode van Route 4?
Nee
Komt de gebiedscode overeen met
uitzonderingscode van Route 4?
Ja
ARS is niet beschikbaar.
Verwijder
en
toevoegen
van het
gekozen
nummer.
Verwijder
en
toevoegen
van het
gekozen
nummer.
Verwijder
en
toevoegen
van het
gekozen
nummer.
Verwijder
en
toevoegen
van het
gekozen
nummer.
Stroomschema van ARS
Automatische Route Selectie (ARS) is een programmeerbare systeemfunktie die
automatisch de goedkoopste manier selecteert op het moment dat u een interlokaal gesprek
kiest. Het is niet noodzakelijk om de toegangscode te kiezen van de goedkoopste route. Het
onderstaande stroomschema toont de procedure van de ARS-funktie.
Automatische Route Selectie (ARS)
PT
SLT
ISDN-T
3-4 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
ARS programmering bestaat uit de volgende onderdelen:
Standaard tabel
(1)ARS Modus (Programma [700])
Dit programma wordt gebruikt om de ARS mode aan/uit te zetten. Indien aangezet
worden gesprekken via de goedkoopste provider gekozen. (Standaard: Uit)
(2)1ste toegangscode van de carrier (Programma [705])
Dit programma wordt gebruikt om de code van de standaard netwerk operator in te
voeren (Standaard = Niet ingevoerd). Indien gekozen dan wordt hier altijd via
gekozen.
ARS Route plan tabellen (Route 1 t/m 4)
(1)ARS lijncode (Programma [701])
Om de verschillende carrier code’s in te voeren
(2)Selectiecode van de ARS route (Programma [702])
Voor het toewijzen van de netnummers voor elke route.
(3)ARS autorisatiecode (Programma [703])
Registreert de autorisatiecode die voor een ISDN-lijn van toepassing is en voor een
route.
(4)ARS rekeningoverzicht-code (Programma [704])
Wijst toe of er wel of geen overzichtcode wordt verzonden naar een ISDN lijn. De
overzichtcode komt overeen met toestelnummers 21-28, 30 en 31-34.
(5)Uitzonderingscode van de ARS-route (Programma [706])
Wijst kiesnummers toe, die worden geaccepteerd door ARS-routeplannen van de
bepaalde carrier.
(6)ARS aanpassen van een verwijderd cijfer (Programma [708])
Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn
wordt verzonden.
(7)ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer (Programma [709])
Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn
wordt verzonden.
Het gekozen nummer wordt aangepast voor het verzenden met de goedkoopste carrier. Bijgaand voorbeeld:
092-477-7777
Het nummer verzonden
naar het netwerk
12392-477-7777
Via [709] ARS
worden de cijfers
123 toegevoegd.
gekozen nummer
Via [708] ARS
wordt er 1 cijfer
verwijderd.
* Bij bovenstaand voorbeeld zijn de carriercode,
rekeningoverzicht-code en autorisatiecode weggelaten.
92-477-7777
Alarmnummers worden niet toegepast op ARS en Kiesrestrictie.
Indien u direct een carrier select code kiest, zullen de nummers, die u draait na de
carrier select code, niet aangepast worden door de ARS programmering.
Manager Programmering (Deel 3.3)
[002] Instellen van een alarmnummer
ARS programmering (Deel 3.10)
[700] ARS modus
[701] ARS lijncode
[702] Selectiecode van de ARS route
[703] ARS autorisatiecode
[704] ARS rekeningoverzicht-code
[705] 1ste toegangscode van de carrier
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route
[708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer
[709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer
Gesprekken beginnen (Deel 4.3)
Uitgaande gesprekken
!
!
Systeemprogrammering 3-5
3.1 Systeembeheer
3-6 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
SLT ISDN-T
PT
✔✔
COS wordt gebruikt voor het definiëren van de funkties welke zijn toegestaan voor een
groep interne toestellen. Aan elk intern toestel is een hoofd en een sub COS-nummer
toegewezen. Er zijn vier klassen beschikbaar.
• De Telefonist(e) kan de COS van een intern toestel omschakelen van hoofd- naar
subklasse.
• De programmeerbare opties zijn hieronder vermeld:
1) Restrictie-niveau van uitgaand netlijngesprek
(Dag modus / Nacht modus)
2) Schakelt een gesprek door naar een externe
partij.
3) Breekt in op de Niet Storen-funktie van het
gebelde interne toestel
4) Bediening van “Invoeren Kostencode”
5) Restrictie-niveau voor snelkiezen via het
systeem (Dag modus / Nacht modus)
6) Deblokkeert de deuropener
7) Voor het omschakelen van de Dag/Nacht
modus
8) Voor het instellen van Niet Storen voor “Direct
Binnenkomend gesprek” (DDI)
9) Voor het instellen van Geprek doorschakelen -
Volg Mij
10) Voor het instellen van Identificatie - restrictie
11) Voor het instellen van Identificatie-restrictie
verbonden lijn
Serviceklasse (COS, Class of Service)
!
!
Complete toegang
Beperkte toegang
Geen toegang
Deze funktie stelt een limiet aan het telefoongebruik door middel van een vooraf
vastgesteld bedrag.
De limiet kan bijvoorbeeld het bedrag zijn, dat werd vastgesteld voordat het gesprek werd
aangevraagd. Wordt de limiet overschreden, dan kan de gebruiker geen verdere
telefoongesprekken voeren totdat de Telefonist(e) hiertoe toestemming geeft.
Manager Programmering (Deel 3.3)
[003] Budget Beheer
Budgetbeheer
12) Instellen Inbreken op een Gesprek
13) Negeren Inbreken op een Gesprek
Programmering van de Serviceklasse (Deel 3.8)
[500]–[501] Kiesrestrictie - niveau — Dag / Nacht
[503] Gesprek doorschakelen naar een netlijn
[504] Inbreken op Niet Storen
[505] Invoeren code
[506]–[507] Kiesrestrictie - nivean voor snelkiezen via systeem — Dag / Nacht
[508] Deuropener — toegang
[509] Nacht service — toegang
[510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek
[511] Gesprek doorschakelen — Volg Mij
[512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek
[513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek
[514] Inbreken op een gesprek
[515] Inbreken op een gesprek — Negeren
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[601] Serviceklasse
Systeemprogrammering 3-7
3.1 System Management
SLT ISDN-T
PT
Als deze funktie is ingeschakeld, wordt de communicatie tussen het interne toestel en de
andere lijn beschermd tegen signalen zoals van: Gesprek Wacht, Terugbelsignaal
Wachtstand en Inbreken op een gesprek. Op een interne lijn kan een PC of een fax worden
aangesloten, zodat de gebruiker gegevens kan verzenden. Tijdens de communicatie blijft
de verzending van gegevens beschermd tegen tonen of onderbrekingen van andere interne
toestellen.
Als tijdens een gesprek, één van de interne
toestellen de Datalijn-beveiliging heeft
ingeschakeld, geldt de funktie voor beide interne
toestellen.
ISDN-telefoons zijn altijd in de Datalijn-
beveiligingsmodus. Deze instelling kan niet
worden gewijzigd.
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[612] Datalijn-beveiliging
!
!
Datalijn-beveiliging
Stelt de externe beller (netlijn) in staat om direct te worden verbonden met een intern toestel.
De toewijsbare bestemmingen zijn: Manager, Uniforme gespreksdistributie-groep of een
Belsignaal-groep. Deze funktie behoort tot één van de ISDN-services.
Explanation
1.Als een foutief nummer wordt ingevoerd, zal het gesprek naar de Manager worden
doorverbonden.
2.Het is mogelijk om het gesprek dat direct wordt doorverbonden, te negeren op basis van
een Serviceklasse.
U kunt een DDI-nummer opslaan (maximaal 20 cijfers) via systeemprogrammering.
Wilt u een interne toestelgroep als bestemming, dan dient de groep van te voren te worden
opgeslagen via systeemprogrammering.
Als een verkeerd nummer wordt ingevoerd, zal het gesprek naar de Telefonist(e) worden
doorverbonden.
Als de Servicklasse het toestaat, kan NS (Niet Storen) worden toegepast op een DDI-
gesprek.
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3,7)
[404] Toewijzing gebruikersnummer
[405] Direct Binnenkomend gesprek
[412] ISDN DDI
Nummer/Toestelnummer
verwijzing
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[510] Niet Storen voor Direct
Binnenkomend gesprek
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie,
Gebied 1 — Veld (04)
[903] Received Number Check
3-8 Systeemprogrammering
3.1 System Management
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Direct Doorverbinden van Inkomend gesprek
(DDI, Direct Dialling In)
!
!
Extension
21
(DDI:111)
22
(DDI:112)
23
(DDI:113)
DSHS
Network
ISDN
555-4112
DDI number
}
External
telephone
Systeemprogrammering 3-9
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
SLT ISDN-T
PT
Het systeem ondersteunt acht interne toestelgroepen. Elk groepslid van een interne
toestelgroep, kan een gesprek beantwoorden dat op een ander toestel (binnen de groep)
binnenkomt (“Call Pickup” voor groep). Daarnaast zijn er nog funkties als Belsignaal-
groep, “Station Hunting” (Doorverbinden naar willekeurig vrij intern toestel) en UCD
(Uniforme gespreksdistributie).
Elk intern toestel kan tot één interne toestelgroep behoren, maar kan niet behoren tot
meerdere toestelgroepen.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[102] Type van doorschakelen bij “In Gesprek” (Station Hunting)
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
!
!
Interne toestelgroep 1 Interne toestelgroep 2
Interne toestelgroep
Maakt het mogelijk dat een inkomend netlijngesprek wordt
ontvangen door meerdere interne toestellen tegelijkertijd (DIL
1:N). Alleen interne toestellen kunnen als bestemming worden
toegewezen. Voor de dag en nacht modus (Nacht service) kan DIL
1:N verschillende plaatsen van bestemming hebben.
Toestelprogrammering (deel 3.9)
[603]–[604] Interne toestel DIL 1:N en Uitgesteld
belsignaal — Dag / Nacht
123
456
78
0
9
123
456
78
0
9
123
456
78
0
9
123
456
78
0
9
Direct Inkomende Lijn (DIL, Direct In Lines)
3-10 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
EXtra Device Port (XDP) biedt de mogelijkheid om het aantal telefoons in het systeem uit
te breiden. Een digitaal syteemtoestel en een enkelvoudig toestel kunnen op dezelfde
aansluiting worden aangesloten. Zij hebben echter een apart aankiesnummer. Hierdoor
kunnen ze als aparte extensie worden gezien. In de XDP modus zijn alle interne
toestelnummers als volgt vastgelegd:
DPT interne nummer 21 – SLT interne nummer 31
DPT interne nummer 22 – SLT interne nummer 32
DPT interne nummer 23 – SLT interne nummer 33
DPT interne nummer 24 – SLT interne nummer 34
XDP vereist dat de beide interne toestellen eerst worden geprogrammeerd. Schakel met
behulp van toestelprogrammering de XDP modus in voor het gewenste interne
toestelnummer. Onmiddellijk na het wijzigen van de toewijzing, kan het voorkomen dat
de gewijzigde instelling gedurende acht seconden niet werkt.
Als XDP voor het interne toestel wordt uitgeschakeld, kunnen de DPT en SLT als
parallelle telefoons worden gebruikt. APT en SLT kunnen eveneens als parallelle
telefoons worden gebruikt.
Aansluiten van de telefoons in EXtra Device Port (XDP) (Deel 2.11)
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[600] EXtra Device Port
Overige funkties (Deel 4.6)
Belsignaal instellen van de parallelle SLT (Parallelle telefoonaansluiting)
!
!
EXtra Device Port (XDP)
U kunt automatisch een inkomend deurtelefoongesprek doorschakelen naar vooraf
ingestelde externe bestemming.
Zelfs als u andere Doorschakelfunkties instelt, is deze instelling beschikbaar indien
vooraf geprogrammeerd via systeemprogrammering.
Als het gesprek tijdens het doorschakelen niet wordt beantwoord, zal de doorschakeling
binnen een minuut stoppen.
Kiesrestrictie en andere restricties zoals een kostencode worden niet geactiveerd.
Een gesprek wordt niet door SMDR (Station Message Detailed Recording) opgenomen.
Er zijn twee verschillende modi voor kantooruren (dag) en na kantooruren (nacht). In
elke modus kan een andere bestemming worden ingesteld. Deze funktie kan via
systeemprogrammering worden ingesteld.
Het CLIP-nummer dat op het bestemmingstoestel verschijnt, is het nummer dat is
toegewezen aan intern toestel 21.
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[404] Toewijzing van het CLIP / COLP nummer
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[614]
[615] Een deurtelefoongesprek doorschakelen – Dag/Nacht
!
!
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Een deurtelefoongesprek doorschakelen
naar de netlijn
Systeemprogrammering 3-11
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Het systeem kan “achter” een bestaande centrale worden geïnstalleerd, die de interne
ISDN ondersteunt. Dit geschiedt door aansluiting van een lijn vanaf de centrale naar een
netlijn in het systeem.
Voor inschakelen van de “toegang tot de tussencentrale” steekt u de lijn van de
tussencentrale naar een netlijn. De gebruiker krijgt toegang tot de tussencentrale door
het kiezen van de betreffende netlijn.
Om toegang te krijgen tot netlijnen van de tussencentrale, is een tussencentrale-code
vereist.
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[403] Toegangscodes voor tussencentrale
!
!
Centrale
Host PBX
Toegang tot de centrale (Host PBX)
3-12 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
Het systeem kan toewijzen welk gebruikernummer wordt beantwoord en welk intern toestel
een gesprek ontvangt via een ISDN point-to-multi-point configuratie. Er kunnen maximaal
tien zogenaamde MSN-nummers (MSN, Multiple Subscriber Numbers)” aan elke ISDN-
aansluiting met point-to-multi-point worden toegewezen.
Point-to-point
Een gesprek, verzonden via één ISDN-poort, bereikt direct het vooraf toegewezen interne
toestel met DDI (Direct Binnenkomend gesprek)-contract.
Point-to-multi-point
Een gesprek, verzonden via één ISDN-poort, bereikt meerdere interne toestellen. Het is
mogelijk om meerdere interne toestellen aan een ISDN-poort toe te wijzen.
Wanneer een gesprek, verzonden via de ISDN-lijn met de configuratie “point-to-multi-
point”, uw centrale bereikt;
Het gesprek word geweigerd als het gekozen nummer niet overeenkomt met het
opgeslagen MSN-nummer.
Het gesprek wordt verbonden naar het interne toestel, dat vooraf werd toegewezen, als het
gekozen nummer overeenkomt met het opgeslagen MSN-nummer.
Als er geen MSN, verzonden via de ISDN-lijn, wordt gevonden, bereikt het gesprek volgens
de standaardmethode haar bestemming.
Aansluitschema ISDN-lijnen (Deel 2.7)
Aansluiten van een netlijn (Deel 2.8)
Uitbreiding van ISDN-lijnen (Deel 2.13)
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[106] Toewijzing van het soort netwerk
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[406] ISDN configuratie
[407] Instellen van een MSN (Multiple Subscriber Number)
[408]–[409] Toewijzen belsignaal van intern toestel — Dag/Nacht voor ISDN
[410]–[411] Toewijzen belsignaal van ISDN toestel — Dag/Nacht voor ISDN
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Geïntegreerde Services van het Digitale Netwerk
(ISDN)
Systeemprogrammering 3-13
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-TPT
Het systeem ondersteunt apparatuur (extensies) zoals ISDN-telefoons, G4-communicatie-
apparatuur en Personal Computers, die zijn aangesloten op de optionele kaart 1-ISDN-lijn:
KX-TD20880.
Op de ISDN-aansluiting kunnen maximaal acht extensies worden aangesloten.
Voor gebruik van uw ISDN-extensies binnen dit systeem, programmeert u elke ISDN-
extensienummer als volgt:
Point-to-multi-point
– Voor een individueel ISDN-extensienummer: 301 t/m 308
– Voor een algemeen ISDN-extensienummer: 300
Point-to-point
– Voor één ISDN-extensienummer: 30
De volgende mogelijkheden kunnen worden ondersteunt:
V
erzend-modus Verzend-vermogen
Circuit Unrestricted digital (Onbeperkt digitaal)
Circuit Speech (Spraak)
Circuit 3.1 kHz Audio
Serviceklasse, afdelingscode, permissie uitgaande gesprekken en IRNA-toewijzing voor
de ISDN-poort zijn van toepassing op alle extensies van één (ISDN)-aansluiting.
Aansluitschema ISDN-lijnen (Deel 2.7)
Uitbreiding van ISDN-lijnen (Deel 2.13)
Manager Programmering (Deel 3.3)
[003] Budget Beheer
Programmering van de ISDN-poort (deel 3.7)
[406] ISDN configuratie
!
!
ISDN-extensies
3-14 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Deze funktie zorgt dat een inkomend netlijngesprek automatisch
wordt doorgeschakeld. Er zijn twee soorten van “Intercept
Routing”. In het eerste geval kan een gesprek niet naar de
gewenste partij worden doorverbonden. Dit heet “Rerouting”. In
het tweede geval wordt het gesprek niet binnen een bepaalde tijd
beantwoord. Dit heet IRNA (Intercept Routing – No Answer)”.
Intercept Routing is van toepassing op DDI-gesprekken, DIL
1:N, Gesprek doorschakelen, en “Station Hunting”.
De uiteindelijke bestemming van interceptie-gesprekken moet worden geprogrammeerd
in de Dag en Nacht modus. Er zijn drie mogelijke bestemmingen: intern toestel, UCD-
groep en Belsignaal-groep.
Als op de bestemming de funktie “Niet Storen” is geactiveerd, wordt het gesprek
terugverbonden naar de Telefonist(e).
IRNA kan worden in- of uitgeschakeld in PROGRAMMA [610] “Twewijzing IRNA
(Standaard – Alle interne toestellen – Aan)
Timer programmering (Deel 3.5)
[203] Interceptie-tijd
Programmering van de ISDN-poort
[401]–[402] Interne toestel voor interceptie — Dag / Nacht
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[610] Toewijzing IRNA
!
!
“Intercept Routing” (Gesprek doorschakelen)
Systeemprogrammering 3-15
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
Als u naar een intern toestel belt dat in gesprek is, schakelt Station Hunting het inkomende
gesprek door naar een vrij intern toestel binnen de groep. De vrije interne toestellen
worden overeenkomstig het geprogrammeerde type automatisch gezocht. De volgende
types zijn beschikbaar:
Circulair zoeken: De interne toestellen worden gecheckt, totdat er een gevonden wordt die niet
in gesprek is, ongeacht het nummer van de interne lijn.
Eindstation zoeken: De interne toestellen worden gezocht, totdat het toestel wordt gevonden die
het hoogste interne lijnnummer van de groep heeft.
UCD:Raadpleeg in dit deel “Uniforme Gespreksdistributie”.
Belsignaal-groep: Alle interne toestellen in een dergelijke groep ontvangen tegelijkertijd het
belsignaal. Voor elke interne toestelgroep wordt één zoek-type gekozen.
Gebruik de Log-Uit funktie als u de huning-groep tijdelijk wilt verlaten. Gebruik de Log-
In funktie als u weer wilt deelnemen.
Als alle gezochte interne toestellen in gesprek zijn, hoort de beller een In Gesprek-toon.
Als het gebelde interne toestel is ingesteld op Niet Storen, Gesprek doorschakelen of
Log-Uit, zal Station Hunting het interne toestel overslaan.
Als UCD is ingesteld, wordt Station Hunting uitgevoerd als een instelling van UCD.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[102] Station Hunting-type
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
!
!
In Gesprek-toon
Circulair zoeken Eindstation
Automatisch doorschakelen bij In Gesprek
(Station Hunting)
Datum Tijd TST AC Poort Tel. nummer Tijdsduur Kosten: FL Code SC
24/03/97 10:00 21 12345 1 0344853233 00:05’12 12.00 12345
24/03/97 10:10 23 00001 2 <INCOMING> 00:05’56 0.00
24/03/97 10:20 24 10 1 <INCOMING> 00:20’12 0.00 43121
24/03/97 10:38 295 1 <INCOMING> 00:10’01 0.00 43212 TR
24/03/97 13:40 28 1 <INCOMING> 00:09’18 0.00 001 FW
24/03/97 14:42 21 2 <Private> 00:03’10 17 11111
•••
•••
•••
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10)
Station Message Detail Recording (SMDR) neemt automatisch gedetailleerde
gespreksinformatie op van netlijngesprekken. Er kan een printer worden aangesloten op de
seriële interface (RS-232C) voor het afdrukken van inkomende en uitgaande
netlijngesprekken en gesprekskosten. De systeemprogrammering kan eveneens worden
afgedrukt. Voor het afdrukken van de opties die in de systeemprogrammering zijn
toegewezen, gebruikt u het programma [802] “Systeemgegevens afdrukken”. Gebruik
“Toestelprogrammering” voor het afdrukken van de gesprekskosten. Voor het afdrukken
van de gespreksopnamen gebruikt u het programma [800] “Afdrukken gesprekslog SMDR
Inkomende/Uitgaande gesprekken”, waarmee u de volgende gegevens kunt afdrukken:
Alle uitgaande netlijngesprekken of uitgaande gesprekken met restrictie.
• Inkomende netlijngesprekken.
Een voorbeeld van afgedrukte gespreksopnamen:
Voorbeeld van een SMDR-afdrukformaat:
Verklaring
(1)Datum: de datum van de gesprekken in Dag / Maand / Jaar
(2)Tijd: de tijd waarop het gesprek werd beëindigd in als Uur:Minuut.
(3)TST: het interne toestelnummer, “floating nummer”, enz. dat het gesprek tot stand
bracht/ontving.
(4)AC: De afdelingscode gebruikt voor het gesprek.
(5)Poort: het ISDN-poortnummer dat voor het gesprek werd gebruikt.
(6)Tel. nummer:
Uitgaand gesprek: het telefoonnummer van de andere partij (maximaal 22 cijfers).
Geldige cijfers zijn 0 t/m 9, , #.
Ontvangen gesprek: aangeduid door <INCOMING> (INKOMEND). Als het
ontvangen gesprek een privé-gesprek is, staat er <Private>.
(7) Tijdsduur: de duur van het gesprek in Uren / Minuten / Seconden.
(8) Kosten: FL: Laat het berdag van de kosten zien Pulse of Guldens.
(9) Code: de Kostencode die aan het gesprek is gegeven.
3-16 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Station Message Detail Recording (SMDR)
Systeemprogrammering 3-17
3.1 Systeembeheer
(10) SC: de status-code
TR: Doorverbinden
FW: Doorschakeling naar netlijn
“(8) Kosten” wordt afgedrukt als kostenaanduiding van puls (geen decimaal teken) of
guldens.
Via systeemprogrammering kunt u de kostenaanduiding selecteren.
Indien geprogrammeerd voor uitsluitend uitgaande netlijngesprekken, worden alleen de
gegevens afgedrukt van gesprekken met nummers die voorkomen in de Weiger-
codetabellen niveau 2 t/m 6.
Dit systeem kan informatie van maximaal 100 gesprekken opslaan. Als er meer
gesprekken worden ontvangen of tot stand gebracht, wordt de oudste opname telkens
gewist.
Wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld (reset) worden de SMDR-gegevens
niet gewist.
Kiest men de Kostencode die in geheugenplaats 01 van de programmeertabel is
opgeslagen, wordt het gekozen nummer niet afgedrukt naar SMDR (Privé-gesprek).
Aansluiten van een printer en PC (Deel 2.15)
Manager programmering (Deel 3.3)
[000] Instellen van de datum en tijd
Programmeren van aangesloten apparatuur (Deel 3.11)
[800] Afdrukken gesprekslog SMDR Inkomende/Uitgaande gesprekken
[801] SMDR-afdrukformaat
[802] Systeemgegevens afdrukken
[804] Parameters van de seriële interface (RS-232C)
!
!
3-18 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-TPT
SLT ISDN-T
PT
De geprogrammeerde systeemgegevens kunnen worden teruggezet volgens de standaard
instellingen (initialisatie). Als alle geprogrammeerde gegevens zijn gewist, zal het systeem
opnieuw opstarten met de standaardinstelling. U kient kiezen voor wissen van alle
geprogrammeerde gegevens of alle geprogrammeerde gegevens behalve de ISDN-
gegevens. De volgende ISDN-gegevens zullen niet worden gewist:
a) Snelkiezen via toestel
b) [001] Instellen snelkiesnummer via systeem
c) [106] Toewijzing netwerk-type
d) [404] Toewijzing van het CLIP/COLP nummer
e) [405] Direct Binnenkomend gesprek
f) [406] ISDN configuratie
g) [407] Instellen meerdere gebruikernummers
h) [412] ISDN DDI Nummer/Toestelnummer verwijzing
De standaardinstelling voor elke programmeeroptie vindt u in Deel 5.3 onder “Standaard
instellingen”.
Systeem-initialisatie zal alle huidige gesprekken of programmering beëindigen.
Optionele Programmering (Deel 3.12)
[900] Wissen van alle systeemgegevens
[901] Wissen van systeemgegevens behalve de ISDN-gegevens
!
!
Instellen van de standaard systeemgegevens
Dit systeem kan worden geprogrammeerd en beheert met behulp van een Personal Computer
(PC). Voor uitvoering van deze funktie is de floppy disk voor PC programmering benodigd.
Ter plekke programmeren
Door een PC op het systeem aan te sluiten, kan systeemprogrammering lokaal worden
uitgevoerd.
Sluit de PC aan op de beschikbare seriële interface (RS-232C).
Slechts één persoon kan toegang krijgen tot de Systeemprogrammering, dus niet meerdere
personen tegelijkertijd.
Voor toegang tot de systeemadministratie moet een geldige toegangscode worden ingevoerd.
Systeemadministratie kan worden uitgevoerd als het systeem in werking is (on-line).
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[103] Toegangscode van het systeem
Aansluiten van een printer en PC (Deel 4.15)
!
!
Systeemprogrammering met de Personal Computer
Systeemprogrammering 3-19
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Kiesrestrictie wordt gebruikt in combinatie met de toegewezen Serviceklasse en kan
voorkomen dat bepaalde interne toestelgebruikers ongeoorloofde netlijngesprekken
voeren. Elke Serviceklasse wordt zodanig geprogrammeerd, dat het in de Dag- en Nacht
modus een Kiesrestrictie-niveau heeft.
Er zijn acht Kiesrestrictie-niveau’s beschikbaar. Kiesrestrictie-niveau 1 is het hoogste
niveau en niveau 8 de laagste. Op niveau 1 zijn alle interlokale gesprekken mogelijk, en
op niveau’s 7 en 8 zijn geen netlijngesprekken mogelijk. Niveau 2 t/m 6 worden gebruikt
voor netlijngesprekken, die gecombineerd zijn met vooraf geprogrammeerde tabellen van
geweigerde en geaccepteerde codes.
Voor geprogrammeer de noodnimmers zijn toegankelijk vanuit elk kiesr estrictienivo.
Weiger-code tabellen
Wanneer een intern toestel met een restrictie-niveau tussen 2 en 6 een netlijngesprek
begint, wordt het gekozen nummer eerst gecontroleerd aan de hand van de Weigerings-
codetabel. Als de eerste zeven cijfers van het gekozen nummer (de netlijn-toegangscode
niet inbegrepen) niet in de tabel voorkomen, wordt het gesprek geaccepteerd. Er zijn vijf
systeemprogramma’s voor geweigerde nummers : [300]-[304] Invoer (centrale) van
weiger-codes voor niveau 2 t/m 6.
Vul in elke tabel de nummers in die niet zijn toegestaan. Deze nummers heten “Weiger-
codes”. Elke tabel kan maximaal 20 weiger-codes opslaan, waarbij elke code uit zeven
cijfers bestaat.
Acceptatie-code tabellen
Deze tabellen worden gebruikt om in te breken op een geprogrammeerde weiger-code.
Een gesprek dat door de geselecteerde “Weiger-code tabellen” is geweigerd, wordt (ook)
gecontroleerd in de “Acceptatie-code tabellen”. Als het nummer daarin voorkomt, wordt
het gesprek toegestaan. Er zijn vijf systeemprogramma’s voor deze tabellen: [305]-[309]
Invoer (centrale) van acceptatie-codes voor niveau 2 t/m 6.
Vul in elke tabel de nummers in die zijn toegestaan. Deze nummers heten “Acceptatie-
codes”. Elke tabel kan maximaal 20 acceptatie-codes opslaan, waarbij elke code uit zeven
cijfers bestaat.
De volgende acceptatie- en weiger-code tabellen zijn van toepassing op de Kiesrestrictie-
niveau’s:
[Verklaring]
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Weiger-code tabellen
Geen
Tabel voor niveau2
Tabel voor niveau’s 2 en 3
Tabel voor niveau’s 2 t/m 4
Tabel voor niveau’s 2 t/m 5
Tabel voor niveau’s 2 t/m 6
Geen
Geen
Acceptatie-code tabellen
Geen
Tabel voor niveau’s 2 t/m 6
Tabel voor niveaus’s 3 t/m 6
Tabel voor niveau’s 4 t/m 6
Tabel voor niveau’s 5 t/m 6
Tabel voor niveau 6
Geen
Geen
Kiesrestrictie
(Vervolg)
3-20 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
Niveau 1: staat alle gesprekken toe.
Niveau 2: weigert de opgeslagen codes in de “weiger-code tabellen” voor niveau 2,
behalve de opgeslagen codes in “acceptatie-code tabellen” voor niveau’s 2 t/m
6.
Niveau 3: weigert de opgeslagen codes in de “weiger-code tabellen” voor niveau’s 2 en
3, behalve de opgeslagen codes in “acceptatie-code tabellen” voor niveau’s 3
t/m 6.
Niveau 4: weigert de opgeslagen codes in de “weiger-code tabellen” voor niveau’s 2 t/m
4, behalve de opgeslagen codes in “acceptatie-code tabellen” voor niveau’s 4
t/m 6.
Niveau 5: weigert de opgeslagen codes in de “weiger-code tabellen” voor niveau’s 2 t/m
5, behalve de opgeslagen codes in “acceptatie-code tabellen” voor niveau’s 5
en 6.
Niveau 6: weigert de opgeslagen codes in de “weiger-code tabellen” voor niveau’s 2 t/m
6, behalve de opgeslagen codes in “acceptatie-code tabellen” voor niveau 6.
weigert interne gesprekken, behalve die van de Telefonist(e).
Niveau 7: staat alleen interne gesprekken toe.
Niveau 8: staat alleen Telefonist(e)-gesprekken toe.
Voorbeeld van Kiesrestrictie-programmering
Hieronder volgt een procedure-voorbeeld van een Kiesrestrictie-programmering.
1. De toepassing bepalen
Bepaal de kiesnummers die geweigerd moeten worden voor de niveau’s 2 t/m 6. (Niveau’s
1, 7 en 8 zijn al bepaald en hoeven niet te worden geprogrammeerd.)
[Voorbeeld invoer]
Niveau
2
3
4
5
6
Weiger-code
011
011
976
1xxx976
011
976
1xxx976
0
011
976
1xxx976
0
411
1xxx555
011
976
1xxx976
0
411
1xxx555
1
x0
x1
Acceptatie-code
Geen
Geen
Geen
Geen
911
1911
130
Opmerking: in plaats van “x”
kan een cijfer
worden
ingevuld.
2. Programmering
(1) [500]-[501] Toewijzing van Kiesrestrictie
Wijs een kiesrestrictie-niveau toe aan elke Serviceklasse (COS).
[Voorbeeld]
(2) [300]-[304] Invoer Weiger-code tabel
Voer in de tabellen de weiger-codes in, afhankelijk van de toepassing. U kunt
numerieke karaktertekens en het “ ” teken gebruiken.
(3) [305]-[309] Invoer acceptatie-code tabel
Voer in de bij elkaar horende tabellen de weiger-codes in, afhankelijk van de
toepassing. U kunt numerieke karaktertekens en het “ ” teken gebruiken.
[Verklaring]
Indien uw Kiesrestrictie-niveau “6” is;
a) U kunt geen gesprek beginnen met restrictienummer “201”, omdat het nummer met “0”
als tweede cijfer tot de weiger-codes van niveau 6 behoort.
b) U kunt een gesprek beginnen waarvan het interlokale nummer “130” is. Echter, het
nummer waarvan het eerste cijfer “1” is, is één van de weiger-codes voor niveau 6, en
het nummer “130” is één van de geaccepteerde codes voor niveau 6. De geaccepteerde
codes breken in op de weiger-codes.
Kiesrestrictie-controles worden toegepast bij:
Systeemprogrammering 3-21
3.1 Systeembeheer
COS
1
2
3
4
Niveau (Dag)
1
2
3
4
Niveau (Nacht)
6
6
7
8
(Vervolg)
Niveau 2 Weiger-Code Tabel
Location Code
01 001
:
:
20
Niveau 5 Weiger-Code Tabel
Location Code
01 411
02 1 555
:
20
Niveau 6 Weiger-Code Tabel
Location Code
01 1
02 0
03 1
:
20
Niveau 7 Weiger-Code Tabel
Location Code
1911
2 1911
3 130
:
20
Niveau 3 Weiger-Code Tabel
Location Code
01 976
02 1 976
:
20
Niveau 4 Weiger-Code Tabel
Location Code
01 0
:
:
20
3-22 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
Kiesrestrictie-controls worden toegepast bij:
(1) Invoer van de Kostencode
(2) Automatische toegang tot kiesnummers
(3) Individuele toegang tot een netlijn
Als er een tussencentrale-toegangscode in het gekozen nummer wordt gevonden, zal een
Kiesrestrictie-controle van het volgende telefoonnummer starten.
Een Kiesrestrictie voor snelkiezen via het systeem kan worden toegewezen tijdens het
instellen van de Serviceklasse.
Het is programmeerbaar of “ ” of “#”, gekozen door de gebruiker, al dan niet moet
worden gecontroleerd met de Kiesrestrictie-code. Dit kan worden gebruikt om te
voorkomen, dat ongeoorloofde gesprekken worden gevoerd door middel van bepaalde
uitwisselingssystemen van het telefoonnet.
Programmering van de centrale (Deel 3.6)
[300]–[304] Invoer van weiger-codes voor niveau’s 2 t/m 6
[305]–[309] Invoer van acceptatie-codes voor niveau’s 2 t/m 6
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[500]–[501] Kiesrestrictie-niveau — Dag / Nacht
[506]–[507] Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem — Dag / Nacht
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 2 – Veld (03)
!
!
De gebruiker begint een
gesprek.
Het gesprek wordt
toegestaan.
Is het gesprek tot stand gebracht
met behulp van snelkiezen via het
systeem?
ontroleer welk niveau
geldt voor snelkiezen
via het systeem.
Onder welk Kiesrestrictie – niveau
valt het interne toestel?
Komt het gekozen nummer voor in
de weiger-code tabellen?
Het gesprek wordt geweigerd.
De gebruiker krijgt een
herkiestoon te horen.
Komt het gekozen nummer voor in
de acceptatie-code tabellen?
Stroomschema
van de
Kiesrestrictie
Ja
Ja
Ja
Niveau 1
Niveau’s 2, 3, 4, 5, 6
Niveau’s 7, 8
Nee
Nee
Nee
Systeemprogrammering 3-23
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
Stelt de gebruiker van een intern toestel in staat om, vanaf een telefoon met kiesrestrictie,
tijdelijk op een Kiesrestrictie in te breken. De gebruiker kan deze funktie uitvoeren door
de betreffende Kostenkode in te voeren alvorens hij/zij het telefoonnummer kiest.
Door deze funktie wordt het Kiesrestrictie-niveau van de gebruiker veranderd in niveau
2. De funktie kan dus worden gebruikt door interne toestelgebruikers die behoren tot
restrictie-niveau’s 3 t/m 6. Niveau’s 1 en 2 worden niet veranderd.
Indien de serviceklasse van de leden “Invoeren van de Kostencode - Gecontroleerde
inbraak op Kiesrestrictie” toelaat, kunnen zij inbreken op hun kiesrestricties.
Als de gebruiker geen Kostencode invoert, of een foutieve, volgt een gewone
kiesrestrictie-controle.
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[505] Modus voor invoeren van Kosten-code
!
!
Poging tot Kiesrestrictie-inbraak door Kostencode-
invoer.
Het gesprek wordt niet
toegestaan.
De gebruiker krijgt een
herkiestoon te horen.
Welke Kostencode-modus geldt?
Wordt de ingevoerde code
vergeleken met de opgeslagen
codes?
Wordt de ingevoerde code
vergeleken met de opgeslagen
codes?
Is Kiesrestrictie-niveau 1 van
toepassing?
Kiesrestrictie start de controle
Kiesrestrictie-niveau verandert in 2.
Stroomschema van Kiesrestrictie-inbraak door invoeren van Kostencode
Gecontroleerd - Alle gesprekken
Ja
Ja
Optie
Gecontroleerd - Kiesrestrictie-inbraak
Nee
Nee
Ja
Nee
Inbreken op de Kiesrestrictie door invoeren van
de Kostencode
3-24 Systeemprogrammering
3.1 Systeembeheer
SLT ISDN-T
PT
SLT ISDN-T
PT
✔✔
Gesprekken, die door middel van snelkiezen via het systeem tot stand zijn gebracht, zijn
afhankelijk van het niveau (kiesrestrictie voor snelkiezen via systeem) waartoe het interne
toestel behoort.
Manager Programmering (Deel 3.3)
[001] Instellen van snelkiesnummers via het systeem
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[506]–[507] Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem — Dag / Nacht
Biedt de mogelijkheid om alle inkomende gesprekken naar een bepaalde interne
toestelgroep door te verbinden. Een dergelijke groep heet dan UCD-groep. Voor de
gesprekken naar een UCD-groep wordt door middel van circulair zoeken een vrij intern
toestel gezocht. Deze UCD-funktie is met name handig wanneer een bepaald intern toestel
veel meer gesprekken ontvangt dan andere interne toestellen.
De volgende gesprek-soorten met het UCD-toestel als bestemming zijn:
Netlijngesprekken – DDI; IRNA
Interne gesprekken – Intern toestel; Doorverbinden
Voor deze funktie dient een “UCD-groep voor Station Hunting”-type te worden
toegewezen middels systeemprogrammering. Een toestel kan geen deel uitmaken van
twee of meerdere UCD-groepen.
Het “floating” (zwevende)-nummer wordt op basis van een UCD-groep (291 t/m 298)
toegewezen. De UCD-groep wordt gebaseerd op de interne toestelgroep.
Het is mogelijk, de log-in of log-uit status op basis van een intern toestel in te stellen.
Het toestel dat in programma [609] als een verbreek-toestel is toegewezen, mag geen
deel uitmaken van een UCD-groep.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[102] Station Hunting-type
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
!
!
Kiesrestrictie-inbraak op snelkiezen via het systeem
Uniforme gespreksdistributie (UCD, Uniform
Call Distribution)
Systeemprogrammering 3-25
3.1 Systeembeheer
Hieronder vindt u een schematische samenvatting
van een UCD.
(1)Wanneer een aantal gesprekken naar een UCD-
groep worden verbonden, komt het 1ste gesprek
als eerste aan bij intern toestel.
Gesprekken zijn bij een UCD-groep
aangekomen.
Intern toestel A
Intern toestel B
Intern toestel C
3de gesprek in de
wachtrij
2de gesprek in de
wachtrij
1ste geprek in de
wachtrij
UCD-groep
(Wanneer intern toestel
A in geprek is, of UCD-
log-uit is op intern
toestel A ingesteld, gaat
het gesprek naar intern
toestel B.)
(Wanneer intern toestel
B in gesprek is, of UCD-
log-uit is op intern
toestel B ingesteld, gaat
het gesprek naar intern
toestel C.)
(Wanneer intern toestel C
in gesprek is, of UCD-
log-uit is op intern toestel
C ingesteld, gat het
gesprek naar intern
toestel A.)
(2)Wanneer het eerste gesprek bij intern
toestel A aankomt, komt het 2de gesprek
aan bij intern toestel B.
(3)Wanneer het 2de gesprek bij intern
toestel C aankomt, zal het 3de gesprek
bij intern toestel A aankomen.
Intern toestel B
Intern toestel C
Intern toestel A
3de gesprek in de
wachtrij
2de gesprek in de
wachtrij
UCD-groep
(Wanneer intern toestel
B in geprek is, of UCD-
log-uit is op intern
toestel B ingesteld, gaat
het gesprek naar intern
toestel C.)
Standaard instelling
Dit systeem is standaard door de fabriek ingesteld. Indien de programmering moet worden
veranderd, kunt u de instellingen via Systeemprogrammering veranderen.
is het
symbool voor de fabrieksinstelling (Standaard) en voor de instellingen die door de
gebruiker geprogrammeerd zijn (Wijzigen). De door u gedane wijzigingen kunt u noteren in
de Programmeertabellen op bladzijde 3-60 t/m 3-80.
Vereiste telefoon-aansluiting
Voor systeemprogrammering heeft u een systeemtoestel of een standaard toestel (SLT) nodig.
Sluit de telefoon aan op één van de volgende aansluitingen:
Aansluiting nummer 1
Aansluiting nummer 2
Alvorens u de programmeermodus activeert
Alvorens u de programmeermodus activeert, controleert u of:
• de hoorn van uw telefoon op de haak ligt.
• er geen gesprekken op uw telefoon in de Wachtstand staan.
De programmeermodus activeren
de systeem-toegangscode kan worden veranderd via Systeemprogrammering [103] “ van
“Systeem - Toegangscode.”
Tijdens de programmeermodus wordt uw toestel beschouwt als ware het in gesprek.
Slechts één telefoon kan op een moment in de programmeermodus zijn.
Volgorde van programmeren
Als u eenmaal in de programmeermodus bent:
Na “#”, zal u één van de volgende tonen horen:
Bevestigingstoon 3 en kiestoon 3:
Deze geeft aan dat de gegevens zijn opgeslagen. U kunt verdergaan met
programmeren door hetzelfde, of een ander programmeernummer in te voeren.
Herkiestoon: Deze geeft aan dat uw invoer ongeldig is. Leg de hoorn op de haak en neem de
hoorn vervolgens weer van de haak. U zult dan kiestoon 3 horen. Door een
programmeernummer in te voeren kunt u opnieuw beginnen met
programmeren.
De programmeermodus verlaten
Druk op terwijl u kiestoon 3 hoort.
Voer het
programmeernummer in.
Voer de
parameters in.
Kies #.
X
X
X
parameters
3-26 Systeemprogrammering
3.2 Voordat u begint met programmeren
systeem-
toegangscode
!
!
5
Neem op.
Voer de systeem-
toegangscode in
(standaard: 1234)
Kies 5#.
Kiestoon 3.
Programmeer-voorbeeld
In de onderstaande programmeerinstructies is ervan uitgegaan dat u de
programmeermodus reeds heeft geactiveerd.
Voorbeeld: “Instellen van een snelkiesnummer via het systeem
Exta informatie
Aansluitnummers 1 t/m 8 komen respectievelijk overeen met de interne nummers 21 t/m 28.
Als ISDN-poort 2 is toegewezen als een ISDN-intern toestel, kunnen 300, of 301 t/m
308 de nummers zijn van de ISDN-interne toestellen.
Als u een zelfde keuzemogelijkheid wilt toewijzen aan alle interne toestellen, ISDN-
poorten, of Serviceklassen, druk dan op in plaats van dat u het nummer invoert.
Systeemprogrammering kan ook met behulp van een Personal Computer worden
uitgevoerd. Raadpleeg deel 3.13 “PC programmering.”
Wijst maximaal 100 systeem-snelkiesnummers toe. Voor het
wissen van de huidige invoer drukt u na het invoeren van het
snelkiesnummer op #.
Als u een netlijnnummer opslaat: eerst de ISDN-poort
toegangscode (0, 81 of 82) vóór het nummer invoeren.
Als u een Kostencode opslaat: het funktienummer invoeren,
de Kostencode en het afsluitnummer vóór de ISDN-poort
toegangscode. Voor het afsluitnummer voert u “99” in. (# is
ongeldig.)
Voorbeeld: 49 12345 99
0 12345678
S
TANDAARD
Niet opgeslagen.
G
EBRUIKER
Zie Programmeertabel op blz. 3-52 en 3-53.
Systeemprogrammering 3-27
3.2 Programmeer-voorbeeld
0
0
snelkiesnummer
telnr.
[001] Instellen van een snelkiesnummer via het systeem
Programmeernummer
Beschrijving van
programmering
Titel van programmering
!
!
1
Exta informatie
Volgorde van programmering:
1. Programmeernummer
“001”invoeren.
2. Snelkiesnummer (00-99)
invoeren.
3. Telefoonnummer (max. 24
cijfers, bestaande uit 0-9,
) invoeren.
4. Op # drukken.
(00···99) max. 24 cijfers.
(0···9, )
Hierin wordt de fabrieksinstelling (Standaard) en de gebruikers-
instellingen (Wijziging). Als u de instelling veranderd, noteer de
geprogrammeerde gegevens dan op de betreffende bladzijde van de
Programmeertabel, of controleer het controle-vakje
( ), of schrijf uw instelling in de onderlijnde vakjes.
Keuzenummer voor de dag van de week:
* Keuzenummer voor de dag van de week:
1 ((Zondag) / 2 (Maandag) / 3 (Dinsdag) / 4 (Woensdag) /
5 (Donderdag) / 6 (Vrijdag) / 7 (Zaterdag)
Na wijziging van een instelling kunt u op # drukken. De overige stappen hoeft u niet uit
te voeren.
Bijvoorbeeld,als u alleen de maand wilt veranderen, voert u in: [000][dag][maand][#].
De tijd wordt elke ochtend automatisch ingesteld, als het eerste uitgaande gesprek via
een ISDN-lijn, plaatsvindt na drie uur ‘s-nachts.
S
TANDAARD 1 Jan ’98 DO 00:00
3-28 Systeemprogrammering
[000]–[001] 3.3 Manager programmering
!
!
0
0
0
dag
(01···31)
maand
(01···12)
uur
(00···23)
minuut
(00···59)
jaar
(00···99)
week*
(1···7)
Wijst maximaal 100 systeem-snelkiesnummers toe. Voor het wissen van de huidige invoer
drukt u op # nadat het snelkiesnummer is ingevoerd.
Maximaal 24 cijfers, bestaande uit “0 t/m 9” en “ ”kan worden opgeslagen.
Voer “ ” in voor een PAUZE.
Als u een netlijnnummer opslaat: eerst de ISDN-poort toegangscode (9, 81 of 82) vóór
het nummer invoeren.
Als u een Kostencode opslaat: het funktienummer invoeren, de Kostencode en het
afsluitnummer vóór de ISDN-poort toegangscode. Voor het afsluitnummer voert u “99”
in. (# is ongeldig.)
Voorbeeld: 49 12345 99
0 12345678
S
TANDAARD Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-60 en 3-61.
!
!
1
0
0
snelkiesnummer
(00···99)
telnr.
max. 24 cijfers
(0···9,
)
[000] Instellen van datum en tijd
[001] Instellen van een snelkiesnummer via het systeem
Wijst de totale gesprekskostenlimiet van een intern toestel toe. Indien de funktie op “0” is
ingesteld, is er geen limiet.
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
30 (alle interne ISDN-toestellen) /
S
TANDAARD 0 (geen limiet)
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-61.
interne
toestelnr.*
3
0
0
(0···9999)
kostenlimiet
Systeemprogrammering 3-29
3.3 Manager programmering [002]–[003]
[002] Instellen van een alarmnummer
Voor het opslaan van alarmnummers. Om de huidige invoer te wissen drukt u na het
invoeren van het alarm-codenummer op #.
S
TANDAARD Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Code 1 Code 2 Code 3
Code 4
2
0
0
alarmnummer-code
(1···4)
max. 16 cijders
(0···9
)
alarmnummer
[003] Budgetbeheer
Voor het instellen van de starttijd, op een bepaalde dag van de week, wanneer de
automatische Dag / Nacht schakeling wordt gekozen.
* Keuzenummer voor de dag van de week:
1 (Zondag) / 2 (Maandag) / 3 (Dinsdag) / 4 (Woensdag) /
5 (Donderdag) / 6 (Vrijdag) / 7 (Zaterdag) / (iedere dag)
X – Keuzenummer voor Dag of Nacht: 1 (Dag) / 2 (Nacht)
S
TANDAARD Iedere dag – Dag – 9:00 / Nacht – 17:00
W
IJZIGEN
Iedere dag
Zo Ma Di Wo Do Vr Za
Dag
Nacht
[102] Station Hunting-type
Wijst aan elke interne toestelgroep het Station Hunting-type toe. De beschikbare Station
Hunting-typen zijn: Circulair, Eindstation, Uniforme Gespreksdistributie (UCD) en
Belsignaal-groep.
* Hunting type-nummer:
1 (geen hunting) / 2 (Eindstation) / 3 (Circulair) / 4 (UCD) / 5 (Belsignaal-groep)
S
TANDAARD Alle interne toestelgroepen – Geen hunting
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-80.
2
0
1
interne groepnr.
(1···8, )
(1···5)
hunting type-nr.*
3-30 Systeemprogrammering
[100]–[102] 3.4 Systeemprogrammering
[101] Kostencodes
Wijst maximaal 40 Kostencodes toe voor “Invoeren van de Kostencode – Gecontroleerd -
Alle gesprekken” en “Gecontroleerd – modi voor Kiesrestrictie-inbraak”. Voor het wissen
van de huidige invoer drukt u na het invoeren van het plaatsnummer op #.
Indien bij het invoeren van een Kostencode het afsluitnummer “99” wordt gebruikt, zijn
Kostencodes waarin “99” voorkomt of die eindigen op “9” ongeldig (bijv. 12993,
12349)
Geheugenlaats 01 wordt gebruikt als de Kostencode voor een privé-gesprek.
S
TANDAARD Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-61.
!
!
1
0
1
plaatsnummer
(01···40)
max. 5 cijfers
(0···9)
kostencodes
[100] Starttijd van Dag / nacht service
0
X
0
1
(1···2)
uur
(00···23)
minuut
(00···59)
week*
(1···7, )
Voor het toewijzen of de deur al dan niet automatisch moet worden geopend wanneer
iemand op de Gesprek-toets van de deurtelefoon drukt.
X Keuzenummer voor dag of nacht: 1 (Dag) / 2 (Nacht)
Y Keuzenummer voor automatisch openen: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Zowel dag als nacht – Uit
W
IJZIGEN Zowel dag als nacht – Aan
Dag – Aan, Nacht – Uit
Dag – Uit, Nacht – Aan
Systeemprogrammering 3-31
3.4 Systeemprogrammering [103]–[106]
Voor het toewijzen of Puls kiezen vanaf een toestel wel of niet geaccepteerd wordt.
X Keuzenummer voor pulskiezen: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Aan
W
IJZIGEN Uit
[103] Systeem-toegangscode
Voor het toewijzen van de toegangscode, die nodig is voor toegang tot de modus voor
systeemprogrammering en PC programmering.
STANDAARD 1234
W
IJZIGEN
3
0
1
toegangscode
max. 4 tot 7 cijfers
(0-9)
[104] Toewijzing voor pulskiezen
4
X
0
1
(1···2)
Y
(1···2)
X
(1···2)
[105] Toewijzing automatisch openen van deur
5
0
1
[106] Toewijzing netwerk-type
Wijst het type van netwerk toe.
X Netwerk type: 1 (EURO) / 2 (ANDER)
S
TANDAARD EURO
W
IJZIGEN ANDER
X
(1···2)
6
0
1
3-32 Systeemprogrammering
[107]–[109] 3.4 Systeemprogrammering
Wijst de initiële aanduiding van een tariefprijs op het SMDR toe.
X Keuzenummer van kostenaanduiding: 1 (Frequentie) / 2 (Kosten)
S
TANDAARD Frequentie
W
IJZIGEN Kosten
[107] Keuze van kostenaanduiding
7
X
0
1
(1···2)
Wijst een ID-code toe die benodigd is voor het opvragen van een kostenspecificatie.
S
TANDAARD 1234
W
IJZIGEN
[108] ID-code instellen voor kostenverificatie
8
0
1
4 cijfers
(0000···9999)
ID code
9
Staat wel of niet toe het gesprek in de wachtstand te plaatsen, zodra er op een DSS toets
wordt gedrukt.
X Gekozen optie : 1 (Toestaan) / 2 (Niet toestaan)
S
TANDAARD Toestaan
W
IJZIGEN Niet toestaan
[109] Doorverbinden via DSS toets
X
0
1
(1···2)
Voor het toewijzen van het aantal belsignalen voor de funktie Gesprek doorschakelen —
Geen Antwoord. Eén belsignaal is gelijk aan 5 seconden.
S
TANDAARD 3 belsignalen
W
IJZIGEN belsignalen
[201] Terugbeltijd Doorverbinden
Systeemprogrammering 3-33
3.5 Timer programmering [200]–[202]
Hiermee kunt u toewijzen na hoeveel seconden het Terugbelsignaal van de Wachtstand
moet klinken.
S
TANDAARD 60 seconden
W
IJZIGEN seconden Geen Wachtstand-Terugbelsignaal
[200] Terugbeltijd Wachtstand
0
0
2
(0···240 seconden)
tijd
Voor het toewijzen van het aantal belsignaal alvorens het Doorverbinden-Terugbelsignaal
klinkt. Eén belsignaal is gelijk aan 5 seconden.
STANDAARD 12 belsignalen
W
IJZIGEN belsignalen
1
0
2
(3···48)
aantal
belsignalen
[202] Gesprek doorschakelen — Geen Antwoord-tijdsduur
2
0
2
(1···12)
aantal
belsignalen
Voor het toewijzen van het aantal seconden voor “Intercept Routing” (doorschakelen via
goedkoopste route).
Eén belsignaal is gelijk aan 5 seconden.
S
TANDAARD 12 belsignalen
W
IJZIGEN belsignalen
3-34 Systeemprogrammering
[203]-[206] 3.5 Timer programmering
Voor het toewijzen van het aantal seconden voor “Pickup Dialling” (gesprek beantwoorden
van een ander intern toestel binnen de groep).
S
TANDAARD 1 seconde
W
IJZIGEN seconden
[204] Wachttijd van “Pickup Dialling”
4
0
2
(1···8 seconden)
tijd
[203] Doorschakeltijd bij “Intercept Routing”
3
0
2
(3···48)
aantal
belsignalen
Wijst toe gedurende hoeveel seconden de deur open blijft.
S
TANDAARD 5 seconden
W
IJZIGEN seconden
[206] Tijdsduur deuropener
6
0
2
(0···99 seconden)
tijd
Wijst de starttijd toe voor het verzenden van de DTMF signalen naar het ISDN netwerk.
X X + 0,5 sec.
S
TANDAARD 1,5 seconden (1 + 0,5 sec.)
W
IJZIGING seconden
[205] PAUZE-tijd voor DTMF
5
0
2
(1···6)
X
Systeemprogrammering 3-35
3.5 Timer programmering [207]
Voor het instellen van de Waarschuwing Boodschap Wacht-intervaltijd voor een standaard
telefoon.
Indien de intervaltijd op "0" is gezet, zal de telefoon niet over gaan om een boodschap
wacht signaal te geven.
S
TANDAARD 10 minuten
W
IJZIGEN minuten
[207] Intervaltijd Waarschuwing Boodscap Wacht
7
0
2
(0···64 minuten)
tijd
!
!
U kunt als volgt nummers toewijzen die een uitzondering vormen op de Kiesrestrictie, die is
bepaald in programma [300] t/m [304]:
Programma [305]: is van toepassing op niveau 2
Programma [306]: is van toepassing op niveau’s 2 en 3
Programma [307]: is van toepassing op niveau’s 2 t/m 4
Programma [308]: is van toepassing op niveau’s 2 t/m 5
Programma [309]: is van toepassing op niveau’s 2 t/m 6
Voor het wissen van de huidige invoer drukt u na het invoeren van het plaatsnummer op #.
X Keuzenummer voor programmeernummer: 05 ([305]) / 06 ([306]) / 07 ([307]) / 08
[308]) / 09 ([309])
* Het teken “ ” kan als ‘blanco’worden gebruike.
S
TANDAARD Alle plaatsen – Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gesprek doorschakelen naar een netlijin.
3-36 Systeemprogrammering
[300]–[309] 3.6 Kiesrestrictie-programmering
Hiermee kunt u als volgt bepalen, voor elk kiesrestrictie-niveau, welke nummers niet
gekozen kunnen worden.
Programma [300]: restrictie voor niveau’s 2 t/m 6
Programma [301]: restrictie voor niveau’s 3 t/m 6
Programma [302]: restrictie voor niveau’s 4 t/m 6
Programma [303]: restrictie voor niveau’s 5 en 6
Programma [304]: restrictie voor niveau 6
Voor het wissen van de huidige invoer drukt u na het invoeren van het plaatsnummer op #.
X
Keuzenummer voor programmeernummer: 0 ([300]) / 1 (301]) / 2(302]) / 3 ([303]) / 4 ([304])
* Het teken “ ” kan als ‘blanco’ worden gebruikt.
S
TANDAARD Plaatsnummer 01 in programma [300]: * * * * * * * / Alle overige plaatsen
– Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-62.
X
0
3
plaatsnummer
(01···20)
(0···4)
geweigerd nr.
max. 7 cijfers
(0···9,
)*
[300]–[304] Invoeren van weiger-codes voor niveau’s 2 t/m 6
3
[305]–[309] Invoeren van acceptatie-codes voor niveau’s 2 t/m 6
X
0
plaatsnummer
(01···20)
(5···9)
geaccepteerd nr.
max. 7 cijters
(0···9,
)*
Systeemprogrammering 3-37
3.7 Programmering van de ISDN-poort [400]–[403]
[401]–[402] Intern ondervraagtoestel — Dag / Nacht
Wijst het interne nummer van het ondervraagtoestel (Intercept Routing) toe in de Dag en
Nacht. Druk na het invoeren van het ISDN-poortnummer op # om de Intercept Routing-
funktie uit te schakelen.
X – Keuzenummer programma: 01 ([401]) voor dag) / 02 ([402]) voor Nacht)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
30 (alle interne ISDN-telefoons) /
291 t/m 298 (UCD-groep of Belsignaal-groep)
S
TANDAARD Alle ISDN-poorten – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-62.
X
4
interne
toestelnr.*
(1···2)
ISDN-poortnr.
(1···2, )
[400] Toewijzing ISDN-poortaansluiting
Wordt gebruikt voor het identificeren van de ISDN-poorten, die op het systeem zijn
aangesloten. Hierdoor voorkomt men dat gebruikers uitgaande gesprekken beginnen via een
niet aangesloten telefoonlijn.
X Keuzenummer van ISDN-poortaansluiting: 1 (Aangesloten) / 2 (Niet aangesloten)
S
TANDAARD ISDN-poort 1 – Aangesloten / ISDN -poort 2 – Niet aangesloten
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-62.
0
0
0
4
ISDN-poortnr.
(1···2, )
X
(1···2)
Wijst de toegangscodes tot de centrale toe. Druk na het invoeren van het plaatsnummer op
# om de huidige invoer te wissen.
Als toegangscodes, die met elkaar in strijd zijn (zoals 8 en 81), worden opgeslagen voor
dezelfde ISDN-poort, zal alleen de 1-cijferige code (8) worden beïnvloed.
S
TANDAARD
Alle ISDN-poorten – Niet opgeslagen
WIJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-62.
!
!
[403] Toegangscodes voor centrale
3
0
4
ISDN-poortnr.
(1···2, )
plaatsnr.
(1···4)
toegangscode
1 or 2 cijfers
(0···9)
3-38 Systeemprogrammering
[404]–[406] 3.7 Programmering van de ISDN-poort
[405] Direct Binnenkomend gesprek
Wijst de contractstatus toe van de “Direct Binnenkomend gesprek (DDI)-service op basis van een
ISDN-poort.
X Keuzenummer DDI-service: 1 (Aan) / 2 (Uit)
STANDAARD Alle ISDN-poorten – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-62.
5
0
4
ISDN-poortnr.
(1···2, )
X
(1···2)
[406] ISDN configuratie
Wijst de configuratie toe op basis van een ISDN-poort, zoals vastgelegd in het ISDN-contract. Als u
de toewijzing verandert, dient u het systeem te resetten, zodat de toewijzing zal worden geactiveerd.
X Configuratie keuzenummer: 1 (Netlijn / Point-to-multi-point)
2 (Netlijn / Point-to-point)
3 (Interne lijn / Point-to-multi-point)
4 (Interne lijn / Point-to-point)
STANDAARD Alle ISDN-poorten – Netlijn / Point-to-multi-point
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel p blz. 3-62.
6
0
4
ISDN-poortnr.
(1···2, )
X
(1···4)
Voor het toewijzen van CLIP (Calling Line Identification Presentation)- en de COLP (Connected Line
Identification Presentation)-nummers, die kunnen worden onderscheiden in zakelijk en privé.
* Intern toestelnummer: 21 t/m 28 / 31 t/m 34 / 301 t/m 308 (intern ISDN-toestel) /
300 (alle interne ISDN-toestellen)
X CLIP / COLP klasse 1 : CLIP nr. -Zakelijk
2 : CLIP nr. -Privé
3 : COLP nr. -Zakelijk
4 : COLP nr. -Privé
: Alle
Om de invoer te wissen, drukt u op # nadat u de CLIP / COLP klasse heeft ingevoerd.
STANDAARD Alle CLIP/COLP-nummers – Niet opgeslagen.
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-62.
[404] Toewijzing van het CLIP / COLP nummer
0
4
4
ISDN
poortnr.
intern
toestelnr.*
CLIP/COLP nr.
(1···2, )
max. 20 cijfers. (0
···
9)
X
(1
···
4, )
!
!
X
0
4
plaatsnr.
(01···10) (21···28, 31···34)
ISDN-poortnr.
(1···2, )
interne
toestelnr.
(8···9)
(0, 1, 3, 6, 9)
Y
Bepaalt welk intern toestel een gesprek ontvangt en de wijze van waarschuwen, op basis van
een MSN (Multiple Subscriber Number) voor de ISDN-poort in de Dag en Nacht modus.
Voordat u op # drukt, kunt u maximaal acht interne toestellen achter elkaar programmeren.
Druk na het invoeren van het plaatsnummer op # om de huidige invoer te wissen.
X Keuzenummer programma: 1 ([408] voor dag) / (2 [409] voor Nacht)
Y Keuzenummer uitgesteld belsignaal:0 (Onmiddelijk belsignaal) / 1 (1 uitgesteld
belsignaal) / 3 (3 uitgestelde belsignalen) / 6 (6
uitgestelde belsignalen) / 9 (uit)
S
TANDAARD
Alle plaatsen – alle interne toestellen – Onmiddellijk belsignaal (in beide modi)
WIJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-65 t/m 3-68.
Systeemprogrammering 3-39
3.7 Programmering van de ISDN-poort [407]–[409]
[408]–[409] Toewijzing belsignaal op intern toestel —
Dag/Nacht voor ISDN
[407] Instellen van meerdere gebruikernummers (MSN)
Wijst maximaal tien gebruikernummers (MSN, Multiple Subscriber Number) toe op basis
van een ISDN-poort. Druk na het invoeren van het plaatsnummer op # om de huidige
invoer te wissen.
S
TANDAARD Alle plaatsen – Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz 3-64.
7
0
4
ISDN-poortnr.
(1···2, )
plaatsnr.
(01···10)
MSN
max. 16
cijfers (0···9)
3-40 Systeemprogrammering
[410]–[412] 3.7 Programmering van de ISDN-poort
Bepaalt welk intern ISDN-toestel een gesprek ontvangt op basis van een MSN (Multiple
Subscriber Number) voor de ISDN-poort in de Dag en Nacht modus.
X Keuzenummer programma: 0 ([410] voor dag) / 1 ([411] voor Nacht)
* Interne ISDN-toestelnummers: 301 t/m 308 (intern ISDN-toestel) / 300 (alle interne
ISDN-toestellen)
S
TANDAARD Alle plaatsen – Niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz 3-69.
[410]–[411] Toewijzing belsignaal van interne ISDN-toestel —
Dag/Nacht voor ISDN
X
1
4
plaatsnr.
(01···10)
ISDN-poortnr.
(1···2, )
interne ISDN-
toestelnr.*
(0···1)
Wordt gebruikt om een DDI (Direct Dialling In)-nummer om te zetten in een intern
toestelnummer ten einde een inkomend DDI gesprek met een bepaald intern toestel te
verbinden.
* Intern toestelnummer: 21 t/m 28 / 31 t/m 34 / 291 t/m 298 (Uniforme Gesprek
verdelingsgroep (UCD) of belsignaalgroep) / 301 t/m 308
(intern ISDN toestel) / 300 (alle interne ISDN toestellen)
Raadpleeg a.u.b. programmeeradres [903].
Om de invoer te wissen, drukt u op # nadat u het interne toestelnummer heeft ingevoerd.
S
TANDAARD Alle DDI-nummers – Niet opgeslagen
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-70.
[412] Transformatie van ISDN DDI nummer / intern toestelnummer
1
4
2
ISDN poortnr.
intern toestelnr.* DDI nr.
(1···2, )
max. 20 cijfers. (0
···
9)
!
!
Systeemprogrammering 3-41
3.8
Serviceklasse programmering
[500]–[501]/[503]–[504]
[504] Inbreken op Niet Storen
Voor het in- of uitschakelen van de funktie “Niet Storen” op basis van een Serviceklasse
(COS).
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
4
0
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
[500]–[501] Kiesrestrictie-niveau — Dag / Nacht
Voor het toewijzen van het niveau (de klasse) van de Serviceklasse (COS) in de Dag of
Nacht modus.
X Keuzenummer programma: 0 ([500] voor dag) / 1 ([501] voor Nacht)
S
TANDAARD Alle COS – Niveau 1 (in beide modi)
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
X
0
5
COS-nr.
(1···4, )
(0···1)
[503] Gesprek doorscheakelen naar enn netlijn
Voor het in- of uitschakelen van de funktie “Gesprek doorschakelen naar een netlijn” op
basis van een Serviceklasse (COS).
X Keuzenummer programma: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS - Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz 3-71.
3
0
5
COS-nr
(1···4, )
X
(1···2)
niveau-nr.
(1···8)
Wijst toe of elk intern toestel al dan niet toegang heeft tot de deuropener.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
3-42 Systeemprogrammering
[505]–[509] 3.8
Serviceklasse programmering
[509] Nachtservice-toegang
Voor het in- of uitschakelen van de Dag/Nacht service op basis van een Serviceklasse (COS).
De Telefonist(e) kan de modus inschakelen, ongeacht de instelling.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
9
0
5
(1···4, )
X
(1···2)
[505] Invoeren code
Bepaalt welke code gebruikt wordt gebaseerd op de COS
X Keuzenummer voor modus “Invoeren Kostencode”:
1 (Optie) / 2 (Alle gesprekken-gecontroleerd) / 3 (Inbreken op Kiesrestrictie-gecontroleerd)
STANDAARD Alle COS – Option modus
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
5
0
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···3)
[506]–[507]
Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem — Dag / Nacht
Voor het toewijzen van de Kiesrestrictie voor elke Serviceklasse, zoals die in “snelkiezen
via systeem” wordt gebruikt.
X Keuzenummer programma: 06 ([506] voor dag) / 07 ([507] voor Nacht)
S
TANDAARD Alle COS – Niveau 1 (in beide modi)
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-71.
5
COS-nr.
(1···4, )
niveau-nr.
(1···8)
X
0
(6···7)
[508]
Deuropener-toegang
5
COS-nr.
(1···4, )
8
0
X
(1···2)
COS-nr.
Systeemprogrammering 3-43
3.8 Serviceklasse programmering [510]–[513]
[511] Gesprek doorschakelen — Volg Mij
Schakelt de funktie “Gesprek doorschakelen – Volg Mij” aan of uit, op basis van een
Serviceklasse.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
1
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
[510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend geprek
Voor het in- of uitschakelen van Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek, op basis
van een Serviceklasse (COS).
X Keuzenummer : 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
0
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
[512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek
(CLIR, Calling Line Identification Restriction)
Schakelt de service “Calling Line indentification Restriction” aan of uit, op basis van een
Serviceklasse (COS).
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
STANDAARD Alle COS – Uit
WIJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
2
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
3-44 Systeemprogrammering
[514]–[515] 3.8 Serviceklasse programmering
[515] Inbreken op een gesprek — Negeren
ESchakelt de funktie “Inbreken op een gesprek - negeren” aan of uit, op basis van een
Serviceklasse (COS).
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
[514] Inbreken op een gesprek
Schakelt de funktie “Inbreken op een gesprek” aan of uit, op basis van een Serviceklasse (COS).
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
4
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
5
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
[513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek
(COLR, Connected Line Identification Restriction)
Schakelt de funktie “Connected Line Identification Restriction” aan of uit, op basis van een
Serviceklasse.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Alle COS – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
3
1
5
COS-nr.
(1···4, )
X
(1···2)
Wijst elk intern toestel toe aan een interne toestelgroep. Er zijn maximaal acht interne
toestelgroepen. Elk intern toestel kan tot slechts één toestelgroep behoren.
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
STANDAARD Alle interne toestellen - Interne toestelgroep 1
W
IJZIGEN Gebruik de Programmeertabel op blz. 3-72.
2
0
6
interne toestelgroep-nr.
intern
toestelnr.
(1···8)
[600] EXtra Device Port
3.9 Toestelprogrammering [600]-[602]
Systeemprogrammering 3-45
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
Geeft aan elk intern toestel een Serviceklasse (COS). Er zijn in totaal vier Serviceklassen.
Per intern toestel kan een eerste en tweede COS-nummer worden toegewezen.
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) / 30 (alle interne
ISDN-toestellen) /
Elk intern toestel dient te worden toegewezen aan een Serviceklasse, en is afhankelijk
van de COS-programmering voor programma’s [500] t/m [514].
S
TANDAARD Alle interne toestellen – COS 1
W
IJZIGEN Gebruik de Programmeertabel op blz 3-71.
!
!
[601] Serviceklasse
1
0
6
eerste COS-nr.
(1···4)
tweede COS-nr.
(1···4)
Wijst toe welke interne toestellen de EXtra Device Ports (XDP) zijn.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
U kunt niet uw eigen toestelnimmer invoeren.
S
TANDAARD Alle interne toestellen – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
!
!
intern
toestelnr.
(21···24, )
0
0
6
X
(1···2)
intern
toestelnr.
Wijst toe, welke interne toestellen een (uitgesteld) belsignaal in de Dag of Nacht modus
ontvangen, en op welke manier, voor elke ISDN-poort die aan de funktie “DIL (Direct In
Lines) 1: N” is toegwezen.
X Keuzenummer programma: 3 ([603]) voor dag) / 4 ([604] voor Nacht)
Y Keuzenummer uitgesteld belsignaal: 0 (onmiddellijk belsignaal) / 1 (1 uitgesteld
belsignaal) / 3 (3 uitgestelde belsignalen) / 6 (6 uitgestelde belsignalen) / 9 (Uit)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD
Alle interne toestellen – alle ISDN-poorten – Onmiddellijk belsignaal (in beide modi)
WIJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-73.
3-46 Systeemprogrammering
[603]-[608] 3.9 Toestelprogrammering
[603]–[604]
DIL 1:N intern toestel en uitgesteld belsignaal — Dag / Nacht
X
0
6
ISDN-poortnr.
(1···2, )
(0, 1, 3, 6, 9)
Y
(3···4)
Bepaalt welke ISDN-poort door een intern toestel kan worden gebruikt in zowel de Dag als
de Nacht modus.
X Keuzenummer programma: 5 ([605] voor dag) / 6 ([606] voor Nacht)
Y Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
30 (alle interne ISDN-toestellen) /
S
TANDAARD Alle interne toestellen – alle ISDN-poorten – Aan (in beide modi)
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-73.
[605]–[606]
Toewijzing ISDN-poort voor uitgaande gesprekken Dag / Nacht
X
0
6
ISDN-poortnr.
(1···2, )
(1···2)
Y
(5···6)
Wijst toe, op welk intern toestel een belsignaal klinkt bij een inkomend
deurtelefoongesprek tijdens de Dag en Nacht modus.
X –Keuzenummer programma: 7 ([607] voor dag) / 8 ([608] voor nacht)
Y Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD Interne toestel 21 – Aan (in beide modi)
Overige interne toestellen - Uit (in beide modi)
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-73.
[607]–[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon
X
0
6
(1···2)
Y
(7···8)
intern
toestelnr.
intern
toestelnr.
intern
toestelnr.
Wijst toe op welke interne toestellen er een antwoordapparaat is aangesloten.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne nummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD Alle interne toestellen – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
Wijst toe, of het interne toestel al dan niet toegang kan krijgen tot alle funkties. Het interne
toestel van aansluitnummer 1 dient te worden ingesteld op Aansluiten (“Connect”).
X Keuzenummer: 1 (Aangesloten) / 2 (Niet aangesloten)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD Interne toestellen – Aansluiten
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
3.9 Toestelprogrammering [609]-[611]
Systeemprogrammering 3-47
[611] Toewijzing aansluiting antwoordapparaat
1
1
6
(1···2)
X
interne
toetelnr.*
[609] Toewijzing aansluiting intern toestel
9
0
6
(1···2)
X
Wijst IRNA wel of niet aan een testelnummer toe.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
30 (alle interne ISDN-toestellen) /
S
TANDAARD Alle interne toestellen – Aan
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
[610] Toewijzing IRNA
0
1
6
(1···2)
X
interne
toestelnr.*
interne
toestelnr.*
Wijst de afdelingscodes toe. Druk op # na het invoeren van het interne toestelnummer
indien u de huidige invoer wilt wissen.
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel)
S
TANDAARD Alle interne toestellen – niet opgeslagen
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
interne
toestelnr.*
Voor het in - of uitschakelen van de Datalijn-beveiliging modus op een intern toestel.
X Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne nummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD Alle interne toestellen – Uit
W
IJZIGEN Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
interne
toestelnr.*
[614]-[615] Een deurtelefoongesprek doorschakelen – Dag/Nacht
Voor het toewijzen van het telefoonnummer waarnaar het systeem een inkomend
deurtelefoongesprek doorschakelt.
Y Selectienummer van het programma-adres: 4 ([614] voor Dag) / 5 (615] voor Nacht)
Voer “ ” in voor een PAUZE. De PAUZE wordt geteld als twee cijfers.
Om de invoer te wissen, drukt u op # nadat u het programma-adres heeft ingevoerd.
S
TANDAARD Niet opgeslagen
W
IJZIGING Toegangscode ISDN poort + gewenste telefoonnummer
voor dag
voor nacht
Toegangscode
(0, 81, 82)
van de ISDN-poort +
gewenste telefoonnummer
Y
1
6
(
max. 20 cijfers,
0···9, )
(4
···
5)
!
!
3-48 Systeemprogrammering
[612]-[615] 3.9 Toestelprogrammering
[612] Datalijn-beveiliging
2
1
6
(1···2)
X
[613] Afdelingscodes
3
1
6
afdelingsnr
5 digits max. (0···9)
Systeemprogrammering 3-49
3.10 ARS Programmering [700]-[702]
[700] ARS modus
Voor het toewijzen of een ISDN poort de ARS-funktie al of niet kan uitvoeren.
X Selectienummer van ARS modus: 1 (Aan) / 2 (Uit)
S
TANDAARD Beide ISDN poorten - Uit
W
IJZIGING Beide ISDN poorten - Aan
ISDN poort 1 – Aan, ISDN poort 2 – Uit
ISDN poort 1 – Uit, ISDN poort 2 – Aan
0
0
7
ISDN-poortnr.
(1···2, )
X
(1···2)
[701] ARS lijncode
Voor het toewijzen van een Carrier code per route.
Voer “ ” in voor een PAUZE en verzend de resterende cijfers daarna als DTMF.
Om de invoer te wissen, drukt u op # nadat u het routenummer heeft ingevoerd.
S
TANDAARD Alle routes – Niet opgeslagen
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz 3-74.
7
carrier code
max. 10 cijfers
(0
···
9)
1
0
routenr.
(1···4)
[702] Selectiecode van de ARS route
Voor het toewijzen van de netnummers voor elke route.
Om de huidige invoer te wissen, drukt u op # nadat u de gebiedscode heeft ingevoerd.
wordt als jokerkaart gebruikt en staat voor elk cijfer in een telefoonnummer.
S
TANDAARD Alle routes – alle netnummers – Niet opgeslagen
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-75 en 76.
2
0
7
routenr.
(1···4)
netnummer
(00···79)
netcode
max. 7 cijfers (0
···
9, )
!
!
Slaat de toegangscode op van de 1ste carrier.
Om de huidige invoer te wissen, drukt u op # nadat u het programma-adres heeft ingevoerd.
S
TANDAARD Niet opgeslagen
W
IJZIGING
[704] ARS rekeningoverzicht-code
Wijst toe of er wel of geen overzichtcode wordt verzonden.
X Selectienummer voor een rekeningoverzicht: 1 (verzenden) / (Niet verzenden)
S
TANDAARD Alle routes – Alle ISDN poorten – Niet verzenden
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-77.
4
0
7
0
7
routenr.
(1···4)
ISDN poortnr.
(1···2, )
X
(1···2)
[705] 1ste toegangscode van de carrier
5
1ste carrier toegangscode
max. 20 cijfers
(0···9)
[703] ARS autorisatiecode
Registreert de autorisatiecode die voor een ISDN-lijn van toepassing is.
Om de huidige invoer te wissen, drukt u op # nadat u het ISDN poortnummer heeft ingevoerd.
Voer in voor een pauze en verzend de resterende cijfers als DTMF.
S
TANDAARD Alle routes – Alle ISDN poorten – Niet opgeslagen
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-77.
3
0
7
routenr.
(1···4)
autorisatiecode
max. 20 cijfers (0
···
9, )
ISDN poortnr.
(1···2, )
!
!
!
!
3-50 Systeemprogrammering
[703]-[705] 3.10 ARS Programmering
Systeemprogrammering 3-51
3.10 ARS Programmering [706][708][709]
Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn
wordt verstuurd.
Nummers worden aan het begin van het gekozen nummer toegevoegd.
U moet een ARS aanpassen verwijderd cijfer programmeren in [708], hierna zal pas het
ARS aanpassen toegevoegd cijfer worden toegevoegd.
Om de huidige invoer te wissen, drukt u op # nadat u het routenummer hebt ingevoerd.
S
TANDAARD Alle routes – Niet opgeslagen
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-80.
0
7
9
[709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer
routenr.
(1···4)
toe te voegen nummer
(0···9,
max 20 cijfers)
!
!
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route
Wijst kiesnummers toe, die worden gaeccepteerd door ARS-routeplannen van de bepaalde
carrier.
Om de huidige invoer te wissen, druk op # nadat u de gebiedscode heeft ingevoerd.
wordt gebruikt als jokerkaart en staat voor elk cijfer in een telefoonnummer.
S
TANDAARD Alle routes alle netnummers Niet opgeslagen
WIJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-78 en 79.
6
0
7
routenr.
(1···4)
netnr.
(00···79)
acceptatiecode
max. 7 cijfers (0
···
9, )
!
!
Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn
wordt verstuurd.
Alleen de nummers toegewezen in [702] kunnen verwijderd worden ook al wijst u meer
cijfers toe in [708].
S
TANDAARD Alle routes – 0 cijfers (geen verwijdering)
W
IJZIGING De programmeertabel vindt u op blz. 3-80.
[708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer
8
0
7
routenr.
(1···4)
aantal van te verwijderen cijfers
(0···9)
!
!
Wordt gebruikt om het papierformaat te kiezen waarop de SMDR-gegevens worden
afgedrukt. De paginalengte bepaalt het aantal lijnen per pagina. “Perforatie overslaan”
bepaalt het aantal lijnen dat aan het einde van iedere pagina moet worden overgeslagen.
De paginalengte dient tenminste 4 regels langer te zijn dan de lengte die wordt
overgeslagen voor de perforatie.
Het geprogrammeerde formaat wordt alleen geldig indien een seriële interface (RS-
232C) -kabel wordt aangesloten. Als er reeds een printer is aangesloten, haal diens
aansluiting dan los en sluit hem vervolgens weer aan. Doet u dit niet, dan blijft het
vorige formaat gelden.
S
TANDAARD Paginalengte – 66 regels / Perforatie overslaan – 0 regel
W
IJZIGEN Paginalengte – regels / Perforatie overslaan – regels
3-52 Systeemprogrammering
[800]-[802] 3.11 Programmeren van hulpbronnen
Bepaalt van welke gesprekken een SMDR wordt afgedrukt.
X Keuzenummer voor uitgaande gesprekken: 1 (Alle gesprekken) / 2 (Alleen restrictie-
gesprekken) / 3 (Niet afdrukken)
Y Keuzenummer voor inkomende gesprekken: 1 (Alle gesprekken) / 2 (Niet afdrukken)
Als u kiest voor “Alleen restrictie-gesprekken”, zal het systeem alle gesprekken
afdrukken te beginnen vanaf de nummers die zijn opgeslagen in programmering [300]-
[304] “Invoer weiger-codetabel voor niveau 2 t/m 6”.
S
TANDAARD
Paginalengte – Uitgaande gesprekken / Inkomende gesprekken – Niet afdrukken
WIJZIGEN
Paginalengte – Alle gesprekken Alleen restrictie-gesprekken Niet afdrukken
Inkomende gesprekken – Alle gesprekken Niet afdrukken
[800] Afdrukken inkomende gesprekslog /
Afdrukken uitgaande gesprekslog
0
0
8
(1···2)
Y
X
(1···3)
!
!
!
!
[801] SMDR-afdrukformaat
1
0
8
paginalengte
(04···99)
perforatie overslaan
(00···95)
Start of stopt het afdrukken van alle huidige geprogrammeerde gegevens.
X Keuzenummer: 1 (Start) / 2 (Stop)
2
0
8
X
(1···2)
[802] Systeemgegevens afdrukken
3.11 Programmeren van hulpbronnen [803]
Systeemprogrammering 3-53
Voor het toewijzen van de muziekbron, die als wachtstandmuziek en achtergrondmuziek
(BGM) wordt gebruikt.
X Keuzenummer voor wachtstandmuziek: 1 (Muziekbron) / 2 (Geen muziekbron)
Y Keuzenummer voor BGM: 1 (muziekbron) / 2 (Geen muziekbron)
S
TANDAARD Beide – Muziekbron
W
IJZIGEN Beide – Geen muziekbron
Wachtstandmuziek – Muziekbron, BGM – Geen muziekbron
Wachtstandmuziek – Geen muziekbron, BGM – Muziekbron
[803] Muziekbron
3
0
8
(1···2)
X
(1···2)
Y
Wijst de communicatie-parameters toe voor de seriële interface (RS-232C).
Nieuwe regel code: Selecteert de code voor uw printer of Personal Computer. Selecteer “CR” als uw
printer of personal computer zelf naar een nieuwe regel gaat met een automatische harde
return. Kies in het andere geval “CR+LF”.
Baud snelheid:De baud snelheid-code bepaalt met welke snelheid de systeemgegevens naar de
printer of de Personal Computer worden verzonden.
Woordlengte: De woordlengte-code bepaalt uit hoeveel bits een teken bestaat.
Pariteit: De pariteit-code bepaalt welk soort pariteit gebruikt wordt voor het vinden van fouten in de
bit-reeks van een teken. Selecteer de code die beantwoordt aan de eisen van uw printer of
Personal Computer.
Stop bits: De stop bit-code bepaalt het einde van een bit-reeks waaruit een teken bestaat. Selecteer
de code die beantwoordt aan de eisen van uw printer of Personal Computer.
*
1
1Nummer Nieuwe regel code: 1 (CR + LF) / 2 (CR) (CR = Carriage Return, LF = Line Feed)
*
2
Baud snelheid (baud)nummer: 1 (150) / 2 (300) / 3 (600) / 4 (1200) / 5 (2400) /
6 (4800) / 7 (9600)
*
3
Woordlengte nummer: 1 (7 bits) / 2 (8 bits)
*
4
Pariteit nummer: 1 (Geen) / 2 (Streep) / 3 (Spatie) / 4 (Even) / 5 (Oneven)
*
5
Stop bit nummer: 1 (1 bit) / 2 (2 bits)
De volgende combinaties zijn mogelijk.
S
TANDAARD
Nieuwe regel code – CR+LF/ Baud snelheid – 9600 baud / Woordlengte – 8 bits
Pariteit – Geen / Stop bits – 1 bit
W
IJZIGEN Nieuwe regel code – / Baud snelheid – baud /
Woordlengte –
bits / Pariteit– /
Stop bits –
bits
3-54 Systeemprogrammering
[804] 3.11 Programmeren van hulpbronnen
[804] Seriële interface (RS-232C) parameters
4
0
8
nieuwe
regel-
codenr.*1
(1···2)
baud
snelheid
nr.*2
(1···7)
stop bit
nr*
5
(1···2)
pariteit
nr.*
4
(1···5)
woordlengte
nr.*3
(1···2)
Pariteit
Streep
Spatie
Spatie
Woordlengte
8
8
8
Stop bit
2
1
2
!
!
Systeemprogrammering 3-55
3.12 Optionele programmering [900]-[901]
Wist alle huidige gegevens die in het systeem zijn geprogrammeerd. Wanneer dit
programma wordt gebruikt, worden alle gesprekken of programmeerhandelingen die op dat
moment gaande zijn beëindigd.
[900] Wissen van alle systeemgegevens
0
0
9
Wist alle huidige gegevens die in het systeem zijn geprogrammeerd, behalve de ISDN
gegevens.
De volgende gegevens zullen niet worden gewist:
a) Snelkiesnummers van een toestel
b) [001] Instellen van snelkiesnummers via systeem
c) [106] Toewijzing netwerk-type
d) [404] Toewijzing van het CLIP/COLP nummer
e) [405] Directe Doorverbinden Inkomende Lijn (DDI)
f) [406] ISDN configuratie
g) [407] Instellen van MSN (Multiple Subscriber Number)
h) [412] Transformatie van ISDN DDI nummer / intern toestelnummer
Wanneer dit programma wordt gebruikt, worden alle gesprekken of programmeerhandelingen
die op dat moment gaande zijn beëindigd.
[901] Wissen van systeemgegevens behalve de ISDN gegevens
1
0
9
3-56 Systeemprogrammering
[902] 3.12 Optionele programmering
[902] Extra systeeminformatie
Voor het toewijzen van extra programmeermogelijkheden, indien gewenst. Er zijn 01 t/m
15 velden in elk gebied 1 t/m 4.
* Raadpleeg “Selectie” in de onderstaande tabel.
S
TANDAARD Raadpleeg “Standaard” in de onderstaande tabel.
W
IJZIGING Noteer de wijziging, indien van toepassing, in de kolom “Wijziging” van de
tabel.
Verklaring van gebied 1
2
0
9
gebiedscode
(1···4)
selectienr.*
(0···1)
veldnr.
(00···15)
Veld Beschrijving Keuze
Standaard
Verwijzing
Wijzigen
SMuziekbron tijdens
doorverbinden
Resultaat van het indrukken van
de R-toets en waarna de hoorn op
de haak wordt gelegd (tijdens een
uitgaand netlijngesprek)
Niet in gebruik
Selecteert de bestemming
wanneer het nummer van de
Telefonist(e) wordt verzonden als
een DDI-nummer.
Niet in gebruik
0 : terugbeltoon
1 :
Wachtstand-
muziek
0 : Mute-
wachtstand
1 : verbreking
0 : DIL 1:N
1 : Telefonist(e)
Gesprek
doorverbinden
naar intern toestel
Gesprek in
Wachtstand
plaatsen
Direct
Binnenkomend
gesprek (DDI)
00
01
02-03
04
05-15
1
0
1
00
01
02
03
04
05
06-07
08
09-11
12
13
14
15
Systeemprogrammering 3-57
3.12 Optionele programmering [902]
Verklaring van gebied 2
Veld Beschrijving Keuze
Standaard
Verwijzing
Wijzigen
Als een externe partij wordt
doorverbonden en geen antwoord
krijgt, wordt toegewezen of het
Doorverbinden-Terugbelsignaal te
horen is op het interne toestel dat
de verbinding tot stand bracht, of
op het toestel van de
Telefonist(e).
Niet in gebruik
Stelt u in staat bevestigingstoon 4
te verwijderen. Als standaard is
een pieptoon ingesteld, die klinkt
wanneer een vergadering tussen
drie partijen wordt
gestart/beëindigd. *
Bepaalt of de gekozen “” en “#”-
toets door Kiesrestrictie zal
worden gecontroleerd. Deze
toewijzing is voor sommige
kantoren vereist om
telefoonmisbruik te voorkomen.
In sommige kantoren kunnen “”
en “#” niet worden gekozen.
Behoort uw kantoor tot deze
groep, kies dan “0” (geen
controle).
Niet in gebruik
Stelt u in staat bevestigingstoon 3
te verwijderen. Deze toon wordt
verzonden wanneer een gesprek
tot stand wordt gebracht vlak na
het kiezen van de funktienummers
voor:
Niet in gebruik
Wijst het begin-display toe van
een systeemtoestel met een groot
digitaal display (KX-T7235) voor
“Snelkiezen via toestel”.
Niet in gebruik
Selecteert de frequentie van de
interne kiestoon. *
Niet in gebruik
Selects the extension - hooking
signal detection time.
Niet in gebruik
0 : interne toeste
1 : telefonist(e)
0 : uit
1 : aan
0 : geen controle
1 : controle
0 : uit
1 : aan
0 : namen
1 : nummers
0 : normaal
1 : luid (hoog)
0 : 116...1000ms
1 : 84.... 136ms
Gesprek
doorverbinden
naar intern
toestel
Gesprek
parkeren
Bevestigingstoon
Kiesrestrictie
Bevestigingstoon
Displaybediening
met de
KX-T7235
Geen
Geen
Geen
0
1
1
1
0
0
1
* Na het progrommeren, SVP eerst op de Reset knop drukken om de wijziging te
activerern
Verklaring van gebied 3
Verklaring van gebied 4
3-58 Systeemprogrammering
[902]-[903] 3.12 Optionele programmering
[903] Controle van het ontvangen nummer
Geeft het nummer aan van het laatste binnengekomen interne gesprek, dat werd verzonden
via het ISDN netwerk op de PC of op de display van het systeemtoestel.
X –Selectienummer: 1 (geeft de eerste 16 cijfers aan)
2 (geeft het 17de t/m 20ste cijfer aan)
U kunt dit nummer ook op de PC controleren.
(1) Start de PC programmering.
(2) Selecteer “Controle van het ontvangen nummer”.
3
0
9
!
!
X
(1···2)
Veld Beschrijving Keuze
Standaard
Verwijzing
Wijzigen
Niet in gebruik
Wijst toe, het tweemaal indrukken
van de WACHTSAND toets werkt
als een “Exclusieve Wachtstand”
of als “Terugnemen van
Wachtstandgesprek”.
Niet in gebruik
Selecteert of er een toon of een
melodie wordt gebruikt als
wachtstandmuziek.
Niet in gebruik
Changes all ROT into BT
Niet in gebruik
0 : Terugnemen
Wachtstandge
sprek
1 : Exclusieve
Wachtstand
0 : toon
1 : muziek
0 :
ROT into ROT
1 :
ROT into BT
Gesprek in
Wachtstand
plaatsen
Gesprek in
Wachtstand,
Terugnemen
Geen
00-01
02
03-11
12
13
14
15
0
1
0
Veld Beschrijving Keuze
Standaard
Verwijzing
Wijzigen
0 : uit
1 : aan
0 : niet
1 : weergeven
Toegang tot de
ISDN
netwerkservice
Geen
1
0
Niet in gebruik
Deze functie is alleen beschikbaar
met een ISDN lijn. Alleen een
inkomend ISDN gesprek kan
worden doorverbonden over een
ISDN lijn.
Niet in gebruik
Wijst toe of het systeem al dan
niet het geheime kiesnummer
weergeeft.
Niet in gebruik
00-06
07
08-09
10
11-15
Systeemprogrammering 3-59
3.13 PC Programmering
Met de meegeleverde floppy disk kunt u het systeem programmeren op een IBM-AT
computer of een soortgelijke personal computer (PC). De gegevens kunnen ofwel op de
floppy disk ofwel op de hard disk worden opgeslagen. De vereiste besturing is MS-DOS
versie 5.0 of hoger. De PC dient te beschikken over minimaal 450K vrij geheugen (RAM).
File configuratie
De filenaam: TD208.EXE (toepassingsfile)
Indien u wenst kunt u de volgende files opslaan:
Database file: *.DBF
ASCII file: *.DBA
Screen save file: P208.PRT
Vervang de asterisk * door uw eigen filenaam.
Setup
(1) Steek de floppydisk in drive A.
(2) Ga naar de directory van drive A.
(3) Typ achter de prompt “>“
TD208 en druk op Enter.
– Het beginscherm verschijnt.
Als het beginscherm is verschenen kunt u de floppy disk uit de drive halen en een
nieuwe lege diskette erin doen voor het opslaan van de gegevens.
Als u een monochrome (bijv. zwart/wit) monitor heeft en u de cursor niet goed ziet,
verlaat dan de programmeermodus en typ
TD208/MONO.
Indien u uitleg wenst over het systeem en de bediening, drukt u op het beginscherm op
F4 (Help). Er zal een hulpscherm verschijnen.
Dit programma werkt alleen onder MS-DOS. Er is geen garantie dat het werkt onder
MS-DOS voor Windows.
Het aansluiten van de printer en de PC (Deel 2.15)
!
!
!
!
3-60 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[001] Instellen van snelkiesnummer via systeem
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
Telefoonnummer (max. 24 cijfers) Telefoonnummer (max. 24 cijfers)SKnr. SKnr.
Standaard: Alles: Niet opgeslagen
Systeemprogrammering 3-61
3.14 Programmeertabllen
[003] Budgetbeheer[101] Kostencodes
[001] Instellen van snelkiesnummer via systeem
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
Telefoonnummer (max. 24 cijfers) Telefoonnummer (max. 24 cijfers)SKnr SKnr
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Kostencode
(max. 5 cijfers)
Standaard : Alles: niet opgeslagen Standaard: alles – 0
Standaard: alles
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
ISDN-toestellen
0
Plaatsnr
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
Kostencode
(max. 5 cijfers)
Plaatsnr Toestelnr.
Kostenlimiet
(0...9999)
[205] PAUZE-tijd voor DTMF
X (1
···6) + 0,5 seconden
1,5
seconden
(1 + 0,5
seconden
)
Standaard
Wijziging
3-62 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[403]
Toegangscode van centrale
[405] DDI
(Direct Dialling In)
[406]
ISDN configuratie
[400]
Toewijzing aansluiting
ISDN-poort
[401]
Interceptie-toestel — Dag
[402]
Interceptie-toestel —Nacht
[300]
Weiger-codetabel
voor niveau 2 – 6
[301]
Weiger-codetabel
voor niveau 3 – 6
[302]
Weiger-codetabel
voor niveau 4 – 6
[303]
Weiger-codetabel
voor niveau 5 – 6
[304]
Weiger-codetabel
voor niveau 6
Plaatsnr.
Standaard
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Weiger-code (max. 7 cijfers)
Niet opgeslagen
P-P
<Opmerking> P-MP: Point-to-Multi-Point, P-P: Point-to-Point
Aansluiten
(Poort 1)
ISDN-poortnr.
Standaard : alles
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1
2
Niet aansluiten
(Poort 2)
Uit
Interne tst.nr. Uit
Interne tst.nr.
Toegangscode (1 of 2 cijfers)
Not Stored
Netlijn Interne toestellijn
ISDN-poortnr.
Standaard : alles
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1
2
Aan
Uit
P-MP
P-P P-MP
Systeemprogrammering 3-63
3.14 Programmeertabllen
[305]
Acceptatie-
codetabel voor
niveau 2
[306]
Acceptatie-
codetabel voor
niveau 2 – 3
[307]
Acceptatie-
codetabel voor
niveau 2 – 4
[308]
Acceptatie-
codetabel voor
niveau 2 – 5
[309]
Acceptatie-
codetabel voor
niveau 2 – 6
Plaatsnr.
Standaard : alles
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Acceptatie-code (max. 7 cijfers)
Niet opgeslagen
3-64 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[404] Toewijing van het CLIP / COLP nummer
Intern. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
300 or 30
301
302
303
304
305
306
307
308
CLIP nr. (Zakelijk) CLIP nr. (Privé)
Poort 1 Poort 2 Poort 1 Poort 2
Standaard Alle CLIP/COLP-nummers – Niet opgeslagen
[407] Instellen van meerdere gebruikernummers (MSN)
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
Alle ISDN-poorten ISDN-poort 1 ISDN-poort 2
MSN-nr. (max. 16 cijfers)
Standaard: Alles – Niet opgeslagen
Plaatsnr.
Systeemprogrammering 3-65
3.14 Programmeertabllen
[408] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Dag voor ISDN
[409] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Nacht voor ISDN
[404] Toewijing van het CLIP / COLP nummer
Intern. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
300 or 30
301
302
303
304
305
306
307
308
COLP nr. (Zakelijk) COLP nr. (Privé)
Poort 1 Poort 2 Poort 1 Poort 2
Standaard Alle CLIP/COLP-nummers – Niet opgeslagen
ISDN-poort 2
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1ISDN-poort 2
<Opmerking>
I : Onmiddellijk, 1 : 1 uitgesteld belsignaal, 3 : 3 uitgestelde belsignalen, 6 : 6 uitgestelde belsignalen 9 : uitschakelen
01
Standaard ; alles
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Plaatsnr.
van MSN
Interne tst.nr.
Alle ISDN-poorten
I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369
ISDN-poort 1
3-66 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[408] Toewijzing belsignaal van intern
toestel – Dag voor ISDN
[409] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Nacht voor ISDN
ISDN-poort 2
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1ISDN-poort 2
<Opmerking>
I : Onmiddellijk, 1 : 1 uitgesteld belsignaal, 3 : 3 uitgestelde belsignalen, 6 : 6 uitgestelde belsignalen 9 : uitschakelen
02
Standaard ; alles
03
04
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Plaatsnr.
van MSN
Interne tst.nr.
Alle ISDN-poorten
I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369
ISDN-poort 1
Systeemprogrammering 3-67
3.14 Programmeertabllen
[408] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Dag voor ISDN
[409] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Nacht voor ISDN
ISDN-poort 2
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1ISDN-poort 2
<Opmerking>
I : Onmiddellijk, 1 : 1 uitgesteld belsignaal, 3 : 3 uitgestelde belsignalen, 6 : 6 uitgestelde belsignalen 9 : uitschakelen
05
Standaard ; alles
06
07
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Plaatsnr.
van MSN
Interne tst.nr.
Alle ISDN-poorten
I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369
ISDN-poort 1
3-68 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[408] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Dag voor ISDN
[409] Toewijzing belsignaal van intern
toestel — Nacht voor ISDN
ISDN-poort 2
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1ISDN-poort 2
<Opmerking>
I : Onmiddellijk, 1 : 1 uitgesteld belsignaal, 3 : 3 uitgestelde belsignalen, 6 : 6 uitgestelde belsignalen 9 : uitschakelen
08
Standaard ; alles
09
10
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Plaatsnr.
van MSN
Interne tst.nr.
Alle ISDN-poorten
I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369I
1369
ISDN-poort 1
Systeemprogrammering 3-69
3.14 Programmeertabllen
[410] Toewijzing belsignaal van ISDN-toestel
— Dag voor ISDN
[411] Toewijzing belsignaal van ISDN-toestel +
— Nacht voor ISDN
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1 ISDN-poort 2
ISDN-toestelnr. (300, 301-308)
Standaard ; Alles - Niet opgeslagen
Alle ISDN-poorten
ISDN-poort 1 ISDN-poort 2
Plaatsnr. van
MSN
[412] Transformatie van ISDN DDI nummer /
intern toestelnummer
[412] Transformatie van ISDN DDI nummer /
intern toestelnummer
DDI Nr. (Poort1) DDI Nr. (Poort 2)
Alle DDI-nummers – Niet opgeslagen
Standaard
Alle interne
Intern 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
DDI Nr. (Poort1) DDI Nr. (Poort 2)
Alle DDI-nummers – Niet opgeslagen
Standaard
Alle interne
Intern 291
292
293
294
295
296
297
298
300 of 30
301
302
303
304
305
306
307
308
3-70 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[505] Invoermodus kostencode
[501]
Kiesrestrictie-niveau — Nacht
[506]
Kiesrestrictie-niveau voor
snelkiezen via het systeem
— Dag
[507]
Kiesrestrictie-niveau voor
snelkiezen via het systeem
— Nacht
[503] Gesprek doorschakelen naar netlijn
[504] Inbreken op Niet Storen
[508] Deuropener-toegang
[509] Nachtservice-toegang
[500]
Kiesrestrictie-niveau — Dag
Systeemprogrammering 3-71
3.14 Programmeertabllen
Niveau 1
2
3
4
5
6
7
8
Niveau 1
2
3
4
5
6
7
8
Aan
Uit
Aan
Uit
Optie
Controleer-
Alles
Niveau 1
2
3
4
5
6
7
8
Niveau 1
2
3
4
5
6
7
8
Aan
Uit
Aan
Uit
COS-nr.
Alles
Standaard
Alle COS COS 1 COS 2 COS 3 COS 4
Keuze
3-72 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[600]
EXtra Device Port
[601]
Serviceklasse
[602]
Toewijzing interne toestelgroep
[510] Niet Storen voor Direct
Binnenkomend gesprek (DDI)
[511] Gesprek doorschakelen
— Volg Mij
[512] Identificatie-restrictie
uitgaand gesprek (CLIR)
[513] Identificatie-restrictie
inkomend gesprek (COLR)
[514] Inbreken op een gesprek
[515] Inbreken op een gesprek -
Negeren
Aan
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
COS-nr.
Alles
Standaard
Alle COS COS 1 COS 2 COS 3 COS 4
Keuze
Standaard : alles
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
ISDN-toestellen
1
234
Eerste
COS-nr. (1-4)
Tweede
COS-nr. (1-4)
Interne toestelgroep-nr
(1-8)
1
2341
2345678
Interne toestelnr.
Aan Uit
Systeemprogrammering 3-73
3.14 Programmeertabllen
[605]
Toewijzing ISDN-poort voor
toegestane uitgaande
gesprekken — Dag
[606]
Toewijzing ISDN-poort voor
toegestane uitgaande
gesprekken — Nacht
[608]
Toewijzing
belsignaal
deurtelefoon
— Nacht
[607]
Toewijzing
belsignaal
deurtelefoon
— Dag
[603] DIL 1:N intern toestel en uitgesteld
belsignaal — Dag
[604] DIL 1:N intern toestel en uitgesteld
belsignaal — Nacht
ISDN-poort 2
<Opmerking> U : Uit, O : Onmiddellijk, 1 : 1 uitgesteld belsignaal, 3 : 3 uitgestelde belsignalen,
6 : 6 uitgestelde belsignalen
Standaard : alles
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
Interne
toestelnr.
Alle ISDN-poorten Alle ISDN-poorten
D 136I
D 136I
D 136I
D 136I
ISDN-poort 1 ISDN-poort 2
D 136I
D 136I
ISDN-poort 1
Standaard : alles
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
ISDN-toestellen
Interne toestelnr.
ISDN-poort 1
Aan
✓✓✓✓
Uit
ISDN-poort 2
Aan Uit
Aan UitAan Uit
ISDN-poort 1
Aan Uit
ISDN-poort 2
Aan Uit
Tst. 21 - Aan, Overige toestellen
- Uit
3-74 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
[609]
Toewijzing
aansluiting intern
toestel
[610]
Toewijzing IRNA
[611]
Toewijzing
aansluiting
antwoordapparaat
[612]
Datalijn-beveiliging
[613]
Afdelingscode
Standaard : alles
Alle interne toestellen
Tst. 21
22
23
24
25
26
27
28
31
32
33
34
ISDN-toestellen
Interne toestelnr.
✓✓ ✓✓
Afdelingscode
(max. 5 cijfers)
Aansluiten
Aan Uit Aan Uit
Niet
aansluiten
Aan Uit
Niet opgeslagen
[701] ARS lijncode
Carrier Code :
max. 10 cijfers (0
...
9)
Alle routes : Niet opgeslagenStandaard
Route 1
Route 2
Route 3
Route 4
Systeemprogrammering 3-75
3.14 Programmeertabllen
Netnummer
[702] Selectiecode van de ARS route
Netcode (max. 7 cijfers)
Standaard : Alle routes-Alle nummers – Niet opgeslagen
Route 1 Route 2 Route 3 Route 4
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
3-76 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
Netnummer
[702] Selectiecode van de ARS route
Netcode (max. 7 cijfers)
Standaard : Alle routes-Alle nummers – Niet opgeslagen
Route 1 Route 2 Route 3 Route 4
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
Systeemprogrammering 3-77
3.14 Programmeertabllen
[703] ARS autorisatiecode
Authorisatiecode : max. 20 cijfers (0
···9,
)
Alle poorten ISDN Poort 1 ISDN Poort 2
Alle ISDN poorten : Niet opgeslagenStandaard
Route 1
Route 2
Route 3
Route 4
[704] ARS rekeningoverzicht-code
Route 1 Route 2 Route 3 Route 4
Verzenden Niet verzenden Verzenden Niet verzenden Verzenden Niet verzenden Verzenden Niet verzenden
Alle routes – Alle ISDN poorten – Niet verzendenStandaard
ISDN poortnr.
Alle poorten
ISDN poort 1
ISDN poort 2
3-78 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
Netnummer
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route
Netcode (max. 7 cijfers)
Standaard : Alle routes-Alle netnummers – Niet opgeslagen
Route 1 Route 2 Route 3 Route 4
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
Systeemprogrammering 3-79
3.14 Programmeertabllen
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
Netnummer
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route
Netcode (max. 7 cijfers)
Standaard : Alle routes-Alle netnummers – Niet opgeslagen
Route 1 Route 2 Route 3 Route 4
3-80 Systeemprogrammering
3.14 Programmeertabllen
Keuze
Geen Hunting
Eindstation
Circulair
UCD
Belsignaalgroep
[102] Station Hunting-type
Interne toestelgroep (1 – 8)
Standaard
Alles
1234567
8
[709] ARS aanpassen van een
toegevoegd cijfer
toe te voegen nummer :
(0
···9,
max. 20 cijfers
)
Alle routes : Niet opgeslagenStandaard
Route 1
Route 2
Route 3
Route 4
[708] ARS aanpassen van
een verwijderd cijfer
aantal van te verwijderen
cijfers : (0
···9)
Alle routes : 0 cijfer
(geen verwijdering)
Standaard
Route 1
Route 2
Route 3
Route 4
Deel 4
Bediening
4-2 Bediening
4.1 Voordat u begint
Wat voor soort telefoons gebruikt u?
Afhankelijk van het soort toestel dat u gebruikt, zult u in deze handleiding de
bedieningsinstructies vinden die op uw toestel van toepassing zijn.
Indien u gebruik maakt van een standaard telefoon of een PC e.d., volgt u de stappen voor het
activeren van het funktienummer. Als u toestellen gebruikt die niet beschikken over de “” of “#”
toets, kunt u geen toegang krijgen tot funkties waarin “” of “#” in de funktienummers voorkomt.
Indien u het Panasonic systeemtoestel gebruikt dat de speciale funktietoets en/of display heeft,
volgt u de stappen met de toets of display voor een gemakkelijke toegang. Als u het Panasonic
systeemtoestel gebruikt dat de funktietoets niet heeft, kunt u een andere toets als zodanig
toewijzen. Raadpleeg deel 4.2 “Basisinstellingen”.
Het Panasonic systeemtoestel beschikt over LED (Light Emitting Diode) indicatoren, waaraan u
de status van de telefoonlijn kunt zien. Raadpleeg deel 5.2 “LED indicatie”.
Volg de stappen die op uw telefoon van toepassing zijn.
Beschrijving van de gebruikte symbolen
In deze handleiding worden veel symbolen gebruikt. De betekenis van de meeste symbolen
spreekt voor zich, maar sommige hebben een verklaring nodig;
Neem de hoorn op, of druk op de
HANDENVRIJ of MONITOR
toets. (Neem op)
Leg de hoorn op de haak of druk
op de HANDENVRIJ of
MONITOR toets. (Leg neer)
Nummertoetsen op de telefoon zijn
verschillend, en zijn afhankelijk
van de situatie.
Druk op de haak van een standaard
telefoon.
Tonen, die afhankelijk van de
situatie verschillend zijn.
(Raadpleeg “Toon / Belsignaal in
deel 5.)
X
Y
!
!
In alle illustraties bij de bediening van de systeemtoestellen, is KX-T7235 als model
gebruikt.
De illustraties bij de knoppen kunnen verschillen indien u een KX-T7500 telefoon
gebruikt. In dit geval dient u de namen van de toetsen in de handleiding te controleren.
R
Bediening 4-3
4.1 Voordat u begint
B C
D
Enige instellingen zijn vereist als basisprogrammering. Programmeer de telefooncentrale
volgens de afspraken welke u met uw netwerk operator heeft gemaakt. Het volgende
diagram zal u helpen de telefooncentrale volgens deze afspraken te programmeren.
Voordat u begint met programmeren
Sluit een telefoontoestel welke met toonsignalen kan werken aan op toestel extensie 1 om te
programmeren.
Controleer vooraf • Ligt de hoorn op de haak.
• Staan er geen gesprekken op uw toestel in de wacht
Selectie van programmering
Volgens afspraak heeft u een:
1: Point - to - Multipoint aansluiting
2: Point - to - Point aansluiting
Wilt u het ontvangende toestel
specificeren?
Heeft u een DDI nummer
service afgesloten?
A
1 2
Nee
Ja
Nee Ja
5
1
2
3
4
Wachtwoord (Standaard)
Neem de op.
Kiestoon 3.
toestelnummer
CLIP/COLP nr.
maximaal 20 cijfers (0...9)
[404] CLIP/COLP Nummer toewijzing
21 tot 28, 31 tot 34,
301 tot 308
(ISDN toestellen),
300 (alle ISDN
toestellen)
4
0
X
4
(Zie Volgende Pagina)
X – CLIP / COLP classificatie
1 : CLIP nr. Zakelijk 2 : CLIP nr. Prive
3 : COLP nr. Zakelijk 4 : COLP nr. Prive
: Alle
Type
Stap 2. Programmeer [404] voor elke optie (A, B, C & D).
programmeren
Stap 1. Activeer de programmeer modus.
(1, 2, )
ISDN
poort nr.
(1
···
4, )
4-4 Bediening
4.1 Voordat u begint
[407] Multiple Subscriber Number (MSN) instellen
(01···10)
Max.16 cijfers
(0···9)
MSN
Locatie
nr.
(01···10)
Locatie
nr.
[406] ISDN Configuratie
6
4
0
[408]–[409] Toestel overgaan toewijzing Dag / Nacht
(21 ... 28, 31...34)
Toestel nr.
0: Direct
1: 1 bel later
3: 3 bellen later
6: 6 bellen later
9: uitschakelen
Vertraagd overgaan
Y - Dag...8
Nacht..9
Opeenvolgende invoer
van gegevens
(1, 2, )
ISDN
poort nr.
(1, 2, )
ISDN
poort nr.
(1, 2, )
ISDN
poort nr.
(1, 2, )
4
0
7
4 0
Y
A B C D
[412] ISDN DDI nummer / toestel nummer verwijzing
Max.20 cijfers
(0···9)
DDI nr.
4
1
2
Druk op de reset knop.
Leg de hoorn op
de haak.
[405] Direct Dialing In (DDI)
Stap 3. Volg het stroomschema n.a.v. de gekozen programmeer optie.
Stap 4. De-activeer de programmeer modus.
2
0
5
2
4
ISDN
poort nr.
(1, 2, )
ISDN
poort nr.
Toestel nr.
21
tot
28, 31
tot
34,
301
tot
308, 300,
291
tot
298
(UCD -groep of
Belsignaal-groep)
GA NAAR STAP 4.
C DA B
Een Gesprek Wacht-toon zenden naar een intern toestel dat in gesprek is
(Waarschuwen lijn in gesprek (BSS))”.
Biedt de mogelijkheid om een Gesprek Wacht-toon te
verzenden, zodat degene die in gesprek is weet dat u wacht.
If you make an intercom call and hear a busy tone; If you make an intercom call and hear a busy tone;
Raadpleeg “Gesprek Wacht” in deze handleiding voor het beantwoorden van een
BSS gesprek.
Deze funktie werkt wanneer het gebelde interne toestel Gesprek Wacht heeft
geactiveerd. Als Gesprek Wacht is uitgeschakeld, zal de beller een herkiestoon te
horen krijgen.
Tijdens een gesprek (Deel 4.5)
Gesprek Wacht
Bediening 4-5
4.1 Voordat u begint
Indien uw toestel niet in de bedieningsprocedure voorkomt (als bijvoorbeeld alleen “PT”
wordt vermeld), wil dit zeggen dat de funktie niet op uw telefoon kan worden uitgevoerd.
Indien uw telefoon de mogelijkheid biedt om op meerdere manieren een funktie uit te
voeren, kunt u naar wens de meest geschikte manier kiezen.
Indien “Elke telefoon” bij een functie staat vermeldt, dan kunt u enkelvoudige, ISDN of
Systeem toestellen gebruiken.
!
!
Voorbeeld van bediening
Voorbeeld:“Wanneer de gekozen lijn in gesprek is — Een Gesprek Wacht-toon zenden naar
een Bezet intern toestel (Waarschuwen lijn in gesprek (BSS))”.
Wanneer de gekozen lijn in gesprek is
Subbtitel
Bediening
Beschrijving van de funktie
2
Wacht op beantwoording en
begin te spreken.
Wacht op
beantwoording en
begin te spreken.
SLT en PT
7230/7235/7533/7536
BSS
S3S2S1
Dial 2.
Druk op BSS (S1)
!
!
Titel
De funktie- en programmeerverwijzing
Extra informatie
GESPREK WACHT-
TOON
Ze is in gesprek. Ik zal een
Gesprek Wacht-toon zenden.
Er is nog iemand aan de
lijn. Blijft u even wachten.
Soort telefoon:
Alle telefoons (SLT,
ISDN-telefoon en PT).
De gebruiker kan de
onderstaande stappen
volgen.
Soort telefoon:
De gebruiker van KX-
T7230/KX-T7235/KX-
T7531/KX-T7533/KX-
T7536 kan zowel toets-
als displaybediening
toepassen.
4-6 Bediening
De basisinstellingen veranderen
U kunt de basisinstellingen van uw telefoon veranderen. Controleer de beschikbare opties in
de lijst en verander de instellingen, indien gewenst.
9
9
De programmeermodus activeren
Druk op
PROGRAM.
Kies 99.
Programmeren
Volg de
programmering in
de lijst.
Stoppen
Te volgen
procedure
Invoer Programmering
OPTIE
KEUZE
INVOER PROGRAMMERING
1
1
Geen specifieke lijn
1
2
een vrije netlijn
1
3
Een vooraf toegewezen
netlijn
1
De interne lijn (Standaard)
Via welke netlijn wilt u bij
voorkeur een uitgaand
gesprek beginnen?
(Toewijzing voorkeur lijn -
Uitgaand)
ISDN-poortnr.
(1···2)
PROGRAM
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
De funkties van uw telefoon instellen
Druk op AUTO
KIEZEN/OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
ICM
4.2 Begin-instellingen
Indien u een Panasonic systeemtoestel gebruikt (bijvoorbeeld KX-T7235), kunt u de
telefoonfunkties naar wens veranderen. Bijvoorbeeld: U kunt de funktie of de basisinstelling
van een toets op de telefoon veranderen zoals u dat wenst.
U kunt uw eigen toestel op een andere interne lijn aansluiten (als u bijvoorbeeld achter
een ander bureau gaat werken). De instelling wordt niet in het geheugen van uw toestel
opgeslagen, maar blijft in het geheugen van het toestel dat voorheen was aangesloten.
Als uw telefoon geen PROGRAM toets heeft, gebruik dan in plaats daarvan de PAUZE
toets.
Tijdens de programmeermodus wordt uw toestel beschouwd als een toestel dat in
gesprek is.
Als er binnen een minuut geen informatie wordt ingevoerd, wordt de
programmeermodus geannuleerd en de keert de modus terug naar de normale status.
U kunt het programmeren te allen tijde stoppen door de hoorn op te nemen.
!
!
Bediening 4-7
4.2 Begin-instellingen
OPTIE KEUZE
INVOER PROGRAMMERING
2
1
Geen specifieke lijn
2
2
De bellende netlijn
(Standaard)
2
3
Een vooraf toegewezen
netlijn
3
1
Opnemen en daarna op de toets
voor Verkort kiezen drukken.
3
2
Simpelweg op de toets voor
Verkort kiezen drukken.
(Standaard)
4
1
Belsignaal (Standaard)
4
2
De stem van de tegenpartij
klinkt direct na de
bevestigingstoon.
5
1
Nee. Gebruik dezelfde toon.
(Standaard)
5
2
Ja. Gebruik een verschillende
toon.
8
1
Hoorn (Standaard)
8
2
Koptelefoon
Via welke lijn wilt u
inkomende gesprekken
beantwoorden?
Hoe wilt u bij voorkeur de
Verkort kiezen funktie
gebruiken?
(Toewijzing volledig
Verkort kiezen)
Hoe wilt u bij voorkeur een
intern gesprek ontvangen?
(Toewijzing Waarschuwing
intern gesprek)
Wenst u dat er verschil te
horen is in de Gesprek Wacht
toon op een netlijn en een
interne lijn?
(Keuze in soort van Gesprek
Wacht toon)
Welk ontvangstmiddel gaat
u gebruiken?
(Keuze hoorn/koptelefoon)
ISDN-poortnr.
(1···2)
(Wordt vervolgd)
4-8 Bediening
4.2 Begin-instellingen
Wissen van de geprogrammeerde gegevens
Met deze funktie kunt u alle geprogrammeerde gegevens in de lijst wissen waardoor elke
optie terugkeert naar de begin-instelling.
9
9
Kies 99. Kies #.
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Controleren van de opgeslagen funktiegegevens;
De opgeslagen funktiegegevens worden weergegeven door op het eerste cijfer van de
“Programmering” te drukken terwijl de programmeermodus actief is. Druk op de
WACHT toets als u de funktie niet wilt veranderen en terug wilt keren naar het eerste
programmeringsdisplay.
!
!
Bediening 4-9
4.2 Begin-instellingen
De flexibele toetsen veranderen
U kunt de flexibele toetsen op uw telefoon programmeren voor bepaalde funkties.
Bijvoorbeeld: uw telefoon heeft meer netlijntoetsen dan er netlijnen beschikbaar zijn, zodat
u de ongebruikte netlijntoetsen kunt gebruiken als Verkort kiezen-toetsen enz.
De programmeerbare toetsen zijn:
Flexibele toets
Flexibele DSS (Directe Station Selectie) toets
Programmeerbare Funktietoets (PF)
Controleer eerst de benodigde bediening, en indien uw telefoon de betreffende toets niet
heeft, kunt u die hier toewijzen.
Druk op netlijn
(CO) of DSS of
PF (Controleer
de lijst)
FUNKTIE INVOER PROGRAMMERING
1
Directe Station Selectie (DSS)
P
ROGRAMMEERBARE
T
OETS
CO DSS PF
(Wordt vervolgd)
intern toestelnr.
2
Verkort kiezen
gewenste nr.
max. 16 cijfers
3
BOODSCHAP
4
DSN/NS
(Dooschakelen/Niet Storen)
5
OPSLAG
9
9
De programmeermodus activeren
Kies 99.
Programmeren
Volg Invoer
Programmering
Stoppen
Te volgen procedure
Invoer
programmering
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
OPSLAG.
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Instellen van de toetsen op uw telefoon
AUTO KIEZEN
OPSLAG
4-10 Bediening
4.2 Begin-instellingen
6
7
Kostenspecificatie
8
CONF (Conferentie)
9
Log-In/Log-Out
CO-lijn nr.
(1···4)
0
Verbreek
Enkelvoudige CO
Lus-CO
!
!
Wanneer u een Verkort kiezen-toets opslaat;
– Voor het opslaan van het telefoonnummer van een externe partij, dient de
toegangscode (netlijn) aan het telefoonnummer vooraf te gaan.
– U kunt als volgt gebruik maken van 0 t/m 9,* , #, PAUZE, R-toets en CONF:
# : verandert de kiesmodus (van puls naar toon)
R-toets : registreert het terugbelsignaal
PAUZE : pauze
: – (afbreekstreepje) na de netlijn toegangscode
Controleren van de opgeslagen funktiegegevens;
De opgeslagen gegevens zullen worden weergegeven door tijdens het programmeren op
de gewenste toets te drukken. Indien u de gegevens niet wilt veranderen, drukt u op de
WACHT toets om terug te keren naar het eerste programmeringsdisplay.
De nummers die u in stap 3 invoert, zijn afhankelijk van de service die u wilt gebruiken.
Voor meer informatie over de ISDN services of de specifieke nummers, dient u de
leverancier van uw ISDN netwerk te raadplegen.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het ISDN netwerk.
8
ISDN Service
ISDN servicenr.
9
(0···9, , #, max. 16 cijfers)
0
FUNKTIE INVOER PROGRAMMERING
P
ROGRAMMEERBARE
T
OETS
CO DSS PF
Bediening 4-11
4.2 Begin-instellingen
9
9
Kies 99.
2
Kies 2.Druk op de
gewenste toets.
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
OPSLAG.
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Voor elke CO-toets een verschillend belsignaal kiezen
U kunt het belsignaal voor elke flexibele netlijntoets (CO) veranderen. Er zijn acht soorten
belsignalen. (Standaard: toonsoort 2) Kijk tevens bij ‘Tonen / Belsignalen’ (Deel 5.1)
Gegevens van de Flexibele toets wissen
De opgeslagen gegevens kunt u wissen.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
PROGRAM
9
9
Druk op
PROGRAM.
Kies 99.
Voer het nummer
van de toonsoort in
(1...8).
Druk op
PROGRAM.
Druk tweemaal op
de gewenste CO-
toets.
Toontype-nr.
CO
CO
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
PROGRAM
4-12 Bediening
Binnen het systeem kunt u naar een ander intern toestel bellen.
De nummers van alle interne toestellen zijn als volgt vastgelegd:
Standaard aansluiting
Interne nummers SLT/PT: 21 t/m 28 (25 t/m zijn alleen beschikbaar voor SLT)
Interne nummers ISDN: 301 t/m 308 (300 voor alle interne ISDN-toestellen)
XDP*aansluiting
Interne nummers DPT: 21 t/m 24
Interne nummers SLT: 31 t/m 34
*Met een XDP (EXtra Device Port) kunnen twee telefoons op één poort worden aangesloten, waardoor het
aantal systeemtoestellen kan worden uitgebreid. Raadpleeg Systeembeheer (Deel 3.1).
Na het kiezen van het nummer, kunt u de gespreksmodus, belsignaal of stem, activeren
door op het display (KX-T7230/T7235/T7533/T7536) op de “#”, of de “Toon” of “Stem”
toets te drukken. U kunt ook de manier kiezen waarop interne gesprekken binnenkomen
(Toewijzing waarschuwing intern gesprek). Raadpleeg “Instellen van uw telefoonfunkties”
onder Begin-instellingen (Deel 2.2).
Als uw telefoon een display heeft, kunt u de gewenste nummers invoeren en controleren
voordat u de hoorn opneemt. U kunt een nummer wissen door op “” te drukken.
Als u het huidige gesprek wilt verbreken, en een ander nummer wilt kiezen zonder op te
hangen, druk dan terwijl u een toon hoort op de R-toets, en kies het nummer of begin te
spreken.
Druk op de HANDENVRIJ toets als u wilt bellen en met de andere partij wilt spreken
zonder de hoorn op te nemen. Neem de hoorn op voor het omschakelen van handenvrij-
modus naar hoorn.
Gebruikers van systeemtoestellen kunnen simpelweg een intern gesprek beginnen door op
de DSS (Directe Station Selectie) te drukken, indien toegewezen.
Met de KX-T7235 kunt u met de displaybediening een intern gesprek beginnen.
Door middel van een rood of groen knipperend lampje kan een INTERCOM toets de
status van een lijn aangeven. Raadpleeg “LED indicatie” (Deel 5).
Het kan voorkomen dat u een speciale toon hoort nadat u heeft gekozen. Raadpleeg in dit
geval “Toon / Belsignaal” (Deel 5).
• Begin-instellingen (Deel 2.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
• Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 2.7)
Displaybediening - Intern toestel
• Systeembeheer (Deel 3.1)
Systeembeheer, EXtra Device Port (XDP)
4.3 Gesprekken beginnen
!
!
Interne gesprekken
Alle telefoons
Bediening 4-13
De volgende gesprekken kunnen als bestemming een bel-groep hebben:
Externe gesprekken - DDI; IRNA
Interne gesprekken - Interne toestel; Doorverbinden
Deze funktie vereist toewijzing van een bel-groep in de systeemprogrammering voor
“automatisch doorschakelen bij in gesprek“.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[102] Station Hunting-type
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
SLT en PT
9
4.3 Gesprekken beginnen
Neem op. Kies 9.
Alle telefoons
!
!
!
!
9
2
Interne
groepnummer.
Neem op. Kies 29. Kies het interne
groepnummer (1···8).
Hang op.Spreek.
Interne
toestelnr.
Neem op. Kies interne
toestelnr.
On-hook.Spreek.
Een intern gesprek beginnen
Naar de Telefonist(e) bellen (Receptie-gesprek)
Binnen het systeem kunt u naar de Telefonist(e) bellen.
Intern toestel 21 is het toestel van de
Telefonist(e).
U kunt ook “21” kiezen om naar de
Telefonist(e) te bellen.
Bellen naar een interne toestelgroep (Bel-groep)
Wanneer u het interne nummer van een bel-groep kiest, zal op alle interne toestellen in die
bel-groep tegelijkertijd het belsignaal klinken.
4-14 Bediening
Deze funktie stelt u in staat om netlijngesprekken te voeren.
Als u na het kiezen van de netlijn een herkiestoon hoort, kan de lijn om de volgende
redenen niet worden gebruikt:
— De ISDN-poort die u probeerde te gebruiken is niet toegewezen.
— Het interne toestel is door de toestelgebruiker (Elektronische toestelblokkering) of de
Telefonist(e) geblokkeerd (Toestelblokkering op afstand).
— Het interne toestel kan beperkt zijn tot een bepaalde serviceklasse (Toewijzing
Serviceklasse).
Heeft uw telefoon een display, dan kunt u de gewenste nummers invoeren en controleren
voordat u de hoorn opneemt. U kunt een nummer wissen met de “” toets.
Als u het huidige gesprek wilt verbreken en een ander gesprek wilt beginnen zonder op te
hangen, drukt u terwijl u een willekeurige toon hoort op de R-toets, kies het nummer en
spreek.
Druk op de HANDENVRIJ toets als u de andere partij wilt bellen en spreken zonder de
hoorn op te nemen. Neem de hoorn op voor het omschakelen van de handenvrij-modus
naar de hoorn.
Een flexibele CO-toets kan als Enkele-CO of Lus-CO worden toegewezen. Eén specifieke
CO-lijn kan als Enkele-CO toets worden toegewezen, terwijl alle CO-lijnen als Lus-CO
toets kunnen worden toegewezen. Indrukken van een Enkele-CO toets werkt als een
individuele lijntoegang, terwijl indrukken van een Lus-CO toets werkt als automatische
lijntoegang. De standaard instelling is als volgt: CO 1, 2 = Enkele-CO (ISDN-poort 1),
CO 3, 4 = Enkele-CO (ISDN-poort 2).
Door middel van rood of groen knipperende lampjes verschaffen de CO-toetsen informatie
over de lijnstatus. Raadpleeg “LED indicatie” (Deel 5).
Het kan voorkomen dat u een speciale toon hoort nadat u heeft gekozen. Raadpleeg in dit
geval “Toon / Belsignaal” (Deel 5).
• Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[400] Toewijzen van ISDN-poort aansluiting
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[605]–[606] Toewijzing ISDN-poort voor uitgaande gesprekken – Dag / Nacht
• Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
4.3 Gesprekken beginnen
!
!
Uitgaande gesprekken
Alle telefoons
Bediening 4-15
PT
Alle telefoons
4.3 Gesprekken beginnen
Neem
op.
Kies het
telefoonnummer.
telefoonnr.
ISDN-poortnr.
8
Neem
op.
Kies het
telefoonnummer.
Kies het ISDN-
poortnummer (1···2).
Hang op.Spreek.
telefoonnr
Kies 8.
Druk op CO.
Uitgaande gesprekken beginnen door individuele lijntoegang
Stelt u in staat om een vooraf toegewezen netlijn te gebruiken.
CO
0
Neem
op.
Kies het
telefoonnummer.
Hang op.Spreek.
Telefoonnr.
Kies 0.
Uitgaande gesprekken beginnen door automatische lijntoegang
Stelt u in staat om automatisch een vrije netlijn te kiezen.
Hang op.Spreek.
4-16 Bediening
4.3 Gesprekken beginnen
U kunt twee of meer noodnummers opslaan via de systeem programmering.
Alarmnummers kunnen tevens in de volgende situaties worden gekozen;
– In serviceklassen – Controle-modus
– in alle kiesrestrictie-niveau’s
– in Elektronische toestelblokkering
Manager programmering (Deel 3.3)
[002] Instellen van een alarmnummer
Een alarmnummer kiezen
Staat u toe om een voorgeprogrammeerd noodnummer te kiezen, zoals 112 en 999.
alarmnr.
Kies het alarmnummer.
Neem op.
alarmnr.
Kies het alarmnummer.
SLT en ISDN-T
PT
!
!
ISDN-poort toegangscode
Kies de ISDN-poort
toegangscode (0, 81···82).
Druk op CO.
CO
Neem op.
Bediening 4-17
4.3 Gesprekken beginnen
Raadpleeg “Begin-instellingen” voor het opslaan van nummers.
Het is mogelijk om een nummer op te slaan dat uit zeventien of meer cijfers bestaat. Dit
doet u door het nummer te splitsen en op te slaan onder twee Verkort kiezen-toetsen.
U kunt ook direct op een Verkort kiezen-toets drukken (Volledig Verkort kiezen).
Raadpleeg “Begin-instellingen” voor het veranderen van de toewijzing.
Als er een pauze is in de toegewezen nummers, worden de nummers na de PAUZE
verzonden als DTMF-signalen.
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van uw telefoonfunkties
Instellen van de toetsen op uw telefoon
Kiezen door simpelweg op een toets te drukken (Verkort kiezen)
Stelt u in staat een nummer te kiezen of toegang te krijgen tot een systeemfunktie door
simpelweg op een toets te drukken. U kunt dit doen door een intern nummer, een
telefoonnummer of een funktienummer op te slaan onder een Verkort kiezen-toets.
Neem op.
PT
Druk op de Verkort
kiezen-toets.
!
!
Snelkiezen
4-18 Bediening
4.3 Gesprekken beginnen
Systeem-snelkiesnummer moeten via systeemprogrammering worden opgeslagen.
Gesprekken die door snelkiezen via het systeem tot stand zijn gebracht, zijn
afhankelijkheid van het kiesrestrictie-niveau voor Snelkiezen via het systeem (Inbreken op
kiesrestrictie voor Snelkiezen via het systeem).
Met de KX-T7235 kunt u deze funktie toepassen via displaybediening.
De naam van de beller is programmeerbaar via de PC. Voor displayweergave van de
naam, dient u het gewenste telefoonnummer (van de beller) op te slaan met een ‘ – ’
(afbreekstreepje) na de lijntoegangscode.
Systeembeheer (Deel 3.1)
Inbreken op kiesrestrictie voor Snelkiezen via het systeem
Manager programmering (Deel 3.3)
[001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Displaybediening op het begin-display – SYS Snelkiezen
!
!
Systeem-
snelkiesnr.
SLT en ISDN-T PT
Neem op. Kies het systeem-
snelkiesnummer (00···99).
Systeem-
snelkiesnr.
Neem op. Kies het systeem-
snelkiesnummer (00···99).
Kies .
Kiezen met een snelkiestoets van het systeem (Snelkiezen via het systeem)
Stelt u in staat externe telefoonnummers te kiezen door middel van vooraf geprogrammeerde
snelkiesnummers. Het systeem ondersteunt 100 snelkiesnummers, die door alle
toestelgebruikers kunnen worden gebruikt.
Kies
AUTO KIEZEN.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Bediening 4-19
4.3 Gesprekken beginnen
Er kunnen maximaal zestien cijfers worden opgeslagen, bestaande uit “0 t/m 9 en “ ”.
Voer “ ” in voor een PAUZE.
Als er een PAUZE is in de toegewezen nummers, worden de nummers die na de pauze
volgen als DTMF-signalen verzonden.
U kunt opslaan: een intern toestelnummer, een telefoonnummer, of een funktienummer.
Voor het opslaan van het telefoonnummer van een externe partij, dient u het nummer te
laten voorafgaan van de ISDN-toegangscode (0, 81 of 82).
Met de KX-T7235 kunt u deze funktie ook toepassen via displaybediening.
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Displaybediening op het begin-display – Snelkiezen via toestel
Nummer / Naam toewijzen voor snelkiezen via toestel
Alle telefoons
!
!
Alle telefoons
6
Toestel-
snelkiesnr.
Neem op. Kies het toestel-
snelkiesnummer (0···9).
Kies 6 .
0
6
Toestel-
snelkiesnr.
Gewenste nr.
Neem op. Kies het toestel-
snelkiesnummer
(0···9).
Kies het gewenste
nummer.
Hang op.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Kies 60.
Kies #. Bevestig-
ingstoon.
SNELKIESNR NUMMER
*U kunt de lijst copiëren en bij uw toestel
bewaren.
Kiezen met een snelkiestoets op het toestel (Snelkiezen via toestel)
Met deze funktie kunt u maximaal tien snelkiesnummers opslaan, die alleen door u worden
gebruikt.
Het telefoonnummer opslaan
Kiezen Lijst van opgeslagen nummers
4-20 Bediening
4.3 Gesprekken beginnen
Een telefoon met draaischijf heeft geen “#” en kan de funktie niet programmeren. Vervang
het draaischijftoestel tijdelijk door een telefoon die de “#” wel heeft, en programmeer het
telefoonnummer.
Voor het opslaan van het telefoonnummer van een externe partij, dient u het nummer te
laten voorafgaan van de ISDN-toegangscode (0, 81 of 82).
Er kunnen maximaal zestien cijfers worden opgeslagen, bestaande uit “0 t/m 9 en “ ”.
Tijdens de wachttijd, nadat de hoorn is opgenomen, kunt u een andere partij opbellen
waardoor deze funktie wordt opgeheven. De wachttijd is programmeerbaar.
Timer programmering (Deel 3.5)
[204] Wachttijd van “Pickup Dialling”
SLT en PT
SLT en PT
SLT en PT
4
7
2
Phone no.
1
0
Voor instellen
Voor opheffen
Neem op.
Kies het
telefoonnummer.
Hang op.Kies 742.
Kies #.
Bevestig-
ingstoon.
4
7
Neem op. Hang op.Kies 74. Kies 1 of 0.
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
!
!
Wacht op beantwoording en
spreek.
Kiezen door simpelweg de hoorn op te nemen (Pickup dialling)
Als u vooraf het telefoonnummer heeft opgeslagen, kunt u met deze funktie het nummer
kiezen door simpelweg de hoorn op te nemen.
Het telefoonnummer opslaan
Instellen/Opheffen
Kiezen
Bediening 4-21
PT
Druk tweemaal op
OPSLAG.
Kies het
telefoonnummer (max.
0, 81 of 82, 24 cijfers)
telefoonnr.
Druk op
SAVE.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
AUTO KIEZEN
OPSLAG
4.3 Gesprekken beginnen
The caller’s name is programmable by PC programming. To indicate the name on the
display while receiving the call, you must store the caller’s phone number with
“-” (hyphen) after the line access code.
Tijdens het bellen kunt u de netlijn veranderen. Druk in dit geval op de CO-toets of voer
de ISDN-toegangscode in voordat u op de SAVE toets drukt.
Het bewaarde telefoonnummer wordt vervangen door het volgende telefoonnummer dat
naar een netlijn wordt verzonden. Wanneer u uitsluitend een ISDN-toegangscode kiest, zal
het bewaarde nummer niet worden vervangen.
Voer “ ” in voor een PAUZE.
Als er een pauze is in de toegewezen nummers, worden de nummers na de PAUZE
verzonden als DTMF-signalen.
Wanneer u een telefoonnummer opslaat, hoeft u geen
toegangscode (0, 81 of 82) van de
ISDN-poort te kiezen.
De toegangsnummers van de ISDN-poort zijn ‘0’, ‘81’ en ‘82’.
Begin-instellingen (Deel 2.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
!
!
PT
Neem op.
Druk op SAVE.
Het kiezen van een opgeslagen nummer met de SAVE toets
(Kladboekfunktie)
Tijdens een gesprek met een externe partij, of terwijl de hoorn op de haak ligt, kunt u een
extern telefoonnummer in het geheugen opslaan, zonder dat u daarvoor het ISDN-
toegangsnummer hoeft in te voeren. Het opgeslagen nummer wordt op een eenvoudige
manier automatisch gekozen op de volgende netlijn:
Indien opgeslagen tijdens een gesprek – dezelfde netlijn
Indien opgeslagen terwijl de hoorn op de haak lag – de vrije netlijn
U dient vooraf eerst een SAVE toets op uw telefoon toe te wijzen.
Het nummer opslaan Kiezen
Tijdens een gesprek of terwijl de hoorn op de haak ligt;
4-22 Bediening
4.3 Gesprekken beginnen
De gebruiker van een druktoets-telefoon kan tevens “66” gebruiken voor Laatste nummer
herhaling, terwijl de gebruiker van een draaischijftoestel uitsluitend “66” kan gebruiken.
Er kunnen maximaal 24 cijfers worden opgeslagen en herhaald, met uitzondering van de
ISDN-toegangscode.
Het bewaarde telefoonnummer wordt vervangen door het volgende telefoonnummer dat
naar een netlijn wordt verzonden. Wanneer u uitsluitend een ISDN-toegangscode kiest, zal
het bewaarde nummer niet worden vervangen.
Als er een pauze is in de toegewezen nummers, worden de nummers na de PAUZE
verzonden als DTMF-signalen.
!
!
6
Indien een druktoets-
telefoon wordt gebruikt
Indien een draaischijftoestel
wordt gebruikt
6
SLT en ISDN-T
PT
Off-hook
Dial # or 66.
Neem op.
Herhalen
Herhalen van het laatst gekozen nummer (Laatste nummer herhaling)
Bewaart automatisch het laatst gekozen (externe) telefoonnummer, en stelt u in staat om
hetzelfde nummer opnieuw te kiezen.
Druk op HERHALEN.
HERHALEN
Bediening 4-23
4.3 Gesprekken beginnen
Er kunnen maximaal 24 cijfers worden opgeslagen en herhaald, met uitzondering van de
ISDN-toegangscode.
Tijdens het bellen kunt u de netlijn veranderen. Druk in dit geval op de CO-toets of voer
de ISDN-toegangscode in voordat u op de OPSLAG toets drukt.
Het bewaarde telefoonnummer wordt vervangen door het volgende telefoonnummer dat
naar een netlijn wordt verzonden. Wanneer u uitsluitend een ISDN-toegangscode kiest, zal
het bewaarde nummer niet worden vervangen.
Als er een pauze is in de toegewezen nummers, worden de nummers na de PAUZE
verzonden als DTMF-signalen.
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
!
!
PT PT
Druk op SAVE.
Neem op.
Druk op SAVE.
Herhalen van het opgeslagen nummer
Tijdens een gesprek of terwijl u een in gesprekstoon hoort, kunt u een gekozen
telefoonnummer opslaan, zodat u hetzelfde nummer op een later tijdstip weer op dezelfde
netlijn kunt kiezen.
Het opgeslagen nummer kan telkens worden herhaald totdat er een ander nummer wordt
opgeslagen
Het nummer opslaan Kiezen
Tijdens een gesprek of terwijl u een in gesprekstoon
hoort;
Druk op AUTO
KIEZEN/OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
4-24 Bediening
SLT en PT
7230 / 7235 / 7533 / 7536
4.3 Gesprekken beginnen
Raadpleeg “Gesprek Wacht”in deze handleiding voor beantwoording van het BSS-
gesprek.
Deze funktie werkt wanneer het gebelde interne toestel de funktie Gesprek Wacht heeft
ingeschakeld. Als Gesprek Wacht is uitgeschakeld, hoort de beller een herkiestoon.
Tijdens een gesprek (Deel 4.5)
Gesprek Wacht
GESPREK
WACHT-TOON
Ze is in gesprek. Ik
zal een Gesprek
Wacht-toon zenden.
Er wacht nog een
gesprek. Blijft u
even wachten.
2
!
!
Kies 2.
Wacht op beantwoording
en spreek.
Wacht op beantwoording
en spreek.
Wanneer de gebelde lijn in gesprek is
Waarschuwen lijn in gesprek (BSS, Busy Station Signaling)
Als u een intern gesprek voert en een in
gesprekstoon hoort;
Als u een intern gesprek voert en een in
gesprekstoon hoort;
Stelt u in staat om een Gesprek
Wacht-toon te verzenden naar een
intern toestel dat in gesprek is,
zodat deze weet dat u wacht.
BSS
S1
S2
S3
Druk op BSS (S1).
Bediening 4-25
4.3 Gesprekken beginnen
SLT en PT
7230 / 7235 / 7533 / 7536
SLT en PT
6
Wacht op het Camp-
On terugbelsignaal.
Hang op.Kies 6. Bevestig-ingstoon. Herkiestoon.
Wacht op het Camp-
On terugbelsignaal.
Hang op.Bevestig-
ingstoon.
Herkiest
oon.
4
6
Hang op.Kies 46.Neem op. Bevestig-ingstoon.
Uw telefoon automatisch laten waarschuwen dat een lijn weer vrij is
(Automatisch terugbellen bij in gesprek – “Camp-On”)
Deze funktie waarschuwt u (Camp-On terugbelsignaal) wanneer de gebelde partij of de
gekozen netlijn vrij is.
Automatisch terugbellen – Intern toestel
Als u het terugbelsignaal beantwoordt, klinkt op het toestel van de gebelde partij het
belsignaal.
Automatisch terugbellen – Netlijn
Als u het terugbelsignaal beantwoordt, wordt de netlijn automatisch gekozen en kunt u een
netlijngesprek beginnen.
Instellen
Als u een in gesprekstoon hoort;
Als u een in gesprekstoon hoort;
Opheffen
Druk op B. TRG (S3).
B.TRG
S1
S2
S3
4-26 Bediening
4.3 Gesprekken beginnen
Als het Camp-On terugbelsignaal na vier belsignalen (binnen 10 seconden) niet wordt
beantwoord, zal deze funktie automatisch worden opgeheven.
SLT en PT SLT en PT
Belsignaal op gebelde
interne toestel.
telefoonnr
!
!
Neem op. Neem op.
Kies het telefoonnummer.
Beantwoorden van een Beantwoorden van een
intern terugbelsignaal netlijn terugbelsignaal
Als u het Camp-On terugbelsignaal hoort; Als u het Camp-On terugbelsignaal hoort;
Bediening 4-27
4.3 Gesprekken beginnen
SLT en PT
SLT en PT
PT
Alle telefoons
Bij het horen van de in gesprek-toon dient u binnen 10 seconden “3” te kiezen.
De Serviceklasse-programmering bepaalt op welke interne toestellen deze funktie kan
worden uitgevoerd.
Deze funktie werkt niet als op het interne toestel de funktie “Negeren Inbreken op een
huidig gesprek” of “datalijn-beveiliging” is ingesteld.
Systeemprogrammering (Deel 3)
[514] Inbreken op een gesprek
[515] Inbreken op een gesprek – Negeren
3
Hang op.
De twee andere partijen
zetten hun gesprek voort.
Bevestig-
ingstoon.
Kies 3.
Er is nu een conferentie
tussen drie partijen tot
stand gebracht.
0
1
3
3
!
!
Bevestig-ingstoon.Neem op. Hang op.Kies 1 of 0.
Kies 733.
7
instellen
opheffen
Neem op.
Bevestig-
ingstoon.
Een huidig gesprek onderbreken (Inbreken op een gesprek)
De gebruiker van een vooraf toegewezen intern toestel kan een gesprek onderbreken,
teneinde een conferentie tussen drie partijen tot stand te brengen. U kunt de funktie ook
negeren, zodat anderen niet op uw gesprekken kunnen inbreken.
Inbreken op een huidig intern gesprek Inbreken op een huidig netlijn gesprek
Indien u een intern gesprek voert en
een in gesprek-toon hoort;
De conferentie verlaten
Negeren van “Inbreken op een huidig gesprek”
CO
Druk op de gewenste
CO-toets waarop u wilt
inbreken.
4-28 Bediening
4.4 Gesprekken beantwoorden
Alle telefoons PT
Druk op de AUTO BEANTW toets (Handenvrij beantwoorden) als u een intern gesprek
wilt beantwoorden zonder de hoorn op te nemen. Voor het opheffen van de Handenvrij-
funktie drukt u nogmaals op de AUTO BEANTW toets.
Neem op. Hang op.Spreek.
Hang op.Spreek
!
!
Gesprekken beantwoorden
Gesprekken beantwoorden
Stelt u in staat gesprekken te beantwoorden.
CO
ICM
OF
Druk op de knipperende CO of ICM.
Bediening 4-29
4.4 Gesprekken beantwoorden
SLT en PT
SLT en PT
SLT en PT
nr. van
rinkelende
interne toestel
0
Hij is niet op
kantoor. Ik zal
het gesprek
aannemen.
Hallo.
Sorry, maar de heer
Smith is niet op
kantoor.
4
Neem op. Bevestig-
ingstoon.
Kies 4 .
4
Neem op. Bevestig-
ingstoon.
Kies 40.
Bevestig-
ingstoon.
Kies het nummer
van het rinkelende
interne toestel.
Spreek.
Spreek.
Spreek.
1
4
Neem op. Kies 41.
Een gesprek beantwoorden
Een gesprek beantwoorden dat op een ander intern toestel binnenkomt
(Call Pickup)
Met deze funktie kunt u, op uw eigen toestel, een gesprek beantwoorden dat op een ander
toestel binnenkomt. De volgende manieren zijn mogelijk:
Call Pickup voor netlijn:Voor beantwoorden van een netlijngesprek.
Bepaalde Call Pickup: Voor beantwoorden van de gewenste netlijn, interne lijn of een
deurtelefoon-gesprek.
Call Pickup voor groep: Voor beantwoorden van een netlijn, interne lijn of een
deurtelefoon-gesprek binnen uw interne toestelgroep.
Als u niet wilt dat uw gesprekken door andere toestellen worden beantwoord, kunt u dat
programmeren.
Call Pickup voor netlijn
Bepaalde Call Pickup
Call Pickup voor groep
4-30 Bediening
4.4 Gesprekken beantwoorden
Een deurtelefoongesprek kan door elk intern toestel worden beantwoord, (ook al is) het
niet geprogrammeerd voor het beantwoorden van deurtelefoongesprekken.
Als u Call Pickup blokkeert, zult u kiestoon 2 horen wanneer u de hoorn opneemt.
Met de KX-T7235 kunt u Call Pickup voor een groep uitvoeren met de display-opties.
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 2.7)
Lijst van systeemfunkties
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing interne toestelgroep
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 2 – Veld (05)
Alle telefoons
!
!
0
2
7
1
0
voor blokkeren
voor toestaan
Neem op. Hang op.Bevestig-ingstoon.Kies 720.
Kies 1 of 0.
Blokkeren/toestaan van Call Pickup voor uw gesprekken
Een inkomend intern gesprek, een inkomend netlijngesprek en een deurtelefoongesprek
kunnen worden beantwoord.
Wanneer u een gesprek probeert te beantwoorden, en u hoort een herkiestoon, is de
verbinding verbroken tussen het antwoordapparaat en de beller.
Indien een antwoordapparaat parallel is aangesloten, kan een gesprek dat binnenkomt op
een ander parallel aangesloten telefoon ook worden beantwoord.
Indien TAM aansluitpunten tegelijk aannemen, kunt u het gesprek aannemen met een
toestel welke het eerste voor komt.
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[611] Toewijzing aansluiting van antwoordapparaat
SLT en PT
2
4
Neem op. Bevestig-ingstoon.Kies 42.
!
!
Spreek.
Een gesprek van een antwoordapparaat beantwoorden
Stelt u in staat een gesprek te beantwoorden dat via een antwoordapparaat binnenkomt.
Wanneer het gesprek via het antwoordapparaat
binnenkomt;
Bediening 4-31
4.5 Tijdens een gesprek
SLT PT
Als een wachtstandgesprek niet binnen een bepaalde tijd (standaard: 60 seconden) wordt
teruggenomen, wordt de funktie Terugbelsignaal Wachtstand geactiveerd.
Als een netlijngesprek in Wachtstand wordt geplaatst, en niet binnen 15 minuten wordt
teruggenomen, wordt het gesprek automatisch verbroken.
Eén netlijngesprek en één intern gesprek kunnen tegelijkertijd in de Wachtstand worden
geplaatst. (Alleen SLT)
Terwijl een beller in Wachtstand staat, hoort hij een melodie.
Als u wenst dat andere gebruikers van interne toestellen uw gesprek niet terugnemen,
drukt u tweemaal op de WACHTSTAND toets. Op een ander intern toestel kan men uw
gesprek dan niet terugnemen (Exclusieve Wachtstand). Exclusieve Wachtstand is
uitsluitend beschikbaar voor gebruikers van systeemtoestellen.
Timer programmering (Deel 3.5)
[200] Terugbeltijd Wachtstand
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 2 – Veld (05)
!
!
5
R
0
Druk kort op
de haak.
Kies 50. Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
SLT en PT PT
5
0
Kies 50.Neem op.
OF
Druk op de knipperende CO of ICM toets.
ICM
Een gesprek in de wachtstand plaatsen
Een gesprek in de wachtstand plaatsen (Wachtstand)
Met deze funktie kunt u een gesprek in de wachtstand plaatsen.
Een gesprek in de wachtstand plaatsen
Tijdens een gesprek; Tijdens een gesprek;
Terugnemen van een gesprek dat in Wachtstand is geplaatst
Tijdens een gesprek; Tijdens een gesprek;
WACHTSTAND
Druk op
WACHTSTAND.
CO
4-32 Bediening
4.5 Tijdens een gesprek
SLT en PT
Terugnemen van een intern gesprek dat op een ander toestel in Wachtstand staat
1
5
3
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Kies 53.
ISDN-poortnr.
Kies het ISDN-
poortnr. (1···2).
5
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Kies 51.
interne toestelnr.
Kies het interne
toestelnummer.
Terugnemen van een gesprek dat door een ander intern toestel in de
Wachtstand is geplaatst (Terugnemen Wachtstandgesprek)
U kunt een gesprek terugnemen dat door een ander intern toestel in de Wachtstand is
geplaatst.
Terugnemen van een netlijngesprek dat op een andere telefoon in Wachtstand staat
SLT en PT
Bediening 4-33
4.5 Tijdens een gesprek
Een gesprek “parkeren” in het systeem (Gesprek Parkeren)
Deze funktie stelt u in staat een
gesprek te laten wachten in een
speciaal daarvoor bestemde zone van
het systeem. Hierdoor kunt u
onbelemmerd andere funkties
toepassen. Een geparkeerd gesprek kan
door een willekeurig intern toestel
worden teruggenomen.
Een gesprek parkeren
SLT and PT
PT
SLT
5
2
U kunt andere
funkties
toepassen.
parkeerzon
e-nr.
5
2
parkeerzon
e-nr.
Kies 52.
Bevestig-
ingstoon.
Bevestig-
ingstoon.
Kies het
parkeerzone-
nummer (0···9).
5
2
U kunt andere
funkties
toepassen.
parkeerzon
e-nr.
Kies 52.Bevestig-
ingstoon.
Bevestig-
ingstoon.
Kies het
parkeerzone-
nummer (0···9).
Kies 52. Bevestig-
ingstoon.
Kies het
parkeerzone-
nummer (0···9).
Neem op.
Spreek.
Tijdens een gesprek;
Tijdens een gesprek;
Een geparkeerd gesprek terugnemen
DVB
Druk op
DVB.
Parkeerzone
R
Druk kort
op de
haak.
4-34 Bediening
4.5 Tijdens een gesprek
Er kunnen maximaal tien gesprekken in het systeem worden geparkeerd.
Als de gekozen parkeerzone vol is, hoort u een in-gesprekstoon. In dit geval voert u
telkens het andere parkeerzone-nummer in totdat u de kiestoon hoort.
Als een geparkeerd gesprek niet binnen de ingestelde tijd van “Terugbelsignaal
Doorverbinden” wordt teruggenomen, zal de funktie “Terugbelsignaal Geparkeerd
Gesprek” in werking treden. Als het geparkeerde gesprek een netlijngesprek is, kunt u via
systeemprogrammering bepalen of het “Terugbelsignaal Geparkeerd Gesprek” wordt
ontvangen door: het betreffende interne toestel of door de Telefonist(e).
Als een “Terugbelsignaal Geparkeerd Gesprek” niet binnen 15 minuten wordt beantwoord,
wordt het wachtstandgesprek automatisch verbroken.
Met de KX-T7235, KX-T7531, KX-T7533, KX-T7536 kan de Receptioniste deze funktie
uitvoeren met de displaybediening.
Timer programmering (Deel 3.5)
[201] Terugbeltijd Doorverbinden
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 2 – Velden (00), (05)
Displaybediening (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
!
!
Bediening 4-35
4.5 Tijdens een gesprek
PT
SLT
OK.
Dank u wel.
Mevr. de Wit?
Mr. de Bruin voor
u aan de lijn.
interne toestel
van
bestemming
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies het interne
toestelnummer van
bestemming.
interne toestel
van
bestemming
Bevestig-
ingstoon.
Kies het interne
toestelnummer van
bestemming.
Het gesprek
aankondigen.
[weglaten indien nodig.]
Wacht op
beantwoording.
Hang op.
Het gesprek
aankondigen.
[weglaten indien nodig.]
Wacht op
beantwoording.
Gesprekken doorverbinden
U kunt een gesprek naar een andere bestemming doorverbinden met of zonder aankondiging
van het gesprek.
Een gesprek naar een intern toestel doorverbinden |
(Gesprek doorverbinden — Intern)
Tijdens een gesprek;
Tijdens een gesprek;
DVB
Druk op
DOORVER
BINDEN.
R
Druk kort op
de haak.
4-36 Bediening
4.5 Tijdens een gesprek
Druk op de R-toets als u het wachtstandgesprek wilt terugnemen (voor SLT/ISDN
telefoon), of gebruik de funktie Doorverbinden, of de bijbehorende CO of ICM toets (voor
PT) voordat bij de bestemming (het interne toestel) wordt opgenomen.
Een gesprek doorverbinden met een DSS toets;
Gebruikers van systeemtoestellen kunnen een netlijngesprek ook naar een intern toestel
doorverbinden door eenvoudigweg op de DSS (Direct Station Selectie) toets te drukken,
indien toegewezen.
Als het toestel, waarnaar werd doorverbonden, het gesprek niet binnen 12 belsignalen
(standaard) beantwoord, treedt “Terugbelsignaal Doorverbinden” in werking. Als het
doorverbonden gesprek een netlijngesprek is, kunt u via optionele programmering bepalen
of het “Terugbelsignaal Doorverbinden” hoorbaar is op het toestel dat doorverbond of bij
de Telefonist(e).
Als u het “Terugbelsignaal Doorverbinden” niet binnen 15 minuten beantwoordt, zal de
lijn worden verbroken.
Het is systeem-programmeerbaar om de beller een terugbeltoon of wachtstandmuziek te
laten horen tijdens het doorverbinden.
Timer Programmering (Deel 3.5)
[201] Terugbeltijd Doorverbinden
Optionele Programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 1 – Veld (00), Gebied 2 – Veld (00)
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toesten op uw telefoon
!
!
3
6
0
iedereen oproepen
Voor
oproepen
van groep
Bevest
igingstoon.
Kondig
aan.
Wacht op
beantwoording.
Kies 63. Kies 0 of
Interne groep nummer (1···8).
Hang op.
3
6
0
iedereen oproepen
Bevest
igingstoon.
Kondig
aan.
Wacht op
beantwoording.
Kies 63. Kies 0 of
Interne groep nummer (1···8).
Hang op.
Een gesprek naar een intern toestel doorverbinden na oproepen
Tijdens een
gesprek;
Tijdens een
gesprek;
DVB
Druk op
DVB.
R
Druk kort
op de
haak.
Voor
oproepen
van groep
interne groepnr.
SLT
interne groepnr.
PT
Bediening 4-37
4.5 Tijdens een gesprek
In plaats van op de CO toets te drukken, kunt u ook de ISDN poort toegangscode (0, 81,
82) kiezen.
Als u terug wilt naar het gesprek in wachtstand, drukt u op de DVB toets of de
bijbehorende CO of ICM toets voordat er bij het gewenste toestel wordt opgenomen.
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen deze funktie kunnen uitvoeren.
Serviceklasse Programmering (Deel 3.8)
[503] Gesprek doorverbinden naar een netlijn
PT
!
!
gewenste
telnr.
Bevestig-
ingstoon.
Kies het gewenste
telefoonnummer.
Een gesprek naar een netlijn doorverbinden
(Gesprek doorverbinden – naar netlijn)
Tijdens een gesprek;
DVB
Druk op
DOORVER
BINDEN.
Druk op
CO.
CO
Hang op.
Het gesprek
aankondigen.
[weglaten indien nodig.]
Wacht op
beantwoording.
4-38 Bediening
4.5 Tijdens een gesprek
SLT en PT
SLT en PT
GESPREK
WACHT-TOON
Er belt nog iemand.
Blijft u even
wachten.
1
3
7
1
0
voor instellen
voor opheffen
Kies 731. Bevestig-
ingstoon.
Kies 1 of 0.
Neem op.
Hang op.
Neem op.Hang op. Spreek met de
nieuwe beller.
Gesprek Wacht
Tijdens een gesprek waarschuwt een
Gesprek Wacht-toon dat er nog een
tweede gesprek wacht. U kunt het
tweede gesprek beantwoorden door het
huidige gesprek te beëindigen of in de
wachtstand te plaatsen.
Instellen / Opheffen
Het tweede gesprek beantwoorden door beëindiging van het huidige gesprek
Terwijl u een Gesprek Wacht-toon
hoort;
Bediening 4-39
4.5 Tijdens een gesprek
Een Gesprek Wacht-toon is hoorbaar wanneer een netlijngesprek of een
deurtelefoongesprek wordt ontvangen, of wanneer een ander intern toestel de funktie
“Toestel in gesprek-signalering”.
Instellen van de funktie “Datalijn-beveiliging” zal deze funktie tijdelijk opheffen.
U kunt verschil horen tussen de Gesprek Wacht-toon die ontvangen wordt van een netlijn
en een interne lijn (Selectie Gesprek Wacht-toon type).
Begin-instellingen (Deel 2.2)
Instellen van uw telefoonfunkties
PT
SLT
!
!
5
0
Hang op.Kies 50. Spreek met de
nieuwe beller.
Spreek met de
nieuwe beller.
Neem op.
Het tweede gesprek beantwoorden door het huidige gesprek in de Wachtstand te
plaatsen
Terwijl u een Gesprek Wacht-toon hoort;
Terwijl u een Gesprek Wacht-toon hoort;
Terwijl u een Gesprek Wacht-toon hoort;
CO
Druk op de knipperende CO of
INTERCOM.
WACHTSTAND
Druk op
WACHTSTAND.
ICM
Spreek met de
nieuwe beller.
CO
OF
Druk op de knipperende CO of
INTERCOM.
ICM
OF
R
Druk kort
op de haak.
4-40 Bediening
4.5 Tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek, wanneer u een hoorn gebruikt, danwel de handenvrij mode heeft
geactiveerd, kunt u de microfoon uitschakelen, zodat de tegenpartij u niet kan horen, maar u
kunt de andere partij wel verstaan.
Aan / Uit zetten van de handset microfoon
Aan / Uit zetten van de microfoon in de handenvrij modus.
7531 / 7533 / 7536
De microfoon uitschakelen (Microphone Mute)
Druk op OPSLAG
AUTO KIEZEN
OPSLAG
PT
MIC UIT
AUTO BEANTW
Druk op MIC UIT
Bediening 4-41
4.5 Tijdens een gesprek
De oproep negeren
SLT en PT
Alle telefoons
3
6
0
iedereen oproepen
Voor
oproepen
van groep
Wacht op beant
woording en
spreek.
Kies 63.Neem op.
3
4
Bevest-
igingstoon.
Bevestingingstoon en oproep via
ingebouwde luid spreker.
Spreek.Kies 43.Neem op.
PT
1
0
negeren
toestaan
Bevest igingstoon. Hang op.Kies 1 of 0.Neem op.
2
1
7
Kies 721.
Oproepen
Stelt u in staat om meerdere mensen tegelijkertijd op te roepen. Uw boodschap is hoorbaar
via de ingebouwde luidsprekers van alle interne toestellen of van een bepaalde groep interne
toestellen. De opgeroepen persoon kan uw oproep beantwoorden met behulp van de
dichtsbijzijnde telefoon. U kunt een gesprek na het oproepen tevens doorverbinden, of
negeren dat u wordt opgeroepen.
Oproepen
De oproep beantwoorden
Met de KX-T7235, KX-T7531, KX-T7533 en KX-T7536, kunt u de funktie
“Oproepen van groep” met de displeybediening uitvoeren.
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
!
!
interne groepnr.
Kies 0 of
Interne groep nummer (1···8).
Bevest
igingstoon.
Kondig
aan.
4-42 Bediening
4.6 Overige funkties
DESCRIPTION
Alle gesprekken worden naar een ander intern toestel doorgeschakeld.
Wanneer u in gesprek bent worden de gesprekken naar een ander intern
toestel doorgeschakeld.
Als u het gesprek niet binnen de vooraf ingestelde tijd beantwoordt,
worden de gesprekken naar een ander intern toestel doorgeschakeld.
De gesprekken worden naar een ander intern toestel doorgeschakeld
als u in gesprek bent of niet binnen de vooraf ingestelde tijd
beantwoordt.
De gesprekken worden naar een netlijn doorgeschakeld.
Stelt u in staat om op afstand de funktie “Gesprek doorschakelen –
Alle gesprekken” in te stellen vanaf het toestel waarnaar u wilt laten
doorschakelen.
Een gesprek doorschakelen
Schakelt automatisch inkomende
gesprekken door naar een vooraf
ingestelde bestemming.De volgende typen
zijn beschikbaar:
TYPE
Alle gesprekken
In gesprek
Geen antwoord
In gesprek/Geen
antwoord
Naar netlijn
Volg Mij
Voordat u uw bureau verlaat
Er kan slechts één type van Gesprek doorschakelen worden gekozen.
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen de funkties “Gesprek doorschakelen –
naar netlijn / Volg Mij” kunnen uitvoeren.
Het instellen van één van de “Gesprek doorschakelen”-funkties zal een andere “Gesprek
doorschakelen”- of Niet Storen-funktie opheffen.
Een flexibele toets op het systeemtoestel kan als DSN/NS (Doorschakelen/Niet Storen)
toets worden toegewezen.
Met de KX-T7235 kunt u via displaybediening alle “Gesprek doorschakelen”-funkties
instellen of opheffen.
• U kunt ‘ ’ gebruiken om een PAUZE op te slaan.
0 t/m 9 en azijn toewijsbaar. (Gesprek doorschakelen naar een netlijn)
Timer programmering (Deel 3.5)
[202] Gesprek doorschakelen – Geen Antwoord-tijdsduur
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[503] Gesprek doorschakelen naar een netlijn
[511] Gesprek doorschakelen – Volg Mij
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Displaybediening voor DSN/NS (KX-T7235 / KX-T7536 only)
!
!
Bediening 4-43
4.6 Overige funkties
PT
SLT en PT
Instellen
DOORSCHAKEL-TYPE PARAMETER
2
Alle gesprekken
3
In gesprek
4
Geen antwoord
5
In gesprek / Geen antwoord
6
Naar een netlijn
7
Volg Mij
N
UMMER
D
OORSCHAKEL
-T
YPE
X
1
0
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 710. Kies doorschakel-typenr.
(2···7).
Kies de gewenste
parameter.
Kies doorschakel-typenr.
(2···7).
Kies de gewenste
parameter.
parameter
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
uw interne toestelnr.
Kies uw interne toestelnummer.
gewenste interne
toestelnr.
Kies het nummer van het
gewenste interne toestel
(bestemmingstoestel).
Kies het gewenste
telefoonnummer.
ISDN-
poortnummer
toegangscode
gewenste
telefoonnr.
Kies #.
Kies de toegangscode
van de ISDN-poort.
maximaal 16 cijfers
X
parameter
Druk op
DSN/NS.
DSN/NS
4-44 Bediening
4.6 Overige funkties
SLT en PT
Opheffen
Opheffen gesprek doorschakelen vanaf het eigen toestel
0
1
0
0
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 7100.
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
Kies 0.
PT
SLT en PT
Opheffen gesprek doorschakelen vanaf het ontvangende toestel – Alleen Volg Mij stand
8
1
0
8
7
Neem op. Kies 7108.
Neem op.
Kies 8.
uw interne toestelnr.
Kies uw interne
toestelnummer
uw interne toestelnr.
Druk op
DSN/NS.
DSN/NS
PT
Druk op
DSN/NS.
DSN/NS
Kies uw interne
toestelnummer
Bevestig-
ingstoon.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
Hang op.
Bediening 4-45
4.6 Overige funkties
Alle telefoons
Alle telefoons
Op een geblokkeerd toestel kunt u interne gesprekken beginnen en beantwoorden, en
tevens netlijngesprekken ontvangen.
De Telefonist(e) kan voor een ander intern toestel deze funktie instellen en opheffen (Op
afstand bedienen van Elektronische toestelblokkering).
De nieuwe instelling heft de oude op. Indien u uw toestel heeft geblokkeerd, en de
Telefonist(e) blokkeert (op afstand) uw toestel, dan kunt u uw toestel niet deblokkeren.
Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e) (Deel 4.8)
Het op afstand bedienen van “Elektronische toestelblokkering”
!
!
7
7
blokkeercode
blokkeercode
Dezelfde code
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
Kies
blokkeercode
(000···999).
Dial same lock
code again.
Kies 77.
7
7
blokkeercode
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
Kies
blokkeercode
(000···999).
Kies 77.
Uw telefoon op blokkeren (Elektronische
toestelblokkering)
Het is mogelijk om uw interne toestel te blokkeren, zodat
andere gebruikers geen netlijngesprekken kunnen voeren.
Voor de toestelblokkering kunt u een willekeurige 3-
cijferige code gebruiken. Diezelfde code gebruikt u weer
om het toestel te deblokkeren.
Blokkeren
Deblokkeren
4-46 Bediening
4.6 Overige funkties
Alle telefoons
BOODSCHAP
PARAMETER
1
Kom zo terug Geen
Geen
Geen
BOODSCHAP-NR.
2
Ben naar huis
interne toestelnr.
Kies het interne toestelnummer.
uur
Voer het uur in (00···23) en de minuten (00···59).
minuut
dag
Voer de dag in (01···31) en de maand (01···12).
maand
3
Op TST % %
4
Terug om %%:%% (tijd)
5
Weg tot %%/%%
6
In vergadering
7
(Programmeerbaar)
(Programmeerbaar)
(Programmeerbaar)
8
9
X
5
0
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 750.
Kies Boodschap-
nummer (1···9).
Kies de gewenste
parameter.
Parameter
Opmerking: Het % teken staat voor het cijfer waar u de gewenste parameter invoert.
(Wordt vervolgd)
Uw boodschap weergeven op het display van de gebelde partij (Afwezig-
boodschap)
Gebruikers van een telefoon met display kunnen daarop aflezen waarom u afwezig bent. Er
zijn zes voorgeprogrammeerde standaard boodschappen. Indien gewenst kunnen de
boodschappen 7,8 en 9 worden geprogrammeerd met behulp van een personal computer (PC
programmering).
Instellen “Weergave Afwezig-boodschap”
Bediening 4-47
4.6 Overige funkties
Alle telefoons
Een boodschap programmeren met de PC
Alle boodschappen kunnen veranderd worden of geprogrammeerd via PC programmering.
Elke boodschap heeft een maximum van 16 karakters. U kunt maximaal zeven “%”
karakters per boodschap gebruiken, die op elk intern toestel kunnen worden
geprogrammeerd. De toestelgebruiker kan 0 t/m 9 invoeren, en “#” voor de “%” tekens. Als
u niet alle “%” tekens invult, dient u toch “” en “#” in te vullen.
<Voorbeeld> Voor het instellen van Boodschap 7;
Programmering via een PC : ABC%DEF%%GHI%J%K
Toestelgebruiker kan invoeren : 750 + 7 (boodschapnummer) + 1234 (parameter)
Op het display verschijnt : ABC1DEF23GHI4JK
Gebruikers van een display telefoon kunnen de geselecteerde boodschap aflezen elke keer
dat de hoorn opgenomen wordt.
Bij gebruik van de KX-T7235 kunt u deze functie uitvoeren met de display functies.
PC programmering (Deel 3.13)
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
0
5
0
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 7500.
!
!
Opheffen “Weergave Afwezig-boodschap”
4-48 Bediening
4.6 Overige funkties
Wanneer u het telefoonnummer van een externe partij kiest, dient u eerst de toegangscode
van de ISDN-poort (0, 81 of 82) te kiezen.
U kunt naar de eerste partij terugkeren vóórdat de derde partij opneemt door op de R-toets
te drukken.
Als u met minstens één externe partij vergadert, kunt u de beide partijen in de wachtstand
plaatsen door op de WACHTSTAND-toets te drukken.
Aan een gesprek tussen twee partijen kan een derde
partij worden toegevoegd (Conferentie). U kunt de
Conferentie ook verlaten, terwijl de andere twee partijen
het gesprek voortzetten. Als de andere twee gesprekken
netlijngesprekken zijn, kunt u naderhand weer aan de
Conferentie deelnemen.
Er kunnen maximaal vier Vergaderingen tegelijkertijd
plaatsvinden.
De gebruiker van een KX-T7250 kan de
CONF(ERENTIE) toets op de flexibele toets
toewijzen.
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
Een Conferentie tot stand brengen
PT
SLT
Er is nu een vergadering
van drie partijen tot
stand gebracht.
telefoonnr.
van derde
partij
3
Bevestig-
ingstoon.
Bevestig-
ingstoon.
Kies het
telefoonnummer van
de derde partij.
Kies 3.
!
!
!
!
Er is nu een
conferentie
tussen drie
partijen tot stand
gebracht
telefoonnr.
van derde
partij
Bevestig-
ingstoon.
Bevestig-
ingstoon.
Dial third party’s
phone number.
Wacht op
beantwoordi
ng.
Wacht op
beantwoording.
(Wordt vervolgd)
Gesprek met drie partijen (Conferentie)
Tijdens een gesprek tussen twee partijen;
Tijdens een gesprek tussen twee partijen;
Druk op
CONF.
CONF
Druk op
CONF.
CONF
R
Druk kort
op de
haak.
R
Druk kort
op de
haak.
Bediening 4-49
4.6 Overige funkties
SLT en PT
SLT
PT
PT
Gesprek met de gewenste partij
is tot stand gebracht en het
gesprek met de andere partij is
beëindigd.
Bevestig-
ingstoon.
U kunt met de eerste
partij spreken.
Bevestig-
ingstoon.
U kunt met de
eerste partij
spreken.
Bevestig-
ingstoon.
PT
De Conferentie verlaten terwijl de andere twee partijen het gesprek voortzetten
(Conferentie zonder deelname)
Hang op.
Als de andere twee
partijen netlijngesprekken
zijn, wordt hun
verbinding verbroken.
Van een gesprek tussen drie partijen naar twee partijen-gesprek
Gesprek met de ene partij beëindigen en verder spreken met de andere
(niet beschikbaar wanneer het drie interne gesprekken betreft)
Spreken met de eerste partij terwijl de tweede in de wachtstand staat
De Conferentie verlaten terwijl de andere twee partijen het gesprek voortzetten
(tenzij dat netlijngesprekken zijn)
De Conferentie verlaten
CO
Druk op CO of INTERCOM die u
niet wilt beëindigen.
OF
ICM
DVB
Druk op
DOORVER
BINDEN.
Druk op CONF.
CONF
R
Druk
kort op
de haak.
4-50 Bediening
4.6 Overige funkties
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen “Conferentie zonder deelname” kunnen
uitvoeren.
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[503] Gesprek doorverbinden naar een netlijn
PT
!
!
Weer deelnemen aan de Conferentie tussen twee externe partijen
Druk op CO die langzaam
groen knippert.
CO
Bediening 4-51
4.6 Overige funkties
Op elk intern toestel kan een tijd worden ingesteld
waarop een alarmsignaal klinkt. U kiezen voor een
eenmalige alarmtijd of een dagelijkse.
Instellen
PT met display
SLT en PT
SLT en PT
2
Het alarmsignaal duurt 30 seconden.
Als u een inkomend netlijngesprek ontvangt in de 1:N status tijdens het alarmsignaal, start
het belsignaal als het alarmsignaal is gestopt.
Als u een gesprek voert en het is tijd voor het alarm, begint het alarmsignaal nadat het
gesprek is beëindigd.
uur minute
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Voer het uur
in (00···23).
Voer de
minuten in
(00···59).
Kies 0 of 1.
Kies 761.
1
6
7
0
1
voor een eenmalig
alarm
voor een
dagelijks alarm
Neem op.
SLT en PT
0
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
Hang op.
Kies 760.
6
7
!
!
Hang op.
Het display toont
de ingestelde tijd.
Neem op.
Kies 762.
6
7
Instellen van het alarm (Tijd-herinneringssignaal)
Opheffen Het alarmsignaal stopzetten
Controleren van de tijdsinstelling op het display
4-52 Bediening
4.6 Overige funkties
• Programmering van aangesloten apparatuur (Deel 3.11)
[803] Muziekbron
PT
7230 / 7235 / 7533 / 7536
De Achtergrondmuziek inschakelen (Achtergrondmuziek (AGM)
Wanneer de hoorn op de haak ligt, biedt deze funktie de mogelijkheid om via de
ingebouwde luidspreker van de telefoon achtergrondmuziek te laten klinken.
Inschakelen / uitschakelen
WACHTSTAND
Druk op
WACHTSTAND.
AGM
S1
S2
S3
Druk op AGM (S3).
SLT en PT
0
0
7
gewenste
interne
toestelnr.
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies het gewenste
interne
toestelnummer.
Kies 700.
(Wordt vervolgd)
SLT en PT
U kunt de gebelde partij laten weten dat er een boodschap voor hem wacht. Op
enkelvoudige telefoons (SLT) en ISDN-telefoons hoort men een speciaal belsignaal en
kiestoon 4, ter indicatie dat er een boodschap werd ontvangen. Indien uw telefoon is
voorzien van een Boodschap Wacht indicator (BOODSCHAP indicator) kunt u zien dat er
een boodschap werd achtergelaten.
Achterlaten van een “Waarschuwing Boodschap Wacht”
Als u een intern nummer kiest en u hoort de in
gesprektoon, een terugbel- of de Niet Storen toon;
Opheffen van “Waarschuwing Boodschap Wacht”
SLT en PT
Bediening 4-53
4.6 Overige funkties
Achterlaten van een “Waarschuwing Boodschap Wacht” (Boodschap Wacht)
1
0
7
gewenste
interne toestel
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
Hang op.
Kies het gewenste
interne
toestelnummer.
Kies 701.
KIESTOON 4
Iemand heeft een
boodschap
achtergelaten.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
(Alleen PT)
of
Druk op
BOODSCHAP
of kies 4.
4
BOODSCHAP
SLT en PT
Via het display een boodschap kiezen en controleren (door de ontvanger)
Terwijl de hoorn op de haak ligt;
De afzender van de boodschap terugbellen
Wissen van alle boodschappen door de boodschap-ontvanger
SLT en PT
PT met Display
4-54 Bediening
4.6 Overige funkties
De boodschap wordt na
het gesprek gewist.
0
7
2
Kiestoon 4.Neem op. Kies 702. Spreek.
Druk herhaaldelijk
op BOODSCHAP.
De boodschap zal in de
volgorde van
binnenkomst verschijnen.
De boodschap wordt na
het gesprek gewist.
Kiestoon 4.Neem op. Spreek.
0
uw (ontvanger’s
boodschap) interne
toestelnr.
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
0
7
Kiestoon 4.Neem op. Kies 700. Kies uw interne
toestelnummer.
BOODSCHAP
Druk op
BOODSCHAP.
BOODSCHAP
PT
Bediening 4-55
4.6 Overige funkties
Als op uw toestel meerdere boodschappen zijn achtergelaten, zal het terugbellen
overeenkomstig de volgorde van binnekomst plaatsvinden.
Het systeem ondersteunt maximaal 64 boodschappen die tegelijkertijd worden verstuurd.
Bent u toevallig de 65ste, dan hoort u een herkiestoon.
Het speciale belsignaal voor SLT- telefoons klinkt driemaal met een intervaltijd van 5
seconden. Daarna volgt er een interval die programmeerbaar is.
Een gebruiker van een systeemtoestel kan de BOODSCHAP toets toewijzen aan een
flexibele toets.
U kunt deze funktie via displaybediening uitvoeren met de KX-T7235, KX-T7531, KX-
T7533, en KX-T7536.
Timer programmering (Deel 3.5)
[207] Intervaltijd Waarschuwing Boodschap Wacht
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
!
!
4-56 Bediening
4.6 Overige funkties
Een Kostencode wordt gebruikt voor het identificeren van netlijngesprekken ten behoeve
van rekeningoverzichten. De Kostencode wordt achter de SMDR (Station Message Detail
Recording)-opname geplaatst. Voor inkomende netlijngesprekken is de kostencode
optioneel. Voor uitgaande netlijngesprekken zijn drie modi beschikbaar voor het invoeren
van een Kostencode. Een modus wordt gekozen op basis van een Serviceklasse.
In de modus “gecontroleerd – Alle gesprekken” dient u altijd een vooraf toegewezen
Kostencode in te voeren wanneer u één van de volgende gesprekken begint (tenzij de code
al in het geheugen is opgeslagen):
Handmatig kiezen
(Kiezen van een ISDN-poort) Herhalen van het laatst
gekozen nummer
Gesprek doorschakelen – naar netlijn Herhalen van het opgeslagen
nummer
“Pickup” funktie (SLT) Snelkiezen via het interne
toestel (SLT)
Verkort kiezen (PT) Snelkiezen via het systeem
In de modus “Gecontroleerd – modus “Inbreken op Kiesrestrictie” dient u een vooraf
toegewezen Kostencode in te voeren om in te breken op een kiesrestrictie (Inbreken op
kiesrestrictie door invoer van Kostencode).
In de Optie-modus kunt u, indien nodig, een willekeurige Kostencode invoeren.
Invoeren van Kostencodes alvorens u een nummer kiest
7230 / 7235 / 7533 / 7536
PT
Alle telefoons
kostencode
Voer de Kostencode
(max. 5 cijfers, 0···9).
kostencode
Bevestig-
ingstoon.
toegangscode ISDN-
poort
tel.nr.
Neem op.
Kies het
telefoonnummer.
Kies de toegangscode van
de ISDN-poort (0, 81···82).
Kies #.
Voer de Kostencode
in (max. 5 cijfers,
0···9).
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Kies het
telefoonnummer.
Kies 49.
Kies #.
4
9
tel.nr.
Bevestig-
ingstoon.
tel.nr.
Neem op. Kies het
telefoonnummer.
Druk op TIJD (S3).
Kies #.
TIJD.
S1
S2
S3
kostencode
Voer de kostencode
in (max. 5 cijfers,
0···9).
Druk op de
Kostentoets.
Bellen met kostencodes (Invoer Kostencode)
Druk op CO.
CO
Druk op
CO.
CO
Bediening 4-57
4.6 Overige funkties
PT
7230 / 7235 / 7533 / 7536
U kunt een nummer wissen en opnieuw invoeren door tijdens het invoeren van een
Kostencode op “ ” te drukken.
Nadat een kostencode is ingevoerd kan ook “99” in plaats van “#” worden ingevoerd.
Een Kostencode kan in het kiesgeheugen (bijv. als snelkiesnummer van systeem/toestel)
worden opgeslagen.
Als een ingevoerde Kostencode niet met een opgeslagen Kostencode overeenkomt (in de
modus “Gecontroleerd – Alle gesprekken” of “Gecontroleerd – modus “Inbreken op
kiesrestrictie”), hoort u een herkiestoon.
De gebruiker van een systeemtoestel kan de Kostentoets toewijzen aan een flexibele toets.
Systeemprogrammereing (Deel 3.4)
[101] Kostencodes
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[505] Modus voor Kostencode-toegang
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
!
!
Druk op TIJD (S3).
TIJD.
S1
S2
S3
kostencode
Voer de Kostencode in
(max. 5 cijfers, 0···9).
kostencode
Voer de Kostencode in
(max. 5 cijfers, 0···9).
Druk op
Kostentoets.
Kies #.
Kies #.
Een Kostencode invoeren tijdens of na een gesprek
4-58 Bediening
4.6 Overige funkties
SLT
OPTIE
INVOER PROGRAMMERING
U kunt de gesprekskosten opvragen van alle interne toestellen, netlijnen en de kostencode of
afdelingscode. De gegevens kunnen worden afgedrukt door SMDR (Station Message Detail
Recording) of door elk intern toestel worden gewist.
1
7
2
7
1
6
3
7
interne
toestelnr.
interne toestelnr.
1
Voer het nummer van de kostencodetabel in.
kostencodetabel-nr.
4
afdelingscode
9
5
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies #.
Kies 5 9.
9
5
Voer ID-code
in (4 cijfers).
Wist de gesprekskostenteller.
Wist de kostencode-teller.
Stelt het nieuwe tarief in
(XXXXXXXX Gulden)
Wist alle kosten, behalve die
van een intern toestel.
Wist kosten(gegevens) van
alle interne toestellen.
Drukt alle kosten af, behalve
die van een intern toestel.
Drukt de kosten van alle
interne toestellen af.
Drukt de kosten van een
intern toestel af.
Wist de kostenteller van de
afdelingscode.
2
6
Kies het interne toestelnummer.
Kies het interne toestelnummer.
Voer de afdelingscode in (max. 5 cijfers).
OPTIE-NR.
Geen
Geen
Geen
Geen
Follow the Programming
Input in the list.
Invoer
programmering
Voer het
OPTIE-
nr. in.
Optie-
nr.
ID code
Gesprekskosten raadplegen (Kostenverwijzing)
nieuw tarief (XXXXXXXX)
(Het decimaalteken is een “floating” cijfer.)
(1
···2
)
ISDN poortnr.
(Wordt vervolgd)
Bediening 4-59
4.6 Overige funkties
PT
3
2
1
7
7
7
Stelt het nieuwe tarief in
(XXXXXXXX Gulden)
Wist alle kosten, behalve die
van een intern toestel.
Wist de kosten van alle
interne toestellen.
Drukt alle kosten af, behalve
die van een intern toestel.
Drukt de kosten van alle
interne toestellen af.
Drukt de kosten van een
intern toestel af.
5
6
6
2
1
9
9
Kies 999.
Druk op
PROGRAM.
9
Voer de ID-code
in (4 cijfers).
ID code
Volg de programmering in
de lijst.
Invoer
programmering
OPTIE
INVOER PROGRAMMERING
interne toestelnr.
1
Verwijst naar de
gesprekskosten van een
intern toestel.
Wist de gesprekskostenteller
van een intern toestel.
Verwijst naar de tariefkosten
van een netlijn.
Verwijst naar de totale
tariefkosten.
Verwijst naar de tariefprijs
van de kostencode.
Wist de kostenteller van de
kostencode.
3
4
4
Kies het interne toestelnr.
interne toestelnr.
Kies het interne toestelnr.
Voer het nummer van de kostencodetabel in (01···40).
kostencodetabel-nr.
kostencodetabel-nr.
Voer het nummer van de
kostencodetabel in (01···40).
interne toestelnr.
Kies het interne toestelnummer.
OPTIE-NR.
Voer het
OPTIE-nr. in.
ITEM No.
Geen
Geen
Geen
ISDN-poortnr.
Kies het ISDN-poortnummer (1···2).
PROGRAM
(Wordt vervolgd)
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
WACHTSTAND
Druk op
WACHTSTAND.
DVB
Druk op DVB.
Druk op OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
DVB
Druk op DVB.
Druk op OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Druk op HANDEN-VRIJ.
HANDEN-VRIJ
Druk op OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Druk op OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
nieuw tarief (XXXXXXXX)
(Het decimaalteken is
een “floating” cijfer.)
(1
···2
)
ISDN poortnr.
Druk op OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
4-60 Bediening
4.6 Overige funkties
Stelt de nieuwe kostencode
in.
8
9
9
OPTIE
INVOER PROGRAMMERING
Verwijst naar de tariefprijs
van de afdelingscode.
Wist de kostenteller van de
afdelingscode.
Voer het nummer van de
kostencodetabel in (01···40).
Voer de nieuwe
kostencode in.
afdelingscode
Voer de afdelingscode in (max. 5 cijfers).
afdelingscode
Voer de afdelingscode
in (max. 5 cijfers).
OPTIE-
NR.
kostencode-
tabel-nr.
nieuwe
kostencode
Gebruikers van een telefoon met display kunnen de berichten op het display aflezen en
programmeren door op de volgende toetsen te drukken.
DOORVERBINDEN : Wist een foutieve ID-code.
HANDEN-VRIJ : Gaat naar het volgende interne toestel- netlijn-
kostencodetabel-en afdelingscode-nummer.
R-toets : Gaat terug naar de stap voordat of nadat de ID-code
werd ingevoerd.
AUTO BEANTW/MUTE : Biedt de keuze tussen weergave van de kostenteller en
het tarief in guldens.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[101] Kostencodes
[107] Keuze van kostenaanduiding
[108] Instellen van een ID-code
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[613] Afdelingscode
!
!
DVB
Druk op
DVB.
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
DVB
Druk op
DVB.
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Bediening 4-61
4.6 Overige funkties
Niet storen signaal
Negeren van inkomende gesprekken
Instellen
Negeren van inkomende gesprekken (Niet Storen (NS))
De NS-toon zorgt ervoor dat u geen interne gesprekken op uw toestel ontvangt. Inkomende
netlijngesprekken zullen automatisch naar een vooraf toegewezen intern toestel worden
doorverbonden.
PT
1
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
Hang op.
Kies 1.
Druk op
DSN/NS.
DSN/NS
SLT en PT
1
0
1
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op.
Hang op.Kies 7101.
9
Om een gesprek
door te schakelen
naar een toestel
Om een gesprek
door te schakelen
naar de Manager
Toestel
nummer
Kies enn toestel nummer 9 or .
Om binnenkomende
gesprekken te
weigeren
9
Om een gesprek
door te schakelen
naar een toes
Om een gesprek
door te schakelen
naar de Manager
Toestel
nummer
Om binnenkomende
gesprekken te
weigeren
Kies enn toestel nummer 9 or .
4-62 Bediening
4.6 Overige funkties
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Displaybediening voor DSN/NS
PT
SLT en PT
Voor de volgende gesprekken werkt NS niet: deurtelefoongesprekken; Terugbelsignalen
voor wachtstand; Tijd-herinneringssignaal (alarmtijd).
Een intern toestel in NS-modus, kan worden gebeld door andere interne toestelgebruikers,
die in hun Serviceklasse mogen inbreken op NS (Inbreken op Niet Storen).
De volgende interne toestellen kunnen NS niet instellen: Telefonist(e), het
bestemmingstoestel van Gesprek doorschakelen of het bestemmingstoestel van NS.
Wanneer het interne toestel is ingesteld op Gesprek doorschakelen, NS, of NS voor Direct
Doorschakelen van Inkomend gesprek (DDI), kan het toestel niet worden gekozen als NS-
bestemming.
Door instellen van deze funktie worden de volgende funkties opgeheven:
“bestemmingstoestel Gesprek doorschakelen” of NS voor DDI.
Een flexibele toets op een systeemtoestel kan worden toegewezen als DSN/NS toets.
Gebruikers van de KX-T7235 kunnen NS via displaybediening instellen of opheffen.
De NS instelling kan verschillen, afhankelijk van het soort gesprek dat u ontvangt.
0
0
1
7
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 7100.
0
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 0.
!
!
Opheffen
Druk op
DSN/NS.
DSN/NS
Niet ontvangen
Gesprekstype Op uw interne toestel
Op het toestel van
de andere partij
Intern gesprek
Netlijngesprek op twee of
meerdere interne
toestellen (inclusief uw
eigen toestel).
Netlijngesprek uitsluitend
op uw interne toestel
Geen belsignaal
Geen belsignaal.
Waarschuwt u door
middel van een
knipperende CO-toets.
NS-toon
Terugbelsignaal
In gesprek-toon
Bediening 4-63
4.6 Overige funkties
SLT en PT
Instellen van deze funktie heft Gesprek doorschakelen of NS op.
In de volgende gevallen wijst uw interne toestel geen DDI-gesprekken af, zelfs wanneer
deze funktie is ingsteld:
1) De bestemming van het DDI-gesprek is een UCD (Uniform Call Distribution)-groep of
een Bel-groep.
2) De bestemming van het DDI-gesprek is een toestel in een “Hunting”-groep (waarnaar
wordt doorgeschakeld bij “In gesprek”).
Als u de hoorn opneemt, hoort u kiestoon 2 indien deze funktie is ingesteld.
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen deze funktie kunnen uitvoeren.
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[510] Niet Storen voor Direct Binnenkomende gesprekken
6
5
1
0
voor
instellen
voor
opheffen
!
!
Kies 1 of 0.Neem op. Hang op.Kies 56.
Bevestig-
ingstoon.
Afwijzen van gesprekken die direct worden doorgeschakeld (DDI)
Met deze funktie (systeemtoewijzing) kan een toestelgebruiker “Direct Binnenkomende
(DDI)-gesprekken afwijzen. Het inkomende gesprek zal worden doorverbonden naar een
Telefonist(e). De Telefonist(e) kan een DDI-gesprek niet afwijzen. Deze funktie is één van
de ISDN-services.
Instellen / Opheffen
4-64 Bediening
4.6 Overige funkties
SLT en PT
7230 / 7235 / 7533 / 7536
Als u na het kiezen van 2 een herkiestoon hoort, wil dat zeggen dat de funktie Inbreken op
Niet Storen (NS) niet op uw interne toestel is ingesteld.
Na de Niet Storen (NS)-toon dient u binnen 10 seconden “2” te kiezen.
De Serviceklassen bepaalt welke interne toestellen deze funktie kunnen uitvoeren.
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[504] Inbreken op Niet Storen
!
!
2
Als u intern belt en de Niet Storen (NS)-toon
hoort;
Als u intern belt en de Niet Storen (NS)-
toon hoort;
Kies 2.
Wacht op beantwoording
en begin te spreken.
Wacht op beantwoording
en begin te spreken.
Een intern toestel bellen dat geen gesprekken wil ontvangen
(Inbreken op Niet Storen)
Met deze funktie kan de gebruiker, van een vooraf toegewezen intern toestel, een intern
toestel bellen dat de funktie “Niet Storen (NS)” heeft ingesteld.
Ngrn
S1
S2
S3
Druk op S2 (Ngrn).
Bediening 4-65
4.6 Overige funkties
Alle telefoons
Alle telefoons
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[404] Toewijzing van het CLIP/COLP nummer
[407] Instellen van meerdere gebruikersnummers
(bij configuratie van point-to multipoint)
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[512] Identificatie restrictie uitgaand gesprek
(CLIR, Calling Line Identification Restriction)
2
7
5
0
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies 572.
7
5
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies 570.
Neem op.
Neem op.
Alle telefoons
1
toegangscode ISDN-poort
tel.nr.
7
5
Kies 571.
Kies de toegangscode van
de ISDN-poort (0, 81···82).
Kies het
telefoonnummer.
Neem op.
Bevestig-
ingstoon.
Prive-funktie
Identificatie restrictie uitgaand gesprek
(CLIR, Calling Line Identification Restriction)
Wanneer u zelf belt, verschijnt uw telefoonnummer al dan niet op het display van de
gebelde partij (Calling Line Identification Presentation, CLIP). U kunt de funktie zodanig
instellen dat uw nummer ofwel eenmalig danwel telkens op het display verschijnt. Deze
funktie is één van de ISDN services.
Geen weergave van uw nummer op display van gebelde partij
Weergave van uw nummer op display van gebelde partij
De huidige instelling veranderen terwijl u belt
4-66 Bediening
4.6 Overige funkties
Alle telefoons
Alle telefoons
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[404] Toewijzen van gebruikersnummer (bij configuratie van point-to-point)
[407] Instellen van meerdere gebruikersnummers
(bij configuratie van point-to multipoint)
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[513] Identificatie restrictie inkomend gesprek
(COLR, Connected Line Identification Restriction)
1
8
5
0
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 581.
8
5
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Kies 580.
Identificatie restrictie inkomend gesprek
(COLR, Connected Line identification Restriction)
Wanneer u gebeld wordt, verschijnt uw telefoonnummer al dan niet op het display van de
bellende partij (Calling Line Identification Presentation, CLIP). U kunt de funktie zodanig
instellen dat uw nummer ofwel eenmalig danwel telkens op het display verschijnt. Deze
funktie is één van de ISDN services.
Geen weergave van uw nummer op display van bellende partij
Weergave van uw nummer op display van bellende partij
Bediening 4-67
4.6 Overige funkties
Installatie van een apart verkrijgbare deurtelefoon is noodzakelijk.
Het dient te worden geprogrammeerd welke interne toestellen een deurtelefoongesprek
kunnen ontvangen tijdens de Dag- en Nacht modus. Elk intern toestel kan naar een
deurtelefoon bellen of een deurtelefoongesprek beantwoorden.
Indien een inkomend deurtelefoongesprek niet binnen 30 seconden wordt beantwoord,
wordt het gesprek geannuleerd.
Vanaf uw interne toestel kunt u de deur openen om de bezoeker binnen te laten
(Deuropener).
Aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener (Deel 2.14)
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[607]-[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon – Dag / Nacht
Alle telefoons
6
8
Alle telefoons
Neem op.
Neem op.
Bevestig-
ingstoon.
Spreek met
de bezoeker.
Kies 68.
!
!
Deurtelefoongesprek
Als een bezoeker op de Gesprek-toets (Call) van de deurtelefoon drukt, zal een belsignaal
klinken op de interne toestellen die vooraf zijn toegewezen. Iedere gebruiker van een intern
toestel kan naar een deurtelefoon bellen.
Een deurtelefoongesprek beantwoorden Naar een deurtelefoon bellen
Wanneer u het belsignaal van de
deurtelefoon hoort;
4-68 Bediening
4.6 Overige funkties
PT
SLT
Alle telefoons
Panasonic
5
R
5
5
De deur blijft
gedurende 5 seconden
open.
De deur blijft
gedurende 5 seconden
open.
binnen 10 seconden
Neem op. Hang op.Bevestig-
ingstoon.
Kies 55.
Hang op.Bevestig-
ingstoon.
Bevestigings
toon.
Druk kort
op de
haak.
Kies 5.
5
De deur blijft
gedurende 5 seconden
open.
Hang op.Bevestig-
ingstoon.
Kies 5.
Zou u de deur
willen openen?
Een ogenblik
alstublieft.
Een deur openen (Deuropener)
Biedt u de mogelijkheid om vanaf uw interne toestel de deur te openen voor een bezoeker.
De deur openen
De deur openen terwijl u een deurtelefoongesprek voert
Bediening 4-69
4.6 Overige funkties
Op de deuren die geopend moeten worden dient een apart verkrijgbare deuropener te
worden geïnstalleerd.
Als de deurtelefoon is voorzien van een ingebouwde deuropener, kan het systeem de deur
automatisch openen wanneer een bezoeker op de Gesprek-toets van de deurtelefoon drukt.
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen deze funktie kunnen uitvoeren.
Met ISDN-telefoons kan de deur niet worden geopend terwijl u een deurtelefoongesprek
voert.
De deur open tijd is programmeer baar van "0" tot "99" seconden door middel van
systeemprogrammering.
Aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener (Deel 2.14)
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[105] Toewijzing automatisch openen van de deur
Timer programmering (Deel 3.5
)
[206] Tijdsduur deuropener
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[508] Deuropener-toegang
!
!
4-70 Bediening
4.6 Overige funkties
De wijze waarop het systeem telefoongesprekken ontvangt en tot stand brengt, kan in de
Dag- en Nacht modus verschillend zijn. Kiesrestrictie-gesprekken kunnen afzonderlijk
worden geprogrammeerd, zodat men na kantoortijden
(Nacht) geen ongeoorloofde nummers kan kiezen.
De Dag / Nacht modus kan op twee manieren worden
ingeschakeld: ofwel automatische inschakeling op een
vooraf ingestelde tijd, ofwel op elk moment door
handmatige inschakeling op een vooraf toegewezen intern
toestel of door de Telefonist(e).
De Serviceklasse bepaalt welke interne toestellen deze
funktie kunnen uitvoeren.
Automatische Nachtservice:
Uw systeem zal elke dag de
Dag / Nacht modus inschakelen op de geprogrammeerde tijd.
Handmatige Nachtservice: De Telefonist(e) en een vooraf toegewezen intern toestel
kunnen de Dag / Nacht modus handmatig inschakelen.
De Nachtmodus kiezen
PT met display
Alle telefoons
87
0
1
voor automatische modus
voor handmatige Dag
modus
2
voor handmatige Nacht
modus
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies 78. Kies 0, 1 of 2.Neem op.
Op het display verschijnt
gedurende 3 seconden de
huidige modus.
Kies #.
Inschakelen van de Dag/Nacht gespreksmodus (Nachtservice)
Op het display de huidige modus controleren
Wanneer de telefoon niet wordt gebruikt;
Bediening 4-71
4.6 Overige funkties
De volgende opties hebben een aparte dag- en nachtprogrammering:
1) Toewijzing uitgaande toegestane ISDN-poort
2) Direct Inkomende Lijnen (DIL)
3) Toewijzing belsignaal deurtelefoon
4) Doorverbinden via de goedkoopste weg (Intercept Routing)
5) Uitgesteld belsignaal
6) Niveau van kiesrestrictie
7) Kiesrestrictie voor snelkiezen via het systeem
Met de KX-T7235, KX-T7531, KX-T7533 en KX-T7536 kan de Telefonist(e) deze
funktie via displaybediening uitvoeren.
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[100] Starttijd van Dag / Nacht service
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[509] Nachtservice-toegang
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
!
!
4-72 Bediening
4.6 Overige funkties
PT
SLT en PT
Tenminste één intern toestel dient in de log-in status te zijn.
Wanneer het intern toestel in log-in status is, wordt kiestoon 2 verzonden als u de hoorn
opneemt.
De gebruiker van een systeemtoestel kan de Log-In/Log-Out toets toewijzen aan een
flexibele CO toets.
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
!
!
UCD Group
Log-OutLog-In
5
4
1
0
voor Log-In
voor Log-
Out
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies 45. Kies 1 of 0.Neem op.
Het LED gaat uit in de
LOG-IN mode of gaat
branden in de LOG-
OUT mode.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Druk op Log-
In/Log-Out.
Neem op.
Gesprek Distributie Groep (Log-In / Log-Out) – Deelnemen of verlaten
Voor deelnemen (log-in) of verlaten (log-out)
van een “Hunting”-groep of UCD (Uniform
Call Distribution = uniforme
gesprekdistributie)-groep. Interne toestellen in
log-out status, ontvangen geen gesprekken in
geval van Station Hunting (automatisch
doorschakelen naar vrij toestel). Zij kunnen wel
overige gesprekken ontvangen, met
uitzondering van de Niet Storen-funktie. De
log-in modus is standaard ingesteld.
Bediening 4-73
4.6 Overige funkties
SLT en PT
“ Parallel Uit” (SLT-belsignaal uitgeschakeld) is standaard ingesteld.
De PT kan worden gebruikt voor het uitvoeren van normale bedieningsfunkties, ongeacht
het feit of de SLT al dan niet is ingeschakeld.
Bij ontvangst van een gesprek:
— Als het SLT-belsignaal is ingeschakeld zullen de PT en de SLT een belsignaal laten
horen, behalve wanneer de PT in de “Handenvrij beantwoorden” of “Stem-modus” is.
— Als het SLT-belsignaal is uitgeschakeld laat de PT een belsignaal horen maar de SLT
niet. Het gesprek kan daarentegen wel met de SLT worden beantwoord.
Gebruikt u de SLT, dan functioneren de indicatoren en het display van de PT alsof deze in
gebruik is.
Als u de hoorn opneemt terwijl de parallelle telefoon in gebruik is, kunt u het gesprek via
uw telefoon voortzetten, en vice versa (Alleen DPT).
De “ XDP*” funktie is mogelijk. Raadpleeg “Systeembeheer”.
Met de KX-T7235, KX-T7531, KX-T7533 en KX-T7536 kan deze functie via
displaybediening uitvoeven.
• Parallelle telefoonaansluiting (Deel 2.10)
Systeembeheer (Deel 3.1)
EXtra Device Port (XDP)
Displaybediening met de KX-T7235 (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
* XDP (EXtra Device Port) biedt de mogelijkheid om het aantal telefoons in het systeem uit te
breiden door aansluiting van twee telefoons op één poort.
9
6
1
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.Dial 1 or 0.
Kies 69.
0
inschakelen
uitschakelen
!
!
Belsignaal instellen van de parallelle SLT (Parallelle telefoonaansluiting)
Een standaard telefoon (SLT) kan parallel op een systeemtoestel (PT) worden aangesloten.
Deze funktie maakt het mogelijk om het belsignaal van de SLT aan- of uit te schakelen. Bij
een parallelle telefoonaansluiting kunnen beide telefoontoestellen worden gebruikt.
Inschakelen / uitschakelen van het SLT-belsignaal
4-74 Bediening
4.6 Overige funkties
Beller-identificatieservices (voor KX-T7230 / KX-T7235 /
KX-T7231 /KX-T7533 / KX-T7536)
Om de naam op het display te laten verschijnen, tijdens het ontvangen van een gesprek, kunt u de
naam programmeren via de PC programmeersoftware in de verkort kiezen lijst.
Om van display te veranderen kunt de INFO-toets (S1) gebruiken in plaats van de CO-toets.
Druk op de SHIFT-toets om naar het normale display te gaan nadat u de hoorn heeft opgenomen.
Terwijl u een inkomend netlijngesprek
ontvangt
0111111111
JOHN WHITE
Beller-informatie op display (“Caller ID”)
Verschaft u het nummer en de naam van de beller indien u die gegevens heeft doorgegeven
aan de service “Caller ID”. U kunt het telefoonnummer (en indien toegewezen, de naam) van
de beller in de gesprekslog vastleggen door op de LOG-toets (S2) te drukken.
De voorbeelden van de displays zijn ontleend aan de KX-T7230.
CO 01:010101
0111111111
INFO REG
Neem op of druk op de
HANDEN-VRIJ-toets.
CO 01 12:00’30
INFO REG
Display tijdens ontvangt
010101010
INFO REG
!
!
nummer van de beller
(Het CLIP-nr. van de andere
partij.)
uw nummer, door het
netwerk doorgestuurd.
Gespreksduur
nummer en naam van de
beller
(Het CLIP-nr. en naam,
indien toegewezen, van de
andere partij.)
netlijnnummer
SHIFT
Druk op de .
JOHN WHITE
INFO REG
naam van de beller
(Als de naam niet is
opgeslagen, wordt dit
display overgeslagen.)
0111111111
CNTR Afbr TIJD
normale display
uw nummer, door het
netwerk doorgestuurd.
SHIFT
Druk op de .
SHIFT
Druk op de .
SHIFT
Druk op de .
SHIFT
Druk op de Om het display te wijzigen.
Bediening 4-75
4.6 Overige funkties
Als de andere partij niet beantwoordt, worden de weergaven van de andere partij’s
COLP-nummer en kosteninformatie overgeslagen.
Uw CLIP-nummer is te programmeren via Systeemprogrammering [404].
Nadat de andere partij heeft beantwoord, worden het COLP-nummer en de
kosteninformatie weergegeven.
Voordat de gebelde partij antwoord kan het COLP nummer van de gebelde partij en de
kosten informatie worden weergegeven.
Zodra de kosteninformatie ontvangen is, verschijnt de informatie op de display. Als de
informatie is getoond, verschijnt het gekozen telefoonnummer (*) weer op de display.
(Zie de bovenstaande voorbeelden)
gespreksduur
Tarief
Neem op of druk op HANDEN-VRIJ
en kies een toegangcode van een
netlijn + het telefoonnummer.
Displayweergave tijdens het telefoneren
384010
het gekozen telefoonnummer
gekozen telefoonnummer
gespreksduur
CO 01: 180
CNTR Afbr
TIJD
Aantal
CO 01: FL 17.0
CNTR Afbr
TIJD
COLP-nummer van
de andere partij
CO 01 12:00’30
CNTR Afbr
TIJD
!
!
Zelf (manueel) kiezen
-
NA 15 seconden
Drukken op de HERHALEN-toets
-
Onmiddellijk
Overige snelkiesmethoden
- NA 10 seconden
Als de andere partij beantwoordt,
Als de andere partij beantwoordt,
CO 01 12:00’30
CNTR Afbr
TIJD
verandert
automatisch
384010
CNTR Afbr
TIJD
384010
CNTR Afbr
TIJD
0202020202
CNTR Afbr
TIJD
*
uw CLIP-nummer
(Wordt overgeslagen, indien
niet toegewezen.)
CO
Druk op de .
CO
Druk op de .
CO
Druk op de .
CO
Druk op de . .
CO
Druk op de .
CO
Druk op de .
CO
Druk op de .
4-76 Bediening
4.6 Overige funkties
Manager programmering (Deel 3.3)
[001] Installen van een snelkiesnummer via het system
Systeemprogrammering (Deel 3.4)
[107] Keuze van kostenaanduiding
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
*
De ISDN-lijn met de “Caller ID” - funktie verschaft u informatie over de beller, zoals zijn/haar
telefoonnummer, op de netlijn die is toegewezen voor ontvangst van ISDN service-gesprekken.
Raadpleeg “Systeembeheer”.
Automatisch opnemen van informatie over de beller
(Log Inkomend Gesprek)
Als u een gesprek niet beantwoordt, zal uw interne toestel automatisch de informatie (via
“Caller ID-service”) over de inkomende netlijn opnemen, en de indicator van de SHIFT
toets zal gaan branden. Per intern toestel kunnen 15 gesprekken worden vastgelegd (gelogd).
U kunt met deze funktie gegevens overschrijven, zodat het oudste gelogde gesprek door het
nieuwste wordt vervangen.
De gelogde nummers kunt u wijzigen en terugbellen.
Wanneer een gesprek wordt ontvangen kan de SHIFT indicator kan gaan branden. U kunt
meer informatie over de beller krijgen door op deze toets te drukken.
Voor het wissen van de weergegeven informatie drukt u op de WIS (S2) toets.
U kunt het weergegeven telefoonnummer wijzigen alvorens u het nummer kiest. Gebruik
” voor wissen en “0-9” voor het toevoegen van nummers vanaf het eerste cijfer.
Als u het weergegeven telefoonnummer wijzigt, zal het nieuwe nummer in het geheugen
worden opgeslagen.
Om terug te keren naar het begin-display neemt u de hoorn van de haak en legt de hoorn
weer op de haak, of druk op de MENU (S1) toets.
U kunt het display blokkeren, zodat de informatie van het inkomende netlijngesprek niet
op het display wordt weergegeven.
Terwijl u de externe beller te woord staat, neemt uw interne toestel ook automatisch de
gespreksinformatie op. (KX-T7235, KX-T7230)
Manager Programmering (Deel 3.3)
[001] I
nstellen van een snelkiesnummer via het systeem (Log - blokkering, Inkomend Gesprek)
Overige functies (Deel 4.6)
De display - informatie blokkeren van een inkomend gesprek
Overwriting the call log
!
!
7230 / 7235 / 7533 / 7536
4
1
5
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.kies 0 or 1.
kies 54.
0
instellen
opheffenl
Bediening 4-77
4.6 Overige funkties
Contrderen en terugbellen
Indien het 1e display niet gelijk is aan bovenstaand voorbeeld, druk dan eerst op de SHIFT
toets om het display te wijzigen
!
!
S1 S2 S3
- OUD : Voor weergave van de
gecontroleerde
informatie.
- NW : Voor weergave van de
ongecontroleerde
informatie
01:0111111111
INFO WIS VOLG
S1 S2 S3
U kunt departij op het
display terugbellen.
U kunt de informatie over de
andere beller controleren.
Wanneer de SHIFT indicator rood brandt, zijn
er gesprekken opgenomen;
Wanneer de SHIFT indicator rood brandt, zijn
er gesprekken opgenomen;
S1 S2 S3
- CO line number
- caller’s phone number
- caller’s name
- date and time
- sequence number (01-
15)/number of times
called (15 times max.)
S1 S2 S3
U kunt het nummer van de beller zien.
Druk op OUD (S1) of op NW (S2).
Druk op INFO (S1).
Druk op VOLG (S3).
Press OLD (S1) or NW (S2).
Neem op.
Druk op CALL (S1).
Neem op.
01:0111111111
BEL
S1 S2 S3
Druk op BEL (S1).
Door op de INFO (S1) toets te
drukken krijgt u verdere
informatie over de beller.
- eenmaal : U kunt de naam
van de beller zien.
- tweemaal : U kunt de
datum/tijd zien
waarop werd gebeld
(max. 15 keer)
(15 times max.).
- driemaal : U kunt het
netlijnnnummer zien.
- OLD : To see the confirmed
information.
- NW : To see the unconfirmed
information.
BEL
S1 S2 S3
U kunt het
normale display
zien..
SHIFT
Druk op SHIFT.
SHIFT
Druk op SHIFT.
7230 / 7533 7235 / 7536
1 Jan 15:00
OUD7 NW5
1 Jan 15:00
Toestel STATION SK
Funkties SYSTEEM SK
Gesprekslog
OLD7 NW
CO2:
0102030405
BOB HANKS
Oct30 09:00PM
SEQ01 2 Calls
MENU WIS VOLG
U kunt het
normale display
zien..
U kunt het nummer van de beller zien.
Druk op VOLG (S3).
U kunt de informatie over de
andere beller controleren.
U kunt departij op het
display terugbellen.
4-78 Bediening
4.6 Overige funkties
7230 / 7235 / 7533 / 7536
7230 / 7235 / 7533 / 7536
9
9
Als u uw blokkeercode bent vergeten, kan de Telefonist(e) op elk intern toestel de
weergave van de gesprekslog blokkeren.
Indien u een verkeerde gespreksblokkeringscode invoert, hoort u een ingesprek signalering
Overige funkties (Deel 4.6)
Automatisch opnemen van informatie over de beller (Log Inkomend Gesprek)
Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e) (Deel 4.8)
Deblokkeren van de “Log Inkomend Gesprek” (Log-blokkering, Inkomend Gesprek)
5
blokkeercode blokkeercode
Dezelfe code
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
Kies
blokeercode
(000···999).
Kies opnieuw
dezelfde
blokkeercode.
Kies 59.
blokkeercode
Bevestig-
ingstoon.
Neem op. Hang op.
Kies de
blokkeercode
(000···999).
5
Kies 59.
!
!
De display-informatie blokkeren van een inkomend gesprek
(Log-blokkering, Inkomend Gesprek)
Stelt u in staat het display van uw interne toestel te blokkeren, zodat de informatie over het
inkomende netlijngesprek niet op het display verschijnt.
Blokkeren
Deblokkeren
Bediening 4-79
4.6 Overige funkties
Stelt u in staat om de volgende toestelfunkties terug te zetten op de standaardinstellingen.
a) Boodschap “Afwezig”-funktie
b) Automatisch terugbellen bij “In gesprek” (Camp-On)
c) Achtergrondmuziek (AGM)
d) Gesprek doorschakelen
e) Log Inkomend Gesprek – Overschrijven van de gegevens zal worden geannuleerd
f) Negeren van “Call Pickup”
g) Gesprek Wacht
h) Identificatie-restrictie van de bellende lijn (CLIR)
i) Identificatie-restrictie uitgaand gesprek
(CLIR, Calling Line Identification Restriction)
j) Identificatie-restrictie inkomend gesprek
(COLR, Connected Line Identification Restriction)
k) Log-In modus
l) Boodschap Wacht – Alle boodschappen zullen worden verwijderd
m) Oproepen - Negeren
n) Parallelle telefoonaansluiting
o) Automatisch kiezen (“Pickup Dialling”)
p) Tijd-herinneringssignaal (Alarmtijd)
q) Gesprek doorschakelen door ISDN-service
De huidige funktie-instellingen wissen
Opheffen van de funktie-instellingen (Wissen van toestelfunkties)
Alle telefoons
0
9
7
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.Kies 790.Neem op.
4-80 Bediening
4.6 Overige funkties
PT
Biedt u de mogelijkheid om een ISDN service te gebruiken.
Alle telefoons
9
5
7
Wacht 5
seconden.
.
Neem op. Hang op.Kies 795.
Dial ISDN port
number (1, 2).
(0···9,
, #,
max. 16 cijfers)
ISDN
servicenummer
Neem op.
Hang op.
Druk op de
DSN/NS-
toets.
ISDN
poortnummer
PT
Neem op. Hang op.Kies de ISDN poort
toegangscode (0, 81···82).
Druk op de ISDN
servicetoets.
ISDN poort toegangscode
Kies de ISDN poort
toegangscode
(0, 81···82).
ISDN poort toegangscode
(0···9,
, #,
16 digits max.)
ISDN
servicenum
mer
Druk op de
DSN/NS-
toets.
Indien u de ISDN service-toets op een systeemtoestel wilt gebruiken, dient u vooraf een
fexibele toets als de ISDN-servicetoets toe te wijzen.
U kunt op de CO-toets drukken inplaats dat u een toegangscode van de ISDN poort
invoert.
U kunt van het ISDN een bevestigingsboodschap ontvangen als het netwerk een
dergelijke service aanbiedt.
U kunt de ISDN servicetoets gebruiken nadat u een netlijn-toegangscode heeft gekozen
of een netlijn-toets. U zal een herkiestoon horen als een foutieve handeling is verricht.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het ISDN netwerk.
U kunt de bevestigingstoon via systeemprogrammering verwijderen.
Begin-instellingen (Deel 4.2)
Instellen van de toetsen op uw telefoon
!
!
Toegang tot de ISDN netwerkservice
Bediening 4-81
4.6 Overige funkties
Uw CLIP nummer zal worden weergegeven als het nummer via Systeemprogrammering
[404] is toegewezen.
Beller Identificatie (Caller ID) services kunnen worden genegeerd afhankelijk van de
serviceklasse (COS, Class of Service).
Als u een eerdere instelling opnieuw selecteert, zal bevestigingstoon 2 en een kiestoon
worden verzonden.
Programmering van de ISDN-poort (Deel 3.7)
[404] Toewijzing van het CLIP / COLP nummer
Serviceklasse programmering (Deel 3.8)
[512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek (CLIR)
[513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek (COLR)
Toestelprogrammering (Deel 3.9)
[601] Serviceklasse
1
1
6
Bevestigings
toon
Neem op.
Hang op.
Kies 1 of 2.
Kies 61.
2
zakelijk
gebruik
privé
gebruik
Alle telefoons
2
6
Bevestigings
toon
Neem op.
Kies 62.
Alle telefoons
1
Dial 1 or 2.
2
zakelijk
gebruik
privé
gebruik
!
!
Hang op.
Afhankelijk van het gebruik (zakelijk of privé), kunt u de CLIP / COLP nummers
selecteren die op de display van de andere partij verschijnen.
Instellen van de CLIP (Calling Line Identification Presentation) nummers
Het kiezen van de CLIP / COLP nummers
Instellen van de COLP (Connected Line Identification Presentation) nummers
4-82 Bediening
De KX-T7235 is voorzien van een groot display, dat u de mogelijkheid biedt om op
eenvoudige manier gesprekken te beginnen of toegang te krijgen tot systeemfunkties.
Bovendien verschaft het display u informatie over de gewenste funktie.
Displaybediening vanaf het begin-display
A. Begin-display
1.) Een intern toestel kiezen (Intern toestel)
2.) Toegangsmenu van systeemfunkties (Funkties)
3.) Kiezen van de laatste vijf uitgaande netlijngesprekken (Log uitgaand gesprek)
4.) Kiezen van de snelkiesnummer-naam via het toestel (Snelkiesnummer via toestel)
5.) Kiezen van de snelkiesnummer-naam via het systeem (Snelkiezen via systeem)
Displaybediening voor het toegangsmenu van de systeemfunkties
Het toegangsmenu van de systeemfunkties bestaat uit drie displays voor de
systeemfunkties. De volgende systeemfunkties zijn beschikbaar:
B. Het eerste display
1.) Een gekozen groep oproepen (Groep oproepen)
2.) Een gesprek binnen een groep beantwoorden (Opnemen (Pickup) Groep)
3.) Beantwoorden van een “Oproep voor groep” (Beantwoorden van Groep-oproep)
C. Het tweede display
1.) Inschakelen/Uitschakelen van de parallel aangesloten telefoon (Parallel Aan/Uit)
2.) Achterlaten van “Waarschuwing boodschap wacht” (Boodschap Aan/Uit)
3.) Uw boodschap weergeven op het display van de bellende partij (BOODSCHAP
Afwezig Aan/Uit)
D. Het derde display (alleen voor Telefonist(e))
1.) Een gesprek parkeren in een systeemzone (Gesprek parkeren)
2.) Omschakelen van de Dag/Nacht gespreksmodus (Nacht Auto/Aan/Uit)
3.) Omschakelen van de Serviceklasse van een intern toestel (Serviceklasse
Hoofdklasse/Subklasse)
Displaybediening voor DSN/NS (Doorschakelen/Niet Storen)*
Als aanvulling op het bovenstaande, zal een volgend display verschijnen wanneer u, na de
hoorn te hebben opgenomen, op de DSN/NS toets drukt. Vanaf dit display kunt u de
volgende extra systeemfunkties bedienen:
E. Het eerste display
1.) Opheffen van “DSN/NS”
2.) Negeren van inkomende gesprekken (Niet Storen)
3.) Een gesprek doorschakelen (DSN-Alle gesprekken, In Gesprek, Geen Antwoord)
F. Het tweede display
1.) Een gesprek doorschakelen (DSN-In Geprek, Geen Antwoord, naar een netlijn)
2.) Op afstand doorschakelen van alle gesprekken (DSN-vanaf (toestel), vanaf-
Opheffen)
Toewijzen van een snelkiesnummer/-naam aan elke funktietoets van een intern toestel
4.7
Displaybediening (KX-T7235/KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536)
4-82 Bediening
*DSN/NS - DSN betekent doorschakelen (van een gesprek).
NS betekent niet storen (een gesprek negeren).
4.7
Displaybediening (KX-T7235/KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536)
Bediening 4-83
Het zesde en zevende display van de KX-T7531 worden gebruikt voor het volume van
de bel en het contrast van de display aan te passen. Voor verdere informatie, verwijzen
wij u naar de “Standaard instellingen” in deze handleiding.
Het tweede display van de KX-T7235, KX-T7230, KX-T7533 en KX-T7536 worden
gebruikt om een beller terug te bellen via de binnenkomende gesprekslog. Voor
bediening, controleer pagina 4-75.
Eerste display
MODE
Seventh Display
MODE
Tweede display
Derde display
Vierde display
Vijfde display
Zesde display
Zevende display
1 Jan 15:00
Systeem SK
Station SK
Toestel
Funkties
Belsign:3
Contrast:3
MODE
MODE
MODE
MODE
MODE
BEL AGM
CNTR
Eerste display
Tweede display
Derde display
NW 9
OUD6
TST FUNC
STA
SHIFT
SHIFT
SHIFT
Eerste display
Tweede display
Derde display
BEL AGM
CNTR
1 JAN 15:00
Toestel Station SK
Funkties Systeem SK
Gesprekslog
NW 9
OUD6
TST FUNC
STA
SHIFT
SHIFT
SHIFT
– KX-T7531
In ruststand, zal het display als volgt
wijzigen door de MODE toets in te
drukken. De Jog Dial knop kan gebruikt
worden bij display 2 tot en met 7.
– KX-T7533
In ruststand, zal de onderste regel op het
display wijzigen door het indrukken van
de SHIFT toets. De Jog Dial knop kan
gebruikt worden in het derde display.
– KX-T7235 en KX-T7536
Om de soft toetsen te gebruiken, gebruik
de onderste regel bij het derde display
welke verschijnt bij het indrukken van de
SHIFT toets. De Jog Dial knop kan
gebruikt worden na het indrukken van
een functie toets op de derde en vierde
regel.
Links
(tegen de klok in)
Naar het vorige
item
Rechts
(met de klok mee)
Naar het
volgende item
Jog Dial Beduebubg Voor de Serie KX-T7500 SERIES
U kunt een gewenste functie
opzoeken door de Jog Dial te
gebruiken bij het corresponderende
display. Draai de Jog Dial in een
richting en de functies worden
weergegeven.
!
!
Overzicht van de displaystatus (Indien niet ingebruik)
4-84 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
4-84 Bediening
De naam kiezen van een systeem-
snelkiesnummer**
De naam van een
snelkiesnummer
kiezen*
— KX-T7235
De functietoets gebruiken
U dient op de gewenste toets te drukken die bij de display-gegevens hoort. Het display
verandert stapsgewijs. Hieronder vindt u een voorbeeld van de bediening.
Bediening van de functies in de ruststand via het display
Eerste display
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
* Raadpleeg blz. 82 voor het opslaan van de naam/het
nummer van een toestel-snelkiesnummer.
** “Snelkiezen via systeem” is alleen beschikbaar
wanneer de naam van het snelkiesnummer is
toegewezen via PC (Personal Computer)-
programmering.
Het opslaan van toestelnummers en benaming is alleen
beschikbaar via PC Programmering.
!
!
See page 90.
Een intern
toestel kiezen
Zie volgende
schermpagina.
De laatste uitgaande netlijngesprekken kiezen
1 Jan 15:00
Toestel STATION SK
Funkties SYSTEEM SK
Gesprekslog
CNTR BEL AGM
AB KL
CMN
DE OPQR
FG S
HIJ T-Z
MENU
Agness Bob
Alice Carol
Ann Margly Casey
Ben Johns Ched Ely
Billy Jane Chris
CNTR VORG VOLG
Bob KME-soft
Jim Kopp Panasonic
Ronald Police
Zangril Louisa
Nancy Home
CNTR VORG VOLG
0-123-4567 0-987-6543
00111111 05555555
03333333 0-999
07777777 Niet Opslg
100 0-1000001
CNTR VORG VOLG
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
VOLG
S3
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
1234567890
111
0987654
000111222333
100200300400500
MENU WIS
AB KL
CMN
DE OPQR
FG S
HIJ T-Z
MENU
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
Jack Ken
Janny Keth
Jimmy Kim
John Ks shop
Johes Kohji
CNTR VORG VOLG
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-85
— KX-T7531
JOHN Smith
De naam kiezen
van een systeem-
snelkiesnummer*
2
De naam van een
snelkiesnummer
kiezen
Een intern
toestel kiezen*
2
Zie volgende
schermpagina.
Indien een parameter
nodig is, zal deze
knipperen.
< Eerste Display >
1 TAM 15:00
< Tweede Display >
ALAL.PIKA
< Derde Display >
JÄRJ.PIKA
< Vierde Display >
ALANROT
< Vijfde Display >
OMINAISUUD.
< Zesde Display >
SOITTO:3
< Zevevde Display >
KONTRAST:3
MODE
MODE MODE MODE
MODE
MODEMODE
SELECT
MODE
PÄÄLLEKYT:E 1/0
SELECT
MODE
1 Druk herhaaldelijk op de MODE toets om het display in te
stellen naar de gewenste functie.
*
1
2 Draai aan de JOG DIAL tot de
gewenste functie bij de pijl zichbaar
is
3 Druk op de KZE toets .
*
3
4 Voer een parameter in, indien nodig, of volg de
procedures bij standaard gebruik. (alleen voor
systeemfuncties).
*
1
Het zesde en zevende display worden gebruikt voor het belvolume en de contrast van het display
*
2
Voor verkort kiezen (systeem) en direct kiezen (toestel), voordat er aan de JOG DIAL toets gedraaid wordt, kunt u de
corresponderende letter indrukken voor de gewenste letter.
<voorbeeld> Druk op 2, twee keer om alle “B” namen te laten zien.
*
3
U kunt de hoorn opnemen of op de HANDEN-VRIJ toets drukken of op de SELECT toets drukken.
4-86 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
4-86 Bediening
— KX-T7533
SHIFT
< Derde Display >
BEL AGM
CNTR
1 Jan 15:00
Toestel Station SK
Funkties Systeem SK
Gesprekslog
Indien een parameter
nodig is, zal deze
knipperen.
Ronald
Zaydel
Adam
Alice
Ann Parker
MENU
BEL
Ann Parker
Beth
Bob Jones
Carol
Chris
MENU
BEL
NEXT
MENU
KZE
1 Druk herhaaldelijk op de SHIFT toets om het display
in te stellen naar de derde display.
2 Select the desired feature.
*
1
Druk op de STA (S1) toets
(voor De naam van een
snelkiesnummer kiezen).
Druk op de TST (S2) toets
(voor Een intern toestel kiezen).
Druk op de FUNC (S3) toets
(voor Zie volgende
schermpagina).
3 Draai aan de Jog Dial tot
de gewenste functie bij de
pijl zichbaar is.
4 Druk op de BEL (S3)
toets (voor De naam
kiezen van een systeem
snelkiesnummer, De naam
van Een snelkiesnummer
kiezen, en
Een intern toestel
kiezen).*
4
Druk op de KZE (S3) toets
(for Zie volgende
schermpagina).
corresponderende toetsen
aan de zijkant van het
display (De funktie toets).
5 Voer een parameter in, indien nodig, of
volg de procedures bij standaard gebruik.
(alleen voor systeemfuncties).
LUKITUKSEN PURKU
KIRJ. SIS/ULOS
(
1/0)
KOPUTUSÄÄNI K/E
(
1/0)
KUULUT.VASTAUS -RYHMÄ
KUULUTUKSEN ESTO
(
1/0)
MENU
De naam kiezen
van een systeem-
snelkiesnummer
*
2
De naam van een
snelkiesnummer
kiezen
Een intern
toestel kiezen
*
2
Zie volgende
schermpagina
*
3
*
1
Voor verkort kiezen (systeem) en direct kiezen (toestel), voordat er aan de JOG DIAL toets gedraaid wordt, kunt u de
corresponderende letter indrukken voor de gewenste letter.
<voorbeeld> Druk op 2, twee keer om alle “B” namen te laten zien.
*
2
Voor de systeem functies lijst, zie pagina 4-90.
*
3
U kunt de hoorn opnemen of op de HANDEN-VRIJ toets drukken of op de SELECT toets drukken
*
4
U kunt functietoetsen F1 ~ F10 indrukken op de zelfde regel inplaats van de SEL (S3) toets.
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-87
— KX-T7536
Gebruiken van de functietoetsen
NEXT
MENU
LUKITUKSEN PURKU
KIRJ. SIS/ULOS
(
1/0)
KOPUTUSÄÄNI K/E
(
1/0)
KUULUT.VASTAUS -RYHMÄ
KUULUTUKSEN ESTO
(
1/0)
MENU
SEL
SHIFT
< Eerste Display >
SOIT MUS
KONT
1 TAM 15:00
ALANROT ALAL.PIKA
OMINAISUUD. JÄRJ.PIKA
SOITET.PUH.
Indien een parameter
nodig is, zal deze
knipperen.
NEXT
MENU
Ronald
Zaydel
Adam
Alice
Ann Parker
MENU
SOIT
NEXT
MENU
Ann Parker
Beth
Bob Jones
Carol
Chris
MENU
SOIT
NEXT
MENU
Ann Parker
Beth
Bob Jones
Carol
Chris
MENU
SOIT
1 Selecteer de gewenste functie.
Druk op de F3 toets.
(voor toestel functies)
Druk op de F4 toets.
(voor systeem functies)
Druk op de F5 toets.
(voor gebruik van de
GespreksLog)
Druk op de F8 toets.
(voor gebruik van de toestel
verkorte kiesnummers)
Druk op de F9 toets.
(voor gebruik van de systeem
verkorte kiesnummers)
2 Draai de JOG DIAL totdat de
gewenste functie wordt
aangegeven met een pijl op het
display.
3 Druk op de SOIT (S3) toets.
(voor verkort kiezen)*3
Druk op de SEL (S3) toets (voor
systeem functie toegang) of druk
op de corresponderende toetsen
aan de zijkant van het display.
(functie toets)
4 Voer een parameter in, indien gewenst, of
volg de procedure voor standaard
gebruik.
F5
F4
F3
F2
F1
F10
F9
F8
F7
F6
Zie pagina 4-88.
Een intern
toestel kiezen*
1
De naam van een
snelkiesnummer
kiezen*
1
Zie volgende
schermpagina*
2
De naam kiezen
van een systeem-
snelkiesnummer
*
1
Voor verkort kiezen (systeem) en direct kiezen (toestel), voordat er aan de JOG DIAL toets gedraaid wordt, kunt u de
corresponderende letter indrukken voor de gewenste letter.
<voorbeeld> Druk op 2, twee keer om alle “B” namen te laten zien.
*
2
Voor de systeem functies lijst, zie pagina 4-90.
*
3
U kunt functietoets (F4) in elk display indrukken (eerste tot derde).
*
4
U kunt de hoorn opnemen of op de HANDEN-VRIJ toets drukken of op de SELECT toets drukken
*
5
U kunt functietoetsen F1 ~ F10 indrukken op de zelfde regel inplaats van de SEL (S3) toets.
4-88 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
4-88 Bediening
Direct gebruik van de Soft toetsen of de JOG DIAL direct gebruiken
SHIFT
< Derde Display >
BEL AGM
CNTR
1 Jan 15:00
Toestel Station SK
Funkties Systeem SK
Gesprekslog
Indien een parameter
nodig is, zal deze
knipperen.
Ronald
Zaydel
Adam
Alice
Ann Parker
MENU
BEL
Ann Parker
Beth
Bob Jones
Carol
Chris
MENU
BEL
NEXT
MENU
KZE
1 Druk herhaaldelijk op de SHIFT toets om het display
in te stellen naar de derde display.
2 Select the desired feature.
*
1
Druk op de STA (S1) toets
(voor De naam van een
snelkiesnummer kiezen).
Druk op de TST (S2) toets
(voor Een intern toestel kiezen).
Druk op de FUNC (S3) toets
(voor Zie volgende
schermpagina).
3 Draai aan de Jog Dial tot
de gewenste functie bij de
pijl zichbaar is.
4 Druk op de BEL (S3)
toets (voor De naam
kiezen van een systeem
snelkiesnummer, De naam
van Een snelkiesnummer
kiezen, en
Een intern toestel
kiezen).*
4
Druk op de KZE (S3) toets
(for Zie volgende
schermpagina).
corresponderende toetsen
aan de zijkant van het
display (De funktie toets).
5 Voer een parameter in, indien nodig, of
volg de procedures bij standaard gebruik.
(alleen voor systeemfuncties).
LUKITUKSEN PURKU
KIRJ. SIS/ULOS
(
1/0)
KOPUTUSÄÄNI K/E
(
1/0)
KUULUT.VASTAUS -RYHMÄ
KUULUTUKSEN ESTO
(
1/0)
MENU
De naam kiezen
van een systeem-
snelkiesnummer
*
2
De naam van een
snelkiesnummer
kiezen
Een intern
toestel kiezen
*
2
Zie volgende
schermpagina
*
3
*
1
Voor verkort kiezen (systeem) en direct kiezen (toestel), voordat er aan de JOG DIAL toets gedraaid wordt, kunt u de
corresponderende letter indrukken voor de gewenste letter.
<voorbeeld> Druk op 2, twee keer om alle “B” namen te laten zien.
*
2
Voor de systeem functies lijst, zie pagina 4-90.
*
3
U kunt de hoorn opnemen of op de HANDEN-VRIJ toets drukken of op de SELECT toets drukken
*
4
U kunt functietoetsen F1 ~ F10 indrukken op de zelfde regel inplaats van de SEL (S3) toets.
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-89
— KX-T7235 en KX-T7536
Het kiezen van de laatste vijf uitgaande gesprekken (Gesprek LOG)
SHIFT
< Tweede Display >
UUS5
VAN7
TYHJ
MENU
1234567890
111
0987654
000111222333
100200300400500
Gesprekslog, Uitgaand
Voor een intern gesprek gebruik de
gespreklog (laatste vijf uitgaande
gesprekken) .
1 Druk op de SHIFT toets om het display in te
stellen naar de
Tweede Display.
2 Druk op de corresponderende toetsen aan de
zijkant van het display. (voor de Gesprek
LOG).
1 TAM 15:00
ALANROT ALAL.PIKA
OMINAISUUD. JÄRJ.PIKA
SOITET.PUH.
4-90 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Lijst van systeemfunkties
U kunt toegang krijgen tot de volgende funkties die in alphabetische volgorde zijn weergegeven.
De in de lijst gebruikte parameters zijn voor een telefoon die aangesloten is op een KX-TD208.
Afwezig BDS Aan (fi 1-9)
Afwezig BDS Uit
Beantw Groep-Oproep
Bel Terug Gewist
Boodschap Aan (fi tst)
Boodschap Uit (fi tst)
Deur Open
Deurpost Bel
Gesprek Parkeren (fi 0-9)
Groep Oproep (fi 0-8)
Gspr Ovrn CO
Gspr Ovrn Direc (fi tst)
Gspr Ovrn Negrn (fi 1/0)
Log Blokk Bel (fi abcabc)
Log Ovrn Aan/Uit (fi 1/0)
Log In/Out (fi 1/0)
Nacht Aut/Aan/Uit(fi 0-2)
Operoep ngrn A/U (fi 1/0)
Overnemen groep
Parallel Aan/Uit (fi 1/0)
Pickup Dialing (fi 1/0)
Pickup DL Prg (fi ..#)
Station Blokk (fi abcabc)
Station Progrm Wissen
Timed Reminder
Tsnkomen Negrn (fi 1/0)
Wacht Gespr (fi 1/0)
Afw BDS Aan 1-9
Afw BDS Uit
Beantw Grp-Opr
Bel Teru Gewist
Boodsch Aan tst
Boodsch Uit tst
Deur Open
Deurpost Bel
Gespre Park 0-9
Groep Oproe 0-8
Gsp Ovrn CO
Gsp Ovrn Di tst
Gsp Ovrn Ne 1/0
Log Blok abcabc
Log Ovrn 1/0
Log In/Out 1/0
Nacht Modus 0-2
Operoep ngrn 1/0
Overnemen groep
Parallel 1/0
Pickup Dial 1/0
Pickup DL PG ..#
St.Blokk abcabc
St.Prog Wissen
Timed Reminder
Tsnkomen Ne 1/0
Wacht Gespr 1/0
Stel een afwezigheidsboodschap in.
Schakel de afwezigheidsboodschap uit.
Beantwoord de oproep via een telefoon welke in
dezelfde groep binnenkomt.
Laat een bericht achter zodat het gebelde toestel u
automatisch kan terugbellen.
Stop het achterlaten van een bericht.
Open de deur.
Bel de deurintercom.
Plaats een gesprek in de wacht in een
systeemparkeerzone.
Roep alle of gedeeltelijke toestelgroepen op.
Neem een gesprek over van een netlijn.
Neem een gesprek direct aan.
Zorg dat een gesprek niet overgenomen kan worden.
Blokkeer de toegang tot uw gespreklog.
Overschrijf of wis uw gesprekslog.
Meldt aan of meldt af bij een toestelgroep.
Wijzig de dag/nacht mode.
Blokkeer de mogelijkheid om opgeroepen te worden.
Neem een gesprek aan op een ander toestel binnen uw
groep.
Stel in of een enkelvoudig toestel wel of niet moet
gaan bellen bij het binnenkomen van een gesprek.
Bellen zonder te kiezen.
Invoeren van het telefoonnummer bij bellen zonder te
kiezen.
Blokkeer de mogelijkheid om vanaf uw toestel te bellen.
Wis het blokkeren van uw toestel.
Stel het alarm herinneringssignaal in.
Zorgt ervoor dat anderen niet op uw gesprek kunnen
inbreken.
Informeert u dat er een gesprek wacht, met een toon.
DISPLAY
(KX-T7536)
DISPLAY
(KX-T7531/KX-T7533)
FUNKTIEBESCHRIJVING
Voor meer details over de funkties en de vereiste parameters dient u de betreffende funkties
te raadplegen in KX-TD208 Bedieningshandleiding.
Alleen de telefoniste kan de functies gemarkeerd “*” uitvoeren.
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-91
*: Zie combinatie tabel op pagina 4-93.
PROGRAM
PROGRAM
MODE
9 9
ST-Prog Stand
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
VORG VOLG
Opslaan van
een nummer
Opslaan van de
naam
1 Druk op de PROGRAM
toets en kies 99 om de
programmeermodus te
activeren.
5 Druk op de PROGRAM toets om de
programmeermode te verlaten.
2 Voor de KX-T7531 en de KX-
T7533:
Kies en het gewenste
verkorte kiesnummer.
Voor de KX-T7235 en de KX-
T7536:
Kies de gewenste functietoets.
4 Druk op de OPSLAG toets.
3 Opslaan van een nummer
Kies het gewenste nummer (Max.
16 cijfers).
Opslaan van de naam
Druk op de VOLG toets en voer de
naam in* (Max. 10 letters).
(Bij de KX-T7531 – MODE toets)
verkorte
kiesnummer
KX-T7531
KX-T7533
KX-T7235
KX-T7536
of
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Een nummer/naam toewijzen aan elke funktietoets van een intern
toestel
4-92 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Voor het opslaan van nummers kunt u 0 t/m 9, , #, PAUZE, R-toets en INTERCOM toets
als volgt gebruiken:
R-toets : registreert het Terugbelsignaal
PAUZE : pauze
, CONF : - (afbreekstreepje)
ICM : [of] (geheime code) – Druk op de ICM toets voor en na het gedeelte
welke u niet zichtbaar wilt geven op het display tijdens het kiezen.
Combinatietabel
Tekens kunnen worden ingevoerd met behulp van de cijfertoetsen, verschillende toetsen of
de Jog Dial teneinde een naam in te voeren.
Combinatietabel 1 toont de combinatie van toetsen en het aantal malen waarop u de
SELECT (AUTO BEANTWOORD/MICROFOON UIT) toets moet indrukken, of de
combinatie van toetsen en de SHIFT- en de Soft-toetsen teneinde tekens in te voeren.
(Wanneer een masker wordt gebruikt, functioneert de AUTO
BEANTWOORD/MICROFOON UIT-toets als SELECT-toets.)
Zoek het gewenste teken en kijk in de linkerkolom welke toets u daarvoor nodig heeft en
hoe vaak u op de SELECT-toets of op de bijbehorende combinatie van SHIFT- en Soft-
toetsen moet drukken. Druk eerst op de bijbehorende toets en daarna drukt u het gewenst
aantal keren op de SELECT-toets. In plaats van de SHIFT-toets kunt u de SHIFT-toets en
Soft-toetsen (S1t/m S3) gebruiken.
Tabel 2 laat de combinatie van toetsen / nummers zien en het aantal klikken van de JOG
DIAL toets naar rechts draaien.
Om een karakter in te voeren, zoek de gewenste combinatie op. Druk eerst op de
corresponderende toets en draai daarna het gewenst aantal klikken met de JOG DIAL. Of,
indien u aan de JOG DIAL toets blijft draaien, zullen alle karakters voorbij komen op het
display.
!
!
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-93
* Indien u een KX-T7531 telefoon heeft, gebruik dan niet de SELECT toets. Gebruik de AUTO
AANNEMEN/MUTE knop welke de SELECT toets wordt bij gebruik van de overlay sheet.
Combinatietabel 1
Toetsen 0 1 2 3 4 5 6 7 8
11QqZz!?
22AaBbCc
33DdEeFf
44GgHhIi
55JjKkLl
66MmNnOo
77PpQqRrSs
88TtUuVv
99WwXxY
yZz
00 .,:;
*/+-=<>
##$%&@()
SHIFT en Soft
Combinatie
S1
SHIFT+ S1 SHIFT+ S2
S2 S3
SHIFT+ S3
SHIFT+
SHIFT+ S2
SHIFT+
SHIFT+ S1
Druk op
SELECT*
(aantke
ren)
Combinatietabel 2
Toetsen 0 1 2 3 4 5 6 7 8
11QqRrSsTt
22AaBbCcDd
33DdEeFfGg
44GgHhIiJj
55JjKkLlMm
66MmNnOoPp
77PpQqRrSs
88TtUuVvWw
99WwXxY
yZz
00 !?.,:;
*/+-=<>#$
##$%&@()Aa
Draai aan Jog
Dial (aantal
klikto
nen)
4-94 Bediening
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
<Voorbeeld> De naam “Mike” opslaan
— Met behulp van de SELECT-toets (op een KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536 / KX-
T7235)
Zie combinatietabel 1.
1. Druk op 6 en druk daarna eenmaal op de SELECT-toets voor “M”.
2. Druk op 4 en druk daarna zesmaal op de SELECT-toets voor “i”.
3. Druk op 5 en druk daarna viermaal op de SELECT-toets voor “k”.
4. Druk op 3 en druk daarna viermaal op de SELECT-toets voor “e”.
— Met behulp van de SHIFT-toets en een Soft-toets (op een KX-T7533 / KX-T7536 / KX-
T7235)
Zie combinatietabel 1.
1. Druk op 6 en daarna op de S1 toets voor “M”.
2. Druk op 4 en daarna op de SHIFT-toets en de S3 toets voor “i”.
3. Druk op 5 en daarna op de S2 toets voor “k”.
4. Druk op 3 en daarna op de S2 toets voor “e”.
— Met behulp van de Jog Dial (op een KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Zie Combinatietabel 2.
1. Druk op 6 en draai daarna de Jog Dial één klikje voor “M”.
2. Druk op 4 en draai daarna de Jog Dial zes klikjes voor “i”.
3. Druk op 5 en draai daarna de Jog Dial vier klikjes voor “k”.
4. Druk op 3 en draai daarna de Jog Dial vier klikjes voor “e”.
OF
1. Druk op 2 en draai daarna de Jog Dial tot “M” averschijnt.
2. Druk op 2 en draai daarna de Jog Dial tot “i” verschijnt.
3. Druk op 2 en draai daarna de Jog Dial tot “k” verschijnt.
4. Druk op 2 en draai daarna de Jog Dial tot “e” verschijnt.
Opmerkingen
Met de SHIFT-toets kunt u kiezen voor hoofdletters of kleine letters. Als deze toets
eenmaal is ingedrukt, blijft de gekozen lettergrote gelden totdat u weer op SHIFT drukt.
Het laatste woord kunt u wissen (Backspace) door op de CONF-toets te drukken.
(Met het masker wordt de CONF-toets de “ ” (Backspace) toets.)
Voor het wissen van alle gegevens drukt u op de WIS (S2) toets.
Als u aan de Jog Dial blijft draaien, verschijnen alle tekens in volgorde.
<Voorbeeld> Als u aan de Jog Dial blijft draaien na op 2 te hebben gedrukt, verschijnen
de tekens als volgt:
A a B b ···· Z z (space) 0 . , ’ : ; * / + – = < > # $ % & @ ( ) A a B b ···
Voorwaarden
De standaardinstelling is “Niet opgeslagen”.
Er kunnen maximaal tien telefoonnummers en namen worden ingevoerd. Elk
telefoonnummer mag uit maximaal 16 cijfers bestaan en elke naam uit maximaal tien
lettertekens.maximum of 16 digits and each name has a maximum of ten characters.
4.7
Displaybediening(KX-T7235 / KX-T7531 / KX-T7533 / KX-T7536)
Bediening 4-95
Na op de gewenste toets te hebben gedrukt die bij de weergegeven funktie hoort, kunt u
de funktie eenvoudig instellen of opheffen. Hieronder volgt een voorbeeld van de
bediening.
SIIR/L HIR.PERUUT.
L H I R . (fi ALA)
SIIRTO:KAIKKI ( ALA)
SIIRTO:VARATTU ( ALA)
SIIRTO:EI VAST. (fi ALA)
MENU VORG VOLG
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2
S3
Bediening van FWD/DND funkties via het display (KX-T7235/KX-T7536 alleen)
4 Voor een parameter in, indien
gewenst.
1 Neem op.
2 Druk op DVB toets.
3 Druk op Functie toets (F1F5)
bijbehorende te de gewenste functie.
5 Hang op.
RNV-OCC/NON REP. ( PST)
RNV-LR ( NUM)
RNV-DIST (fi PST)
ANNUL.RNV-DIST ( PST)
MENU PREC SUIV
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
S1 S2 S3
DVB
4-96 Bediening
4.8
Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e)
4-96 Bediening
PT
9
9
interne
toestelnr.
wissen van één
intern toestel
wissen van alle
toestellen
Kies het interne toestelnr of .
Kies 99 .
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Alle telefoons
Met de KX-T7235 kunt u deze funktie met het displaybediening (Deel 4.7)
Systeembeheer (Deel 3.1)
Serviceklasse
Met de KX-T7235 kunt u deze funktie uitvoeren via displaybediening (Deel 4.7)
Lijst van systeemfunkties
!
!
9
7
1
3
voor Hoofd-
Serviceklasse
voor Sub-
Serviceklasse
interne
toestelnr.
Kies 79. Kies 1 of 3.
Neem op.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
Kies het interne
toestelnummer.
Als uw systeemtoestel geen PROGRAM toets heeft, gebruik dan in plaats daarvan de
PAUZE toets.
Overige funkties (Deel 4.6)
Log blokkering van Inkomende Gesprek
!
!
De “Serviceklasse” van een intern toestel omschakelen (Serviceklasse
Schakeling)
Deblokkeren van “Log blokkering - Inkomend Gesprek” (Bediening van
Log - Inkomend Gesprek)
Aan elk intern toestel is een nummer voor de hoofd-Serviceklasse en een nummer voor de
sub-Serviceklasse toegewezen. De Telefonist(e) kan de Serviceklasse van een intern toestel
omschakelen van hoofd- naar subklasse.
De Telefonist(e) kan op elk willekeurig toestel de funktie “Log-blokkering – Inkomend
Gesprek” wissen.
4.8
Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e)
Bediening 4-97
PT
SLT/ISDN-T
Als uw systeemtoestel geen PROGRAM toets heeft, gebruik dan de in plaats daarvan de
PAUZE toets.
Overige funkties (Deel 4.6)
Uw telefoon blokkeren
(Elektronische toestelblokkering)
0
5
1
2
deblokkeren
blokkeren
interne tst.nr.
Kies 5 0.
Kies 1 of 2.
Neem op.
Bevestig-
ingstoon.
Hang op.
Kies het interne
toestelnummer.
Kies #.
0
9
9
1
2
deblok
keren
blokke
ren
Druk op 9901.
Kies 1 of 2.
!
!
bediening van
één intern
toestel
bediening van
alle interne
toestellen
Dial extension number or .
toestelnr.
1
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Druk op
PROGRAM.
PROGRAM
Het op afstand bedienen van “Elektronische toestelblokkering”
De Telefonist(e) is de enige die op afstand de funktie “Elektronische toestelblokkering” kan
instellen op een willekeurig intern toestel. Als de “Toestelblokkering” reeds is ingesteld
door de toestelgebruiker, en de Telefonist(e) wil zijn toestel op afstand blokkeren, kan alleen
de Telefonist(e) de blokkering annuleren.
Druk op
OPSLAG.
AUTO KIEZEN
OPSLAG
Deel 5
Aanhangsel
5-2 Aanhangsel
5.1 Tonen / Belsignalen
1 sec
Bevestigingstoon 1
Bevestigingstoon 2
Bevestigingstoon 3
Bevestigingstoon 4
Kiestoon 1
Kiestoon 2
Kiestoon 4
In gesprek-toon
Terugbelsignaal 1
Toon van Wachtend gesprek
Terugbelsignaal 2
Herkies-toon
Kiestoon 3
1 s
<TOON>
Niet Storen (NS)-toon
Aanhangsel 5-3
5.1 Tonen / Belsignalen
<BELSIGNAAL>
Netlijngesprekken /
Terugbelsignaal Wachtstand
(netlijngesprek)
Interne gesprekken /
Terugbelsignaal Wachtstand
(intern gesprek)
Deurtelefoongesprekken /
Tijdherinneringssignaal
Terugbelsignaal (Camp-
On terugbelsignaal)
Gesprek Wacht-toon 2
(netlijn)
Gesprek Wacht-toon 2
(intern)
Boodschap Wacht
5 sec
1 sec
Wachtstand alarm
<TOON>
15 sec
Gesprek Wacht-toon 1
(netlijn/intern)
25 sec
De bevestigingstoon en de kiestoon zijn verschillend afhankelijk van de volgende voorwaarden:
Bevestigingstoon 1: (a) Wanneer de nieuwe instelling anders is dan de vorige.
(b) De funktie Elektronische toestelblokkering staat aan of uit.
Bevestigingstoon 2: (a) Wanneer de nieuwe instelling hetzelfde is als de vorige.
(b) Wordt verzonden wanneer meerdere funkties met succes zijn
uitgevoerd of geactiveerd. (bijv. Gesprek in wachtstand plaatsen;
Automatisch terugbelsignaal bij In Gesprek)
Bevestigingstoon 3: Wordt verzonden wanneer een gesprek vlak na het kiezen
mogelijk is. (bijv. Terugnemen van een geparkeerd gesprek; “Call
Pickup”; Terugnemen van een gesprek in wachtstand; Oproepen).
Deze toon kan via systeemprogrammering worden verwijderd.
Bevestigingstoon 4: Wordt verzonden bij omschakeling van een gesprek tussen twee
partijen naar een gesprek tussen drie partijen, en vice versa. (bijv.
Conferentie) Deze toon kan via systeemprogrammering worden
verwijderd.
!
!
1 sec
5-4 Aanhangsel
5.1 Tonen / Belsignalen
Kiestoon 1: Een normale kiestoon. De onderstaande funkties worden geen van
alle ingeschakeld.
Kiestoon 2: Klinkt wanneer een van de onderstaande funkties wordt ingesteld.
Automatisch terugbelsignaal bij In Gesprek (Camp-On)
Opnemen willekeurig intern toestel (Call Pickup)
Negeren
Gesprek Wacht
Niet Storen (NS)
Elektronische toestelblokkering
deblokkeren
Inbreken op een gesprek
Negeren
Parallelle telefoonaansluiting
AGM
Toestelblokkering op afstand bedienen
Gesprek doorschakelen
CLIR
COLR
NS voor DDI
Log-uit
“Pickup Dialling”
Tijdherinneringssignaal (Alarmtijd)
Oproepen
Negeren
Inkomende gesprekslog
Kiestoon 3: Klinkt wanneer het tijdherinneringssignaal wordt beantwoordt of in
de programmeermodus.
Kiestoon 4: Klinkt wanneer er boodschappen voor het interne toestel wachten.
Optionele programmering (Deel 3.12)
[902] Extra systeeminformatie, Gebied 2 - veld (02), (05)
LED indicatie op de INTERCOM (ICM) toets
De onderstaande tabel geeft de knipperpatronen en de status van de interne lijnen.
LED indicatie op CO (netlijn)toets
De onderstaande tabel geeft de knipperpatronen en de status van de netlijnen.
ICM toets Status van interne lijn
Uit Vrij
Groen blijft aan Intern gesprek / Conferentie-gesprek
Groen knippert langzaam Intern gesprek in wachtstand
Groen knippert normaal Intern gesprek in exclusieve wachtstand / Consultatie-
wachtstand
Groen knippert snel Inkomend intern gesprek / Deurtelefoongesprek
Aanhangsel 5-5
5.2 LED indicatie
BLF op DSS toets
De indicatoren (BLF, Busy Lamp Field) tonen de status van de bijbehorende interne
toestellen: rood aan/uit. BLF brandt rood wanneer het bijbehorende interne toestel in
gesprek is of de funktie “Niet Storen (NS)” is ingesteld. BLF is uit wanneer het toestel
vrij is. Deze funktie is beschikbaar voor flexibele CO toetsen die op systeemtoestellen als
DSS (Directe Station Selectie) toetsen zijn toegewezen.
LED indicatie
De status van de telefoonlijnen wordt aangegeven door de knipperende toetsindicatoren
(LEDs, Light Emitting Diodes).
Knipperpatronen
Knippert langzaam
(60 keer/min.)
Knippert normaal
(120 keer/min.)
Knippert snel
(240 keer/min.)
De optie met * is alleen beschikbaar op een toets voor toegang tot één netlijn (Single-CO).
1 sec.
Netlijn Status van netlijn
Uit Vrij
Groen blijft aan U gebruikt de netlijn.
Groen knippert langzaam U heeft de lijn in de wachtstand geplaatst.
Groen knippert normaal U heeft een exclusieve wachtstand / Conferentie-gesprek
(tijdelijk) verlaten.
Groen knippert snel Terugbelsignaal wachtstand / Inkomend gesprek.
Rood blijft aan Een andere partij gebruikt de lijn.
Rood knippert langzaam Een andere partij houdt de lijn in de wachtstand.*
FUNKTIE NUMMER
5-6 Aanhangsel
5.3 Lijst van funktienummers
Invoeren van Kostencode, vóór het kiezen van een
nummer / tijdens of na een gesprek
‘Boodschap Afwezig’-funktie
Boodschap 1: Kom Zo Terug instellen / opheffen
Boodschap 2: Ben naar Huis instellen / opheffen
Boodschap 3: Op Tst % % instellen / opheffen
Boodschap 4: Terug om %%:%% instellen / opheffen
Boodschap 5: Weg tot %%:%% instellen / opheffen
Boodschap 6: In Bespreking instellen / opheffen
Boodschap 7, 8 en 9: (Programmeerbaar) instellen /
opheffen
Automatisch Terugbelsignaal bij In Gesprek (Camp-On)
instellen / opheffen
Waarschuwen Lijn In Gesprek (BSS, Busy Station
Signaling)
Gesprek doorschakelen — Alle gesprekken instellen /
opheffen
Gesprek doorschakelen — In Gesprek instellen /
opheffen
Gesprek doorschakelen — Geen Antwoord instellen /
opheffen
Gesprek doorschakelen — In Gesprek/Geen Antwoord
instellen / opheffen
Gesprek doorschakelen — Naar Netlijn instellen /
opheffen
Gesprek doorschakelen — Volg Mij instellen / opheffen
Gesprek in Wachtstand plaatsen / terugnemen /van ander -
terugnemen netlijngesprek / intern gesprek
Call Transfer to ext / to ext after paging
CLIR instellen / opheffen / instelling veranderen
Gesprek Parkeren, parkeren / terugnemen
Gesprek beantwoorden van ander toestel (Call Pickup),
Netlijn / Bepaald / Groep / van antw.apparaat
Call Pickup Negeren instellen / opheffen
Gesprek Wacht instellen / opheffen / spreken terwijl
gesprek in wachtstand staat
Verwijzing Gesprekskosten <SLT en ISDN-T>
– gesprekskostenteller van intern toestel wissen
– gesprekskostenteller van kostencode wissen
– nieuwe tarief instellen
– alle kosten wissen behalve die van het interne toestel
– kosten van alle interne toestellen wissen
49 + kostencode + # (99) + toegangscode ISDN-poort +
tel.nr. / kostencode + # (99)
7501 / 7500
7502 / 7500
7503 + TST. / 7500
7504 + uur + minuut / 7500
7505 + dag + maand / 7500
7506 / 7500
7507-9 + parameter / 7500
6 / 46
2
7102 + Tstnr. / 7100
7103 + Tstnr. / 7100
7104 + Tstnr. / 7100
7105 + Tstnr. / 7100
7106 + toegangscode ISDN-poort + tel.nr. + # / 7100
7107 + uw Tstnr. /
7100 (7108 + uw Tstnr.)
(R-toets of WACHTSTAND) + 50 / 50 /53 +
toegangscode ISDN-poort / 51 + Tstnr.
(R or TRNS) + EXTN. / (R or TRNS) + 63 + (0 /
extension group no.)
572 / 570 / 571 + toegangscode ISDN-poort + tel.nr.
(R-toets of DVB) + 52 + nr. parkeerzone / 52 +nr.
parkeerzone
4 / 41 + Tstnr. / 40 /42
7201 / 7200
7311 / 7310 / R-toets + 50
5 9 + ID-code + 1 + Tstnr. + #
5 9 + ID-code + 4 + nr. kostencode-tabel + #
5 9 + ID-code + 5 + toegangscode ISDN-poort +
nieuwe tarief + #
5 9 + ID-code + 61 + #
5 9 + ID-code + 62 + #
NUMMERFUNKTIE
Aanhangsel 5-7
5.3 Lijst van funktienummers
– kosten afdrukken behalve die van het interne toestel
– kosten afdrukken van alle interne toestellen
– kosten afdrukken van bepaald intern toestel
– gesprekskostenteller van afdelingscode wissen
Verwijzing Gesprekskosten <PT>
–verwijs naar kosten interne toestel
–wis de toestel-gesprekskostenteller
–verwijs naar gesprekskosten van netlijn
–verwijs naar de totale gesprekskosten
–verwijs naar de kosten van kostencode
–wis de kostencode-gesprekskostenteller
–stel het nieuwe tarief in (0,XX Gulden)
–wis alle kosten behalve de kosten van het interne
toestel
–wis kosten van alle interne toestellen
–alle kosten afdrukken behalve de kosten van het
interne toestel
–kosten afdrukken van alle interne toestellen
–kosten afdrukken van een bepaald intern toestel
–de nieuwe kostencode instellen
–verwijs naar gesprekskosten van afdelingscode
–wis gesprekskostenteller van afdelingscode
COLR instellen / opheffen
Niet Storen (NS) opheffen instellen - doorschakelen naar
het interne toestel / Telefonist(e)
Niet Storen voor DDI (Direct Dial In) instellen /
opheffen
Inbreken op Niet Storen
Deuropener Openen / Openen tijdens gesprek
Beantwoorden Deurtelefoon-gesprek
Elektronische Toestelblokkering blokkeren / deblokkeren
Inbreken op een gesprek
Inbreken op een gesprek Negeren instellen / opheffen
Inkomende Gesprekslog overschrijven - instellen /
opheffen
Blokkering Inkomende Gesprekslog - blokkeren /
deblokkeren
Bediening Blokkering Inkomende Gesprekslog
– een intern toestel wissen / alle interne toestellen
Log-In / Log-Uit
Boodschap Wacht instellen / opheffen / terugbellen /
wissen
5 9 + ID-code + 71 + #
5 9 + ID-code + 72 + #
5 9 + ID-code + 73 + Tstnr. + #
5 9 + ID-code + 9 + afdelingscode + #
P* + 1 + Tstnr. + W*
P* + 1 + Tstnr. + DVB + OPSLAG + H*
P* + 2 + ISDN-poortnr. + H*
P* + 3 + H*
P* + 4 + nr. kostencode-tabel + H*
P* + 4 + nr. kostencode-tabel + DVB + OPSLAG + H*
P* + 5 + ISDN-poortnr. + nieuwe tarief + OPSLAG + H*
P* + 6 + OPSLAG + H*
P* + 6 + HANDENVRIJ + OPSLAG + H*
P* + 71 + H*
P* + 72 + H*
P* + 73 + Tstnr. + H*
P* + * + nr. kostencode-tabel + DVB + nr. nieuwe
kostencode-tabel + OPSLAG + H*
P* + 9 + afdelingscode + H*
P* + 9 + afdelingscode + DVB + OPSLAG + H*
581 / 580
7100
7101 + Tstnr. / 71010
561 / 560
2
55 / 5 of (R-toets + 5)
68
77 + tweemaal blokkeercode / 77 + blokkeercode
3
7331 / 7330
541 / 540
59 + tweemaal blokkeercode / 59 + blokkeercode
PGM + 99 + Tstnr. + OPSLAG + PGM /
PGM + 99 + + OPSLAG + PGM
451 / 450
701 + Tstnr. / 700 + Tstnr. / 702 / 700 + uw Tstnr.
P* : PROGRAM + 999 + ID code
H* : HOLD + PROGRAM
FUNKTIE NUMMER
5-8 Aanhangsel
5.3 Lijst van funktienummers
Nacht Service auto / manueel-dag / manueel-nacht /
bevestig
Bellen naar Telefonist(e)
Uitgaand gesprek,
– toegang tot netlijin, automatisch
– toegang tot netlijin, individueel
Oproepen
– oproepen allen / groep
– de oproep beantwoorden
– doorverbinden na oproep allen / groep
– negeren van Oproep negeren / toestaan
Parallelle telefoonaansluiting inschakelen / uitschakelen
“Snelkiezen via toestel” opslaan / instellen / opheffen
Herhalen van laatst gekozen nummer
Belsignaal-groep
Wissen van toestelfunkties
Snelkiezen via toestel opslaan
Snelkiezen via toestel
Snelkiezen via systeem
Tijdalarm instellen - eenmalig / instellen-dagelijks /
opheffen
Serviceklasse (COS) schakeling eerste /tweede
Op afstand bedienen van Elektronische
Toestelblokkering
Bediening van Elektronische Toestelblokkering <PT>
- deblokkeren van één / alle interne toestellen
- blokkeren van één / alle interne toestellen
780 / 781 / 782 / #
9
0 + tel.nr.
(81 of 81) + tel.nr.
63 + 0 / interne toestelgroepnr.
43
(R-toets of DVB) + 63 + 0 / nr. interne toestelgroep
7211 / 7210
691 / 690
742 + tel.nr. + # / 741 / 740
# (66)
291 t/m 298 (“zwevende nummer” of interne toestelgroep)
790
60 + snelkiesnr. toestel + gewenste nr. + #
6* + snelkiesnr. toestel
* + snelkiesnr. systeem
761 + uur + minuut + 0 / 761 + uur + minuut + 1 / 760
791 + Tstnr. / 793 + Tstnr.
5 0 + Tstnr. + 1 + # /
5 0 + Tstnr. + 2 + #
PGM + 9901 + Tstnr./ + OPSLAG + PGM
PGM + 9901 + Tstnr./ + 2 + OPSLAG + PGM
STANDAARD
DEFAULT
Aanhangsel 5-9
5.4 Standaard instellingen
Managerprogrammering
[000] Datum en tijd instellen 1 Jan ‘98 DO 00:00
[001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer Niet opgeslagen
[002] Instellen van een alarmnummer Niet opgeslagen
[003] Budgetbeheer 0 (geen limiet)
Systeemprogrammering
[100] Starttijd van Dag / Nacht service Iedere dag – Dag=9:00 / Nacht=17:00
[101] Kostencodes Niet opgeslagen
[102] Station Hunting-type Alle interne groepen – Geen “Hunting”
[103] Toegangscode van het systeem 1234
[104] Toewijzing voor pulskiezen Aan
[105] Toewijzing automatisch openen van deur Uit
[106] Toewijzing netwerk-type EURO
[107] Keuze van kostenaanduiding Kosten
[108] Instellen van een ID-code 1234
[109] Doorverbinden via DSS toets Toestaan
Timer programmering
[200] Terugbeltijd Wachtstand 60 sec
[201] Terugbeltijd Doorverbinden 12 belsignalen
[202] Gesprek doorschakelen – Geen Antwoord-tijdsduur 3 belsignalen
[203] Doorschakeltijd bij “Intercept Routing” 12 belsignalen
[204] Wachttijd van “Pickup Dialling” 1 sec
[205] PAUSE-tijd voor DTMF 1,5 sec (1 + 0,5 sec)
[206] Tijdsduur deuropener 5 sec
[207] Intervaltijd Waarschuwing Boodschap Wacht 10 min
Programmering restrictie-niveau’s
[300]-[304] Invoeren van weiger-codes voor niveau’s 2 t/m 6 Plaats 01 in programmering [300]: * * * *
* * *
Overige: Niet opgeslagen
[305]-[309]
Invoeren van acceptatie-codes voor niveau’s 2 t/m 6
Niet opgeslagen
Programmering van ISDN-poort
[400] Toewijzen van ISDN-poortaansluiting ISDN-poort 1 – Aansluiten / ISDN-poort 2
– Niet aansluiten
[401]-[402] Intern ondervraagtoestel — Dag/Nacht Alle ISDN-poorten – Uit (Dag/Nacht)
[403] Toegangscode voor tussencentrale Niet opgeslagen
[404] Toewijzen van het CLIP/COLP number Niet opgeslagen
[405] Direct Binnenkomend gesprek (DDI) Alle ISDN-poorten – Aan
[406] ISDN configuratie Alle ISDN-poorten – Netlijn / Point-to-
multi-point
[407] Instellen van MSN (Multiple Subscriber Number) Alle ISDN-poorten – Alle plaatsen – Niet
opgeslagen
[408]-[409] Toewijzing belsignaal op intern toestel Alle ISDN-poorten – Alle plaatsen – Niet
— Dag/Nacht voor ISDN opgeslagen (Dag/Nacht)
NUMMER PROGRAMMERING
NUMMER PROGRAMMERING STANDAARD
5-10 Aanhangsel
5.4 Standaard instellingen
[410]-[411] Toewijzing belsignaal van interne ISDN-toestel Niet opgeslagen
— Dag/Nacht voor ISDN
[412] ISDN DDI Nummer/Toestelnummer verwijzing Alle interne toestellen-Niet opgeslagen
Toestelprogrammering
[500]-[501] Klasse van kiesrestrictie — Dag/Nacht Alle COS – Niveau 1 (Dag/Nacht)
[503] Gesprek doorverbinden naar een netlijn Alle COS – Aan
[504] Inbreken op Niet Storen Alle COS – Uit
[505] Modus voor invoeren van Kostencode Alle COS – Optie modus
[506]-[507] Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem
Alle COS – Niveau 1 (Dag/Nacht)
— Dag/Nacht
[508] Deuropener-toegang Alle COS – Aan
[509] Nacht Service-toegang Alle COS – Aan
[510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek (DDI)
Alle COS – Uit
[511] Gesprek doorschakelen – Volg Mij Alle COS – Aan
[512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek (CLIR) Alle COS – Uit
[513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek (COLR) Alle COS – Uit
[514] Inbreken op een gesprek Alle COS – Uit
[515] Inbreken op een gesprek negeren Alle COS – Aan
Toestelprogrammering
[600] EXtra Device Port Alle interne toestellen (21 t/m 24) - Uit
[601] Serviceklasse Alle interne toestellen – COS 1
[602] Toewijzing van interne toestelgroep Alle interne toestellen – Toestelgroep 1
[603]-[604] DIL 1:N intern toestel en uitgesteld belsignaal
Alle interne toestellen
Alle ISDN-poorten
-
Dag/Nacht Onmiddellijk belsignaal (Dag/Nacht)
[605]-[606] Toewijzing ISDN-poort voor uitgaande
Alle interne toestellen – Alle ISDN-poorten -
gesprekken Dag/Nacht Aan (Dag/Nacht)
[607]-[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon Intern toestel 21 – Aan; Overige interne
toestellen – uit (Dag/Nacht)
[609] Toewijzing aansluiting intern toestel Alle interne toestellen – Aansluiten
[610] Toewijzing “Doorverbinden bij geen Antwoord” Alle interne toestellen – Aan
(IRNA, Intercept Routing – No Answer)
[611] Toewijzing aansluiting van antwoordapparaat Alle interne toestellen – Uit
[612] Datalijn-beveiliging Alle interne toestellen – Uit
[613] Afdelingscode Niet opgeslagen
[614]-[615] Een deurtelefoongesprek doorschakelen Niet opgeslagen
— Dag/Nacht
ARS programmering
[700] ARS modus Beide ISDN poorten – Uit
[701] ARS lijncode Niet opgeslagen
[702] Selectiecode van de ARS route Niet opgeslagen
[703] ARS autorisatiecode Niet opgeslagen
[704] ARS rekeningoverzicht-code Niet opgeslagen
[705] 1ste toegangscode van de carrier Niet opgeslagen
STANDAARDNUMMER PROGRAMMERING
[706] Uitzonderingscode van de ARS-route Niet opgeslagen
[708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer Niet opgeslagen
[709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer Niet opgeslagen
Programmeren van hulpbronnen
[800] Afdrukken informatie inkomende/uitgaande Uitgaande gesprekken/Inkomende
gesprekken (SMDR) gesprekken - Niet afdrukken
[801] SMDR-formaat Paginalengte - 66; Perforatie overslaan -
Niet afdrukken
[802] Systeemgegevens afdrukken Niet toepasbaar
[803] Muziekbron Wachtstand / AGM - Aan
[804] Parameters van seriële interface (RS-232C) Nieuwe lijn code - CR + LF;
Baudsnelheid -9600
Woordlengte - 8; Pariteit - Geen; Stop Bit - 1
Optionele programmering
[900] Wissen van alle systeemgegevens Niet toepasbaar
[901]
Wissen van alle systeemgegevens behalve de
Niet toepasbaar
ISDN-gegevens
[902] Extra systeeminformatie Zie blz. 3-56 t/m 3-58.
Aanhangsel 5-11
5.4 Standaard instellingen
5-12 Aanhangsel
5.5 Specificaties
5.5.1 Algemene beschrijving
Systeemcapaciteit
Basissysteem Interne toestellijnen 8
ISDN-lijn 1 (2 netlijnen)
Uitbreiding ISDN-lijn 1 (voor ofwel 8 interne toestellijnen of
2netlijnen)
Maximale capaciteit Wanneer voor netlijnen een optionele ISDN-lijn wordt gebruikt:
Interne toestellijnen 8*
Netlijnen 4
Wanneer voor de interne toestellijnen een optionele ISDN-lijn wordt
gebruikt:
Interne toestellijnen 8*
ISDN-interne lijnen 8
Netlijnen 2
* Een digitaal systeemtoestel kan worden aangesloten op poort 21 - 24. Elk digitaal systeemtoestel
ondersteund een enkelvoudig toestel via de XDP aansluiting.
Besturing Opgeslagen programmering CPU: 8 bits CPU
ROM: 1024 KB, RAM: 160 KB
Schakeling: Non Blocking PCM Time Sharing
Stroomvoorziening Primair 110 - 240 V, 50/60 Hz
Secundair Circuit voltage: + 5V, + 15V, + 30V
Kiezen Pulskiezen (DP) 10 pps, 20 pps, Toonkiezen (DTMF), DTMF-DP
Aansluiting ISDN -lijnen Modulaire aansluiting (8-pin)
Interne toestellen 4-pin aansluiting
Deurtelefoon 4-pin aansluiting
Telefoonsnoer van interne toestellen
standaard telefoons 2-aderig (T, R)
KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250, 2-aderig (D1, D2) of
KX-T7531, KX-T7533, KX-T7536 4-aderig (T, R, D1, D2) voor XDP
KX-T7545 Geen bekabeling nodig
Aanhangsel 5-13
5.5 Specificaties
SMDR (Station Message Detail Recording)
Interface EIA (RS-232C) (D-SUB, 9-pin)
Output Printer
Opname van Datum, Tijd, Interne toestelnummer, Afdelingscode,
ISDN-poortnummer, Gekozen nummer, Gespreksduur,
Gesprekskosten, Kostencode, Voorwaarde-code
(Condition Code)
5.5.2 Kenmerken
Lusweerstand van toestel KX-T7230/KX-T7235/KX-T7250/KX-7130/
KX-T7020/KX-T7050/KX-T7531/KX-T7533/
KX-T7536 40 ohm
Standaard telefoon/KX-T7310 600 ohm inclusief set
Deurtelefoon 20 ohm
Minimale lekweerstand 15.000 ohm
Maximaal aantal toestellen per lijn 1 bij KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250, KX-T7130,
KX-T7030, KX-T7020, KX-T7050, KX-T7310
T7050/KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536of een
enkelvoudige toestel
2 bij Parallele of Extra Device Port aansluiting of een
analoog systeemtoestel met een enkelvoudig toestel
Voltage belsignaal 90 V per ms bij 25 Hz afhankelijk van de
lading/belasting
Primaire stroomvoorziening 110 - 240 VAC, 50/60 Hz
Lusweerstand van centrale 1.600 ohm maximaal
Voorwaarde omgevingstemperatuur 0 – 40 °C / 10 –90%
5-14 Aanhangsel
5.5 Specificaties
5.5.3 Systeemcapaciteit
Lijnen, Kaarten, Toestelapparatuur
Omschrijving Max. hoeveelheid
Centrale 1
ISDN-lijn uitbreidingskaart 1
ISDN-lijn 2
Aansluiting intern toestel 8
Station terminal 20
Deurtelefoon 1
Deuropener 1
Systeemgegevens
Omschrijving Max. hoeveelheid
Telefonist(e) 1 (Tst. 21)
Snelkiesnummers. via systeem 100
Snelkiesnummers via toestel 10 per toestel
Gesprek parkeren 10
Kiesrestrictie-niveau 8
Interne toestelgroep 8
Serviceklasse 4
Belsignaal-groep 8
Uniforme Gespreksdistributie 8
Aanhangsel 5-15
5.6 Probleemoplossing
5.6.1 Installatie en bediening
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
Interne toestel funktioneert
niet.
Onjuiste werking
De Snelkies-funktie werkt
niet.
Er is stroomstoring en alle
lijnen worden verbroken.
Uw standaard telefoon met
draaischijf funktioneert niet.
U bent uw eigen
toestelnummer vergeten.
Defecte printplaat
(Kaart voor intern toestel)
Defecte telefoonsnoer
tussen het systeem en het
interne toestel
Storingen op intern toestel
Incorrecte programmering.
Tijdens een stroomstoring
werkt de KX-TD208 niet.
Pulskiezen is door het
systeem uitgeschakeld.
Vervang de oude printplaat door een
nieuwe.
Neem het betreffende interne toestel
en sluit het aan op de interne lijn
met behulp van een kort
telefoonsnoer. Als de telefoon niet
werkt, repareer dan het defecte
telefoonsnoer.
Neem het betreffende interne toestel
en sluit het aan op een interne lijn
die wel goed werkt. Vervang de
telefoon indien deze niet goed
werkt.
Druk op de Reset-schakelaar.
Opnieuw opstarten van het systeem
veroorzaakt het volgende:
Camp-On wordt gewist.
Gesprek parkeren wordt
gewist.
Op dat moment gevoerde
gesprekken worden
verbroken.
Alle overige in het geheugen
opgeslagen gegevens blijven
behouden.
Voer in de programmering de
toegangscode in van de ISDN-poort
(0, 81 of 82).
Haal de ISDN-telefoonstekker uit
de centrale en sluit deze
rechtstreeks aan op de ISDN-lijn. U
kunt dan een netlijngesprek kiezen.
Een standaard telefoon kan tijdens
een stroomstoring niet worden
gebruikt.
Kies “Aan” in programmering [104]
Toewijzing voor pulskiezen”.
U kunt uw eigen toestelnummer
opvragen als uw telefoon een
display heeft.
Druk op [PROGRAM][99][6].
Druk op
[WACHTSTAND][PROGRAM] om
de modus te verlaten.
5-16 Aanhangsel
5.6 Probleemoplossing
5.6.2 Aansluiting
Kunt u naar
een intern
toestel bellen?
Krijgt u
verbinding via
een netlijn?
OORZAAK
T/R wordt aangesloten op D1/D2.
OPLOSSING
Gebruik het juiste snoer
(binnenste 2 draden zijn
voor T/R).
D1
T
R
D2
Systeem
Intern toestel
T
R
Aansluiting tussen de KX-TD208 en een standaard telefoon:
OORZAAK
“T” wordt aangesloten op “R”.
OPLOSSING
Draai de T/R-aansluiting
om.
D1
T
R
D2
Systeem
Intern toestel
T
R
Aansluiting tussen de KX-TD208 en een standaard telefoon dat
polariteitsgevoelig is.
OORZAAK
• Voor de netlijn-aansluiting werd een
normaal type ISDN-telefoonsnoer
gebruikt.
• De interne lijn/netlijn switches staan
verkeerd.
OPLOSSING
• Sluit de netlijnen
opnieuw aan door middel
van kruis-type ISDN-
telefoonsnoer .
• Stel de interne lijn/netlijn
switches als volgt in:
Aansluiting tussen centrale en het systeem
JSW405
JSW404
JSW403
JSW402
Intern toestel
Netlijn
Nee
Nee
Ja
Aanhangsel 5-17
5.7 Boormal
Plaats hier een schroef.
106 mm
77 mm71 mm
Plaats hier een schroef.
Plaats hier een schroef.
Copieer deze boormal en gebruik hem voor het aftekenen van de boorgaten alvorens u de centrale
aan de muur bevestigt.
BOVEN
Aanhangsel 5-18
5.8 Index van funkties
A Achtergroundmuziek...................................................... 4-52
Alarmnummer................................................................ 4-16
Automatich terugbelsignaal bij In Gesprek (Camp-On) ....
4-25
B Bediening inkomende gesprekslog ................................ 4-96
Bellen naar de Telefonist(e) .......................................... 4-13
Belsignaal-groep ............................................................ 4-13
Blokkeren van inkomende gesprekslog ........................ 4-78
Boodschap Afwezig-funktie .......................................... 4-46
Boodschap Wacht .......................................................... 4-53
BSS (Busy Station Signaling)........................................ 4-24
C Call Pickup .................................................................... 4-29
Call Pickup Negeren...................................................... 4-30
Call Pickup van antwoordapparaat ................................ 4-30
Caller ID (Identificatie Beller) ...................................... 4-74
CLIR, Calling Line Identification Restriction .............. 4-65
COLR, Connected Line Identificaiton Restriction........ 4-66
Conferentie .................................................................... 4-48
Conferentie verlaten ...................................................... 4-49
D Deblokkeren Elektronische Toestelblokkering .............. 4-45
Deuropener .................................................................... 4-68
Deutelefoongesprek ...................................................... 4-67
E Electronische toestelblokkering op afstand bedienen.... 4-97
Exclusive Wachtstand .................................................... 4-31
G Gesprek doorschakelen.................................................. 4-42
Gesprek doorverbinden - naar een intern toestel .......... 4-35
Gesprek doorverbinden - naar netlijn ............................ 4-37
Gesprek in wachtstand terugnemen .............................. 4-32
Gesprek parkeren .......................................................... 4-33
Gesprek Wacht .............................................................. 4-38
Gesprekken ontvangen .................................................. 4-38
Gesprekskosten-verwijzing............................................ 4-58
Gesprekslog.................................................................... 4-84
H Handen-vrij beantwoorden ............................................ 4-28
Herhalen van het laatst gekozen nummer...................... 4-22
Herhalen van het opgeslagen nummer .......................... 4-23
I Inbreken op een gesprek ................................................ 4-27
Inbreken op een gesprek negeren .................................. 4-27
Inbreken op Niet Storen (NS)........................................ 4-64
Inkomende gesprekslog ................................................ 4-76
Interne gesprekken ........................................................ 4-12
K Kladblokfunktie ............................................................ 4-21
Kostenkode invoeren .................................................... 4-56
L Log-In / Log-Out .......................................................... 4-72
M Microfoon Mute ............................................................ 4-40
N Nacht Service ................................................................ 4-70
Niet Storen (NS) ............................................................ 4-61
Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek (DDI)
.... 4-63
O Oproepen........................................................................ 4-41
P Parallelle telefoonaansluiting ........................................ 4-73
Pickup Dialling .............................................................. 4-20
S Serviceklasse (COS)-schakeling.................................... 4-96
Snelkiezen via het toestel .............................................. 4-18
T Tijdherinneringssignaal.................................................. 4-51
Toestelfunkties wissen .................................................. 4-79
U Uitgaande gesprekken.................................................... 4-14
V Verkort kiezen................................................................ 4-17
W Waarschuwen lijn in gesprek (BSS) .............................. 4-24
Printed in Japan PSQX1662ZA KK1098KM0
End-User License Agreement
THIS IS A LEGAL AGREEMENT BETWEEN YOU AND PANASONIC. CAREFULLY READ ALL THE TERMS AND
CONDITIONS OF THIS AGREEMENT PRIOR TO OPENING THE PACKET CONTAINING THE SOFTWARE PROGRAM.
OPENING THE PACKET INDICATES YOUR ACCEPTANCE OF THESE TERMS AND CONDITIONS. If you do not agree to
these terms and conditions, return the unopened packet and the other components of the Panasonic product to the place of purchase
and your money will be refunded. No refunds will be given for the product that has an opened packet or missing components.
1. COPYRIGHT:
Panasonic has the right to license or has been granted to license the enclosed software program (“SOFTWARE”), developed and
copyrighted by Kyushu Matsushita Electric Co., Ltd. or its licensor (“Licensor”). You acknowledge that you are receiving only a
LIMITED LICENSE TO USE the SOFTWARE and related documentation, and that you shall obtain no title, ownership nor any
other rights in or to the SOFTWARE and related documentation, all of which title and rights shall remain with Licensor and
Panasonic.
2. LICENSE:
(1) You have the non-exclusive right to use the three (3) copies of the SOFTWARE on three (3) computers. (2) You may install
the SOFTWARE onto a network server and use the SOFTWARE on your network. But the number of the computers which uses
the SOFTWARE simultaneously on the network is limited to the number defined in the previous section (1). So far as the
computer operates as a network server, the copy of SOFTWARE that is installed into the network server is not counted as the
number of copies hereof. (3) You may not copy, reproduce, or permit to be copied or reproduced, the SOFTWARE or related
documentation for any purpose, except that you may either (a) make a reasonable quantity of copies of the SOFTWARE solely
for backup or archival purposes, or (b) transfer the SOFTWARE to a single hard disk, provided that you keep the original solely
for backup or archival purposes. All other copies of the SOFTWARE are in violation of this Agreement. (4) You may not rent or
lease the SOFTWARE, but you may transfer your right under this License Agreement on a permanent basis, provided that you
transfer this Agreement, all copies of the SOFTWARE, all related documentation and your Panasonic product, and the recipient
thereof agrees the terms of this Agreement. (5) You may not reverse engineer, decompile or disassemble the SOFTWARE, except
that in European Union and European Free Trade Association, you may have the limited right to reverse engineer, decompile or
disassemble the SOFTWARE solely to the extent specifically permitted by the terms and conditions of Article 6 of the European
Community’s Directive for the Legal Protection of Computer Programs, OJL 122/42 (17 May 1991). (6) You may not use, copy,
modify, alter, or transfer the SOFTWARE, or any copy thereof, in whole or in part, except as expressly provided in this
Agreement.
3. TERM:
This license is effective until terminated. You may terminate this Agreement at any time by destroying the SOFTWARE and
related documentation and all copies thereof. This license will also terminate if you fail to comply with any term or condition of
this Agreement. Upon such termination, you agree to destroy all copies of the SOFTWARE and related documentation.
4. LIMITED WARRANTY:
Within ninety (90) days of your receipt of the SOFTWARE, Panasonic warrants that the storage media on which the SOFTWARE
is furnished is free from defect in materials and workmanship under normal use, and that it will repair or at its option replace any
defective media at no charge to you, provided that such defective media is returned to Panasonic within such ninety (90) day
period.
5. LIMITATION OF LIABILITY:
EXCEPT AS STATED ABOVE, NEITHER PANASONIC NOR PANASONIC’S SUPPLIER MAKES OR PASSES ON TO YOU
OR OTHER THIRD PARTY, ANY WARRANTY OR REPRESENTATION INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTY OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
WITHOUT LIMITING THE GENERALITY OF THE FOREGOING, NEITHER PANASONIC NOR PANASONIC’S
SUPPLIER WARRANTS THAT THE SOFTWARE WILL BE ERROR-FREE OR THAT IT WILL MEET YOUR
REQUIREMENTS. NEITHER PANASONIC NOR PANASONIC’S SUPPLIER SHALL BE LIABLE FOR ANY DAMAGE
SUFFERED BY YOU INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, CONSEQUENTIAL, INCIDENTAL SPECIAL OR PUNITIVE
DAMAGES. THE ABOVE LIMITATIONS SHALL APPLY REGARDLESS OF THE FORM OF ACTION WHETHER IN
CONTRACT, TORT (INCLUDING NEGLIGENCE), STRICT PRODUCT LIABILITY OR OTHERWISE, EVEN IF SUCH
PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
233

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Panasonic-KX-T7310

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Panasonic KX-T7310 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Panasonic KX-T7310 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,82 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info