Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 13).
1 MMenuN (rechter functietoets) #720
2 Selecteer een alarm door te drukken op 1 tot
en met 5. a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste alarmoptie. a
MOKN
“UIT”
Schakelt het alarm uit. Ga naar stap 9.
“Eenmalig”
Het alarm gaat één keer op de ingestelde
tijd af.
“Dagelijks”
Het alarm gaat dagelijks op de ingestelde
tijd af. Ga naar stap 5.
“Wekelijks”
Het alarm gaat wekelijks op de ingestelde tijd
(en) af.
4 Ga verder met de procedure volgens de
gekozen optie in stap 3.
n Eenmalig:
Voer de gewenste dag en maand in. a
MOKN
n Wekelijks:
MbN: Selecteer de gewenste dag van de
week en druk op M N. a MOKN
5 Stel de gewenste tijd in. a MOKN
6 Voer een tekstmemo in (max. 30 tekens). a
MOKN
7 MbN: Selecteer de gewenste alarmtoon. a
MOKN
R Wij raden u aan een andere melodie te
selecteren dan de melodie die wordt
gebruikt voor externe gesprekken.
8 MbN: Selecteer de gewenste sluimerinstelling.
a MOKN
9 MOKN a M N
Opmerking:
R Druk op MStoppenN om het alarm volledig te
stoppen.
R Als de handset in gebruik is, gaat het alarm pas
af wanneer de handset weer in stand-by staat.
R Druk op elke willekeurige kiestoets of op
MSluimerN om het geluid te stoppen maar de
sluimerfunctie ingeschakeld te houden.
R Als u een externe oproep wilt plaatsen wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld, moet u de
sluimerfunctie stoppen voordat u de oproep
plaatst.
Nachtmodus
Met de nachtmodus stelt u een periode in waarin de
handset niet overgaat voor externe gesprekken.
Deze functie is handig als u niet wilt worden
gestoord als u bijvoorbeeld slaapt. De nachtmodus
kan per handset worden ingesteld.
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 13).
R Als u het alarm hebt ingesteld, gaat het alarm
ook als de nachtmodus is ingeschakeld af.
Nachtmodus in/uitschakelen
1 MMenuN (rechter functietoets) #238
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
R Als u “UIT” selecteert, moet u ter afsluiting
drukken op M N.
3 Voer het tijdstip in waarop u de functie wilt
laten starten. a MOKN
4 Voer het tijdstip (uur en minuut) in waarop u
de functie wilt laten eindigen. a MOKN a
M N
Start- en eindtijd wijzigen
1 MMenuN (rechter functietoets) #237
2 Ga verder vanaf stap 3, “Nachtmodus in/
uitschakelen”, pagina 29.
Belvertraging instellingen
Met deze instelling laat u de handset overgaan
tijdens de nachtmodus als de beller lang genoeg
wacht. De handset gaat over nadat de ingestelde
wachttijd is verstreken. Als u “Niet overg.”
selecteert, gaat de handset tijdens de nachtmodus
niet over.
29
Programmeren