Één-Druk-Toetsen
– 38 –
Telefoonnummer geheimhouden
Druk op (één-druk-toets, nummer 3)
nadat u in stap 5 het telefoonnummer heeft
ingevoerd.
●
Een geheim nummer verschijnt niet op het
display nadat het is ingevoerd.
●
Het geheime nummer verschijnt niet in de
lijst met telefoonnummers.
●
telt niet mee als cijfer.
Opgeslagen toestelnaam en -
nummer invoeren
Voer in stap 3 de gewenste naam in.
Voer in stap 5 het gewenste nummer in.
Opgeslagen naam en nummer wissen: zie
pagina 42.
Opmerking:
●
Als “DIAL MODE” niet op het display
verschijnt als u in stap 2 de één-druk-toets
kiest, dan is de BROADCAST-functie
ingesteld. Wilt u deze toets toch als één-
druk-toets gebruiken, druk dan op en
kies “DIAL MODE”. De BROADCAST-functie
wordt dan uitgeschakeld.
Namen en telefoonnummers programmeren op
één-druk-toetsen
U kunt 10 één-druk-toetsen programmeren om uw meest gebruikte nummers snel te kunnen kiezen.
●
U kunt de één-druk-toets (nummer 1) gebruiken als één-druk-toets (nummer 1) (DIAL MODE) of als
broadcast-toets (BROADCAST). U kunt beide functies niet tegelijk gebruiken. Raadpleeg pagina’s 61 en 62
voor meer gegevens.
1
Druk op .
Display:
2
Voor geheugenplaatsen 1–5
Druk op één van de één-druk-toetsen.
●
Indien u de één-druk-toets nummer 1 kiest,
selecteer “DIAL MODE” door op te drukken
en daarna
om naar de
volgende stap te gaan.
Voor geheugenplaatsen 6–10
Druk eerst op en druk dan op de
één-druk-toets.
3
Voer de toestelnaam in (max. 10 tekens). Volg
hiervoor de instructies op de volgende pagina.
Voorbeeld:
4
Druk op .
Voorbeeld:
5
Voer het telefoonnummer in. Het telefoonnummer
mag uit ten hoogste 30 cijfers bestaan.
Voorbeeld:
●
Druk op (één-druk-toets, nummer 1) als
u een koppelteken (liggend streepje) wilt invoeren.
6
Druk op .
●
Herhaal stap 2 tot 6 als u andere
één-druk-toetsen wilt programmeren.
7
Druk op om het
programma te verlaten.