TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID
Om de temperatuureenheid in te stellen:
Druk °C / °F.
Om de temperatuurgegevens van de buitensensor
te bekijken:
Druk KANAAL.
Om automatisch langs de sensoren te schakelen:
Druk KANAAL en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt.
De gegevens van elke sensor worden ongeveer 3
seconden weergegeven.
Om het schakelen langs de sensoren te
beëindigen:
Druk KANAAL of MEM.
Om te kiezen tussen huidige, minimum en maximum
gegevens van de geselecteerde sensor:
Druk herhaaldelijk op MEM.
Om de gegevens te wissen:
Houd MODE gedurende 2 seconden ingedrukt.
TEMPERATUUR-, VOCHTIGHEIDS- EN
LUCHTDRUKTRENDS
De temperatuur-, vochtigheids- en luchtdruktrendiconen
zijn gebaseerd op recente sensormetingen.
STIJGEND STABIEL DALEND
VORSTWAARSCHUWING
Als de sensor op kanaal 1 tussen de 3°C tot –2°C (37°F
tot 28°F) valt, zal knipperen om u te waarschuwen
dat de temperatuur het vriespunt nadert.
NB De waarschuwing zal automatisch stoppen wanneer
de temperatuur weer buiten het waarschuwingsgebied
komt.
HOOG / LAAG TEMPERATUUR- /
VOCHTIGHEIDSALARMEN
Temperatuur- en vochtigheidswaarschuwingen kunt u
laten afgaan als de sensor op kanaal 1 boven of onder
een temperatuur/vochtigheid van uw keuze komt.
Alarmen AAN / UIT zetten:
1. Houd TEMP / VOCHTIGHEID HOOG / LAAG
ingedrukt.
2. Gebruik en om hoog / laag temperatuur- /
vochtigheidsalarm te selecteren. Druk TEMP
/ VOCHTIGHEID HOOG / LAAG om te
bevestigen.
3. Druk / om het alarm AAN / UIT te zetten, en
druk TEMP / VOCHTIGHEID HOOG / LAAG om
te bevestigen.
4. Als het alarm geactiveerd is, gebruikt u en om
temperatuur / vochtigheid te selecteren.
5. Druk TEMP / VOCHTIGHEID HOOG / LAAG om
te bevestigen.