685542
144
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/144
Pagina verder
C4 - DUTCH
Bloedglucosesysteem
Handleiding
Gebruiksinstructies
AW 06929402A
1
Bloedglucosesysteem
Handleiding
2
Wij stellen het op prijs dat u
OneTouch® hebt gekozen!
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem is een
van de nieuwste productinnovaties van OneTouch®. Elke
OneTouch®-meter is ontworpen om het testen van uw
bloedglucose gemakkelijk voor u te maken en u te helpen
uw diabetes te reguleren.
Deze handleiding biedt een volledige uitleg over het
gebruik van uw nieuwe meter en testtoebehoren.
Hierin wordt beschreven wat u wel en niet moet doen
bij het testen van uw bloedglucosewaarde. Bewaar
deze handleiding op een veilige plek; u kunt deze in de
toekomst nog nodig hebben.
Wij hopen dat u de producten en diensten van OneTouch®
lang met plezier zult gebruiken.
3
Metersymbolen en -iconen
Batterij bijna leeg
Batterij leeg
Hoog
Boven bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat)
Binnen bereik
Binnen bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat)
Laag
Onder bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat)
Markering Vóór Maaltijd
Markering Na Maaltijd
Resultaat controlevloeistof
Bloedglucoseresultaat boven 600mg/dL
Bloedglucoseresultaat onder 20mg/dL
Stroom meter aan/uit en batterij meter
Batterij van de schermverlichting
4
Andere symbolen en iconen
Aandachtspunten en waarschuwingen: Raadpleeg de
handleiding en de bijsluiters die met het systeem zijn
meegeleverd voor informatie over veiligheid.
Gelijkstroom
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Fabrikant
Lotnummer
Serienummer
Temperatuurlimieten voor bewaring
Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek
Niet hergebruiken
Gesteriliseerd door middel van straling
Geen normaal afval
Uiterste gebruiksdatum
Bevat voldoende voor n tests
5
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten.
6
Inhoudsopgave
 1 Uw systeem leren kennen ............................... 12
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem ......12
De functie Bereiksindicatie ...........................................18
 2 Het systeem instellen ....................................22
Uw meter inschakelen .................................................. 22
De schermverlichting gebruiken om het lezen
van de resultaten te vergemakkelijken ....................... 22
Vóór het eerste gebruik ................................................ 23
De meter uitschakelen na het instellen .......................31
 3 Een test uitvoeren .........................................32
Uw bloedglucose testen ............................................... 32
Testen met controlevloeistof .......................................59
 4 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken .... 72
Uw eerdere resultaten bekijken ................................... 72
Uw gemiddelden bekijken ........................................... 75
Resultaten downloaden naar een computer .............. 78
 5  De meterinstellingen aanpassen na
de eerste ingebruikname ...............................80
Tijd en datum instellen .................................................. 81
Bereikswaarden instellen .............................................84
7
Maaltijdmarkering in-/uitschakelen ............................ 87
Het serienummer, de softwareversie en de
laatste foutmelding van de meter controleren ........ 100
 6 Onderhoud ................................................. 102
Het systeem bewaren ..................................................102
Reinigen en desinfecteren ..........................................102
 7 Batterijen ................................................... 108
De batterijen vervangen ............................................. 109
 8 Problemen oplossen..................................... 112
 9 Gedetailleerde informatie over het systeem ... 126
Meterresultaten met laboratoriumresultaten
vergelijken ....................................................................126
Richtlijnen om een nauwkeurige vergelijking
te verkrijgen tussen meterresultaten en
laboratoriumresultaten ...............................................128
Technische specificaties ..............................................130
Nauwkeurigheid van het systeem ...............................131
Gebruikersnauwkeurigheid ......................................... 136
Garantie ........................................................................136
Elektriciteits- en veiligheidsnormen .......................... 137
10 Index .........................................................138
8
Voordat u begint
Lees deze Gebruikershandleiding en de bijsluiters van de
OneTouchSelect® Plus teststrips en de OneTouchSelect®
Plus controlevloeistof zorgvuldig door voordat u dit
product gebruikt om uw bloedglucose te testen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE:
Deze meter en prikpen zijn uitsluitend voor gebruik
bij één patiënt. Deel deze met niemand anders, ook
niet met familieleden. Niet gebruiken bij meerdere
patiënten!
Na gebruik en blootstelling aan bloed dienen alle
onderdelen van dit pakket te worden beschouwd
als klein chemisch afval. Gebruikte pakketten
dragen mogelijkerwijs besmettelijke ziektes met
zich mee, zelfs nadat u de pakketten gereinigd en
gedesinfecteerd hebt.
9
Beoogd gebruik
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem is
bedoeld om te worden gebruikt voor de kwantitatieve
meting van glucose (suiker) in verse, capillaire
volbloedmonsters die uit de vingertoppen gehaald
worden. Het systeem is bedoeld voor gebruik bij slechts
één patiënt en mag niet gedeeld worden.
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem is
bedoeld voor zelftests buiten het lichaam (in vitro
diagnostisch gebruik) door mensen met diabetes thuis en
om in een klinische omgeving te worden gebruikt door
artsen/ diabetesverpleegkundigen als hulpmiddel bij het
controleren of de diabetes effectief onder controle wordt
gehouden.
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem mag
niet gebruikt worden voor de diagnose of opsporing van
diabetes en bij pasgeborenen.
Het systeem is bedoeld voor gebruik bij slechts één
patiënt en mag niet gedeeld worden.
10
Testprincipe
De glucose in de bloeddruppel wordt vermengd met
het enzym GDH-FAD (zie ook pagina130) in de
teststrip, waarbij een zwakke elektrische stroom wordt
geproduceerd. De sterkte van deze stroom is afhankelijk
van de hoeveelheid glucose in het bloedmonster. De
meter meet de stroom, berekent uw bloedglucosewaarde,
geeft het resultaat weer en slaat het resultaat op in het
geheugen.
Gebruik alleen OneTouchSelect® Plus controlevloeistof en
teststrips met uw OneTouchSelect® Plus meter.
11
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten.
12
 1 Uw systeem leren kennen
Het OneTouchSelect® Plus
bloedglucosesysteem
De verpakking bevat:
OneTouchSelect® Plus meter
(met 2 CR2032-batterijen)
OneTouch®Delica®
prikpen
OneTouch®Delica®
steriele lancetten
OneTouchSelect®
Plus teststrips
1
Uw systeem leren kennen
13
Het systeem wordt geleverd met een etui.
OPMERKING: De OneTouch®Delica® prikpen kan
UITSLUITEND worden gebruikt met OneTouch®Delica®
lancetten.
Als een ander type prikpen is meegeleverd, raadpleegt
u de instructies die bij die prikpen horen.
1
Uw systeem leren kennen
14
Afzonderlijk verkrijgbaar:
De items die hieronder zijn afgebeeld, hebt u wel
nodig, maar worden mogelijkerwijs niet meegeleverd
in uw pakket:
Deze zijn afzonderlijk te koop. Raadpleeg de verpakking
van uw meter om te zien wat er allemaal in de
verpakking zit.
OneTouchSelect® Plus Mid
Control Solution*
OneTouchSelect® Plus
teststrips*
*De OneTouchSelect® Plus controlevloeistof en teststrips
zijn apart verkrijgbaar. Raadpleeg voor informatie over
het aanschaffen van teststrips en controlevloeistof onze
klantenservice of uw arts/diabetesverpleegkundige.
1
Uw systeem leren kennen
15
WAARSCHUWING: Bewaar de meter en de testtoebehor-
en buiten het bereik van jonge kinderen. Kleine onderdelen
zoals het batterijklepje, de batterijen, de teststrips, de
lancetten, de beschermdopjes van de lancetten en de dop
van het flesje controlevloeistof kunnen verstikkingsgevaar
opleveren. Deze onderdelen niet innemen of inslikken.
1
Uw systeem leren kennen
16
Uw OneTouchSelect® Plus
bloedglucosesysteem leren kennen
Meter
1
Uw systeem leren kennen
17
Teststrip
1
Uw systeem leren kennen
18
De functie Bereiksindicatie
De OneTouchSelect® Plus meter laat u automatisch
weten of het resultaat van uw huidige glucosetest binnen,
onder of boven uw bereik uitkomt. Hij doet dit door een
Opmerking bereiksindicatie weer te geven met uw huidige
glucoseresultaat. De opmerking wijst ook naar een
kleurenbalk voor bereiksindicatie onder het meterscherm.
De Opmerking bereiksindicatie en de kleurenbalk helpen
u de betekenis van uw glucoseresultaten te begrijpen.
1
Uw systeem leren kennen
19
3 mogelijke opmerkingen voor
bereiksindicatie
Voorbeeld
Resultaat onder
bereik
Voorbeeld
Resultaat binnen
bereik
Voorbeeld
Resultaat boven
bereik
Er wordt na elke test bij uw resultaat een Opmerking
bereiksindicatie weergegeven, afhankelijk van
uw instelling van de "algemene" hoge en lage
bereikswaarden op de meter. De meter gebruikt deze
algemene instellingen om te bepalen welke Opmerking
bereiksindicatie (Laag, Binnen bereik of Hoog) bij uw
resultaat wordt weergegeven.
OPMERKING: Deze Algemene opmerkingen voor
bereiksindicatie gelden voor al uw ongemarkeerde
testen.
1
Uw systeem leren kennen
20
De meter heeft ook een functie voor maaltijdmarkering
die aangeeft of de test vóór of na de maaltijd is gedaan.
Als u de maaltijdmarkering aan zet, wordt u gevraagd om
tevens lage en hoge bereikswaarden voor de "Maaltijd"
in te stellen. De meter gebruikt deze maaltijdinstellingen
om te bepalen welke Opmerking bereiksindicatie
(Laag, Binnen bereik of Hoog) bij uw resultaat wordt
weergegeven.
OPMERKING: Deze Maaltijd opmerkingen voor
bereiksindicatie gelden voor al uw testen met
maaltijdmarkering.
1
Uw systeem leren kennen
21
Wat u moet weten voordat u de functie
Bereiksindicatie gebruikt:
De meter weet of de bereikswaarden voor "Algemeen"
(zonder markering) of voor "Maaltijd" (met
maaltijdmarkering) moeten worden gebruikt.
Uw meter is standaard ingesteld met de
maaltijdmarkering uitgeschakeld. U moet de functie
Maaltijdmarkering inschakelen om resultaten van een
maaltijdmarkering te kunnen voorzien of speciale
"Maaltijd" bereikswaarden voor die gemarkeerde
resultaten te gebruiken.
Als Maaltijdmarkering is ingeschakeld en Geen
markering is geselecteerd, worden de laagste
grens vóór de maaltijd en de hoogste grens na de
maaltijd gebruikt als uw bereik voor de Opmerking
bereiksindicatie.
Op de meter zijn al bereikswaarden voor "Algemeen"
en voor "Maaltijd" ingesteld. U kunt deze
bereikswaarden naar wens aanpassen.
Als u besluit om de bereikswaarden voor "Algemeen"
of "Maaltijd" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de
voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het
resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden
nu de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de
nieuwe instellingen weergegeven.
22
 2 Het systeem instellen
Uw meter inschakelen
Houd ingedrukt totdat het
opstartscherm verschijnt. Als het
opstartscherm verschijnt, laat
dan los.
De meter gaat ook aan als u een
teststrip plaatst.
OPMERKING: Als u lichte plekken ziet in het zwarte
opstartscherm, is er mogelijk een probleem met de meter.
Contacteer onze gratis OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België) of bezoek onze website www.LifeScan.be.
De schermverlichting gebruiken
om het lezen van de resultaten
te vergemakkelijken
De schermverlichting springt automatisch aan wanneer de
meter wordt ingeschakeld. Als er circa 20 seconden geen
activiteit is, wordt de schermverlichting gedimd. Als u
een knop indrukt of teststrip in de meter steekt, wordt de
schermverlichting weer ingeschakeld.
2
Het systeem instellen
23
Vóór het eerste gebruik
Voordat u de meter voor het eerst gebruikt, moet u
controleren of de standaardinstelling voor taal, tijd en
datum en de algemene bereikwaarden op de meter juist
zijn. Hiermee bent u ervan verzekerd dat de correcte
datum, tijd en opmerking bereiksindicatie aan ieder
testresultaat worden verbonden.
Door op
te drukken nadat u uw keuze hebt gemaakt,
wordt elke instelling bevestigd en wordt u naar het
volgende scherm geleid.
Bij het instellen van uw meter kunt u op
drukken om
naar het vorige scherm terug te keren om een instelling
aan te passen.
OPMERKING: U kunt geen bloedglucosetests uitvoeren als
de eerste instelling niet voltooid is.
Taal instellen
De eerste keer dat u de meter
inschakelt, verschijnt het scherm
Taal instellen.
Druk in het scherm Taal instellen
op
of om de gewenste taal
te markeren en druk op .
Taal inst.
Nederlands
Français
Deutsch
Welkom
2
Het systeem instellen
24
OPMERKING: De notatie voor tijd en datum is vooraf
ingesteld. Deze instellingen kunnen niet worden
gewijzigd.
Tijd, datum en algemene
bereiksgrenzen instellen
Stap 1 van 3
Tijd inst.
15:45
Aanpassen
Opslaan
16
: 45
Tijd inst.
Stap 1 van 3
1. De tijd instellen
Het scherm Tijd instellen wordt
weergegeven.
Als de tijd juist is, drukt u op
om op te slaan en gaat u naar
Stap 2 om de datum in te stellen.
Druk om de tijd aan te passen
op
of om Aanpassen te
markeren, en druk op .
Druk op
of om het uur in te
stellen en druk op .
Herhaal deze stap om de minuten in
te stellen.
2
Het systeem instellen
25
Als de tijd correct is, druk dan op
om deze op te slaan.
Als u nog een aanpassing moet
maken, druk dan op
of om
Aanpassen te selecteren en druk op
. Herhaal vervolgens Stap 1.
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven tijd is
opgeslagen in de meter.
2. De datum instellen
Het scherm Datum instellen
wordt weergegeven.
Als de datum juist is, drukt u
op
om op te slaan en gaat
u naar Stap 3 om de algemene
bereikswaarden in te stellen.
Druk om de datum aan te passen
op
of om Aanpassen te
markeren, en druk op .
Stap 1 van 3
Aanpassen
Opslaan
OK?
16:45
Stap 2 van 3
Datum inst.
30 apr 2014
Aanpassen
Opslaan
2
Het systeem instellen
26
Druk op of voor de instelling
van dag, en druk dan op .
Herhaal deze stap voor de
instelling van maand en jaar.
Als de datum correct is, druk dan
op
om deze op te slaan.
Als u nog een aanpassing moet
maken, druk dan op
of om
Aanpassen te selecteren en druk
op . Herhaal vervolgens Stap 2.
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven datum is
opgeslagen in de meter.
Datum inst.
Stap 2 van 3
apr
30 2014
Stap 2 van 3
Aanpassen
Opslaan
OK?
30 mei 2014
2
Het systeem instellen
27
3. De algemene bereiksgrenzen instellen
De meter gebruikt de laagste en hoogste grenzen die
op de meter zijn ingesteld om u te laten weten of een
testresultaat binnen, onder of boven de bereiksgrenzen
uitkomt. De algemene bereikswaarden die u bij de
aanvankelijke instelling hebt ingesteld, worden gebruikt
voor alle ongemarkeerde glucoseresultaten, tenzij de
functie Maaltijdmarkering Aan is gezet.
VOORZICHTIG:
Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige over de
onder- en bovengrenzen die op u van toepassing zijn.
Wanneer u uw grenzen kiest of wijzigt, dient u daarbij
factoren als uw leefgewoontes en diabetesbehandeling
in acht te nemen. Breng nooit belangrijke wijzigingen
in uw diabetescontroleplan aan zonder uw arts/
diabetesverpleegkundige om advies te vragen.
2
Het systeem instellen
28
Druk op of om de
voorinstelling laagste grens te
veranderen in de gewenste waarde
tussen 60 mg/dL en 110 mg/dL,
en druk dan op .
laagste grens
mg/dL
70
180
Ingesteld bereik
Stap 3 van 3
Als de onder- en bovengrenzen
correct zijn, druk dan op om
deze op te slaan.
Het scherm Opgeslagen
verschijnt. Ga door naar
Instellingen voltooid.
Als u de standaardinstellingen
van de grenzen naar uw eigen
behoeften wilt aanpassen, druk
dan op
of om Aanpassen te
selecteren en druk op .
Stel de hoogste/
laagste grenzen
in voor uw
bereik.
70 – 180
mg/dL
Aanpassen
Opslaan
Stap 3 van 3
De algemene bereikswaarden zijn al op de meter
ingesteld, met een laagste grens van 70mg/dL en een
hoogste grens van 180mg/dL.
2
Het systeem instellen
29
Druk op of om de
voorinstelling hoogste grens te
veranderen in de gewenste waarde
tussen 90 mg/dL en 300 mg/dL,
en druk dan op .
hoogste grens
mg/dL
76
180
Ingesteld bereik
Stap 3 van 3
Als de onder- en bovengrenzen
correct zijn, drukt u op om ze
op te slaan.
Als u nog een aanpassing moet
maken, druk dan op
of om
Aanpassen te selecteren en druk
op . Herhaal vervolgens Stap 3.
Stap 3 van 3
Aanpassen
Opslaan
OK?
76 – 170
mg/dL
2
Het systeem instellen
30
Instellingen voltooid
Instellen is voltooid verschijnt
op het beeldscherm. Uw meter is
nu klaar voor gebruik.
Druk op
om terug te keren
naar het hoofdmenu. Zie
pagina62.
OPMERKING: Als de meter ingeschakeld is door het
inbrengen van een teststrip, verschijnt het scherm Bloed
opbrengen in plaats van het hoofdmenu.
Instellingen
voltooid.
OK
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven onder- en
bovengrenzen zijn opgeslagen
in de meter.
Opgeslagen.
76 – 170
mg/dL
Stap 3 van 3
2
Het systeem instellen
31
De meter uitschakelen na het instellen
Er zijn drie manieren om de meter uit te schakelen:
Houd de knop
enkele seconden ingedrukt totdat de
meter wordt uitgeschakeld.
Verwijder de teststrip na een test.
Of,
De meter wordt vanzelf uitgeschakeld als deze
gedurende twee minuten niet wordt gebruikt.
32
 3 Een test uitvoeren
Uw bloedglucose testen
OPMERKING: Veel mensen vinden het nuttig om de
testprocedure eerst te oefenen met controlevloeistof in
plaats van met bloed. Zie pagina59.
Een test voorbereiden
Leg dit klaar als u gaat testen:
OneTouchSelect® Plus meter
OneTouchSelect® Plus teststrips
Prikpen
Steriele lancetten
3
Een test uitvoeren
33
OPMERKING:
Gebruik alleen OneTouchSelect® Plus teststrips.
In tegenstelling tot sommige andere
bloedglucosemeters is er geen aparte stap nodig om
uw OneTouchSelect® Plus systeem te coderen.
Zorg ervoor dat de meter en de teststrips ongeveer
dezelfde temperatuur hebben voordat u begint met
de test.
Niet testen als er zich condens (water) op uw meter
bevindt. Breng uw meter en strips naar een koele,
droge plaats en wacht tot het oppervlak van de meter
opgedroogd is voordat u gaat testen.
Bewaar het buisje teststrips op een koele, droge plaats
tussen 5 °C en 30 °C.
Maak het buisje teststrips niet open voordat u klaar
bent om eenteststrip uit het buisje te halen en een test
uit te voeren. Gebruik de teststrip onmiddellijk nadat
u deze uit het buisje hebt genomen, vooral ook als de
luchtvochtigheid hoog is.
3
Een test uitvoeren
34
Draai de dop van het buisje onmiddellijk na gebruik
weer stevig vast om besmetting of beschadiging te
voorkomen.
Bewaar de ongebruikte teststrips uitsluitend in het
oorspronkelijke buisje.
Plaats de teststrip na het uitvoeren van een test niet
terug in het buisje.
Gebruik een teststrip waarop bloed of controlevloeistof
is aangebracht niet opnieuw. De teststrips zijn
uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik.
Test niet met een teststrip die verbogen of
beschadigd is.
Als uw handen schoon en droog zijn, kunt u de teststrip
overal aanraken. De teststrips mogen op geen enkele
wijze worden gebogen, doorgesneden of gewijzigd.
3
Een test uitvoeren
35
BELANGRIJK: Als u door een andere persoon wordt
geholpen bij het testen, dan moeten de meter, de
prikpen en de dop altijd gereinigd en gedesinfecteerd
worden vóór het gebruik door die andere persoon.
Zie pagina102.
OPMERKING: Het wordt niet aangeraden om de met
deze meter verkregen bloedglucoseresultaten te
vergelijken met die van een andere meter. De resultaten
van de meters kunnen verschillen, en kunnen niet
worden gebruikt om de werking van uw eigen meter
te controleren. Vergelijk de resultaten van uw meter af
en toe met laboratoriumwaarden om te controleren of
uw meter nauwkeurig is. Zie pagina126 voor meer
informatie.
3
Een test uitvoeren
36
VOORZICHTIG:
Gebruik het OneTouchSelect® Plus systeem niet
als u weet of vermoedt dat het volbloedmonster
van de patiënt PAM (pralidoxime) bevat, omdat dit
onnauwkeurige meetwaarden kan opleveren.
Gebruik geen teststrips uit een buisje dat beschadigd
is of open heeft gestaan. Dit kan leiden tot
foutmeldingen of onbetrouwbare resultaten. Neem
onmiddellijk contact op met de klantenservice als het
buisje teststrips beschadigd is. Gratis OneTouch®-lijn
via 0800-15325 (België).
Als u geen test kunt uitvoeren vanwege een probleem
met uw testtoebehoren, neem dan contact op met
uw arts/diabetesverpleegkundige. Als u geen tests
uitvoert, kan dit beslissingen omtrent behandeling
vertragen en leiden tot een ernstige medische
conditie.
Het buisje teststrips bevat droogmiddelen die
schadelijk zijn bij inademen of inslikken en die irritatie
van de huid of de ogen kunnen veroorzaken.
De teststrips niet na de vervaldatum op het buisje
gebruiken.
3
Een test uitvoeren
37
OneTouch®Delica® prikpen
OPMERKING: De OneTouch®Delica® prikpen kan
UITSLUITEND worden gebruikt met OneTouch®Delica®
lancetten.
Raadpleeg de instructies voor gebruik van de betreffende
prikpen als de hier afgebeelde prikpen niet het apparaat is
dat in uw pakket is meegeleverd.
3
Een test uitvoeren
38
OPMERKING:
Het OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem is nog
niet beoordeeld voor testen op andere plaatsen (AST).
Gebruik alleen de vingertoppen bij het testen van het
systeem.
De OneTouch®Delica® prikpen wordt niet geleverd
met de benodigde materialen voor testen op andere
plaatsen (AST). De OneTouch®Delica® prikpen mag niet
gebruikt worden op de onderarm of handpalm met het
OneTouchSelect® Plus bloedglucosesysteem.
3
Een test uitvoeren
39
VOORZICHTIG:
Maatregelen om de kans op infecties en via het bloed
overdraagbare ziekten te verkleinen:
Was de prikplaats met warm water en zeep en spoel
deze af en droog deze, voordat u een bloeddruppel
gaat afnemen.
De prikpen is bedoeld voor gebruik door één persoon.
Deel nooit een lancet of een prikpen met iemand
anders.
Gebruik voor elke test altijd een nieuw, steriel lancet.
Houd uw meter en prikpen altijd schoon (zie
pagina102).
De meter en de prikpen zijn uitsluitend voor gebruik
bij één patiënt. Deel deze niet met anderen, dus ook
niet met familieleden! Niet gebruiken bij meerdere
patiënten!
Na gebruik en blootstelling aan bloed dienen alle
onderdelen van dit pakket te worden beschouwd als
klein chemisch afval. Gebruikte pakketten kunnen
besmettelijke ziektes overdragen, zelfs nadat u de
pakketten gereinigd en gedesinfecteerd hebt.
3
Een test uitvoeren
40
Een bloeddruppel uit de vingertop
afnemen
Kies voor elke test een andere prikplaats uit.
Herhaald prikken op dezelfde plaats kan pijnlijk zijn of
littekenweefsel veroorzaken.
Was uw handen grondig met warm water en zeep
voordat u een test uitvoert. Spoel en droog goed af.
1. Verwijder de dop van de prikpen
Verwijder de dop door deze tegen de klok in te draaien en
deze vervolgens recht van de pen af te trekken.
3
Een test uitvoeren
41
2. Plaats een steriel lancet in de prikpen
Breng het lancet in een
rechte lijn aan, zoals hier
afgebeeld, zodat het lancet
in de lancethouder past.
Druk het lancet in de pen
totdat het op zijn plaats klikt
en stevig in de houder is
geplaatst.
Draai de beschermdop
een keer helemaal rond
totdat deze loskomt van
het lancet. Bewaar de
beschermdop; deze hebt
u nog nodig om het lancet
te verwijderen en weg te
gooien. Zie pagina52.
3
Een test uitvoeren
42
3. Plaats de dop terug op de prikpen
Plaats de dop terug op de pen en draai deze met de klok
mee om de dop vast te draaien.
Niet té vast draaien.
3
Een test uitvoeren
43
4. Stel de diepte in
De prikpen heeft zeven
instellingen voor de
prikdiepte, genummerd
van 1 tot en met 7. Kleinere
getallen zijn voor ondiepere
prikken en grotere getallen
voor diepere prikken. Bij
kinderen en de meeste volwassenen volstaan ondiepere
prikken. Bij mensen met een dikke huid of eeltplekken zijn
diepere prikken nodig. Draai aan het dieptewieltje om de
instelling te kiezen.
OPMERKING: Een ondiepere prik in de vingertop is
mogelijk minder pijnlijk. Probeer eerst een ondiepere
instelling en vergroot de diepte tot u een instelling vindt
waarbij u een druppel bloed van de juiste omvang kunt
afnemen.
5. Span de prikpen
Schuif het spanmechanisme
naar achteren tot u een
klik hoort. Als er geen klik
hoorbaar is, kan het zijn
dat de prikpen reeds was
gespannen toen het lancet
werd geplaatst.
3
Een test uitvoeren
44
6. Plaats een teststrip om
de meter in te schakelen
Schuif een teststrip in de
teststrippoort zoals op
de afbeelding, met de
contactstaafjes naar u toe
gericht.
Er is geen aparte stap nodig
om de meter te coderen.
Als het scherm Bloed
opbrengen verschijnt, mag
u de bloeddruppel op de
teststrip opbrengen.
3
Een test uitvoeren
45
7. Prik in uw vinger
Houd de prikpen stevig
tegen de zijkant van
uw vinger. Druk op de
ontspanknop. Haal de
prikpen van uw vinger.
8. Neem een ronde druppel
bloed af
Knijp voorzichtig in uw
vingertop en/of masseer
deze een beetje totdat zich
een ronde druppel bloed op
de vingertop heeft gevormd.
Gebruik de druppel niet als
het bloed uit- of wegloopt.
Droog de plek af en knijp
voorzichtig tot er nog
een druppel bloed wordt
gevormd of prik op een
andere plaats.
3
Een test uitvoeren
46
Bloed opbrengen en resultaten aflezen
1. Bereid u voor op
het aanbrengen van de
bloeddruppel
Breng de meter en teststrip
naar de druppel bloed en
houd daarbij uw vinger
recht en stil.
Breng geen bloed aan
bovenop de teststrip.
Houd de meter en de teststrip
niet onder de bloeddruppel.
Hierdoor kan er bloed in
de teststrippoort lopen en
kan de meter beschadigd
raken. Laat geen bloed in de
gegevenspoort komen.
3
Een test uitvoeren
47
2. Breng de druppel op
Houd de teststrip zodanig dat het smalle kanaaltje aan de
rand van de teststrip bijna de rand van de bloeddruppel
raakt.
3
Een test uitvoeren
48
Raak met het kanaaltje
voorzichtig de rand van de
bloeddruppel aan.
Druk de teststrip niet te
stevig tegen de prikplaats,
want dan wordt het
kanaaltje mogelijk niet
volledig gevuld doordat
het geblokkeerd wordt.
Smeer de bloeddruppel
niet uit en schraap deze
niet af met de teststrip.
Breng niet nog meer bloed op de teststrip op
nadat u de bloeddruppel met de teststrip hebt
opgezogen.
Beweeg de teststrip niet in de meter tijdens een
test, anders krijgt u mogelijk een foutmelding of
wordt de meter uitgeschakeld.
Verwijder de teststrip niet voordat het resultaat
wordt weergegeven, anders wordt de meter
uitgeschakeld.
3
Een test uitvoeren
49
VOORZICHTIG:
Als het bevestigingsvenster niet volledig met bloed is
gevuld, wordt mogelijk het bericht FOUT 5 weergegeven.
Zie pagina119. Werp de teststrip weg en voer de
testprocedure opnieuw uit.
3. Wacht tot het bevestigingsvenster volledig is gevuld
De bloeddruppel
wordt in het smalle
kanaaltje gezogen en
het bevestigingsvenster
moet zich volledig
vullen.
3
Een test uitvoeren
50
Wanneer het
bevestigingsvenster helemaal
vol is, betekent dit dat
u voldoende bloed hebt
aangebracht. Het aftelscherm
verschijnt. Nu kunt u de
teststrip van de bloeddruppel
verwijderen en wachten tot de
meter aftelt (ong. 5 seconden).
Aftelscherm
VOORZICHTIG:
Neem geen directe besluiten over behandeling op basis
van de opmerkingen voor bereiksindicatie die bij de
testresultaten worden weergeven. Besluiten over de
behandeling moeten worden genomen op basis van de
numerieke resultaten en aanbevelingen van de arts/
diabetesverpleegkundige, niet alleen op basis van de
opmerkingen voor bereiksindicatie.
3
Een test uitvoeren
51
Kom er zelf achter of het resultaat van
uw huidige glucosetest binnen, onder
of boven uw algemene bereikswaarden
uitkomt
Als uw glucoseresultaat na een test samen met de
datum en tijd wordt weergegeven, verschijnt op de
meter tevens een Opmerking bereiksindicatie. De
Opmerking laat u weten of het resultaat binnen, onder
of boven de algemene bereiksgrenzen uitkomt die in de
meter zijn ingesteld (zie pagina85). De Opmerking
bereiksindicatie wijst ook naar een kleurenbalk voor
bereiksindicatie onder het meterscherm.
Als mg/dL niet wordt weergegeven
met het bloedglucoseresultaat,
neem dan contact op met de
klantenservice. Gratis OneTouch®-
lijn via 0800-15325 (België).
3
Een test uitvoeren
52
Na het bloedglucoseresultaat
Zodra u het bloedglucoseresultaat hebt, kunt u het
volgende doen:
Houd de knop
ingedrukt om terug te keren naar het
hoofdmenu.
Houd de knop
enkele seconden ingedrukt totdat de
meter wordt uitgeschakeld. De meter wordt vanzelf
uitgeschakeld als deze gedurende twee minuten niet
wordt gebruikt.
Of,
Verwijder de teststrip, dan wordt de meter
uitgeschakeld.
Het gebruikte lancet verwijderen
OPMERKING: Deze prikpen heeft een uitwerpfunctie,
zodat u het gebruikte lancet er niet uit hoeft te trekken.
1. De prikpendop
verwijderen
Verwijder de dop door deze
tegen de klok in te draaien
en deze vervolgens recht
van de pen af te trekken.
3
Een test uitvoeren
53
2. De punt van het lancet afdekken
Voordat u het lancet verwijdert: plaats het beschermdopje
van het lancet op een hard oppervlak en duw de punt van
het lancet in het dopje.
3. Werp het lancet uit
Schuif de uitwerpknop naar
voren totdat het lancet uit
de prikpen springt. Schuif
de uitwerpknop terug naar
zijn oorspronkelijke positie.
Als het lancet niet correct
wordt uitgeworpen, span de
pen dan nogmaals en schuif
de uitwerpknop naar voren
tot het lancet naar buiten
komt.
3
Een test uitvoeren
54
4. Plaats de dop terug op de prikpen
Plaats de dop terug op de pen en draai deze met de klok
mee om de dop vast te draaien.
Niet té vast draaien.
Het is van belang dat u, iedere keer dat u een
bloeddruppel afneemt, een nieuw lancet gebruikt.
Hiermee voorkomt u infecties en pijn aan uw
vingertoppen.
3
Een test uitvoeren
55
Het gebruikte lancet en de gebruikte
teststrip wegwerpen
Wees na ieder gebruik voorzichtig bij het weggooien
van het gebruikte lancet om te voorkomen dat u zich
per ongeluk aan de naald prikt. Gebruikte lancetten en
teststrips worden in bepaalde gebieden gezien als klein-
chemisch afval. Neem voor het weggooien hiervan de
aanwijzingen van uw arts/diabetesverpleegkundige of
de plaatselijke voorschriften in acht.
Was uw handen grondig met water en zeep nadat u
de meter, de teststrips, de prikpen en het dopje hebt
gebruikt.
3
Een test uitvoeren
56
Onverwachte testresultaten
interpreteren
Raadpleeg de volgende aandachtspunten als uw
testresultaten voor bloedglucose hoger of lager zijn
dan verwacht.
VOORZICHTIG:
Lage bloedglucoseresultaten
Als uw bloedglucoseresultaat
lager is dan 70 mg/dL of wordt
weergegeven als EXTREEM
LAGE GLUCOSE, (wat betekent
dat het resultaat lager is dan
20mg/dL), kan dit duiden op lage
bloedglucose (hypoglycemie). Dit
kan een onmiddellijke behandeling
vereisen volgens de aanwijzingen
van uw arts/diabetesverpleegkundige. Hoewel dit resultaat
het gevolg kan zijn van een testfout, is het veiliger eerst te
behandelen en vervolgens opnieuw te testen.
VOORZICHTIG:
Dehydratatie en lage bloedglucoseresultaten
Het is mogelijk dat u onjuiste lage bloedglucoseresultaten
krijgt als u ernstig bent uitgedroogd. Neem onmiddellijk
contact op met een arts/diabetesverpleegkundige als u denkt
dat u aan ernstige dehydratatie lijdt.
EXTREEM
LAGE GLUCOSE
(onder
20 mg/dL)
LET OP
Behandel laag
3
Een test uitvoeren
57
VOORZICHTIG:
Hoge bloedglucoseresultaten
Als uw testresultaat hoger is dan 180mg/dL, kan dit duiden
op hyperglycemie (hoge bloedglucose) en moet u overwegen
een nieuwe test uit te voeren. Raadpleeg uw arts/diabetes-
verpleegkundige als u zich zorgen maakt over hyperglycemie.
EXTREEM HOGE GLUCOSE wordt
weergegeven als uw
bloedglucoseresultaat hoger is dan
600mg/dL. U kunt ernstige
hyperglycemie (zeer hoge
bloedglucose) hebben. Test uw
bloedglucosewaarde opnieuw. Als
het resultaat opnieuw EXTREEM
HOGE GLUCOSE is, duidt dit op een
ernstig probleem met de controle
van uw bloedglucose. Neem
onmiddellijk contact op met uw
arts/diabetesverpleegkundige en
volg zijn/haar instructies op.
EXTREEM
HOGE GLUCOSE
(boven
600 mg/dL)
LET OP
3
Een test uitvoeren
58
VOORZICHTIG:
Herhaaldelijk onverwachte bloedglucoseresultaten
Als u voortdurend onverwachte resultaten krijgt, moet u het
systeem met controlevloeistof controleren. Zie pagina59.
Als u symptomen hebt die niet in overeenstemming zijn
met de resultaten van de bloedglucosemeting en u alle
in deze gebruikershandleiding beschreven aanwijzingen
hebt opgevolgd, dient u contact op te nemen met uw arts/
diabetesverpleegkundige. Negeer nooit symptomen en breng
nooit belangrijke wijzigingen in uw diabetesbehandelplan
aan zonder eerst uw arts/diabetesverpleegkundige om
advies te vragen.
VOORZICHTIG:
Ongewoon gehalte rode bloedcellen
Een hematocrietpercentage (percentage van het bloed dat
uit rode bloedcellen bestaat) dat zeer hoog (hoger dan 55%)
of zeer laag (lager dan 30%) is, kan een onjuist resultaat
veroorzaken.
3
Een test uitvoeren
59
Testen met controlevloeistof
De OneTouchSelect® Plus controlevloeistof wordt gebruikt
om na te gaan of de meter en teststrips goed als een
systeem samenwerken en of u de test correct uitvoert.
(Controlevloeistof is afzonderlijk verkrijgbaar.)
OPMERKING:
Als u een nieuw flesje met controlevloeistof opent,
noteer dan de uiterste gebruiksdatum op het etiket van
het flesje. Zie de bijsluiter van de controlevloeistof of
het etiket van het flesje voor instructies met betrekking
tot het bepalen van de uiterste gebruiksdatum.
Draai de dop van het flesje met controlevloeistof
onmiddellijk na gebruik stevig vast om besmetting of
beschadiging te voorkomen.
Maak het buisje teststrips niet open voordat u klaar
bent om eenteststrip uit het buisje te halen en een test
uit te voeren. Gebruik de teststrip onmiddellijk nadat
u deze uit het buisje hebt genomen, vooral ook als de
luchtvochtigheid hoog is.
Tests met controlevloeistof moeten worden uitgevoerd
bij kamertemperatuur (20 - 25°C). Zorg dat de
meter, de teststrips en de controlevloeistoffen op
kamertemperatuur zijn voordat u de test uitvoert.
3
Een test uitvoeren
60
VOORZICHTIG:
Controlevloeistof niet inslikken of innemen.
Breng de controlevloeistof niet aan op de huid of de
ogen; dit kan irritatie veroorzaken.
Gebruik de controlevloeistof niet na de vervaldatum
die op het etiket van het flesje staat afgedrukt of na
de uiterste gebruiksdatum (welke ook het eerst is),
aangezien dat kan leiden tot onnauwkeurige resultaten.
3
Een test uitvoeren
61
Voer een test met controlevloeistof uit
Wanneer u een nieuw buisje teststrips opent.
Als u vermoedt dat de meter of de teststrips niet goed
werken.
Als u herhaaldelijk onverwachte
bloedglucoseresultaten krijgt.
Als u de meter hebt laten vallen of hebt beschadigd.
3
Een test uitvoeren
62
Een test met controlevloeistof
uitvoeren
Instellingen
Gemiddelden
Res. logboek
30 apr
9:45
Instellingen
Bereik
Mltd.markering
Tijd / Datum
Taal
Controletest
1. Houd de knop ingedrukt om
de meter aan te zetten en terug
te keren naar het hoofdmenu
2. Markeer Instellingen in het
hoofdmenu en druk op
3. Markeer Controletest en druk
op
3
Een test uitvoeren
63
Wacht tot Strip inbrengen op het
scherm verschijnt.
4. Breng een teststrip in
Zorg dat de contactstaafjes
naar u toe gericht zijn.
Strip
inbrengen
3
Een test uitvoeren
64
Wacht tot Cont. vloeistof
opbrengen op het scherm
verschijnt.
5. Bereid de controlevloeistof
voor
Schud het flesje voorzichtig
voordat u de dop verwijdert.
Verwijder de dop van het flesje
en plaats deze op een plat
oppervlak met de bovenkant
van de dop naar boven gericht.
Knijp in het flesje om het eerste
druppeltje te verwijderen.
Cont.vloeistof
opbrengen
3
Een test uitvoeren
65
Veeg zowel de opening van
het buisje controlevloeistof
als de bovenkant van de dop
af met een schone, vochtige
tissue of doek.
Knijp vervolgens een druppel
in de kleine opening bovenop
de dop of op een schoon, niet-
absorberend oppervlak.
3
Een test uitvoeren
66
6. Cont. vloeistof opbrengen
Houd de meter zo dat het
nauwe kanaaltje bij de
bovenrand van de teststrip
een kleine hoek vormt met de
druppel controlevloeistof.
Houd het kanaaltje op de
bovenrand van de teststrip
tegen de controlevloeistof.
Wacht tot het kanaaltje
volledig is gevuld.
3
Een test uitvoeren
67
7. Lees uw resultaat af
De meter begint af te tellen en
het resultaat wordt op het scherm
weergegeven, samen met de
datum, de tijd, de maateenheid en
controlevloeistof.
Omdat u Controletest hebt
geselecteerd, markeert de meter
het resultaat automatisch als een
test met controlevloeistof.
VOORZICHTIG: Vergeet niet om Controletest te selecteren
op het scherm Instellingen voordat u begint met het testen
met controlevloeistof. Het scherm met Fout 6 kan verschijnen
als u de controlevloeistof op de teststrip hebt aangebracht
zonder de stappen vanaf pagina62 te volgen. Zie
pagina121 voor meer informatie.
3
Een test uitvoeren
68
8. Controleer of het
resultaat in het juiste
bereik valt
Op ieder buisje teststrips
staat het bereik van de
OneTouchSelect® Plus
Mid Control Solution
op het etiket gedrukt.
Vergelijk het op de meter
weergegeven resultaat
met het bereik op het
buisje teststrips.
Voorbeeld bereik
OneTouchSelect® Plus Mid
Control Solution Controlebereik
102 - 138mg/dL
3
Een test uitvoeren
69
Resultaten die buiten het bereik vallen, kunnen het gevolg
zijn van:
De instructies die beginnen op pagina62 zijn
niet opgevolgd.
De controlevloeistof is verontreinigd of de
vervaldatum of uiterste gebruiksdatum is verlopen.
De teststrip of het buisje teststrips is beschadigd of
over de verval- of uiterste gebruiksdatum heen.
De meter, teststrips en/of controlevloeistof waren
niet op dezelfde temperatuur toen de test met de
controlevloeistof werd uitgevoerd.
De controlevloeistof was niet op kamertemperatuur
(20 - 25 °C).
Een probleem met de meter.
Vuil in of besmetting van de kleine opening aan de
bovenkant van de dop van de controlevloeistof
(zie stap 5).
Resultaten van de tests met controlevloeistof kunnen
worden bekeken bij de eerdere resultaten, maar worden
niet opgenomen in de resultaatgemiddelden.
3
Een test uitvoeren
70
VOORZICHTIG:
Als de resultaten van tests met de controlevloeistof
buiten het bereik blijven vallen dat op het buisje
met teststrips wordt vermeld, mag u de meter, de
teststrips en de controlevloeistof niet gebruiken.
Neem contact op met de klantenservice. Gratis
OneTouch®-lijn via 0800-15325 (België).
De bereiken voor de controlevloeistof die op
het flesje met teststrips staan gedrukt, gelden
alleen voor testen met controlevloeistof en
zijn geen aanbevolen bereiken voor uw
bloedglucosewaarden.
9. Reiniging
Reinig de bovenzijde van de dop van de controlevloeistof
met een schone, vochtige tissue of doek.
3
Een test uitvoeren
71
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten.
72
 4 Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
Uw eerdere resultaten bekijken
Uw meter slaat uw
500meest recente resultaten
van bloedglucose- en
controlevloeistoftests op en geeft
deze op verschillende manieren
weer.
1. Ga naar het scherm
Resultatenlog
Druk vanuit het hoofdmenu op
of om Resultatenlog te
selecteren. Druk vervolgens op .
Res. logboek
Gemiddelden
Instellingen
30 apr
9:45
mg/dL
Di, 30 apr
Ma, 29 apr
Zo, 28 apr
18:45
182
15:45 104
Res. logboek
Er worden maximaal vier
resultaten weergegeven op het
scherm, te beginnen met het
meest recente resultaat.
OPMERKING: De symbolen
voor maaltijdmarkering die
in het voorbeeldscherm
rechts worden weergegeven,
verschijnen alleen naast uw
resultaat als Maaltijdmarkering
is ingeschakeld en u met het
markeren van uw resultaten
begint.
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
73
2. Scroll door uw resultaten
Druk op
om achteruit te
bladeren en op om vooruit te
bladeren door uw resultaten. Door
of ingedrukt te houden,
kunt u sneller bladeren.
Druk om de details van een
resultaat weer te geven op
terwijl het resultaat
gemarkeerd is.
Res. detail
15:4530 apr
mg/dL
Vóór Mltd.
Binnen bereik
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
74
De volgende symbolen kunnen tegelijkertijd met het
resultaat worden weergegeven. Sommige van deze
symbolen verschijnen alleen bij weergave van resultaten
in het Result.overzicht.
als het bloedglucoseresultaat hoger is dan 600mg/dL
als het bloedglucoseresultaat lager is dan 20mg/dL
als het resultaat van een test met controlevloeistof is
(zie pagina59)
Hoog
als het glucoseresultaat hoger is dan de hoogste grens
Binnen bereik
als het glucoseresultaat binnen het bereik is
Laag
als het glucoseresultaat lager is dan de laagste grens
als het glucoseresultaat is gemarkeerd als Vóór
Maaltijd
als het glucoseresultaat is gemarkeerd als Na Maaltijd
Druk op om terug te keren naar het scherm
Resultatenlog.
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
75
Uw gemiddelden bekijken
Gemiddelden
Res. logboek
Instellingen
30 apr
9:45
Gemiddelden
116
mg/dL
7 dagen
mg/dL
14 dag.
122
mg/dL
30 dag.
121
mg/dL
90 dag.
110
Pagina 1 van 3
Ga naar het scherm Gemiddelden
Druk vanuit het hoofdmenu op
of om Gemiddelden te
selecteren. Druk vervolgens
op .
Voor elke 7-, 14-, 30- en
90-daagse periode die
voorafgaat aan de huidige
datum, worden de gemiddelden
van die resultaten weergegeven.
Deze gemiddelden omvatten
ALLE resultaten, dus zowel
resultaten met als zonder
maaltijdmarkering.
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
76
Als Maaltijdmarkering Aan is,
kunt u ook de gemiddelden voor
Vóór Maaltijd en Na Maaltijd voor
dezelfde perioden zien. Druk op
of om de gemiddelden
voor Vóór Maaltijd en Na
Maaltijd weer te geven. Alleen
de resultaten met de markering
Vóór Maaltijd en Na Maaltijd
worden voor deze gemiddelden
meegerekend.
Druk op
om terug te keren
naar het scherm Hoofdmenu.
Gem. Vóór Mltd.
Pagina 2 van 3
7 dagen
14 dag.
30 dag.
90 dag.
116
mg/dL
mg/dL
112
mg/dL
112
mg/dL
101
Gem. Na Mltd.
Pagina 3 van 3
7 dagen
14 dag.
30 dag.
90 dag.
116
mg/dL
mg/dL
180
mg/dL
200
mg/dL
185
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
77
OPMERKING:
De gemiddelden worden alleen berekend als er
tenminste 2 glucoseresultaten voor de periode bestaan
waaruit het gemiddelde wordt berekend.
Het resultaat EXTREEM HOGE GLUCOSE wordt altijd
meegeteld als 600mg/dL en het resultaat EXTREEM
LAGE GLUCOSE wordt altijd meegeteld als 20mg/dL.
De meter berekent gemiddelden op basis van de 7-,
14-, 30- en 90-daagse perioden die de huidige datum
net voorafgaan. Als u de datuminstelling wijzigt,
veranderen de gemiddelden mogelijk ook.
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
78
Resultaatgemiddelden bieden informatie over eerdere
resultaten. Gebruik de resultaatgemiddelden niet voor
directe behandelingsbesluiten. Neem altijd contact op
met uw arts/diabetesverpleegkundige voor u grote
veranderingen in uw diabeteszorgplan doorvoert.
VOORZICHTIG:
Laat anderen uw meter niet gebruiken, aangezien dit uw
gemiddelden kan beïnvloeden.
Resultaten downloaden naar een
computer
OneTouch® Diabetes Management Software kan al uw
gegevens opslaan, zodat u patronen kunt herkennen
voor het plannen van maaltijden, fysieke inspanning,
insulinetoediening en medicatie. Voor meer informatie
over OneTouch® Diabetes Management Software
en voor het bestellen van de software gaat u naar
www.LifeScan.be of kunt u contact opnemen met de
klantenservice. Gratis OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België).
Alleen verbinden met computers die UL60950-1-
gecertificeerd zijn.
4
Eerdere resultaten en
gemiddelden bekijken
79
Volg voor het overzetten van gegevens van de meter de
instructies op die zijn meegeleverd met de OneTouch®
Diabetes Management Software om de resultaten
van de meter te downloaden. U hebt een micro-USB-
verbindingskabel nodig om een OneTouchSelect® Plus
meter met een computer te verbinden om de resultaten
te downloaden (niet meegeleverd).
Nadat u de opdracht voor
het downloaden van de
computer naar de meter hebt
verzonden, wordt PC Verbonden
weergegeven op de meter om
aan te geven dat de meter in de
communicatiemodus staat.
Geen teststrip in de meter
plaatsen als deze is aangesloten
op een computer.
Niet de batterijen verwijderen terwijl de meter is
aangesloten op een computer.
PC
Verbonden
80
 5 De meterinstellingen
aanpassen na de eerste
ingebruikname
Instellingen
Gemiddelden
Res. logboek
30 apr
9:45
Instellingen
Bereik
Mltd.markering
Controletest
Range
Taal
Tijd / Datum
U kunt de meterinstellingen op ieder moment aanpassen.
Wanneer u de meter inschakelt, wordt het hoofdmenu
weergegeven na het opstartscherm. De huidige selectie
op het meterscherm wordt weergegeven met een donker
balkje.
Selecteer de instelling die u wilt
aanpassen en druk op
.
Druk vanuit het hoofdmenu
op
of om Instellingen
te selecteren. Druk vervolgens
op .
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
81
Tijd en datum instellen
Tijd:
16:45
Datum:
30 mei 2014
Tijd / Datum
Tijd
16
: 45
1. De tijd aanpassen
Markeer Tijd / Datum op het
scherm Instellingen en druk op
. Selecteer vervolgens Tijd en
druk op .
De momenteel in de meter
ingestelde tijd wordt
weergegeven. Druk op
of
om het uur in te stellen en druk
vervolgens op .
Herhaal deze stap om de minuten
te wijzigen.
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven tijd is
opgeslagen in de meter.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
82
2. De datum aanpassen
Markeer Datum op het scherm
Tijd / Datum en druk op
.
De momenteel in de meter
ingestelde datum wordt
weergegeven. Druk op
of
voor wijziging van de instelling
van dag, en druk dan op .
Herhaal deze stap voor wijziging
van maand en jaar.
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven datum is
opgeslagen in de meter.
Tijd:
15:45
Datum:
30 mei 2014
Tijd / Datum
Datum:
mei
30 2014
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
83
OPMERKING: Om er zeker van
te zijn dat de datum en tijd in
uw meter correct zijn ingesteld,
verschijnt er iedere 6 maanden en
telkens wanneer u de batterijen
hebt vervangen een scherm
waarin u wordt gevraagd om de
in de meter ingestelde datum en
tijd te bevestigen. Druk op als
ze juist zijn. Zie pagina108 voor
informatie over het vervangen van
de batterijen.
Als deze niet correct zijn, druk dan op
of om
Aanpassen te selecteren. Druk vervolgens op . Volg stap
1 en 2 om de tijd en datum te wijzigen. Nadat de datum en
tijd eenmaal correct zijn ingesteld, drukt u op of om
Gereed te selecteren. Druk vervolgens op . Na een paar
seconden verschijnt het hoofdmenu op het scherm.
Indien de meter ingeschakeld is door het inbrengen
van een teststrip, wordt het scherm Bloed aanbrengen
weergegeven.
Aanpassen
Ja
Is deze
datum/tijd
correct?
A.u.b. bevestigen
09 jun
16:00
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
84
Bereikswaarden instellen
Het bereik wordt begrensd door een laagste en hoogste
grens: u stelt het zelf op de meter in. De meter gebruikt
de laagste en hoogste grenzen om u te laten weten of een
testresultaat binnen, onder of boven de bereiksgrenzen
uitkomt. Als u Bereik selecteert op het scherm
Instellingen, kunt u de laagste en hoogste grens voor het
"Algemeen" bereik instellen.
VOORZICHTIG:
Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige over de
onder- en bovengrenzen die op u van toepassing zijn.
Wanneer u uw grenzen kiest of wijzigt, dient u daarbij
factoren als uw leefgewoontes en diabetesbehandeling
in acht te nemen. Breng nooit belangrijke wijzigingen
in uw diabetescontroleplan aan zonder uw arts/
diabetesverpleegkundige om advies te vragen.
OPMERKING: Als u besluit om de bereikswaarden voor
"Algemeen" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de
voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het
resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden nu
de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de nieuwe
instellingen weergegeven.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
85
De algemene bereiksgrenzen
aanpassen
Instellingen
Mltd.markering
Controletest
Tijd / Datum
Taal
Bereik
laagste grens
mg/dL
70
180
Bereik
De momenteel in de meter
ingestelde algemene
bereiksgrenzen worden
weergegeven.
Druk op
of om de
Laagste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
60mg/dL en 110mg/dL. Druk
dan op .
Markeer Bereik op het scherm
Instellingen en druk op
.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
86
Druk op of om de
hoogste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
90mg/dL en 300mg/dL. Druk
dan op .
hoogste grens
mg/dL
76
180
Bereik
Opgeslagen.
76 – 180
mg/dL
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen
dat de weergegeven onder- en
bovengrenzen zijn opgeslagen in
de meter.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
87
Maaltijdmarkering in-/uitschakelen
Op de OneTouchSelect® Plus meter kunt u de
markering Vóór Maaltijd of Na Maaltijd aan het huidige
glucoseresultaat toevoegen. Om een markering toe te
kunnen voegen, moet de functie maaltijdmarkering zijn
ingeschakeld.
Een bloedglucosetest vóór de maaltijd wordt vlak voor
aanvang van een maaltijd uitgevoerd.
Een bloedglucosetest na de maaltijd wordt gewoonlijk
één tot twee uur na aanvang van een maaltijd
uitgevoerd.
Overleg met uw arts/diabetesverpleegkundige hoe u met
maaltijdmarkeringen uw diabetes beter onder controle
kunt houden.
Wees zorgvuldig als u markeringen aan uw
glucoseresultaten toevoegt. Als de markering niet goed
wordt uitgevoerd, kunnen de weergegeven gemiddelde
waarden onjuist zijn en/of verkeerd worden uitgelegd.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
88
Markeer Maaltijdmarkering op
het scherm Instellingen en druk
op .
Instellingen
Bereik
Controletest
Tijd / Datum
Taal
Mltd.markering
Mltd.markering aan
zetten om
glucoseresultaten
als Vóór of Na de
Mltd. te markeren.
Mltd.markering
Aan
Uit
Er wordt met een vinkje
aangegeven of de
maaltijdmarkering Uit of Aan is.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
89
Als u de maaltijdmarkering
Aan zet, wordt u gevraagd de
bereikwaarden voor Vóór Maaltijd
en Na Maaltijd te controleren,
die alleen worden gebruikt
voor glucoseresultaten die zijn
voorzien van de markering Vóór
Maaltijd of Na Maaltijd. Druk op
om door te gaan en eventueel
de bereiksgrenzen voor Vóór
Maaltijd en Na Maaltijd te
veranderen.
De vooringestelde
bereikswaarden voor Vóór
Maaltijd zijn 70mg/dL en
130mg/dL (laagste en hoogste
grens), en de vooringestelde
bereikswaarden voor Na Maaltijd
zijn 120mg/dL en 180mg/dL
(laagste en hoogste grens).
Als de bereikswaarden voor Vóór
Maaltijd correct zijn, druk dan op
om deze op te slaan.
Druk om de waarden te wijzigen
op
of om Aanpassen te
markeren, en druk op .
On to label
Turn Meal Tagging
glucose results
Before Meal or
After Meal.
Mltd.markering
Off
On
Annuleren
OK
Bereik Vóór
en Na Mltd. dient
ingesteld te zijn
om de Mltd.mark.
te gebruiken.
Noteren.
Stap 1 van 2
Bereik Vóór de
Mltd.: stel
laagste/hoogste
grenzen in.
70 – 130
mg/dL
Aanpassen
Opslaan
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
90
Druk op of om de
laagste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
60mg/dL en 110mg/dL. Druk
dan op .
Druk op
of om de
hoogste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
90mg/dL en 216mg/dL. Druk
dan op .
laagste grens
mg/dL
70
130
Bereik Vóór Mltd.
Stap 1 van 2
hoogste grens
mg/dL
72
130
Bereik Vóór Mltd.
Stap 1 van 2
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
91
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen dat
de bereikswaarden voor Vóór
Maaltijd zijn opgeslagen in de
meter.
Als de bereikswaarden voor Na
Maaltijd correct zijn, druk dan op
om deze op te slaan.
Druk om de waarden te wijzigen
op
of om Aanpassen te
markeren, en druk op . Volg
nu de vorige stappen hierboven
om de bereikswaarden voor Na
Maaltijd in te stellen en op te
slaan.
OPMERKING: De laagste grens Na Maaltijd kan worden
ingesteld tussen 80mg/dL en 120mg/dL. De hoogste
grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 119mg/dL
en 300mg/dL.
Opgeslagen.
Bereik Vóór
Mltd.
70 – 130
mg/dL
Stap 1 van 2
Stap 2 van 2
Bereik Na de
Mltd.: stel
laagste/hoogste
grenzen in.
120 – 180
mg/dL
Aanpassen
Opslaan
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
92
Als u klaar bent met het
instellen en opslaan van de
bereikswaarden voor en na de
maaltijd verschijnt het scherm
Opgeslagen om aan te geven dat
de maaltijdmarkering Aan is.
OPMERKING: Als
Maaltijdmarkering Aan is en u de
functie Uit zet, wordt u gevraagd
om de algemene bereikswaarden
te bevestigen of aan te passen:
deze worden dan gebruikt voor
alle glucoseresultaten zonder
markering.
Volg de aanwijzingen op
pagina85 om de algemene
bereikswaarden aan te passen.
Opgeslagen.
Mltd. Mark.
Aan
To edit your Before or
After Meal Ranges,
select “Range” from
the Settings menu.
Mltd.markering
On
Off
Annuleren
OK
Voor u Mltd.
Mark. uitzet,
bevestig hoogste
of laagste grens
van uw bereik.
Noteren.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
93
De bereiksgrenzen voor maaltijd
aanpassen
Instellingen
Mltd.markering
Controletest
Tijd / Datum
Taal
Bereik
De functie Maaltijdmarkering
moet Aan staan om de
bereiksgrenzen voor vóór en
na de maaltijd aan te kunnen
passen. Zie pagina87.
Markeer Bereik op het scherm
Instellingen en druk op
.
OPMERKING: Als u besluit om de bereikswaarden voor
"Maaltijd" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de
voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het
resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden nu
de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de nieuwe
instellingen weergegeven.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
94
De bereiksgrenzen voor Vóór
Maaltijd en Na Maaltijd aanpassen
Vóór Mltd.:
70 - 130
Na Mltd.:
120 - 180
Bereik
mg/dL
laagste grens
mg/dL
70
130
Bereik Vóór Mltd.
Markeer Vóór maaltijd op het
scherm Bereik en druk op .
De momenteel in de meter
ingestelde bereiksgrenzen
voor Vóór Maaltijd worden
weergegeven.
Druk op
of om de
laagste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
60 mg/dL en 110 mg/dL. Druk
dan op .
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
95
Druk op of om de
hoogste grens in te stellen op
de gewenste waarde, tussen
90 mg/dL en 216 mg/dL. Druk
dan op .
Het scherm Opgeslagen
verschijnt om te bevestigen dat
de bereikswaarden voor Vóór
Maaltijd zijn opgeslagen in de
meter.
hoogste grens
mg/dL
76
130
Bereik Vóór Mltd.
Opgeslagen.
Bereik Vóór
Mltd.
70 – 130
mg/dL
Stap 1 van 2
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
96
Markeer Bereik op het scherm
Instellingen en druk op .
Markeer nu Na maaltijd op het
scherm Bereik en druk op .
Volg de vorige stappen om de
bereikswaarden voor Na Maaltijd
aan te passen.
OPMERKING: De laagste grens Na Maaltijd kan worden
ingesteld tussen 80mg/dL en 120mg/dL. De hoogste
grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 119mg/dL
en 300mg/dL.
Bereik
Na Mltd.:
120 - 180
Vóór Mltd.:
76 - 130
mg/dL
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
97
Markeringen aan uw glucoseresultaten
toevoegen
Als de functie Maaltijdmarkering Aan is, kunt u
markeringen aan uw glucoseresultaten toevoegen.
Wanneer het glucoseresultaat na een test op het scherm
wordt weergegeven, verschijnen uw markeringsopties
onder het resultaat (Vóór maaltijd, Na maaltijd of
Geen markering).
Na Mltd.
Geen Mark.
Vóór Mltd.
mg/dL
14:4530 apr
Druk op of om Vóór
maaltijd ( ) of Na maaltijd
( ) te markeren, en druk op
. Als u dit resultaat niet wilt
markeren, selecteert u Geen
markering en drukt u op , of
drukt u op om terug te gaan
naar het scherm Resultaten.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
98
OPMERKING:
U kunt de maaltijdmarkering onder het resultaat
aanpassen zolang het resultaat wordt weergegeven
(zie volgende pagina). Druk op
om terug te gaan
naar het scherm Maaltijdmarkering hierboven en
herhaal de aanwijzingen voor het markeren van uw
resultaat.
U kunt een EXTREEM HOOG resultaat een markering
geven; voor een EXTREEM LAAG resultaat is dat niet
mogelijk.
U kunt maaltijdmarkeringen niet aanpassen wanneer
u het resultaat in het Result.overzicht bekijkt.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
99
Het icoon voor uw selectie Vóór maaltijd ( ) of Na
maaltijd ( ) wordt onder het resultaat weergegeven.
De functie Bereiksindicatie op uw meter geeft automatisch
de juiste Opmerking bereiksindicatie weer, en wijst naar
de overeenkomstige Kleurenbalk bereiksindicatie. De
meter gebruikt de bereikswaarden voor Vóór Maaltijd of
Na Maaltijd voor het resultaat, afhankelijk van de door u
aangebrachte maaltijdmarkering.
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
100
Het serienummer, de softwareversie en
de laatste foutmelding van de meter
controleren
Het serienummer, de softwareversie en informatie over
de laatste foutmelding op de meter zijn opgeslagen in uw
meter. U kunt deze informatie op ieder tijdstip controleren
en voor probleemoplossing gebruiken.
1. Druk op
of om naar
Meterinfo te scrollen en dit
te markeren op het scherm
Instellingen
Instellingen
Mltd.markering
Controletest
Taal
Bereik
Meterinfo
Meterinfo
Serie #:
BCXFF2HK
Software:
PUE_00013600
Eenheden:
mg/dL
Laatste foutm.:
2. Druk op om de
meterinformatie weer te geven
5
De meterinstellingen aanpassen
na de eerste ingebruikname
101
Druk op om omlaag te scrollen
voor weergave van de laatste
foutmelding op de meter.
Laatste foutm.:
Foutmeld. X
Datum foutm.:
21 apr 2014
Code subfoutm.:
XXXX
Meterinfo
102
 6 Onderhoud
Het systeem bewaren
Bewaar de meter, de teststrips, de controlevloeistof en
andere onderdelen in het etui. Bewaar dit op een koele,
droge plaats tussen 5°C en 30°C. Niet in de koelkast
bewaren. Bescherm alle onderdelen tegen direct zonlicht
en hitte.
Reinigen en desinfecteren
Reinigen en desinfecteren zijn twee verschillende dingen,
die beide uitgevoerd dienen te worden. Het reinigen is
onderdeel van de gebruikelijke zorg en onderhoud en
moet vóór desinfectie plaatsvinden, maar hiermee worden
geen bacteriën gedood. Desinfectie is de enige manier
waarop u blootstelling aan ziekten kunt verkleinen. Zie
pagina103 voor informatie over het reinigen en zie
pagina105 voor informatie over het desinfecteren.
6
Onderhoud
103
Reinigen van uw meter, prikpen en dop
De meter, de prikpen en de dop dienen altijd te worden
gereinigd als ze zichtbaar vies zijn en ook vóór desinfectie.
Reinig uw meter minstens één keer per week.
De meter en de prikpen dienen altijd te worden gereinigd
als ze zichtbaar vies zijn. Voor het reinigen hebt u
afwasmiddel van normale sterkte en een zachte doek
nodig. Maak een milde schoonmaakoplossing door 2,5 mL
afwasmiddel van normale sterkte in 250 mL op te lossen.
Gebruik geen alcohol of een ander oplosmiddel.
Laat geen vloeistof,
vuil, stof, bloed of
controlevloeistof in
de teststrippoort of
gegevenspoort komen.
(Zie pagina16.)
Spuit geen
reinigingsvloeistof op de
meter en dompel de meter
niet onder in vloeistof.
6
Onderhoud
104
1. Houd de meter met de
teststrippoort naar beneden
gericht en gebruik een zachte
vochtige doek (water en mild
schoonmaakmiddel) om de
buitenkant van de meter en
de prikpen af te drogen
Zorg ervoor dat u het meeste
vocht uit het doekje knijpt
voordat u de meter reinigt.
Veeg de buitenkant van de
dop schoon.
2. Droog af met een schoon,
zacht doekje
6
Onderhoud
105
Desinfecteren van uw meter, prikpen
en dop
De meter, prikpen en de dop dienen met enige regelmaat
gedesinfecteerd te worden. Reinig eerst de meter, prikpen
en dop voordat u ze desinfecteert. Voor de desinfectie
hebt u normaal bleekmiddel nodig (met een minimum
5,5% natriumhypochloriet als het actieve bestanddeel)*.
Meng een oplossing van 1 deel bleekmiddel op 9 delen
water.
*Volg de aanwijzingen van de fabrikant op voor het
gebruiken en bewaren van bleekmiddel.
1. Houd de meter met de
teststrippoort naar beneden
gericht
Gebruik een zachte doek
die met deze oplossing
bevochtigd is om de
buitenkant van de meter en
de prikpen af te vegen totdat
het oppervlak vochtig is. Zorg
ervoor dat u het meeste vocht
uit het doekje knijpt voordat
u de meter reinigt.
6
Onderhoud
106
2. Dek het te desinfecteren
oppervlak na het afnemen
1 minuut af met een
zachte doek die met de
bleekmiddeloplossing is
bevochtigd
Was uw handen grondig met water en zeep nadat u de
meter, de prikpen en het dopje hebt gebruikt.
Als u tekenen van slijtage begint te zien, neem dan
contact op met de klantenservice. Gratis OneTouch®-lijn
via 0800-15325 (België).
6
Onderhoud
107
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten.
108
 7 Batterijen
Uw OneTouchSelect® Plus meter gebruikt 2x CR2032
lithiumbatterijen. Eén batterij voorziet alleen de meter
van stroom en de andere de achtergrondverlichting. Zie
pagina123 voor informatie over wanneer u de batterijen
van de meter moet vervangen.
Als de meter niet wordt ingeschakeld, controleer dan de
batterijen.
De batterijen niet vervangen terwijl de meter is
aangesloten op een computer.
BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend CR2032
lithiumbatterijen in de meter. Gebruik geen oplaadbare
batterijen. Het gebruik van ongeschikte typen batterijen
of het vervangen van slechts één batterij kan ertoe leiden
dat uw meter voor minder tests dan gebruikelijk kan
worden gebruikt.
WAARSCHUWING: Bepaalde soorten batterijen kunnen
lekken, wat de meter kan beschadigen of ertoe kan leiden
dat de batterijen sneller dan normaal uitgewerkt zijn.
Lekkende batterijen direct vervangen.
7
Batterijen
109
De batterijen vervangen
1. Verwijder de oude batterijen
Begin terwijl de meter
uitgeschakeld is. Verwijder het
deksel van het batterijvak door
dit naar beneden te schuiven.
Trek de plastic batterijlinten
krachtig omhoog. Het plastic
batterijlint met het symbool
is voor de meterbatterij
en het plastic batterijlint met
het symbool is voor de
schermverlichting.
7
Batterijen
110
2. Plaats de nieuwe batterijen
Houd de kant met de "+" naar
boven en naar u toe en plaats de
batterijen in de batterijhouder
zodat ze in de inzinking van het
plastic batterijlint vallen.
Duw de batterijen aan totdat ze
in de batterijklem klikken.
Plaats het deksel van het
batterijvak terug door het op de
meter omhoog te schuiven.
Als de meter niet wordt
ingeschakeld nadat u de batterij
van de meter hebt vervangen,
controleert u of de batterij correct
is geplaatst met de "+" naar
boven. Als de meter nog steeds
niet wordt ingeschakeld, neem
dan contact op met de klantenservice.
Gratis OneTouch®-lijn via 0800-15325 (België).
7
Batterijen
111
3. Controleer de instellingen van de meter
Telkens nadat u de batterijen hebt vervangen wordt
u gevraagd om de tijd en datum in te stellen. Zie
pagina24.
4. Gooi de batterijen weg
Gooi de batterijen weg volgens de plaatselijke
milieurichtlijnen.
112
 8 Problemen oplossen
De OneTouchSelect® Plus meter geeft een melding
wanneer er problemen zijn met de teststrip, met de
meter of wanneer uw glucosewaarden boven 600mg/dL
of onder 20mg/dL liggen. Onjuist gebruik kan een
onnauwkeurig resultaat opleveren zonder dat er een
foutmelding wordt weergegeven.
OPMERKING: Als de meter aanstaat maar niet werkt
(vastloopt), neem dan contact op met de klantenservice.
Gratis OneTouch®-lijn via 0800-15325 (België).
Wat het betekent
U hebt mogelijk een zeer lage
bloedglucosewaarde (ernstige
hypoglycemie), lager dan
20mg/dL.
Wat moet u doen
Mogelijk is directe behandeling
nodig. Hoewel deze melding
het gevolg kan zijn van
een testfout, is het veiliger
eerst te behandelen en
vervolgens opnieuw te testen.
Behandel altijd volgens de
aanwijzingen van uw arts/
diabetesverpleegkundige.
EXTREEM
LAGE GLUCOSE
(onder
20 mg/dL)
LET OP
Behandel laag
8
Problemen oplossen
113
Wat het betekent
U hebt mogelijk een zeer hoge
bloedglucosewaarde (ernstige
hyperglycemie), meer dan
600mg/dL.
Wat moet u doen
Test uw bloedglucosewaarde
opnieuw. Als het resultaat
opnieuw EXTREEM HOGE
GLUCOSE is, neem dan
onmiddellijk contact op met uw
arts/diabetesverpleegkundige en
volg zijn/haar aanwijzingen.
EXTREEM
HOGE GLUCOSE
(boven
600 mg/dL)
LET OP
8
Problemen oplossen
114
Wat het betekent
De meter is te warm (boven
44°C) voor een correcte werking.
Wat moet u doen
Breng de meter en teststrips
naar een koelere ruimte. Plaats
een nieuwe teststrip wanneer
de meter en teststrips op
gebruikstemperatuur (10 - 44°C)
zijn gekomen. Als de melding
Temperatuur te hoog niet meer
verschijnt kunt u verder gaan met
de test.
LET OP
Temperatuur te
hoog. Buiten
werkingsbereik.
Zie handleiding.
8
Problemen oplossen
115
Wat het betekent
De meter is te koud (onder 10 °C)
voor een correcte werking.
Wat moet u doen
Breng de meter en teststrips
naar een warmere ruimte. Plaats
een nieuwe teststrip wanneer
de meter en teststrips op
gebruikstemperatuur (10 - 44°C)
zijn gekomen. Als de melding
Temperatuur te laag niet meer
verschijnt kunt u verder gaan met
de test.
LET OP
Temperatuur te
laag. Buiten
werkingsbereik.
Zie handleiding.
8
Problemen oplossen
116
Wat het betekent
Er is een probleem met de meter.
Wat moet u doen
Gebruik de meter niet. Neem
contact op met de klantenservice.
Gratis OneTouch®-lijn via
0800-15325 (België).
Foutmeld. 1
Meterprobleem.
Neem contact
op met de
klantenservice.
Wat het betekent
Deze foutmelding kan zijn
veroorzaakt door een eerder
gebruikte teststrip of door een
probleem met de meter.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip; zie pagina32 of
pagina59. Neem contact
op met de klantenservice als
deze melding opnieuw wordt
weergegeven. Gratis OneTouch®-
lijn via 0800-15325 (België).
Foutmeld. 2
Probleem met
meter of strip.
Test herhalen
met nieuwe
strip.
8
Problemen oplossen
117
Wat het betekent
De druppel is aangebracht
voordat de meter klaar was.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip. Breng pas bloed of
controlevloeistof aan als Bloed
aanbrengen of Cont. vloeistof
opbrengen wordt weergegeven
op het scherm. Neem contact
op met de klantenservice als
deze melding opnieuw wordt
weergegeven. Gratis OneTouch®-
lijn via 0800-15325 (België).
Foutmeld. 3
Meter niet
gereed. Test
nogmaals met
nieuwe strip.
8
Problemen oplossen
118
Wat het betekent
De meter heeft een probleem
met de teststrip waargenomen.
Mogelijke oorzaak is
beschadiging van de teststrip.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip; zie pagina32 of
pagina59. Neem contact op
met de klantenservice als deze
foutmelding opnieuw wordt
weergegeven. Gratis OneTouch®-
lijn via 0800-15325 (België).
Foutmeld. 4
Probleem met
strip. Test
herhalen met
nieuwe strip.
8
Problemen oplossen
119
Wat het betekent
Een van de volgende situaties
kan van toepassing zijn:
Er is niet voldoende bloed of
controlevloeistof aangebracht
of er werd meer toegevoegd
nadat de meter is begonnen
met aftellen.
De teststrip kan zijn
beschadigd of bewogen
tijdens het testen.
De bloeddruppel is niet op de
juiste wijze aangebracht.
Mogelijk is er een probleem
met de meter.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip; zie pagina32 of
pagina59. Neem contact op
met de klantenservice als deze
foutmelding opnieuw wordt
weergegeven. Gratis OneTouch®-
lijn via 0800-15325 (België).
Foutmeld. 5
Vulprobleem
strip. Test
herhalen met
nieuwe strip.
8
Problemen oplossen
120
Er zijn twee schermen met Foutmelding 6:
Wat het betekent
De meter heeft een probleem
met de teststrip waargenomen.
Dit kan komen doordat u geen
bloeddruppel op de teststrip
hebt aangebracht toen de meter
hier om vroeg.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip; zie pagina32. Neem
contact op met de klantenservice
als deze foutmelding opnieuw
wordt weergegeven. Gratis
OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België).
Foutmeld. 6
Test met bloed
nogmaals
uitvoeren met
nieuwe strip.
8
Problemen oplossen
121
Wat het betekent
De meter heeft een probleem
met de teststrip waargenomen.
Dit kan komen doordat u geen
controlevloeistof op de teststrip
hebt aangebracht toen de meter
hier om vroeg.
Wat moet u doen
Herhaal de test met een nieuwe
teststrip; zie pagina59. Neem
contact op met de klantenservice
als deze foutmelding opnieuw
wordt weergegeven. Gratis
OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België).
Foutmeld. 6
Test met
controlevloeistof
nogmaals
uitvoeren met
nieuwe strip.
8
Problemen oplossen
122
Wat het betekent
De batterijen van de meter
zijn bijna leeg, maar er is nog
voldoende vermogen om een
test uit te voeren.
Wat moet u doen
Zodra het icoon "Batterij
bijna leeg" op de meter
wordt weergegeven, blijft dit
symbool verschijnen totdat
u de batterijen vervangt.
De testresultaten zijn nog
nauwkeurig, maar vervang
de batterijen zo snel mogelijk
(zie pagina108).
mg/dL
9:4515 apr
Binnen bereik
8
Problemen oplossen
123
Wat het betekent
De batterijen van de meter
zijn bijna leeg, maar er is nog
voldoende vermogen om een
test uit te voeren.
Wat moet u doen
Druk op
om door te gaan,
maar vervang de batterijen
hierna zo snel mogelijk.
Batt. bijna leeg
Snel vervangen.
(Type CR2032)
OK
Wat het betekent
Er is onvoldoende
batterijvermogen om een test
uit te voeren.
Wat moet u doen
Vervang de batterij van de
meter.
LET OP
Batterij leeg.
Nu vervangen.
(Type CR2032)
8
Problemen oplossen
124
Wat het betekent
Geen resultaten in geheugen,
zoals bij het eerste gebruik van
de meter.
Wat moet u doen
Neem contact op met de
klantenservice om dit te
melden, tenzij u de meter voor
de eerste maal gebruikt. Gratis
OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België). U kunt nog steeds
een bloedglucosetest
uitvoeren en een nauwkeurig
resultaat krijgen.
Res. logboek
Geen resultaten
8
Problemen oplossen
125
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten.
126
 9 Gedetailleerde informatie
over het systeem
Meterresultaten met
laboratoriumresultaten vergelijken
Resultaten van de OneTouchSelect® Plus meter en
laboratoriumtestresultaten worden beide uitgedrukt in
plasma-equivalente eenheden. De resultaten die u met
de meter verkrijgt, kunnen echter verschillen van de
laboratoriumresultaten wegens normale afwijkingen.
Een resultaat van de OneTouchSelect® Plus meter wordt
als correct beschouwd als het binnen 15mg/dL ligt van
de laboratoriumwaarde bij een glucoseconcentratie
van minder dan 100mg/dL en binnen 15% van een
laboratoriumwaarde als de glucoseconcentratie
100mg/dL of hoger is.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
127
De meterresultaten kunnen worden beïnvloed door
factoren die niet op dezelfde manier van invloed zijn op
laboratoriumresultaten. Specifieke factoren die ertoe
kunnen leiden dat uw meterresultaat verschilt van het
laboratoriumresultaat zijn:
U hebt pas gegeten. Dit kan ertoe leiden dat het
resultaat van het testen van een bloeddruppel uit
een vingertop tot 70mg/dL hoger is dan dat van een
laboratoriumtest met bloed uit een ader.
1
Uw hematocrietwaarde ligt boven 55% of onder 30%.
U bent sterk uitgedroogd.
Raadpleeg voor verdere informatie de bijsluiter van de
OneTouchSelect® Plus teststrips.
Vergelijken van de resultaten van uw meter met
resultaten van andere meters
Het wordt niet aangeraden om de met deze meter
verkregen bloedglucoseresultaten te vergelijken met
die van een andere meter. De resultaten van de meters
kunnen verschillen, en kunnen niet worden gebruikt om
de werking van uw eigen meter te controleren.
1
Sacks, D.B.: "Carbohydrates." Burtis, C.A., and Ashwood
E.R. (ed.), Tietz Textbook of Clinical Chemistry,
Philadelphia: W.B. Saunders Company (1994), 959.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
128
Richtlijnen om een nauwkeurige
vergelijking te verkrijgen
tussen meterresultaten en
laboratoriumresultaten
Voordat u naar het laboratorium gaat:
Voer een test met controlevloeistof uit om er zeker van
te zijn dat de meter goed werkt.
Eet niets gedurende ten minste 8 uur voordat u uw
bloed test.
Neem uw meter en testtoebehoren mee naar het
laboratorium.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
129
Een test uitvoeren met uw
OneTouchSelect® Plus meter in het
laboratorium:
Voer de test binnen 15 minuten na de laboratorium-
test uit.
Gebruik alleen een verse, capillaire bloeddruppel uit
een vingertop.
Volg alle instructies uit deze Gebruikershandleiding
voor het uitvoeren van een bloedglucosetest.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
130
Technische specificaties
Analysemethode Glucose-oxidasebiosensor
Automatische
uitschakeling
Twee minuten na de laatste handeling
Batterijspecificatie Twee 3,0 V gelijkstroom, (2x CR2032-
batterijen),
Type batterij 2 vervangbare 3,0 volt CR 2032
lithiumbatterijen (of vergelijkbaar product)
Biologische bron Aspergillus Niger
Kalibratie Plasma-equivalent
Geheugen 500 testresultaten
Gebruiksbereik 10 - 44°C
Relatieve vochtigheid: zonder condensatie
10 - 90%
Hoogte: maximaal 3048meter
Hematocrietwaarde: 30 - 55%
Gemeld
gebruiksbereik
20 - 600mg/dL
Monster Vers capillair volbloed
Volume monster 1,0µL
Afmetingen 43,0(B) x 101,0(L) x 15,6(D)mm
Testduur Gemiddelde testduur 5 seconden
Maateenheid mg/dL
Gewicht Circa 53gram
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
131
Nauwkeurigheid van het systeem
Deskundigen op het gebied van diabetes hebben
gesuggereerd dat glucosemeters niet meer dan 15mg/dL
mogen afwijken van een laboratoriummethode wanneer
de glucoseconcentratie lager is dan 100mg/dL en niet
meer dan 15% van een laboratoriummethode wanneer
de glucoseconcentratie 100mg/dL of hoger is. Er is
bloed van 100 patiënten getest met behulp van het
OneTouchSelect® Plus systeem en het YSI 2300 Glucose
Analyzer laboratoriuminstrument.
Nauwkeurigheidsresultaten systeem
voor glucoseconcentraties <100mg/dL
Percentage (en aantal) meterresultaten dat overeenkomt
met de laboratoriumtest
Binnen
±5mg/dL
Binnen
±10mg/dL
Binnen
±15mg/dL
72,0%
(121/168)
94,6%
(159/168)
98,2%
(165/168)
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
132
Nauwkeurigheidsresultaten systeem
voor glucoseconcentraties 100mg/dL
Percentage (en aantal) meterresultaten dat overeenkomt
met de laboratoriumtest
Binnen ±5% Binnen ±10% Binnen ±15%
72,7%
(314/432)
98,6%
(426/432)
100,0%
(432/432)
Nauwkeurigheidsresultaten systeem
voor glucoseconcentraties tussen
21,4mg/dL en 467,3mg/dL
Binnen ±15 mg/dL of ±15%
99,5% (597/600)
OPMERKING: Waarbij 21mg/dL de laagste
glucosereferentiewaarde en 467,3mg/dL de hoogste
glucosereferentiewaarde (YSI-waarde) weergeeft.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
133
Regressiestatistieken
De bloedmonsters werden in tweevoud getest op elk van
de drie partijen teststrips. De gegevens tonen aan dat het
OneTouchSelect® Plus systeem de vergelijking met een
laboratoriummethode goed doorstaat.
Aantal
proefperso-
nen
Aantal tests Richtingsco-
eciënt
Intercept
(mg/dL)
100 600 0,97 2,15
95% BI voor
richtingsco-
eciënt
95% BI voor
intercept
(mg/dL)
Stand.
fout (S
y.x
)
(mg/dL)
R
2
0,97 tot 0,98 0,88 tot 3,42 8,19 0,99
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
134
Nauwkeurigheid
Binnen een meetreeks (300 geteste bloedmonsters per
glucosewaarde)
Met de OneTouchSelect® Plus meter verkregen gegevens.
Doelglucose
(mg/dL)
Gemiddelde
glucose
(mg/dL)
Standaard-
afwijking
(mg/dL)
Variatiecoëf-
ficiënt (%)
40 45,11 1,62 3,59
65 70,24 1,80 2,56
120 127,13 2,87 2,25
200 208,44 5,26 2,52
350 352,20 7,29 2,07
De resultaten tonen aan dat de grootste waargenomen
variabiliteit tussen met bloed geteste teststrips
1,80mg/dL SD (standaardafwijking) of minder is bij
glucosewaarden van minder dan 100mg/dL, of 2,52% CV
(variatiecoëfficiënt) of minder is bij glucosewaarden van
100mg/dL of hoger.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
135
Totale nauwkeurigheid (600 tests met controlevloeistof
per glucosewaarde)
Met de OneTouchSelect® Plus meter verkregen gegevens.
Bereik glu-
cosewaarde
(mg/dL)
Gemiddelde
glucose
(mg/dL)
Standaard-
afwijking
(mg/dL)
Variatieco-
eciënt
(%)
Laag
(30 - 50)
46,95 1,17 2,49
Mid
(96 - 144)
110,83 2,03 1,83
Hoog
(280 - 420)
367,52 5,60 1,52
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
136
Gebruikersnauwkeurigheid
Een onderzoek ter beoordeling van de glucosewaarden
met bloeddruppels uit de vingertop die waren verkregen
door 165 personen leverde de volgende resultaten op:
100% binnen ±15 mg/dL van de medische
laboratoriumwaarden bij glucoseconcentraties onder
100 mg/dL, en 97,7% binnen ±15% van de medische
laboratoriumwaarden bij glucoseconcentraties van of
boven 100 mg/dL
98,2% van het totale aantal monsters viel binnen
±15 mg/dL of ±15% van de medische laboratoriumwaarden
Garantie
LifeScan biedt garantie op de OneTouchSelect® Plus
meter gedurende drie jaar na de aankoopdatum
(materiaal- en montagefouten). De garantie geldt
uitsluitend voor de oorspronkelijke koper en is niet
overdraagbaar.
Gedetailleerde informatie
over het systeem
9
137
Elektriciteits- en veiligheidsnormen
Deze meter voldoet aan CISPR 11: klasse B (alleen
uitgestraald). De emissie van de gebruikte energie is
zo laag dat het niet waarschijnlijk is dat deze storingen
zal opleveren in elektronische apparatuur in de nabije
omgeving. De meter is getest op immuniteit voor
elektrostatische ontladingen zoals gespecificeerd in
IEC61326. Deze meter voldoet aan de immuniteitseisen
voor radiofrequentiestoring zoals gespecificeerd in
IEC61326-1 of 61326-2.
De meter voldoet aan de vereisten voor immuniteit
tegen elektrische interferentie bij het frequentiebereik en
het testniveau die zijn omschreven in de internationale
ISO15197-norm.
Het gebruik van deze meter in de buurt van elektrische
of elektronische apparaten die ook magnetische bronnen
vormen, kan de correcte werking van deze meter negatief
beïnvloeden. Het verdient aanbeveling om tests in de
nabijheid van magnetische stralingsbronnen te vermijden.
Algemeen bekende magnetische stralingsbronnen
zijn bijv. mobiele telefoons, walkie-talkies en
afstandsbedieningen van garagedeuren.
Gebruik de apparaten niet in ruimtes waar spuitbussen
onder druk worden gebruikt of waarin zuurstof wordt
toegediend.
138
10Index
Algemeen, bereik instellen ..............................................85
Algemene bereikswaarden ...............................................51
AST ..................................................................................... 38
Batterij bijna leeg, icoon ............................................. 3, 123
Batterijen vervangen ...................................................... 109
Batterij is leeg, waarschuwing .......................................123
Batterij leeg, icoon ............................................................. 3
Beoogd gebruik .................................................................. 9
Bloedglucose, testen ........................................................ 32
Controlevloeistof testen ...................................................59
Controlevloeistof, uiterste gebruiks-
en vervaldata ............................................................. 59, 60
Datum instellen ..................................................................81
Dehydratatie ..............................................................56, 127
Desinfecteren van uw meter, prikpen en dop ...............105
EXTREEM HOGE GLUCOSE, melding .........................57, 113
EXTREEM LAGE GLUCOSE, melding ......................... 56, 112
Foutmeldingen .................................................................112
Functie Bereiksindicatie .................................. 16, 18, 51, 99
Garantie ............................................................................136
Gegevenspoort ..................................................................16
Gemiddelden ..................................................................... 75
Het systeem bewaren ...................................................... 102
Hoofdmenu, scherm ...................................... 62, 72, 75, 80
Hyperglycemie ..................................................................113
Hyperglykemie .................................................................. 57
Index
10
139
Hypoglycemie ............................................................ 56, 112
Iconen ........................................................................ 3, 4, 74
Infectie, kans op, verkleinen ............................................39
Instellingen ...................................................................23, 81
Kleurenbalk bereiksindicatie .......................... 16, 18, 51, 99
Knoppen op meter ............................................................16
Maaltijd, bereik instellen ..................................................93
Maaltijd, bereiksgrenzen ..................................................93
Maaltijdmarkering instellen ............................................. 87
Maateenheid .........................................................16, 51, 130
Meter inschakelen .......................................................22, 44
Meterresultaten met laboratoriumresultaten
vergelijken ........................................................................ 126
Meter uitschakelen ........................................................... 52
mg/dL ....................................................................16, 51, 130
Na Maaltijd, bereiksgrenzen ............................................94
Onderdelen in het pakket ................................................. 12
Onder- en bovengrenzen bereik instellen ................24, 84
Ongewoon gehalte rode bloedcellen
(hematocriet) ..................................................... 58, 127, 130
Onverwachte bloedglucoseresultaten ...................... 56, 58
Opmerking bereiksindicatie ........................... 16, 18, 51, 99
Opstartscherm .................................................................. 22
Plasmakalibratie ......................................................126, 130
Prikpen .........................................................................12, 37
Reinigen van uw meter, prikpen en dop .......................103
Index
10
140
Resultaten downloaden naar een computer .................. 78
Resultaten, eerdere bekijken ........................................... 72
Schermverlichting ............................................................ 22
Serienummer .................................................................. 100
Software, OneTouch® diabetesbeheer ............................ 78
Symbolen ..................................................................3, 4, 74
Taal, instellen .................................................................... 23
Technische specificaties ..................................................130
Temperatuur .............................32, 33, 59, 102, 114, 115, 130
Teststrip, bloeddruppel opbrengen ................................46
Teststrip, contactstaafjes ..................................... 18, 44, 63
Tijd instellen .................................................................24, 81
Vingertop, nemen van een bloeddruppel uit,
procedure ......................................................................... 32
Vóór het eerste gebruik ................................................... 23
Vóór Maaltijd, bereiksgrenzen .........................................94
Weggooien, lancetten en teststrips ................................55
141
Notities
142
Notities
C3 - DUTCH
LifeScan Europe
Division of Cilag
GmbH International
Gubelstrasse 34
6300 Zug
Switzerland
Gedistribueerd door:
LifeScan
Division of Johnson & Johnson
Medical NV
Leonardo Da Vincilaan, 15
B-1831 Diegem
België
Rev.datum:
©2014-2017LifeScan, Inc.
Contacteer onze gratis
OneTouch®-lijn via 0800-15325
(België) of bezoek onze website
www.LifeScan.be.
AW 06929402A
07/2017
Inhoud opgenomen in een of meerdere van de volgende VS-patenten:
5,708,247, 5,951,836, 6,241,862, 6,284,125, 7,112,265, 7,462,265,
7,807,031 en 8,398,664. Het gebruik van deze teststrips en bijbehorend
systeem wordt beschermd door de volgende VS-patenten: 6,413,410,
6,733,655, 7,250,105, 7,468,125, 8,066,866 en 8,093,903. Aanschaf van
het bijbehorende systeem geldt niet als gebruikerslicentie volgens deze
patenten. Een dergelijke licentie wordt alleen verstrekt wanneer het
bijbehorende systeem wordt gebruikt in combinatie met OneTouch®
Select® Plus teststrips. Geen enkele teststripleverancier behalve
LifeScan, Inc. is geautoriseerd om een dergelijke licentie te verstrekken.
De accuraatheid van de resultaten die door LifeScan meters worden
verkregen met gebruikmaking van teststrips die zijn gemaakt door
anderen dan LifeScan, is niet door LifeScan geevalueerd.
LifeScan bloedglucosecontroleapparaten voor zelftests conform
de volgende EU-richtlijnen:
MDD (93/42/EEC):
IVDD (98/79/EC):
Bloedglucosemeter, teststrips en controlevloeistof
Lancetten
Prikpen
144

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

OneTouch-Select-Plus
6

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw OneTouch Select Plus bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van OneTouch Select Plus in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,13 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van OneTouch Select Plus

OneTouch Select Plus Aanvulling / aanpassing - Nederlands - 2 pagina's

OneTouch Select Plus Aanvulling / aanpassing - Deutsch - 17 pagina's

OneTouch Select Plus Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 144 pagina's

OneTouch Select Plus Gebruiksaanwijzing - English - 144 pagina's

OneTouch Select Plus Gebruiksaanwijzing - Français - 288 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info