6
6.
Instellen van het anti-wegloopalarm:
De maximum afstand van het wegloopalarm is 50 meter. Het basistation staat standaard ingesteld op deze 50
meter. Komt de armband buiten dit bereik dan zal het alarm afgaan. Indien gewenst kan de afstand ook verkort
worden tussen naar korter dan 50 meter met een minimum van 5 meter.
Het bereik van de armband kan negatief beïnvloed worden door objecten zoals muren, hekken, bomen of andere
obstakels. Hierdoor kan het voorkomen dat het basisstation eerder waarschuwt dan 50 meter. De meest ideale
werking ontstaat wanneer het basisstation 1,5 meter boven de grond hangt of staat.
Kortere afstand dan 50 meter instellen:
Zet de armband en het basisstation aan en doe de armband om de pols van het kind. Bepaal zelf de gewenste
alarmafstand door met het basisstation weg te lopen van het kind en de armband. Zodra de gewenste afstand is
bereikt. Druk dan op de “ S” knop van het basisstation. Led B knippert groen. Laat de knop los en wacht op het
piep en trilsignaal ter bevestiging.
De afstand instelling blijft opgeslagen in het geheugen ook na het in en uitschakelen van het basistation. Wil je
terugkeren naar de standaard afstand van 50 meter druk dan de “R” toets in totdat het piepsignaal klinkt. De
vooringestelde afstand is nu gewist en is nu weer standaard 50 meter.
Let op! Instellen van een verkorte afstand met 2 armbanden:
Gebruikt men twee armbanden op hetzelfde station dan zal de verkorte afstand gelden voor beide armbanden.
Om storing bij het instellen van de afstand te voorkomen stelt men eerst de gewenste afstand met armband 1 in.
Na de bevestiging van het basisstation van de verkorte afstand kan armband 2 worden ingeschakeld. Zet
vervolgens het basisstation opnieuw aan zodat het basisstation met beide armbanden kan koppelen. De verkort
ingestelde afstand blijft in het geheugen van het basisstation zitten waardoor beide armbanden nu de verkorte
afstand hebben.
7.
Instellen van het alarmvolume
Aan de zijkant van het basisstation zit de volumeregeling van het alarm. Het alarm is instelbaar van 20-100 db.
De trilfunctie is altijd actief.
8.
Lage batterijspanning van het basisstation
Wanneer het basisstation werkt via de 4xAAA batterijen dan heeft het basisstation een lage batterijspannings
melding. Deze melding is een repeterend piepsignaal en het oplichten van de rode led op het basisstation.
Vervang direct de batterijen of sluit het basisstation aan op de netstroomadapter.