Inleiding
Belangrijke veiligheidsinformatie
1. Ken uw meter
2. V oorbereiding
3. Gebruik van uw meter zonder een Smart-apparaat
4. Gebruik van uw meter met een Smart-apparaa t
5. Gebruik van de geheugenfunctie
6. Overige instellingen
7. Foutmeldingen en problemen oplossen
8. Onderhoud
9. Specificaties
10. Beperkte garantie
1 1. Richtlijnen en V erklaring van de fabrikant
Dank u voor uw keuze voor de RS7 Intelli IT Automatische
polsbloeddrukmeter. U draagt deze bloeddrukmeter om de pols.
Deze bloeddrukmeter maakt gebruik van de oscillometrische
methode voor bloeddrukmeting. Wanneer de manchet wordt
opgepompt, detecteert de meter de drukpulsaties van de slagader
onder de manchet. Deze pulsen worden oscillometrische pulsen
genoemd. De elektronische druksensor geeft de bloeddruk
vervolgens digitaal weer .
V eiligheidsinstructies
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de RS7
Intelli IT Automatische polsbloeddrukmeter. V oor een veilig en
correct gebruik van deze meter moet u alle veiligheids- en
bedieningsinstructies DOORLEZEN en BEGRIJPEN. Als u de
instructies niet begrijpt of als u vragen hebt, neemt u conta ct op met
de OMRON-verkoper of -distributeur voordat u de me ter gaat
gebruiken. Vraag uw arts naar specifieke informatie over uw eigen
bloeddruk.
Beoogd gebruik
Dit apparaat is een digitale meter voor het meten van de bloeddruk
en de hartslag bij volwassen patiënten met e en polsomtrek tussen
13,5 cm en 21,5 cm. De meter detecteert tijde ns het meten
eventuele onregelmatige hartslagen en geeft in dat geval een
waarschuwingssignaal. Dit apparaat is hoofdzakelijk bedoeld voor
algemeen huishoudelijk gebruik.
Ontvangst en inspectie
Haal de meter uit de verpakking en controleer op beschadiging en.
Als de meter beschadigd is, mag u deze NIET GEBRUIKEN en
neemt u contact op met uw OMRON-verkoper of -distributeur .
Lees de Belangrijke veilig heidsinformatie in deze
gebruiksaanwijzing voord at u de meter gaat gebruik en.
Houd u zorgvuldig aan deze gebruiksaanwijzing voor uw eigen
veiligheid.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik. VR AAG
UW ARTS om specifieke informatie over uw eigen bloeddruk.
W aarschuwin g
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, wanneer deze niet vermeden wordt, kan
leiden tot de d ood of tot ernst ig letsel.
• Gebruik deze meter NIET bij baby's, peute rs, kinderen of
personen die zich niet kun nen uiten.
• Pas uw medicatie NIET aan op b asis van meetresultaten van
deze bloeddrukmeter. Neem medicatie zoals voorgeschreven
door u w arts. ALLEEN een arts is gekwalificeerd om een hog e
bloeddruk vast te stellen en te behandelen.
• G e b r u i k h e t a p p a r a a t N I E T m e t e e n w o n d o p u w p o l s o f a l s u w
pols medisch wordt behandeld.
• Breng de polsmanchet NIET aa n op de pols wanneer een
intraveneus infuus is aangeslo ten of tijdens een
bloedtran sfusie.
• Gebruik de meter NIET in ruimt es met chirurgische HF-
apparatuur (hoogf requent), MRI-apparat uur (beeldvorming
door magnetische resonant ie), CT -scanners
(computertomografie). Dit kan na melijk resulteren in een
onjuiste werking van de me ter en/of in een onnauwkeurige
meetwaarde.
• Gebruik deze meter NIET in zuurstofrijke omgevi ngen of nabij
brandbaar gas.
• Raadpleeg uw arts voordat u de meter gebruikt als er sprake
is van een van de volgende aan doeningen: algemene
ritmestoornissen, zoals atriale of ven triculaire extrasystolen
of atriale fibrillatie, arteriële sclerose , slechte doorbloeding,
diabetes, zwang erschap, pre-eclam psie of nieraandoeningen.
MERK OP dat al deze aandoening en, naast bewegen, trillen of
rillen van de patiënt, het meetresultaat nadelig kunnen
beïnvloe den.
• Bepaal NOOIT zelf een diagnose of behandeling op basis van
de meetresultaten. Raadpleeg AL TIJD uw arts.
• Dit product bevat kleine onderdelen d ie bij inslikken
verstikkingsgevaar kunnen opleveren voor baby's, peuters of
kinderen.
Gegevensoverdrac ht
• Dit product zendt radiofrequenties (RF) uit binnen de 2,4 GHz-
band. Gebruik dit produ ct NIET op locaties waar het gebruik
van RF beperkt wordt, zoals in een vliegtu ig of een
ziekenhuis. Schakel de functie Bluetooth in deze meter uit en
verwijder de batterijen als u zich in een RF-beperkt gebied
bevindt.
Batterijverwerking en -gebruik
• Houd batterijen buiten h et bereik van baby's, peu ters of
kinderen.
Aut om at is c he
polsbloeddrukmeter
RS7 Intelli I T (HEM-6232T -E)
Gebruiksaanwijzing
IM-HEM-6232T -E-NL-01-09/2017
3787098- 0A
Inhoudsopgave
Inleiding
Belangrij ke veiligheidsinf ormatie
Pas op
Geeft een mog eli jk gevaarlijke situatie aa n die,
wanneer deze niet vermeden wordt, kan leiden tot licht
tot matig letsel bij de geb ruiker of patiënt of to t sch ade
aan de appara tuur of aan a ndere eigendommen.
• Gebruik de meter niet meer en raadpleeg uw a rts als u last
hebt van huidirritatie of ander ongemak.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt op een
pols met intravasculaire t oegang of behandeling o f een
arterioveneuze (A V) shunt, vanwege een tijdelijke storing in
de bloedsomloop die k an leiden tot letsel.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt als u een
borstamput atie hebt onderg aan.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt als u
ernstige bloedsomloopp roblemen of b loedaandoening en
hebt, aangezien het opbl azen van de manchet kn euzingen
kan veroorzaken.
• V oer metingen NIET vaker uit dan noodza kelijk, aangezien
kneuzingen kunnen opt reden als gevolg van verstoring in de
bloedsom loop.
• Pomp de polsmanch et ALLEEN o p als deze om uw pols z it.
• V erwijde r de pols manchet als deze niet begint met ontlucht en
tijdens de meting.
• Gebruik de meter UITSLUITEND voor het meten van de
bloeddruk.
• Zorg dat er tijdens een met ing geen mobiel toestel of ander
elektrisch apparaat dat elek tromagnetische velden uitstraalt ,
binnen 30 cm van deze meter aan wezig is. Dit kan namelijk
resulteren in een onjuiste werking van de meter en/of in een
onnauwke urige meetw aarde.
• Haal het apparaat of de componenten NIET los of uit elkaar en
probeer het apparaat niet zelf te repareren. Dit ka n namelijk
een onnauwkeurig meetresultaat tot gevolg heb ben.
• NIET gebruiken op een locatie waar sprake is van vocht of
een kans bestaat dat e r waterspetters op de meter
terechtkomen. Dit kan de meter namelijk beschadigen.
• Gebruik deze meter NIET in een bewegen d voertuig, zoals een
auto.
• Laat de meter NIET vallen en stel deze NIET blo ot aan sterke
schokken of trilli ngen.
• Gebruik deze meter NIET op een locatie met hoge of lag e
luchtvochtigheid of hoge of lage temperatuur . Zie
hoofdstu k 9.
• Controleer of de met er de bloedsomloop niet hin dert door
tijdens de meting d e pols te controleren.
• Gebruik de meter NIET in een drukke o mgeving, zoals een
ziekenhuis of huisartsenprakt ijk.
• Gebruik de meter NIET tegelijk met ande re ME-apparatuur
(Medische Elektrisch). Dit kan namelijk resulteren in een
onjuiste werking van de meter en/of in een onnauwkeurige
meetwaarde.
• V ermijd het nemen van een bad, het drinken van alco hol,
roken, lichamelijke inspanning en eten gedurende ten minste
30 minuten voordat u een meting verricht.
• Rust minimaal 5 minuten voo rdat u de meting verricht.
• V erwijder strakzittende, dikke kled ing en eventuele
accessoires van de pols tijd ens een meting.
• Blijf stilzitten en praat NIET tijd ens een meting.
• Gebruik deze meter ALLEEN bij personen met een
polsomtrek die binnen h et aangegeven bereik voor de
manchet valt.
• Zorg voordat u een m eting verricht dat deze mete r is
geacclimatiseerd op kam ertemperatuur . Het verrichten van
een meting na een ext reme temperatuurverandering kan
leiden tot een onn auwkeurige meting. Nadat d e meter op de
maximale of minimale opslagtemperat uur opgeslagen is
geweest en wanneer u de meter gaat gebruiken in een
omgeving met een temperatu ur die als omstandigheden
tijdens bedrijf wordt gespecif iceerd, beveelt OMRON u aan
ongeveer 2 uur te wachten tot dat de meter is opgewarmd of
afgekoeld. V oor meer informatie over bed rijfs- en opslag-/
transporttemperatu ur raadpleegt u hoofdstuk 9.
• V ouw de manchet NIET overmatig.
• Lees wanneer u het apparaat, geb ruikte hulpstukken of
optionele onderdelen wegg ooit het gedeelte 'Correcte
verwijdering van dit p roduct' in hoofdstuk 1 1 en volg de daar
gegeven aanwi jzingen.
• Gebruik deze meter N IET nadat de gebruiksduur is geëindigd.
Zie hoofdstuk 9.
Gegevensoverdr acht
• V ervang de batterijen NIET te rwijl uw meetresultaat naar uw
Smart-apparaat wordt verzonden. D it kan namelijk resulteren
in een onjuiste werkin g van de meter en he t niet verzenden
van uw bloeddrukgege vens.
Batterijverwerk ing en -gebrui k
• Plaats de batterijen met de p olariteit in de JUISTE positie.
• Gebruik UITSLUITEND 2 'AAA '-alkalinebatterijen met deze
meter . Gebruik GEEN ander type batterijen. Geb ruik GEEN
oude en nieuwe batterijen tegelijk. Gebruik GEEN
verschillende merken batterijen tegelijk.
• V erwijder de batterijen als de meter langere tijd n iet zal
worden gebruikt.
• Als u batterijvloeistof in uw ogen krijgt, moet u direct spoelen
met veel schoon wa ter . Raadpleeg onmidde llijk uw arts.
• Als u batterijvloeistof op uw huid of kled ing krijgt, spoel de
huid dan direct met ruim schoon en lau w water . Als de
irritatie, het letsel of de pijn blijft aanhou den, moet u
overleggen met uw arts.
• Gebruik batterijen NIET na d e uiterste houdbaarheidsdatu m.
• Controleer de batterijen regelmatig om er zeker van te zijn dat
ze in goede conditie verkeren.
• Gebruik UITSLUITEND de voo r deze meter gespecificeerde
batterijen. Het gebruik van niet-ondersteunde bat terijen kan
leiden tot schade en/of kan gevaarlijk zijn vo or deze meter .
1.1 Inhoud
Meter , 2 'AAA '-alkalinebatterijen, opbergetu i, gebruiksaanwijzing,
configuratie-instructies
1. Ken uw meter
1.2 Meter
a. Polsmanchet
(Polsomtrek 13,5 cm tot 21,5 cm)
b. Scherm
c. Schakelaar [Gebruikerskeuze]
d. Knop [Geheugen]
e. Knop [Ochtendgemiddelde]
f. Knop [ST AR T/STOP]
g. Knop [V erbinding]
h. Batterijvak
1.3 Schermsymbo len
A
Datum- en tijdweergave
B
Symbool gemidd elde waarde
V erschijnt wanneer de gemiddelde waarde van de
afgelopen 2 of 3 metingen, uitgevoerd binnen een
tijdsbestek van 10 minuten, worden bekeken.
C
Geheugensym bool
V erschijnt wanneer resultaten uit het geheugen worden
bekeken.
D
Systolische bl oeddrukwaarde
E
Diastolische bloeddrukw aarde
F
Hartslagweergave/g eheugennummer
De hartslag verschijnt na de meting.
W anne er op de knop wordt gedrukt, verschijnt het
geheugennummer ongeveer één second e voordat de hartslag
op het scherm verschijnt.
G
Ontluchtingssymbo ol
V erschijnt nadat de manchet is ontlucht.
H
Hartslagsymbool
Knippert tijdens de meting.
I
SYNC-symbool
Knippert/verschijnt wanneer uw gegevens moeten
worden verzonden, omdat het opslaggeheugen bijna of
helemaal vol is. Zodra u de meter met een Smart-
apparaat koppelt, moet u de resultaten onmiddellijk
versturen voordat de meter de oudste resultaten
verwijdert. Er kunnen per gebruiker maximaal 100
resultaten in het interne geheugen worden opgeslag en.
J
Symbool OK
Knippert wanneer de meter is aangesloten op het
Smart-apparaat of wanneer de resulta ten met succes
zijn verzonden.
K
Symbool oc htendgemiddelde
V erschijnt tijdens het bekijken van de wekelijkse
ochtendgemiddelden.
Op het scherm worden de wekelijkse gemiddelden voor
de ochtendmetingen binnen 4 weken weergegeven.
L
Gebruikerssymbool
Het gebruikers-ID verschijnt wanneer de gebruiker
wordt geselecteerd met de schakelaa r
[Gebruikerskeuze].
M
Hypertensiesymb ool
V erschijnt als de systolische bloeddruk 135 mmHg of
hoger is en/of de diastolische bloeddruk 8 5 mmHg of
hoger is.
Symbool ochte ndhypertensie
V erschijnt wanneer het wekelijkse ochte ndgemiddelde
135/85 mmHg of hoger is.
2013 ESH/ESC-richtlijnen* voor het beheer van arteriële
hypertensie
Definities van hypertensie bij bloeddrukmeting thuis of in een
gezondheidsinstelling
Deze marges zijn afgeleid van statistische waarden voor bloed druk.
• Bepaal NOOIT zelf een diagnose of behandeling op basis van de
meetresultaten. Raadpleeg AL TIJD uw arts.
2.1 Batterijen in stalleren
1. Duw de haak van het kapje
van het batterijvak o mlaag en
trek dit naar beneden.
2. Plaats 2 'AAA '-alkalineb atterijen
zoals aangegeven in het
batterijvak.
3. Sluit het kapje van het
batterijvak.
• W annee r het symbool ' ' op het scherm knippert, wordt u
geadviseerd de batterijen te vervangen.
• Schakel voor het vervangen van de batterijen de meter uit en
verwijder alle batterijen. Plaats tegelijkertijd 2 nieuwe
alkalinebatterijen.
• W annee r de batterijen correct zijn geïnstalleerd, knippert het
jaartal op de datum- en tijdweergave om de datum en tijd in te
stellen.
• Door het vervangen van de batterijen gaan er geen
meetresultaten verloren.
• De meegeleverde batterijen hebben mogelijk een ko rtere
levensduur dan nieuwe batterijen.
• Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming me t de lokale
regelgeving worden afgevoerd.
N
Plaatsingsindicator
De meter is voorzien van een ingebouwde,
geavanceerde plaatsingssensor die fungeert als
hulpmiddel om te bepalen of de meter zich op de juiste
hoogte bevindt.
Het symbool ' ' brandt blauw als de meter zich tijdens
de meting in de juiste positie ten opzichte van uw hart
bevindt. Als de meter hoger of lager ten opzichte van
uw hart wordt gehouden, zal de hartstandlocatiebalk
boven of onder het symbool verschijnen om de juiste
polsstand aan te duiden.
O
Symbool onregelmatige hartslag
V erschijnt naast de
meetresultaten als er
tijdens een meting 2
keer of vaker een
onregelmatig ritme
wordt geconstateerd.
Een onregelmatige
hartslag is een
hartritme dat meer
dan 25% lager of
hoger is dan het gemiddelde hartritme tijdens het meten
van de bloeddruk door de meter. Als dit symbool blijft
verschijnen, adviseren we u contact op te nemen met
uw arts en zijn/haar advies op te volgen.
P
Symbool beweg ingsfout
V erschijnt naast de meetresultaten als uw lichaam
tijdens een meting beweegt. Als dit symbool verschijnt ,
moet u de polsmanchet afnemen en 2 tot 3 minuten
wachten. Blijf stil zitten en verricht een nieuwe meting.
Q
Symbool voor ( on)juist aangebra chte
manchet (OK)
V erschijnt als de polsmanchet tijdens een meting
correct rondom de pols is aangebracht. Het verschijnt
ook tijdens het bekijken van eerdere meetr esultaten.
Symbool voor ( on)juist aangebra chte
manchet (te los)
V erschijnt als de polsmanchet tijdens een meting niet
correct rondom de pols is aangebracht. Het verschijnt
ook tijdens het bekijken van eerdere meetr esultaten.
R
Batterijsymbo ol (bijna leeg)
Knippert wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
Batterijsymbool (leeg)
V erschijnt wanneer de batterijen leeg zijn.
S
Symbool Bluetooth AAN
V erschijnt wanneer Bluetooth is ingeschakeld .
Symbool Bluetooth UIT
V erschijnt wanneer Bluetooth is uitgeschakeld.
Gezondheidsinstelling Thuis
Systolische
bloeddruk
≥ 140 mmHg ≥ 135 mmHg
Diastoli sche
bloeddruk
≥ 90 mmHg ≥ 85 mmHg
Onregelmatige hartslag
Normale hartslag
Hartslag
Bloeddruk
Bloeddruk
Kort
Lang
Hartslag
* European Society of Hypertension (ESH) en European Society of
Cardiology (ESC ).
2. V oorbereiding
2
1
2.2 De datum en tijd instellen
• Stel de meter in op de juiste datum en tijd voordat u een eers te
meting uitvoert.
• W anneer de batterijen correct zijn geïnstalleerd, knipp ert het
jaartal op het scherm van de meter .
• De datum en tijd worden automatisch ingesteld zodra de meter
wordt gekoppeld met de app 'OMRON connect . Zie paragraaf 4.1.
1. Druk eenmaal op de knop of om het jaartal
aan te passen.
Houd de knop ingedrukt om versneld vooruit door de
jaren te lopen.
Houd de knop ingedrukt om versneld achterwaarts door
de jaren te lopen.
2. Druk op de knop [ST ART/STOP] om h et jaartal te
bevestigen, waarna de maand gaa t knipperen. Herhaal
dezelfde stappen om de maand, da g, uren en minuten
te wijzigen.
3. Druk op de knop [ST ART/STOP] om de instelling op te
slaan.
Na 3 minuten wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld .
• Als u de datum en tijd moet resetten, vervang dan de batterijen of
houd de knop ingedrukt tot het jaartal gaat knipperen.
Daarna kunt u de datum en tijd instellen als hierboven
beschreven.
2.3 Bloeddrukmet ingstips
V olg deze aanwijzingen om een accurate metin g te verrichten:
• Stress verhoogt de bloeddruk. V erricht geen meting en op
momenten van stress.
• Metingen dienen op een rustige plek te worden verr icht.
• Het is belangrijk om de metingen dagelijks op hetzelfde tijdstip ui t
te voeren. Geadviseerd wordt de metingen 's morgens en 's
avonds uit te voeren.
• V ergeet niet voor uw arts een overzicht van uw bloeddruk- en
hartslagmetingen bij te houden. Een enkele metin g is geen
accurate indicatie van uw werkelijke bloe ddruk.
Gebruik het bloeddrukdagboek om de diverse metingen over een
bepaalde tijdsperiode te registreren. Om PDF-bestanden van het
dagboek te downloaden, gaat u naar www .omron-healthcare .com.
• V ermijd het nemen van een bad, het drinken van alcohol, roken,
lichamelijke inspanning en eten g edurende ten minste 30 minuten
voordat u een meting verricht.
• Rust minimaal 5 minuten voordat u de meting verrich t.
2.4 De p olsmanchet aanb rengen
• De volgende stappen beschrijven het aanbrengen van de
polsmanchet om de linkerpols. Als u een meting wilt verr ichten op
de rechterpols, moet de manchet op dezelfde wijze wor den
aangebracht als op de linkerpols.
• De bloeddruk in uw linkerarm kan verschillen van die in uw
rechterarm en de gemeten bloeddrukwaarden kunnen verschillen.
OMRON adviseert altijd dezelfde arm te gebruiken voor het meten
van de bloeddruk. Als de bloeddruk in beide arme n substantieel
verschilt, vraagt u aan uw arts welke arm u voor uw metin gen
moet gebruiken.
• V erwijder strakzittende, dikke kleding e n eventuele accessoires
van de pols tijdens een meting .
1. Breng de polsmanche t aan om
de linkerpols.
Rol de mouw op. Let erop dat de
mouw niet te strak om de arm is
opgerold. Dit kan namelijk de
bloedsomloop in de arm afknellen.
2. Steek de p ols door de manchetlus.
De handpalm en het meterscherm moeten
beide omhoog wijzen.
3. Positioneer d e polsmanchet met
1 tot 2 cm ruimte tussen de
manchet en de onderkant van de
handpalm.
4. Wikkel de polsmanch et stevig rond uw pols. Breng de
manchet niet over kleding aan.
Controleer of er geen ruimte tussen de pols en de manchet
aanwezig is.
Jaar
Maand
Dag
Uren
Minuten
1 tot 2 cm
1 2
• Zorg ervoor dat de polsmanchet niet
het uitstekende deel van het
polsbeen aan de buitenkant van de
pols bedekt.
• Als de polsmanchet uit
de metalen ring schiet,
kunt u deze
terugschuiven zoals in
de afbeelding rechts
getoond.
2.5 Correcte p laatsing
Om een meting te kunnen
verrichten, moet u ontspannen en
comfortabel zitten bij een
aangename kamertemperatuur .
Plaats de elleboog op de tafel om
de arm te ondersteunen.
• Ga op een stoel zitten. Houd uw
benen niet over elkaar en zet
uw voeten plat op de grond.
• Ga zo zitten dat uw rug en arm
worden ondersteund.
• De manchet moet zich
ongeveer op dezelfde hoogte
bevinden als uw hart. Als de
meter zich te ver boven het hart
bevindt, zal de bloeddruk kunstmatig laag zijn. Als de meter zich te
ver onder het hart bevindt, zal de bloeddruk kunstmatig hoog zijn.
• Ontspan uw pols en hand. Buig de pols niet naar achteren of naar
voren en bal geen vuist.
2.6 Een gebruikers-ID s electeren
De meter is ontworpen voor het meten van de bloeddruk en in het
geheugen opslaan van de resultaten van 2 gebruikers met behulp
van de schakelaar [Gebruikerskeuze].
1. Selecteer de gebruikers-ID (1 of 2).
3.1 Een meting verrichten
U kunt de meter gebruiken zonder koppeling met een Sma rt-
apparaat. Raadpleeg paragraaf 4.1 om de meter te koppelen met
een smart-apparaat.
• Als u de meting wilt stoppen, druk dan eenmaal op de knop
[ST ART/STOP] om de polsmanchet te ontluchten.
• Gebruik de meter NIET tegelijk met andere ME-apparatuur
(Medische Elektrisch). Dit kan namelijk resultere n in een onjuiste
werking van de meter en/of in een onnauwkeurige meetwaarde.
• Blijf stilzitten en praat NIET tijdens een meting.
1. Druk op de knop [ST ART/STO P].
V oordat de meting wordt gestart, verschijnen all e symbolen op
het scherm.
2. Controleer de plaatsingsindicator .
De meter is voorzien van een ingebouwde, geavanceerde
plaatsingssensor die fungeert als hulpmiddel om te bepalen of
de meter zich op de juiste hoogte bevindt. De meter werkt voor
het merendeel van de mensen zodanig dat wanneer de pols de
juiste positie heeft ten opzichte van het hart, het symbool ' '
blauw brandt. Zodra de pols hoger of lager ten o pzichte van het
hart wordt gehouden, verschijnt er een locatiebalk voor de
polsstand. V anwege de verschillen in postuur en lichaamsbouw
is deze functie mogelijk niet in alle gevallen va n nut en kunt u
de functie uitschakelen. Als u van mening b ent dat de positie
van uw pols volgens de plaatsingsindicator NIET overeenkomt
met uw hartniveau, kunt u de functie uitschakelen en uw eigen
oordeel volgen. Raadpleeg paragraaf 6.1 om d e functie uit te
schakelen.
3. Gebruik van uw meter zonder een Smart-
apparaat
Meterhoogte Plaatsingsindicator
Pols is te hoog
Er verschijnt een locatiebalk (-)
boven het symbool ' '.
Correcte positie
Het symbool ' ' brandt blauw .
Pols is te laag
Er verschijnt een locatiebalk (-)
onder het symbool ' '.
• De meter begint vijf seconden na het ind rukken van de knop
[ST ART/STOP] met de meting. De polsmanchet wordt
opgepompt, ook als de meter zich niet in de juiste positie
bevindt.
3. Blijf stilzitten en praat of beweeg niet tot d e meting is
voltooid.
T ijdens het oppompen van de manchet bepa alt de meter
automatisch het ideale oppompniveau. Deze meter detecteert
tijdens het oppompen de bloe ddruk en hartslag.
Het symbool ' ' knippert met elke hartslag.
• Het symbool ' ' verschijnt zodra de polsmanchet correct
om de pols is aangebracht.
• W ann eer het symbool ' ' verschijnt, is de polsmanchet niet
correct aangebracht. Druk op de knop [ST ART/STOP ] om de
meter uit te schakelen en breng daarna de polsmanchet
correct aan.
Nadat de meter de bloeddruk en hartslag heeft gedetecteerd,
wordt de manchet automatisch ontlucht. De bloeddruk en
hartslag worden weergegeven.
Als de systolische of diastolische waarde hoog is (zie paragraaf
1.3), verschijnt het symbool ' '.
4. Druk op de knop [ST AR T/STOP ] om de meter uit te
schakelen.
• De meter schakelt na 2 minuten automatisch uit.
• W acht 2-3 minu ten tussen opeenvolgende metingen. Deze
wachttijd geeft de slagader de gelegenheid te ontspannen en
terug te keren tot de oorspronkelijke vorm van vóór de
meting. Afhankelijk van uw fysiologische kenmer ken kan het
nodig zijn langer te wachten.
4.1 Uw meter koppelen aan een Smart-apparaat
De datum en tijd op de meter worden automatisch ingesteld zodra u
de meter koppelt met een Smart-apparaat.
Zie de lijst met compatibele Smart-apparaten op
www .omronconnect.com/devices/
1. Bluetooth inschakelen op het Smart-apparaat.
2. Download en installee r de gratis app 'OMRON connect'
op uw Smart-apparaat.
Als u de app 'OMRON connect' al heeft, open dan de app en
voeg uw nieuwe meter toe.
3. Open de app op het Smart-apparaat en volg de
instru cties.
4. Controleer of de meter correct is
verbonden.
Zodra de meter correct is verbonden
met het Smart-apparaat, gaat het
symbool 'OK' knipperen.
• Als het symbool 'Err' verschijnt, volg
dan de instructies in de app 'OMRON
connect'.
• De meter schakelt automatisch uit na
10 seconden inactiviteit.
• Alle meetwaarden die op dat moment in
het geheugen van de meter zijn opgeslagen, worden
automatisch naar de app verzonden nadat het
koppelingsproces is voltooid.
• V ergeet niet dat OMRON niet verantwoordelijk is voor verlies
van gegevens en/of informatie in de app.
• "OMRON connect" is de enige app die we aanbevelen voor
gebruik met uw meter om de gegevens correct over te
brengen.
4.2 Een metin g verrichten
Raadpleeg paragraaf 3.1 om een meting te starten. De
meetresultaten worden naar uw Smart- apparaat verzonden.
• Als uw profiel is geregistreerd, wordt uw verjaar dag weergegeven
nadat u op de knop [ST ART/STOP] hebt gedrukt en knippert het
gebruikerssymbool twee keer .
START
BEZIG MET OPPOMPEN VOLTOOID
4. Gebruik van uw meter met een Smar t-apparaat