22
Lijst met foutcodes
Foutcode Oorzaak Oplossing
Er1
Fout bij het oppompen.
•
Wanneer de druk de 12 mmHg niet over-
schrijdt binnen de gestelde tijd na het begin
van het oppompen.
•
Wanneer de ingestelde oppompdruk van de
armmanchet niet binnen de voorgeschreven
tijdsduur wordt bereikt.
•
Is een van de aansluitnippels van de luchtslang, die
de armmanchet en de bloeddrukmeter met elkaar
verbindt los? Sluit deze alsnog goed aan en herhaal
de meting.
•
Indien de luchtslang dubbel gevouwen is, moet u
deze recht trekken en de meting herhalen.
•
Als de armmanchet te los is omgelegd dient deze
alsnog goed aansluitend te worden aangebracht.
Herhaal vervolgens de meting.
•
Is de binnenmanchet of de slang lek? Vervang deze
en herhaal de meting.
Er2
Fout bij het ontluchten.
•
Wanneer de ontluchtingssnelheid te hoog is.
•
Wanneer de ontluchtingssnelheid te laag is.
•
Wanneer de meting niet eindigt binnen de
gespeciÞ ceerde tijdsduur vanaf het begin van
de meting.
•
Wanneer de manchet langer dan 5 minuten
opgepompt blijft.
Er3
Te hoge druk.
•
De druk van de armmanchet overschrijdt de
299 mmHg.
•
Indien de luchtslang dubbel gevouwen is is, moet u
deze recht trekken en de meting herhalen.
Er4
Onvoldoende oppompdruk.
•
De bloeddruk kon niet worden gemeten als
gevolg van onvoldoende oppompdruk.
•
Indien de meting wordt gedaan met de P-SET
op “AUTO”, vraag dan de patiënt zijn/haar arm of
lichaam tijdens het oppompen niet te bewegen en
herhaal de meting.
•
Indien de meting wordt gedaan met de P-SET op
“AUTO”, draai dan de P-SET knop geheel naar links
tot u de klik hoort en herhaal de meting.
•
Stel de P-SET in op 30 tot 40 mmHg boven de ver-
wachte systolische druk en herhaal de meting.
Er5
Fout met onbekende oorzaak.
•
De bloeddruk kon niet worden gemeten,
hoewel de druk in de armmanchet de voorge-
schreven waarde bereikte.
•
Indien de armmanchet te los is omgelegd kan
er geen correcte meting plaatsvinden. Breng de
manchet opnieuw aan volgens de aanwijzingen en
herhaal de meting.
Er6
Fout: te geringe oscillatie.
•
De oscillatie was te gering om een juiste
meting te kunnen verrichten.
•
Indien de armmanchet te los is omgelegd kan
er geen correcte meting plaatsvinden. Breng de
manchet opnieuw aan volgens de aanwijzingen en
herhaal de meting.
•
Breng de armmanchet niet aan om een dik kleding-
stuk. Rol de mouw van jasje of overhemd niet op,
maar laat de patiënt het kledingstuk uittrekken.
Er7
Foutmeting bloeddruk.
•
De relatie tussen de systolische en de diasto-
lische bloeddruk was abnormaal.
•
Ga na of de patiënt hartritmestoornissen heeft.
•
Vraag de patiënt zijn/haar arm of lichaam tijdens de
meting niet te bewegen en herhaal de meting.
Er8
Foutmeting polsslag.
•
De polsslag bleef niet binnen het bereik van
30 tot 199 slagen/min.
Er9
Fout in het instrument.
•
Tijdens de meting is een storing opgetreden
in de bloeddrukmeter.
•
Neem contact op met de leverancier bij wie u het
product kocht of met de dichtstbijzijnde OMRON
dealer.