289686
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/163
Pagina verder
http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen:
Correspondentieadres:
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0 / Fax: +49 40 – 23 07 61
Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 – 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een extra
voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 – 67 10 83
of
+49 40 – 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen
09.00 uur en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
Belgium:
Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel: (03) 870 58 00
© 2009
Gedrukt in Duitsland · OIME · 5/2009 · Hab. · E0462369
z
Dank u voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe camera in
gebruik gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera te
kunnen genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats, zodat u later nog iets kunt opzoeken.
z
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
z
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
z
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-
update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de
Olympus-website.
DIGITALE CAMERA
HANDLEIDING
NL
HANDLEIDING
Beknopte handleiding Blz. 2
Bestudeer de namen van de
cameraonderdelen, de basisstappen
voor fotograferen en weergeven en
de basisfuncties.
Inhoudsopgave Blz. 26
Registreer uw product op
www.olympus-consumer.com/register
en ontvang extra
voordelen van Olympus!
E-P1_Umschlag_Master_NL.fm Page 1 Friday, June 5, 2009 9:49 AM
2
NL
4
Camera
1
SSWF-indicator
g
Blz. 14, 128
2
ON / OFF
knop
g
Blz. 14
3
Ontspanknop
g
Blz. 16, 60
4 F
(Belichtingscorrectie) knop
g
Blz. 50
5
Oogje voor de riem
g
Blz. 10
6
Markering voor lenskoppeling
g
Blz. 13
7
Lensvatting
(Verwijder de beschermkap voor de lens
wordt bevestigd.)
8
Flitsschoen
g
Blz. 73
9
Microfoon
g
Blz. 78, 90
0
Zelfontspanner-LED
g
Blz. 62
a
Lensontgrendelknop
g
Blz. 13
b
Lensvergrendelingspen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 2 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
3
NL
1
Functieknop
g
Blz. 4
2
LCD-monitor
g
Blz. 8, 9
3
MENU
knop
g
Blz. 24
4
INFO
(informatiedisplay) knop
g
Blz. 23, 41, 83
5
Statiefaansluiting
6
Klepje van het batterij- /
kaartcompartiment
g
Blz. 11
7
Vergrendelknop van het batterij- /
kaartcompartiment
g
Blz. 11
8
D
(wissen) knop
g
Blz. 92
9
q
(weergave) knop
g
Blz. 18, 81
0
AEL
/
AFL
knop
g
Blz. 51, 99
0
(beeldbeveiliging) knop
g
Blz. 91
a <
-knop
g
Blz. 100
b
Luidspreker
c
Subregelaar (
j
)
g
Blz. 19, 20
d
Klepje over de connector
e
Indicatie-LED Dataverkeer
g
Blz. 16, 122
f
Multiconnector
g
Blz. 87, 115, 120
g
HDMI-miniconnector (type C)
g
Blz. 88
h
Hoofdregelaar (
j
)
g
Blz. 19, 20
i
Pendelknop (
k
)
g
Blz. 20, 21, 24
Druk op de volgende plaatsen op de
hoofdregelaar.
Omhoog:
f
Omlaag:
g
Links:
h
Rechts:
i
j
i
knop
g
Blz. 24
Namen van onderdelen en functies
E-P1_MASTER_NL.fm Page 3 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
NL
Functieknop
De functieknop biedt u de mogelijkheid om
de camera-instellingen moeiteloos aan het
onderwerp aan te passen.
Voor geavanceerde en creatieve opnamen kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd
zelf instellen.
De instellingen die in de geavanceerde programma's zijn uitgevoerd, worden ook behouden
als de camera wordt uitgeschakeld.
Selecteren afhankelijk van de te fotograferen scène. De camera stelt de juiste
lichtomstandigheden automatisch in.
Als u de functieknop draait of de camera uitschakelt in de programma's voor gemakkelijk
fotograferen, worden functies waarbij instellingen zijn gewijzigd teruggezet naar de
standaardinstellingen af fabriek.
P
Programmagestuurd
fotograferen
Hierbij kiest de camera zelf een combinatie van
diafragma en sluitertijd. (gBlz. 44)
A
Diafragmavoorkeuze
Hierbij stelt u zelf het gewenste diafragma in. De camera
kiest automatisch de bijpassende sluitertijd.
(gBlz. 45)
S
Sluitertijdvoorkeuze
Hierbij stelt u zelf de gewenste sluitertijd in. De camera
kiest automatisch het bijpassende diafragma.
(gBlz. 46)
M
Handmatig fotograferen
(Manual)
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd
en diafragma. (gBlz. 47)
A
iAuto
De camera selecteert automatisch een optimale fotografeerstand uit
de mogelijkheden [PORTRAIT], [LANDSCAPE], [NIGHT SCENE],
[SPORT] en [MACRO]. Dit is een volautomatische modus waarmee
u kunt fotograferen met de optimale instellingen voor het motief door
gewoon op de ontspanknop te drukken.
ART
Kunstfilter
Als u een bepaalde filter of motiefprogramma selecteert, past de
camera zijn instellingen optimaal aan de lichtomstandigheden voor
die filter of dat motiefprogramma aan.
SCN
Motief
In de stand SCN kunnen de meeste functies niet worden gewijzigd.
n
Film
Hiermee worden films opgenomen. Naast [P] en [A] kunt u een film
opnemen met de kunstfilter.
Geavanceerde programma's
Programma's voor gemakkelijk fotograferen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 4 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
5
NL
1 Stel de functieknop in op ART of
SCN.
Het kunstfiltermenu of het motiefmenu verschijnt.
2 Selecteer met
fg
de gewenste filter of het gewenste motiefprogramma.
3 Druk op knop i.
Kunstfilters en
[e-PORTRAIT]
worden niet toegepast op RAW-beelden.
Als de beeldkwaliteit ingesteld is op
[RAW]
en een kunstfilter wordt toegepast, wordt de
beeldkwaliteit automatisch ingesteld op
[
Y
N+RAW]
.
Het korrelige uitzicht van het beeld kan, afhankelijk van het gebruikte soort kunstfilter, extra
worden beklemtoond.
Als RAW of JPEG+RAW ingesteld is bij
[e-PORTRAIT]
, wordt een RAW-beeld en een JPEG
(
X
[2560x1920]) met het toegepaste effect opgeslagen.
Als JPEG is ingesteld bij
[e-PORTRAIT]
, worden twee beelden opgeslagen: één beeld voor
de toepassing van het effect (met de ingestelde beeldkwaliteit) en een ander beeld na de
toepassing van het effect (
X
[2560x1920]).
Kunstfilter / motiefprogramma instellen
POP ART1
SET
BACK
1
B
e
F
D
C
G
SET
PORTRAIT
BACK
Pictogram
Kunstfilter
Pictogram
Kunstfilter
j
POP ART (Pop-art)
m
LIGHT TONE (Lichte tint)
k
SOFT FOCUS
n
GRAINY FILM (Korrelige film)
l
PALE&LIGHT COLOR
(Bleke en lichte kleur)
o
PIN HOLE (Gaatjes)
Soorten kunstfilters
Pictogram
Stand
Pictogram
Stand
I PORTRAIT (portret) q DIS MODE
e
e-PORTRAIT J MACRO
L
LANDSCAPE
(landschap)
r
NATURE MACRO
(natuuropname macro)
K
LANDSCAPE+PORTRAIT
(landschap+portret)
& CANDLE (kaars)
J SPORT * SUNSET (zonsondergang)
G NIGHT SCENE (nachtscène) @ DOCUMENTS (documenten)
U
NIGHT+PORTRAIT
(nacht+portret)
s PANORAMA (gBlz. 43)
G CHILDREN (kinderen) ( FIREWORKS (vuurwerk)
H HIGH KEY g
BEACH & SNOW
(strand & sneeuw)
I LOW KEY
Soorten motiefprogramma's
Namen van onderdelen en functies
E-P1_MASTER_NL.fm Page 5 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
6
NL
Live control
Het volgende scherm, dat tegelijk fotografeerfuncties en de bijbehorende opties weergeeft,
wordt live control genoemd. Druk op de
i
-knop om op de LCD-monitor het scherm live
control op te roepen. U kunt de kunstfilter, de witbalans en andere effecten instellen terwijl
u live view controleert.
g
“Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera“ (Blz. 22)
*1 Enkel ART- of SCN-stand
*2 Enkel
n
-stand
Afhankelijk van de geselecteerde fotografeerstand zijn bepaalde menu's niet beschikbaar.
Functies Instelling Zie Blz.
Motiefprogramma
*
1
[
I
]
[
e
]
[
L
]
[
K
]
[
J
]
[
G
]
[
U
] [
G
]
[
H
]
[
I
]
[
q
]
[
J
]
[
r
]
[
&
][
*
]
[
@
]
[
s
]
[
(
]
[
g
]
Blz. 5
Kunstfilterstand
*
1
[
j
]
[
k
]
[
l
]
[
m
]
[
n
]
[
o
]Blz.5
Film AE-stand*
2
[
P
] [
A
] [
j
] [
k
]
[
l
]
[
m
]
[
n
]
[
o
]Blz.79
Witbalans
[AUTO] [
5
] [
2
] [
3
] [
1
] [
w
] [
x
] [
y
] [
n
] [
V
] [CWB]
Blz. 67
Repeterende opnamen /
zelfontspanner
[
o
] [
j
] [
Y
12S] [
Y
2S] Blz. 61 – 62
Beeldstabilisator [OFF] [I.S. 1] [I.S. 2] [I.S. 3] [FOCAL LENGTH] Blz. 62
Breedte-hoogteverhouding [4:3] [16:9] [3:2] [6:6] Blz. 40
Beeldkwaliteit [RAW] [
Y
F] [
Y
N] [
X
N] [
W
N] [
Y
F+RAW] [
Y
N+RAW]
etc.
Blz. 64
ISO-gevoeligheid [AUTO] [100] [125] [160] [200] [250] [320] etc. Blz. 53
Flitserfunctie [AUTO] [
!
] [
#
] [
$
] [
H
] [
#
SLOW
] [
#
SLOW2
] etc. Blz. 75
Lichtmeetstand [
G
] [
H
] [
I
] [
I
HI] [
I
SH] Blz. 49
Autofocusstand (AF) [S-AF] [C-AF] [MF] [S-AF+MF] Blz. 56
Gezichtsherkenning [
g
ON] [
g
OFF] Blz. 39
Autofocusveld selecteren
B
M
Blz. 58
Filmgeluidsopname*
2
[
R
ON] [
R
OFF] Blz. 80
Functies
Instelling
E-P1_MASTER_NL.fm Page 6 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
7
NL
Superbedieningspaneel
Op het onderstaande scherm, het superbedieningspaneel, kunt u de fotografeerinstellingen
niet alleen bekijken, maar ook aanpassen. In de weergave Live control drukt u op de knop
INFO
om naar het superbedieningspaneel te gaan.
g
“Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt“ (Blz. 23)
Filmopnamestand wordt niet weergegeven.
De functies binnen dit kader kunt u instellen op het superbedieningspaneel.
1
Waarschuwing interne temperatuur
m
g
Blz. 127
Pendelknopfunctie
e
p
g
Blz. 102
2
Stand fotograferen
g
Blz. 4, 44 – 47
3
Functienaam
4
Witbalans
g
Blz. 67
Witbalanscorrectie
g
Blz. 68
5
ISO-gevoeligheid
g
Blz. 53
6
Repeterende opnamen / zelfontspanner
g
Blz. 61 – 62
7
Flitserfunctie
g
Blz. 75
8
Regelen van de flitssterkte
g
Blz. 77
9
Beeldstabilisator
g
Blz. 62
0
AF-stand
g
Blz. 56
AF-kader
g
Blz. 58
a
Beeldkwaliteit
g
Blz. 64
b
De flitser wordt opgeladen
g
Blz. 124
c
Batterijcontrole
g
Blz. 8
d
Beeldeffecten
g
Blz. 71
e
Scherpte
N
g
Blz. 71
Contrast
J
g
Blz. 71
Kleurintensiteit
T
g
Blz. 71
Gradatie
z
g
Blz. 72
Z&W-filter
x
g
Blz. 71
Fototint
y
g
Blz. 71
f
Kleurruimte
g
Blz. 108
g
Gezichtsherkenning
g
Blz. 39, 104
h
Lichtmeetstand
g
Blz. 49
i
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen
g
Blz. 140
j
Belichtingscorrectiewaarde
g
Blz. 50
Belichtingsniveau
g
Blz. 47
k
Breedte-hoogteverhouding
g
Blz. 40
l
Diafragmawaarde
g
Blz. 44 – 47
m
Sluitertijd
g
Blz. 44 – 47
Namen van onderdelen en functies
E-P1_MASTER_NL.fm Page 7 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
8
NL
LCD-monitor (Live view)
Op de LCD-monitor kunt u naast de instellingen ook het zoekerbeeld bekijken (Live view).
g
“Live view gebruiken“ (Blz. 37)
250
250
250
F5.6
F5.6
+2.0
+2.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
L
N
N
3 8
38
2
IS
IS
6
:
66
:
6
P
S-AF
S-AF
AEL BKT
FP
+2.0
+2.0
g
e
h
i
j
k
l
m
n
d
f
c
4
3
5
6
7
8
9
0
a
b
2
1
1
Waarschuwing interne temperatuur
m
g
Blz. 127
Pendelknopfunctie
e
p
g
Blz. 102
2
My Mode
g
Blz. 101
3
Stand fotograferen
g
Blz. 4, 44 – 47
4
Flitserfunctie
g
Blz. 75
5
ISO-gevoeligheid
g
Blz. 53
6
Lichtmeetstand
g
Blz. 49
7
AF-stand
g
Blz. 56
8
Gezichtsherkenning
g
g
Blz. 39, 104
9
Regelen van de flitssterkte
g
Blz. 77
Super FP-flitser
s
g
Blz. 74
0
AE-lock
u
g
Blz. 51
Auto bracketing
t
g
Blz. 52, 54, 70, 77
Meervoudige belichting
i
g
Blz. 54
Home-positie
p
g
Blz. 59
m
Sluitertijd
g
Blz. 44 – 47
b
Diafragmawaarde
g
Blz. 44 – 47
c
Flitser
g
Blz. 124(knippert: bezig met
opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
d
Batterijcontrole
Aan (groen) (klaar voor gebruik)
Aan (groen) (Batterij is bijna leeg)
Knippert (rood) (opladen nodig)
e
AF-teken
g
Blz. 16, 38, 60
f
Kunstfilter / motief
g
Blz. 5
g
Witbalans
g
Blz. 67
h
Repeterende opnamen
g
Blz. 61
Zelfontspanner
g
Blz. 62
i
Beeldstabilisator
vws
g
Blz. 62
j
Breedte-hoogteverhouding
g
Blz. 40
k
Beeldkwaliteit
g
Blz. 64
l
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen
g
Blz. 140
Beschikbare opnametijd
m
Belichtingscorrectiewaarde
g
Blz. 50
n
Histogram
g
Blz. 41
E-P1_MASTER_NL.fm Page 8 Thursday, June 11, 2009 10:13 AM
Basisgids
9
NL
LCD-monitor (weergave)
U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop
INFO
.
g
“Informatiedisplay“ (Blz. 83)
6
8
9
0
a
12
7
345
Volledige weergave
Vereenvoudigde weergave
1
Beeldrand
g
Blz. 40
2
Printreservering
Aantal prints
g
Blz. 112
3
Geluidsopname
g
Blz. 90
4
Beveiligen
g
Blz. 91
c5
Batterijcontrole
g
Blz. 8
6
Datum en tijd
g
Blz. 15
7
Breedte-hoogteverhouding
g
Blz. 40, 89
8
Aantal pixels, compressiefactor
g
Blz. 64
9
Beeldkwaliteit
g
Blz. 64
0
Bestandsnummer
a
Beeldnummer
b
AF-kader
g
Blz. 58
c
Stand Fotograferen
g
Blz. 4, 44 – 47
d
Belichtingscorrectie
g
Blz. 50
e
Sluitertijd
g
Blz. 44 – 47
f
Diafragmawaarde
g
Blz. 44 – 47
g
Brandpuntsafstand
g
Blz. 132
(De brandpuntsafstand wordt in eenheden
van 1 mm weergegeven.)
h
Regelen van de flitssterkte
g
Blz. 77
i
ISO-gevoeligheid
g
Blz. 53
j
Witbalanscorrectie
g
Blz. 68
k
Beeldeffecten
g
Blz. 71
l
Kleurruimte
g
Blz. 108
m
Witbalans
g
Blz. 67
n
Lichtmeetstand
g
Blz. 49
o
Histogram
g
Blz. 83
Namen van onderdelen en functies
E-P1_MASTER_NL.fm Page 9 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
10
NL
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de
camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap
van de camera
Camerariem PS-BLS1 (BLS-1)
Lithium-ionbatterij
PS-BCS1 (BCS-1)
Lithium-ionlaadapparaat
USB-kabeltje AV-kabel
(mono)
CD-ROM met OLYMPUS Master 2
Handleiding
Garantiekaart
Trek de camerariem tenslotte
strak om er zeker van te zijn dat
deze goed vastzit (
3
).
Camerariem bevestigen
Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere
bevestigingsoog.
Breng de camerariem aan in de
richting van de pijlen (
1
,
2
).
E-P1_MASTER_NL.fm Page 10 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
11
NL
De camera gereedmaken voor gebruik
1
Batterij opladen
Vergrendelknop van het
batterij- / kaartcompartiment
Klepje van het
batterij- / kaartcompartiment
2
Batterij inzetten
BLS-1 lithium-ionbatterij
Stopcontact
BCS-1 lithium-ionlaadapparaat
Lichtnetkabeltje
Indicator voor laadtoestand
Amber lichtje: bezig met opladen
Blauw lichtje: opladen voltooid
(Laadtijd: Tot 3 uur 30 minuten)
Knippert oranje: Laadfout
W
Schakel de camera uit voor u het klepje van
het batterij- / kaartcompartiment opent of sluit.
Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de
batterijvergrendelknop in de richting van de
pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
Batterij uitnemen
Batterijvergrendelknop
Richtingsteken
W
Richtingsteken
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
Voorbereidingen voor het fotograferen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 11 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
12
NL
4
Het klepje van het batterij- / kaartcompartiment sluiten
Als u de camera gebruikt, dient u het klepje
van het batterij- / kaartcompartiment
gesloten te houden.
Sluit het klepje tot u een klik hoort.
3
Het kaartje plaatsen
Plaats het SD / SDHC-kaartje
(in deze instructies het “kaartje“
genoemd) tot het vergrendelt.
g
“Info over het
kaartje“ (Blz. 130)
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje
en het springt eruit.
Neem de kaart eruit.
Open het klepje van het
batterij- / kaartcompartiment nooit
als de indicatie-LED Dataverkeer knippert.
Geheugenkaartje verwijderen
SD-kaartsleufContactvlak
Schakel de camera uit voor u het
kaartje plaatst of verwijdert.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 12 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
13
NL
Een lens op de camera bevestigen
2
1
Beschermkap van de camera
Lenskapje
Koppelingsmarkering
(rood)
Markering voor
lenskoppeling (rood)
2
1
Lensontgrendelknop
1
Verwijder de beschermkap van de camera en de
achterkap van de lens
2
Een lens op de camera
bevestigen
Controleer of de camera
uitgeschakeld is.
Druk de lensontgrendelknop niet in.
Raak geen inwendige onderdelen
van de camera aan.
3
Verwijder het lenskapje (
3
,
4
)
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop (
1
) ingedrukt
houdt, draait u de lens in de richting van de
pijl (
2
).
g
“Verwisselbare lenzen“ (Blz. 132)
Houd de rode koppelingsmarkering
op de lens tegenover de rode
markering op de camera en steek de
lens in het camerahuis (
1
).
Draai de lens in de richting van de pijl
tot u een klik hoort (
2
).
Achterkap van de lens
Lensontgrendelknop
Voorbereidingen voor het fotograferen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 13 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
14
NL
Camera inschakelen
Automatische stofreductie
Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij wordt
met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het
beeldopneemelement. Tijdens deze reiniging knippert het SSWF-lampje (Super Sonic Wave Filter).
Bepaalde soorten lenzen kunnen worden
ingetrokken in de koker om ze op te bergen.
U kunt geen foto maken terwijl de lens
ingetrokken is.
Draai de zoomring in de richting van de pijl (
1
)
om de lens naar buiten te laten komen (
2
).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring
in de richting van de pijl (
4
) terwijl u de
UNLOCK
-schakelaar (
3
) verschuift.
Afzonderlijk verkochte intrekbare lens gebruiken
Om de camera uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knop
ON / OFF
.
1
Druk op de knop
ON / OFF
om de camera in te schakelen
Wanneer u de camera inschakelt, gaat de LCD-monitor aan.
LCD-monitor
SSWF-indicator
ON / OFF-knop
Functieknop
Stel de functieknop in op
P
.
250
250
250
F5.6
F5.6
L
N
N
3 8
38
P
UNLOCK
-schakelaar
Zoomring
E-P1_MASTER_NL.fm Page 14 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
15
NL
Datum en tijd instellen
ENG.
W
s
--
.
--
.
--
--
:
--
SETBACK
OFF
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De
bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste
datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
CARD SETUP
NORM
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
IMAGE ASPECT
SET
BACK
4:3
Y
Y/M/D
CANCEL
M D TIME
2009
Y
Y/M/D
CANCEL
M D TIME
2009 08 01 14 00
Y
Y/M/D
M D TIME
SETCANCEL
2009 08 01 14 00
Y
Y/M/D
M D TIME
SETCANCEL
SET
’09.08.01
14:01
BACK
ENG.
W
s
OFF
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
1
Druk op de knop
MENU
2
Selecteer met
fg
de optie
[
d
] en druk daarna op
i
3
Selecteer met
fg
de optie
[
X
] en druk daarna op
i
4
Selecteer met
fg
de optie
[Y] en druk daarna op
i
5
Herhaal deze procedure tot
u datum en tijd volledig heeft
ingesteld
6
Selecteer met
fg
het
datumformaat
7
Druk op knop
i
8
Druk op de knop
MENU
om het menu te verlaten
MENU
-knop
De tijd verschijnt in 24-uursformaat.
Pendelknop
fghi
Het menuscherm verschijnt op de
LCD-monitor.
Voorbereidingen voor het fotograferen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 15 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
16
NL
Fotograferen
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
Ontspanknop
Indicatie-LED
Dataverkeer
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint de foto op te nemen.
AF-teken
Diafragmawaarde
Sluitertijd
1
Selecteer een compositie
terwijl u de LCD-monitor
bekijkt
2
Stel scherp
3
Maak de foto door de sluiter te ontspannen
Druk de ontspanknop
half in.
LCD-monitor
Druk de ontspanknop
helemaal in (tot aan
de aanslag).
Zolang de dataverkeer-LED knippert, mag u de batterij of het kaartje beslist niet
verwijderen. Doet u dat toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren
gaan of kan dat verhinderen dat de zojuist door u gemaakte foto's worden opgeslagen.
De scherpstelling is vastgezet, het AF-bevestigingsteken verschijnt en het AF-teken
verschijnt in de scherpstelpositie.
De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde
verschijnt.
Autofocusveld
LCD-monitor
E-P1_MASTER_NL.fm Page 16 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
17
NL
Horizontale
stand
Verticale
stand
Zorg er ook voor dat u niet uw
vingers en de camerariem voor
de lens houdt.
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar
de sluimerstand (stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer geactiveerd
zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q
-knop, enz.).
g
“SLEEP“ (Blz. 103)
Vasthouden van de camera
Als de camera stopt te werken
Voorbereidingen voor het fotograferen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 17 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
18
NL
Weergeven / Wissen
Geeft het
vorige beeld
weer
Geeft het
volgende
beeld weer
q
-knop
Toont het beeld dat 10 opnamen
later is opgeslagen.
Toont het beeld dat 10 opnamen
geleden is opgeslagen.
Telkens als u de subregelaar naar
U
draait, wordt het
beeld vergroot in stappen van 2x tot 14x.
Pendelknop
Subregelaar
ERASE
YES
NO
BACK
SET
D
-knop
Beelden
weergeven
Als u op knop
q
(weergeven) drukt, verschijnt de
laatstgemaakte foto.
Close-up
weergeven
Beelden wissen
Geef de foto weer die gewist moeten worden en
druk op de knop
D
.
Selecteer met
fg
de optie
[YES]
en druk op
knop
i
om het wissen te starten.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 18 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
19
NL
Basisfuncties
U kunt deze camera op drie manieren bedienen.
Het gebruik van de directe knoppen
bij het bedienen van de camera
g
Blz. 21
U kunt functies instellen terwijl de
hoofdregelaar of de subregelaar en de
directe knoppen aan een functie zijn
toegewezen. De instelinformatie wordt
weergegeven op de LCD-monitor
terwijl u een functie instelt.
Instellen terwijl u kijkt op het live
control- of superbedieningspaneel
g
Blz. 22, 23
U kunt de functies instellen terwijl de
LCD-monitor het Live control- of het
superbedieningspaneel weergeeft.
Op het Live control- of het
superbedieningspaneel kunt u de
huidige instellingen bekijken en
onmiddellijk aanpassen.
Instellen in het menu
g
Blz. 24
In het menu kunt u de fotografeer- en
weergave-instellingen kiezen en de
camerafuncties naar wens aanpassen.
j
Hoofdregelaar
j
Subregelaar
Basisfuncties
E-P1_MASTER_NL.fm Page 19 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
20
NL
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
De knoppictogrammen in deze handleiding verwijzen naar de pictogrammen op het
camerahuis. Zie “Namen van onderdelen en functies“ (
g
Blz. 2).
In deze handleiding betekent
j
draaien aan de hoofdregelaar.
In deze handleiding betekent
j
draaien aan de subregelaar.
In deze handleiding betekent
k
de pendelknop.
fghi
staan voor de knoppen omhoog, omlaag, links en rechts van de pendelknop.
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Beschrijvingen in deze handleiding
De gebruiksaanwijzingen van de directe knoppen, het live control- of
superbedieningspaneel en het menu worden in deze handleiding als volgt beschreven.
+
“ geeft handelingen aan die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
“ geeft aan dat u moet doorgaan met de volgende stap.
bijv.: Bij het instellen van de witbalans
x
Opmerkingen
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen
bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen
voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van
uw camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Directe knop
WB
Live control
i
j
: [WB]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [WB]
Menu
MENU
[
c
]
[
X
]
[WB]
TIPS
Camera-instellingen
resetten
In de stand
P
,
A
,
S
en
M
blijven uw camera-
instellingen (inclusief uw wijzigingen)
bewaard als u de camera uitschakelt.
Om uw camera terug te zetten op de
standaardinstellingen af fabriek,
selecteert u
[RESET]
(resetten).
g
“Camera-instellingen resetten“ (Blz. 96)
E-P1_MASTER_NL.fm Page 20 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
21
NL
Het gebruik van de directe knoppen bij
het bedienen van de camera
1
Druk op de knop voor de functie die
u wenst in te stellen
Het directmenu verschijnt.
bijv.) Repeterende opnamen / opnamen
met de zelfontspanner
Lijst met directe knoppen
nee. Directe knop Functie Zie Blz.
1 F
Belichtingscorrectie Blz. 50
2
ISO
Stelt de ISO-gevoeligheid in Blz. 53
3
WB
Stelt de witbalans in Blz. 67
4 jY
Repeterende opnamen / fotograferen
met de zelfontspanner
Blz. 61 – 62
5
AF
Stelt de AF-stand in Blz. 56
4
1
5
2
j
Subregelaar
2
Draai aan de subregelaar om de instelling te wijzigen, en druk
dan op de knop
i
De aan de ingedrukte knop toegewezen functie blijft gedurende ongeveer 8 seconden
geselecteerd. Gedurende die tijd kunt u de subregelaar verdraaien en de functie instellen.
Als u gedurende 8 seconden geen bewerkingen uitvoert, wordt de instelling voor die
functie bevestigd.
g
“BUTTON TIMER“ (Blz. 101)
o
j
Y
12s
Y
2s
P
SINGLE
SINGLE
Directmenu
3
j
Hoofdregelaar
Basisfuncties
E-P1_MASTER_NL.fm Page 21 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
22
NL
Het gebruik van live control bij
het bedienen van de camera
1
Druk op de knop
i
om live control weer
te geven
Druk nogmaals op de knop
i
om live control uit te schakelen.
i
-knop
j
Hoofdregelaar
2
Verplaats de cursor met de hoofdregelaar naar de functie die u wilt
instellen, en selecteer de instellingen met de subregelaar, waarna
u op de knop
i
drukt
Voor meer informatie over de functies die u met live control kunt instellen,
zie “Live control“ (
g
Blz. 6).
P
L F
AUTO
5
2
3
1
w
x
WB AUTO
WB AUTO
P
L F
AUTO
5
2
3
1
w
x
WB AUTO
WB AUTO
Cursor
Toont de geselecteerde
functienaam
Subregelaar
(j)
Hoofdregelaar
(
j
)
Cursor
Als u gedurende 8 seconden geen bewerkingen uitvoert, wordt de instelling voor die
functie bevestigd.
U kunt ook de pendelknop gebruiken in plaats van de regelaars.
j
Subregelaar
E-P1_MASTER_NL.fm Page 22 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
23
NL
Instellen terwijl u op het
superbedieningspaneel kijkt
1
Druk op de knop
INFO
terwijl
live control wordt weergegeven
om het superbedieningspaneel
weer te geven
Druk nogmaals op de knop
INFO
om terug
te keren naar live control.
2
Gebruik
k
om de cursor te verplaatsen naar
de functie die u wilt instellen, waarna u de
instellingen wijzigt met de hoofd- of subregelaar
Meer details over de functies die u met het superbedieningspaneel kunt instellen,
vindt u onder “Superbedieningspaneel“ (
g
Blz. 7).
mall
Super Fine
OFF
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
4
:
3
NORM
LIVE
INFO
LIVE
INFO
METERING
Om het directmenu op te roepen dat op de plaats van de
cursor staat, drukt u op knop
i
. U kunt de instelling ook in het
directmenu wijzigen. Na het wijzigen van de instelling drukt u op
knop
i
om de instelling te bevestigen. Als u gedurende enkele
seconden geen bewerkingen uitvoert, wordt uw instelling
bevestigd en keert de camera terug naar de stand Fotograferen.
Directmenu
G
H
I
I
HI
I
SH
P
G
ESP
i
-knop
j
Subregelaar
INFO
-knop
k
Pendelknop
mall
Super Fine
OFF
ISO
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
4
:
3
NORM
LIVE
INFO
LIVE
INFO
Cursor
Toont de geselecteerde functienaam
j
Hoofdregelaar
Basisfuncties
E-P1_MASTER_NL.fm Page 23 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
24
NL
Instellen in het menu
1
Druk op de knop
MENU
om
de instelling weer te geven
3
Selecteer een functie
met
fg
en ga
met
i
naar het
instelscherm
2
Selecteer een tabblad met
fg
en druk daarna op
i
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen,
zie “Menulijst“ (
g
Blz. 142).
Druk op de knop
i
om uw instelling te
bevestigen
De huidige instelling verschijnt
op het scherm
CARD SETUP
NORM
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
IMAGE ASPECT
SET
BACK
4:3
MOVIE+STILL
IMAGE STABILIZER
SETBACK
OFF
OFF
o
P
OFF
MOVIE AE MODE
j
/
Y
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
MOVIE+STILL
IMAGE STABILIZER
OFF
OFF
o
P
OFF
MOVIE AE MODE
j
/
Y
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
MOVIE+STILL
IMAGE STABILIZER
OFF
OFF
o
P
OFF
MOVIE AE MODE
j
/
Y
MULTIPLE EXPOSURE
MOVIE AE MODE
ART1
A
ART2
P
ART3
MENU
-knop
Bedienings-
aanwijzingen
Druk op de knop
MENU
om één scherm terug te
keren.
W
Fotografeermenu 1
X
Fotografeermenu 2
q
Weergavemenu
d
Setup-menu: Basisfuncties van de camera instellen.
Functie
Tabblad
i
4
Druk op de knop
i
om uw instelling te bevestigen
Druk meerdere keren op de knop
MENU
om het menu te verlaten.
k
Pendelknop
i
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 24 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Basisgids
25
NL
U kunt het Custom-menu gebruiken om de camera-instellingen en de bewerkingen
aan te passen aan uw persoonlijke voorkeur. Aanpassen gebeurt in het menu
“Custom Menu“. Het Custom-menu wordt toegevoegd als
[
c
MENU DISPLAY]
in het Setup-menu ingesteld is op
[ON]
.
Voor details over het Custom-menu raadpleegt u “De camera volgens uw wensen
instellen“ (
g
Blz. 97)
Het Custom-menu weergeven
SET
’09.08.01
14:01
BACK
ENG.
W
s
OFF
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
ON
c
MENU DISPLAY
SET
BACK SET
’09.08.01
14:01
BACK
ENG.
W
s
ON
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
1
Druk op de knop
MENU
om de instelling weer te geven
2
Selecteer met
fg
het
tabblad [
d
] en druk daarna
op
i
3
Selecteer met
fg
de optie [
c
MENU DISPLAY] en druk
daarna op
i
4
Selecteer met
fg
de optie [ON] en druk daarna op
i
Het tabblad
[
c
]
verschijnt.
c
Custom menu:
Fotografeerfuncties aanpassen.
i
De instellingen van het Custom-menu zijn bedoeld om de camera aan te passen aan
uw persoonlijke voorkeur of behoeften. Het is niet de bedoeling dat deze regelmatig
worden gewijzigd.
Het uitgangsmenu volstaat ruimschoots om eenvoudige en geavanceerde
fotografeerfuncties in te stellen. Normaal gesproken dient u het Custom-menu
niet op te roepen.
Basisfuncties
E-P1_MASTER_NL.fm Page 25 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
26
NL
Inhoudsopgave
Namen van onderdelen en functies ................................................................................. 2
Camera ........................................................................................................... 2
Functieknop..................................................................................................... 4
Live control...................................................................................................... 6
Superbedieningspaneel................................................................................... 7
LCD-monitor (Live bekijken)............................................................................ 8
LCD-monitor (weergave)................................................................................. 9
Voorbereidingen voor het fotograferen .......................................................................... 10
Het uitpakken van de doos............................................................................ 10
De camera gereedmaken voor gebruik..........................................................11
Een lens op de camera bevestigen............................................................... 13
Camera inschakelen ..................................................................................... 14
Datum en tijd instellen................................................................................... 15
Fotograferen.................................................................................................. 16
Weergeven / Wissen..................................................................................... 18
Basisfuncties.................................................................................................................. 19
Basisfuncties................................................................................................. 19
Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera .......... 21
Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera........................ 22
Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt ................................... 23
Instellen in het menu..................................................................................... 24
Functies beschikbaar tijdens live bekijken .................................................... 37
Het mechanisme van live view bekijken........................................................ 37
Fotograferen met live bekijken....................................................................................... 38
De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken ..................................................................... 39
Fotograferen met handmatig scherpstellen ................................................................... 40
De beeldverhouding instellen......................................................................................... 40
Het informatiedisplay omschakelen ............................................................................... 41
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt.................................................................. 42
Het werken met vergrote weergave............................................................................... 42
Panoramaopnamen ....................................................................................................... 43
Basisgids 2
Lijst met de namen van de cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen
en weergeven.
1 Live view gebruiken 37
Beschrijft functies en bedieningen die beschikbaar zijn tijdens live view.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 26 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
27
NL
Programmagestuurd fotograferen.................................................................................. 44
Diafragmavoorkeuze...................................................................................................... 45
Sluitertijdvoorkeuze........................................................................................................ 46
Handmatig fotograferen (Manual).................................................................................. 47
Tijdopnamen.................................................................................................. 48
Preview-functie .............................................................................................................. 48
Lichtmeetmethode wijzigen............................................................................................ 49
Belichtingscorrectie........................................................................................................ 50
AE-lock........................................................................................................................... 51
AE bracketing (belichting variëren)................................................................................ 52
ISO-waarde instellen...................................................................................................... 53
ISO-bracketing............................................................................................................... 54
Meervoudige belichting.................................................................................................. 54
Autofocusstand selecteren............................................................................................. 56
S-AF (één keer scherpstellen)....................................................................... 56
C-AF (continu scherpstellen)......................................................................... 57
MF (handmatig scherpstellen)....................................................................... 57
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)........................ 57
Autofocusveld selecteren............................................................................................... 58
Een AF-kaderstand vastleggen..................................................................... 59
Focus lock – Als het scherpstellen niet lukt (scherpstelgeheugen) ............................... 60
Repeterende opnamen .................................................................................................. 61
Fotograferen met de zelfontspanner.............................................................................. 62
Beeldstabilisator............................................................................................................. 62
De beeldkwaliteit selecteren .......................................................................................... 64
Opnameformaten .......................................................................................... 64
De beeldkwaliteit selecteren ......................................................................... 65
Witbalans selecteren...................................................................................................... 67
Auto WB / preset / custom WB instellen ....................................................... 68
Witbalanscorrectie......................................................................................... 68
Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop) ....................... 69
WB-bracketing ............................................................................................................... 70
Beeldeffecten................................................................................................................. 71
Gradatie ......................................................................................................................... 72
2 Belichting 44
Hier worden de belichtingsfuncties beschreven die belangrijk zijn bij het fotograferen.
Deze functies dienen voor het bepalen van de diafragmawaarde, de sluitertijd en andere
instellingen aan de hand van het meten van de helderheid van het beeld.
3 Scherpstellen en opnamefuncties 56
Hier worden de scherpstelmethodes beschreven die bij diverse onderwerpen
en omstandigheden het meest geschikt zijn.
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect 64
Beschrijving van de beeldinstelfuncties bij digitale camera's
E-P1_MASTER_NL.fm Page 27 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
28
NL
Fotograferen met een externe flitser.............................................................................. 73
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers.................................................... 74
Flitserfunctie instellen .................................................................................................... 75
Regelen van de flitssterkte............................................................................................. 77
Flitser-bracketing ........................................................................................................... 77
Film opnemen ................................................................................................................ 78
De instellingen voor filmopnamen wijzigen.................................................................... 79
Effecten toevoegen aan een film................................................................... 79
De beeldkwaliteit selecteren ......................................................................... 80
Audio opnemen tijdens een filmopname ....................................................... 80
Automatisch stilstaand beeld opnemen als filmopname eindigt .................................... 80
Enkel beeld / Gezoomd weergeven............................................................................... 81
Indexweergave / kalenderweergave .............................................................................. 82
Informatiedisplay............................................................................................................ 83
Diashow .........................................................................................................................84
Beelden roteren ............................................................................................................. 85
Filmweergave................................................................................................................. 86
Weergave op een televisie............................................................................................. 87
Foto's bewerken............................................................................................................. 89
Beeldoverlapping ........................................................................................................... 90
Beelden beveiligen......................................................................................................... 91
Beelden wissen.............................................................................................................. 92
5 Gebruik van de flitser 73
Beschrijf hoe foto's met een externe flitser worden gemaakt.
6 Films opnemen 78
Beschrijft methoden en functies om films op te nemen.
7 Weergavefuncties 81
Beschrijft hoe u de gemaakte opnames kunt weergeven.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 28 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
29
NL
Setup-menu ................................................................................................................... 94
X
(Datum / tijd instellen) ............................................................................ 94
W
(taal voor de monitor wijzigen)............................................................ 94
s
(Helderheid van de monitor aanpassen)................................................ 94
REC VIEW .................................................................................................... 95
c
MENU DISPLAY ....................................................................................... 95
FIRMWARE................................................................................................... 95
Camera-instellingen resetten......................................................................................... 96
R
AF / MF...................................................................................................................... 97
AF MODE...................................................................................................... 97
AF AREA....................................................................................................... 97
P
SET UP.................................................................................................. 97
RESET LENS................................................................................................ 98
BULB FOCUSING......................................................................................... 98
FOCUS RING................................................................................................ 98
MF ASSIST ................................................................................................... 98
S
BUTTON / DIAL......................................................................................................... 98
DIAL FUNCTION........................................................................................... 98
DIAL DIRECTION ......................................................................................... 99
AEL / AFL...................................................................................................... 99
AEL / AFL MEMO........................................................................................ 100
;
FUNCTION........................................................................................... 100
7
FUNCTION............................................................................................. 101
MY MODE SETUP...................................................................................... 101
BUTTON TIMER ......................................................................................... 101
A
........................................................................................................ 102
n
FUNCTION.......................................................................................... 102
T
RELEASE /
j
....................................................................................................... 102
RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C ........................................................ 102
U
DISP /
8
/ PC........................................................................................................ 102
HDMI........................................................................................................... 102
VIDEO OUT ................................................................................................ 102
8
............................................................................................................... 103
SLEEP......................................................................................................... 103
USB MODE................................................................................................. 103
LIVE VIEW BOOST..................................................................................... 104
g
FACE DETECT...................................................................................... 104
INFO SETTING........................................................................................... 104
VOLUME..................................................................................................... 104
m
SETUP.................................................................................................. 104
8 Instelfuncties 94
Beschrijft de basisinstellingen voor het gebruik van de camera.
9 De camera volgens uw wensen instellen 97
Beschrijft hoe u de camera-instellingen kunt aanpassen aan uw eigen wensen.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 29 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
30
NL
LEVEL GAUGE........................................................................................... 104
MOVIE
R
..................................................................................................... 105
V
EXP /
e
/ ISO ...................................................................................................... 105
EV STEP..................................................................................................... 105
METERING ................................................................................................. 105
AEL Metering .............................................................................................. 105
ISO.............................................................................................................. 105
ISO STEP.................................................................................................... 105
ISO-AUTO SET........................................................................................... 105
ISO-AUTO................................................................................................... 106
BULB TIMER............................................................................................... 106
ANTI-SHOCK.............................................................................................. 106
BRACKETING............................................................................................. 106
W
#
CUSTOM............................................................................................................ 106
FLASH MODE............................................................................................. 106
w
............................................................................................................... 106
#
X-SYNC................................................................................................... 106
#
SLOW LIMIT............................................................................................ 106
w
+
F
......................................................................................................... 107
X
K
/ COLOR / WB.................................................................................................. 107
NOISE REDUCT. ........................................................................................ 107
NOISE FILTER............................................................................................ 107
WB .............................................................................................................. 107
ALL
>
.................................................................................................... 108
COLOR SPACE........................................................................................... 108
SHADING COMP......................................................................................... 108
K
SET ...................................................................................................... 108
PIXEL COUNT ............................................................................................ 109
Y
RECORD / ERASE.................................................................................................. 109
QUICK ERASE............................................................................................ 109
RAW+JPEG ERASE ................................................................................... 109
FILE NAME ................................................................................................. 109
EDIT FILENAME..........................................................................................110
PRIORITY SET ............................................................................................110
dpi SETTING................................................................................................110
Z
K
UTILITY..............................................................................................................110
PIXEL MAPPING .........................................................................................110
EXPOSURE SHIFT......................................................................................110
f
WARNING LEVEL................................................................................111
LEVEL ADJUST...........................................................................................111
E-P1_MASTER_NL.fm Page 30 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
31
NL
Printreservering (DPOF) ...............................................................................................112
Printreservering............................................................................................112
Enkel beeld reserveren ................................................................................113
Alle beelden reserveren ...............................................................................114
Printreserveringsgegevens resetten ............................................................114
Direct printen (PictBridge).............................................................................................115
Camera aansluiten op een printer................................................................115
Eenvoudig printen ........................................................................................116
Printen volgens de specificatie van de klant ................................................116
Werkvolgorde................................................................................................................119
Gebruik van de bijgevoegde OLYMPUS Master software ............................................119
Wat is OLYMPUS Master?...........................................................................119
Camera aansluiten op een computer........................................................................... 120
Activeer de OLYMPUS Master software...................................................................... 121
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer........................................ 121
Beelden downloaden en opslaan ................................................................ 121
Camera loskoppelen van de computer ....................................................... 122
Stilstaande beelden bekijken ....................................................................................... 123
Beelden overbrengen naar uw computer zonder OLYMPUS Master te gebruiken...... 123
Fotografeertips en -informatie...................................................................................... 124
Foutcodes .................................................................................................................... 126
Onderhoud van de camera .......................................................................................... 128
Reinigen en opbergen van de camera........................................................ 128
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties................... 129
10 Printen 112
Beschrijft hoe u uw foto's kunt printen.
11 Gebruik van de OLYMPUS Master software 119
Beschrijft hoe u de beelden van de camera naar uw computer overbrengt en ze daar
opslaat.
12 Fotografeertips en onderhoud 124
Raadpleeg deze paragraaf voor het verhelpen van storingen en het onderhouden van de
camera.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 31 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
32
NL
Info over het kaartje ..................................................................................................... 130
Toepasbare geheugenkaartjes.................................................................... 130
Het geheugenkaartje formatteren ............................................................... 130
Batterij en laadapparaat............................................................................................... 131
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken.............................................................. 131
Verwisselbare lenzen................................................................................................... 132
M.ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen.................................................... 132
M.ZUIKO DIGITAL lensspecificaties ........................................................... 133
Optische zoeker gebruiken (afzonderlijk verkocht)...................................................... 135
Lijndiagram van het programma (
P
-stand).................................................................. 136
Flitsersynchronisatie en sluitertijd................................................................................ 136
Waarschuwingsindicatie belichting .............................................................................. 137
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden ......................................... 138
Witbalans en kleurtemperatuur.................................................................................... 139
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte / het aantal foto's dat kan worden opgeslagen...... 140
Functies die kunnen worden vastgelegd met My Mode en Custom Reset Setting...... 141
Menulijst....................................................................................................................... 142
Technische gegevens .................................................................................................. 147
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................... 150
Index ............................................................................................................................ 157
13 Informatie 130
Raadpleeg deze paragraaf voor informatie over leverbare accessoires, cameraspecificaties
en andere nuttige informatie over het fotograferen.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 32 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
33
NL
Snelgids
Fotograferen
Foto's maken met
automatische instellingen
Stel de functieknop in op
A
en maak foto's. Blz. 4
Correcte scherpstelling
is niet mogelijk.
Gebruik het scherpstelgeheugen. Blz. 60
Selecteer het AF-kader en maak de foto. Blz. 58
De minimale afstand is afhankelijk van de lens. Ga naar
de voor deze lens minimale afstand tot het onderwerp
en maak een foto.
Blz. 132
De camera kan moeilijk automatisch scherpstellen
op het onderwerp. Vergrendel de scherpstelling vooraf
op de positie van het onderwerp of gebruik MF om de
afstand van de scherpstelling te vergrendelen.
Blz. 57,
Blz. 60,
Blz. 125
Scherpstellen
op één gebied
Selecteer het AF-kader en maak de foto met het
gewenste AF-kader.
Blz. 58
Gebruik MF. Het scherpstellen kan vlotter verlopen als
u live bekijken gebruikt met een vergroot beeld.
Blz. 40,
Blz. 42,
Blz. 57
Ingesteld effect controleren
voor u een foto maakt
U kunt een foto maken terwijl u live multi bekijken
gebruikt, om het effect van de witbalans of
belichtingscorrectie te vergelijken.
Blz. 42
U kunt de preview-functie gebruiken om de
scherptediepte bij een bepaalde diafragmawaarde
te controleren.
Blz. 48
U kunt
[TEST PICTURE]
gebruiken om het beeld op
de LCD-monitor te controleren zonder het beeld op
te slaan op een kaartje.
Blz. 100
Gebruiksduur van de
batterijen verlengen
Door de ontspanknop half ingedrukt te houden en
beelden gedurende lange tijd weer te geven, wordt veel
batterijvermogen verbruikt. Als u dit minder vaak doet,
zal de batterij langer meegaan.
k
Stel
[SLEEP]
zo in, dat de camera sneller naar
de sluimerstand gaat.
Blz. 103
Het aantal foto's dat
gemaakt kan worden,
verhogen
Verminder de instelling voor het aantal pixels
en de compressiefactor.
Blz. 64,
Blz. 108
Foto's maken bij weinig
licht zonder de flitser
Verhoog de ISO-waarde. Blz. 53
E-P1_MASTER_NL.fm Page 33 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
34
NL
Foto's maken zonder te
witte wittinten of te donkere
zwarttinten
Foto's maken terwijl u het histogram bekijkt. Blz. 41
Foto's maken terwijl u de sluitertijd en de
diafragmawaarde controleert. Als één van beiden
knippert, is de belichting niet optimaal.
Blz. 44 –
46,
Blz. 137
Stel de gradatie in op
[AUTO]
. Onderwerpen met
groot contrast worden automatisch aangepast.
Blz. 72
Pas de belichtingscorrectie aan. Blz. 50
Monotint-foto's maken
Stel
[PICTURE MODE]
in op
[MONOTONE]
. U kunt
monotint-foto's maken in zwart / wit, sepia-tinten,
purperachtige tinten, blauwachtige tinten en
groenachtige tinten.
Blz. 71
Opgeslagen foto's kunnen worden omgevormd
tot zwart / wit-foto's of foto's met sepia-tinten.
Blz. 89
Stel de kunstfilter in op
[GRAINY FILM]
. Blz. 5
Foto's maken van een
onderwerp met tegenlicht
Stel de gradatie in op
[AUTO]
. Blz. 72
Gebruik spotmeting om de belichting van het
onderwerp in het midden van het beeld te meten.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld
bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting te
vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt en de
foto maakt.
Blz. 49,
Blz. 51
Een donkere foto met
tegenlicht lichter maken
U kunt het beeld aanpassen met
[SHADOW ADJ]
van
[JPEG EDIT]
.
Blz. 89
Foto's maken met een
onscherpe achtergrond
Met de stand
A
(diafragmavoorkeuze) kunt u de
diafragmawaarde zoveel mogelijk verlagen. U kunt de
achtergrond nog meer onscherp maken door de foto
dicht bij het onderwerp te maken.
Blz. 45
Foto's maken die het
bewegende onderwerp
stoppen of een gevoel van
beweging geven
Gebruik de stand
S
(sluitertijdvoorkeuze) om de foto
te maken.
Blz. 46
Foto's maken met
de juiste kleur
Stel de witbalans in overeenkomstig de lichtbron.
U kunt de instellingen ook fijn bijregelen.
Blz. 67
Als u foto's maakt met WB bracketing, kunt u 3 tot
9 foto's opnemen, waarbij voor elke foto een andere
witbalans wordt gebruikt. Op die manier kunt u foto's
met de gewenste witbalans maken zonder de
instellingen bij te regelen.
Blz. 70
Foto's maken zodat de
witte tinten witter worden
en de zwarte tinten
donkerder
Stel de spotmeting in voor lichte of schaduwpartijen.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld
bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting te
vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt en
de foto maakt.
Blz. 49,
Blz. 51
Pas de belichtingscorrectie aan. Als u niet zeker bent
wat de beste belichtingscorrectiewaarde is, kunt
u eventueel AE bracketing gebruiken.
Blz. 50,
Blz. 52
Stel het motiefprogramma in op
[HIGH KEY]
of
[LOW KEY]
en maak een foto.
Blz. 5
E-P1_MASTER_NL.fm Page 34 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
35
NL
Foto's maken zonder ruis
Stel
[NOISE REDUCT.]
in op
[AUTO]
of
[ON]
. Blz. 107
Als u foto's wenst te maken in een donkere omgeving,
stelt u
[NOISE FILTER]
in op
[HIGH]
.
Blz. 107
De LCD-monitor
optimaliseren
U kunt de helderheid van de LCD-monitor aanpassen. Blz. 94
Tijdens live bekijken stelt u
[LIVE VIEW BOOST]
in
op
[ON]
om het onderwerp gemakkelijker op de
LCD-monitor te kunnen zien.
Blz. 104
Camerabewegingen
beperken
Stel de beeldstabilisatorfunctie in. Blz. 62
Houd de camera stevig vast als u op de ontspanknop
drukt. Als u een lange sluitertijd gebruikt, dient u de
camera te stabiliseren met een statief of een
andere methode.
Blz. 17
Gebruik de externe flitser. Blz. 75
Stel het motiefprogramma in op
[DIS MODE]
. Blz. 5
Verhoog de ISO-waarde. Als u de instelling
[AUTO]
gebruikt, stelt u de bovengrens van
[AUTO]
in op een
hogere waarde.
Blz. 53,
Blz. 105
Door de zelfontspanner te gebruiken, kunt u voorkomen
dat de camera beweegt als u op de ontspanknop drukt.
Blz. 62
Foto's maken terwijl
u nagaat of de camera
waterpas staat
U kunt een waterpas weergeven om na te gaan of
de camera waterpas staat.
Blz. 104
Roep de hulplijnen op in live bekijken. Kadreer de
opname zo, dat het onderwerp en de hulplijnen
horizontaal en verticaal uitgelijnd zijn.
Blz. 41
E-P1_MASTER_NL.fm Page 35 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
36
NL
Beelden weergeven
Het beeld weergeven
nadat de foto werd
gemaakt
Stel
[REC VIEW]
in. U kunt het aantal seconden
instellen voor de weergave van het beeld.
Blz. 95
Het beeld weergeven
nadat de foto werd
gemaakt en nodeloze
beelden verwijderen
Stel
[REC VIEW]
in op
[AUTO
q
]
. Als u een foto heeft
gemaakt, gaat de camera automatisch naar de stand
Weergeven, zodat u het beeld kunt verwijderen.
Blz. 95
Nagaan of het onderwerp
scherp staat
Gebruik gezoomd weergeven om na te gaan of het
onderwerp scherp staat.
Blz. 81
Snel het gewenste beeld
zoeken
Met indexweergave kunt u zoeken in een index van
4 tot 100 beelden.
Blz. 82
Gebruik de kalenderweergave om te zoeken op de
datum waarop de foto werd gemaakt.
Blz. 82
Beelden bekijken op een
televisie
Gebruik de AV-kabel of de HDMI-minikabel
(verkrijgbaar in de handel) om opgenomen beelden
weer te geven op uw televisie. U kunt de beelden
ook als een diashow bekijken.
Blz. 87
Instellingen
Instellingen opslaan
U kunt twee camera-instellingen vastleggen in
[CUSTOM RESET]
. Zelfs als de instellingen worden
gewijzigd, kunt u altijd terugkeren naar de vastgelegde
instellingen door de instellingen te resetten.
Blz. 96
U kunt tot twee camera-instellingen vastleggen in
[MY MODE SETUP]
. Wijs My Mode toe aan de
knop
<
, zodat u die functie probleemloos kunt
gebruiken terwijl u foto's maakt.
Blz. 101
Taal voor de monitor
wijzigen
U kunt de taal voor de monitor wijzigen. Blz. 94
Niet alle functies worden
weer op de standaard
fabrieksinstellingen gezet
met [RESET]
De volgende functies worden niet weer in de standaard
fabrieksinstellingen gezet met
[RESET]
. Gebruik het
menu om de instellingen te wijzigen. U kunt de
standaardinstellingen raadplegen in
“Menulijst“ (
g
Blz. 142).
RESET1, RESET2 (Custom reset) / PICTURE MODE /
X
/
W
/
s
/ DIAL FUNCTION /
DIAL DIRECTION / MY MODE SETUP / VIDEO OUT /
ISO-AUTO /
>
/ EDIT FILENAME / dpi SETTING /
EXPOSURE SHIFT /
f
WARNING LEVEL
Blz. 96,
Blz. 141
E-P1_MASTER_NL.fm Page 36 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
1
Live view gebruiken
1
37
NL
Live view gebruiken
De weergave op de LCD-monitor van het onderwerp waarvan u een foto neemt, wordt live view
genoemd. U kunt het belichtings- of witbalanseffect en de compositie van het onderwerp
bekijken terwijl u een foto maakt.
Functies beschikbaar tijdens live bekijken
De volgende functies zijn beschikbaar tijdens het live bekijken.
Scherpstellen tijdens Live view
Een foto maken met het scherpstelgeheugen
g
Blz. 60
Een foto maken terwijl u de scherpstelling handmatig aanpast
g
Blz. 40
Een foto maken terwijl u op een gezicht scherpstelt
g
Blz. 39
Een foto maken terwijl u de scherpstelling controleert door het scherp te stellen gebied
te vergroten
g
Blz. 42
Een foto maken terwijl u het effect controleert
Een foto maken nadat u de belichtingscorrectie of de witbalans hebt vergeleken
g
Blz. 42
Een panoramisch beeld maken
g
Blz. 43
De indicaties op de LCD-monitor omschakelen
De informatieweergave uitschakelen / Histogram of lijnen weergeven
g
Blz. 41
Controleren van het onderwerp op de monitor, ook bij weinig licht
g
Blz. 104
x
Opmerkingen
Als er een sterke lichtbron binnen het scherm aanwezig is, kan het beeld donkerder
weergegeven worden, maar het wordt normaal opgeslagen.
Als de functie Live bekijken langdurig wordt gebruikt, stijgt de temperatuur van het
beeldopneemelement waardoor beelden met een hoge ISO-gevoeligheid veel ruis en
oneffenheden in de kleur vertonen. Verlaag de ISO-gevoeligheid of schakel de camera
een tijdje uit.
Het mechanisme van live bekijken
Tijdens het live bekijken is het beeld op de LCD-monitor hetzelfde als het beeld van het
beeldopneemelement (Live MOS-sensor / -imager) dat tijdens het fotograferen wordt gebruikt.
Op deze manier kunt u op de LCD-monitor de belichtingscorrectie of de witbalans controleren.
Bovendien kunt u ook een deel van het onderwerp vergroten om hierop scherp te stellen of
lijnen weergeven om zo de compositie te controleren.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 37 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
1
Live view gebruiken
38
NL
Druk de ontspanknop half in om automatisch scherp te stellen met het imager-element.
1
Druk de ontspanknop half in.
Zodra de camera heeft scherpgesteld, stoppen het
AF-bevestigingsteken (
(
of
n
) en het autofocusteken
met knipperen.
(: Voor een high-speed Imager AF-compatibele lens
die een Micro Four Thirds-lens of Four Thirds-
lens is*
n: Andere Four Thirds-lens
Controleer de scherpstelling op de LCD-monitor.
U kunt de weergave vergroten en de scherpstelling
fijn aanpassen.
g
“Het werken met vergrote
weergave“ (Blz. 42)
2
Maak een foto door de ontspanknop helemaal in
te drukken.
U kunt geluid opnemen bij de foto die u heeft gemaakt.
g
“Geluid toevoegen aan stilstaande beelden“ (Blz. 90)
De scherpstelling aanpassen door middel van handmatige scherpstelling:
j
In de stand
[S-AF+MF]
of
[MF]
draait u aan de scherpstelring om het onderwerp te vergroten
en scherp te stellen.
g
“MF ASSIST“ (Blz. 98)
*
Surf naar de website van Olympus voor de meest recente informatie over Olympus Four
Thirds-lenzen die compatibel zijn met High-Speed Imager AF.
Fotograferen met live bekijken
TIPS
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
AF-teken
Autofocusteken
E-P1_MASTER_NL.fm Page 38 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Live view gebruiken
1
39
NL
Door
[
g
FACE DETECT]
in te stellen op
[ON]
, detecteert de camera gezichten van mensen
in het kader en past hij de scherpstelling en de meting automatisch aan.
Om de knop
<
te gebruiken, dient
[Fn FACE DETECT]
vooraf ingesteld te zijn in het menu.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
Nadat u
[
g
FACE DETECT]
op
[ON]
heeft gezet met de knop
<
, worden de volgende
functies automatisch ingesteld op de beste waarden voor fotograferen van mensen.
1
Als de camera een gezicht detecteert, wordt er een
kader op deze plaats weergegeven.
Als u op de ontspanknop drukt, stelt de camera scherp
op de positie van het gezichtsherkenningskader (Als
M
is geselecteerd in
[AF AREA]
, stelt de camera scherp op
die positie).
x
Opmerkingen
Tijdens repeterende opnamen werkt de
gezichtsherkenning alleen bij de eerste opname.
Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat
de camera het gezicht niet correct detecteert.
De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken
Directe knop
<
(De instelling verandert telkens als u op de knop drukt.)
Live control
i
j
: [
g
FACE DETECT]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
[
g
FACE DETECT]
Menu
MENU
[
c
]
[
U
]
[
g
FACE DETECT]
Functie Instelling Zie Blz.
METERING (meten)
e
Blz. 49
GRADATION AUTO Blz. 72
AF MODE
S-AF
Blz. 56
AF AREA
B
Blz. 58
250
250 F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
250
E-P1_MASTER_NL.fm Page 39 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
1
Live view gebruiken
40
NL
U kunt handmatig scherpstellen terwijl u de scherpstelling op de LCD-monitor controleert.
1
Stel de AF-stand in op [S-AF+MF] of [MF].
g
“Autofocusstand selecteren“ (Blz. 56)
2
Stel scherp door de scherpstelring te draaien.
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt of op de
AEL
/
AFL
-knop hebt gedrukt, kunt u in
de
[S-AF+MF]
-stand de scherpstelring draaien om scherp te stellen voordat u een foto maakt.
U kunt de zoomweergave uitschakelen.
g
“Het werken met vergrote weergave“ (Blz. 42)
U kunt ook de vergrote weergave voorkomen.
g
“MF ASSIST“ (Blz. 98)
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen als
u foto's maakt met behulp van live bekijken. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op
[4:3]
(standaard),
[16:9]
,
[3:2]
of
[6:6]
. JPEG-beelden worden
uitgesneden en opgeslagen overeenkomstig de breedte-hoogteverhouding.
x
Opmerkingen
RAW-beelden worden niet uitgesneden en worden opgeslagen met de breedte-
hoogteverhouding die werd gebruikt tijdens het fotograferen.
Tijdens de weergave van RAW-beelden worden de beelden weergegeven met een rand
overeenkomstig de breedte-hoogteverhouding.
De breedte-hoogteverhouding wijzigen van opgeslagen beelden:
j
U kunt de breedte-hoogteverhouding enkel wijzigen als de breedte-hoogteverhouding van het
beeld ingesteld is op
[4:3]
.
g
“Foto's bewerken“ (Blz. 89)
Opgeslagen beelden uitsnijden:
j
U kunt enkel beelden uitsnijden als de breedte-hoogteverhouding van het beeld ingesteld is op
[4:3]
.
g
“Foto's bewerken“ (Blz. 89)
Fotograferen met handmatig scherpstellen
De beeldverhouding instellen
Menu
MENU
[
W
]
[IMAGE ASPECT]
TIPS
E-P1_MASTER_NL.fm Page 40 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Live view gebruiken
1
41
NL
Telkens als u op
INFO
drukt, verschijnt er andere informatie op de LCD-monitor. U kunt
de weergegeven informatie ook omschakelen door aan de hoofdregelaar te draaien terwijl
uopde
INFO
-knop drukt.
Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j
U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Informatieweergave aan“.
g
“INFO SETTING“ (Blz. 104)
Het histogram lezen:
j
Hieronder ziet u hoe u de histogramweergave makkelijk kunt aflezen.
1
Als de grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk
donker zijn.
2
Als de grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk wit zijn.
3
Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de
helderheid binnen het spotmeetgebied zien.
Het informatiedisplay omschakelen
TIPS
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
250
250
F5.6
38
P
Informatiedisplay aan
Schaalweergave
*1
Histogramweergave
Vergrote weergave
(
g
Blz. 42)
Alleen beeld
SETWB
/
F
+0.3
+0.3
+0.7
+0.7
-
0.3
-
0.3
0.0
0.0
Multi-weergave
(
g
Blz. 42)
*1
Met
[INFO SETTING]
(
g
Blz. 104) kunt u ook [
w
] of [
x
] selecteren voor de weergave van de hulplijnen.
*2
Wanneer u verschillende opnamen maakt (
g
Blz. 54) gaat de informatieweergave naar “Meervoudige
weergave“.
Als
[LEVEL GAUGE]
(
g
Blz. 104) is ingesteld op
[ON]
, gaat de informatieweergave naar “Digitale
waterpasweergave“.
*2
1
2
3
E-P1_MASTER_NL.fm Page 41 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
1
Live view gebruiken
42
NL
U kunt de belichtingscorrectie of de witbalans controleren op een scherm met vier beelden.
1
Druk herhaaldelijk op de knop
INFO
om
de multiweergave weer te geven.
g
“Het informatiedisplay omschakelen“ (Blz. 41)
De vergelijkingsscherm voor de belichtingscorrectie
verschijnt. Druk op
f
om over te schakelen naar het
vergelijkingsscherm voor de witbalans. Druk op
fg
om van scherm te veranderen.
2
Gebruik
hi
of de regelaar om de waarde
te selecteren en druk op de knop
i
.
U kunt een foto maken met de ingestelde waarde.
x
Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand
M
(handmatig).
Deze functie kan niet worden gebruikt in de standen
A
,
ART
of
SCN.
U kunt het onderwerp vergroot afbeelden op de LCD-monitor. Het vergroten van het beeld
tijdens MF vereenvoudigt het bevestigen en aanpassen van de scherpstelling.
1
Druk herhaaldelijk op de knop
INFO
totdat de vergrote weergave verschijnt.
g
“Het informatiedisplay omschakelen“ (Blz. 41)
Het kader voor vergroting wordt weergegeven.
2
Gebruik
k
om het kader te bewegen en druk op de knop
i
.
Het gebied binnen het kader wordt vergroot en weergegeven.
Houd de
i
-knop ingedrukt om het kader voor vergroting weer in het midden te zetten nadat het
kader is verplaatst.
3
Draai de subregelaar om de vergroting te veranderen (7x / 10x).
Gebruik
k
om het beeld te schuiven, zelfs tijdens vergroting.
Door op de knop
i
te drukken, wordt de zoomweergave gestopt.
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt
Het werken met vergrote weergave
SETWB
/
F
+0.3
+0.3
+0.7
+0.7
-
0.3
-
0.3
0.0
0.0
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
10x
10x
i-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 42 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Live view gebruiken
1
43
NL
U kunt gemakkelijk van panorama-opnamen genieten. Met OLYMPUS Master (bijgevoegde
CD-ROM) kunt een aantal opnamen daar waar het onderwerp overlapt samenvoegen en
zodoende één enkel samengesteld beeld maken.
Panoramaopnamen zijn tot maximaal 10 opnamen mogelijk.
Let er bij het fotograferen van het onderwerp op, dat de opnamen elkaar overlappen.
1
Modus instellen
g
“Kunstfilter / motiefprogramma instellen“ (Blz. 5)
2
Gebruik
k
om de richting te specificeren en fotografeer
dan het onderwerp met overlappende zijkanten.
i
: Voegt de volgende opname rechts toe.
h
: Voegt de volgende opname links toe.
f
: Voegt de volgende opname aan de bovenkant toe.
g
: Voegt de volgende opname aan de onderkant toe.
Fotografeer terwijl u de compositie zo verandert dat de opnamen
van het onderwerp elkaar overlappen.
De scherpstelling, belichting enz. wordt bij de eerste opname vastgelegd.
Het
g
(waarschuwings-) teken verschijnt als u 10 opnamen heeft gemaakt.
Door op de knop
i
te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het motiefprogramma.
Door midden in de opnamen op de knop
i
te drukken, stopt de reeks panoramaopnamen
en kunt u met de volgende verder gaan.
x
Opmerkingen
Tijdens de panoramaopnamen blijft de opname, die voor de positie-uitlijning werd genomen,
niet behouden. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar binnen de frames
overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de beelden als leidraad.
Panoramaopnamen
250
250250
F5.6
F5.6
3 8
38
[
3
]
[
3
]
[
2
]
[
2
]
EXIT
EXIT
EXIT
EXIT
EXIT
EXIT
E-P1_MASTER_NL.fm Page 43 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
44
NL
2
Belichting
2
Belichting
Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie
van diafragmawaarde en sluitertijd.
Stel de functieknop in op
P
.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, worden de sluitertijd en
diafragmawaarde weergegeven op de LCD-monitor.
Programma-aanpassing (
%
)
Door in de stand
P
de hoofdregelaar (of de subregelaar)
te verdraaien, kunt u de combinatie van diafragma en
sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft.
g
“Lijndiagram van het programma (
P
-stand)“ (Blz. 136)
Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Om
de instellingen te annuleren, draait u de hoofdregelaar
(of subregelaar) tot de fotografeerstandindicatie
%
van
de LCD-monitor verandert in
P
. U kunt ook de camera
uitschakelen.
Bij gebruik van een flitser is er geen programma-
aanpassing mogelijk.
De sluitertijd en diafragmawaarde knipperen:
j
De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie
belichting“ (
g
Blz. 137).
Programmagestuurd fotograferen
TIPS
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
AF-teken
Stand Fotograferen
Sluitertijd
LCD-monitor
Diafragmawaarde
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
Ps
L
N
N
Programma-aanpassing
E-P1_MASTER_NL.fm Page 44 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
45
NL
De camera kiest automatisch de sluitertijd die past bij de diafragmawaarde die u hebt ingesteld.
Naarmate u het diafragma verder opent (door een lagere diafragmawaarde te kiezen), neemt
de scherptediepte verder af waardoor de achtergrond eerder onscherp wordt. Naarmate u het
diafragma verder sluit (door een hogere diafragmawaarde te kiezen), neemt de scherptediepte
toe. Gebruik deze modus als u veranderingen aan de weergave van de achtergrond wilt
toevoegen.
Stel de functieknop in op
A
en draai de hoofdregelaar (of de subregelaar) om de
diafragmawaarde in te stellen.
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
j
Zie “Preview-functie“ (
g
Blz. 48).
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j
Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
De sluitertijd knippert:
j
De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie
belichting“ (
g
Blz. 137).
Diafragmavoorkeuze
TIPS
Bij een lagere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Bij een hogere
diafragmawaarde
(f-waarde)
250
250
250
F5.6
F5.6
L
N
N
3 8
38
A
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
Diafragmawaarde
E-P1_MASTER_NL.fm Page 45 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
46
NL
2
Belichting
De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld.
Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden kunt
u snelbewegende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage sluitertijd
bewegingsonscherpte krijgt waarmee u een effect van snelheid of beweging kunt creëren.
Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken.
Stel de functieknop in op
S
in en draai de hoofdregelaar (of de subregelaar) om de
sluitertijd in te stellen.
De foto is onscherp:
j
Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt
waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd, of
gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.
j
Als de sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van de
camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator.
g
“Beeldstabilisator“ (Blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j
Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
De diafragmawaarde knippert:
j
De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie
belichting“ (
g
Blz. 137).
Sluitertijdvoorkeuze
TIPS
Een korte
sluitertijd kan
een snelle actie
“bevriezen“
zonder
bewegingson-
scherpte.
Door een langere
sluitertijd wordt
een opgenomen
snelle actie
onscherp. Deze
onscherpte roept
het gevoel van
een dynamische
beweging op.
250
250
250
F5.6
F5.6
L
N
N
3 8
38
S
Kortere sluitertijd
Langere sluitertijd
Sluitertijd
E-P1_MASTER_NL.fm Page 46 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
47
NL
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel het
afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsmeter te gebruiken. Hierbij hebt u creatief de
vrije hand, zowel qua instellingen als qua belichting.
Stel de functieknop in op
M
en draai de regelaar om de
waarde in te stellen.
Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype.
De sluitertijd kan worden ingesteld tussen 1/4.000 – 60 sec. of
[BULB]
.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze
verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet
aan licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur
in het beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement doen stijgen.
Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge
omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera de
ruisonderdrukking.
g
“NOISE REDUCT.“ (Blz. 107)
De foto is onscherp:
j
Het gebruik van een statief met 1 of 3 poten wordt aanbevolen bij het fotograferen met een lange
sluitertijd.
j
Als de sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van de
camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator.
g
“Beeldstabilisator“ (Blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j
Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
De functies van de hoofdregelaar en de subregelaar omschakelen:
j
U kunt de functies omschakelen die met de hoofdregelaar en de subregelaar worden ingesteld.
g
“DIAL FUNCTION“ (Blz. 98)
x
Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand
M
(handmatig).
Handmatig fotograferen (Manual)
Diafragmawaarde: Draai de
subregelaar om de waarde
in te stellen.
Sluitertijd: Gebruik de
hoofdregelaar om de waarde
in te stellen.
TIPS
E-P1_MASTER_NL.fm Page 47 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
48
NL
2
Belichting
Tijdopnamen
Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt.
Stel de sluitertijd in op
[BULB]
in de stand
M
.
[BULB]
verschijnt op de LCD-monitor.
Om een tijdopname automatisch te stoppen na een bepaalde tijdsperiode:
j
U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd instellen.
g
“BULB TIMER“ (Blz. 106)
Om tijdens fotograferen met handmatig scherpstellen de scherpstelling te vergrendelen:
j
U kunt de scherpstelling vergrendelen zodat deze zelfs niet wijzigt als u de scherpstelring verdraait.
g
“BULB FOCUSING“ (Blz. 98)
x
Opmerkingen
De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens tijdopnamen.
Repeterende opnamen / opnamen met de zelfontspanner / AE-bracketing / beeldstabilisator /
flitser-bracketing
U kunt het scherpstelgebied (scherptediepte) met de geselecteerde diafragmawaarde
controleren op de LCD-monitor.
Als de u preview-functie wenst te gebruiken door op de knop
<
te drukken, dient u de functie
van de knop
<
vooraf in het menu in te stellen.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
Druk op de knop
<
om de preview-functie te gebruiken.
TIPS
Preview-functie
<
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 48 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
49
NL
De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: digitale ESP-meting,
lichtmeting met nadruk op het centrum en drie soorten spotmeting. Selecteer de methode die
het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden.
G
Digitale ESP-meting
De camera meet de lichtniveaus en berekent de
lichtniveauverschillen op 324 verschillende plaatsen van
het beeld. Deze methode wordt aanbevolen voor normaal
fotograferen.
H
Lichtmeting met nadruk op het centrum
Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtniveaus van
het onderwerp en de achtergrond, maar het centrum van het beeld telt
hier zwaarder mee. Kies deze methode als u wilt voorkomen dat het
lichtniveau van de achtergrond de belichting van het onderwerp te
sterk beïnvloedt.
I
Spotmeting
De camera meet het lichtniveau binnen een heel klein gebied dat in
LCD-monitor wordt aangegeven door het spotmetingskader. Gebruik
deze methode bij opnamen met fel tegenlicht.
I
HI
spotmeting – bij veel lichte partijen
Als de achtergrond over het algemeen erg licht is, zullen bij een normale
automatische belichting de witte partijen lichtgrijs worden. Met deze
lichtmeetmethode gaat de camera een beetje overbelichten zodat de
witte partijen wit blijven.
Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.
I
SH
-spotmeting – bij veel schaduwpartijen
Is de achtergrond over het algemeen erg donker, dan worden de zwarte partijen bij een normale
automatische belichting grijs. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje onderbelichten
zodat de zwarte partijen ook zwart worden weergegeven. Het meetgebied is hetzelfde als bij
spotmeting.
Lichtmeetmethode wijzigen
Live control
i
j
: [METERING]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [METERING]
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[METERING]
i
-knop
MENU
-knop
j
G
H
I
I
HI
I
SH
P
G
ESP
ESP
INFO
-knop
: Lichtmeetgebied
E-P1_MASTER_NL.fm Page 49 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
50
NL
2
Belichting
Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend,
handmatig bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto
dan ze in feite zijn. Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan deze
tinten eruitzien zoals ze in werkelijkheid zijn. Op dezelfde wijze kunt u de tinten van donkere
onderwerpen corrigeren, maar nu in de richting -. U kunt een waarde in het bereik ±3.0 EV
gebruiken voor de andere belichtingscorrectiefunctie.
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j
Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
De belichting aanpassen met de regelaar:
j
Bij het instellen van de belichtingscorrectiewaarde hoeft
ude
F
-knop niet in te drukken.
g
“DIAL FUNCTION“ (Blz. 98)
x
Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand
M
en
s
.
Belichtingscorrectie
Directe knop
F
+
j
/ j
TIPS
-2.0 EV
±0 +2.0 EV
Instellen in de
richtin
g
+
Instellen in de
richting -
F
-knop
j
E-P1_MASTER_NL.fm Page 50 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
51
NL
De gemeten belichtingswaarde kunt u vasthouden met knop
AEL
/
AFL
(AE-lock).
Gebruik AE-lock als u een andere belichting wilt toepassen dan de gebruikelijke belichting
bij deze situatie.
Door de ontspanknop half in te drukken worden normaliter zowel de scherpstelling
(AF - autofocus) als de automatische belichting AE vastgehouden, maar u kunt ook
alleen de belichting vasthouden door knop
AEL
/
AFL
in te drukken.
Als u op knop
AEL
/
AFL
drukt zodra de gewenste
meetwaarde wordt aangegeven, zal deze belichting
worden vastgehouden. Deze belichting wordt
vastgehouden zolang u knop
AEL
/
AFL
ingedrukt
houdt. Druk nu de ontspanknop in.
Zodra u knop
AEL
/
AFL
loslaat, wordt de belichting
niet langer vastgehouden.
De belichting vasthouden:
j
U kunt het resultaat van de lichtmeting ook vasthouden
zónder dat deze wordt geannuleerd als u knop
AEL
/
AFL
loslaat.
g
“AEL / AFL MEMO“ (Blz. 100)
AE-lock activeren met een ingestelde
lichtmeetmethode:
j
U kunt de gewenste lichtmeetmethode instellen aan
de hand waarvan u de belichting wilt vasthouden
met AE-lock.
g
“AEL-meting“ (Blz. 105)
AE-lock
TIPS
AEL
/
AFL
knop
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
s
L
N
N
AEL
AE-lock
E-P1_MASTER_NL.fm Page 51 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
52
NL
2
Belichting
De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens
een beetje anders. Zelfs in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen
(bijv. bij tegenlicht of in het halfduister), kunt u uit de serie foto's met verschillende
belichtingsinstellingen (belichtings- en correctiewaarden) de foto kiezen die u het beste
bevalt. De foto's worden in deze volgorde gemaakt: foto met optimale belichting, foto
met belichtingscorrectie in de richting -, foto met belichtingscorrectie in de richting +.
Belichtingscorrectiewaarde: 0.3, 0.7 of 1.0
De compensatiewaarde wijzigt als de EV-stap wordt gewijzigd.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
Aantal beelden: 3
Begin met fotograferen.
Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de belichting telkens als
u de ontspanknop indrukt.
Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop
ingedrukt tot het geselecteerde aantal foto's is genomen.
Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met
flitser-bracketing. Als het fotograferen stopt, is
0
op
de LCD-monitor groen.
Hoe corrigeert AE bracketing de belichting bij elke fotografeerstand
Afhankelijk van de gekozen fotografeerstand wordt de belichting als volgt gecorrigeerd:
Stand
P
: Diafragmawaarde en sluitertijd
Stand
A
: Sluitertijd
Stand
S
: Diafragmawaarde
Stand
M
: Sluitertijd
AE bracketing toepassen op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd:
j
Corrigeer de belichtingswaarde en gebruik daarna de functie AE bracketing. AE bracketing
is nu toegepast op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd.
AE bracketing (belichting variëren)
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[BRACKETING]
[AE BKT]
TIPS
bijv.) Als BKT op
[3 F 1.0 EV]
ingesteld is
-1.0 EV +1.0 EV±0
AE BKT
WB BKT
ISO BKT
FL BKT
BRACKETING
SET
BACK
AE BKT
3F 0.7EV
3F 0.3EV
3F 1.0EV
OFF
E-P1_MASTER_NL.fm Page 52 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
53
NL
Hoe groter de ISO-waarde, hoe donkerder de plaats waar u kunt fotograferen. Door de
ISO-waarde echter te verhogen, treedt er ook meer ruis (korrel) op in het beeld. ISO200 geeft
een optimaal evenwicht tussen ruis en gradatie en wordt dus aanbevolen voor normaal gebruik.
Voor een langere sluitertijd of als u het diafragma wenst te openen, gebruikt u ISO100.
[AUTO]
: De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld
aan de hand van de lichtomstandigheden.
Voor
[ISO-AUTO SET]
kunt u de
standaardwaarde (waarde die normaal wordt
gebruikt als de optimale belichting kan
worden verkregen) en de bovengrens
(bovengrens van ISO die automatisch
wijzigt) instellen.
g
“ISO-AUTO
SET“ (Blz. 105)
[100
– 6400] : Vaste ISO-gevoeligheid
[ISO STEP]
kan
worden gewijzigd in stappen van 1/3 EV
of 1EV.
g
“ISO STEP“ (Blz. 105)
In de stand
M
de ISO-waarde automatisch laten instellen:
j
Normaal gezien is de AUTO-instelling niet beschikbaar in de
M
-stand, maar u kunt het instellen
voor alle fotografeerstanden.
g
“ISO-AUTO“ (Blz. 106)
ISO-waarde instellen
Directe knop
ISO
Live control
i
j
: [ISO]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [ISO]
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[ISO]
TIPS
AUTO
100 125 160 200 250 320
P
ISO AUTO
ISO AUTO
i
-knop
MENU
-knop
j
ISO
-knop
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 53 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
54
NL
2
Belichting
De camera maakt automatisch foto's met verschillende ISO-gevoeligheid maar met dezelfde
sluitertijd en diafragmawaarde. 3 beelden met verschillende belichting worden opgenomen in
de volgorde van de ingestelde ISO-gevoeligheid (optimale belichting bij instelling op
[AUTO]
),
belichting in de richting - en belichting in de richting +.
Belichtingscorrectiewaarde: 0.3, 0.7 of 1.0
De correctiewaarde wordt ingesteld in stappen van 1/3 EV, ongeacht de instelling voor
de ISO-stap.
Aantal beelden: 3
x
Opmerkingen
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die werd ingesteld met
[ISO
– AUTO SET].
Hiermee worden verschillende beelden op elkaar geplaatst en wordt het resultaat als één enkel
beeld opgeslagen. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het
ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen.
U kunt de foto die u maakt op het beeld plaatsen, of u kunt in de stand Weergeven een
opgenomen beeld op het beeld plaatsen.
MULTIPLE EXPOSURE
In de fotografeerstand kunt u 2 foto's boven elkaar plaatsen en als één beeld opslaan. U kunt
ook een opgeslagen RAW-beeld selecteren en verschillende foto's maken om een overlappend
beeld te maken.
[FRAME]
: Selecteer
[2F]
.
[AUTO GAIN]
: Bij de instelling
[ON]
wordt de helderheid van elk beeld ingesteld
op 1/2 en worden de beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling
[OFF]
worden de beelden op elkaar geplaatst met de oorspronkelijke
helderheid van elk beeld.
[OVERLAY]
: Bij de instelling
[ON]
kunt u bovenop een RAW-beeld dat op een
kaartje is opgeslagen, verschillende foto's plaatsen en als een
afzonderlijk beeld opslaan. Er wordt één foto gemaakt.
IMAGE OVERLAY
In de stand Weergeven kunt u tot 3 RAW-beelden op elkaar plaatsen en als één beeld opslaan.
g
“Beeldoverlapping“ (Blz. 90)
Instellingenvenster
Als meervoudige belichting ingesteld is, wordt
i
weergegeven op de LCD-monitor. Als de opname
wordt onderbroken, wordt
i
groen weergegeven.
ISO-bracketing
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[BRACKETING]
[ISO BKT]
Meervoudige belichting
Menu
MENU
[
X
]
[MULTIPLE EXPOSURE]
FRAME
AUTO GAIN
OVERLAY
OFF
OFF
OFF
MULTIPLE EXPOSURE
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 54 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Belichting
2
55
NL
Het beeld tijdens de opname annuleren:
j
Als u op knop
D
drukt, wordt de laatst gemaakte foto geannuleerd.
Meerdere foto's maken terwijl u de kadrering van elk beeld controleert:
j
De overlappende beelden worden semi-transparant op de LCD-monitor weergegeven, zodat
u tijdens het fotograferen de positie van de beeldoverlapping kunt controleren.
3 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j
Als u 3 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het beeld op als een RAW-bestand
en gebruikt u
[OVERLAY]
om de meervoudige opname te herhalen.
x
Opmerkingen
Als meervoudige belichting ingesteld is, wordt
[SLEEP]
automatisch ingesteld op
[OFF]
.
RAW-beelden die met een andere camera werden gemaakt, kunnen niet worden gebruikt voor
het overlappend beeld.
Als
[OVERLAY]
ingesteld is op
[ON]
, worden de beelden die worden weergegeven als een
RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de opname.
Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te
annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de eerste
foto.
De knop wordt uitgeschakeld / U drukt op de knop
q
/ U drukt op de knop
MENU
/
De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan
P
,
A
,
S
,
M
/
De lensontgrendelknop wordt ingedrukt / De batterij heeft geen vermogen meer /
De USB-, AV- en/of HDMI-minikabel wordt aangesloten
De informatie voor het eerste beeld tijdens Meervoudige opname wordt als opnamegegevens
weergegeven.
Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met
[OVERLAY]
, wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW.
Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan
meervoudige opnamen. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt de functie bracketing
teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
TIPS
E-P1_MASTER_NL.fm Page 55 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
3
56
NL
Scherpstellen en opnamefuncties
Deze camera beschikt over drie autofocusstanden: S-AF, C-AF, en MF.
U kunt foto's maken door de S-AF-functie met de MF-functie te combineren.
S-AF (één keer scherpstellen)
Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp.
Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in.
Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende
onderwerpen.
Druk de ontspanknop half in.
Zodra de camera heeft scherpgesteld, stopt het AF-bevestigingsteken op de LCD-monitor
met knipperen.
U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen.
Als u snel wenst om te schakelen van de AF-stand naar MF:
j
Als u
[MF]
vastlegt onder de knop
<
, kunt u op de knop
<
drukken om naar de MF-stand
te gaan.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
Als u ook wenst te fotograferen als het onderwerp niet scherpgesteld is:
j
Zie “RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C“ (
g
Blz. 102).
Autofocusstand selecteren
Directe knop
AF
Live control
i
j
: [AF MODE]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
:
[AF MODE]
Menu
MENU
[
c
]
[
R
]
[AF MODE]
TIPS
S-AF C-AF MF S-AF+MF
P
S-AF
SINGLE AF
SINGLE AF
i
-knop
MENU
-knop
j
AF
-knop
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 56 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
57
NL
C-AF (continu scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half ingedrukt blijft. Ook al
beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto, de camera blijft bezig
met scherpstellen.
Druk de ontspanknop half in en blijf hem in deze stand houden.
Zodra het onderwerp scherpgesteld en vastgezet is, stopt het AF-bevestigingsteken op de
LCD-monitor met knipperen.
Het AF-teken licht niet meer op, ook al is de scherpstelling in orde.
De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Ook al beweegt het onderwerp, en zelfs als
u de compositie van de foto wijzigt: de camera blijft steeds bezig met scherpstellen.
U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen. U hoort deze pieptoon niet
meer na de derde keer scherpstellen in de stand continu AF, ook al is er goed scherpgesteld.
Deze functie wordt niet ondersteund in Four Thirds-lenzen.
MF (handmatig scherpstellen)
Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk onderwerp.
Stel scherp met de scherpstelring.
Draai aan de scherpstelring om de weergave
automatisch om te schakelen naar vergrote
weergave. U kunt vergrote weergave ook niet
toelaten.
g
“MF ASSIST“ (Blz. 98)
De draairichting van de scherpstelring wijzigen.
j
U kunt de draairichting van de scherpstelring naar
eigen voorkeur instellen: rechtsom of juist linksom
naar de stand oneindig.
g
“FOCUS RING“ (Blz. 98)
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)
Met deze functie kunt u, zodra de camera heeft scherpgesteld met de methode S-AF,
de scherpstelling handmatig bijregelen met de scherpstelring.
Druk de ontspanknop half in. Als AF bevestigd is, draait u aan de scherpstelring om
de scherpstelling fijn bij te regelen.
x
Opmerkingen
Als u na het handmatig bijregelen met de scherpstelring de ontspanknop loslaat en opnieuw half
indrukt, wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
TIPS
Scherpstelring
Dichtbij
)
E-P1_MASTER_NL.fm Page 57 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
58
NL
Bij automatisch scherpstellen kan de camera gebruikmaken van 11 AF-kaders. Selecteer de
optimale AF-kaderstand overeenkomstig uw onderwerp en de kadrering.
Er zijn twee AF-kaderstanden: Alle AF-kaders, waarbij AF wordt toegepast op alle AF-kaders,
en enkelvoudig AF-kader, waarbij AF wordt gecentreerd rond één geselecteerd AF-kader.
B
Alle AF-kaders
De camera stelt automatisch scherp op een van de
11 AF-kaders. Gebruik deze functie als u wilt dat de
camera zelf scherpstelt.
M
Enkelvoudig AF-kader
De camera stelt scherp met behulp van één geselecteerd
AF-kader. Dit is handig als u nauwkeurig wenst scherp te
stellen op het onderwerp nadat u de opname heeft
gekadreerd.
Het momenteel geselecteerde AF-kader wordt gemarkeerd.
Als
M
ingesteld is, kunt u het AF-kader selecteren dat op
dat ogenblik moet worden gebruikt. Hoe u dat doet, leest
u bij Stap 2 in “Modus en positie van het AF-kader
selecteren“ (
g
Blz. 59) in de volgende paragraaf.
Autofocusveld selecteren
Live control
i
j
: [AF AREA]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [AF AREA]
Menu
MENU
[
c
]
[
R
]
[AF AREA]
i
-knop
MENU
-knop
j
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 58 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
59
NL
Modus en positie van het AF-kader selecteren
Selecteer de AF-kadermodus of selecteer het AF-kader dat u wenst te gebruiken met de
modus Enkelvoudig AF-kader.
1
Als u [AF AREA] gebruikt, selecteert u
M
om de modus en de positie van het
AF-kader te kunnen selecteren.
2
Gebruik de hoofdregelaar en subregelaar of de
pendelknop om het AF-kader te selecteren.
De positie van het AF-kader selecteren met de
pendelknop.
j
Druk de ontspanknop half in en laat hem los, gebruik
vervolgens de pendelknop om de positie van het
AF-kader te wijzigen.
g
n
FUNCTION“ (Blz. 102)
Een AF-kaderstand vastleggen
U kunt een vaak gebruikte AF-kaderstand en de positie van het AF-kader vastleggen.
Vervolgens kunt u de vastgelegde instelling (“home-positie“) snel laden en gebruiken tijdens
het fotograferen.
Vastleggen
1
In het scherm uit Stap 2 van “Modus en positie
van het AF-kader selecteren“ (
g
Blz. 59) drukt
u tegelijk op de knop
<
en op de knop
F
.
De home-positie wordt vastgelegd als u op de
knoppen drukt.
De home-positie kan niet worden vastgelegd als
u zich in een menu bevindt.
Fotograferen
Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u de functie
[
P
HOME
]
vooraf toe te wijzen
aan de knop
<
.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
1
Druk op de knop
<
.
De vastgelegde home-positie wordt geselecteerd. Druk nogmaals op deze knop om naar
de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan.
TIPS
Instellen op
B
.
250
250
250
F5.6
F5.6
P
HP
Geeft aan dat het AF-kader wordt
vastgelegd.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 59 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
60
NL
Als de scherpstelling van de camera niet scherpstelt, gebruikt u best het scherpstelgeheugen.
Gebruik dit als bij de compositie het onderwerp buiten de AF-kaders valt, of bij een onderwerp
waarop moeilijk kan worden scherpgesteld.
1
Richt 1 geselecteerd AF-kader op het onderwerp
waarop u wilt scherpstellen en druk de
ontspanknop half in tot het
AF-bevestigingsteken verschijnt.
(Enkelvoudig AF-kader)
De ingestelde scherpstelling wordt vastgehouden.
Het AF-bevestigingsteken en het AF-kader
verschijnen in de LCD-monitor.
Als het AF-teken nog steeds knippert, drukt u de
ontspanknop opnieuw half in.
Het autofocusteken wordt slechts kort weergegeven
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
2
Beweeg naar de gewenste samenstelling met
half ingedrukte ontspanknop en druk de knop
dan helemaal in.
De indicatie-LED Dataverkeer knippert terwijl de
foto op het geheugenkaartje wordt opgeslagen.
Als het onderwerp een geringer contrast heeft dan zijn omgeving
Als het contrast van het onderwerp gering is, als bijvoorbeeld de belichting niet voldoende is of
het onderwerp door mist niet goed zichtbaar is, kan er niet scherp gesteld worden. Stel scherp
(scherpstelgeheugen) op een onderwerp met een hoog contrast dat even ver van de camera
verwijderd is als het onderwerp dat u wilt fotograferen, kies daarna de gewenste uitsnede en
maak de opname.
Focus lock – Als het scherpstellen niet lukt
(scherpstelgeheugen)
Indicatie-LED Dataverkeer
Ontspanknop
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
L
N
N
Voorbeeld) De camera stelt scherp
op het middelste
autofocuspunt.
3 8
38
P
L
N
N
250
250
250
F5.6
F5.6
AF-teken
E-P1_MASTER_NL.fm Page 60 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
61
NL
Enkelbeeldopnamen
o
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto
(in de stand Fotograferen).
Repeterende opnamen
j
Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maakt de camera
ongeveer 3 opnamen/sec. (in de stand S-AF, MF).
Druk de ontspanknop helemaal in en houd deze ingedrukt. De camera blijft achter elkaar door
fotograferen tot u de knop loslaat.
De scherpstelling, de belichting en witbalans van de eerste opname (tijdens S-AF, MF)
worden vastgehouden.
x
Opmerkingen
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de
camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het geheugenkaartje.
Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.
Anti-shock-indicatie:
Het symbool
D
op de LCD-monitor geeft aan dat
anti-shock ingeschakeld is.
g
“ANTI-SHOCK“ (Blz. 106)
Repeterende opnamen
Directe knop
jY
Live control
i
j
:
[
jY
]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
:
[
jY
]
o
j
Y
12s
Y
2s
P
SINGLE
SINGLE
jY
-knop
i
-knop
MENU
-knop
j
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 61 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
62
NL
Deze functie maakt fotograferen met de zelfontspanner mogelijk. U kunt hierbij de camera zo
instellen dat de foto na 12 seconden of na 2 seconden wordt gemaakt. Bij fotograferen met de
zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (
g
Blz. 61).
Druk de ontspanknop helemaal in.
Als
Y
12s
geselecteerd is: De zelfontspanner-LED
brandt eerst ongeveer
10 seconden continu, begint
dan ongeveer 2 seconden
lang te knipperen, en daarna
wordt de foto gemaakt.
Als
Y
2s
geselecteerd is : De zelfontspanner-LED
knippert ongeveer
2 seconden lang, en daarna
wordt de foto gemaakt.
Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen,
drukt u op de
j
Y
-knop.
x
Opmerkingen
Druk de ontspanknop niet in terwijl u recht voor de camera staat omdat de camera dan bij een
half-ingedrukte ontspanknop gaat scherpstellen op het verkeerde onderwerp.
U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt wanneer
er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting.
OFF
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
I.S. 1
Beeldstabilisator is ingeschakeld.
I.S. 2
Wordt gebruikt als u met de camera in horizontale richting wenst te bewegen om
een onscherpe achtergrond te verkrijgen. De horizontale beeldstabilisator wordt
uitgeschakeld en enkel de verticale beeldstabilisator is ingeschakeld.
I.S. 3
Wordt gebruikt als u met de camera in verticale richting wenst te bewegen om een
onscherpe achtergrond te verkrijgen (kantelen). De verticale beeldstabilisator wordt
uitgeschakeld en enkel de horizontale beeldstabilisator is ingeschakeld.
Fotograferen met de zelfontspanner
Beeldstabilisator
Live control
i
j
:
[IMAGE STABILIZER]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
:
[
IMAGE STABILIZER
]
Menu
MENU
[
X
]
[
IMAGE STABILIZER
]
Zelfontspanner-LED
i
-knop
MENU
-knop
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 62 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
63
NL
De brandpuntsafstand instellen
Door vooraf de brandpuntsafstand van de lens in te stellen,
kunt u de beeldstabilisator gebruiken met andere lenzen dat
Micro Four Thirds / Four Thirds-lenzen. Deze instelling wordt
uitgeschakeld als u een Micro Four Thirds / Four Thirds-lens
bevestigt.
1
Druk op de knop
F
als de beeldstabilisator
ingeschakeld is.
2
Gebruik de subregelaar of
fg
om de
brandpuntsafstand in te stellen, en druk op
i
.
Mogelijke brandpuntsafstanden
Als de brandpuntsafstand van uw lens niet vermeld is, kiest u de waarde die deze
brandpuntsafstand zo dicht mogelijk benadert.
x
Opmerkingen
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u
[IMAGE STABILIZER]
in te stellen op
[OFF]
.
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera uit.
Als
[IMAGE STABILIZER]
is ingesteld op
[I.S.1]
,
[I.S.2]
of
[I.S.3]
en u de camera uitschakelt,
zal de camera trillen. De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de
beeldstabilisator initialiseert. Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet
goed werken.
U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt ingeschakeld.
Als het pictogram voor de beeldstabilisator rood knippert op de monitor, is er een probleem
met de beeldstabilisatiefunctie. Als u dan toch een foto maakt, is de compositie waarschijnlijk
verkeerd. Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus.
De beeldstabilisator wordt niet ingeschakeld bij sluitertijden van meer dan 2 seconden.
Als de interne temperatuur van de camera hoger ligt dan de toegelaten temperatuur, wordt
de beeldstabilisator uitgeschakeld en wordt het pictogram voor de beeldstabilisator rood
op de monitor.
8mm 10mm 12mm 16mm 18mm 21mm 24mm 28mm 30mm 35mm
40mm 48mm 50mm 55mm 65mm 70mm 75mm 80mm 85mm 90mm
100mm 105mm 120mm 135mm 150mm 180mm 200mm 210mm 250mm 300mm
350mm 400mm 500mm 600mm 800mm 1.000mm
P
1
IS
IS
F
F
50
mm
50
mm
AUTO
AUTO
FOCAL LENGTH
FOCAL LENGTH
E-P1_MASTER_NL.fm Page 63 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
64
NL
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
U kunt de beeldkwaliteit kiezen waarmee de foto wordt opgeslagen. Kies de beeldkwaliteit die
het beste past bij het doel van de foto (printen, bewerken op een pc, bewerken voor een
website, enz.).
Opnameformaten
JPEG
Voor JPEG-beelden selecteert u een combinatie van resolutie (
Y
,
X
,
W
) en compressiefactor
(SF, F, N, B). Beelden zijn opgebouwd uit pixels (puntjes). Als u een beeld gaat vergroten, ziet
u bij een laag aantal pixels eerder een mozaïekpatroon verschijnen. Bij een beeld met een
groot aantal pixels neemt beeldbestand meer geheugenruimte in beslag waardoor u op het
geheugenkaartje minder beelden kunt opslaan. Het beeldbestand wordt kleiner naarmate
u een hogere compressie kiest. In dat geval is het beeld echter minder helder als u het
gaat weergeven.
De beeldkwaliteit selecteren
Beeld wordt helderder
Applicatie
Aantal
pixels
Aantal
pixels
Compressiefactor
SF
(SuperFijn)
1/2.7
F
(Fijn)
1/4
N
(Normaal)
1/8
B
(Basic)
1/12
Afhankelijk
van het
gewenste
printformaat
Y
(Large -
groot)
4032 x 3024
Y
SF
Y
F
Y
N
Y
B
X
(Middel)
3200 x 2400
X
SF
X
F
X
N
X
B2560 x 1920
1600 x 1200
W
(Small -
klein)
1280 x 960
W
SF
W
F
W
N
W
B
1024 x 768
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op
websites
640 x 480
Beeld met een hoog aantal pixels
Beeld met een laag aantal pixels
Het aantal pixels wordt hoger
E-P1_MASTER_NL.fm Page 64 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
65
NL
RAW
Dit zijn onverwerkte gegevens waarvan de witbalans, scherpte, contrast of kleur niet veranderd
werden. Gebruik de OLYMPUS Master om ze als een beeld op de computer weer te geven.
RAW-gegevens kunnen niet weergegeven worden op een andere camera of met normale
software, en kunnen niet geselecteerd worden voor printreservering. RAW-bestanden hebben
de extensie “.ORF“.
RAW-beelden kunnen met deze camera worden bewerkt en opgeslagen als JPEG-gegevens.
g
“Foto's bewerken“ (Blz. 89)
De beeldkwaliteit selecteren
JPEG
Voor JPEG-beelden kunt u 4 combinaties vastleggen van resoluties (
Y
,
X
,
W
) en
compressiefactoren (SF, F, N, B). In totaal zijn er 12 verschillende combinaties mogelijk.
g
K
SET“ (Blz. 108)
Als u
X
of
W
als resolutie selecteert, kunt u ook het aantal pixels selecteren.
g
“PIXEL COUNT“ (Blz. 109)
JPEG+RAW
Telkens als u een foto maakt, wordt tegelijkertijd een JPEG- en een RAW-beeld opgeslagen.
RAW
Slaat het beeld op in het bestandstype RAW.
bijv.) De volgende 9 beeldkwaliteiten zijn beschikbaar als
Y
F /
Y
N /
X
N /
W
N zijn vastgelegd.
RAW : RAW
JPEG :
Y
F /
Y
N /
X
N /
W
N
JPEG+RAW :
Y
F+RAW /
Y
N+RAW /
X
N+RAW /
W
N+RAW
E-P1_MASTER_NL.fm Page 65 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
66
NL
De beeldkwaliteit snel instellen:
j
Door
[RAW
K
]
in te stellen op de knop
<
, kunt u de
hoofdregelaar verdraaien terwijl u op de knop
<
drukt om
de beeldkwaliteit te wijzigen.
Telkens wanneer u op de knop
<
drukt, kunt u gemakkelijk
omschakelen tussen enkel JPEG-gegevens en JPEG- en
RAW-gegevens.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
De bestandsgrootte bepalen en het aantal foto's dat u per beeldkwaliteit kunt opslaan:
j
“Beeldkwaliteit en bestandsgrootte / het aantal foto's dat kan worden opgeslagen“ (
g
Blz. 140)
Live control
i
j
: [
K
]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [
K
]
Menu
MENU
[
W
]
[
K
]
[STILL PICTURE]
TIPS
mall
Super Fine
OFF
250
250
250
F5.6
F5.6
3 8
38
P
4
:
3
NORM
LIVE
INFO
LIVE
INFO
CARD SETUP
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
IMAGE ASPECT
SET
BACK
F
N
N
N
RAW
E-P1_MASTER_NL.fm Page 66 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
67
NL
De kleurweergave varieert altijd naargelang de lichtomstandigheden. Als u bijvoorbeeld
daglicht en gloeilamplicht afwisselend op een blad wit papier laat schijnen, ziet u dat de kleur
wit telkens een andere tint heeft. Een digitale camera kan met zijn digitale processor de kleur
van het wit aanpassen zodat de keur er natuurlijker uitziet. Dit noemen we de witbalans. Met
deze camera kunt u de witbalans (WB) op vier manieren aanpassen.
Witbalans automatisch instellen [AUTO]
De camera detecteert dan in de beelden automatisch de witte partijen en past aan de hand
daarvan de kleurbalans aan. Gebruik deze stand bij normaal fotograferen.
Voorgeprogrammeerde witbalans [
5
][
2
][
3
][
1
][
w
][
x
][
y
][
n
]
8 verschillende kleurtemperaturen zijn vooraf ingesteld overeenkomstig de lichtbron. Gebruik
bijv. een preset WB om meer rood te krijgen in een opname van een zonsondergang, of creëer
hiermee een warm effect bij kunstlichtopnamen.
Custom-witbalans [CWB] (zelf-ingestelde witbalans)
U kunt de kleurtemperatuur instellen tussen 2000K en 14000K. Voor meer informatie over
de kleurtemperatuur, raadpleegt u “Witbalans en kleurtemperatuur“ (
g
Blz. 139).
Witbalans met één knop [
V
]
U kunt voor bepaalde lichtomstandigheden de optimale witbalans instellen door de camera
op een wit object te richten, bijv. een wit stuk papier. De witbalans die zo wordt ingesteld,
wordt opgeslagen als een van de preset WB-instellingen.
Witbalans selecteren
WB-stand Lichtomstandigheden
AUTO
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als op de LCD-monitor een witte
beeldpartij zichtbaar is) Gebruik deze stand bij normaal fotograferen.
5
5300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een een
zonsondergang, of voor meer kleuren bij vuurwerk
2
7500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag
3
6000K
Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag
1
3000K
Voor fotograferen bij gloeilamplicht
w
4000K
Voor fotograferen bij wit TL-licht
x
4500K
Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht
y
6600K
Voor fotograferen bij het licht van daglicht-TL-lampen
n
5500K
Voor flitsopnamen
V
De bij one-touche WB ingestelde kleurtemperatuur.
g
“Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)“ (Blz. 69)
CWB
De kleurtemperatuur die is ingesteld in het menu Custom witbalans. Kan worden
ingesteld tussen 2000K en 14000K. Als de waarde niet ingesteld is, wordt ze
ingesteld op 5400K.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 67 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
68
NL
Auto WB / preset / custom WB instellen
U kunt de witbalans instellen door de juiste kleurtemperatuur voor de heersende
lichtomstandigheden te kiezen.
U stelt uw eigen witbalans (CWB) in door
[CWB]
te
selecteren en dan met ingedrukte
F
-knop de subregelaar
te verdraaien.
Als onderwerpen die niet wit zijn in het wit verschijnen:
j
In de stand Auto WB kan de juiste witbalans niet worden
bepaald als er binnen het zoekerbeeld geen witte partijen
voorkomen. Probeer het in dit geval met de instelling one-
touche WB of met een van de preset-WB-instellingen.
Witbalanscorrectie
Hiermee kunt u de instelling van Auto WB en Preset WB bijregelen.
Selecteer de witbalans die u wilt bijregelen en druk op
i
.
Directe knop
WB
Live control
i
j
: [WB]
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [WB]
Menu
MENU
[
c
]
[
X
]
[WB]
TIPS
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [
>
]
Menu
MENU
[
c
]
[
X
]
[WB]
AUTO
5
2
3
1
w
x
P
WB AUTO
WB AUTO
WB
-knop
i
-knop
MENU
-knop
j
j
INFO
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 68 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
69
NL
De witbalans bijregelen in de richting A
(amber / blauw)
Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt
de beeldtint bij het bijregelen naar + oranje (amber),
en naar - blauwer.
De witbalans bijregelen in de richting G
(groen / magenta)
Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt de
beeldtint bij het bijregelen naar + groener, en naar -
roder (magenta).
De witbalans kunt u in beide richtingen in 7 stappen bijregelen.
De aangepaste witbalans controleren:
j
Na het instellen van de correctiewaarde richt u de camera op het onderwerp om testopnamen
te maken. Als u op knop
AEL
/
AFL
drukt, verschijnen de testbeelden die u met de huidige
witbalansinstellingen hebt gemaakt.
Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen:
j
Zie “ALL
>
“(
g
Blz. 108).
Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)
Dit komt van pas als de gewenste witbalans nauwkeuriger moet zijn dan de beschikbare preset
WB's. Om de witbalans te bepalen richt u de camera op een wit vel papier dat verlicht wordt
door de gewenste lichtbron. De op deze wijze bepaalde witbalans kunt u opslaan in de camera.
Dit is handig als u een onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere
lichtbronnen met verschillende kleurtemperaturen.
Stel
[
;
FUNCTION]
van tevoren in op
[
V
]
. (
g
Blz. 100)
1
Richt de camera op een wit vel papier.
Hou het papier zo dat het het hele scherm zonder schaduwen vult.
2
Terwijl u de knop
<
ingedrukt houdt, drukt u de
ontspanknop in.
Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
3
Selecteer [YES] en druk op de
i
-knop.
De witbalans is nu vastgelegd.
De vastgelegde witbalans wordt in de camera opgeslagen
als een van de preset WB's. De vastgelegde witbalans blijft
bewaard als u de camera uitschakelt.
Na het indrukken van de ontspanknop, verschijnt [WB NG RETRY]:
j
Het vastleggen van de witbalans is mislukt om een van de volgende redenen: het beeld bevatte
te weinig wit, het beeld is te licht of te donker, of de kleuren zien er onnatuurlijk uit. Wijzig het
diafragma en de sluitertijd en herhaal de procedure vanaf stap 1.
TIPS
TIPS
AUTO
>
SET
WB PREVIEW
AEL
AFL
G
5
A
+
2
BACK
<
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 69 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
70
NL
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Eén beeld heeft de ingestelde
witbalans, terwijl de andere beelden een witbalans hebben die aangepast is in de verschillende
kleurrichtingen.
Selecteer
[OFF]
,
[3F 2STEP]
/
[3F 4STEP]
of
[3F 6STEP]
voor de EV-stap voor de richting A-B (amber-blauw) en de
richting G-M (groen-magenta).
Als u de ontspanknop helemaal indrukt, worden
automatisch 3 beelden gemaakt die aangepast zijn
in de opgegeven kleurrichtingen.
WB-bracketing toepassen op de witbalans:
j
Stel de witbalans handmatig in en gebruik daarna de functie WB-bracketing. WB-bracketing wordt
toegepast op de witbalans die u heeft ingesteld.
x
Opmerkingen
Tijdens WB-bracketing kan de camera de foto's niet maken als er onvoldoende geheugen in
de camera of op het kaartje beschikbaar is voor minstens het geselecteerde aantal beelden.
WB-bracketing
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[BRACKETING]
[WB BKT]
TIPS
A
-
BG
-
M
WB BKT
3F 4STEP 3F 4STEP
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 70 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
71
NL
Hiermee kunt u beeldtonen selecteren om unieke effecten te creëren. Beeldparameters zoals
contrast en scherpte kunt u in iedere stand een beetje bijregelen. De veranderbare parameters
worden in elke stand beeldeffecten opgenomen.
[
h
VIVID]
: Voor levendige kleuren.
[
i
NATURAL]
: Voor natuurlijke kleuren.
[
j
MUTED]
: Voor afgevlakte tinten.
[
Z
PORTRAIT]
: Voor mooie huidtinten.
[MONOTONE]
: Voor zwart / wit-tinten.
[CUSTOM]
: Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de instelling vast.
U kunt de gradatie ook vastleggen bij
[CUSTOM]
. Deze instelling wordt
los van
[GRADATION]
in het menu opgeslagen.
g
“Gradatie“ (Blz. 72)
De aanpasbare parameters verschillen per beeldeffect.
De afzonderlijke parameters luiden als volgt:
[CONTRAST]
: Het verschil tussen lichte en donkere
partijen
[SHARPNESS]
: De beeldscherpte
[SATURATION]
: De kleurdiepte van het beeld
[B&W FILTER]
: Voor zwart / wit-foto's. De filterkleur
wordt lichter en de complementaire
kleur wordt donkerder.
[N: NEUTRAL]
: Hiermee creëert u een normale
zwart / wit-foto.
[Ye: YELLOW]
: Geeft mooi doortekende witte
wolken tegen een helderblauwe
lucht.
[Or: ORANGE]
: Accentueert de kleuren in
blauwe luchten en
zonsondergangen lichtjes.
[R: RED]
: Accentueert in sterke mate
kleuren in blauwe luchten en de
helderheid van karmozijnrood
gebladerte.
[G: GREEN]
: Accentueert in sterke mate kleuren in rode lippen
en groene bladeren.
[PICT. TONE]
: Kleurt zwart / wit-beelden.
[N: NEUTRAL]
: Hiermee creëert u een normale zwart / wit-foto.
[S: SEPIA]
:Sepia
[B: BLUE]
: Blauw
[P: PURPLE]
: Purper
[G: GREEN]
: Groen
Beeldeffecten
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
:
[PICTURE MODE]
Menu
MENU
[
W
]
[PICTURE MODE]
CARD SETUP
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
IMAGE ASPECT
SET
BACK
PICTURE MODE
j
MUTED
i
NATURAL
Z
PORTRAIT
MONOTONE
h
VIVID
CONTRAST
SHARPNESS
SATURATION
i
NATURAL
BACK SET
J
±
0
N
±
0
T
±
0
Lo Hi
Lo Hi
Lo Hi
CONTRAST
SHARPNESS
SATURATION
i
NATURAL
SET
BACK
Lo
0
0
0
0
+2
+1
-
1
-
2
Hi
CONTRAST
E-P1_MASTER_NL.fm Page 71 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
72
NL
Naast de
[NORMAL]
gradatie-instelling, kunt u drie andere gradatie-instellingen selecteren.
[HIGH KEY]
: Gradatie bij een helder onderwerp.
[LOW KEY]
: Gradatie bij een donker onderwerp.
[AUTO]
: Deelt het beeld op in kleinere gebieden en bepaalt voor elke gebied
afzonderlijk de helderheid. Dit werkt goed bij beelden waarin gebieden
met een hoog contrast voorkomen zodat de lichte partijen te helder,
en de donkere partijen te donker zouden worden.
[NORMAL]
: Gebruik bij normale lichtomstandigheden de stand
[NORMAL]
.
x
Opmerkingen
Contrastaanpassing werkt niet in de standen
[HIGH KEY]
,
[LOW KEY]
, of
[AUTO]
.
Gradatie
Superbedieningspaneel
i
k
: [GRADATION]
Menu
MENU
[
W
]
[GRADATION]
HIGH KEY
Geschikt voor onderwerpen met
veel lichte tinten.
LOW KEY
Geschikt voor onderwerpen met
veel schaduwtinten.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 72 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de flitser
5
73
NL
5
Gebruik van de flitser
Bij deze camera kunt u één van de afzonderlijk verkochte externe flitsers gebruiken om een
flitser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen.
De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt
uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor deze
camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera. U kunt de flitser ook
bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de speciale kabel (optioneel).
Raadpleeg eveneens de handleiding van de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
*
De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (kleinbeeldequivalent)
Gebruik van een externe elektronenflitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1
Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen
zoals aangegeven door de pijl in de
afbeelding.
Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen
op een veilige plek zodat u het niet verliest
en zet het na het fotograferen met flits weer
op de camera.
2
Schuif de flitser in de flitsschoen.
Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait
u de vergrendelring zo ver mogelijk in de
tegengestelde richting van LOCK. Hierdoor
wordt de vergrendelpen naar binnen getrokken.
Fotograferen met een externe flitser
Optionele flitser FL-50R FL-36R FL-20 FL-14 RF-11 TF-22
Flitsregeling
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL
TTL-AUTO,
MANUAL
RG
(richtgetal)
(ISO100)
RG50
(85 mm
*
)
RG28
(24 mm
*
)
RG36
(85 mm
*
)
RG20
(24 mm
*
)
RG20
(35 mm
*
)
RG14
(28 mm
*
)
RG11 RG22
Flitsschoen-
dekseltje
Vergrendelpen Vergrendelring
E-P1_MASTER_NL.fm Page 73 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
74
NL
5
Gebruik van de flitser
3
Schakel de flitser in.
Als de laadindicator op de flitser gaat branden, is het
opladen voltooid.
De flitser is gesynchroniseerd met de camera bij
sluitertijden van 1/180 seconde of korter.
4
Selecteer een flitserfunctie.
5
Selecteer de gewenste flitsregeling.
Kies voor normaal gebruik de instelling TTL-AUTO.
6
Druk de ontspanknop half in.
De camera en de flitser wisselen nu informatie uit
over de ISO-waarde, de diafragmawaarde en de
sluitertijd.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
Super FP-flitser
Super FP-flitsen is mogelijk met de flitsers FL-50R en FL-36R. U kunt de Super FP-flitser
gebruiken, zelfs als normale flitsers niet in combinatie met een snelle sluitertijd kunnen worden
gebruikt. Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals bij portretopnamen
buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP. Meer informatie vindt u in de handleiding van de
externe flitser.
Met deze camera kunt u de flitssterkte alleen maar goed instellen voor flitsers die geschikt zijn
voor deze camera, en dus niet voor andere soorten flitsers. Om gebruik te maken van een
andere in de handel verkrijgbare flitser, monteert u deze in de flitsschoen. Stel op de camera
de fotografeerstand in op
M
.
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld
1)
Om flitsopnamen te kunnen maken, moet u de externe flitser kunnen instellen. Als u de
externe flitser in de stand Automatisch gebruikt, stelt u op de flitser en de camera dezelfde
waarden in voor het diafragma (F-waarde) en de lichtgevoeligheid (ISO).
2)
Zelfs als de F-waarde en de ISO-gevoeligheid overeenkomen, is het mogelijk dat opnamen
toch niet altijd correct worden belicht. In dat geval past u de autofocuswaarde of ISO op de
flits aan of berekent u de afstand in de handmatige modus.
3)
Gebruik een flitser met een openingshoek die overeenkomt met de brandpuntsafstand van
de lens. Bij een gewone kleinbeeldcamera is de brandpuntsafstand van een lens ongeveer
tweemaal zo groot als van een lens met dezelfde vergrotingsfactor die speciaal voor deze
camera is ontwikkeld.
4)
Gebruik geen flitser of extra TTL-flitser die over nog meer communicatiefuncties beschikt
dan die in de door ons aanbevolen flitsers, aangezien het zou kunnen dat deze flitser niet
alleen niet normaal functioneert maar ook nog eens de camera-elektronica beschadigt.
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers
E-P1_MASTER_NL.fm Page 74 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de flitser
5
75
NL
Ingesteld als u de externe flitser gebruikt, die afzonderlijk wordt verkocht.
De camera kiest de flitserfunctie aan de hand van diverse factoren zoals een reeks flitsen en
het flitsmoment. Welke flitserfuncties beschikbaar zijn, hangt af van het gekozen programma.
Autoflitsen AUTO
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Om een onderwerp bij tegenlicht te fotograferen, richt u het autofocusveld op het onderwerp.
Flitssynchronisatiesnelheid / trage grens
De sluitertijd kan worden gewijzigd als de flitser werkt.
g
#
X-SYNC.“ (Blz. 106),
#
SLOW LIMIT“ (Blz. 106)
Flitsen met onderdrukken van rode ogen
!
/
H
In de stand “Flitsen met onderdrukken van rode
ogen“ ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks
inleidende flitsen. Hierdoor wennen de ogen van
de persoon aan het heldere licht waardoor de
kans op rode ogen wordt verkleind. In de
standen
S
/
M
zal de flitser altijd flitsen.
x
Opmerkingen
Na de inleidende flitsen duurt het ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Houd de
camera stevig vast om te voorkomen dat de camera beweegt.
Deze functie sorteert minder effect als het onderwerp niet recht naar de inleidende flitsen kijkt
of als de afstand tot het onderwerp te groot is. Ook persoonlijke lichamelijke kenmerken kunnen
het effect beperken.
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn)
#
SLOW
De trage synchronisatieflits is bedoeld voor lange sluitertijden. Normaliter kunt u bij het
fotograferen met een flitser geen al te lange sluitertijden instellen om camerabewegingen
te voorkomen. Maar als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert,
wordt bij snellere sluitertijden de achtergrond te donker. Met trage synchronisatie kunt u zowel
de achtergrond als het onderwerp goed belichten. Omdat u met een lange sluitertijd werkt,
gebruikt u een statief om camerabewegingen te elimineren.
1e sluitergordijn
Normaliter ontsteekt de flitser direct nadat de sluiter volledig geopend is. Dit wordt het 1e
sluitergordijn genoemd. Tijdens flitsopnamen wordt deze methode gewoonlijk toegepast.
Flitserfunctie instellen
De ogen van uw onderwerp zien er rood uit.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 75 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
76
NL
5
Gebruik van de flitser
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn)
#
SLOW2 / 2nd CURTAIN
Bij een “2e sluitergordijn-flits“ ontsteekt de flitser pas net voordat de sluiter dichtgaat. Door het
flitsmoment te wijzigen, kunt u interessante effecten bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van
beweging door de achterlichten van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe langer
de sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn.
In de standen
S
/
M
zal de flitser altijd flitsen.
Als de sluitertijd op 2 sec. is gezet
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) / flitsen met onderdrukken
van rode ogen /
!
SLOW
Als u trage synchronisatie combineert met het gebruik van de flitser, kunt u deze functie
ook gebruiken om rode ogen te onderdrukken. Als u een onderwerp tegen een nachtelijke
achtergrond fotografeert kunt met deze functie het verschijnsel 'rode-ogen' onderdrukken.
Aangezien de tijd tussen de inleidende flitsen en het fotograferen zelf in de 2e
sluitergordijnsynchronisatie lang is, is het moeilijk om rode ogen te onderdrukken.
Daarom staat alleen de instelling van de 1e sluitergordijnsynchronisatie ter beschikking.
Invulflits
#
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden. Deze functie is vooral nuttig
om schaduwen (bijvoorbeeld van boombladeren)
op het gelaat van personen, in situaties met
tegenlicht, enzovoort weg te werken. Maar ook
om kleurverschuivingen te corrigeren welke
veroorzaakt worden door kunstlicht, en dan met
name door TL-licht.
x
Opmerkingen
Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/180 sec. of korter. Als u met de invulflitsen
een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn.
In dit geval gebruikt u de optionele externe flitser FL-50R en fotografeert u in de stand Super FP.
g
“Super FP-flitser“ (Blz. 74)
Flitser uit
$
De flitser ontsteekt niet.
0
seconden
2
seconden
2e sluitergordijn 1e sluitergordijn
2e sluitergordijn: flitser ontsteekt
1e sluitergordijn: flitser ontsteekt
Sluiter gaat dicht Sluiter helemaal open
2 seconden
E-P1_MASTER_NL.fm Page 76 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de flitser
5
77
NL
U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3.
Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de “flitssterkte“ aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het
contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's
levendiger worden.
x
Opmerkingen
Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld
op MANUAL.
Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld,
wordt dit gecombineerd met de flitssterkte-instelling van
de camera.
Als u
[
w
+
F
]
hebt ingesteld op
[ON]
,
wordt de flitssterktewaarde opgeteld
bij de belichtingscorrectiewaarde.
gw+F“ (Blz. 107)
De camera maakt verschillende opnamen en wijzigt telkens de hoeveelheid licht van de flitser.
De camera maakt 3 foto's met de volgende hoeveelheid licht: optimaal licht, licht aangepast in
de richting - en licht aangepast in de richting +.
De correctiewaarde wijzigt overeenkomstig de EV-stap.
g
“EV STEP“ (Blz. 105)
Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de hoeveelheid licht van
de flitser telkens wanneer u op de ontspanknop drukt.
Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop
ingedrukt tot het geselecteerde aantal foto's is genomen.
Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met
flitser-bracketing. Als het fotograferen stopt, is
0
op de
LCD-monitor groen.
Regelen van de flitssterkte
Superbedieningspaneel
i
INFO
k
: [
w
]
Menu
MENU
[
c
]
[
W
]
[
w
]
Flitser-bracketing
Menu
MENU
[
c
]
[
V
]
[BRACKETING]
[FL BKT]
S1/C2/M1
SETBACK
X-SYNC.
SLOW LIMIT
FLASH MODE
0
0
0
+
3
+
2
+
1
-
1
-
3
-
2
i
-knop
MENU
-knop
j
j
INFO
-knop
AE BKT
WB BKT
ISO BKT
FL BKT
BRACKETING
SET
BACK
FL BKT
3F 0.7EV
3F 0.3EV
3F 1.0EV
OFF
E-P1_MASTER_NL.fm Page 77 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
6
Films opnemen
6
78
NL
Films opnemen
U kunt films in hoge definitie opnemen. Stereogeluid wordt tegelijk opgenomen.
Naast het gebruik van de stand
[P]
waarin automatisch optimale diafragmawaarden worden
ingesteld overeenkomstig de helderheid van het onderwerp, en de stand
[A]
waarin wijzigingen
worden toegepast op de weergave van de achtergrond, kunt u ook kunstfiltereffecten gebruiken
om de expressiviteit van uw films te verrijken.
1
Stel de functieknop in op
n
.
2
Druk de ontspanknop half in en stel scherp
op hetgeen u wenst op te nemen.
Scherpstellen gebeurt met autofocus en het
AF-bevestigingsteken gaat aan.
3
Druk de ontspanknop half in om de opname
te starten.
De geluidsopname begint tegelijk (als
[MOVIE
R
]
is
ingesteld op
[ON]
).
g
“Audio opnemen tijdens filmopname“ (Blz. 80)
4
Druk de ontspanknop helemaal in om de opname
te beëindigen.
Autofocus werkt niet goed:
j
Druk op de knop
AEL
/
AFL
voor autofocus.
Het geluid van de lensactivering wordt opgenomen.
Film opnemen
TIPS
2 1 :38
21:38
HD
HD
Weergavestand n
AF-teken
Beschikbare opnametijd
2:1 8
2:18
Totale opnametijd
Wordt rood weergegeven
tijdens de opname
E-P1_MASTER_NL.fm Page 78 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Films opnemen
6
79
NL
x
Opmerkingen
Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie en diafragmawaarde
niet wijzigen.
In de filmstand zorgt
[IMAGE STABILIZER]
voor elektronische stabilisatie. Als u deze functie
gebruikt, wordt het opgenomen beeld een beetje vergroot. Bovendien werkt
[I.S.1]
ongeacht
de instellingen voor
[I.S.1]
,
[I.S.2]
en
[I.S.3]
.
Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera uit.
U kunt
[
g
FACE DETECT]
niet gebruiken in de filmstand.
Bij bepaalde soorten media kunt u niet tot het einde van de beschikbare tijd opnemen en wordt
de opname automatisch tijdens de werking geannuleerd. De grootte van een bestand is
bovendien beperkt tot 2 GB.
Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om de
camera te beschermen.
U kunt geen bijkomende opnamen maken terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert aan het
einde van een opname.
Bij bepaalde kunstfilters is de functie
[C-AF]
beperkt.
Om films op te nemen is het aan te bevelen een kaartje te gebruiken dat compatibel is met
SD speed class 6.
Effecten toevoegen aan een film
Selecteer met behulp van
fg
, en druk daarna op
de knop
i
.
[P]
Optimale diafragmawaarde wordt
automatisch ingesteld overeenkomstig
de helderheid van het onderwerp.
[A]
Weergave van de achtergrond wordt
gewijzigd door de instelling van het
diafragma. Verdraai de subregelaar
om het diafragma in te stellen.
[
ART1
]~
[
ART6
]
De film wordt opgenomen met
de karakteristieken van de
kunstfilterstand.
g
“Kunstfilter / motiefprogramma instellen“ (Blz. 5)
De instellingen voor filmopnamen wijzigen
Live control
i
j
[MOVIE AE MODE]
Menu
MENU
[
X
]
[MOVIE AE MODE]
SETBACK
MOVIE+STILL
IMAGE STABILIZER
OFF
OFF
o
P
OFF
MOVIE AE MODE
j
/
Y
MULTIPLE EXPOSURE
MOVIE AE MODE
ART1
A
ART2
P
ART3
E-P1_MASTER_NL.fm Page 79 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
6
Films opnemen
80
NL
De beeldkwaliteit selecteren
Stand Films opnemen
Audio opnemen tijdens filmopname
Stel deze functie in op
[ON]
om geluid op te nemen van zodra de filmopname begint.
Selecteer met behulp van
fg
, druk daarna op de
i
-knop.
x
Opmerkingen
Als u geluid in een film opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de camerawerking
worden opgenomen. Indien gewenst kunt u deze geluiden beperken door te fotograferen terwijl
[AF MODE]
ingesteld is op
[S-AF]
, of door minder vaak op de knoppen te drukken.
Zet deze functie op
[ON]
om een stilstaand beeld op te nemen als u de opname van een
film beëindigt. Deze functie is handig als u zowel een stilstaand beeld als de film wenst
op te nemen.
Selecteer met behulp van
fg
, druk daarna op de
i
-knop.
Live control
i
j
[
K
]
Menu
MENU
[
W
]
[
K
]
[MOVIE]
Beeldkwaliteit Applicatie
HD
Het aantal pixels bedraagt 1.280 x 720. U kunt films in hoge definitie opnemen.
SD
Het aantal pixels bedraagt 640 x 480.
Live control
i
j
[MOVIE
R
]
Menu
MENU
[
U
]
[MOVIE
R
]
Automatisch stilstaand beeld opnemen
als filmopname eindigt
Menu
MENU
[
X
]
[MOVIE+STILL]
E-P1_MASTER_NL.fm Page 80 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
7
81
NL
Weergavefuncties
De basisprocedure voor het bekijken van foto's wordt hieronder beschreven.
Voordat u dit gaat doen, dient u echter eerst stap 1 hieronder uit te voeren. U kunt de
camera zó instellen dat deze na het maken van een foto automatisch overschakelt naar
enkelbeeldweergave.
g
“REC VIEW“ (Blz. 95)
1
Druk op knop
q
(enkelbeeldweergave).
Het laatst opgenomen beeld verschijnt.
Het geluid dat werd opgenomen terwijl het beeld werd
gemaakt, wordt tegelijk weergegeven.
Als u binnen ca. 1 minuut niets doet, schakelt de
LCD-monitor zichzelf uit.
2
Selecteer met
k
de beelden die u wilt bekijken.
U kunt ook aan de subregelaar draaien om
U
te
selecteren voor een vergrote weergave.
Enkel beeld / Gezoomd weergeven
j
INFO
-knop
q
-knop
Fn
-knop
k
-knop
15
15
15
[4032x3024,1/8]
[4032x3024,1/8]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
Druk op
k
om de close-up-
positie te veranderen.
Druk op
k
om het display
van de close-up-positie te
verplaatsen.
Als
[
g
FACE DETECT]
(
g
Blz. 39) is ingesteld op
[ON]
, verschijnt er een kader
rond een gedetecteerd
gezicht. Druk op
i
om de
kader naar een ander gezicht
te verplaatsen.
Druk op
hi
om de close-ups
beeld voor beeld te bekijken.
Als
[
g
FACE DETECT]
is
ingesteld op
[ON]
, drukt u op
fg
om het kader naar een
ander gezicht in close-up te
verplaatsen.
Druk op knop
INFO
om
terug te keren naar vergrote
enkelbeeldweer
g
ave.
(Enkelbeeldweergave) (Gezoomd weergeven)
Druk op de
knop
INFO
f
: Toont het beeld dat 10 opnamen
geleden is gemaakt
g
: Toont het beeld dat 10 opnamen
later is gemaakt
i
: Geeft het volgende beeld weer
h
: Geeft het vorige beeld weer
(Weergave close-up-positie)
Druk op de
knop
INFO
(Vergrote weergave beeld-voor-beeld)
Om te stoppen met de weergave drukt
u opnieuw op de q-knop.
Zodra u de ontspanknop half indrukt,
kunt u weer fotograferen.
Druk op de knop
<
Geeft het beeld weer met een
10x vergrote close-up-positie.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 81 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
82
NL
Met deze functie kunt u op de monitor verschillende beelden tegelijkertijd weergeven.
Dit is¨handig als u tussen een aantal foto's een bepaalde foto wilt opzoeken.
Telkens als u tijdens enkelbeeldweergave de
subregelaar naar
G
draait, wijzigt het aantal beelden
dat wordt weergegeven tussen 4, 9, 16, 25, 49 en 100.
h
:Om naar het vorige beeld te gaan
i
:Om naar het volgende beeld te gaan
f
:Om naar het bovenste beeld te gaan
g
:Om naar het beeld eronder te gaan
Om naar de enkelbeeldweergave terug te keren,
draait u de subregelaar naar
U
.
Kalenderweergave
Met kalenderweergave kunt u de op het geheugenkaartje opgeslagen beelden op datum
gesorteerd weergeven. Als u op één datum meerdere foto's hebt gemaakt, verschijnt de foto
die op die dag als eerste is gemaakt.
Selecteer een datum met
k
en druk op
i
om de beelden van de geselecteerde datum in
de enkelbeeldweergave op te roepen.
Indexweergave / kalenderweergave
j
2009
8
x
10
x
10
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
15
15
x
10
x
10
2008.08.16
2008.08.16
21:56
21:56
15
15
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
15
15
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
15
15
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
15
15
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 1 2 3 4 5
(25-beelden
indexweergave)
(9-beelden
indexweergave)
(4-beelden
indexweergave)
(Enkelbeeldweergave)
(Kalenderweergave)
(16-beelden
indexweergave)
(49-beelden
indexweergave)
(100-beelden
indexweergave)
E-P1_MASTER_NL.fm Page 82 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
83
NL
Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over een foto
oproepen.
Informatie over de beeldhelderheid kunt u ook laten weergeven
met een histogram en highlight-weergave (lichte partijen).
Druk meerdere keren op de knop
INFO
tot de gewenste
informatie verschijnt.
De instelling wordt opgeslagen en verschijnt als het
informatiedisplay de volgende keer opgeroepen wordt.
Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j
U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Vereenvoudigde weergave“.
g
“INFO SETTING“ (Blz. 104)
Informatiedisplay
TIPS
INFO
-knop
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
N
SHADOW
HILIGHT
L
N
N
15
15
15
15
x
10
x
10
x
10
x
10
x
10
x
10
x
10
x
10
100-0015
F5.6
F5.6
100
100
±
0.0
±
0.0
ISO
ISO
250
250
15
NATURAL
NATURAL
L
N
N
+
2.0
+
2.0
45
mm
45
mm
WBAUTO
WBAUTO
G
±
0
G
±
0
A
±
0
A
±
0
Highlight /
Shadow-weergave
Alleen beeld
Vereenvoudigde weergave
Highlight&Shadow Histogramweergave
Histogram
*
Opnamege-
gevens
De verdeling van de helderheid
van het opgenomen beeld
verschijnt in een histogram
(helderheidscomponentgrafiek).
Over- of onderbelichte delen van het opgenomen beeld worden
weergegeven.
Lichte partijen (overbelichte delen) wordt aangeduid in rood.
Schaduw (onderbelichte delen) wordt aangeduid in blauw.
*
Histogram
Als in het histogram de balken
rechts hoger zijn dan links, is de
foto misschien te licht (overbelicht).
En als de balken links hoger zijn
dan rechts, is de foto misschien te
donker (onderbelicht). Corrigeer
indien nodig de belichting of maak
de foto nogmaals.
Volledige
weergave
E-P1_MASTER_NL.fm Page 83 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
84
NL
Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
De beelden worden in volgorde weergegeven, te beginnen met het weergegeven beeld.
1
MENU
[
q
]
[
m
]
Druk tijdens de weergave op de knop
i
om diashow
te selecteren.
2
Voer de instellingen voor de diashow uit.
[START]
: Voer de diashow uit met de huidige instellingen.
[BGM]
: Stel BGM (5 types) in of schakel BGM
[OFF]
.
[SLIDE]
: Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
3
Selecteer [START] en druk op de knop
i
.
De diashow start.
4
Druk op
i
om de diashow te stoppen.
Functies tijdens diashow
• Verdraai de hoofdregelaar om het algemene volume aan te passen
(alleen wanneer het
geluid wordt weergegeven via de luidspreker van de camera).
Verdraai de subregelaar om de balans in te stellen tussen BGM en het opgenomen geluid.
Het interval tussen dia's in de diashow wijzigen:
j
U kunt het interval instellen waarmee u wenst te schakelen tussen stilstaande beelden en de
filmweergave.
g
m
SETUP“ (Blz. 104)
x
Opmerkingen
Als u de diashow langer dan ca. 30 minuten laat draaien, schakelt de camera zichzelf uit.
Diashow
TIPS
i
-knop
MENU
-knop
q
-knop
j
j
JPEG
R
m
<
BACK SET
JPEG EDIT
E-P1_MASTER_NL.fm Page 84 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
85
NL
Met deze functie kunt u beelden roteren (kantelen) en ze tijdens enkelbeeldweergave verticaal
op de monitor laten weergeven. Dit is handig als u foto's maakt met de camera in verticale
stand. De beelden worden automatisch in de juiste stand weergegeven, zelfs als de camera
gekanteld is.
1
MENU
[
q
]
[
y
]
Als deze op
[ON]
staat, worden verticaal opgenomen
beelden tijdens de weergave automatisch geroteerd en
weergegeven. U kunt ook op de knop
F
drukken om het
beeld te roteren en weer te geven.
Na het roteren wordt het beeld in die positie opgeslagen
op het geheugenkaartje.
Weergave roteren is niet mogelijk bij films.
Beelden roteren
MENU
-knop
q
-knop
F
-knop
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2009.08.16
2009.08.16
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
L
N
N
L
N
N
L
N
N
Origineel beeld vóór het roteren
FFF
F
E-P1_MASTER_NL.fm Page 85 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
86
NL
1
Selecteer een film en druk op
i
.
2
Selecteer [MOVIE PLAY] en druk op
i
.
De weergave start.
Functies tijdens filmweergave
Volume: Verdraai de hoofdregelaar om het volume
van het geluid via de luidspreker van de camera
aan te passen.
Terug / Snel vooruit: Selecteer met
hi
.
Als u op
i
drukt om de film te pauzeren, kunt
u filmfuncties uitvoeren met behulp van de pendelknop.
f
: Geeft het eerste beeld weer.
g
: Geeft het laatste beeld weer.
i
: Zet de weergave verder wanneer deze knop wordt
ingedrukt.
h
: Zet de weergave achterstevoren verder wanneer
deze knop wordt ingedrukt.
i
: Start de weergave.
De weergave stoppen
Druk op de
MENU
-knop.
Filmweergave
MENU
-knop
i
-knop
j
MOVIE
BACK SET
MOVIE PLAY
m
00:12
/
00:34
00:12
/
00:34
Weergavetijd / totale opnametijd
00:14
/
00:34
00:14
/
00:34
/
E-P1_MASTER_NL.fm Page 86 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
87
NL
Gebruik de bijgeleverde AV-kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven.
U kunt beelden in high-definition weergeven op een HD-televisie door een in de handel
verkrijgbare HDMI-minikabel te gebruiken om de camera en de televisie te verbinden.
Aansluiting met AV-kabel
1
Verbind de televisie en de camera.
2
Gebruik de camera om het type videosignaal te selecteren dat overeenkomt met
het videosignaal van de aangesloten televisie ([NTSC] / [PAL]).
g
“VIDEO OUT“ (Blz. 102)
3
Schakel de televisie in en wijzig [INPUT] in [VIDEO (een ingang die verbonden is met
de camera)].
x
Opmerkingen
Zodra u de AV-kabel aansluit op de camera, schakelt de cameramonitor zichzelf uit.
Druk op de knop
q
als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden
en informatie bijgesneden zijn.
Weergave op een televisie
Multiconnector
AV-kabel (meegeleverd)
Sluit de kabel aan op de
video-ingang (geel) en de
audio-ingang (wit) van de
televisie.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 87 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
88
NL
Aansluiting met een HDMI-minikabel
Schakel de camera en de televisie uit voor u de minikabel aansluit.
1
Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de televisie.
2
Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de camera.
3
Schakel de televisie in en schakel [INPUT] naar [HDMI INPUT].
4
Schakel de camera in.
x
Opmerkingen
Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Gebruik een HDMI-minikabel die overeenkomt met de HDMI-miniconnector op de camera
en de HDMI-connector op de televisie.
Als de camera en de televisie verbonden zijn met zowel een AV-kabel als een HDMI-minikabel,
heeft HDMI voorrang.
Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden en informatie
bijgesneden zijn.
Als u een televisie via een HDMI-minikabel aansluit, kunt u het formaat van het digitale
videosignaal selecteren. “HDMI“ (
g
Blz. 102)
U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
HDMI-miniconnector
HDMI-minikabel
(verkrijgbaar in de handel)
Sluit deze kabel aan
op de HDMI-connector
E-P1_MASTER_NL.fm Page 88 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
89
NL
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. Welke bewerkingen
u kunt uitvoeren, hangt af van de bestandsindeling (beeldkwaliteit) waarmee de foto is
opgeslagen.
Een JPEG-bestand kunt u ongewijzigd printen. RAW-bestanden kunt u echter niet onbewerkt
printen. Om een RAW-bestand te kunnen printen, moet u dit eerst met de RAW-
bewerkingsfunctie converteren naar een JPEG-bestand.
Als RAW-bestand opgeslagen beelden bewerken
De camera verwerkt de gegevens uit het RAW-bestand (bijv. met witbalans en scherpstelling),
en slaat de gegevens dan op als een nieuw JPEG-bestand. Terwijl u de opgeslagen beelden
controleert, kunt u ze desgewenst bewerken.
De beeldverwerking wordt uitgevoerd aan de hand van de actuele camera-instellingen.
Wijzig de camera-instellingen in uw voorkeursinstellingen voordat u gaat fotograferen.
JPEG-beelden bewerken
[SHADOW ADJ]
Maakt de schaduwpartijen lichter.
[REDEYE FIX]
Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen.
[
P
]
De grootte van de uitsnede instellen
met de hoofdregelaar en de positie van
de uitsnede met de pendelknop.
[ASPECT]
Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van 4:3 (standaard)
in
[3:2]
,
[16:9]
of
[6:6]
. Nadat u de breedte-hoogteverhouding heeft
gewijzigd, gebruikt u de pendelknop om de positie van de uitsnede
op te geven.
[BLACK & WHITE]
Hiermee maakt u een beeld zwart / wit.
[SEPIA]
Voor beelden in sepia-tinten.
[SATURATION]
Voor het instellen van de kleurdiepte (kleurverzadiging).
De kleurverzadiging aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[
Q
]
Om de foto te converteren naar 1280 x 960, 640 x 480 of 320 x 240 pixels.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het
dichtst aanleunt.
[e-PORTRAIT]
De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
1
MENU
[
q
]
[EDIT]
[SEL. IMAGE]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door
op de knop
i
te drukken.
2
Selecteer een beeld met
hi
en druk daarna
op
i
.
De camera herkent het bestandstype van de
beeldgegevens.
Bij JPEG+RAW-beelden verschijnt een keuzemenu
dat u vraagt welk bestandstype u wilt bewerken.
U kunt films niet bewerken.
Foto's bewerken
SETSET
BACK SET
100-0020
100-0020
L
N
N
40
40
Bevestig het bestandstype vanaf hier.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 89 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
90
NL
3
Welk instelmenu verschijnt, hangt af van het bestandstype van de beeldgegevens.
Selecteer het item dat u wilt bewerken en volg de onderstaande stappen.
Het bewerkte beeld wordt als een ander beeld opgeslagen, los van het originele beeld.
Om te stoppen met het bewerken drukt u op knop
MENU
.
x
Opmerkingen
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt. De rode-ogen-correctie
kan naast de ogen ook andere delen van de foto beïnvloeden.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Als het beeld is opgeslagen in het bestandstype RAW, als een beeld op een pc is bewerkt,
als er onvoldoende ruimte is op de geheugenkaart, als de foto met een andere camera
is gemaakt.
Bij het wijzigen van het aantal pixels (
[
Q
]
) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen dan dat
van de originele opname.
[
P
]
en
[ASPECT]
kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding 4:3
(standaard) te bewerken.
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
Als u stilstaande beelden weergeeft, kunt u maximaal 30 seconden geluid toevoegen
(opnemen) (u kunt deze functie als memo gebruiken nadat u de foto's heeft gemaakt).
1
MENU
[
q
]
[EDIT]
[SEL. IMAGE]
[
R
]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop
i
te drukken.
2
Selecteer met behulp van
fg
, druk daarna op de
i
-knop.
[NO]
: Er wordt geen geluid opgenomen.
[
R
START]
: De audio-opname start.
[YES]
: Toegevoegd geluid wordt gewist.
x
Opmerkingen
U kunt geen geluid opnemen bij beveiligde beelden.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op de knop
i
.
U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en als een
afzonderlijk beeld opslaan. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is
op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen.
1
MENU
[
q
]
[EDIT]
[IMAGE OVERLAY]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop
i
te drukken.
2
Selecteer het aantal beelden dat u op elkaar wenst te plaatsen, en druk
op de
i
-knop.
Beeldoverlapping
JPEG EDIT
BACK SET
SHADOW ADJ
REDEYE FIX
ASPECT
BLACK & WHITE
YES
NO
RAW DATA EDIT
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 90 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
91
NL
3
Gebruik
k
om een beeld te selecteren en druk
op de knop
i
.
Selecteer verschillende beelden overeenkomstig het
aantal beelden dat u in stap 2 heeft geselecteerd.
• Om uw selectie ongedaan te maken, drukt
u nogmaals op i.
4
Gebruik
hi
om een beeld te selecteren, gebruik
vervolgens
fg
om de versterking voor elk beeld
te selecteren. Druk op knop
i
.
Maak uw keuze van 0.1 tot 2.0.
Het weergegeven beeld wijzigt naarmate de versterking
wordt aangepast.
5
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna
op knop
i
.
4 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j
Als u 4 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als
een RAW-bestand en gebruikt u
[IMAGE OVERLAY]
herhaaldelijk.
x
Opmerkingen
Als de beeldkwaliteit ingesteld is op
[RAW]
, wordt het op elkaar geplaatste beeld opgeslagen
als
[
Y
N+RAW]
.
Als u een beeld selecteert om op een ander beeld te plaatsen, worden de JPEG-beelden
weergegeven voor beelden die opgenomen zijn in JPEG+RAW.
Beveilig de beelden die niet mogen worden gewist. Beveiligde beelden kunnen niet worden
gewist met de functie “enkel beeld / alle beelden wissen“.
Enkelbeeldbeveiliging
Roep het beeld op dat u wilt beveiligen en druk op
de
0
-knop.
9
(beveiligingsteken), verschijnt in de rechterbovenhoek
van het scherm.
De beveiliging opheffen
Roep de beveiligde beelden op en druk op knop
0
.
TIPS
Beelden beveiligen
IMAGE OVERLAY
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
BACK SET
x
0.3
x
0.3
x
0.1
x
0.1
x
0.3
x
0.3
IMAGE OVERLAY
BACK SET
i
-knop
0
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 91 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
7
Weergavefuncties
92
NL
Geselecteerde beelden beveiligen
Tijdens indexweergave kunt u meerdere beelden selecteren en ze allemaal tegelijk beveiligen.
1
Tijdens indexweergave selecteert u met
k
de beelden die u wilt beveiligen, waarna
u op de knop
i
drukt.
De geselecteerde beelden krijgen een
v
.
Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op
i
.
2
Druk op
k
om de volgende beelden te selecteren die u wilt beveiligen en druk
op knop
i
.
3
Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt beveiligen, drukt u op knop
0
.
Alle beveiligingen annuleren
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
MENU
[
q
]
[RESET PROTECT]
2
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna op knop
i
.
x
Opmerkingen
Bij het formatteren van het geheugenkaartje worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
g
“Het geheugenkaartje formatteren“ (Blz. 130)
Beveiligde beelden kunnen niet worden gekanteld, ook niet als u op knop
F
drukt.
Hiermee kunt u opnamen wissen. U kunt kiezen tussen enkel beeld wissen, waarbij alleen het
momenteel weergegeven beeld wordt gewist; alle beelden wissen, waarbij alle beelden worden
gewist die op het kaartje staan; of geselecteerde beelden wissen, waarbij alleen de
geselecteerde beelden worden gewist.
x
Opmerkingen
Als u het wissen van alle beelden of van geselecteerde beelden uitvoert voor beelden die met
RAW+JPEG zijn opgenomen, worden zowel de RAW- als ook de JPEG-beelden gewist. Als
u het wissen van een enkel beeld gebruikt, kunt u kiezen of u het JPEG-, RAW- of zowel het
RAW- als ook het JPEG-beeld wist.
g
“RAW+JPEG ERASE“ (Blz. 109)
Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Als u de beveiliging van de beelden opheft, kunt u ze
wél wissen.
U kunt beelden die werden gewist, niet herstellen. Let op dat u geen belangrijke informatie wist.
g
“Beelden beveiligen“ (Blz. 91)
Beelden wissen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 92 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Weergavefuncties
7
93
NL
Wissen van een enkel beeld
1
Geef de foto's weer die gewist moeten worden en
druk op de knop
D
.
2
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna
op knop
i
.
Geselecteerde beelden wissen
Tijdens indexweergave kunt u meerdere beelden selecteren en ze allemaal tegelijk wissen.
1
Selecteer in de indexweergave de beelden die u wilt wissen en druk op
i
.
De geselecteerde beelden krijgen een
v
.
Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op
i
.
2
Druk op
k
om de volgende beelden te selecteren die u wilt beveiligen en druk
op knop
i
.
3
Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt wissen, drukt u op knop
D
.
4
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna op knop
i
.
Alle beelden wissen
1
MENU
[
W
]
[CARD SETUP]
2
Selecteer met
fg
de optie [ALL ERASE] en druk vervolgens op knop
i
.
3
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna op knop
i
.
Alle beelden worden gewist.
Onmiddellijk wissen:
j
Als u “QUICK ERASE“ (
g
Blz. 109) heeft ingesteld op
[ON]
, kunt u op de
D
-knop drukken
om een beeld onmiddellijk te wissen.
j
U kunt de uitgangspositie van de cursor op
[YES]
instellen.
g
“PRIORITY SET“ (Blz. 110)
TIPS
D
-knop
E-P1_MASTER_NL.fm Page 93 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
8
Instelfuncties
8
94
NL
Instelfuncties
Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van de camera in te stellen.
Voor meer informatie over het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het
menu“ (
g
Blz. 24).
X
(Datum / tijd instellen)
g
Blz. 15
W
(taal voor de monitor wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen.
s
(Helderheid van de monitor aanpassen)
U kunt de helderheid en de kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van de kleurtemperatuur heeft
enkel betrekking op de weergave van de LCD-monitor.
U kunt met
hi
overschakelen tussen
j
(kleurtemperatuur)
en
k
(helderheid) en met
fg
kunt u de waarde instellen
tussen
[+7]
[-7]
.
Setup-menu
SET
’09.08.01
14:01
BACK
ENG.
W
s
ON
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
SET
’09.08.01
14:01
BACK
ENG.
W
s
ON
5SEC
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
j
±0
k
±0
Selecteer met
fg
de optie
[
d
]
en druk daarna op
i
.
Gebruik
fg
om een functie te
selecteren en druk daarna op
i
.
i
5
+
2
BACK SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 94 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Instelfuncties
8
95
NL
REC VIEW
U kunt de zojuist gemaakte foto weergeven op de monitor terwijl de foto op het
geheugenkaartje wordt opgeslagen, en u kunt instellen hoe lang de foto wordt weergegeven.
Dit is handig als u de foto die u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de
ontspanknop half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk doorgaan
met fotograferen.
[1SEC]
[20SEC]
Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de foto moet worden
weergegeven. Dit kunt u instellen in stappen van 1 seconde.
[OFF]
De foto die op het geheugenkaartje wordt opgeslagen, wordt niet
weergegeven.
[AUTO
q
]
Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt daarna over
naar de stand weergave. Dit is handig om een opname te controleren
en eventueel direct te wissen.
c
MENU DISPLAY
g
Blz. 25
FIRMWARE
De firmwareversie van uw product verschijnt.
Als u informatie gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt
downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten u gebruikt.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 95 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
8
Instelfuncties
96
NL
In de stand
P
,
A
,
S
of
M
blijven uw camera-instellingen (inclusief uw wijzigingen) bewaard als
u de camera uitschakelt. Om uw camera terug te zetten op de standaardinstellingen af fabriek,
selecteert u
[RESET]
(resetten). U kunt ook van tevoren uw eigen instellingen vastleggen
onder
[RESET1]
en
[RESET2]
. De camera-instellingen op dat tijdstip zijn opgeslagen in
[RESET1]
en
[RESET2]
. Meer informatie over vooraf vast te leggen functies vindt u onder
“Functies die kunnen worden vastgelegd met My Mode en Custom Reset
Setting“ (
g
Blz. 141).
[RESET1] / [RESET2] vastleggen
1
Selecteer of u [RESET1] of [RESET2] wilt vastleggen, en druk op
i
.
Als er al instellingen zijn vastgelegd, verschijnt
[SET]
naast
[RESET1]
/
[RESET2]
.
Door
[SET]
te selecteren, overschrijft u de vastgelegde instelling.
Selecteer
[RESET]
om het vastleggen te annuleren.
2
Selecteer [SET] en druk op de
i
-knop.
Reset-instellingen gebruiken
Hiermee wordt de camera weer op de standaard fabrieksinstellingen gezet. U kunt de camera
ook resetten naar de instelling
[RESET1]
of
[RESET2]
.
[RESET]
Herstelt de standaardinstellingen af fabriek. Voor de
standaardinstellingen, zie “Menulijst“ (
g
Blz. 142).
[RESET1] / [RESET2]
Herstelt de vastgelegde instellingen.
1
Selecteer [RESET], [RESET1] of [RESET2] en druk
op knop
i
.
2
Selecteer met
fg
de optie [YES] en druk daarna
op knop
i
.
Camera-instellingen resetten
Menu
MENU
[
W
]
[CUSTOM RESET] (uw eigen reset-instelling)
Menu
MENU
[
W
]
[CUSTOM RESET] (uw eigen reset-instelling)
RESET1
YES
NO
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 96 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
9
De camera volgens
uw wensen instellen
9
97
NL
De camera volgens uw wensen instellen
Gebruik het Custom-menu om de fotografeerfuncties aan te passen. Het Custom-menu bestaat
uit 9 tabbladen (
R
t/m
Z
) die weer zijn onderverdeeld volgens de functies die u kunt instellen.
In de standaardinstelling wordt het Custom-menu niet weergegeven. Om de functies aan te
passen, stelt u
[
c
MENU DISPLAY]
in het Setup-menu in op
[ON]
om het Custom-menu weer
te geven. (
g
Blz. 25)
Voor meer informatie over het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het
menu“ (
g
Blz. 24).
R
AF / MF
AF MODE
g
Blz. 56
AF AREA
g
Blz. 58
P
SET UP
Selecteert de werking van de regelaars of van de pendelknop als u het AF-kader selecteert.
[OFF]
Stopt nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan.
[LOOP]
Nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AF-kader
aan het tegenoverliggende uiteinde van dezelfde rij of dezelfde kolom. Selecteert
alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het tegenoverliggende uiteinde
gaat, en
[AF AREA]
wordt ingesteld op
B
.
[SPIRAL]
Nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AF-kader
aan het tegenoverliggende uiteinde van de volgende rij of de volgende kolom.
Selecteert alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het tegenoverliggende
uiteinde gaat, en
[AF AREA]
wordt ingesteld op
B
.
bijv.) Als u van het AF-kader linksbovenaan naar rechts gaat
AF/MF
BUTTON/DIAL
RELEASE/
DISP/8/PC
EXP/
e
/ISO
#
CUSTOM
SETBACK
DIAL FUNCTION
DIAL DIRECTION
OFF
AEL/AFL
AEL/AFL MEMO
;
FUNCTION
S1/C2/M1
SET
---
BACK
7
FUNCTION
OFF
S1/C2/M1
DIAL FUNCTION
DIAL DIRECTION
AEL/AFL
AEL/AFL MEMO
;
FUNCTION
SET
BACK
7
FUNCTION
AEL/AFL
C-AF
MF
S-AF
Selecteer met
fg
de optie
[
c
]
en druk daarna op
i
.
Selecteer met
fg
het tabblad
R
tot
Z
en druk daarna op
i
.
Gebruik
fg
om een functie te
selecteren en druk daarna op
i
.
[OFF]
Instellen op
B
.
[LOOP]
[SPIRAL]
Instellen op
B
.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 97 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
98
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
RESET LENS
In de stand
[ON]
wordt de scherpstelling van de lens steeds op oneindig gezet zodra u de
camera uitschakelt.
BULB FOCUSING
U kunt de camera zo instellen dat u de scherpstelling kunt aanpassen tijdens tijdopnamen
in de stand MF.
[ON]
Tijdens de opname kunt u scherpstellen met de scherpstelring.
[OFF]
Tijdens de opname is de scherpstelling vergrendeld.
FOCUS RING
U kunt kiezen wat voor u de meest logische
draairichting van de scherpstelring is.
MF ASSIST
Als
[AFMODE]
is ingesteld op
[S-AF+MF]
of
[MF]
, draait u aan de scherpstelring voor
automatische zoomweergave.
S
BUTTON / DIAL
DIAL FUNCTION
In de stand
P
,
A
,
S
of
M
kunt u andere functies dan de
standaardfuncties toewijzen aan de hoofdregelaar en de
subregelaar. U kunt de functies van de hoofdregelaar en
de subregelaar ook omschakelen voor menufuncties met
de standaardfuncties.
P
:
[
%
]
/
[
F
]
/
[
w
]
A
:
[FNo.
] /
[
F
]
/
[
w
]
S
:
[SHUTTER
] /
[
F
]
/
[
w
]
M
:
[SHUTTER
] /
[FNo.
]
MENU
:
[
F
]
/
[
G
]
In
[MENU]
geeft
[
F
]
bedieningen van de regelaars aan
die overeenkomen met de horizontale richting (
hi
).
[
G
]
geeft bedieningen van de regelaars aan die
overeenkomen met de verticale richting (
fg
).
Dichtbij
Dichtbij
)
)
Ps
SETBACK
DIAL P
Subregelaar
Hoofdregelaar
FG
SETBACK
DIAL MENU
hi
fg
E-P1_MASTER_NL.fm Page 98 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
99
NL
DIAL DIRECTION
U kunt de draairichting van de regelaar en de richting waarin u de sluitersnelheid /
diafragmawaarde verhoogt of verlaagt, selecteren.
AEL / AFL
U kunt in plaats van de ontspanknop ook de knop
AEL
/
AFL
gebruiken om scherp te stellen of
de belichting te meten.
Kies de functie van de knop die bij de handeling past als de ontspanknop ingedrukt is.
Selecteer
[mode1]
t/m
[mode4]
in elke scherpstelfunctie. (In de C-AF-functie kunt u alleen
[mode4]
selecteren.)
Basisfuncties
[mode1]
Om tijdens het scherpstellen de belichting in te stellen. Zolang u de knop
AEL
/
AFL
ingedrukt houdt, is AE-lock geactiveerd zodat u de scherpstelling
en de belichtingsinstelling apart kunt uitvoeren.
[mode2]
Om de belichting pas in te stellen zodra u de ontspanknop helemaal indrukt.
Dit is handig in situaties waarbij de verlichting sterk wisselt, bijvoorbeeld op
een podium.
[mode3]
Om scherp te stellen met de knop
AEL
/
AFL
in plaats van met de ontspanknop.
[mode4]
Stel scherp met de knop
AEL
/
AFL
en stel de belichting in door de ontspanknop
helemaal in te drukken.
Instelling
q /
l
(draairichting van de regelaar)
r /
m
(draairichting van de regelaar)
DIAL1
Langere sluitertijd
Diafragma verder openen
(F-waarde wordt lager)
Kortere sluitertijd
Diafragma sluiten
(F-waarde is verhoogd)
DIAL2
Kortere sluitertijd
Diafragma sluiten
(F-waarde is verhoogd)
Langere sluitertijd
Diafragma verder openen
(F-waarde wordt lager)
Stand
Ontspanknopfunctie
AEL
/
AFL
knopfunctie
Half indrukken Helemaal indrukken
Als u de AEL- / AFL-knop
ingedrukt houdt
Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting
[S-AF]
modus1
S-AF Vastgehouden
kkk
Vastgehouden
modus2
S-AF
kk
Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden
kk
S-AF
k
[C-AF]
modus1
C-AF start Vastgehouden Vastgehouden
kk
Vastgehouden
modus2
C-AF start
k
Vastgehouden Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden Vastgehouden
k
C-AF start
k
modus4
kk
Vastgehouden Vastgehouden C-AF start
k
[MF]
modus1
k
Vastgehouden
kkk
Vastgehouden
modus2
kkk
Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden
kk
S-AF
k
E-P1_MASTER_NL.fm Page 99 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
100
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
AEL / AFL MEMO
U kunt de belichtingsinstelling vergrendelen en vasthouden met knop
AEL
/
AFL
.
[ON]
Druk op knop
AEL
/
AFL
om de belichtingsinstelling te vergrendelen en
vast te houden. Druk opnieuw op de knop om het behouden van de belichting
te annuleren.
[OFF]
De belichting wordt alleen vastgehouden zolang u de knop
AFL
/
AFL
ingedrukt houdt.
;
FUNCTION
U kunt een functie toewijzen aan de
<
-knop.
[Fn FACE DETECT]
Druk op de
<
-knop om
[
g
FACE DETECT]
in te stellen op
[ON]
en schakel
de optimale instellingen in. Druk nogmaals om hier
[OFF]
in te stellen.
g
“De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken“ (Blz. 39),
g
FACE DETECT“ (Blz. 104)
[PREVIEW] (elektronisch)
Terwijl u de
<
-knop ingedrukt houdt, kunt u de preview-functie gebruiken.
g
“Preview-functie“ (Blz. 48)
[
V
]
Druk op de
<
-knop om de witbalanswaarde te verkrijgen.
g
“Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)“ (Blz. 69)
[
P
HOME]
Druk op de
<
-knop om naar de vastgelegde AF-home-positie te gaan. Druk nogmaals
op de knop om naar de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan. Als u de camera
uitschakelt terwijl hij ingesteld is op de AF-home-positie, wordt de originele positie
niet opgeslagen.
g
“Een AF-kaderstand vastleggen“ (Blz. 59)
[MF]
Druk op de
<
-knop om de AF-stand om te schakelen naar
[MF]
. Druk nogmaals
op de knop om naar de oorspronkelijke AF-stand te gaan.
[RAW
K
]
Druk op de
<
-knop om voor de beeldkwaliteit om te schakelen van JPEG naar
JPEG+RAW of van JPEG+RAW naar JPEG.
U kunt de beeldkwaliteit wijzigen door de subregelaar te draaien terwijl u de
<
-knop
ingedrukt houdt.
[TEST PICTURE]
Door op de ontspanknop te drukken terwijl u de
<
-knop indrukt, kunt u de zojuist
genomen foto op de monitor controleren zonder de foto op het kaartje te hoeven
opslaan. Dit is handig als u wilt kijken of een foto goed gelukt is zonder deze op
te slaan.
[MY MODE]
Terwijl u de
<
-knop ingedrukt houdt, kunt u foto's maken met de camera-instellingen
die vastgelegd zijn in
[MY MODE SETUP]
.
g
“MY MODE SETUP“ (Blz. 101)
[BACKLIT LCD]
Druk op de
<
knop om de LCD-monitor uit te schakelen. Deze functie is handig
als u de optionele optische zoeker gebruikt. Druk nogmaals op de
<
-knop om
de LCD-monitor in te schakelen.
[OFF]
Laat geen toewijzing van functies toe.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 100 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
101
NL
7
FUNCTION
Andere functies kunnen worden toegewezen aan de
7
-knop.
[AF MODE]
g
“Autofocusstand selecteren“ (Blz. 56)
[METERING]
g
“Lichtmeetmethode wijzigen“ (Blz. 49)
[FLASH MODE]
g
“Gebruik van de flitser“ (Blz. 73)
[BACKLIT LCD]
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
[IMAGE STABILIZER]
g
“Beeldstabilisator“ (Blz. 62)
MY MODE SETUP
U kunt twee vaak gebruikte instellingen opslaan als My Mode. U kunt vooraf bepalen welke
My Mode-instelling moet worden gebruikt door de stappen onder “Uitvoeren“ hierna uit te
voeren. Om My Mode te gebruiken, stelt u
[
;
FUNCTION]
in op
[MY MODE]
en houdt
ude
<
-knop tijdens het fotograferen ingedrukt.
g
;
FUNCTION“ (Blz. 100)
Vastleggen
1)
Selecteer
[MY MODE1]
of
[MY MODE2]
en druk op
i
.
2)
Selecteer
[SET]
en druk op de
i
-knop.
De actuele instellingen worden vastgelegd in de camera. Voor meer informatie over de
functies die in My Mode kunnen worden vastgelegd, raadpleegt u “Functies die kunnen
worden vastgelegd met My Mode en Custom Reset Setting“ (
g
Blz. 141).
Selecteer
[RESET]
om het vastleggen te annuleren.
Uitvoeren
1)
Selecteer
[MY MODE1]
of
[MY MODE2]
en druk op de
i
-knop.
2)
Selecteer
[YES]
en druk op de
i
-knop.
De geselecteerde My Mode is ingesteld.
Tijdens het fotograferen drukt u op de ontspanknop terwijl u de
<
-knop ingedrukt houdt.
BUTTON TIMER
De directe knop kan geselecteerd blijven zelfs nadat u hem losgelaten.
[OFF]
Houd de selectie niet aan.
[3SEC]
/
[5SEC]
/
[8SEC]
De knop blijft geselecteerd gedurende het aangegeven
aantal seconden.
[HOLD]
De knop blijft geselecteerd tot u hem opnieuw indrukt.
Knoppen die kunnen worden ingesteld met
[BUTTON TIMER]
ISO
,
F
,
WB
,
AF
,
jY
E-P1_MASTER_NL.fm Page 101 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
102
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
A
U kunt de functies van de
AEL
/
AFL
-knop en van de
<
-knop omschakelen. Als u
[ON]
selecteert, werkt de
AEL
/
AFL
-knop zoals de
<
-knop, en werkt de
<
-knop als de
AEL
/
AFL
-knop.
n
FUNCTION
U kunt de functie van de pendelknop instellen.
[OFF]
Om een storing te voorkomen, worden de functies die aan de pendelknop zijn
toegewezen, niet geactiveerd als de knop wordt ingedrukt.
[ON]
De functies die aan de pendelknop toegewezen zijn, worden geactiveerd.
[
P
]
U kunt met de pendelknop de positie van het AF-kader selecteren. Selecteren
is mogelijk nadat u de ontspanknop half heeft ingedrukt en losgelaten.
g
“Modus en positie van het AF-kader selecteren“ (Blz. 59)
T
RELEASE /
j
RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C
In deze camera werkt de sluiter gewoonlijk niet tijdens AF. Met deze instelling kunt u echter de
sluiter bedienen voor AF is voltooid. Als u de sluiter wenst te ontspannen zonder te wachten tot
deze bewerkingen voltooid zijn, gebruikt u de volgende instelling. U kunt de ontspanvoorkeuze
individueel instellen in de AF-stand.
RLS PRIORITY S Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de S-AF-stand (
g
Blz. 56).
RLS PRIORITY C Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de C-AF-stand (
g
Blz. 57).
U
DISP /
8
/ PC
HDMI
Het type digitaal videosignaal selecteren als een televisie wordt aangesloten via een HDMI-
minikabel.
[1080i]
Weergave in het formaat 1080i.
[720p]
Weergave in het formaat 720p.
[480p / 576p]
Weergave in het formaat 480p/576p (als
[VIDEO OUT]
is ingesteld op
[PAL]
,
weergave in het formaat 576p).
x
Opmerkingen
Als
[1080i]
ingesteld is, heeft het formaat 1080i voorrang voor de HDMI-uitvoer. Als deze
instelling echter niet overeenkomt met de ingangsinstelling van de televisie, wordt de resolutie
eerst gewijzigd in 720p en daarna in 480p. Voor meer informatie over het wijzigen van de
ingangsinstelling van de televisie, raadpleegt u de handleiding van de televisie.
VIDEO OUT
Afhankelijk van het type videosignaal van uw televisie kunt u NTSC of PAL selecteren.
In het buitenland moet u deze instelling misschien wijzigen als u de camera op een TV
wilt aansluiten en beelden wilt weergeven. Zorg dat u het juiste type videosignaal hebt
geselecteerd voordat u de videokabel aan gaat sluiten. Als u het verkeerde type videosignaal
hebt geselecteerd, worden de foto's niet goed weergegeven op uw televisie.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 102 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
103
NL
Types videosignaal in de belangrijkste landen en gebieden
Controleer het type videosignaal voordat u de camera op de tv aansluit.
8
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de scherpstelling vastgezet wordt, op
[OFF]
zetten door op de ontspanknop te drukken.
SLEEP
Als de camera gedurende een bepaalde tijd niet wordt bediend, springt hij automatisch op
sluimerstand (stand by) om de batterijen te sparen. Met
[SLEEP]
kunt u de sluimerstandtimer
instellen op
[1MIN]
,
[3MIN]
,
[5MIN]
of
[10MIN]
. Met
[OFF]
schakelt u de sluimerstand uit.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q
-knop, enz.).
USB MODE
Met het bijgeleverde USB-kabeltje kunt u de camera rechtstreeks op een computer of printer
aansluiten. Als u van tevoren opgeeft op welk apparaat u de camera aansluit, kunt u de
instelprocedure voor de USB-aansluiting overslaan die normaliter verschijnt als u de kabel
aansluit op de camera. Voor meer informatie over hoe u de camera op een apparaat aansluit,
raadpleegt u “Camera aansluiten op een printer“ (
g
Blz. 115) en “Camera aansluiten op een
computer“ (
g
Blz. 120).
[AUTO]
Het selectiescherm voor de USB-aansluiting verschijnt telkens als u de camera op een
computer of printer aansluit.
[STORAGE]
Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer. Selecteer deze stand ook als
u via een pc-aansluiting de OLYMPUS Master software wilt gebruiken.
[MTP]
Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer waarop Windows Vista is
geïnstalleerd, zonder de OLYMPUS Master software te gebruiken.
[PRINT]
Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge. Hierbij kunt u foto's
printen met vooraf gekozen instellingen voor het aantal prints, de papiersoort enz.
g
“Camera aansluiten op een printer“ (Blz. 115)
NTSC Noord Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL Europese landen, China
E-P1_MASTER_NL.fm Page 103 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
104
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
LIVE VIEW BOOST
Tijdens fotograferen met live bekijken, kunt u de monitor lichter maken voor gemakkelijkere
bevestiging van uw onderwerp.
[OFF]
Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor met het helderheidsniveau dat is
aangepast aan de ingestelde belichting. U kunt, terwijl u vooraf via de monitor bevestigt,
een foto naar uw wens maken.
[ON]
De camera past het helderheidsniveau automatisch aan en geeft het onderwerp op de
monitor weer voor gemakkelijkere bevestiging. Het effect van de aanpassingen van
belichtingscorrectie worden niet op de monitor weergegeven.
g
FACE DETECT
Als deze is ingesteld op
[ON]
detecteert de camera gezichten van mensen en stelt automatisch
scherp.
g
“De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken“ (Blz. 39)
U kunt close-ups weergeven door scherp te stellen op het gezicht van het onderwerp.
g
“Enkel beeld / Gezoomd weergeven“ (Blz. 81)
INFO SETTING
Selecteer de weergegeven informatie als u tijdens live bekijken of weergeven op
de
INFO
-knop drukt.
[
q
INFO]
Hiermee bepaalt u of
[IMAGE ONLY]
,
[OVERALL]
,
[
u
]
,
[HIGHLIGHT&SHADOW]
worden weergegeven of verborgen tijdens de
weergave.
g
“Informatiedisplay“ (Blz. 83)
[LV-INFO]
Hiermee bepaalt u of
[
u
]
,
[ZOOM]
,
[MULTI VIEW]
,
[IMAGE ONLY]
,
[
w
]
,
[
x
]
of
[
y
]
tijdens live bekijken worden weergegeven of verborgen.
g
“Het informatiedisplay omschakelen“ (Blz. 41)
VOLUME
U kunt het luidsprekervolume instellen van 0 tot 5.
m
SETUP
De weergavemethode instellen tijdens weergave van een diashow.
[SLIDE INTERVAL]
Stelt het interval waarmee beelden worden gewisseld,
in op 2 – 10 seconden.
[MOVIE INTERVAL]
Als een film wordt weergegeven, selecteert u
[FULL]
om de volledige
film weer te geven, of
[SHORT]
om een fragment halverwege de film
weer te geven.
LEVEL GAUGE
Detecteert kanteling in het horizontale, voorwaartse en achterwaartse vlak als
[LEVEL GAUGE]
is ingesteld op
[ON]
. Dit is een handig hulpmiddel in situaties waarin u niet zeker weet of de
camera recht staat, bijv. als u de horizon of de skyline niet op het scherm kunt zien of als het
scherm donker is wanneer u 's nachts fotografeert.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 104 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
105
NL
Indicatie op de monitor:
Druk zo vaak op de
INFO
-knop tot het waterpas
verschijnt.
g
“Het informatiedisplay
omschakelen“ (Blz. 41)
Waterpas kalibreren:
j g
“LEVEL ADJUST“ (Blz. 111)
x
Opmerkingen
Als de camera sterk vooruit of achteruit wordt
gekanteld, neemt de fout van de horizontale
kanteling toe.
MOVIE
R
Stel deze functie in op
[ON]
om geluid op te nemen wanneer u films opneemt.
V
EXP /
e
/ ISO
EV STEP
U kunt de EV-stap voor de instelling van de belichtingsparameters selecteren, zoals sluitertijd,
diafragmawaarde, belichtingscorrectiewaarde, waarbij u kunt kiezen uit
[1/3EV]
,
[1/2EV]
of
[1EV]
.
METERING
g
Blz. 49
AEL-meting
U kunt de lichtmeetmethode instellen als u knop
AEL
/
AFL
indrukt om de belichting
vast te houden.
In de stand
[AUTO]
wordt de lichtmeetmethode toegepast die u bij
[METERING]
hebt geselecteerd.
ISO
g
Blz. 53
ISO STEP
U kunt de EV-stap voor de ISO-gevoeligheid selecteren uit
[1/3EV]
of
[1EV]
.
ISO-AUTO SET
Als ISO is ingesteld op
[AUTO]
, kunt u de bovengrenswaarde en de standaard ISO-waarden
instellen.
[HIGH LIMIT]
Hiermee stelt u de bovengrens in van de automatisch variërende ISO-waarde.
De bovengrens kan worden ingesteld van 200 tot 6.400 in stappen van 1/3 EV.
[DEFAULT]
Hiermee wordt de waarde ingesteld die normaal wordt gebruikt als de optimale belichting
kan worden verkregen. De waarde kan worden ingesteld van 200 tot 6.400 in stappen
van 1/3 EV.
TIPS
Verschijnt als het weergavegebied
wordt overschreden.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 105 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
106
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
ISO-AUTO
U kunt de fotografeerstand instellen waarbij de instelling ISO
[AUTO]
wordt geactiveerd.
[
P
/
A
/
S
]
De
[AUTO]
wordt hiermee geactiveerd voor alle fotografeerstanden behalve de
M
-stand.
Als
[AUTO]
geselecteerd is in de M-stand, wordt de ISO-waarde op
200 gezet.
[ALL]
De
[AUTO]
wordt hiermee geactiveerd voor alle fotografeerstanden.
De optimale
ISO-waarde wordt dan automatisch ingesteld, ook in de stand M
.
BULB TIMER
U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd (in minuten) instellen.
ANTI-SHOCK
U kunt het interval tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en het ontspannen
van de sluiter instellen tussen 1/8 en 30 seconden.
Dit vermindert camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze functie is handig voor
bijvoorbeeld microscoopfotografie en astrofotografie.
x
Opmerkingen
Anti-shock wordt apart toegevoegd aan de fotografeerfuncties (enkelbeeldopnamen,
repeterende opnamen, en opnamen met de zelfontspanner).
g
“Repeterende
opnamen“ (Blz. 61)
BRACKETING
De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens een
beetje anders.
[AE BKT]
g
Blz. 52
[WB BKT]
g
Blz. 70
[FL BKT]
g
Blz. 77
[ISO BKT]
g
Blz. 54
W
#
CUSTOM
FLASH MODE
g
Blz. 75
w g
Blz. 77
#
X-SYNC.
U kunt de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst. De sluitertijd kan worden
ingesteld van 1/60 tot 1/180 in stappen van 1/3 EV.
#
SLOW LIMIT
U kunt de trage grens van de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst.
De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/30 tot 1/180 in stappen van 1/3 EV.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 106 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
107
NL
w
+
F
In de stand
[ON]
wordt deze waarde opgeteld bij de waarde van de belichtingscorrectie
en wordt de flitssterkteregeling geactiveerd.
X
K
/ COLOR / WB
NOISE REDUCT.
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke
opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met
[NOISE REDUCT.]
onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken.
Als de ruisonderdrukking is ingesteld op
[AUTO]
wordt de ruisonderdrukking alleen
ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op
[ON]
wordt de ruisonderdrukking
steeds ingeschakeld.
Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto
te maken.
Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt.
Tijdens de bewerking knippert de indicatie-LED Dataverkeer. U kunt pas een volgende
foto maken zodra de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
x
Opmerkingen
Tijdens repeterende opnamen wordt
[NOISE REDUCT.]
automatisch uitgeschakeld
[OFF].
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
NOISE FILTER
U kunt het ruisonderdrukkingsniveau selecteren. In de meeste gevallen kunt u
[STANDARD]
gebruiken.
[HIGH]
wordt aanbevolen tijdens fotograferen met hoge gevoeligheid.
WB
g
Blz. 67
Indien ingesteld
op
[OFF]
Indien ingesteld
op
[ON]
of
[AUTO]
E-P1_MASTER_NL.fm Page 107 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
108
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
ALL
>
U kunt in één keer dezelfde correctiewaarde toepassen op alle witbalansstanden.
[ALL SET]
Bij alle witbalansen wordt dezelfde correctiewaarde toegepast.
[ALL RESET]
De op alle witbalansen toegepaste correctiewaarde wordt hiermee in één
keer ongedaan gemaakt.
Als u [ALL SET] hebt geselecteerd
1)
Selecteer de kleurrichting met
hi
.
Naar A: amber-blauw / Naar G: groen-magenta
2)
Stel de correctiewaarde in met
fg
.
g
“Witbalanscorrectie“ (Blz. 68)
Zodra u knop
AEL
/
AFL
loslaat, wordt een testopname gemaakt.
U kunt de aangepaste witbalans controleren.
Als u [ALL RESET] hebt geselecteerd
1)
Met
fg
selecteert u
[YES]
.
COLOR SPACE
Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of printer worden weergegeven.
Het eerste teken in de bestandsnaam geeft aan welk kleurenpalet op dat moment is ingesteld.
g
“FILE NAME“ (Blz. 109)
SHADING COMP.
In bepaalde gevallen kunnen de randen van het beeld in de schaduw komen te liggen ten
gevolge van de eigenschappen van de lens. De functie Schaduwcompensatie corrigeert dit
door de helderheid aan de donkere rand van het beeld te verhogen. Deze functie is met name
interessant als u een groothoeklens gebruikt.
x
Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar als u een teleconverter of een tussenring op de camera
heeft bevestigd.
Bij hogere ISO-instellingen kan er ruis zichtbaar zijn aan de randen van het beeld.
K
SET
U kunt 4 combinaties vastleggen van de beschikbare
3 resoluties en 4 compressiefactoren. Selecteer
de vastgelegde instelling met
[
K
]
.
g
“De beeldkwaliteit selecteren“ (Blz. 64)
[sRGB]
Gestandaardiseerde kleurruimte voor Windows.
[Adobe RGB]
Kleurruimte die u met Adobe Photoshop kunt
instellen.
D
SET
BACK SET
PIXEL COUNT
Y
Y
arge
SF F N SF
XWW
1 2 3 4
Leg vier verschillende combinaties
van beeldinstellingen vast.
Selecteer de compressiefactor.
Selecteer het gewenste
aantal pixels.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 108 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
109
NL
PIXEL COUNT
U kunt het aantal pixels selecteren voor de resoluties
[
X
]
en
[
W
]
.
[
X
iddle] (medium)
Selecteer
[3200 x 2400]
,
[2560x1920]
, of
[1600 x 1200]
.
[
W
mall] (klein)
Selecteer
[1280 x 960]
,
[1024 x 768]
, of
[640 x 480]
.
Y
RECORD / ERASE
QUICK ERASE
U kunt de opname die u net heeft gemaakt, onmiddellijk wissen met behulp van de
D
-knop.
[OFF]
Als u op de
D
-knop drukt, verschijnt het bevestigingsscherm dat u vraagt of
u het beeld effectief wenst te wissen.
[ON]
Door op de
D
-knop te drukken, wordt het beeld onmiddellijk gewist.
RAW+JPEG ERASE
Hiermee selecteert u hoe u RAW+JPEG-beeld wilt wissen. Met deze functie kunt u slechts één
beeld wissen.
[JPEG]
Wist alle JPEG-beeldbestanden en laat alleen de RAW-beeldbestanden
staan.
[RAW]
Wist alle RAW-beeldbestanden en laat alleen de JPEG-beeldbestanden
staan.
[RAW+JPEG]
Wist beide soorten beeldbestanden.
x
Opmerkingen
Deze functie werkt alleen als u één beeld wist. Voor 'alle beelden wissen' of 'geselecteerde
beelden wissen' worden zowel RAW en JPEG gewist, ongeacht deze instelling.
FILE NAME
Als u een foto maakt, slaat de camera die foto onder een unieke bestandsnaam op in een map.
Hoe bestandsnamen worden toegekend, ziet u in de onderstaande afbeelding.
Alle mappen
Mapnaam
000 OLYMP
Mapnummer (100 – 999)
Pmdd0000.jpg
Bestandsnaam
Dag
(01 – 31)
Maand
(10, 11, 12 wordt A, B, C)
Kleurruimte
P: sRGB
_: Adobe RGB
Bestandsnummer
(0001 – 9999)
Als u 9999 foto's gemaakt heeft, wordt de teller teruggezet
op 0001 voor de volgende foto, bij het mapnummer wordt de
waarde 1 opgeteld om een nieuwe map te benoemen en aan
te leggen waarin het volgende beeld (bestand) is opgeslagen.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 109 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
110
NL
9
De camera volgens
uw wensen instellen
[AUTO]
Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de mapnummers van het vorige kaartje
aangehouden. Als het nieuwe kaartje een foto bevat met hetzelfde bestandsnummer als
een foto die op het vorige kaartje is opgeslagen, krijgen de foto's op het nieuwe kaartje
een bestandsnummer dat aansluit op het hoogste nummer van het vorige kaartje.
[RESET]
Als u een nieuw kaartje inzet, beginnen de mapnummers met 100 en de bestandsnaam
met 0001. Als u een kaart inzet waarop al foto's staan, beginnen de nieuwe
bestandsnummers met het nummer dat volgt op het hoogste bestandsnummer dat al
op de kaart stond.
EDIT FILENAME
U kunt de naam van beeldbestanden wijzigen, zodat u ze gemakkelijker kunt identificeren
en organiseren.
Het gedeelte van de bestandsnaam dat kan worden gewijzigd, is afhankelijk van de
kleurruimte.
g
“COLOR SPACE“ (Blz. 108)
PRIORITY SET
U kunt de uitgangspositie van de cursor (
[YES]
of
[NO]
) instellen in het scherm Erasing images
of Formatting the card.
dpi SETTING
U kunt voor foto's van tevoren al de printresolutie instellen. Deze printresolutie wordt dan
samen met de foto op de geheugenkaart opgeslagen.
[AUTO]
Automatisch, aan de hand van de ingestelde beeldresolutie.
[CUSTOM]
Stel de gewenste waarde in.
Druk op
i
om het instelmenu op te roepen.
Z
K
UTILITY
PIXEL MAPPING
g
Blz. 129
EXPOSURE SHIFT
U kunt de standaardwaarde voor de optimale belichting voor elke lichtmeetmethode
aanpassen volgens uw voorkeur. Instelling is mogelijk in stappen van 1/6 EV in een
bereik van -1.0 EV tot +1.0 EV.
x
Opmerkingen
De belichtingscorrectie kan worden ingesteld van -3.0 EV tot +3.0 EV. Door
[EXPOSURE SHIFT]
in te stellen, wordt het bereik beperkt van de richting waarin
de standaardwaarde wordt aangepast.
U kunt de waarde voor de belichtingsverschuiving niet controleren tijdens het fotograferen.
Voor normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de belichtingscorrectie.
g
“Belichtingscorrectie“ (Blz. 50)
sRGB : Pmdd0000.jpg AdobeRGB : _mdd0000.jpg
U kunt het karakter wijzigen in OFF, A – Z of 0 – 9.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 110 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
De camera volgens
uw wensen instellen
9
111
NL
f
WARNING LEVEL
U kunt de tijd instellen wanneer
f
verschijnt (aangaat). Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
g
“LCD-monitor (Live view)“ (Blz. 8)
x
Opmerkingen
De batterijspanningsindicator vormt geen waarschuwing dat de batterij moet worden opgeladen.
Als f
knippert, dient u de batterij op te laden.
LEVEL ADJUST
U kunt het waterpas kalibreren.
[RESET]
Herstelt de standaardinstellingen af fabriek.
[ADJUST]
Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
x
Opmerkingen
Stel
[ADJUST]
enkel in als de camera goed vast staat in een horizontale positie. Als de camera
niet stabiel staat, is het mogelijk dat u het waterpas niet goed kunt kalibreren.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 111 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Printen
10
10
112
NL
Printen
Printreservering
Het printreserveringssysteem biedt u de mogelijkheid om samen met de op het kaartje
opgeslagen beelden ook printgegevens (het aantal prints en datum- en tijdinformatie)
op te slaan.
De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
DPOF (Digital Print Order Format)
Dit is voor het opslaan van gewenste printinstellingen op digitale camera's. Door in te voeren
welke beelden moeten worden geprint en hoeveel kopieën er moeten worden gemaakt, kan
de gebruiker de beelden eenvoudig laten printen door een printer of printspeciaalzaak die het
DPOF-formaat ondersteunt.
Laten printen door een voor DPOF ingerichte foto-ontwikkelcentrale
Hier kunnen foto's geprint worden aan de hand van de printreserveringen.
Printen met een voor DPOF geschikte printer
Foto's kunnen rechtstreeks met een aangesloten printer worden afgedrukt zonder dat
u een pc nodig hebt. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer.
Het is mogelijk dat u, om te kunnen printen, een PC-kaartadapter nodig heeft.
x
Opmerkingen
Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met
deze camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met
het oorspronkelijke apparaat. Bovendien kunt u door nieuwe DPOF-reserveringen in te stellen
met deze camera, de vorige reserveringen die met een ander apparaat zijn ingesteld, wissen.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
Printreservering is niet mogelijk voor RAW-gegevens.
Printreservering is niet mogelijk voor filmbeelden.
Printreservering (DPOF)
E-P1_MASTER_NL.fm Page 112 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
113
NL
Printen
10
Enkel beeld reserveren
Om voor een foto een printreservering in te stellen, volgt u de bedieningsaanwijzingen.
1
MENU
[
q
]
[
<
]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de
knop
i
te drukken
.
2
Selecteer [
<
] en druk op
i
.
3
Druk op
hi
om het beeld te selecteren waarvoor
u een printreservering wilt instellen en druk op
fg
om het aantal prints in te stellen.
Om een printreservering voor meerdere foto's in te stellen,
herhaalt u deze stap.
4
Druk op de knop
i
als u klaar bent.
Het menu voor reservering van een enkel beeld verschijnt.
5
Selecteer de gewenste datumweergave en druk
op
i
.
[NO]
De beelden worden zonder datum en tijd geprint.
[DATE]
De foto's worden geprint met de datum
van fotograferen.
[TIME]
De foto's worden geprint met het tijdstip
van fotograferen.
6
Selecteer [SET] en druk op
i
.
ON
EDIT
RESET PROTECT
SETBACK
Bedieningsaanwijzingen
BACK SET
PRINT ORDER SETTING
BACK SET
x
2
x
2
100-0009
100-0009
15
15
NO
DATE
TIME
BACK SET
SET
CANCEL
BACK
SET
PRINT ORDER SETTING
E-P1_MASTER_NL.fm Page 113 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
114
NL
Printen
10
Alle beelden reserveren
Past printreservering toe op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. Het aantal prints is
ingesteld op 1.
1
MENU
[
q
]
[
<
]
2
Selecteer [
U
] en druk op
i
.
3
Selecteer de gewenste datumweergave en druk op
i
.
[NO]
De beelden worden zonder datum en tijd geprint.
[DATE]
De foto's worden geprint met de datum van fotograferen.
[TIME]
De foto's worden geprint met het tijdstip van fotograferen.
4
Selecteer [SET] en druk op de
i
-knop.
Printreserveringsgegevens resetten
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde foto's.
1
MENU
[
q
]
[
<
]
Printreserveringsgegevens van alle foto's annuleren
2
Selecteer [
<
] of [
U
] en druk op de
i
-knop.
3
Selecteer [RESET] en druk op
i
.
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een geselecteerde foto
2
Selecteer [
<
] en druk op
i
.
3
Selecteer [KEEP] (bewaren) en druk op
i
.
4
Gebruik
hi
om het beeld te selecteren met printreserveringsgegevens die
u wilt annuleren en druk daarna op
g
om het aantal prints op 0 te zetten.
5
Druk op de knop
i
als u klaar bent.
6
Selecteer de gewenste datumweergave en druk op
i
.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
7
Selecteer [SET] en druk op de
i
-knop.
RESET
KEEP
PRINT ORDERED
PRINT ORDER SETTING
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 114 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
115
NL
Printen
10
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt
u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Om vast te stellen of uw printer wel of niet
geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer.
PictBridge
De norm die het u mogelijk maakt om digitale camera's en printers van verschillende
fabrikanten op elkaar aan te sluiten en u toelaat om foto's rechtstreeks van de camera
te printen.
STANDARD
Alle printers die PictBridge ondersteunen, beschikken over standaardprintinstellingen.
Selecteer
[
<
STANDARD]
in het instelmenu (
g
Blz. 117) om de foto's met deze instellingen
te printen. Voor details over de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de
handleiding ervan of neemt u contact op met de fabrikant.
x
Opmerkingen
Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
Beelden opgenomen met bestandstype RAW kunnen niet geprint worden.
U kunt geen filmbeelden printen.
De camera kan de sluimerstand niet aannemen, omdat hij verbonden is met het USB-kabeltje.
Camera aansluiten op een printer
Gebruik het meegeleverde USB-kabeltje om de camera aan te sluiten op een printer die
compatibel is met PictBridge.
1
Schakel de printer in en verbind de USB-kabel met de multiconnector van de camera
en de USB-poort van de printer.
Voor meer informatie over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort,
raadpleegt u de handleiding van de printer.
Direct printen (PictBridge)
De beschikbare printfuncties en instellingen, zoals papierformaat, zijn afhankelijk van
het type printer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer.
Voor details over de soorten printerpapier, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt
u de handleiding van de printer.
Multiconnector
USB-kabeltje
Kleiner contact
Zoek dit teken.
USB-poort
E-P1_MASTER_NL.fm Page 115 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
116
NL
Printen
10
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven.
3
Met knop
fg
selecteert u [PRINT].
[ONE MOMENT]
verschijnt terwijl camera en printer
met elkaar verbonden worden.
Ga naar “Printen volgens de specificatie van de
klant“ (
g
Blz. 116).
x
Opmerkingen
Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt, koppelt
u het USB-kabeltje los start u opnieuw vanaf stap 1.
Eenvoudig printen
1
Selecteer met
hi
de te printen foto's om deze op de camera weer te geven.
Geef de foto die u wilt printen op de camera weer en sluit
de camera met behulp van een USB-kabeltje op een
printer aan. Het scherm rechts verschijnt korte tijd.
2
Druk op
i
.
Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt
als het printen is voltooid. Om een andere foto te printen,
selecteert u met
hi
de gewenste foto en drukt u op
i
.
Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de
camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de foto
wordt weergegeven.
Printen volgens de specificatie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie)
De beschikbare printfuncties staan hieronder vermeld.
[PRINT]
Print geselecteerde foto's.
[ALL PRINT]
Print u alle beelden die opgeslagen zijn
op het kaartje en maakt van elke foto
een print.
[MULTI PRINT]
Print meerdere kopieën van dezelfde
foto als afzonderlijke beelden op een
enkel blad.
[ALL INDEX]
Print een index van alle beelden die
op het kaartje zijn opgeslagen.
[PRINT ORDER]
Print overeenkomstig de
printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering
bestaat, is deze functie niet
beschikbaar. (
g
Blz. 113)
MTP
USB
SET
STORAGE
PRINT
EXIT
PC / CUSTOM PRINT
EASY PRINT START
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT ORDER
PRINT MODE SELECT
EXIT SET
Volg de hier getoonde
bedieningsaanwijzingen.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 116 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
117
NL
Printen
10
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-instelling van
de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
[SIZE]
Stelt het papierformaat in dat de printer
ondersteunt.
[BORDERLESS]
Selecteert of de foto op een volledige
pagina wordt geprint of binnen een
blanco kader.
[PICS / SHEET]
Selecteert het aantal beelden per
blad. Dit verschijnt als u de functie
[MULTI PRINT]
hebt geselecteerd.
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen De geselecteerde foto's kunnen later worden
geprint (reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan rechtstreeks
worden geprint.
[PRINT]
(
f
) Print de foto die nu wordt
weergegeven. Als er een foto met
een
[SINGLE PRINT]
-reservering
bestaat, zal alleen deze
gereserveerde foto worden
geprint.
[SINGLE PRINT]
(
t
) Maakt een printreservering voor
de foto die nu wordt
weergegeven. Als u na het maken
van een
[SINGLE PRINT]
-
reservering deze printreservering
ook op andere foto's wilt
toepassen, selecteert u met
hi
de gewenste foto's.
[MORE]
(
u
) Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet.
Hoe u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ (
g
Blz. 118)
in de volgende paragraaf.
PRINTPAPER
STANDARD STANDARD
SIZE BORDERLESS
BACK SET
PRINTPAPER
SIZE PICS/SHEET
STANDARD
16
BACK SET
SINGLEPRINT
SELECT
MORE
PRINT
123-3456
123-3456
15
15
E-P1_MASTER_NL.fm Page 117 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
118
NL
Printen
10
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de foto wilt
afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op
[ALL PRINT]
en
[OPTION SET]
geselecteerd is,
verschijnt het volgende scherm.
[
<
x
] Voor het instellen van het aantal prints.
[DATE]
Print de datum en het tijdstip die bij de foto
zijn opgeslagen.
[FILE NAME]
Print de bestandsnaam die bij het beeld
is opgeslagen.
[
P
]
Snijdt het beeld uit voor het printen. De
grootte van de uitsnede instellen met de
hoofdregelaar en de positie van de uitsnede
met de pendelknop.
2
Als u de foto's die u wilt printen en de
printgegevens hebt ingesteld, selecteert
u [PRINT] en drukt u op
i
.
[PRINT]
Brengt de beelden die u wilt printen
over naar de printer.
[CANCEL]
Annuleert de instellingen. Alle
printreserveringsgegevens gaan dan
verloren. Als u de
printreserveringsgegevens wilt behouden
en andere instellingen wilt maken, drukt
u op de
MENU
-knop. Hiermee keert
u terug naar de vorige instelling.
Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op de knop
i
.
[CONTINUE]
Het printen wordt voortgezet.
[CANCEL]
Het printen wordt geannuleerd.
Alle printreserveringsgegevens
gaan dan verloren.
DATE
FILE NAME
1
WITHOUT
WITHOUT
PRINT INFO
BACK SET
PRINT
PRINT
CANCEL
BACK SET
CONTINUE
CANCEL
SET
PRINT
E-P1_MASTER_NL.fm Page 118 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
11
Gebruik van de OLYMPUS Master software
11
119
NL
Gebruik van de OLYMPUS Master software
Sluit de camera met het USB-kabeltje aan op een computer. Met de meegeleverde OLYMPUS
Master software kunt u nu eenvoudig beelden die op het kaartje zijn opgeslagen overbrengen
naar de computer.
Wat is OLYMPUS Master?
OLYMPUS Master is een beeldbeheerprogramma met functies om beelden die u met uw
digitale camera gemaakt heeft te bekijken en te bewerken. Als u de software op uw computer
hebt geïnstalleerd, kan u gebruik maken van volgende mogelijkheden.
Voor informatie over de andere mogelijkheden van OLYMPUS Master en voor details over het gebruik
van de software, raadpleegt u “Help“ in de OLYMPUS Master software.
Werkvolgorde
Voor te bereiden
2 CD-ROM's met OLYMPUS Master
USB-kabeltje
Computer die aan de systeemeisen voldoet
(Deze systeemeisen vindt u in de
installatiehandleiding van OLYMPUS Master.)
OLYMPUS Master installeren
(raadpleeg de installatiegids die is meegeleverd met OLYMPUS Master)
De camera op de computer aansluiten met het meegeleverde USB-kabeltje (
g
Blz. 120)
Het programma OLYMPUS Master starten (
g
Blz. 121)
Foto's op uw computer opslaan (
g
Blz. 121)
De camera loskoppelen van de computer (
g
Blz. 122)
Gebruik van de bijgevoegde OLYMPUS Master software
z
Beelden overbrengen van de camera of
verwisselbare media naar uw computer
z
Beelden bekijken
U kunt ook genieten van diashows en geluid
afspelen.
z
Beelden groeperen en organiseren
U kunt beelden in albums of mappen verdelen.
Overgebrachte beelden worden automatisch
op datum georganiseerd, waardoor u de
beelden die u zoekt snel kunt vinden.
z
Beelden corrigeren met filters
en correctiefuncties
z
Beelden bewerken
U kunt beelden draaien, deelvergrotingen
maken of de resolutie wijzigen.
z
Diverse printformaten
U kunt uw foto's eenvoudig printen.
z
De firmware van de camera actualiseren
z
RAW-beelden bewerken
E-P1_MASTER_NL.fm Page 119 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de OLYMPUS Master software
11
120
NL
Sluit de camera aan op uw computer met het meegeleverde USB-kabeltje
1
Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de USB-poort van de computer met
de multiconnector van de camera te verbinden.
De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details raadpleegt
u de handleiding van de computer.
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3
Selecteer met
fg
de optie [STORAGE].
Druk op knop
i
.
4
De computer herkent de camera als een nieuw
apparaat.
Windows
De eerste keer dat u de camera op uw computer aansluit, herkent de computer automatisch
de camera. Klik op “OK“ als de melding verschijnt dat de installatie voltooid is.
De computer herkent de camera als een “Removable Disk “.
Macintosh
iPhoto is de standaard software voor het beheren van beelden voor Mac OS. Sluit u uw digitale
Olympus-camera voor de eerste keer aan, dan wordt automatisch het applicatieprogramma
iPhoto opgestart. Sluit iPhoto en start OLYMPUS Master.
x
Opmerkingen
Sluit u de camera aan op een computer, dan zijn alle knoppen van de camera buiten bedrijf.
Camera aansluiten op een computer
Zoek dit teken.
Kleiner contact
USB-poort
USB-kabeltje
Multiconnector
E-P1_MASTER_NL.fm Page 120 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de OLYMPUS Master software
11
121
NL
Windows
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2 “ op het bureaublad.
Macintosh
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2 “ in de map
“OLYMPUS Master 2“.
Het venster “Bladeren“ verschijnt.
Als OLYMPUS Master voor de eerste keer na installatie wordt opgestart, worden het eerste
instelmenu en het venster voor gebruikersregistratie van OLYMPUS Master weergegeven
vóór het venster “Bladeren“. Ga te werk volgens de aanwijzingen op het scherm.
OLYMPUS Master sluiten
1
Klik op “Exit “ in elk venster.
Daarmee sluit u het programma OLYMPUS Master.
Beelden downloaden en opslaan
1
Klik op “Transfer Images “ in het venster
“Browse“ en klik dan op “From Camera “.
Het venster voor het selecteren van de beelden die
u vanuit de camera wilt overbrengen wordt weergegeven.
In dit venster worden alle beelden getoond die in de
camera opgeslagen zijn.
2
Selecteer “New Album“ en voer een albumnaam in.
3
Selecteer de beeldbestanden en klik op
“Transfer Images“.
Daarna verschijnt een venster dat aangeeft
dat het downloaden voltooid is.
4
Klik op “Browse images now“.
In het venster “Bladeren“ worden de beelden die gedownload zijn, weergegeven.
Activeer de OLYMPUS Master software
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer
E-P1_MASTER_NL.fm Page 121 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de OLYMPUS Master software
11
122
NL
Camera loskoppelen van de computer
1
Controleer of de indicatie-LED Dataverkeer niet
meer knippert.
2
Geef op de computer aan dat u het
USB-kabeltje wilt verwijderen.
Windows
1)
Klik op het pictogram “Unplug or Eject
Hardware“ in de knoppenbalk.
2)
Klik op de getoonde melding.
3)
Klik op “OK“ in het venster
“Safe to Remove Hardware“.
Macintosh
1)
Het pictogram van de prullenbak verandert in een
verwijderpictogram als u het pictogram “Untitled“
of “NO_NAME“ op het bureaublad sleept. Sleep
dit pictogram op het verwijderpictogram en zet
het daar neer.
3
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de camera.
x
Opmerkingen
Voor gebruikers van Windows:
Als u op “Unplug or Eject Hardware“ klikt, is het mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt.
Gebeurt dat inderdaad, dan controleert u of de camera bezig is met het lezen van
beeldgegevens of dat applicatiesoftware actief is met het openen van camera beeldbestanden.
In dat geval sluit u de applicatiesoftware, geeft u de opdracht “Unplug or Eject Hardware“
opnieuw en koppelt u de kabel los.
Indicatie-LED Dataverkeer
E-P1_MASTER_NL.fm Page 122 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Gebruik van de OLYMPUS Master software
11
123
NL
1
Klik op het tabblad “Album“ in het venster “Browse“
en selecteer het album dat u wilt bekijken.
Het geselecteerde albumbeeld wordt weergegeven in het
thumbnailgebied.
2
Dubbelklik op de thumbnail van het stilstaande
beeld dat u wilt bekijken.
OLYMPUS Master schakelt om naar het venster voor het
bewerken van het beeld en het beeld wordt vergroot.
Klik op “Back“ om terug te keren naar het venster
“Browse“.
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen
naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje op een computer aan
te sluiten. Dit kan zelfs zonder dat u hiervoor OLYMPUS Master gebruikt. De volgende
besturingssystemen ondersteunen de USB-aansluiting:
Windows : 2000 Professional / XP Home Edition / XP Professional / Vista
Macintosh : Mac OS X v10.3 of een latere versie
x
Opmerkingen
Als op uw computer Windows Vista loopt, selecteert u
[MTP]
in stap 3 op bladzijde 120 om
Windows Photo Gallery te kunnen gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd,
ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde computers
Stilstaande beelden bekijken
Beelden overbrengen naar uw computer zonder
OLYMPUS Master te gebruiken
Thumbnail
E-P1_MASTER_NL.fm Page 123 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
12
124
NL
Fotografeertips en onderhoud
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur.
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de camera
in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera is automatisch uitgeschakeld
Om de batterijen te sparen als de camera niet bediend wordt, zal de camera na een vastgestelde tijd
in de sluimerstand gaan en niet langer meer werken. Om de camera weer te activeren, drukt u op de
ontspanknop of op een andere knop.
g
“SLEEP“ (Blz. 103)
Als een bijkomende vastgestelde tijd verstreken is, schakelt de camera uit.
De flitser wordt opgeladen.
Op de LCD-monitor knippert het symbool
#
als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen
stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
Als het AF-bevestigingsteken op de LCD-monitor knippert, betekent dit dat de camera niet kan
scherpstellen met AF. Druk de ontspanknop weer in.
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis
verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange sluitertijden.
Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt
[NOISE REDUCT.]
op
[OFF]
zetten.
g
“NOISE REDUCT.“ (Blz. 107)
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in voordat
u de camera gebruikt.
g
“Datum en tijd instellen“ (Blz. 15)
De batterij is uit de camera verwijderd
De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer 1 dag geen
batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als de batterij maar
gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat u belangrijke foto's gaat
maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Fotografeertips en -informatie
E-P1_MASTER_NL.fm Page 124 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
125
NL
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
Stel altijd scherp op iets dat een hoog contrast heeft en zich op dezelfde afstand als het
onderwerp bevindt, bepaal de compositie en neem de foto.
g
“Focus lock – Als het
scherpstellen niet lukt (scherpstelgeheugen)“ (Blz. 60)
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semi-tegenlicht gemaakt is. Dit wordt veroorzaakt
door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd. Bedenk zoveel
mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt opgenomen.
Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is. Gebruik een
zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet helpt, gebruikt
u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g
“Verwisselbare lenzen“ (Blz. 132)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer
[PIXEL MAPPING]
uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar
keer.
g
“Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 129)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van
[
j
]
en
[NOISE REDUCT.]
, enz.
Cameratrilling terwijl de camera uitgeschakeld is
De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de beeldstabilisator initialiseert.
Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet goed werken.
De ingestelde functies worden weer op de standaard fabrieksinstellingen gezet.
Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan
P
,
A
,
S
of
M
, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de
standaard fabrieksinstellingen.
AF-teken knippert
Deze onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in het
midden van het beeld
Een onderwerp met
patronen die zich
herhalen
AF-teken gaat branden
maar het onderwerp is
niet scherpgesteld.
Onderwerpen op
verschillende afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied
E-P1_MASTER_NL.fm Page 125 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
126
NL
Foutcodes
Indicatie op
de monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
NO CARD
U hebt geen kaartje in de camera
geplaatst of het kaartje wordt niet
herkend.
Steek een kaartje erin of steek een ander
kaartje erin.
CARD ERROR
Er is een probleem met het
kaartje.
Plaats het kaartje opnieuw in de camera.
Blijft het probleem bestaan, dan moet u het
kaartje formatteren. Als het kaartje niet
geformatteerd kan worden, kan dit niet
gebruikt worden.
WRITE PROTECT
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiligingsschakelaar van het
kaartje staat in de stand
[LOCK]
. Verschuif
de schakelaar.
g
Blz. 130
CARD FULL
Het kaartje is vol. Er kunnen geen
foto's meer worden genomen of
er kan geen informatie, zoals
printreservering, meer worden
opgeslagen.
Vervang het kaartje door een ander of wis
overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over naar een
computer voordat u beelden gaat wissen.
CARD FULL
Er is geen plaats op het kaartje
en printreservering of nieuwe
beelden kunnen niet opgeslagen
worden.
Vervang het kaartje door een ander of wis
overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over naar een
computer voordat u beelden gaat wissen.
Het kaartje kan niet worden
gelezen. Het kaartje is eventueel
niet geformatteerd.
Selecteer
[CLEAN CARD]
, druk op
i
en
zet de camera uit. Verwijder het kaartje en
veeg het metalen contactvlak met een
zachte, droge doek schoon.
Selecteer
[FORMAT]
[YES]
en druk
vervolgens op
i
om het kaartje te
formatteren. Bij het formatteren worden
alle gegevens op het kaartje gewist.
NO PICTURE
Er zijn geen foto's op het kaartje
opgeslagen.
Het kaartje bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
PICTURE ERROR
Er heeft zich een probleem met
de geselecteerde foto
voorgedaan, waardoor dit beeld
met de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
Gebruik de beeldbewerkingssoftware
om het beeld op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het beeldbestand
beschadigd.
THE IMAGE
CANNOT BE
EDITED
Foto's die met een andere camera
zijn genomen kunnen niet met
deze camera bewerkt worden.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de
foto te bewerken.
CLEAN CARD
FORMAT
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
CARD SETUP
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 126 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
127
NL
m
De interne temperatuur van de
camera is toegenomen ten
gevolge van repeterende
opnamen.
Schakel de camera uit en wacht tot
de interne temperatuur gedaald is.
Interne
cameratemperatuur
is te hoog.
Wacht even totdat
de camera is
afgekoeld, voordat
u deze gebruikt.
Wacht even totdat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld. Laat de interne
temperatuur van de camera afkoelen,
voordat u de camera weer in gebruik
neemt.
BATTERY EMPTY
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.
NO CONNECTION
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem
opnieuw, maar nu goed, aan.
NO PAPER
De papiervoorraad van
de printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier in
de printer.
NO INK
De inktvoorraad van
de printer is op.
Vervang de inktcassette in de printer.
JAMMED
Het papier in de printer
is vastgelopen.
Haal het papier dat de printer blokkeert
uit de printer.
SETTINGS
CHANGED
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen op
de camera gemaakt werden.
Bedien de printer niet, terwijl u instellingen
op de camera maakt.
PRINT ERROR
Er heeft zich een probleem met
de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit. Controleer
de printer en hef eventuele storingen op
voordat u beide apparaten weer inschakelt.
CANNOT PRINT
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de foto's
te printen.
Indicatie op
de monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
E-P1_MASTER_NL.fm Page 127 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
128
NL
Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in
een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog
hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem
schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
LCD-monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens met een
lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen stof op het
beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het beeldopneemelement
te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie elke
keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop gehouden
worden voor een effectieve stofreductie. Het SSWF-indicatielampje knippert terwijl de
stofreductie uitgevoerd wordt.
g
“Automatische stofreductie“ (Blz. 14)
x
Opmerkingen
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën behandeld
reinigingsdoekje.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt. Maak een
proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat u belangrijke
foto's maakt.
Onderhoud van de camera
E-P1_MASTER_NL.fm Page 128 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Fotografeertips en onderhoud
12
129
NL
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor heeft gebruikt of continu
foto's gemaakt heeft, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel mapping
gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1
MENU
[
c
]
[
Z
]
[PIXEL MAPPING]
2
Druk op
i
, druk daarna op de
i
-knop.
Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de
[BUSY]
-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
x
Opmerkingen
Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 129 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
13
130
NL
Informatie
Toepasbare geheugenkaartjes
Met “Kaartje“ in deze handleiding wordt een opslagmedium bedoeld. De enige kaartjes die
u met deze camera kunt gebruiken, zijn SD- en SDHC-geheugenkaartjes (afzonderlijk
verkocht), die voldoen aan de SD-standaard. Kijk voor de meest actuele informatie op
de Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaartje
Het SD-kaartje is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar.
Als u de schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u niet schrijven naar het
kaartje, gegevens van het kaartje verwijderen of het kaartje formatteren.
Zet de schakelaar terug om naar het kaartje te kunnen schrijven.
x
Opmerkingen
De gegevens op het kaartje zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren
van het kaartje of het wissen van de gegevens. Indien u het kaartje wegdoet, dient u het te
vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Het geheugenkaartje formatteren
Kaartjes die op een computer of een andere camera zijn geformatteerd, moet u eerst met deze
camera formatteren voor u ze kunt gebruiken.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook eventuele
beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikt kaartje formatteren, controleer dan eerst of dit kaartje
geen opnamen bevat die u wilt bewaren.
1
MENU
[
W
]
[CARD SETUP]
2
Met
fg
selecteert u [FORMAT]. Druk op knop
i
.
3
Met
fg
selecteert u [YES].
Druk op knop i
.
Het kaartje wordt dan geformatteerd.
Info over het kaartje
LOCK
ALL ERASE
FORMAT
CARD SETUP
BACK
SET
E-P1_MASTER_NL.fm Page 130 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
131
NL
z
Gebruik de enkele Olympus lithium-ionbatterij (BLS-1).
Andere batterijen kunnen niet worden gebruikt.
z
Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
z
Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen,
zal de batterij snel leeg zijn.
Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor de
autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld.
Langdurig weergeven van beelden op de LCD-monitor.
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
z
Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt.
z
Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor gebruik op met het meegeleverde laadapparaat (BCS-1).
z
De normaal laadtijd met het meegeleverde laadapparaat bedraagt ongeveer 3 uur
30 minuten (schatting).
z
Gebruik geen andere laadapparaten dan het hier beschreven apparaat.
x
Opmerkingen
Er bestaat ontploffingsgevaar als de batterij wordt vervangen door een batterij van het
verkeerde type. Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies. “Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen“ (
g
Blz. 151)
z
Het laadapparaat kan in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen het
bereik van 100V tot 240 V AC (50 / 60 Hz), over de hele wereld. Afhankelijk van uw land
of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat een
verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of
reisagentschap.
z
Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat het laadapparaat dan eventueel
niet goed functioneert.
Batterij en laadapparaat
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken
E-P1_MASTER_NL.fm Page 131 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
132
NL
Selecteer de lens waarmee u wilt fotograferen.
Gebruik een aanbevolen lens (Micro Four Thirds-lensvatting). Om de “Four Thirds-lens“ te
gebruiken, is een adapter vereist (afzonderlijk verkocht). Er is ook een adapter verkrijgbaar
(afzonderlijk verkocht) om een OM-lens te gebruiken.
M.ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen
Dit is een verwisselbare lens die speciaal bedoeld is voor gebruik met het “Micro Four Thirds“-
systeem, dat een kleinere, dunnere versie is van het “Four Thirds“-systeem.
Brandpuntsafstand en scherptedieptebereik van Micro Four Thirds-lenzen
Vergeleken met een gewone kleinbeeldcamera krijgt u met een Micro Four Thirds-camera
bij eenzelfde brandpuntsafstand en diafragma andere resultaten.
Brandpuntsafstand
Met een lens van een kleinbeeldcamera gemonteerd op een Four Thirds-camera wordt de
effectieve brandpuntsafstand van die lens tweemaal zo groot als op de kleinbeeldcamera.
Dit houdt in dat Four Thirds-telelenzen zeer compact kunnen worden uitgevoerd. Een Micro
Four Thirds-lens van 14 – 42 mm komt bijvoorbeeld overeen met een 28 – 84 mm lens voor
een kleinbeeldcamera.
Als u de beeldhoek van een Micro Four Thirds-lens omrekent naar die van een
kleinbeeldcamera, is het perspectief hetzelfde als dat van een kleinbeeldcamera.
Scherptediepte
Een Micro Four Thirds-camera kan een scherptedieptebereik halen dat tweemaal zo groot is
dan dat van een kleinbeeldcamera. Een lichtsterkte van f2.8 van een Micro Four Thirds-lens
komt bijvoorbeeld overeen met een lichtsterkte van f5.6 van een kleinbeeldlens.
U kunt hiermee de achtergrond even onscherp maken als bij een kleinbeeldlens.
x
Opmerkingen
Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het
beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in de camera
terecht kunnen komen.
Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen.
Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs
brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een vergrootglas.
Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen
om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
Verwisselbare lenzen
E-P1_MASTER_NL.fm Page 132 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
133
NL
M.ZUIKO DIGITAL lensspecificaties
Namen van onderdelen
1 Filtervatting
2 Zoomring
3
Scherpstelring
4 Index lensvatting
5 Elektrische contacten
6 Voorkap van de lens
7 Achterkap van de lens
Lens- en cameracombinaties
*1
[C-AF]
van
[AF MODE]
kan niet worden gebruikt.
*2
Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk.
Micro Four Thirds-lenzen en Micro Four Thirds-camera's zijn voorzien van het
symbool dat rechts is aangegeven.
Lens Camera Koppeling AF Lichtmeting
Micro Four Thirds-lens
Micro Four Thirds-camera
Ja Ja Ja
Four Thirds-lens Koppeling mogelijk
met
lensvattingsadapter
Ja
*1
Ja
OM-lenzen Nee Ja
*2
Micro Four Thirds-lens Four Thirds-camera Nee Nee Nee
E-P1_MASTER_NL.fm Page 133 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
134
NL
Belangrijkste technische gegevens
Het is aan te bevelen de intrekbare lens naar buiten te brengen voor de camera wordt
ingeschakeld. Trek de lens ook niet in terwijl de camera ingeschakeld is.
Voorzorgsmaatregelen voor opslag
Maak de lens na gebruik schoon. Verwijder stof en vuil van het oppervlak van de lens met een
blaaskwastje of kwastje. Gebruik in de handel verkrijgbare lensreinigingsdoekjes om vuil van
de lens te verwijderen. Gebruik geen organische oplosmiddelen.
Doe altijd een kapje op de lens en berg hem op als u hem niet gebruikt.
Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
x
Opmerkingen over het fotograferen
De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter gebruikt
wordt of als er een dik filter wordt gebruikt.
Functies 14 – 42 mm 17 mm
Lensvatting
Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 14 – 42 mm 17 mm
Max. diafragma f3.5 – 5.6 f2.8
Beeldhoek 75,4° – 28,9° 64,9°
Configuratie van de lens
8 groepen, 9 lenzen 4 groepen, 6 lenzen
Meerlaags-coating (gedeeltelijk enkellaags)
Irisinstelling f3.5 – 22 f2.8 – 22
Scherpstelbereik 0,25 m –
)
0,2 m –
)
Scherpstelinstelling AF / MF wisseling
Gewicht
(exclusief kapjes)
150 g 71 g
Afmetingen
(max. diameter x totale
lengte)
Ø 62 x 43,5 mm Ø 57 x 22 mm
Diameter filtervatting 40,5 mm 37 mm
E-P1_MASTER_NL.fm Page 134 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
135
NL
Als u de optische zoeker gebruikt (afzonderlijk verkocht: VF-1), kunt u het opnamescherm in de
zoeker bekijken. Dit is handig als u zich in een heldere omgeving bevindt, bijvoorbeeld in direct
zonlicht, waar u de monitor moeilijk kunt zien (kits met de VF-1 zijn leverbaar).
1
Schuif het afdekkapje van de flitsschoen.
Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op een veilige
plek, zodat u het niet verliest.
2
Lijn de optische zoeker uit ten opzichte van
de flitsschoen op het camerahuis en schuif de
optische zoeker in tot hij niet verder meer kan.
Plaats de optische zoeker door op het onderste gedeelte
ervan te duwen.
3
Schakel de camera in en selecteer [BACKLIT LCD]
;
FUNCTION“ (Blz. 100) of
7
FUNCTION“ (Blz. 101)
Telkens wanneer u op de knop
Fn
of
7
drukt,
wordt de LCD-monitor in- of uitgeschakeld.
x
Opmerkingen bij het gebruik van de zoeker
Het weergavekader komt overeen met 17 mm. Gebruik het weergavekader in de zoeker als
richtlijn voor het scherpstelbereik. Controleer het correcte scherpstelbereik op de LCD-monitor.
U kunt geen externe flitser en de optische zoeker tegelijk gebruiken.
Als u de camera draagt, mag u hem niet vasthouden aan de optische zoeker. De camera kan
van de optische zoeker loskomen en vallen.
Laat de zoeker of de camera met bevestigde zoeker niet achter op een plaats die blootstaat aan
direct zonlicht.
Optische zoeker gebruiken (afzonderlijk verkocht)
E-P1_MASTER_NL.fm Page 135 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
136
NL
In de stand
P
is de camera zo geprogrammeerd dat deze aan de hand van de helderheid van
het onderwerp automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd kiest zoals hieronder wordt
aangegeven. Het programma lijndiagram is afhankelijk van het type lens dat gebruikt wordt.
*1
Kan worden gewijzigd met het menu: 1/60 – 1/180
g
#
X-SYNC.“ (Blz. 106)
*2
Kan worden gewijzigd met het menu: 1/30 – 1/180
g
#
SLOW LIMIT“ (Blz. 106)
Lijndiagram van het programma (
P
-stand)
Als u de
(14 – 42 mm F3.5 – 5.6)
zoomlens gebruikt
(brandpuntsafstand:
14 mm)
Programma-aanpassing
Flitsersynchronisatie en sluitertijd
Stand
Fotograferen
Flitsmoment
Bovengrens van
synchronisatiemoment*
1
Vast moment als
flitser flitst
*2
P
1/ (brandpuntsafstand van lens x 2) of
synchronisatiemoment, waarbij de
traagste waarde voorrang heeft
1/180
1/60
A
S
De ingestelde sluitertijd
k
M
Sluitertijd
Diafragmawaarde
E-P1_MASTER_NL.fm Page 136 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
137
NL
Als de camera de juiste belichting niet kan instellen als u de ontspanknop half indrukt, knippert
de indicatie op de LCD-monitor.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand
vandelens.
Waarschuwingsindicatie belichting
Stand
Fotograferen
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
Status Actie
P
Het onderwerp is te
donker.
Verhoog de ISO-waarde.
Gebruik de flitser.
Het onderwerp is te
helder.
Verlaag de ISO-waarde.
Gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter)
om de hoeveelheid licht
te beperken.
A
Het onderwerp is
onderbelicht.
Verlaag de diafragmawaarde.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is
overbelicht.
Verhoog de diafragmawaarde.
Verlaag de ISO-waarde of
gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter)
om de hoeveelheid licht
te beperken.
S
Het onderwerp is
onderbelicht.
Kies in dit geval een langere
sluitertijd.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is
overbelicht.
Kies een snellere sluitertijd.
Verlaag de ISO-waarde of
gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter)
om de hoeveelheid licht
te beperken.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 137 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
138
NL
*
1
Met de flitser in de stand Super FP detecteert de flitser het tegenlicht langer dan voor een normale flits
alvorens de flits te ontsteken.
g
“Super FP-flitser“ (Blz. 74)
AUTO
,
$
kan niet in de modus
A
worden gezet.
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Fotograferen
Superbedieningspaneel Flitserfunctie
Flitsmoment
Voorwaarden
om de flitser te
laten flitsen
Grens van
sluitertijd
P
A
#
AUTO
Autoflitsen
1ste
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht*
1
1/30 sec. –
1/180 sec.
!
Autoflitsen
(rode ogen
onderdrukken)
# Invulflitsen
Ontsteekt
altijd
$ Flitser uit kkk
!
SLOW
Trage
synchronisatie
(rode ogen
onderdrukken)
1ste
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht*
1
60 sec. –
1/180 sec.
#
SLOW
Trage
synchronisatie
(1e sluitergordijn)
#
SLOW2
Trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2de
gordijn
S
M
# Invulflitsen
1ste
gordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/180 sec.
H
Invulflitsen
(rode ogen
onderdrukken)
$ Flitser uit kkk
2e sluitergordijn
Invulflits / trage
synchronisatie
(2de sluitergordijn)
2de
gordijn
Ontsteekt
altijd
60 sec. –
1/180 sec.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 138 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
139
NL
Hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe voller de
blauwe tinten en hoe bleker de rode tinten;
hoe lager de kleurtemperatuur, hoe voller de
rode tinten en hoe bleker de blauwe tinten.
De spectrumbalans van verschillende witte
lichtbronnen wordt aangeduid met een
kleurtemperatuurwaarde, een natuurkundige
meetwaarde op basis van de Kelvin-
temperatuurschaal (K). De kleur van zonlicht
en van andere natuurlijke lichtbronnen en de
kleur van gloeilamplicht en ander kunstlicht
kan worden aangegeven met het begrip
kleurtemperatuur.
Hieronder wordt uitgelegd waarom de kleurtemperatuur van TL-licht dit licht eigenlijk
ongeschikt maakt als kunstlichtbron. In de kleurschakering van TL-licht zitten hiaten. Als deze
hiaten klein zijn, kan er toch een kleurtemperatuur worden berekend die we in dit geval een
gecorreleerde kleurtemperatuur noemen.
Deze camera is ingesteld met gecorreleerde kleurtemperaturen van 4000K, 4500K en 6600K.
Strikt genomen zijn dit geen kleurtemperaturen. Gebruik deze instellingen bij het fotograferen
bij TL-licht.
Witbalans en kleurtemperatuur
De kleurtemperaturen van de lichtbronnen
in de schaalverdeling hierboven zijn bij
benadering aangegeven
Schakering op
heldere dag
Daglicht-TL-lamp
Bewolkt
Heldere dag
Intensief-wit
TL-licht
Warm-witte
gloeilamp
Sfeerlicht
Wit TL-licht
Roder
Blauwer
E-P1_MASTER_NL.fm Page 139 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
140
NL
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met een
breedte-hoogteverhouding van 4:3.
x
Opmerkingen
Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp,
eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde gevallen verandert
het aantal resterende beelden op de LCD-monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of
opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, weergegeven
op de monitor is 9999.
Voor de beschikbare opnametijden voor films, raadpleegt u de Olympus-homepage.
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte / het aantal foto's dat kan
worden opgeslagen
Beeldkwaliteit
Aantal pixels
(PIXEL COUNT)
Compressiefactor Bestandsformaat
Bestandsgrootte
(MB)
Aantal
stilstaande
beelden dat kan
worden
opgeslagen
(met 1GB SD /
SDHC-kaartje)
RAW
4032 x 3024
Verliesvrije
compressie
ORF Ca. 14 54
Y
SF 1/2,7
JPEG
Ca. 8,4 101
Y
F 1/4 Ca. 5,9 145
Y
N 1/8 Ca. 2,7 320
Y
B 1/12 Ca. 1,8 477
X
SF
3200 x 2400
1/2,7 Ca. 5,6 154
X
F 1/4 Ca. 3,4 255
X
N 1/8 Ca. 1,7 504
X
B 1/12 Ca. 1,2 747
X
SF
2560 x 1920
1/2,7 Ca. 3,2 269
X
F 1/4 Ca. 2,2 395
X
N 1/8 Ca. 1,1 776
X
B 1/12 Ca. 0,8 1.143
X
SF
1600 x 1200
1/2,7 Ca. 1,3 673
X
F 1/4 Ca. 0,9 993
X
N 1/8 Ca. 0,5 1.893
X
B 1/12 Ca. 0,4 2.753
W
SF
1280 x 960
1/2,7 Ca. 0,9 1.044
W
F 1/4 Ca. 0,6 1.514
W
N 1/8 Ca. 0,3 2.884
W
B 1/12 Ca. 0,3 4.038
W
SF
1024 x 768
1/2,7 Ca. 0,6 1.594
W
F 1/4 Ca. 0,4 2.243
W
N 1/8 Ca. 0,3 4.038
W
B 1/12 Ca. 0,2 5.507
W
SF
640 x 480
1/2,7 Ca. 0,3 3.563
W
F 1/4 Ca. 0,2 5.048
W
N 1/8 Ca. 0,2 8.654
W
B 1/12 Ca. 0,1 10.096
E-P1_MASTER_NL.fm Page 140 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
141
NL
9
:
Kan worden vastgelegd. k: Kan niet worden vastgelegd
*
Inclusief anti-shock
Functies die kunnen worden vastgelegd met My Mode
en Custom Reset Setting
Functie
Vastleggen
als My Mode
Vastleggen
als custom
reset
F 99
Beeldstabilisator
99
jY
*
99
Flitserfunctie
99
PICTURE MODE
99
GRADATION
99
K
STILL
PICTURE
99
MOVIE
k 9
IMAGE ASPECT
99
w 99
AE BKT
99
WB BKT
99
FL BKT
99
ISO BKT
99
MULTIPLE EXPOSURE
kk
8 k 9
X kk
W kk
s kk
REC VIEW
k 9
c
MENU DISPLAY
kk
FIRMWARE
kk
AF MODE
STILL
PICTURE
99
MOVIE
k 9
AF AREA
99
FOCUS RING
k 9
DIAL FUNCTION
k 9
DIAL DIRECTION
k 9
AEL / AFL
k 9
AEL / AFL MEMO
k 9
;
FUNCTION
k 9
MY MODE SETUP
kk
BUTTON TIMER
kk
A k 9
n
FUNCTION
k 9
q
FUNCTION
k 9
RLS PRIORITY S
99
RLS PRIORITY C
99
VIDEO OUT
kk
Functie
Vastleggen
als My Mode
Vastleggen
als custom
reset
SLEEP
k 9
USB MODE
kk
LIVE VIEW BOOST
99
g
FACE DETECT
kk
INFO SETTING
k 9
EV STEP
99
METERING
(meten)
99
AEL-meting
k 9
ISO
99
ISO STEP
99
ISO-AUTO SET
k 9
ISO-AUTO
k 9
BULB TIMER
k 9
ANTI-SHOCK
z 99
#
X-SYNC.
99
#
SLOW LIMIT
99
w
+
F k 9
NOISE REDUCT.
99
NOISE FILTER
99
WB
99
> 99
ALL
> kk
COLOR
SPACE
99
SHADING COMP.
99
K
SET
k 9
PIXEL COUNT
k 9
QUICK ERASE
k 9
RAW+JPEG ERASE
k 9
FILE NAME
kk
PRIORITY SET
kk
dpi SETTING
kk
EDIT FILENAME
kk
PIXEL MAPPING
kk
EXPOSURE SHIFT
99
MF ASSIST
k
9
LEVEL GAUGE
k 9
HDMI
kk
MOVIE+STILL
k 9
MOVIE R
k 9
E-P1_MASTER_NL.fm Page 141 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
142
NL
Fotografeermenu
Menulijst
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
CARD SETUP
(Kaartinstelling)
ALL ERASE / FORMAT
Blz. 93
Blz. 130
CUSTOM RESET
RESET
Blz. 96RESET1 SET / RESET
RESET2 SET / RESET
PICTURE MODE
h
VIVID /
i
NATURAL
*
/
j
MUTED /
Z
PORTRAIT /
MONOTONE / CUSTOM
Blz. 71
GRADATION AUTO / NORMAL
*
/ HIGH KEY / LOW KEY Blz. 72
K
STILL
PICTURE
RAW /
Y
F /
Y
N
*
/
X
N /
W
N /
Y
F+RAW /
Y
N+RAW /
X
N+RAW /
W
N+RAW
Blz. 64
MOVIE HD* / SD Blz. 80
IMAGE ASPECT 4:3
*
/ 16:9 / 3:2 / 6:6 Blz. 40
MOVIE AE MODE
P
* /
A
/
j
/
k
/
l
/
m
/
n
/
o
Blz. 79
MOVIE+STILL OFF
*
/ ON Blz. 80
jY o
* /
j
/
W
/
Y
/
DY
/
DW
/
Dj
/
Do
Blz. 61 –
Blz. 62
IMAGE STABILIZER OFF
*
/ I.S. 1 / I.S. 2 / I.S. 3 Blz. 62
MULTIPLE EXPOSURE
FRAME OFF
*
/ 2F
Blz. 54AUTO GAIN OFF
*
/ ON
OVERLAY OFF
*
/ ON
*
Standaardinstellingen af fabriek
E-P1_MASTER_NL.fm Page 142 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
143
NL
Weergavemenu
Setup-menu
Custom-menu
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
q
m
START
Blz. 84BGM
MELANCHOLY* / NOSTALGIC / LOVE /
JOY / COOL / OFF
SLIDE
ALL* / STILL PICTURE / MOVIE
y
OFF / ON
*
Blz. 85
EDIT
SEL. IMAGE
RAW DATA EDIT Blz. 89
JPEG EDIT
SHADOW ADJ / REDEYE
FIX /
P
/ ASPECT /
BLACK & WHITE / SEPIA /
SATURATION /
Q
/
e-PORTRAIT
Blz. 89
R
NO /
R
START / YES Blz. 90
IMAGE
OVERLAY
2 IMAGES MERGE / 3 IMAGES MERGE Blz. 90
<<
/
U
Blz. 112
RESET PROTECT YES / NO Blz. 92
*
Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
d
X k
Blz. 15
W
*
1Blz.94
s j
-7 – +7
k
-7 – +7 (
j
±0,
k
±0
*
)Blz.94
REC VIEW OFF / AUTO
q
/ 1 SEC – 20 SEC (5 SEC
*
)Blz.95
c
MENU DISPLAY OFF* / ON Blz. 25
FIRMWARE
k
Blz. 95
*
Standaardinstellingen af fabriek
*
1
Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
c
R
AF / MF Blz. 97
AF MODE
STILL
PICTURE
S-AF
*
/ C-AF / MF / S-AF+MF Blz. 56
MOVIE
AF AREA
B
* /
M
Blz. 58
P
SET UP OFF / LOOP / SPIRAL* Blz. 97
RESET LENS OFF / ON
*
Blz. 98
BULB FOCUSING OFF / ON
*
Blz. 98
FOCUS RING
b
*
/
c
Blz. 98
MF ASSIST OFF / ON* Blz. 98
*
Standaardinstellingen af fabriek
E-P1_MASTER_NL.fm Page 143 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
144
NL
c
S
BUTTON / DIAL Blz. 98
DIAL FUNCTION
P %
* /
F
/
w
Blz. 98
A
FNo.* /
F
/
w
S
SHUTTER* /
F
/
w
M
Hoofdregelaar: SHUTTER* / FNo.
Subregelaar: SHUTTER
/ FNo.*
MENU
Hoofdregelaar:
F
/
G
*
Subregelaar:
F
* /
G
DIAL DIRECTION DIAL1* / DIAL2 Blz. 99
AEL / AFL
S-AF* mode1* / mode2 / mode3
Blz. 99C-AF mode1 / mode2
*
/ mode3 / mode4
MF mode1* / mode2 / mode3
AEL / AFL MEMO OFF* / ON Blz. 100
;
FUNCTION
Fn FACE DETECT* / PREVIEW /
V
/
P
HOME / MF /
RAW
K
/ TEST PICTURE / MY MODE / BACKLIT LCD /
OFF
Blz. 100
q
FUNCTION
AF MODE* / METERING / FLASH MODE / BACKLIT LCD /
IMAGE STABILIZER
Blz. 101
MY MODE SETUP MY MODE1 / MY MODE2 Blz. 101
BUTTON TIMER 3 SEC / 5 SEC / 8 SEC* / HOLD / OFF Blz. 101
A
OFF* / ON Blz. 102
n
FUNCTION OFF / ON* /
P
Blz. 102
T
RELEASE /
j
Blz. 102
RLS PRIORITY S OFF* / ON Blz. 102
RLS PRIORITY C OFF / ON* Blz. 102
U
DISP /
8
/ PC Blz. 102
HDMI 1080i* / 720p / 480p / 576p Blz. 102
VIDEO OUT
*
1Blz.102
8
OFF / ON* Blz. 103
SLEEP OFF / 1MIN* / 3MIN / 5MIN / 10MIN Blz. 103
USB MODE AUTO* / STORAGE / MTP / PRINT Blz. 103
LIVE VIEW BOOST OFF* / ON Blz. 104
g
FACE DETECT OFF* / ON
Blz. 39
Blz. 104
INFO SETTING
q
INFO
IMAGE ONLY / OVERALL /
u
/
HIGHLIGHT&SHADOW
Blz. 104
LV-INFO
u
/ ZOOM / MULTI VIEW /
IMAGE ONLY /
w
/
x
/
y
VOLUME 0 – 5 (3*) Blz. 104
m
SETUP
SLIDE INTERVAL 2 SEC – 10 SEC (3 SEC*)
Blz. 104
MOVIE INTERVAL FULL / SHORT
*
LEVEL GAUGE OFF
*
/ ON Blz. 104
MOVIE
R
OFF / ON
*
Blz. 80
Blz. 105
*
Standaardinstellingen af fabriek
*
1
Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 144 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
145
NL
c
V
EXP /
e
/ ISO Blz. 105
EV STEP 1/3EV* / 1/2EV / 1EV Blz. 105
METERING (meten)
e
*
Blz. 49
J
5
5
HI
5
SH
AEL-meting AUTO* /
J
/
5
/
5
HI /
5
SH Blz. 105
ISO AUTO* / 100 – 6400 Blz. 53
ISO STEP 1/3EV* / 1EV Blz. 105
ISO-AUTO SET
HIGH LIMIT 200 – 6400 (1600*)
Blz. 105
DEFAULT 200 – 6400 (200*)
ISO-AUTO
P
/
A
/
S
*
/ ALL Blz. 106
BULB TIMER 1MIN – 30MIN (8 MIN*) Blz. 106
ANTI-SHOCK
z
OFF* / 1/8 SEC – 30 SEC Blz. 106
BRACKETING
AE BKT
OFF* / 3F 0.3EV / 3F 0.7EV /
3F 1.0EV
Blz. 52
WB BKT
A – B
OFF
*
/ 3F 2STEP / 3F 4STEP /
3F 6STEP
Blz. 70
G – M
FL BKT
OFF
*
/ 3F 0.3EV / 3F 0.7EV /
3F 1.0EV
Blz. 77
ISO BKT
OFF
*
/ 3F 0.3EV / 3F 0.7EV /
3F 1.0EV
Blz. 54
W
#
CUSTOM Blz. 106
FLASH MODE
AUTO
* /
!
/
H
/
#
/
$
/
!
SLOW /
#
SLOW /
#
SLOW 2 /
#
2nd CURTAIN
Blz. 75
w
-3.0 – 0.0* – +3.0 Blz. 77
#
X-SYNC. 1/60 – 1/180 (1/180
*
)Blz.106
#
SLOW LIMIT 1/30 – 1/180 (1/60
*
)Blz.106
w
+
F
OFF
*
/ ON Blz. 107
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 145 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
146
NL
c
X
K
/ COLOR / WB Blz. 107
NOISE REDUCT. OFF / ON / AUTO
*
Blz. 107
NOISE FILTER OFF / LOW / STANDARD
*
/ HIGH Blz. 107
WB
AUTO* A -7 – +7, G -7 – +7
Blz. 67
5
5300K
A -7 – +7, G -7 – +7
2
7500K
A -7 – +7, G -7 – +7
3
6000K
A -7 – +7, G -7 – +7
1
3000K
A -7 – +7, G -7 – +7
w
4000K
A -7 – +7, G -7 – +7
x
4500K
A -7 – +7, G -7 – +7
y
6600K
A -7 – +7, G -7 – +7
n
5500K
A -7 – +7, G -7 – +7
V
A -7 – +7, G -7 – +7
CWB 2000K – 14000K
ALL
>
ALL SET A -7 – +7, G -7 – +7
Blz. 108
ALL RESET YES / NO
COLOR SPACE sRGB
*
/ AdobeRGB Blz. 108
SHADING COMP. OFF
*
/ ON Blz. 108
K
SET
P
QY
/
X
/
W
/
SF / F / N / B Blz. 108
PIXEL COUNT
X
iddle
(medium)
3200 x 2400 / 2560 x 1920* / 1600 x 1200
Blz. 109
W
mall (klein) 1280 x 960* / 1024 x 768 / 640 x 480
Y
RECORD / ERASE Blz. 109
QUICK ERASE OFF
*
/ ON Blz. 109
RAW+JPEG ERASE JPEG / RAW / RAW+JPEG
*
Blz. 109
FILE NAME AUTO
*
/ RESET Blz. 109
EDIT FILENAME
Adobe RGB
OFF
*
/ A – Z / 0 – 9 Blz. 110
sRGB
PRIORITY SET NO
*
/ YES Blz. 110
dpi SETTING AUTO
*
/ CUSTOM Blz. 110
Z
K
UTILITY Blz. 110
PIXEL MAPPING
k
Blz. 129
EXPOSURE SHIFT
e
-1 – 0
*
– +1 Blz. 110
J
5
f
WARNING LEVEL -2 – 0
*
+2 Blz. 111
LEVEL ADJUST RESET / ADJUST Blz. 111
*
Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie Blz.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 146 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
147
NL
Soort camera
Soort camera : Digitale camera met verwisselbaar lenssysteem
Lens : M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens
Lensvatting : Micro Four Thirds-lensvatting
Equivalente
brandpuntsafstand
op een kleinbeeldcamera : ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement
Producttype : 4/3" Live MOS-sensor
Totale aantal pixels : ca. 13.060.000 pixels
Aantal effectieve pixels : ca. 12.300.000 pixels
Schermgrootte : 17,3 mm (H)
x
13,0 mm (V)
Breedte-hoogteverhouding : 1,33 (4:3)
Live view (live bekijken)
: Gebruikt Live MOS-sensor
: Gezichtsveld van 100%
LCD-monitor
Producttype : 3,0" TFT kleuren-LCD
Totaal aantal pixels : ca. 230.000 puntjes
Sluiter
Producttype : Automatische spleetsluiter
Sluiter : 1/4.000 – 60 sec., tijdopnamen
Autofocus
Producttype : Detectiesysteem beeldcontrast
Autofocuspunten : 11 punten
Selectie van scherpstelpunt : Auto, Optioneel
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem : TTL lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
(1) Digitale ESP-meting
(2) Lichtmeting met nadruk op het centrum
(3) Spotmeting
Lichtmeetbereik : EV0 – 18 (digitale ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het centrum,
spotmeting)
Fotofuncties : (1)
A
:iAuto
(2)
P
: Programma AE (programma-aanpassing mogelijk)
(3)
A
: Diafragmavoorkeuze AE
(4)
S
: Sluitertijdvoorkeuze AE
(5)
M
: Handmatig
(6)
ART
: Kunstfilter
(7)
SCN
:Motief
(8)
n
:Film
ISO-gevoeligheid : 100 – 6.400 (1/3, 1 EV-stap)
Belichtingscorrectie : ±3EV (1/3, 1/2, 1 EV-stap)
Witbalans
Producttype : Beeldopneemelement
Functie-instelling : Auto, Vooraf ingestelde WB (8 instellingen), Voorkeursinstelling WB,
WB met 1 knop
Technische gegevens
Technische gegevens van de camera
E-P1_MASTER_NL.fm Page 147 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
148
NL
Opnemen
Geheugen : SD-geheugenkaartje
SDHC-geheugenkaartje
Opslagsysteem : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met
Design Rule for Camera File system [DCF]), RAW-gegevens
Compatibel met de normen : Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Geluid met stilstaande
beelden : Wave-formaat
Film : AVI Motion JPEG
Audio : PCM 44,1 kHz (stereo)
Beelden weergeven
Weergaveformaat : Enkelbeeldweergave, gezoomd weergeven, indexweergave,
beeld draaien, kalenderweergave
Sluiterfunctie
Sluiterfunctie : Enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, zelfontspanner
Repeterende opnamen : 3 opnamen/sec.
Zelfontspanner : Vertragingstijd: 12 sec., 2 sec.
Externe flitser
Synchronisatie : Gesynchroniseerd met de camera op 1/180 sec. of minder
Flitsregeling : TTL-AUTO (TTL voorflitsfunctie), AUTO, MANUAL
Bevestigingspunt flitser : Flitsschoen
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector), HDMI-miniconnector (type C)
Stroomvoorziening
Batterij : Li-ionbatterij (BLM-1) x1
Afmetingen / gewicht
Afmetingen : 120,5 mm (B) x 70,0 mm (H) x 35,0 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
Gewicht : Ca. 335 g (zonder batterij)
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 – 40° C (bediening) /
-20 – 60° C (opslag)
Relatieve vochtigheid : 30 – 90% (bediening) / 10 – 90% (opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 148 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
149
NL
BLS-1 lithium-ionbatterij
MODEL NO. : PS-BLS1
Producttype : Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning : DC 7,2 V
Nominale capaciteit : 1.150 mAh
Aantal keren laden
enontladen : Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur : 0 – 40° C (laden)
-10 – 60° C (bediening)
-20 – 35° C (opslag)
Afmetingen : Ca. 35,5 mm (B) x 55 mm (D) x 12,8 mm (H)
Gewicht : Ca. 46 g
BCS-1 lithium-ionlaadapparaat
MODEL NO. : PS-BCS1
Nominaal ingangsvermogen : AC 100 V – 240V (50 / 60Hz)
Nominaal uitgangsvermogen : DC 8,35 V, 400 mA
Laadtijd : ca 3 uur 30 minuten (kamertemperatuur bij gebruik van de BLS-1)
Omgevingstemperatuur : 0 – 40° C (bediening) /
-20 – 60° C (opslag)
Afmetingen : Ca. 62 mm (B) x 83 mm (D) x 38 mm (H)
Gewicht : Ca. 72 g (zonder AC-kabeltje)
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT.
Specificaties batterij / laadapparaat
E-P1_MASTER_NL.fm Page 149 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
150
NL
Lees alle gebruiksaanwijzingen –
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle
gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens
te kunnen raadplegen.
Reinigen –
Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik
uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aërosole
reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen.
Accessoires –
Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen,
uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht –
Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde
producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Plaats van opstelling –
Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen
te voorkomen.
Elektrische voedingsbron
Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens
beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen –
Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp
in de camera.
Hitte –
Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip
van stereo-versterkers.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK
TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET
VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT
DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op
belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie
ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING !
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET
IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCH SCHOK –
NIET OPENEN
E-P1_MASTER_NL.fm Page 150 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
151
NL
WAARSCHUWING
(
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
(
Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die zich dichtbij
bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden.
Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
(
Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders
de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
(
Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
(
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
(
Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
(
Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik
de camera dan onmiddellijk niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
(
Gebruik de camera niet met natte handen.
(
Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen kan worden
blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige
gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat niet als dit is bedekt (bijvoorbeeld een
deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan.
(
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden.
Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze toestand,
dan kan dat een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het camerahuis
lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij
lage temperaturen hanteert.
(
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp
blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het
voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking
komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat
de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen
of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon,
stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind per ongeluk een batterij heeft
doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het product
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen
veroorzaken.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 151 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
152
NL
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen,
uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet
verder op en gebruik ze niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier
afwijkend, gebruik de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk
met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk na gebruik
van de camera om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander type batterij.
Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de batterij voor
gebruik goed met een droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt met
batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij.
Schaf voordat u een lange reis maakt voldoende reservebatterijen aan, zeker als u naar het buitenland gaat.
Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer
van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving
in acht.
Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter
op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en/of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de
temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van
warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stoffige omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product gebruikt,
de handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai de
camera niet.
Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op het beeldopneemelement optreden en kan
zelfs brand ontstaan.
Laat de elektrische contacten van de camera en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk eraan het kapje erop
te doen als u de lens verwijdert.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een koele,
droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de camera te
voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en controleert u de juiste
werking door de ontspanknop in te drukken.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven in de
handleiding van de camera.
Raak het beeldopneemelement van de camera niet aan en wrijf er niet over.
Let op de werkomgeving
E-P1_MASTER_NL.fm Page 152 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
153
NL
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing
in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden.
Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op
een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor
gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de LCD-
monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een LCD-
monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen echter
zwarte of lichte punten op de LCD-monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen van
de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in kleur en
helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
Niet onderdompelen in water of nat laten worden.
Niet laten vallen of geweld op de lens uitoefenen.
Houd het beweegbare deel van de lens niet vast.
Raak het lensoppervlak niet direct aan.
Raak de contactpunten niet direct aan.
Niet blootstellen aan abrupte temperatuurwijzigingen.
Het temperatuurbereik voor bediening is -10 – 40° C. Gebruik de camera altijd binnen dit temperatuurbereik.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldgegevens.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien
van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel
opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende waarborg met betrekking tot de
verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende,
bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of
verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die
voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of
van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid
voor directe of indirecte schade of van de stilzwijgende waarborg niet, zodat de hierboven opgesomde
beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van
het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd
fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten
van belanghebbenden.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf
verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of
mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en
het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd.
Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software
besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van
deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
LCD-monitor
Lens
Wettelijke en andere bepalingen
Beperkte aansprakelijkheid
Waarschuwing
Betreffende het copyright
E-P1_MASTER_NL.fm Page 153 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
154
NL
Storing in radio- en televisieontvangst
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, kunnen het
recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is gebleken
te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen
werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in huisinstallaties.
Dit apparaat genereert en werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan, indien niet
geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen, hinderlijke storingen in radioapparatuur
veroorzaken.
Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen zouden kunnen
optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door het
apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te heffen door
een of meer van de volgende maatregelen te treffen:
Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is
aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. Voor het aansluiten van de camera
op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door OLYMPUS bij de camera geleverde USB-kabeltje
worden gebruikt.
U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen of
modificaties van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken.
We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader van Olympus bij deze camera te gebruiken.
Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en/of batterijlader kan brand of persoonlijk
letsel veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de
batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die
voortkomen uit het gebruik van batterijen en/of batterijlader die geen originele
Olympus-accessoire zijn.
FCC-voorschriften
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in de VS
Verklaring van conformiteit
Modelnummer : E-P1
Handelsnaam : OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres : 3500 Corporate Parkway, P.O. Box 610, Center Valley,
PA 18034-0610, USA
Telefoonnummer : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR GEBRUIK THUIS OF OP KANTOOR
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC rules. Bediening is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde
bediening kan veroorzaken.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat Class B voldoet aan alle eisen van de Canadian Interference-Causing
Equipment Regulations.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 154 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
Informatie
13
155
NL
Waarborgbepalingen
1.
Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met de
meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende nationale
garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied
van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com, wordt dit product
gerepareerd of, naar Olympus' keuze, kosteloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant,
voor het einde van de geldende nationale garantieperiode, het product binnen te brengen bij de dealer waar
het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus
Imaging Europa GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde
garantieperiode van één jaar kan de klant het product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus.
Let erop dat niet in alle landen een dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is.
2.
De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te
brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
3.
Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten,
zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode.
(a)
Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden genoemd
in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.)
(b)
Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van
het product.
(d)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag,
andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e)
Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die
is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f)
Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g)
Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h)
Indien de garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
(i)
Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar, de maand
en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer.
(j)
Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
4.
Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander
toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
5.
Olympus' enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product.
Iedere verplichting onder de garantie voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei
wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of
schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder
soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze
bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese
Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en bescherming van de gebruiker.
Apparaten met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft de gescheiden
inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in de landen van de
EU aan.
Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer
van dit product.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens richtlijn 2006/66/EG Bijlage II] geeft
de gescheiden inzameling van afgedankte batterijen in de landen van de EU aan.
Gooi de batterijen a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer van
lege batterijen.
E-P1_MASTER_NL.fm Page 155 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
156
NL
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud onder garantie
1.
Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus of een
geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer daarom of uw
naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig zijn
ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van
aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht
voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch
het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet
leesbaar is.
2.
Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard
te worden.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
SDHC-logo is een handelsmerk.
De functie “Schaduwaanpassingstechniek“ bevat gepatenteerde technologieën van Apical Limited.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken
van de betreffende rechthebbenden.
De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics
and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System /
DCF“-normen.
Handelsmerken
E-P1_MASTER_NL.fm Page 156 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
157
NL
Symbolen
A
......................................................... 102
w
+
F
.......................................................... 107
8
(piepgeluid) ............................................. 103
W
(taalkeuze) ............................................ 94
P
HOME ................................................... 100
P
SET UP ................................................... 97
K
SET ........................................................ 108
f
WARNING LEVEL .................................111
;
FUNCTION ............................................ 100
7
FUNCTION .............................................. 101
n
FUNCTION ........................................... 102
#
SLOW LIMIT ............................................ 106
#
X-SYNC. .................................................. 106
c
Custom-menu ..................................... 97, 143
c
MENU DISPLAY ......................................... 25
m
SETUP ................................................... 104
q
Weergavemenu ...................................... 143
W
Fotografeermenu 1 ................................... 142
X
Fotografeermenu 2 ................................... 142
d
Setup-menu ......................................... 94, 143
R
AF / MF ....................................................... 97
S
BUTTON / DIAL .......................................... 98
T
RELEASE /
j
........................................ 102
U
DISP /
8
/ PC ........................................ 102
V
EXP /
e
/ ISO ....................................... 105
W
#
CUSTOM ............................................ 106
X
K
/ COLOR / WB ................................... 107
Y
RECORD / ERASE ................................... 109
Z
K
UTILITY ...............................................110
A
Aantal pixels ........................................... 64, 109
Adobe RGB .................................................. 108
AE BKT ........................................................... 52
AE bracketing (belichting variëren) ................. 52
AEL / AFL ....................................................... 99
AEL / AFL MEMO ......................................... 100
AEL-Meting ................................................... 105
AE-lock ........................................................... 51
AF AREA ........................................................ 58
AF MODE ............................................... 56, 101
AF SENSITIVITY ............................................ 97
AF-kader
P
................................................. 58
Af-kaderstand ................................................. 59
ALL
>
...................................................... 108
ALL ERASE .................................................... 93
Alle AF-kaders
B
......................................... 58
ANTI-SHOCK
z
..................................... 61, 62
ASPECT ......................................................... 89
Autoflitsen ....................................................... 75
Autofocus ................................................ 60, 125
B
B (Basis) ..........................................................64
B&W FILTER ...................................................71
BACKLIT LCD ...............................................100
Batterij .....................................................11, 131
BEACH & SNOW (strand & sneeuw)
g
.........5
Beelden beveiligen
0
..................................91
Beelden roteren
y
..........................................85
Beeldkwaliteit
K
..............................64, 80, 140
BEELDSTABILISATOR
o
..............................62
Belichtingscorrectie
F
....................................50
BGM ................................................................84
BLACK & WHITE .............................................89
BRACKETING .......................52, 54, 70, 77, 106
BULB FOCUSING ...........................................98
BULB TIMER .................................................106
BUTTON TIMER ...........................................101
C
C-AF (continu scherpstellen) ...........................57
Camerariem .....................................................10
CANDLE
&
......................................................5
CARD SETUP (kaartinstelling) ................93, 130
CHILDREN
G
...................................................5
COLOR SPACE .............................................108
Compressiefactor ............................................64
Continu scherpstellen (C-AF) ..........................57
CONTRAST .....................................................71
CUSTOM RESET ............................................96
Custom-witbalans CWB ..................................67
D
Datum- / tijdinstelling
X
................................15
Diafragmavoorkeuze
A
...................................45
Diafragmawaarde ................................16, 44, 45
DIAL DIRECTION ............................................99
DIAL FUNCTION .............................................98
Diashow
m
....................................................84
Digitale ESP-meting
G
..................................49
Direct printen .................................................115
Directe knoppen ................................................4
DIS MODE
q
..................................................5
DOCUMENTS
@
..............................................5
dpi SETTING .................................................110
DPOF ............................................................112
E
EDIT FILENAME ...........................................110
Eén keer scherpstellen (S-AF) ........................56
Eenvoudig printen .........................................116
Index
E-P1_MASTER_NL.fm Page 157 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
158
NL
Enkel beeld fotograferen
o
.......................... 61
Enkelbeeldbeveiliging ..................................... 91
Enkelbeeldweergave ...................................... 81
Enkelvoudig AF-kader
M
............................. 58
e-PORTRAIT
e
........................................ 5, 89
EV STEP ...................................................... 105
EXPOSURE SHIFT .......................................110
F
F (Fijn) ............................................................ 64
FACE DETECT
g
................................. 39, 104
FILE NAME ................................................... 109
Film fotograferen
n
....................................... 78
FIREWORKS
(
.............................................. 5
FIRMWARE .................................................... 95
FL BKT ........................................................... 77
FLASH MODE
#
............................................ 75
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
!
...................................... 75
Flitser uit
$
.................................................... 76
Flitser-bracketing ............................................ 77
Fn FACE DETECT .......................................... 39
FOCUS RING ................................................. 98
Formaat wijzigen
Q
..................................... 89
FORMAT ....................................................... 130
Four Thirds-lenzen ....................................... 132
G
Geluid toevoegen aan stilstaa
de beelden
R
............................................... 90
Gezoomd weergeven
U
................................ 81
GRADATION ................................................... 72
GRAINY FILM (Korrelige film)
n
.................... 5
H
Handmatig fotograferen
M (Manual)
............. 47
Handmatig scherpstellen (MF) .................. 40, 57
HD .................................................................. 80
HDMI ...................................................... 88, 102
Helderheid van monitor aanpassen
s
......... 94
HIGH KEY
H
............................................. 5, 72
Histogram ................................................. 41, 83
Home-positie
p
............................................ 59
I
iAUTO fotograferen
A
................................ 4
IMAGE ASPECT ............................................. 40
IMAGE OVERLAY .................................... 54, 90
Indexweergave
G
......................................... 82
INFO SETTING ............................................ 104
Informatiedisplay ...................................... 41, 83
Invulflitsen
#
.................................................. 76
o
(Beeldstabilisator) ..................................... 62
ISO ..................................................................53
ISO BKT ..........................................................54
ISO STEP ......................................................105
ISO-AUTO .....................................................106
ISO-AUTO SET .............................................105
ISO-bracketing ................................................54
J
JPEG EDIT ......................................................89
K
Kaartje ...........................................................130
Kalenderweergave ..........................................82
Kleurtemperatuur ...........................................139
Kunstfilterstand
ART
........................................5
L
Y
(Large – groot) ............................................64
LANDSCAPE (landschap)
I
...........................5
LANDSCAPE+PORTRAIT
K
...........................5
Lens .........................................................13, 132
LEVEL ADJUST ............................................ 111
LEVEL GAUGE .............................................104
Lichtmeting met nadruk op het centrum
H
....49
LIGHT TONE (Lichte tint)
m
............................5
Lithium-ionbatterij ....................................11, 131
Lithium-ionlaadapparaat ..........................11, 131
Live control ......................................................22
LIVE VIEW BOOST .......................................104
LOW KEY
I
...............................................5, 72
M
X
(middel) .......................................................64
M.ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens ..........132
MACRO
&
........................................................5
MEERVOUDIGE BELICHTING
a
................54
METERING (meten) ................................49, 101
MF .................................................................100
MF (handmatig scherpstellen) .........................57
MF ASSIST .....................................................98
Micro Four Thirds-lenzen ..............................132
MONOTONE ...................................................71
Motiefprogramma
SCN
.....................................5
MOVIE
R
.................................................80, 105
MOVIE AE MODE ...........................................79
MOVIE PLAY ...................................................86
MOVIE+STILL .................................................80
MTP .......................................................103, 123
Multi-weergave ................................................42
MUTED
j
......................................................71
MY MODE .....................................................100
MY MODE SETUP ........................................101
E-P1_MASTER_NL.fm Page 158 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
159
NL
N
N (Normaal) .................................................... 64
NATURAL
i
.................................................. 71
NATURE MACRO
r
...................................... 5
NIGHT SCENE
P
.......................................... 5
NIGHT+PORTRAIT
U
.................................... 5
NOISE FILTER ............................................. 107
NOISE REDUCT. .......................................... 107
NTSC ............................................................ 103
O
OLYMPUS Master .........................................119
P
PAL ............................................................... 103
PALE&LIGHT COLOR
(Bleke en lichte kleur)
l
.............................. 5
PANORAMA
s
......................................... 5, 43
PICT. TONE .................................................... 71
PictBridge ......................................................115
PICTURE MODE ............................................ 71
PIN HOLE (Gaatjes)
o
................................... 5
PIXEL MAPPING .......................................... 129
POP ART (Pop-art)
j
..................................... 5
PORTRAIT (portret)
I
.................................... 5
PORTRAIT
Z
................................................ 71
PREVIEW ............................................... 48, 100
PRINT ....................................................103, 116
Printreservering .............................................112
PRIORITY SET ..............................................110
Programma's voor gemakkelijk fotograferen .... 4
Programma-aanpassing
%
........................... 44
Programmagestuurd fotograferen
P
.............. 44
Q
QUICK ERASE ............................................. 109
R
RAW ............................................................... 65
RAW DATA EDIT ............................................ 89
RAW
K
....................................................... 100
RAW+JPEG ERASE ..................................... 109
REC VIEW ...................................................... 95
REDEYE FIX .................................................. 89
Regelen van de flitssterkte
w
....................... 77
Repeterende opnamen
j
............................ 61
RESET LENS ................................................. 98
RESET PROTECT ......................................... 92
RLS PRIORITY C ......................................... 102
RLS PRIORITY S ......................................... 102
S
W
(Small - klein) ............................................. 64
S-AF (één keer scherpstellen) ........................ 56
S-AF+MF ........................................................ 57
SATURATION ............................................71, 89
Scherpstelgeheugen .......................................60
SD / SDHC-kaartje ..................................12, 130
SEPIA ..............................................................89
SF (SuperFijn) .................................................64
SHADING COMP. ..........................................108
SHADOW ADJ. ...............................................89
SHARPNESS ..................................................71
SLEEP ...........................................................103
SLIDE ..............................................................84
Sluitertijd ..............................................16, 44, 46
Sluitertijdvoorkeuze
S
.....................................46
SOFT FOCUS (Soft-focus)
k
..........................5
SPORT
j
........................................................5
Spotmeting – bij veel lichte partijen
I
HI .......49
Spotmeting – bij veel schaduwpartijen
I
SH ...49
Spotmeting
I
................................................49
sRGB .............................................................108
Stofreductie .............................................14, 128
STORAGE .....................................................103
SUNSET
*
......................................................5
Super FP-flitser ...............................................74
Superbedieningspaneel ...............................7, 23
T
TEST PICTURE ............................................100
Tijdopnamen ....................................................48
Trage synchronisatie
#
SLOW2 /
2nd CURTAIN ..............................................76
Trage synchronisatie
#
SLOW .........................75
U
Uitsnijden
P
...........................................89, 118
USB MODE ...................................................103
V
VIVID
h
..........................................................71
VOLUME .......................................................104
Vooraf ingestelde witbalans .............................67
W
WB ...................................................................68
WB BKT ...........................................................70
Wissen van een enkel beeld
D
.......................93
Witbalans automatisch instellen ......................67
Witbalans met één knop
V
...................69, 100
Witbalans
WB
..................................................67
Witbalans-bracketing .......................................70
Witbalanscorrectie ...........................................68
Z
Zelfontspanner
Y
...........................................62
Zoeker ...............................................................6
Zoomweergave ................................................42
E-P1_MASTER_NL.fm Page 159 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
160
NL
Memo
E-P1_MASTER_NL.fm Page 160 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
161
NL
Memo
E-P1_MASTER_NL.fm Page 161 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
162
NL
Memo
E-P1_MASTER_NL.fm Page 162 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
163
NL
Memo
E-P1_MASTER_NL.fm Page 163 Friday, June 5, 2009 9:42 AM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus pen e p1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus pen e p1 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9,36 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info