509565
73
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/80
Pagina verder
NL
Leer uw camera beter kennen
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Appendix
Quick Start-
gebruiksaanwijzing
Meteen aan de slag met uw camera.
DIGITALE CAMERA
Gebruiks-
handleiding
(
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat
gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de
camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met
uw camera vertrouwd te maken.
(
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze
handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op
kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
2 NL
Inhoud
Test de functies van de knoppen van de
camera door de afbeedlingen op te
volgen.
Leer hoe u gemaakte foto's kunt
printen.
Leer hoe u beelden naar een computer
kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over camerafuncties en
over hoe u betere foto's kunt maken.
Lees over handige functies en
veiligheidsmaatregelen voor effectiever
gebruik van uw camera.
Leer over de menu's die de
basisfuncties en -instellingen bevatten.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Leer uw camera beter kennen
Appendix
Blz. 11
Blz. 19
Blz. 39
Blz. 53
Blz. 63
Gebruik van OLYMPUS Master
Blz. 45
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Blz. 3
NL 3
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Uitpakken van de doos
(
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
Digitale camera Camerariem LI-42B
Lithium-ionbatterij
LI-40C
Batterijlader
USB-kabeltje AV-kabeltje CD-ROM met
OLYMPUS Master 2
software
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), basishandleiding en garantiekaart.
De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Camerariem bevestigen
4 NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera voorbereiden
a. Laad de batterij op.
(
Bij levering is de batterij gedeeltelijk opgeladen.
b. Plaats de batterij en een xD-Picture Card (optioneel).
2
1
3
Indicator voor laadtoestand
Lampje Aan (rood): laden
Lampje uit: opladen voltooid
(laadtijd: ca. 5 uur)
Stopcontact
Netsnoer
Batterijlader
Lithium-ionbatterij
Vergrendelknopje voor batterij
2
1
3
(
Plaats de de batterij door de
gemarkeerde kant eerst te plaatsen, met de
markeringen richting het vergrendelknopje
voor batterij.
Als u de batterij verkeerd plaatst, kunt u die niet meer
verwijderen. Gebruik geen geweld. Neem contact op
met een geautoriseerde dealer /servicecentrum.
Schade aan de buitenkant van de batterij (krassen
etc,) kunnen hitte of een explosie veroorzaken.
(
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de
richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
NL 5
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera voorbereiden
(
U kunt met deze camera zelfs zonder een optionele xD-Picture Card™ (hierna
“het kaartje“ genoemd) fotograferen. Als u met deze camera foto's maakt zonder een
xD-Picture Card te gebruiken, worden de foto's in het interne geheugen opgeslagen.
Informatie over het kaartje vindt u onder “Het kaartje“ (Blz. 64).
Inkeping
(
Houd het kaartje zoals afgebeeld en steek
het erin tot het op zijn plaats vastklikt.
(
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het
zover mogelijk naar binnen en laat u het
langzaam los, pak het kaartje en verwijder
het.
4
5
6
6 NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera inschakelen
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op
K
.
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
b. Druk op de
o
-knop.
(
Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de
o
-knop.
K
Met deze functie kunt u fotograferen met de automatische instellingen van de camera.
h
Deze functie corrigeert vage beelden die ontstaan doordat het onderwerp of de camera
beweegt als de foto gemaakt wordt.
s
Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van
de lichtomstandigheden.
g
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm te volgen.
Als de datum en tijd nog niet zijn
ingesteld, verschijnt dit scherm.
Voor het bekijken van beelden
(stand Weergeven)
Voor het maken van videobeelden
(stand Fotograferen)
Voor het fotograferen van stilstaande beelden
(stand Fotograferen)
o
-knop
MENU
CANCEL
X
Y/M/D
Y / M / D
Y M D
TIME
T I M E
----.--.-- --:--
----.--.-- --:--
Tip
De richtingen van de pendelknop (
1243
) worden
aangegeven met
1243
in deze handleiding.
1
2
34
NL 7
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Datum en tijd instellen
a. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om [Y] te selecteren.
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
b. Druk op de
3#
-knop.
c. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om [M] te selecteren.
d. Druk op de
3#
-knop.
Over het instelmenu voor datum en tijd
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Verlaat een instelling.
Minuten
Datumformaten (Y-M-D, M-D-Y, D-M-Y)
MENU
CANCEL
X
Y/M/DY / M / D
Y M D TIMET I M E
----.--.-- --:------.--.-- --:--
Uur
2Y
-knop
1F
-knop
MENU
X
CANCEL
Y/M/DY / M / D
Y Y M D D TIMET I M E
3#
-knop
MENU
X
CANCEL
Y/M / DY / M / D
Y Y M D D TIM ET I M E
1212
Quick Start-gebruiksaanwijzing
8 NL
Datum en tijd instellen
e. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om [D] te selecteren.
f. Druk op de
3#
-knop.
g. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om de uren en minuten
te selecteren.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h. Druk op de
3#
-knop.
i. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om [Y / M / D] te selecteren.
j. Nadat alle functies zijn ingesteld, drukt u op de
e
-knop.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de
e
-knop op het moment dat de klok 00
seconden aanwijst.
MENU
X
CANCEL
Y/M / DY / M / D
Y Y M D D TIM ET I M E
1212
OK
MENU
X
CANCEL SET
Y/M / DY / M / D
Y Y M D D TIM ET I M E
1212
OK
MENU
X
CANCEL SET
Y/M / DY / M / D
Y Y M D D TIM ET I M E
1212
P
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
NL 9
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Een foto maken
a. Houd de camera vast.
c. Druk af.
Horizontale stand Verticale stand
b. Stel scherp.
Ontspanknop
(Half ingedrukt)
Als de scherpstelling en belichting zijn
vastgezet, gaat de groene LED branden en
de sluitertijd en diafragmawaarde worden
weergegeven.
Plaats deze markering op uw
onderwerp.
Het aantal stilstaande
beelden dat kan worden
opgeslagen wordt
weergegeven.
P
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
1/1000
1/1000
F5.6
F5.6
Ontspanknop
(Geheel ingedrukt)
De indicatie-LED Dataverkeer
knippert.
10 NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Beelden bekijken
a. Zet de functieknop op
q
.
a. Druk op de
4&
-knop en de
3#
-knop om het beeld weer te geven
dat u wilt wissen.
b. Druk op de
f
/
S
-knop.
c. Druk op de
1F
-knop om [YES] te selecteren en druk op de
e
-knop om het beeld te wissen.
12:3012:30'07.12.26'0 7. 12 .26
100-00011 00 -00 01
1
HQHQ
[
IN
IN
]
Pendelknop
Volgende foto
Vorige foto
Functieknop
o
-knop
Beelden wissen
f
/
S
-knop
OK
SET
MENU
BACK
YES
NO
[IN]
ERASE
OK
SET
MENU
BACK
YES
NO
ERASE
NL 11
Knopfuncties
Knopfuncties
Stilstaande beelden fotograferen
Stel de functieknop in op
K
,
h
,
s
of
g
en druk de ontspanknop licht in (half). Als de
scherpstelling en belichting zijn vastgezet, gaat de groene LED branden (scherpstelgeheugen) en de
sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven (alleen als de functieknop op
K
,
h
staat). Druk
de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
Scherpstelgeheugen – De scherpstelling vasthouden en
dan de foto samenstellen
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de
ontspanknop volledig in om een foto te maken.
Als de groene LED knippert, is de scherpstelling niet goed aangepast.
Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op
n
en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk
vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van
videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
o
-knop
De camera aan en uit zetten
Power aan: Stand Fotograferen
Lens wordt uitgeschoven
Monitor gaat aan
Stand Weergeven
Monitor gaat aan
Ontspanknop
Fotograferen
P
[
IN
IN
]
44
[ ]
HQHQ 32643264
×
24482448
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Zelfontspanner
Stand macro /
Stand supermacro
Standen Weergeven
Stand Fotograferen
6
a
d
0
c
9
b
8
5
3
1 2
7
4
1
2
P
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
1/1000
1/1000
F5.6
F5.6
Groene LED
12 NL
Knopfuncties
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
Deze functie corrigeert vage beelden die ontstaan doordat het onderwerp of de camera beweegt als de
foto gemaakt wordt.
Door naar een andere stand om te schakelen, worden de meeste instellingen teruggezet naar de
standaardinstellingen van elke stand.
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / Naar een ander motiefprogramma wisselen
Druk op
m
om in het hoofdmenu [SCN] te selecteren en wissel naar een ander motiefprogramma.
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen teruggezet
naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de fotografeersituatie
“ (Blz. 24)
Volg de fotogids op het scherm om de focusinstellingen in te stellen.
Druk op
m
om de fotogids opnieuw weer te geven.
Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te gebruiken,
zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
De inhoud die met de fotogids ingesteld is, verandert in de
standaardinstellingen door op
m
te drukken of de functie met de
functieknop te veranderen.
Fotograferen door previews met verschillende effecten te vergelijken
Selecteer één van de opties [1 Fotograferen m / effect, preview.]
uit het menu [SHOOTING GUIDE] voor een preview met een live
venster met meerdere beelden op de monitor, waarop vier
verschillende niveaus van het geselecteerde foto-effect worden
weergegeven. U kunt de vier preview-beelden vergelijken en de
gewenste instelling / het gewenste effect selecteren.
Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en
druk op
e
. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen
en u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
K
Stilstaande beelden fotograferen
h
Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie
s
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
situatie
g
De fotogids volgen voor het maken van betere foto's
3
OK
SET
4
Shooting into backlight.
5
Brightening subject.
Shoot w/ effects preview.
Set particular lighting.
Blurring background.
3
2
1
S H OOTING GUIDE 1 / 3
+
0.3
0.3
+
0.7
0.7
+
1.0
1.0
0.0
0.0
0.0
+
0.3
+
0.7
+
1.0
Exposure effects.Exposure effects.
Exposure effects.
Exposure effects.
Druk op
43
om de
weergave te
veranderen.
Als [Exposure effects.]
is geselecteerd.
NL 13
Knopfuncties
Het geluid wordt samen met de videobeelden opgenomen.
De laatste foto wordt weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en
kalenderweergave.
Druk op
e
om het informatiedisplay dat gedurende 3 seconden wordt getoond tijdens
enkelbeeldweergave te wissen.
g
“MOVIE PLAY
Weergeven van videobeelden
“ (Blz. 28)
Panoramische beelden bekijken met [COMBINE IN CAMERA 1/2]
(Panorama weergeven)
Gebruik de pendelknop om een panoramisch beeld te selecteren en druk
op
e
. Schuiven naar rechts (of omhoog schuiven voor een gedraaid
beeld) start automatisch.
Gebruik de zoomknop om in te zoomen terwijl een beeld schuift. Gebruik
de pendelknop om de schuifrichting van een ingezoomd beeld te
wijzigen.
Druk op
e
om het schuiven in de originele vergroting te stoppen of
voort te zetten.
Druk op
m
om het weergeven van panoramische beelden te
verlaten.
g
“PANORAMA
Panoramische beelden maken en combineren
“ (Blz. 22)
De stilstaande beelden die in “Mijn favorieten“ zijn opgeslagen, worden
weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven en
indexweergave.
Druk op
m
tijdens de weergave van “Mijn favorieten“ om het
hoofdmenu weer te geven en selecteer dan [SLIDESHOW] of
[ADD FAVORITE].
g
“SLIDESHOW
Beelden automatisch afspelen
“ (Blz. 28)
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
n
Videobeelden opnemen
q
Stilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren
P
“Mijn Favorieten“ bekijken
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
A
00:36
00:36
00:36
De resterende opnametijd wordt weergegeven.
Als de resterende opnametijd 0 bereikt, wordt het opnemen
automatisch gestopt.
My Favorite
My FavoriteMy FavoriteMy Favorite
OK
MENU
SLIDE-
SHOW
SLIDE-
SHOW
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
SET
EXIT
My Favorite
14 NL
Knopfuncties
Beelden wissen uit “Mijn favorieten“
Selecteer met de pendelknop het beeld dat u wilt wissen en druk op
f
/
S
. Selecteer [YES] en druk
op
e
.
Door het wissen van een beeld uit “Mijn favorieten“ wordt het originele beeld dat in het interne
geheugen of op het kaartje is opgeslagen, niet gewist.
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
Geeft het functiemenu weer dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen worden
gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen
Selecteer de stand Fotograferen als u de functieknop heeft ingesteld op
K
.
Andere functies die u met het functiemenu kunt instellen
g
“WB
Kleur van een foto aanpassen
“ (Blz. 25)
“ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 25)
“DRIVE
Repeterend (continu) fotograferen
“ (Blz. 26)
“ESP /
n
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object
“ (Blz. 26)
Geeft het hoofdmenu weer.
YES / NO
Pendelknop (
1243
)
e
-knop (OK / FUNC)
P / AUTO
.....................................................................Fotograferen met automatische instellingen
P (programmagestuurd automatisch) De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object
automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in.
AUTO (Volautomatisch) De camera stelt behalve diafragma en sluitertijd, automatisch de
witbalans en de ISO-gevoeligheid in.
m
-knop (MENU)
Het hoofdmenu weergeven
4
5
P
P
P
P
WB
AUTO
ISO
AUTO
o
h
P/AUTO
P/AUTO
ESP
43
: Selecteer een instelling en druk op
e
.
12
: Selecteer de functie die u wilt instellen.
Functiemenu
6
NL 15
Knopfuncties
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw object
Factor optische zoom: 5x
Stand Weergeven: De beeldweergave wijzigen
Zoomknop
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven
7
P
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
P
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
Uitzoomen:
Druk op W op de
zoomknop.
Inzoomen:
Druk op T op de
zoomknop.
1 2
4
3
[
IN
IN
]
12:30
12:30
'07.12.26
'07 .12 .26
100-0004
1 0 0- 0 00 4
4
HQ
HQ
[
IN
IN
]
1 2 3
4 5 6
7 8 9
[
IN
IN
]
[[
IN
IN
]
[
IN
]
Gezoomd weergeven
Druk op T om de foto
stapsgewijs te vergroten tot
maximaal 10 keer de
oorspronkelijke grootte. Druk op
W om het formaat te verkleinen.
Gebruik de pendelknop tijdens
gezoomd weergeven om in de
foto heen en weer te schuiven.
Druk op
e
om naar
enkelbeeldweergave terug te
keren.
Indexweergave
Gebruik de pendelknop om
een beeld voor weergave te
selecteren en druk op
e
om het geselecteerde enkele
beeld weer te geven.
Kalenderweergave
Gebruik de pendelknop om de
datum te selecteren en druk op
e
of T op de zoomknop om het
beeld op de geselecteerde datum
weer te geven.
Enkelbeeldweergave
Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
W
TW
W
T
W
W
T
W
T
T
[
IN
IN
]
SUN
SUN
MON
MON
TUE
TUE
WED
WED
THU
THU
FRI
FRI
SAT
SAT
2007
2007
12
12
25
25
26
26
27
27
28
28
29
29
30
30 1
2 3 4 5 6 7 8
9
10
10
11
11
12
12
13
13
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
19
20
20
21
21
22
22
23
23
24
24
25
25
26
26
27
27
28
28
29
29
30
30
31
31 1 2 3
16 NL
Knopfuncties
Druk op
1F
in de stand Fotograferen en selecteer met de
pendelknop
43
een foto in de gewenste helderheid en druk op
e
.
Aan te passen van –2,0 EV tot +2,0 EV
Druk op
3#
in de stand Fotograferen om de flitserinstelling te selecteren.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Druk op
2Y
in de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de zelfontspanner-LED ongeveer 10 seconden,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Druk op
2Y
om de zelfontspanner te annuleren.
Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner
automatisch uitgeschakeld.
Druk op
4
&
in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Zoom en flitser kunnen niet worden gebruikt in stand supermacro.
1F
-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
3#
-knop
Gebruik van de flitser
AUTO (autoflitsen) Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te
onderdukken.
#
Invulflitsen De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
$
Flitser uit De flitser ontsteekt niet.
2Y
-knop
Fotograferen met de zelfontspanner
Y
OFF Annuleer de zelfontspanner.
Y
ON Stel de zelfontspanner in.
4&
-knop
Dichtbij het onderwerp fotograferen (stand macro)
OFF Stand macro is gedeactiveerd.
&
Stand macro Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 20 cm
(groothoek) en 60 cm (tele) tot het onderwerp.
%
Stand supermacro Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 3 cm tot het
onderwerp. Als de afstand tussen de camera en het onderwerp meer dan
70 cm is, wordt de foto onscherp.
8
F
+
0.30.3
+
0.70.7
+
1.01.0
0.00.00.0
+
0.3
+
0.7
+
1.0
Druk op
43
om de
weergave te veranderen.
9
0
a
NL 17
Knopfuncties
Druk op
q
in de stand Fotograferen om naar de stand Weergeven te schakelen en de als laatste
gemaakte foto weer te geven.
Druk weer op
q
of druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen.
g
q
Stilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren“ (Blz. 13)
Als er een printer op de camera is aangesloten, geef dan het beeld dat u wilt printen weer in de stand
Weergeven en druk op
<
.
g
“EASY PRINT“ (Blz. 39)
Druk op
f
in de stand Fotograferen om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk
op
e
om in te stellen.
Er verschijnt een rechthoekig kader op het gedetecteerde schaduwgebied. Deze functie maakt het
gezicht van het onderwerp helderder, zelfs met tegenlicht, en versterkt de kleur van de achtergrond op
de foto.
In sommige gevallen kan de camera geen gezicht herkennen.
Als [SHADOW ADJ. ON] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
[ESP / n] is vastgezet op [ESP].
[AF MODE] is vastgezet op [FACE DETECT].
[PANORAMA] is niet beschikbaar.
Als [DRIVE] op [
W
] staat, wordt deze functie alleen voor de eerste opname geactiveerd.
In sommige gevallen duurt het even voordat er een detectiekader wordt weergegeven.
Selecteer het beeld dat gewist moet worden in de stand Weergeven en druk op
S
.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist
worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g
0
Beelden beveiligen
“ (Blz. 33)
q
/
<
-knop
Beelden bekijken / Beelden printen
q
Beelden onmiddellijk bekijken
<
Beelden printen
f
/
S
-knop
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen
f
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht
SHADOW ADJ. OFF Schaduwaanpassingstechniek is gedeactiveerd.
SHADOW ADJ. ON Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd.
S
Beelden wissen
b
c
18 NL
Knopfuncties
Informatiedisplays wijzigen
Druk op
g
/
E
om het display in onderstaande volgorde te wijzigen.
*1 Dit wordt niet weergegeven als de functieknop op
n
of
R
staat.
*2 Dit wordt niet weergegeven als er een video is geselecteerd.
Menugids weergeven
Houd
g
/
E
ingedrukt terwijl er een menufunctie is geselecteerd
om de menugids weer te geven. Laat
g
/
E
los om de menugids
te sluiten.
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera is uitgeschakeld, op
g
/
E
om de tijd weer te geven (en de alarmtijd, als
[ALARM CLOCK] is ingesteld). De tijd wordt 3 seconden weergegeven.
g
/
E
-knop
De informatie / Display op de LCD-monitor wijzigen
d
n
R
W
+2.0
+2.0
l
k
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
$
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
ISO
ISO
1600
1600
%
P
P
$
ISOISO
16001600
n
W
%
HQ
HQ 32643264
×
24482448
+2.0+2.0
k
[
IN
IN
]
44
[ ]
R
l
12:3012:30'07.12.26'07 . 12. 26
100-00041 00 -0 00 4
4
HQHQ
[
IN
IN
]
ISO 400ISO 400
12:3012:30'07.12.26'07 . 12. 2 6
100-00041 00 -0 00 4
4
+2.0
+2.01/ 10001 000F5.6F5.6
HQHQ
32643264
×
24482448
[
IN
IN
]
ISO 400ISO 400
12:3012:30'07.12.26'07 . 12. 26
4
+2.0
+2.0
1/ 10001 000
F5.6F5.6
HQHQ
[
IN
IN
]
Hulplijnweergave
*1
Eenvoudige
weergave
*1
Normale weergave
$
ISO
ISO
1600
1600
n
W
%
k
R
l
[
IN
IN
]
4
[ ]
+2.0
+2.0
HQ
HQ
P
Histogram-
weergave
*1
Stand Fotograferen
Normale weergave
Gedetailleerde weergave
Stand Weergeven
Geen informatieweergave
Histogram-
weergave
*2
[ ]
ES P/ES P/n
Sets picture bri
g
htnes
s
for takin
g
pictures
.
NL 19
Menufuncties
Menufuncties
Door op
m
te drukken wordt het hoofdmenu op de monitor weergegeven.
De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE], of [SETUP] is geselecteerd, wordt het
menu van de desbetreffende functies weergegeven.
Als uw camera is ingesteld volgens de weergegeven fotogids, met de functieknop op
g
, drukt
u op
m
om de fotogids weer te geven.
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm
weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
Over de menu's
Bedieningsaanwijzingen
e
-knop
Pendelknop
(
1243
)
m
-knop
OK
MENU
SETUPSETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
RESETRESET
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PANORAMAPANORAMA
OK
SET
MENU
BACK
1
2
C AM ER A ME NU
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
FINE ZOOM
DRIVE
o
OFF
OFF
Hoofdmenu (in stand voor het fotograferen
van stilstaande beelden)
OK
MENU
SETUPSETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
RESETRESET
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PANORAMAPANORAMA
Bedienings-
aanwijzingen
m
-
knop
1243
op
de pendelknop
: Gaat terug naar het vorige menu.
: Verlaat het menu.
:Druk op
1243
om een instelling te selecteren.
: Stelt het geselecteerde item in.
MENU
BACK
MENU
EXIT
OK
SET
e
20 NL
Menufuncties
Dit verklaart hoe de menu's gebruikt kunnen worden aan de hand van de [AF MODE]-instelling.
1
Zet de functieknop op
K
.
2
Druk op
m
om het hoofdmenu weer te geven.
Selecteer [CAMERA MENU] en druk op
e
om
uw keuze te bevestigen.
[AF MODE] is een van de selecties in het [CAMERA MENU].
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
3
Gebruik de pendelknop
12
om [AF MODE]
te selecteren en druk op
e
.
Het kan zijn dat niet alle instellingen beschikbaar zijn,
afhankelijk van de stand Fotograferen / het motiefprogramma.
Druk op
4
op dit scherm, zodat de cursor naar de
paginaweergave beweegt. Druk op
12
om van pagina te
veranderen. Om een item te selecteren, drukt u op
3
of
e
.
4
Gebruik de pendelknop
12
om
[FACE DETECT], [iESP] of [SPOT] te
selecteren en druk op
e
.
De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt
weergegeven. Druk meermaals op
m
om het menu te
verlaten.
Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met
de bediening van het menu, drukt u op
m
voordat u op
e
drukt.
Gebruik van de menu’s
OK
MENU
SETUP
SETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
RESET
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PANORAMA
PANORAMA
OK
SET
MENU
BACK
1
2
C A ME RA MENU
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
FINE ZOOM
DRIVE
o
OFF
OFF
OK
SET
MENU
BACK
2
1
C A ME RA MENU
AF MODE SPOT
R
OFF
ESP
De geselecteerde functie wordt
weergegeven in een andere
kleur.
Paginaweergave:
Het paginaweergaveteken wordt weergegeven
als er op de volgende pagina nog meer
menufuncties staan.
OK
SET
MENU
BACK
2
1
C A MER A MENU
AF MODE
R
ESP/
5
iESP
SPOT
FACE DETECT
NL 21
Menufuncties
Sommige functies zijn in bepaalde standen niet beschikbaar.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 61)
g
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 34)
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan
Beeldkwaliteit video
Menu stand Fotograferen
K
h
s
n
IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
Beeldkwaliteit / Resolutie Compressiefactor Applicatie
SHQ 3264 x 2448 Lage compressie
Dit is handig voor het printen van grote beelden op
A3-formaat.
Dit is handig voor het het bewerken van foto's op de
computer, zoals aanpassen van contrast en
onderdrukken van rode ogen.
HQ 3264 x 2448 Standaard
compressiefactor
SQ1 2560 x 1920 Standaard
compressiefactor
Dit is handig voor het printen op A3-formaat / A4.
Dit is handig voor computerbewerkingen als
draaien of het toevoegen van tekst aan een foto.
2304 x 1728
2048 x 1536
SQ2 1600 x 1200 Standaard
compressiefactor
Dit is handig voor het printen op
ansichtkaartformaat.
Dit is handig voor het bekijken van foto's op een
computer.
1280 x 960
1024 x 768
Deze beeldkwaliteit is vooral praktisch om beelden
als bijlagen bij e-mail te verzenden.
640 x 480 Lage
compressiefactor
16:9 1920 x 1080 Standaard
compressiefactor
Dit is nuttig om de weidsheid van een object, zoals
een landschap, te benadrukken en voor het
bekijken van beelden op een breedbeeldtelevisie.
[PANORAMA] kan niet worden ingesteld.
Beeldkwaliteit / Resolutie
SHQ 640 x 480
HQ 320 x 240
SQ 160 x 120
OK
MENU
SETUPSETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
RESETRESET
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PANORAMAPANORAMA
2
5
CAMERA MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
ESP /
n
AF MODE
R
DIS MOVIE MODE
*
*
Dit wordt alleen weergegeven als videobeelden
geselecteerd zijn.
5
4
1
6
3
1
22 NL
Menufuncties
Fotografeerfuncties herstellen naar de standaardinstellingen. De functieknop mag niet op
g
staan.
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
Een Olympus xD-Picture card is vereist voor panoramaopnamen.
Als de opslagcapaciteit van het kaartje onvoldoende is, kan deze functie niet worden geselecteerd.
RESET
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
NO / YES
Functie Standaardinstellingen af fabriek Zie blz.
P / AUTO P Blz. 14
F
0.0 Blz. 16
#
AUTO Blz. 16
YY
OFF Blz. 16
&
OFF Blz. 16
Schaduwaanpassingstechniek OFF Blz. 17
Informatiedisplay Normale weergave Blz. 18
IMAGE QUALITY HQ Blz. 21
PANORAMA COMBINE IN CAMERA 1 Blz. 22
s
PORTRAIT Blz. 24
WB AUTO Blz. 25
ISO AUTO Blz. 25
DRIVE
o
Blz. 26
FINE ZOOM OFF Blz. 26
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen) OFF Blz. 26
ESP /
n
ESP Blz. 26
AF MODE SPOT Blz. 27
R
OFF Blz. 27
DIS MOVIE MODE OFF Blz. 27
PANORAMA
Panoramische beelden maken en combineren
COMBINE IN CAMERA1
Hiermee worden automatisch foto's gemaakt en in de camera
gecombineerd.
COMBINE IN CAMERA2
Hiermee worden handmatig foto's gemaakt en deze worden
automatisch in de camera gecombineerd.
COMBINE IN PC Hiermee worden foto's gemaakt die op een PC worden gecombineerd.
2
3
NL 23
Menufuncties
[COMBINE IN CAMERA 1]
Maak automatisch foto's voor een panoramisch beeld en combineer de foto's met behulp van uw
camera tot een enkel panoramisch beeld. Alleen gecombineerde beelden worden opgeslagen.
[COMBINE IN CAMERA 2]
Maak handmatig foto's voor een panoramisch beeld en combineer de foto's met behulp van uw camera
tot een enkel panoramisch beeld. Alleen gecombineerde beelden worden opgeslagen.
OK
EXIT
OK
EXIT
OK
EXIT
OK
EXIT
Maak de eerste foto.
Als u de camera iets in de richting van de volgende foto beweegt, verschijnen er een focusteken en
een pointer.
De pointer beweegt als u de camera draait voor een panoramisch beeld. Beweeg de camera
langzaam en constant totdat de pointer het focusteken overlapt, blijf dan stilstaan.
De camera maakt de tweede foto automatisch.
Maak, als het actuele onderwerp op de monitor verschijnt, de derde foto op dezelfde manier als de
tweede.
Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde
foto wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op
e
voordat u de derde
foto maakt.
2e 3e
Focusteken
Pointer
Sluit de beelden van
links naar rechts op
elkaar aan
1e
Sluit de beelden van
links naar rechts op
elkaar aan
Gebruik
43
om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt verbinden en maak dan de eerste
foto.
Stel uw tweede foto zo samen, dat de rand van de eerste foto de rand van de tweede foto overlapt
en maak dan de foto.
Maak de derde foto op dezelfde manier als de tweede.
Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde
foto wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op
e
voordat u de
derde foto maakt.
OK
EXIT
OK
EXIT
OK
EXIT
1e 2e 3e
24 NL
Menufuncties
[COMBINE IN PC]
Een panoramafoto maken met behulp van de OLYMPUS Mastersoftware van de meegeleverde CD-ROM.
Gebruik de pendelknop om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt aansluiten en maak uw foto's
zo dat de randen overlappen.
Fotograferen is mogelijk tot maximaal 10 beelden. Druk op
e
om de functie Panoramaopnamen te
sluiten.
In [COMBINE IN PC] blijft de vorige foto niet zichtbaar voor het positioneren. Onthoud het op de
monitor weergegeven beeld als een ruwe indicatie, stel dan de foto zo samen dat de randen van de
vorige foto in het beeld met de volgende foto overlappen.
Opmerking
Scherpstelling, belichting, WB en zoom worden in het eerste beeld vastgezet en de flitser ontsteekt
niet.
In de stand [COMBINE IN CAMERA1] of [COMBINE IN CAMERA2] kan [IMAGE QUALITY] niet
worden gewijzigd.
In de stand [COMBINE IN CAMERA1] worden camera-instellingen automatisch voor deze stand
geoptimaliseerd. In de stand [COMBINE IN CAMERA2] of [COMBINE IN PC], worden foto's gemaakt
in de als laatste ingestelde [ISO]- of [SCN]-instellingen (behalve enkele motiefprogramma's).
Het scherm voor het selecteren van een motiefprogramma laat
voorbeelden zien en een beschrijving van de fotografeersituatie waar
het voor bedoeld is. Dit kan alleen worden ingesteld als de functieknop
op
s
staat.
g
“Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en
Weergeven
“ (Blz. 12)
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de
meeste instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen van
elk motiefprogramma.
*1 Als het onderwerp donker is, wordt ruisonderdrukking automatisch
geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer de tijd van fotograferen waarin
geen andere foto's gemaakt mogen worden.
*2 De scherpstelling van het eerste beeld wordt vastgehouden.
*3 De camera stelt voor elk beeld scherp.
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de fotografeersituatie
PORTRAIT / LANDSCAPE / LANDSCAPE+PORTRAIT / NIGHT SCENE
*1
/
NIGHT+PORTRAIT
*1
/ SPORT / INDOOR / CANDLE
/ SELF PORTRAIT /
AVAILABLE LIGHT
/ SUNSET
*1
/ FIREWORKS
*1
/ CUISINE / BEHIND GLASS /
DOCUMENTS / AUCTION
*2
/ SHOOT & SELECT1
*2
/ SHOOT & SELECT2
*3
/ SMILE SHOT
*2
/
BEACH & SNOW (strand & sneeuw)
Sluit de beelden van links naar rechts op elkaar aan Sluit de beelden van beneden naar boven op elkaar aan
3
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
rechterrand.
4
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
linkerrand.
1
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
bovenrand.
2
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
onderrand.
4
B
F
D
G
U
OK
SET
MENU
BACK
1 PORTRAIT
Instelmenu voor
motiefprogramma's
Motiefprogramma instellen.
NL 25
Menufuncties
[
e
SHOOT & SELECT1] / [
f
SHOOT & SELECT2]
Deze motiefprogramma's stellen u in staat repeterende beelden te maken door de ontspanknop
ingedrukt te houden. Na het fotograferen selecteert u de beelden die u wilt wissen door er een
R
bij
te zetten en drukt u op
S
om ze te wissen.
[
S
SMILE SHOT]
Als de camera een lachend gezicht herkend in de stand standby fotograferen, worden er automatisch
3 beelden in de stand snel repeterende opnamen gemaakt. U kunt ook handmatig foto's maken door in
deze stand op de ontspanknop te drukken.
Als [SMILE SHOT] geselecteerd is, brandt de zelfontspanner-LED. Als de zelfontspanner-LED
knippert, kan er niet gefotografeerd worden.
In sommige gevallen kan de camera geen lachend gezicht herkennen.
Als [DRIVE] op [
W
] staat, wordt [ISO] vastgezet op [AUTO].
Als [3200] geselecteerd is, wordt [IMAGE QUALITY] beperkt tot [2048 x 1536] of lager.
CAMERA MENU
WB
........................................................................................................Kleur van een foto aanpassen
AUTO
De witbalans wordt voor natuurlijke kleuren automatisch aangepast,
ongeacht de lichtbron.
5
Zonnige dag Voor fotograferen bij heldere lucht.
3
Bewolkte dag Voor fotograferen bij bewolkte lucht.
1
Gloeilamplicht Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
w
TL-lamp 1
Voor fotograferen bij daglicht-TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk binnenshuis gebruikt.)
x
TL-lamp 2
Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in bureaulampen gebruikt.)
y
TL-lamp 3
Voor fotograferen bij wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in kantoren gebruikt.)
ISO
........................................................................................................De ISO-gevoeligheid wijzigen
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende belichting van
het object.
50 / 100 / 200 /
400 / 800 / 1600 /
3200
Een lage waarde verlaagt de gevoeligheid voor het maken van heldere, scherpe
foto's bij daglicht. Hoe hoger de waarde, hoe groter de lichtgevoeligheid van de
camera en hoe meer mogelijkheden om met een korte sluitertijd en bij weinig licht
te fotograferen. Een grote gevoeligheid veroorzaakt echter beeldruis in de
uiteindelijke opname, wat een korrelig beeld tot gevolg kan hebben.
Geselecteerd beeld.
e
e
GO
OK
BACK
MENU
S
Druk op
43
om door de foto's te bladeren.
Foto's die met een
R
gemarkeerd zijn, worden gewist.
Druk op
e
om de beelden die gewist moeten worden te
markeren of te deselecteren.
5
26 NL
Menufuncties
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera
maakt continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
Als [
W
] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
De flitserfunctie wordt vastgehouden op [
$
].
[ISO] wordt vastgehouden op [AUTO].
[IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot [2048 x 1536] of lager.
[FINE ZOOM], [DIGITAL ZOOM] en [
R
] kunnen niet worden ingesteld.
Combineert optische zoom en beeld vastleggen om een grotere vergroting mogelijk te maken
(maximaal 16x). De beeldkwaliteit verslechtert niet aangezien er geen dataconversie (verhogen van het
aantal pixels) plaatsvindt.
De beschikbare instelling [IMAGE QUALITY] is [SQ1] of lager.
De beschikbare vergroting varieert afhankelijk van de instelling [IMAGE QUALITY].
Deze functie is niet beschikbaar met geactiveerde digitale zoom.
De digitale zoom kan worden gebruikt om close-up-foto's te maken met een sterkere vergroting als u
deze combineert met optische zoom. (Optische zoom x digitale zoom : maximum 28x)
Deze functie is niet beschikbaar met geactiveerde fijne zoom.
DRIVE
........................................................................................ Repeterend (continu) fotograferen
o
Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt.
W
Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname
aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de
ingestelde beeldkwaliteit.
FINE ZOOM
....................Inzoomen op uw onderwerp zonder de beeldkwaliteit te verminderen
OFF / ON
DIGITAL ZOOM
.........................................................................................Inzoomen op uw object
OFF / ON
ESP /
n
.....................Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object
ESP Meet de helderheid in het beeldmidden en in het gebied eromheen afzonderlijk, om
een beeld vast te leggen waarin de helderheid in balans is. Fotografeert u bij sterk
tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldmidden donker wordt afgebeeld.
n
Alleen de helderheid van het beeldmidden wordt gemeten. Aanbevolen voor het
maken van een foto met sterk tegenlicht.
P
[
IN
IN
]
44
[ ]
HQHQ 32643264
×
2448 2448
P
[
IN
IN
]
4
4
[ ]
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
Zoombalk
Wit gebied: Het optische zoombereik
Rood gebied: Het digitale zoombereik
Optische zoom Digitaal zoomen
NL 27
Menufuncties
In sommige gevallen kan de camera niet op een gezicht scherpstellen, ook niet als [FACE DETECT]
geselecteerd is.
Als de camera geactiveerd is [ON] neemt deze ongeveer 4 seconden audio op nadat de foto is
gemaakt.
Richt de microfoon van de camera tijdens het opnemen op de geluidsbron die u wilt opnemen.
Videobeelden opnemen met digitale beeldstabilisatie.
Als dit is ingesteld op [ON], worden de beelden iets vergroot.
Het is mogelijk dat beelden niet kunnen worden gecorrigeerd als de camera heftig wordt geschud of
als het object extreem beweegt.
Selecteer [OFF] als u video-opnames maakt terwijl de camera fysiek is gestabiliseerd. Indien u dat
niet doet, kan het zijn dat de video-opname die u maakt meeschudt met het object.
Met deze functie kunt u bedieningsgeluiden tijdens het fotograferen en weergeven,
waarschuwingspiepen, sluitergeluiden enz. uitschakelen.
AF MODE
........................................................................................Wijzigen van het scherpstelvlak
FACE
DETECT
De camera zoekt een gezicht binnen het beeld en stelt daarop scherp.
iESP De camera bepaalt op welk object in het beeld wordt scherpgesteld. Zelfs wanneer
het object zich niet in het midden van het scherm bevindt, is het mogelijk scherp te
stellen.
SPOT
Selectie van het scherpstellen is gebaseerd op het onderwerp binnen het
autofocusteken.
R
..........................................................................................Geluid opnemen bij stilstaande beelden
OFF / ON
DIS MOVIE MODE
............................... Fotograferen in de stand Digitale beeldstabilisatie video
OFF / ON
SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
OFF / ON
6
28 NL
Menufuncties
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Stel
achtergrondmuziek
[BGM] op [ON] of [OFF].
Selecteer in het functiemenu [TYPE] het overgangseffect tussen de
beelden.
Van reeksen videobeelden wordt alleen het eerste beeld getoond.
Na het instellen van [BGM] en [TYPE] drukt u op
e
om de diashow te starten.
Druk op
e
of
m
om de diashow te stoppen.
Selecteer in het hoofdmenu [MOVIE PLAY] en druk op
e
om de
videobeelden af te spelen.
U kunt videobeelden ook weergeven door een beeld te selecteren met
het videopictogram (
n
) in de stand Weergeven en op
e
te drukken.
Menu stand Weergeven
q
P
SLIDESHOW
Beelden automatisch afspelen
BGM ON / OFF
TYPE
NORMAL
/ SCROLL /
FADER / SLIDE / ZOOM DOWN /
ZOOM UP / CHECKERBOARD /
BLINDS / SWIVEL / RANDOM
MOVIE PLAY
Weergeven van videobeelden
5
EDIT
OK
MENU
MOVIE
PLAY
MOVIE
PLAY
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
EDIT
EDIT
ERASE
ERASE
SETUP
SETUP
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
PRINT
ORDER
PRINT
ORDER
SILENT
MODE
SILENT
MODE
CALENDAR
CALENDAR
EXIT SET
OK
MENU
SLIDE-
SHOW
SLIDE-
SHOW
EDIT
EDIT
ERASE
ERASE
PRINT
ORDER
PRINT
ORDER
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PERFECT
FIX
PERFECT
FIX
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
SETUP
SETUP
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
5
8
Q
P
COLOR EDIT
FRAME
LABEL
CALENDAR
LAYOUT
EXPRESSION EDIT
FACE FOCUS
Als een stilstaand beeld is geselecteerd
Als videobeelden zijn geselecteerd
5
EDIT
6
*1
7
0
y
*2
R
*2
7
PLAYBACK MENU
2
87
*1 Een kaartje is
noodzakelijk.
*2 Dit wordt niet
weergegeven als er
een video is
geselecteerd.
3
5
INDEX
EDIT
1
4
4
g
“Instelmenu's – SETUP“
(Blz. 34)
“SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
(Blz. 27)
1
OK
SET
MENU
BACK
SLIDES HOW
OFF
ON
BGM
TYPE
[
IN
]
[]
[]
2
OK
12:30
12:30
'07.12.26
'0 7.12.26
100-0004
1 00 -0 00 4
4
[
IN
IN
]
MOVIE PLAY
NL 29
Menufuncties
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden.
Druk op
e
om de weergave te pauzeren.
Mogelijkheden in de stand pauze
Om de weergave te hervatten, drukt u op
e
.
Om de weergave van de videobeelden in het midden of tijdens een pauze stop te zetten, drukt u op
m
.
Het opgenomen beeld wordt gecorrigeerd en als nieuw beeld opgeslagen.
Gebruik
12
om het effect te selecteren dat u wilt toepassen en druk op
e
.
Gebruik
43
om de foto te selecteren die u wilt bewerken en druk op
e
.
Videobeelden, foto's die met een andere camera zijn gemaakt en eerder gecorrigeerde of bewerkte
foto's kunnen niet worden gecorrigeerd.
Als er gecorrigeeerde foto's worden weergegeven, kan de foto niet gecorrigeerd worden.
Er kan op sommige beelden enige bewegingsonscherpte blijven bestaan.
Het bewerken van een beeld kan een licht verlies in kwaliteit betekenen.
PERFECT FIX
Foto's corrigeren
ALL
Digitale beeldstabilisatiebewerking, belichtingscorrectie
en rode-ogencorrectie worden samen geactiveerd.
DIS EDIT
Retoucheert beelden met onvoorziene
bewegingsonscherpte.
LIGHTING FIX
De onderbelichte delen van een beeld worden lichter
gemaakt.
REDEYE FIX Corrigeert de rode ogen van een onderwerp.
12:30
12:30
'07.12.26
'0 7.12.26
100-0004
1 00 -0 00 4
00:00 00:36
00:00 00:36
[
IN
IN
]
1
: Verhoogt het volume.
2
: Verlaagt het volume.
Weergavetijd / totale opnametijd
3
: Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de snelheid van de weergave
veranderd in de volgorde: 2x; 20x en terug naar 1x.
4
:
Speelt de videobeelden in omgekeerde richting af. Iedere keer dat de knop
ingedrukt wordt, wordt de snelheid van de weergave veranderd in de volgende
volgorde: 1x; 2x; 20x; en terug naar 1x.
00:05 00:36
00:05 00:36
[
IN
IN
]
1
: Geeft het eerste beeld weer.
2
: Geeft het laatste beeld weer.
3
: Geeft het volgende beeld weer.
4
: Geeft het vorige beeld weer.
3
OK
SET
MENU
BACK
PERFECT FIX
ALL
DIS EDIT
LIGHTING FIX
REDEYE FIX
[IN]
30 NL
Menufuncties
Met deze functie slaat u uw favoriete stilstaande beelden in het interne geheugen op als afzonderlijke
stilstaande beelden. U kunt maximaal 9 favoriete beelden opslaan.
g
P
‘Mijn favorieten’ bekijken “ (Blz. 13)
• Gebruik de pendelknop om een beeld te selecteren en druk op e.
Opgeslagen beelden kunnen zelfs niet door het formatteren van het interne geheugen worden gewist.
Een opgeslagen beeld kan worden gebruikt als beeld voor het startscherm of als achtergrond van het
menuscherm.
g
“PW ON SETUP
Het startscherm en het volume instellen
“ (Blz. 35)
“MENU THEME
De kleur en achtergrond van het menuscherm instellen
“ (Blz. 35)
Opmerking
Opgeslagen beelden kunnen niet worden bewerkt, geprint, op een kaartje worden gekopieerd,
naar een computer worden overgedragen of op een computer worden weergegeven.
Dit wijzigt het formaat van een foto en slaat het als een nieuw bestand op.
Snij een foto uit en sla de uitgesneden foto als een nieuwe foto op.
Gebruik
43
om een foto die u wilt uitsnijden te selecteren en druk op
e
.
Gebruik de pendelknop en zoomknop om de positie en het formaat van het
bereik-selectiekader aan te passen en druk op
e
.
Deze functie stelt u in staat de kleuren van de foto te wijzigen en deze als
nieuwe foto op te slaan.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer het gewenste effect met
43
en druk op
e
.
ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
EDIT
Q
......................................................................................................Het formaat van foto's wijzigen
640 x 480 / 320 x 240
P
........................................................................................................................... Een foto uitsnijden
COLOR EDIT......................................................................
De kleuren van de foto wijzigen
1
BLACK & WHITE Hiermee wordt de foto zwart-wit.
2
SEPIA Hiermee wordt de foto sepia.
3
SATURATION
(HARD)
Hiermee wordt de kleurintensiteit van de foto
verhoogd.
4
SATURATION
(SOFT)
Hiermee wordt de kleurintensiteit van de foto iets
verhoogd.
4
OK
MENU
ADD FAVORITE
BACKSET
5
OK
SET
O
COLOR EDIT
12
34
NL 31
Menufuncties
Met deze functie kunt u een kader selecteren, het kader met een beeld samenvoegen en dit opslaan
als een nieuw beeld.
Selecteer een kader met
43
en druk op
e
.
Selecteer de foto die met de kader samengevoegd moet worden met
43
en
druk op
e
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Druk op de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat van de
foto aan te passen en druk op
e
.
Met deze functie kunt u een titel selecteren, de titel met een beeld samenvoegen en dit opslaan als een
nieuw beeld.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer de titel met
43
en druk op
e
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Druk op de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat van de
titel aan te passen en druk op
e
.
Stel de kleur van de titel in met de pendelknop en druk op
e
.
Met deze functie kunt u een kalenderformaat selecteren, de kalender met een beeld samenvoegen en
dit opslaan als een nieuw bestand.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer de kalender met
43
en druk op
e
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Stel de datum van de kalender in en druk op
e
.
Druk op
43
om een bladindelingsmodel te selecteren en druk op
e
.
Selecteer de beeldselectiemethode en druk op
e
.
Selecteer de foto en druk op
e
. (Als [SEL. IMAGE] geselecteerd is, druk
dan op
12
om de foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
FRAME ...................................................................................
Kaders toevoegen aan foto's
LABEL
......................................................................................... Een titel toevoegen aan een foto
CALENDAR
................................................................... Een kalenderafdruk met een foto maken
LAYOUT .....................................................
Meerdere foto's rangschikken en samenvoegen
ALL IMAGES
Hiermee worden alle foto's die op het kaartje zijn opgeslagen gerangschikt en
samengevoegd.
CALENDAR Hiermee worden foto's die op een bepaalde dag van de kalendar zijn opgeslagen,
weergegeven om te kunnen rangschikken en samenvoegen.
SEL. IMAGE Selecteert foto's individueel om te rangschikken en samen te voegen.
OK
W
O
T
SETMOVE
FR AME
OK
SET
LAB EL
OK
SET
C
ALENDAR
OK
SET
MENU
BACK
LAYOUT
ALL IMAGES
CALENDAR
SEL. IMAGE
32 NL
Menufuncties
Met deze functie kunt u de gezichtsuitdrukking van uw onderwerp wijzigen zodat u een geheel nieuwe
foto kunt creëren. Deze functie kan op het grootste en / of dichtsbijzijnde gezicht in het beeld worden
toegepast. Het onderwerp moet zich met het gezicht naar de camera bevinden.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer het gewenste effect met
43
en druk op
e
.
In sommige gevallen kan de camera geen gezicht herkennen.
Het gezicht van uw onderwerp wordt scherp en de achtergrond zacht en onscherp. Deze functie kan op
het grootste en / of dichtsbijzijnde gezicht in het beeld worden toegepast. Het onderwerp moet zich met
het gezicht naar de camera bevinden.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
In sommige gevallen kan de camera geen gezicht herkennen.
Deze functie selecteert 9 beelden uit een video en slaat ze als nieuw beeld op (INDEX) met thumbnails
van elk beeld.
Gebruik
43
om een video te selecteren en druk op
e
.
Gebruik de pendelknop om het eerste beeld te selecteren en druk op
e
.
Selecteer het laatste beeld op dezelfde manier en druk op
e
.
Selecteer het deel van de video dat u wilt opslaan, overschrijf het originele bestand hiermee, of sla het
als een nieuw bestand op.
Selecteer [NEW FILE] of [OVERWRITE] en druk op
e
.
Gebruik de pendelknop om het eerste beeld te selecteren en druk op
e
.
Selecteer het laatste beeld op dezelfde manier en druk op
e
.
Met deze functie kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en de
datum- en tijdinformatie).
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 42)
EXPRESSION EDIT
........................................................................Gezichtsuitdrukking bewerken
FACE FOCUS
.........................................................................Een gezicht op de foto benadrukken
INDEX
........................................................................................Van een video een indexfoto maken
EDIT
.................................................................................................... Een deel van de video snijden
PRINT ORDER
Printreserveringen maken (DPOF)
00:0000:00 /00:3600:3600:00 /00:36
OK
SET
OK
SET
00:0000:00 /00:3600:3600:00 /00:36
6
NL 33
Menufuncties
Met de functies [ERASE] / [SEL.IMAGE] of [ALL ERASE] kunt u
beveiligde beelden niet wissen, maar door te formatteren worden alle
beelden gewist.
Selecteer de foto met
43
en beveilig hem door [ON] te selecteren met
12
.
U kunt meerdere beelden na elkaar beveiligen.
9
wordt weergegeven als
de foto beveiligd is.
Beelden die u fotografeert terwijl u de camera verticaal houdt, worden in horizontale stand
weergegeven. Met deze foto's kunt u zulke beelden draaien zodat ze verticaal op het scherm worden
weergegeven, en de gedraaide beelden blijven in hun nieuwe stand opgeslagen, ook als de camera
wordt uitgeschakeld.
Selecteer een beeld met
43
en gebruik
12
om [+90°], [0°] of [–90°] te selecteren. U kunt meerdere
beelden na elkaar draaien.
Er wordt ongeveer 4 seconden geluid opgenomen.
Selecteer een beeld met
43
en gebruik
12
om [YES] te selecteren om
met de opname te beginnen.
De [BUSY]-balk wordt tijdelijk weergegeven.
Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Hef de beveiliging op voordat u beveiligde beelden wist. Eenmaal
gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat
niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
Als u de foto uit het interne geheugen wist, dient u het kaartje niet in de camera te plaatsen.
Als u het beeld van het kaartje wilt wissen, dient u het kaartje eerst in de camera te plaatsen.
PLAYBACK MENU
0
......................................................................................................................... Beelden beveiligen
OFF / ON
y
.................................................................................................................................Beelden draaien
+90° / / –90°
R
...................................................................................... Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
YES / NO
ERASE
Geselecteerde beelden wissen / Alle beelden wissen
7
OK
EXIT
OFF
ON
[
IN
]
[]
[]
0
OK
EXIT
[IN]y
+90°
OK
[IN]
EXIT
y
–90°
OK
EXIT
[IN]
OK
SET
BACK
MENU
YES
NO
[
IN
]
[]
[]
R
R
8
34 NL
Menufuncties
Gebruik de pendelknop om het beeld te selecteren en druk op
e
om het
beeld te markeren met een
R
.
Druk nogmaals op
e
om de selectie te annuleren.
Als alle afzonderlijke foto's die gewist moeten worden, zijn gemarkeerd, drukt
u op
f
/
S
.
Selecteer [YES] en druk op
e
.
Selecteer [YES] en druk op
e
.
Bij het formatteren van het interne geheugen of het kaartje worden alle opgeslagen beeldgegevens
gewist, ook de beveiligde beelden (beelden die onder “Mijn Favorieten“ zijn opgeslagen worden niet
gewist). Zorg ervoor dat u, voordat u het interne geheugen of het kaartje gaat formatteren, het daarop
aanwezige belangrijke beeldmateriaal kopieert naar een computer of een ander opslagmedium.
Bij het formatteren van het interne geheugen moet u eerst het kaartje uit de camera verwijderen.
Zorg ervoor dat het kaartje in de camera is geplaatst terwijl u het formatteert.
Voordat u een kaartje van een andere fabrikant dan OLYMPUS, of een kaartje dat in een computer
werd geformatteerd, kunt gebruiken moet u deze eerst in deze camera formatteren.
Plaats het optionele kaartje in de camera. Bij het kopiëren van beeldgegevens worden geen foto's uit
het interne geheugen gewist.
Het duurt even om een back-up te maken. Controleer of de batterij voldoende is opgeladen voordat
u met kopiëren begint of gebruik de lichtnetadapter.
SEL. IMAGE
.............................................................. Wissen door een enkel beeld te selecteren
ALL ERASE
..................................... Wis alle beelden in het interne geheugen of op het kaartje
Instelmenu's – SETUP
MEMORY FORMAT (FORMAT)
............................Het interne geheugen of kaartje formatteren
BACKUP
........................................ Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
MENU
S
S EL. IMAGE
[
IN
]
[]
[]
GO
BACK
OK
OK
MENU
SETUPSETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
RESETRESET
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PANORAMAPANORAMA
OK
MENU
SLIDE-
SHOW
SLIDE-
SHOW
EDITEDIT
ERASEERASE
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
PRINT
ORDER
PRINT
ORDER
SILENT
MODE
SILENT
MODE
EXIT SET
PERFECT
FIX
PERFECT
FIX
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
SETUPSETUP
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
* Een kaartje is noodzakelijk.
MEMORY FORMAT
(FORMAT
*
)
BACKUP
*
W
PW ON SETUP
MENU THEME
BEEP
8
SHUTTER SOUND
VOLUME
REC VIEW
FILE NAME
PIXEL MAPPING
s
X
DUALTIME
ALARM CLOCK
VIDEO OUT
POWER SAVE
SETUP
NL 35
Menufuncties
De taal waarin de informatie op de monitor wordt weergegeven, kunt u zelf instellen. Welke talen
beschikbaar zijn, is afhankelijk van waar u deze camera heeft gekocht.
Met de bij uw camera geleverde OLYMPUS Master software kunt u uw camera van nog andere talen
voorzien.
Selecteer [2] en druk op
3
om een stilstaand beeld uit het interne geheugen of van het kaartje in te
stellen als startscherm.
Selecteer [MY FAVORITE] en druk op
3
om een stilstaand beeld uit “Mijn favorieten“ in te stellen als
startscherm.
g
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
[VOLUME] kan in de volgende gevallen niet worden ingesteld.
ALs [SCREEN] op [OFF] staat.
Als [SILENT MODE] op [ON] staat.
Selecteer [MY FAVORITE] en druk op
3
om een stilstaand beeld uit “Mijn favorieten“ in te stellen als
achtergrond.
g
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
W
.................................................................................................Een taal voor de monitor kiezen
PW ON SETUP
..............................................................Het startscherm en het volume instellen
SCREEN OFF (Er wordt geen beeld weergegeven.) / 1 / 2 / MY FAVORITE
VOLUME OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
MENU THEME
.....................................De kleur en achtergrond van het menuscherm instellen
NORMAL / BLUE / BLACK / PINK / MY FAVORITE
BEEP
.........................Het volume van de pieptoon aanpassen als er een knop wordt ingedrukt
OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
8
.......................................Het volume van het waarschuwingsgeluid van de camera aanpassen
OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
SHUTTER SOUND
....................................................Het geluid van de ontspanknop selecteren
OFF (Geen geluid)
1 LOW / HIGH
2 LOW / HIGH
3 LOW / HIGH
VOLUME
.........................................................................Het volume tijdens weergeven aanpassen
OFF (Geen geluid) / 1 / 2 / 3 / 4 / 5
REC VIEW
............................................................ Beelden bekijken direct nadat ze zijn gemaakt
OFF De foto die wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. Dit is handig als u zich wilt
voorbereiden voor de volgende foto terwijl de vorige foto opgeslagen wordt.
ON De foto die wordt opgeslagen, wordt weergegeven. Dit is handig als u de foto die u zojuist
heeft genomen even wilt controleren. U kunt doorgaan met fotograferen terwijl de foto nog
wordt weergegeven.
36 NL
Menufuncties
De bestandsnamen en bijbehorende mapnamen voor opgeslagen beelden worden automatisch
aangemaakt door de camera. De bestandsnamen en mapnamen bevatten respectievelijk
bestandsnummers (0001 t/m 9999) en mapnamen (100 tot 999). Deze worden als volgt genoemd.
Met de functie Pixel Mapping kan de camera de CCD en de beeldbewerkingfuncties controleren en
bijstellen. U hoeft deze functie niet vaak uit te voeren. Wij raden u aan dit één keer per jaar te doen.
Wacht ten minste één minuut na het nemen of bekijken van foto's om de functie pixel mapping optimaal
te laten functioneren. Als u tijdens pixel mapping de camera uitschakelt, dient deze procedure opnieuw
uitgevoerd te worden.
Selecteer [PIXEL MAPPING]. Zodra [START] verschijnt, drukt u op
e
.
De datum en tijd worden samen met elk beeld opgeslagen voor gebruik in de bestandsnaam.
FILE NAME
.................................................................... Bestandsnamen van beelden herstellen
RESET Deze methode is handig bij het groeperen van bestanden op aparte geheugenkaartjes.
De bestandsnummers en mapnummers worden geannuleerd als er een nieuw kaartje in
de camera wordt geplaatst. Het mapnummer wordt teruggezet op [nr.100] en het
bestandsnummer wordt teruggezet op [nr. 0001].
AUTO Deze methode is handig als u al uw bestanden met doorlopende nummers wilt beheren.
Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart inzet, worden het map- en bestandsnummer van
het vorige kaartje aangehouden. Dit is handig bij het beheer van meerdere kaartjes.
PIXEL MAPPING
................................................................ Beeldbewerkingsfuncties controleren
s
..........................................................................................Helderheid van de monitor aanpassen
X
.................................................................................................................... Datum en tijd instellen
\DCIM\***OLYMP\Pmdd****.jpg
Mapnr.
(100 – 999)
BestandsnaamMapnaam
Maand (1 – C)
Dag (01 – 31)
Bestandsnr.
(0001 – 9999)
Maand: jan. – sept. = 1 – 9, okt. = A, nov. = B, dec. = C
OK
SET
MENU
BACK
s
s
s
1
: Maakt de monitor helderder.
2
: Maakt de monitor donkerder.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
MENU
CANCEL
X
Y/M/D
Y / M / D
Y M D
TIME
T I M E
----.--.-- --:--
----.--.-- --:--
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Annuleert het instellen.
Minuten
Datumformaten (Y-M-D, M-D-Y, D-M-Y)
Uur
NL 37
Menufuncties
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
Om de tijd nauwkeurig in te stellen, met de cursor op “minuten“ of [Y / M / D], drukt u op
e
op het
moment dat de klok 00 seconden aanwijst.
Het datumformaat is hetzelfde als het formaat ingesteld met [
X
].
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
.
Als [
X
] niet is ingesteld, is [ALARM CLOCK] niet beschikbaar.
Als [SILENT MODE] op [ON] staat, gaat het alarm niet af.
Als [DUAL TIME] is ingesteld op [ON], gaat het alarm af volgens de dual time datum- en tijdinstelling.
Een alarm instellen
Selecteer [ONE TIME] of [DAILY] en stel de alarmtijd in.
U kunt de sluimerfunctie of waarschuwingsignalen en volume instellen.
DUALTIME
........................................................Datum en tijd instellen voor een andere tijdzone
OFF Wisselt tussen de datum en tijd die ingesteld zijn in [
X
]. Beelden worden opgeslagen met
de datum en tijd ingesteld in [
X
].
ON Wisselt tussen de datum en tijd die ingesteld zijn in [DUALTIME]. Als u de
dubbelaanduiding instelt, selecteert u [ON] en stelt vervolgens de tijd in. Beelden worden
opgeslagen met de datum en tijd ingesteld in [DUALTIME].
ALARM CLOCK
......................................................................................................Alarm instellen
OFF Er is geen alarm ingesteld of het alarm is geannuleerd.
ONE TIME
Alarm wordt één keer geactiveerd. Nadat het alarm is afgegaan, wordt de instelling
geannuleerd.
DAILY Alarm wordt dagelijks op de ingestelde tijd geactiveerd.
TIME Stelt de alarmtijd.
SNOOZE OFF De sluimerfunctie staat uit.
ON Het alarm wordt elke 5 minuten geactiveerd, tot 7 keer.
ALARM SOUND 1 LOW / MID / HIGH
2 LOW / MID / HIGH
3 LOW / MID / HIGH
MENU
CANCEL
DUALTIME
Y M D
TIM E
T I M E
12
12
m
: Annuleert het instellen.
MOVE
AL ARM CL OCK
TIME
ALARM SOUND
SNOOZE
0 9:00
0 9 : 0 0
OK
SET
38 NL
Menufuncties
Het alarm bedienen, uitzetten en controleren.
Het alarm bedienen:
Schakel de camera uit. Het alarm werkt alleen als de camera uit staat.
Het alarm uitzetten:
Druk, terwijl het alarm afgaat, op een willekeurige knop om het alarm uit te zetten en de camera uit te
schakelen. Let op: door op
o
te drukken gaat de camera aan.
Als [SNOOZE] op [OFF] staat, stopt het alarm automatisch en schakelt de camera uit als er 1 minuut
geen bediening plaatsvindt.
De alarminstellingen controleren:
Druk, terwijl de camera uit is, op
g
/
E
om de actuele tijd en de ingestelde alarmtijden weer te
geven. De tijden worden 3 seconden weergegeven.
De standaardinstellingen af fabriek verschillen afhankelijk van de regio waar de camera is gekocht.
Om beelden op een televisie weer te geven, stelt u de video-uitgang in volgens het type videosignaal
van uw televisie.
Types televisie- en videosignaal van de televisie verschillen per land/regio. Controleer het type
videosignaal voordat de camera op de televisie wordt aangesloten.
NTSC Noord Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL Europese landen, China
Foto's weergeven op een televisie
Schakel camera en televisie uit voordat u ze op elkaar aansluit.
Als 10 seconden lang geen bediening heeft plaatsgevonden met de camera in de stand Fotograferen,
gaat de monitor automatisch uit. Door de zoomknop of een andere knop in te drukken keert de camera
terug van de standby-modus.
VIDEO OUT
.................................................................................Foto's weergeven op een televisie
NTSC / PAL
POWER SAVE
...................................................................De camera instellen op standby-modus
OFF / ON
Sluit de AV-kabel aan op
de (gele) video-ingang en
de (witte) audio-ingang.
AV-kabeltje (meegeleverd)
Multiconnector
Klepje over de connector
Instellingen op de televisie
Zet de televisie aan en stel deze in op de
videostand.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie
voor details over het omschakelen naar de
videostand.
Beelden en de informatie die op het scherm
worden weergegeven, kunnen worden
afgesneden, afhankelijk van de instellingen
van de televisie.
Instellingen op de camera
Druk op
o
in de stand Weergeven om de
camera in te schakelen.
De televisie geeft het laatst gefotografeerde
beeld weer. Gebruik de pendelknop om het
beeld te selecteren dat u wilt weergeven.
NL 39
Beelden printen
Beelden printen
Sluit u de camera aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u beelden rechtstreeks printen.
Selecteer de beelden die u wilt printen en het aantal afdrukken op de monitor van de camera.
Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van
de printer.
Wat is PictBridge?
De norm voor het aansluiten van digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten en voor het direct
printen van foto's.
[EASY PRINT] kan gebruikt worden om de op de monitor weergegeven foto te printen.
De geselecteerde foto wordt geprint met de standaardinstellingen van uw printer. De datum en
bestandsnaam worden niet geprint.
STANDARD
Alle printers die PictBridge ondersteunen beschikken over standaard printinstellingen. Indien in het
instelmenu [STANDARD] geselecteerd wordt (Blz. 41), worden de beelden op basis van deze instellingen
geprint. Voor de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de handleiding ervan of neemt u contact
op met de fabrikant van de printer.
1
Geef de foto die u wilt printen weer op de monitor in de stand Weergeven.
2
Schakel de printer in en verbind het met de camera meegeleverde
USB-kabeltje met de multiconnector van de camera en de USB-poort
van de printer.
Het startscherm easy print wordt weergegeven.
Voor details over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort, raadpleegt u
de handleiding van de printer.
Direct printen (PictBridge)
Gebruik van de functie direct printen
Beschikbare printfuncties, papierformaten enz., zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Raadpleeg de handleiding van uw printer.
Voor details over de soorten printerpapier, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt u de handleiding
van de printer.
EASY PRINT
USB-kabeltje
Multiconnector
Klepje over de connector
40 NL
Beelden printen
3
Druk op
q
/
<
.
Het printen begint.
Als het printen afgesloten is, wordt het instelmenu voor het
selecteren van de foto weergegeven. Om een andere foto
te printen, drukt u op
43
om een foto te selecteren en drukt
u op
q
/
<
.
Als u klaar bent, koppelt u het USB-kabeltje los van de
camera die het menu voor de selectie van de foto
weergeeft.
4
Koppel het USB-kabeltje los van de camera.
5
Trek de andere plug van het USB-kabeltje uit
de printer.
1
Volg stappen 1 en 2 op Blz. 39 om het scherm voor stap 3 hierboven weer
te geven en druk op
e
.
2
Selecteer [CUSTOM PRINT] en druk op
e
.
3
Volg de bedieningsaanwijzingen
om de printinstellingen aan te passen.
U kunt [EASY PRINT] ook gebruiken als de camera uitgeschakeld wordt of in de stand Fotograferen
gezet wordt. Sluit het USB-kabeltje aan bij uitgeschakelde camera of in de stand Fotograferen. Het
scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven. Selecteer [EASY PRINT].
g
“EASY PRINT“ Stap 3 (Blz. 40), “CUSTOM PRINT“ Stap 2 (Blz. 40)
Andere printfuncties en printinstellingen (CUSTOM PRINT)
PC / CUSTOM PRINT
EASY PRINT START
OK
PRINTEXIT
OK
SET
U SB
[]
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
Bedieningsaanwijzingen
NL 41
Beelden printen
Opmerking
Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt weergegeven, dan zijn de opties [SIZE],
[BORDERLESS] en [PICS / SHEET] ingesteld op [STANDARD].
Druk op
43
om de foto te selecteren die u wilt printen. U kunt tevens de zoomknop gebruiken en een
foto uit de indexweergave selecteren.
Printfunctie selecteren
Het printerpapier instellen
Het te printen beeld selecteren
Instellen van het aantal prints en de te printen gegevens
OK
MENU
EXIT SET
PRINT M
O
DE
S
ELE
CT
[
IN
]
[]
[]
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT
Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT
Print alle foto's die in het interne geheugen of op het kaartje
zijn opgeslagen.
MULTI PRINT
Print een foto in meervoudige bladindeling.
ALL INDEX
Print een index van alle foto's die in het interne geheugen
of op het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER
Print de foto's volgens de gespecificeerde
printreserveringsgegevens op het kaartje. Als er geen
printreserveringen zijn gemaakt, is deze optie niet
beschikbaar.
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 42)
OK
SET
MENU
BACK
PRINTPA P ER
S IZE
S I Z E
BORDERLESS
BO RDER LES S
[
IN
]
[]
[]
S IZE
BORDERLESS
STAN DA RD
STANDARD
SIZE
Kies één van de beschikbare papierformaten op uw printer.
BORDERLESS
Met of zonder randen selecteren. In de functie
[MULTI PRINT] kunt u niet met een rand printen.
OFF ( )
Het beeld wordt binnen een blanco kader geprint.
ON ( )
Het beeld wordt bladvullend geprint.
PICS / SHEET
Alleen beschikbaar in de stand [MULTI PRINT]. Het aantal
prints dat geprint kan worden, is afhankelijk van de printer.
OK
PRINT
MORE
SINGLEPRINT
100- 0004
1 0 0- 0 00 4
[
IN
IN
]
PRINT
Print één kopie van de geselecteerde foto. Als
[SINGLE PRINT] of [MORE] is geselecteerd, wordt /
worden er één kopie of meerdere kopieën geprint.
SINGLE PRINT
Maakt een printreservering voor de weergegeven foto.
MORE
Stelt het aantal prints en de te printen gegevens voor de
weergegeven foto in.
OK
SET
MENU
BACK
PRINT INFO
1
WITHOUT
WITHOUT
DATE
FILE NAME
P
< x
[IN]
<
x
Met deze functie stelt u het aantal prints in. U kunt
maximaal 10 prints selecteren.
DATE ( )
Selecteert u bij deze functie de optie [WITH], dan worden
de beelden met datum geprint.
FILE NAME ( )
Selecteert u bij deze functie de optie [WITH], dan worden
de beelden met bestandsnaam geprint.
P
Gebruik de pendelknop en de zoomknop, pas de plaats
en het formaat van het uitsnijkader aan en druk op
e
om het uitgesneden beeld te printen.
42 NL
Beelden printen
4
Selecteer [PRINT] en druk op
e
.
Het printen begint.
Als het printen voltooid is, wordt het scherm
[PRINT MODE SELECT] weergegeven.
Printen annuleren
5
Druk in het scherm [PRINT MODE SELECT] op
m
.
Op de monitor verschijnt nu een melding.
6
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de camera.
7
Trek de andere plug van het USB-kabeltje uit de
printer.
Met printreservering kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en
de datum- en tijdinformatie).
Beschikt u over een voor DPOF geschikte printer, dan kunt u met printreservering de beelden
gemakkelijk thuis printen. Maar u kunt dat ook laten doen door een fotospeciaalzaak die over DPOF-
faciliteiten beschikt. DPOF is een genormaliseerd bestandstype voor het opslaan van printinformatie
vanuit digitale camera’s.
De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
Laten printen door een voor DPOF ingerichte fotospeciaalzaak.
Hier kunnen foto’s geprint worden aan de hand van de printreserveringen.
Printen met een voor DPOF geschikte printer.
Het is mogelijk om rechtstreeks van het kaartje met printreserveringsgegevens te printen zonder
tussenkomst van een computer. Voor details raadpleegt u de handleiding van de printer. Het is
mogelijk dat u, om te kunnen printen, een PC-kaartadapter nodig heeft.
Printinstellingen (DPOF)
Hoe worden printreserveringen gemaakt
Uitsluitend de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, kunnen gereserveerd worden voor het
printen. Steek een kaartje met opgeslagen beelden in de camera, voordat de printreserveringen
gemaakt worden.
OK
SET
MENU
BACK
PRINT
[
IN
]
[]
[]
PRINT
CANCEL
OK
[
IN
]
[]
[]
SET
PRINT
CONTINUE
CANCEL
Monitorbeeld tijdens dataoverdracht
Druk op
e
.
Selecteer [CANCEL]
en druk op
e
.
OK
CANCEL
TRANSFERRING
OK
MENU
EXIT SET
PRINT M
O
DE
S
ELE
CT
[
IN
]
[]
[]
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
NL 43
Beelden printen
Opmerking
Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met deze
camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met het
oorspronkelijke apparaat. Bevat een kaartje DPOF-reserveringen die met een ander apparaat
werden ingesteld, dan wordt met deze camera over de oorspronkelijk ingestelde reserveringen
heen geschreven.
Op een en hetzelfde kaartje kunt u DPOF-printreserveringen instellen voor maximaal 999
beelden.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
Het kan zijn dat panoramische beelden niet in alle fotospeciaalzaken kunnen worden afgedrukt.
Printfuncties zonder DPOF gebruiken
Foto's die opgeslagen zijn in het interne geheugen, kunnen niet in een fotospeciaalzaak geprint
worden. De foto's dienen eerst naar een kaartje gekopieerd te worden.
g
“BACKUP
Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
“ (Blz. 34)
Om voor een geselecteerde foto een printreservering te specificeren, volgt u de
bedieningsaanwijzingen.
1
Druk in de stand Weergeven op
m
en geef het hoofdmenu weer.
2
Selecteer [PRINT ORDER] [
<
] en druk op
e
.
3
Druk op
43
om de beelden voor
printreserveringen te selecteren en druk dan
op
12
om het aantal prints in te stellen.
U kunt geen printreserveringen maken voor foto's met
A
.
Herhaal stap 3 om printreserveringen te maken voor andere foto's.
Een foto uitsnijden
Gebruik de zoomknop om het uitsnijkader weer te geven.
Gebruik de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat van het bereik-
selectiekader aan te passen en druk op
e
.
4
Druk op
e
als u de printreserveringen ingesteld heeft.
5
Selecteer de printinstelling voor datum en tijd en
druk op
e
.
NO De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
DATE De geselecteerde foto's worden geprint met de datum van
het fotograferen.
TIME De geselecteerde foto's worden geprint met het tijdstip van
het fotograferen.
6
Selecteer [SET] en druk op
e
.
Een enkel beeld reserveren
OK
MENU
PRINT
O
R DER
<
U
[
xD
]
BACKSET
Bedieningsaanwijzingen
OK
SET
W
O
T
12:3012:30'07.12.26'0 7.1 2.26
100-00041 00 -0 00 4
4
HQHQ
×
[
xD
xD
]
0
OK
SET
MENU
BACK
X
X
X
NO
DATE
TIME
OK
SET
MENU
BACK
PRINT
O
R DE
R
SET
CANCEL
[
xD
]
[]
[]
1 (1 ( 1)1)
44 NL
Beelden printen
Alle op het kaartje opgeslagen beelden worden gereserveerd. Het aantal prints is ingesteld op één print
per foto.
1
Druk in de stand Weergeven op
m
en geef het hoofdmenu weer.
2
Selecteer [PRINT ORDER] [
U
] en druk op
e
.
3
Selecteer de instelling voor datum en tijd en druk op
e
.
NO De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
DATE Alle foto's worden geprint met de datum van fotograferen.
TIME Alle foto's worden geprint met het tijdstip van het fotograferen.
4
Selecteer [SET] en druk op
e
.
U kunt alle printreserveringsgegevens of alleen die voor geselecteerde foto's herstellen.
1
Selecteer hoofdmenu [PRINT ORDER] en druk op
e
.
Printreserveringsgegevens van alle foto's herstellen
2 Selecteer [<] of [U] en druk op e.
3
Selecteer [RESET] en druk op
e
.
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een
geselecteerde foto
2 Selecteer [<] en druk ope.
3
Selecteer [KEEP] en druk op
e
.
4
Druk op
43
om het beeld met de printreserveringen die u wilt annuleren,
te selecteren en druk op
2
om het aantal prints op 0 in te stellen.
Herhaal stap 4 om printreserveringen voor andere foto's te annuleren.
5
Druk op
e
als u de printreserveringen geannuleerd heeft.
6
Selecteer de instelling voor datum en tijd en druk op
e
.
De instelling wordt toegepast op de resterende foto's met printreserveringen.
7
Selecteer [SET] en druk op
e
.
Alle beelden reserveren
Annuleren van printreserveringsgegevens
OK
SET
MENU
BACK
PRINT
O
RDER
S
ETTIN
G
RESET
KEEP
PRINT ORDEREDPRINT ORDERED
NL 45
Gebruik van OLYMPUS Master
Gebruik van OLYMPUS Master
Met het bij de camera geleverde USB-kabeltje kunt u de camera aansluiten op uw computer en kunnen
de beelden naar uw computer gedownload (overdracht) worden door de bij de camera geleverde
OLYMPUS Master software te gebruiken.
OLYMPUS Master is een softwaretoepassing voor het beheren van digitale beelden op uw computer.
Nadat u deze software heeft geïnstalleerd, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Overzicht
Installeer OLYMPUS Master software
gBlz. 46
Sluit de camera met het meegeleverde
USB-kabeltje aan op de computer.
gBlz. 48
Activeer de OLYMPUS Master software
gBlz. 49
Download beeldbestanden naar de computer
gBlz. 49
Koppel de camera los van de computer
gBlz. 50
Gebruik van OLYMPUS Master
Wat is OLYMPUS Master?
Voordat u de procedure start.
Computer die aan de bedrijfscondities
voldoet (Blz. 46).
CD-ROM met
OLYMPUS Master 2
USB-kabeltje
(
Beeldgegevens downloaden vanuit de
camera of andere media
(
Beelden en videobeelden bekijken
U kunt een diashow vertonen en geluid afspelen.
(
Beelden beheren
Beelden beheren in een album of map.
Gedownloade beelden worden automatisch op
datum gesorteerd, waardoor u beelden snel kunt
vinden.
(
Beelden bewerken
U kunt de beelden draaien, uitsnedes maken en
het formaat wijzigen.
(
Beelden bewerken met filters en
correctiefuncties
(
Beelden printen
U kunt beelden gemakkelijk printen.
(
Panoramaopnamen samenstellen
Uit de beelden die u fotografeert met de camera
in de stand Panoramaopname kunt u
panoramabeelden samenstellen.
(
Actualiseer de versie van de firmware van
uw camera
Voor details over andere functies en bewerkingen,
raadpleegt u de “Help“-gids in de OLYMPUS Master
referentiehandleiding.
46 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
Controleer voordat u de OLYMPUS Master software installeert of het besturingssysteem van uw
computer aan onderstaande systeemeisen voldoet.
Voor de geschiktheid van de software voor nieuwere besturingssystemen raadpleegt u de Olympus
website waarvan het adres is vermeld op het achterblad van deze handleiding.
Bedrijfscondities
Windows
OS Windows 2000 Professional / XP Home Edition / XP Professional / Vista
CPU Pentium III, 500 MHz of later
RAM 256 MB of meer
Ruimte op de harde schijf 500 MB of meer
Monitor 1024 x 768 pixels of meer
65.536 kleuren of meer (aanbevolen wordt 16.770.000 kleuren of meer)
Andere USB-poort of IEEE 1394-poort
Internet Explorer 6 of later
QuickTime 7 of later aanbevolen
DirectX 9 of later aanbevolen
Opmerking
Windows 98 / 98SE / Me worden niet ondersteund.
Gebruik een computer met vooraf geïnstalleerd besturingssysteem. Bediening wordt niet
gegarandeerd met zelfgebouwde computers of computers met een geactualiseerd
besturingssysteem.
Bediening wordt niet gegarandeerd als u een toegevoegde USB-poort of IEEE 1394-poort
gebruikt.
Om de software te installeren moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.
Macintosh
OS Mac OS X v10.3 of later
CPU Power PC G3 500 MHz of later
Intel Core Solo / Duo 1,5 GHz of later
RAM 256 MB of meer
Ruimte op de harde schijf 500 MB of meer
Monitor 1024 x 768 pixels of meer
32.000 kleuren of meer (aanbevolen wordt 16.770.000 kleuren of meer)
Andere USB-poort of IEEE 1394-poort (FireWire)
Safari 1.0 of later (aanbevolen wordt 1.3 of later)
QuickTime 6 of later
Opmerking
Mac-versies ouder dan OS X 10.3 worden niet ondersteund.
Bediening wordt niet gegarandeerd als u een toegevoegde USB-poort of IEEE 1394-poort
(FireWire) gebruikt.
Om de software te installeren moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.
Voordat u onderstaande handelingen uitvoert, moet u er voor zorgen dat u de geïnstalleerde
media verwijdert door die naar de prullenbak te slepen. Doet u dat niet, dan kan dat tot
instabiliteit van de computer leiden zodat u die opnieuw moet starten.
Koppel het verbindingskabeltje tussen camera en computer los.
Schakel de camera uit
Open het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
Installeer OLYMPUS Master software
NL 47
Gebruik van OLYMPUS Master
Windows
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
Nu wordt het installatievenster voor OLYMPUS Master
geopend.
Verschijnt het installatievenster niet automatisch, dan
dubbelklikt u op het pictogram “Deze computer“ op het
bureaublad en klikt dan op het pictogram van de CD-ROM.
2
Selecteer de taal voor de monitor en klik op
de “OLYMPUS Master 2“-knop.
Als het venster voor installatie van componenten wordt
weergegeven, klikt u op “OK“.
3
Klik op “Verder“ en volg de aanwijzingen
op het scherm.
Als de licentieovereenkomst van OLYMPUS Master
verschijnt, leest u die aandachtig door en klikt dan op
“Ja“ om door te gaan met de installatie.
4
Als het venster met gebruikerinformatie
wordt weergegeven, voert u uw “Naam“ in,
selecteert u uw “Regio“ en klikt u op
“Verder“.
5
Als het instelmenu voor installatietype wordt
weergegeven, klikt u op “Installeren“.
Om de componenten te selecteren voor installatie,
selecteert u “Specificaties van de klant“.
De installatie wordt gestart. Nu verschijnt het afsluitvenster
van de installatie. Klik op “Sluiten“.
Vervolgens wordt het venster weergegeven waarin
bevestigd wordt of OLYMPUS muvee theaterPack Trial
Version moet worden geïnstalleerd. Om deze software te
installeren, klikt u op “Installeren“.
48 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
Macintosh
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
Nu wordt het CD-ROM-venster geopend.
Verschijnt het CD-ROM-venster niet, dan dubbelklikt u op het
pictogram van de CD-ROM, op het bureaublad.
2
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ (Installatie)
op het bureaublad.
Nu verschijnt het installatievenster voor OLYMPUS Master.
Ga te werk volgens de aanwijzingen op het scherm.
Als de licentieovereenkomst van OLYMPUS Master verschijnt, leest u
die aandachtig door en klikt op “Doorgaan“ en vervolgens op “Akkoord“
om door te gaan met de installatie.
Nu verschijnt het afsluitvenster van de installatie.
U moet uw computer opnieuw starten voordat u OLYMPUS Master gebruikt.
1
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
De monitor is uitgeschakeld.
De lens is ingeschoven.
2
Verbind de multiconnector op de camera met de
USB-poort van de computer met behulp van het
meegeleverde USB-kabeltje.
Voor de plaats van de USB-poort raadpleegt u de handleiding
van de computer.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het
instelmenu voor de USB-aansluiting.
3
Selecteer [PC] en druk op
e
.
Camera aansluiten op een computer
Monitor
Klepje over
de connector
Multiconnector
OK
[
IN
]
[]
[]
SET
U S B
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
NL 49
Gebruik van OLYMPUS Master
4
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
Windows
De eerste keer dat u de camera op uw computer aansluit, tracht de computer de camera te
herkennen. Sluit de melding die verschijnt af door op “OK“ te klikken. De computer herkent de
camera nu als “Removable Disk“ (Verwisselbaar opslagmedium).
Macintosh
De beeldbestanden worden standaard beheerd met het programma iPhoto. Sluit u de camera
voor de eerste keer aan, dan wordt automatisch het applicatieprogramma iPhoto geactiveerd
zodat u dat moet afsluiten en OLYMPUS Master moet starten.
Opmerking
Sluit u de camera aan op een computer, dan worden de camerafuncties buiten bedrijf gesteld.
De camera via een USB-hub op een computer aansluiten kan leiden tot instabiele werking. Is dat
het geval, dan sluit u de camera rechtstreeks aan op de computer, zonder een USB-hub te
gebruiken.
Beelden kunnen niet naar uw computer worden overgedragen met OLYMPUS Master als [PC]
is geselecteerd in stap 3,
3
is ingedrukt en [MTP] is geselecteerd.
Windows
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ op het bureaublad.
Macintosh
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ in de map
“OLYMPUS Master 2“.
Het venster “Bladeren“ verschijnt.
Als OLYMPUS Master voor de eerste keer na installatie wordt opgestart, worden het eerste
instelmenu en het venster voor gebruikersregistratie van OLYMPUS Master weergegeven vóór
het venster “Bladeren“. Volg de aanwijzingen op het scherm.
OLYMPUS Master sluiten
1
Klik op “Afsluiten“ op elk venster.
Daarmee sluit u het programma OLYMPUS Master.
1
Klik op “Beelden overbrengen“ in het venster
“Bladeren“ en klik dan op “Vanuit camera“ .
Het venster voor het selecteren van de beelden die u vanuit de
camera wilt overbrengen wordt weergegeven. In dit venster
worden alle beelden getoond die in de camera opgeslagen zijn.
2
Selecteer “Nieuw album“ en voer een
albumnaam in.
3
Selecteer de beeldbestanden en klik op de knop
“Transfer Images“ (Beelden overbrengen).
Daarna verschijnt een venster dat aangeeft dat het downloaden
voltooid is.
Activeer de OLYMPUS Master software
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer
Beelden downloaden en opslaan
50 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
4
Klik op de knop “Nu in beelden bladeren“.
In het venster “Bladeren“ worden de beelden die gedownload zijn,
weergegeven.
Camera loskoppelen van de computer
1
Controleer of de indicatie-LED Dataverkeer niet
meer knippert.
2
Tref de volgende voorbereidingen om het
USB-kabeltje los te koppelen.
Windows
1
Klik op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware ontkoppelen
of uitwerpen) in de knoppenbalk.
2
Klik op de getoonde melding.
3
Verschijnt de melding dat u de hardware nu veilig kunt
verwijderen, dan klikt u op “OK“.
Macintosh
1
Het pictogram van de prullenbak verandert in een
verwijderpictogram als u het pictogram “Untitled“ (Zonder
titel) of “NO_NAME“ (Naamloos) op het bureaublad sleept.
Sleep dit pictogram op het verwijderpictogram en zet het
daar neer.
3
Koppel het USB-kabeltje los van de camera.
Opmerking
Windows: Als u op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware loskoppelen of uitwerpen) klikt, is het
mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt. Verschijnt die melding, dan overtuigt u zich ervan
dat de camera op dat moment niet bezig is met het downloaden van beeldgegevens en dat alle
applicatiesoftware gesloten is. Klik opnieuw op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware
loskoppelen of uitwerpen) en koppel het kabeltje los.
Indicatie-LED Dataverkeer
NL 51
Gebruik van OLYMPUS Master
1
Klik op het tabblad “Album“ in het venster
“Bladeren“ en selecteer het album dat u wilt
bekijken.
Het geselecteerde albumbeeld wordt weergegeven in het
thumbnailgebied.
2
Dubbelklik op de thumbnail van het stilstaande
beeld dat u wilt bekijken.
OLYMPUS Master schakelt om naar het venster voor het
bewerken van het beeld en het beeld wordt vergroot.
Klik op “Terug“ om terug te keren naar het venster
“Bladeren“.
Videobeelden bekijken
1
Dubbelklik in het venster “Bladeren“ op de thumbnail van de video die
u wilt bekijken.
OLYMPUS Master schakelt nu naar het venster voor bewerking en het eerste beeld van de video
wordt weergegeven.
2
Klik op “Weergeven“ aan de onderrand van
het scherm om de video af te spelen.
Deze camera is compatibel met USB mass storage. Dat wil zeggen dat u de camera met het
meegeleverde USB-kabeltje op een computer kunt aansluiten en beelden kunt downloaden en opslaan
zonder dat u daarbij OLYMPUS Master hoeft te gebruiken. Om de camera met het USB-kabeltje op uw
computer te kunnen aansluiten, moet de werkomgeving aan de volgende eisen voldoen.
Windows
: Windows 2000 Professional / XP Home Edition / XP Professional / Vista
Macintosh
: Mac OS X v10.3 of later
Opmerking
Als uw computer met Windows Vista werkt, kunt u [PC] selecteren in stap 3 op Blz. 48, druk op
3
en selecteer [MTP] om Windows Photo Gallery te gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook
niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde
computers.
Stilstaande beelden en video's bekijken
Beelden vanuit de camera overbrengen naar en opslaan op een computer,
zonder gebruik te maken van OLYMPUS Master
Thumbnail
52 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
Zorg ervoor dat de batterij geheel opgeladen is!
1
Controleer of uw computer is aangesloten op internet.
2
Steek de USB-plug van het USB-kabeltje in de USB-poort van de
computer.
3
Steek de andere plug van het USB-kabeltje in de USB-connector van
de camera.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het instelmenu voor de USB-
aansluiting.
4
Selecteer [PC] en druk op
e
.
5
Selecteer in het venster “Bladeren“ “Camera“, daarna
“Camera actualiseren / Taal voor de monitor toevoegen“.
Het bevestigingsvenster voor het actualiseren wordt weergegeven.
6
Klik op “OK“.
Het venster voor het actualiseren van de camera wordt weergegeven.
7
Klik op “Taal toevoegen“ in de
weergave van het actualiseren van de
camera.
Het venster “Taal voor de monitor van camera
toevoegen“ wordt weergegeven.
8
Klik en selecteer een taal.
9
Klik op “Add“ (Toevoegen).
De nieuwe taal wordt op uw camera gedownload.
Verwijder geen kabeltjes of batterijen terwijl de camera
hiermee bezig is.
10
Na het downloaden geeft het scherm van de
camera “OK“ weer. U kunt de kabeltjes verwijderen en de camera
uitschakelen. Na het herstarten van de camera kunt u de nieuwe taal
bij [SETUP] kiezen.
Als u meer talen nodig heeft
NL 53
Leer uw camera beter kennen
Leer uw camera beter kennen
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de camera in
te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door deze een tijdje in uw zak te houden.
Als het contactvlak van de kaart vuil / stoffig is, kunnen er geen gegevens van het kaartje gelezen
worden en het scherm [CARD SETUP] verschijnt. Selecteer in dit geval [xD CARD CLEAN], druk op
e
, haal het kaartje eruit en veeg het contactvlak met een zachte, droge doek af.
De camera staat in de sluimerstand
Wordt de camera 3 minuten niet gebruikt terwijl deze is ingeschakeld (de lens is uitgeschoven en de
monitor is aan), dan wordt de camera, om de batterijen te sparen, automatisch in de sluimerstand
gezet en de monitor gaat uit. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand, zelfs niet als de
ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere knop om de camera uit
de sluimerstand te halen, voordat u een opname maakt. Wordt de camera 12 minuten niet gebruikt,
dan wordt deze automatisch uitgeschakeld (de lens wordt ingeschoven en de monitor gaat uit). Druk
op
o
om de camera in te schakelen.
De functieknop wordt op
q
of
P
gezet
Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de functieknop in de
stand Fotograferen.
De functieknop staat op
g
Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven. Maak foto's nadat u het
gewenste foto-effect heeft geselecteerd met behulp van de fotogids of stel de functieknop op een
andere instelling dan
g
in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen
Wacht tot
#
(flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De interne temperatuur van de camera loopt op
Tijdens langdurig gebruik van de camera kan de interne temperatuur oplopen, wat ertoe kan leiden
dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Als dit gebeurt, verwijder dan de batterij uit de
camera en wacht tot de camera voldoende is afgekoeld. De externe temoperatuur vand e camera kan
ook oplopen tijdens gebruik, dit is echter normaal en wijst niet op een storing.
De geheugenindicator is vol
Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de geheugenindicator vol is. Wacht tot de
geheugenindicator weer ruimte heeft.
Fotografeertips en -informatie
Tips voordat u gaat fotograferen
De camera schakelt niet in, zelfs niet met als een batterij geplaatst is
Het kaartje kunt u niet gebruiken
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
a b c d
Vóór de opname
(indicator is
gedoofd)
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(alle segmenten
lichten op)
Na het maken
van één
fotot (indicator
brandt)
Twee of meer
opnamen
gemaakt.
(indicator brandt)
Fotograferen Fotograferen Fotograferen
Wachten
54 NL
Leer uw camera beter kennen
De camera is sinds het moment van aanschaf onder dezelfde omstandigheden gebruikt
Op het moment van aanschaf zijn in de camera geen datum en tijd ingesteld. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt.
g “De camera inschakelen“ (Blz. 6)
X
Datum en tijd instellen
“ (Blz. 36)
De batterijen zijn uit de camera gehaald
Laat u de camera ongeveer 3 dagen zonder batterijen liggen, dan worden voor datum en tijd
automatisch weer de standaardinstellingen af fabriek ingesteld. De instelling voor datum en tijd wordt
dus eerder dan dit teruggezet als de batterij zich korte tijd in de camera bevond. Controleer, voordat
u belangrijke foto’s gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt
Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw foto opnieuw af.
Zet [AF MODE] op [iESP].
g “AF MODE
Wijzigen van het scherpstelvlak
“ (Blz. 27)
Het onderwerp beweegt snel
Stel de camera scherp op een punt met ongeveer dezelfde afstand tot het object dat u wilt
fotograferen en houd de scherpstelling vast (door de ontspanknop half in te drukken). Stel uw foto dan
opnieuw samen en druk de ontspanknop helemaal in als het object in beeld komt.
Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus. De groene LED
op de monitor brandt, zodat u kunt controleren of de scherpstelling is vastgezet.
In bovenstaande situaties stelt u scherp (scherpstelgeheugen) op een contrastrijk object op dezelfde
afstand als het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het
te fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het
scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens
draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal en maakt u
de opname.
De datum en tijd zijn niet ingesteld
Fotografeertips
Scherpstellen op het object
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
De groene LED
knippert. De camera
kan niet goed scherp-
stellen op het object.
Object met weinig
contrast
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak in
het midden van het
beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
onderwerpen
Het object bevindt zich
niet in het midden van
het beeld
De groene LED
brandt, maar
scherpstellen op het
onderwerp lukt niet.
NL 55
Leer uw camera beter kennen
Zorg ervoor dat u de camera stevig met beide handen vasthoudt en druk de ontspanknop langzaam in
om te voorkomen dat de camera beweegt. U kunt bewegingsonscherpte ook reduceren door de
functieknop op
h
te zetten voordat u de foto maakt.
g h Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie“ (Blz. 12)
Foto's worden sneller onscherp als:
foto's worden gemaakt met een sterk vergrotende zoominstelling, d.w.z. met functies van zowel
optische zoom als digitale zoom,
het onderwerp is donker en de sluitertijd is lang, of
er worden motiefprogramma's gebruikt waarbij de flitser uitstaat en / of de sluitertijd lang is.
De flitser wordt automatisch geactiveerd als er onvoldoende licht is of als de camera wordt bewogen.
Om zonder flitser te fotograferen op donkere plekken, zet u de flitserfunctie op [
$
] en voert u de
volgende instelling uit:
Kies een hogere [ISO]-instelling
g “ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 25)
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Digitale zoom gebruiken om close-ups te maken
Met de digitale zoom wordt een uitsnede van het beeld gemaakt en vergroot. Hoe sterker de
vergroting, des te korreliger het beeld.
g “DIGITAL ZOOM
Inzoomen op uw object
“ (Blz. 26)
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er “ruis“ ontstaan, dat als puntjes met ongewenste kleuren of
als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze camera is uitgerust met
een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met ruisonderdrukking. Door de ISO-
gevoeligheid te verhogen kan er echter ruis ontstaan, afhankelijk van de lichtomstandigheden.
g “ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 25)
De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de lichtbron die
het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan bepalen. In normale
gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar afhankelijk van het object kan
het beter zijn om de [WB]-instelling handmatig aan te passen.
Als het object zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt
Als het object wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen, bijvoorbeeld
wanneer het object zich vlakbij een raam bevindt
Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt
g “WB
Kleur van een foto aanpassen
“ (Blz. 25)
Foto's maken met
K
in de stand
s
. Geschikt voor het maken van foto's op een zonnige dag aan
het strand of in de sneeuw.
g s (motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de fotografeersituatie
(Blz. 24)
Vaak worden heldere onderwerpen (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de natuurlijke
kleuren. Gebruik
1F
om in positieve [+] zin te corrigeren om dergelijke onderwerpen in natuurlijker
kleurschakeringen af te beelden. Omgekeerd kan het goed zijn om in negatieve zin [–] te corrigeren
wanneer u donkere objecten fotografeert. Soms verkrijgt u bij gebruik van de flitser niet de helderheid
(belichting) die u wilde.
g 1F-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
“ (Blz. 16)
Voorkom bewegingsonscherpte door beeldstabilisatie te gebruiken
Gestabiliseerde foto's maken zonder flitser
Het beeld is te korrelig
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
56 NL
Leer uw camera beter kennen
Door voor panoramische opnamen langs de centrale as van de camera te draaien, wordt de foutive
uitlijning van de foto gereduceerd. Als u onderwerpen van dichtbij fotografeert, zorgt het draaien langs
de as van de punt van de lens voor goede resultaten.
In de stand [COMBINE IN CAMERA1] detecteert de camera automatisch zijn eigen positie behalve in
de volgende gevallen (in dergelijke gevallen dient u [COMBINE IN CAMERA 2] of [COMBINE IN PC]
te gebruiken):
als het draaien voor panoramische opnamen snel of niet constant gebeurt,
als er een onderwerp met weinig contrast gefotografeerd wordt (blauwe lucht etc.),
als er een bewegend onderwerp met als kader het volledige scherm gefotografeerd wordt,
als de camera voor panoramische opnamen gedraaid wordt zonder beelden op het scherm.
Als [SHADOW ADJ. ON] is geselecteerd, wordt het gezicht van het onderwerp helderder, zelfs met
tegenlicht, en de kleur van de achtergrond op de foto wordt versterkt. Met deze functie kunt u
eveneens een onderwerp in een huis of gebouw van buitenaf fotograferen.
g f Het onderwerp verlichten bij tegenlicht“ (Blz. 17)
Met [ESP /
n
] op [
n
], kan de foto gemaakt worden op basis van de helderheid in het beeldmidden
zonder beïnvloeding van het licht op de achtergrond.
g “ESP / n
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object
“ (Blz. 26)
Zet de flitser op [
#
] om de invulflitsen te activeren. U kunt een onderwerp fotograferen met tegenlicht
zonder dat het gelaat van het onderwerp donkerder lijkt. [
#
] is effectief voor het fotograferen met
tegenlicht en bij TL- en ander kunstlicht.
g 3#-knop
Gebruik van de flitser
“ (Blz. 16)
Het selecteren van een [+] belichtingswaarde met
1F
is handig tijdens het fotograferen van een
onderwerp met tegenlicht.
g 1F-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
“ (Blz. 16)
Als [AF MODE] op [FACE DETECT] gezet is, bepaalt de camera de belichting door op een gezicht te
meten en het gezicht op de genomen foto verschijnt lichter, zelfs met tegenlicht.
g “AF MODE
Wijzigen van het scherpstelvlak
“ (Blz. 27)
Er zijn twee manieren om de foto's die u met deze camera maakt op te slaan.
Foto's opslaan in het interne geheugen
Foto's worden in het interne geheugen opgeslagen en als het aantal stilstaande beelden dat nog kan
worden opgeslagen 0 is, dient u de camera op een computer aan te sluiten om de foto's te
downloaden en daarna de foto's uit het interne geheugen te wissen.
Gebruik van een kaartje (optioneel)
Foto's worden op het kaartje opgeslagen als het kaartje in de camera is gestoken. Als het kaartje vol
is, kunt u de foto's op een computer downloaden en dan wist u de foto's van het kaartje of gebruikt u
een nieuw kaartje.
Foto's worden niet in het interne geheugen opgeslagen als er een kaartje in de camera zit. Foto's in
het interne geheugen kunnen naar het kaartje gekopieerd worden met behulp van de [BACKUP]-
functie.
g “BACKUP
Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
“ (Blz. 34)
“Het kaartje“ (Blz. 64)
Foutieve uitlijning van panoramische beelden
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Aanvullende fotografeertips en -gegevens
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
NL 57
Leer uw camera beter kennen
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen en opnametijd van video's
Stilstaande beelden
Videobeelden
Als u een kaartje gebruikt van een ander merk dan Olympus of een kaartje dat voor andere doeleinden
werd gebruikt met een computer, enz., gebruik dan de functie [FORMAT] om het kaartje te formatteren.
g “MEMORY FORMAT (FORMAT)
Het interne geheugen of kaartje formatteren
“ (Blz. 34)
Deze camera gebruikt verschillende LED's om de status van de camera aan te geven.
Beeldkwaliteit Resolutie
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
Intern geheugen
Bij gebruik van een kaartje van
1GB
Met geluid Zonder geluid Met geluid Zonder geluid
SHQ 3264 x 2448 12 12 253 255
HQ 3264 x 2448 23 23 492 499
SQ1
2560 x 1920 38 39 820 841
2304 x 1728 47 48 999 1031
2048 x 1536 59 61 1254 1305
SQ2
1600 x 1200 92 97 1938 2063
1280 x 960 138 151 2907 3198
1024 x 768 202 233 4264 4920
640 x 480 233 276 4920 5814
16:9 1920 x 1080 66 69 1390 1453
Beeldkwaliteit Resolutie
Continue opnametijd
Intern geheugen
Bij gebruik van een
1 GB kaartje
SHQ
640 x 480
(30 beelden / s)
10 sec. 10 sec.
HQ
320 x 240
(15 beelden / s)
2 min. 22 sec. 29 min.
SQ
160 x 120
(15 beelden / s)
9 min. 29 sec. 29 min.
Gebruik van een nieuw kaartje
Indicatie-LED's
LED Status
Zelfontspanner-LED De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Indicatie-LED Dataverkeer knippert: Er wordt een beeld of video opgenomen of gedownload
(als er verbinding met een computer is).
Als de indicatie-LED Dataverkeer knippert, mogen onderstaande
activiteiten niet uitgevoerd worden. Hierdoor worden de
beeldgegevens eventueel niet opgeslagen of het interne geheugen of
het kaartje onbruikbaar gemaakt.
Open het klepje van het compartiment van de batterij/het kaartje
Verwijder de batterij en het kaartje.
Lichtnetadapter aansluiten of loskoppelen.
Groene LED op de monitor Brandt: De focus en belichting zijn vastgezet.
knippert: De scherpstelling wordt niet vastgehouden.
In dat geval laat u de ontspanknop los, richt het autofocusteken weer
op het onderwerp en drukt de ontspanknop opnieuw half in.
58 NL
Leer uw camera beter kennen
Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt, kan de
batterijvoeding uitgeput raken.
Het herhaaldelijk half indrukken van de ontspanknop.
Het herhaaldelijk gebruiken van de zoom
Om het energieverbruik te minimaliseren, zet u [POWER SAVE] op [ON] en schakelt u de camera uit
als deze niet wordt gebruikt.
g “POWER SAVE
De camera instellen op standby-modus
“ (Blz. 38)
Sommige functies kunnen met de pendelknop niet vanuit de menu's geselecteerd worden.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
[
%
], Flash Mode, enz.
Functies die worden gebruikt om foto's te bewerken die met een andere camera zijn gemaakt.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als er geen kaartje in de camera zit.
[PANORAMA], [PRINT ORDER], [FORMAT], [BACKUP]
Beeldkwaliteit is een combinatie van gewenste resolutie en compressieniveau. Gebruik de volgende
voorbeelden om de optimale beeldkwaliteit te bepalen tijdens het fotograferen.
Voor het maken van prints van hoge kwaliteit op groot papierformaat zoals A3 /
Voor het bewerken van beelden op een computer
[SHQ] of [HQ]
Voor het printen op A3 / A4-formaat
[SQ1]
Voor het printen van beelden op ansichtkaartformaat /
Voor het versturen als bijlage bij een e-mail of voor het plaatsen op een website
[SQ2]
Om de weidsheid van onderwerpen zoals bijvoorbeeld landschappen te benadrukken /
Om beelden op een breedbeeldtelevisie te bekijken.
[16:9]
g “IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
“ (Blz. 21)
Deze camera behoudt de instellingen (behalve
AUTO
,
H
en
s
) ook als de camera wordt
uitgeschakeld. Om naar de standaardinstellingen terug te keren, voert u een [RESET] uit.
g “RESET
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
“ (Blz. 22)
Het is mogelijk dat de monitor lastig te zien is en dat het moeilijk is om de belichting te controleren,
wanneer buiten gefotografeerd wordt.
Druk herhaaldelijk op
g
/
E
om het histogram weer te geven
Stel de belichting zo in, dat de grafiek geconcentreerd is op de buitenste randen en evenwichtig
verdeeld is aan beide kanten.
g g / E-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / Tijd controleren”
(Blz. 18)
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
De juiste beeldkwaliteit instellen
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
De belichting bevestigen als de monitor buiten lastig te zien is
Het histogram lezen
1
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het
beeld bijna zwart.
2
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het
beeld bijna wit.
3
Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de
helderheid binnen het autofocusteken zien.
1
2
3
NL 59
Leer uw camera beter kennen
Zelfs als [DIS EDIT] geselecteerd is, kunnen niet alle onscherpe beelden gestabiliseerd worden.
Als de sluitertijd lang is en/of het digitale beeld erg bewogen is: De gemaakte foto kan niet
gestabiliseerd worden of kan het juiste stabilisatie-effect niet bereiken.
Bewegend onderwerp: Het beeld kan het juiste stabilisatie-effect niet bereiken.
Bovendien kan de modus Digitale beeldstabilisatie niet geactiveerd worden als:
de opslagcapaciteit van het interne geheugen of van het kaartje onvoldoende is,
het beeld uit een video is gehaald, het beeld met een andere camera is gemaakt of het beeld
eerder al is gecorrigeerd met Digitale beeldstabilisatiebewerking.
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het onderdrukken van rode ogen niet wordt vastgezet.
Gedeeltes behalve de ogen kunnen vastgezet worden.
Als er een kaartje in de camera zit, kan het beeld van het interne geheugen niet worden weergegeven.
Haal het kaartje eruit voordat u de camera bedient.
Geef een beeld weer en druk op
g
/
E
. Druk herhaaldelijk op
g
/
E
om de hoeveelheid
weergegeven informatie te wijzigen.
g g / E-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / Tijd controleren”
(Blz. 18)
Druk op W op de zoomknop om de beelden als thumbnails (indexweergave) of in kalendervorm
(kalenderweergave) te bekijken.
g “Zoomknop
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven
“ (Blz. 15)
Als er bij een foto eenmaal geluid is opgenomen, kunt u dit geluid niet meer wissen. Wilt u géén geluid
bij die opname, dan fotografeert u het beeld opnieuw, maar nu zonder geluid. Bij onvoldoende ruimte
in het interne geheugen of op het kaartje is het opnemen van geluid niet mogelijk.
gR
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
“ (Blz. 33)
Het formaat van de foto die wordt weergegeven op een computerscherm verandert afhankelijk van de
computerinstellingen. Als de monitorinstelling 1024 x 768 is en u Internet Explorer gebruikt om een foto
te bekijken met een resolutie van 2048 x 1536 op 100 %, kan niet de gehele foto worden bekeken
zonder te schuiven. Er zijn meerdere manieren waarop u de gehele foto op het computerscherm kunt
bekijken.
Bekijken van de foto met software voor het bladeren in beelden
Installeer de OLYMPUS Master 2 software van de meegeleverde CD-ROM.
Wijzigen van de monitorinstelling
De pictogrammen op het bureaublad van de computer kunnen opnieuw worden geschikt. Voor details
over het wijzigen van de instellingen van uw computer raadpleegt u de handleiding van uw computer.
Help bij het weergeven en tips voor het opheffen van storingen
Onscherpe beelden kunnen niet gestabiliseerd worden
Het onderdrukken van rode ogen kan niet worden vastgezet
Weergavetips
Het beeld weergeven dat is opgeslagen in het interne geheugen
Beeldinformatie bekijken
Snel een gewenst beeld weergeven
Geluid bij stilstaande beelden wissen
Bekijken van foto's op een computer
Bekijken van de gehele foto op een computerscherm
60 NL
Leer uw camera beter kennen
Als er een foutmelding op de camera verschijnt ...
Indicatie op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing
q
CARD ERROR
Er is een probleem met het
kaartje.
Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een
nieuw kaartje in de camera.
q
WRITE PROTECT
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
Het opgeslagen beeld is op een computer
beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen).
Download het beeld naar een computer en hef
de instelling Alleen lezen op.
>
MEMORY FULL
Het interne geheugen heeft niet
voldoende geheugen en kan
geen nieuwe gegevens
opnemen.
Steek een kaartje in de camera of wis
ongewenste gegevens. Maak voor het wissen
een reservekopie van de gegevens van
belangrijke foto's met behulp van het kaartje of
download dergelijke foto's naar een computer.
q
CARD FULL
Het kaartje heeft niet voldoende
geheugen en kan geen nieuwe
gegevens opnemen.
Vervang het kaartje of wis ongewenste
gegevens. Download belangrijke foto's naar
een computer voordat u beelden gaat wissen.
L
NO PICTURE
Er zijn geen foto's opgeslagen
in het interne geheugen of op
het kaartje.
Het interne geheugen of het kaartje bevat geen
foto's.
Sla enkele foto's op.
r
PICTURE ERROR
Er heeft zich een probleem met
het geselecteerde beeld
voorgedaan waardoor dat
beeld met deze camera niet kan
worden weergegeven.
Breng het beeld over naar een computer en
bekijk het beeld met beeldbewerkingssoftware.
Lukt dat niet, dan is het beeldbestand
beschadigd.
r
THE IMAGE CANNOT
BE EDITED
Foto's die met andere camera's
zijn gemaakt, die eerder zijn
bewerkt of gecorrigeerde foto's
kunnen niet worden bewerkt of
gecorrigeerd.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto's
te bewerken.
CARD-COVER OPEN
Het klepje van het
batterijcompartiment / het
kaartje is open.
Sluit het klepje van het batterijcompartiment /
het kaartje.
g
BATTERY EMPTY
De batterijen zijn leeg. Laad de batterij op.
De gegevens op het kaartje
kunnen niet gelezen worden.
Of het kaartje is niet
geformatteerd.
Selecteer [xD CARD CLEAN] en druk op
e
.
Neem het kaartje eruit en veeg het contactvlak
met een zachte, droge doek af.
Selecteer [FORMAT] [YES] en druk op
e
. Alle het op het kaartje opgeslagen
gegevens gaan verloren.
Er is een fout opgetreden in het
interne geheugen.
Selecteer [MEMORY FORMAT] [YES] en
druk op
e
. Alle gegevens in het interne
geheugen worden gewist.
NO CONNECTION
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem opnieuw,
maar nu goed, aan.
NO PAPER
De papiervoorraad van de
printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier in de printer.
NO INK
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de printer.
OK
SET
CARD SETUP
xD CARD CLEAN
FORMAT
OK
SET
MEMORY SETUP
POWER OFF
MEMORY FORMAT
[IN]
NL 61
Leer uw camera beter kennen
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld in bepaalde standen Fotograferen. Voor meer
informatie, zie onderstaande tabel.
geeft een beperking aan voor de betreffende functie van elke stand
s
.
g
“Beschikbare functies in motiefprogramma's“ (Blz. 62)
Beschikbare functies in standen Fotograferen
* De optische zoom is niet beschikbaar tijdens video-opname. Zet [DIGITAL ZOOM] op [ON] om de
zoomfunctie voor fotograferen mogelijk te maken.
JAMMED
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer blokkeert uit de
printer.
SETTINGS CHANGED
De papierla van de printer is
verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen
op de camera gewijzigd
werden.
Bedien de printer niet, terwijl de instellingen op
de camera gewijzigd worden.
PRINT ERROR
Er heeft zich een probleem met
de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit. Controleer de
printer en hef eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
r
CANNOT PRINT
Het is mogelijk dat foto's die
met andere camera's gemaakt
zijn, niet vanuit deze camera
geprint kunnen worden.
Gebruik een computer om de foto's te printen.
Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's
Stand Fotograferen
K
h s n
Zie blz.
Functie P AUTO
Optische gezoomd
999 9
*
Blz. 15
F
99999
Blz. 16
# 999
—Blz.16
Y
999 9
Blz. 16
&
/
% 999 9
Blz. 16
Schaduwaanpassingstechniek
999 9
Blz. 17
IMAGE QUALITY
999 9
Blz. 21
PANORAMA
9
9
—Blz.22
WB
9
999
Blz. 25
ISO
9
————Blz.25
DRIVE
9
9
——Blz.26
FINE ZOOM
9
9
—Blz.26
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen)
9
9 9
Blz. 26
ESP /
n
9
9 9
Blz. 26
AF MODE
9
9
—Blz.27
R 9
9
—Blz.27
DIS MOVIE MODE ————
9
Blz. 27
SILENT MODE
99999
Blz. 27
Indicatie op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing
62 NL
Leer uw camera beter kennen
Beschikbare functies in motiefprogramma's
*1 [
!
] is niet beschikbaar.
*2 [AUTO] en [
!
] zijn niet beschikbaar.
*3 [
%
] is niet beschikbaar.
*4 Er is alleen een beeldkwaliteit van [2048 x 1536] of lager mogelijk.
*5 De beeldkwaliteit is vast ingesteld op [640 x 480].
*6 [COMBINE IN CAMERA 1] is niet beschikbaar.
*7 [SHQ] is niet beschikbaar.
s B
C
N
K
F
D
G
U
W
c
RSX V
P
d
ief S
Zie blz.
Functie
Optische gezoomd
9999
99999999
Blz. 15
# 999
9
——
9
———
9
*1
9
*2
Blz. 16
Y 9999999999
——— Blz.16
&
/
% 99
*3
9
*3
99
*3
9
*3
99
999
Blz. 16
Schaduwaanpassing
stechniek
99
——
99
99999
—Blz.17
IMAGE QUALITY
9999
*4
99999
*5
9
*4
9
*7
9
*4
Blz. 21
PANORAMA
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
9
*6
———— Blz.22
FINE ZOOM
999
——
99999
9
—Blz.26
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
999
——
99999
9
—Blz.26
ESP /
n 9999
9999999
—Blz.26
AF MODE
9999
9
99999
—Blz.27
R 999999999
———— Blz.27
Appendix
NL 63
Appendix
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een
mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog deze
vervolgens met een droge doek. Als u de camera op het strand heeft gebruikt, dan wrijft u hem schoon met
een in schoon water gedompelde en goed uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje en wrijf de lens vervolgens met
een lensreinigingsmiddel voorzichtig schoon.
Batterij / Laadapparaat:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Opmerking
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzeen of alcohol of met chemicaliën behandelde
reinigingsdoekjes.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
Indien de camera voor langere tijd opgeborgen wordt, haalt u de batterij, de lichtnetadapter en het kaartje
uit de camera en bergt u de camera op in een koele, droge ruimte die goed geventileerd is.
Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera.
Opmerking
Laat de camera niet achter op plaatsen waar met chemicaliën wordt gewerkt, omdat dan corrosie
kan ontstaan.
(
Deze camera werkt met één lithium-ionbatterij (LI-42B or LI-40B) van Olympus. Er kunnen geen
andere typen batterijen gebruikt worden.
(
De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de gebruikte functies.
(
Bij omstandigheden zoals die hieronder beschreven zijn, wordt continu energie verbruikt en raakt
de batterij snel leeg.
Door veelvuldig te zoomen.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen door de ontspanknop
half in te drukken.
Door gedurende lange tijd een foto weer te geven op de monitor.
Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
(
Als een lege batterij gebruikt wordt, bestaat het gevaar dat de camera uitgeschakeld wordt zonder
dat een waarschuwing voor de ladingstoestand gegeven wordt.
(
Op het moment van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij voor gebruik
volledig op met het laadapparaat LI-40C.
(
Het opladen van de meegeleverde, oplaadbare batterij duurt doorgaans ongeveer 5 uur.
(
Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen ander type
laadapparaat.
Onderhoud van de camera
Reinigen van de camera
Opslag
Batterij en laadapparaat
64 NL
Appendix
Foto's kunnen opgeslagen worden op het optionele kaartje.
Het interne geheugen en het kaartje zijn de media van de camera voor het opslaan van foto's, vergelijkbaar
met een film in een conventionele analoge camera.
Foto's die opgeslagen zijn in het interne geheugen of op het kaartje kunnen eenvoudig gewist worden of
bewerkt worden met een computer.
In tegenstelling tot draagbare opslagmedia kan het interne geheugen niet verwijderd of vervangen worden.
Het aantal foto's dat kan worden opgenomen, kan verhoogt worden door een kaartje met een grotere
opslagcapaciteit te gebruiken.
1 Indexvlak
Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van het kaartje op
te schrijven.
2 Contactvlak
Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen van de
camera naar het kaartje.
Compatibele kaartjes
xD-Picture Card 16 MB – 2 GB (type H / M, standaard)
Gebruik van het interne geheugen of het kaartje
Tijdens fotograferen en weergeven kunt u in de monitor controleren of het interne geheugen of het kaartje in
gebruik is.
Opmerking
Open het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje niet als
de indicatie-LED Dataverkeer knippert, omdat de LED aangeeft
dat er gegevens gelezen of geschreven worden. Hierdoor kunnen
de gegevens in het interne geheugen of op het kaartje beschadigd
raken en het interne geheugen of het kaartje onbruikbaar worden.
Gebruik van de accessoires
Het kaartje
1
2
HQHQ 32643264
×
24482448
[
P
]
[
IN
IN
]
44
12:3012:30'07.12.26'07.12.26
100-00041 00 -00 04
4
HQHQ
[
IN
IN
]
Stand Fotograferen Stand Weergeven
Indicator voor geheugen
[IN]: Bij gebruik van het interne geheugen
[xD]: Bij gebruik van een kaartje
Indicatie-LED Dataverkeer
NL 65
Appendix
Een lichtnetadapter is praktisch bij het uitvoeren van tijdrovende taken zoals het downloaden van
beelden naar een computer of het lang achtereen doorgaan met het vertonen van een diashow. Voor
het gebruik van een lichtnetadapter bij deze camera, heeft u de multi-adapter (CB-MA1 / accessoire)
nodig.
Gebruik geen andere lichtnetadapters voor deze camera.
(
Het laadapparaat en de lichtnetadapter kunnen over de hele wereld in de meeste elektrische
bronnen thuis worden gebruikt binnen het bereik van 100 V tot 240 V AC (50 / 60 Hz). Afhankelijk
van uw land of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat
een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of
reisagentschap.
(
Gebruik geen spanningsomvormers voor op reis, omdat deze uw laadapparaat en lichtnetadapter
kunnen beschadigen.
Deze camera is weerbestendig, maar kan niet onder water gebruikt worden. Als de camerabehuizing
nat wordt, verslechtert de weerbestendigheid als de camera in- of uitgeschakeld of ingezoomd wordt.
Wrijf de camera voor gebruik onmiddellijk droog als deze nat wordt. Olympus stelt zich niet
aansprakelijk voor defecten aan de camera die veroorzaakt zijn door binnendringend water als gevolg
van verkeerd gebruik door de gebruiker. De camera is weerbestendig en raakt niet beschadigd door
spatwater uit welke richting dan ook.
Let bij gebruik van deze camera op de volgende voorzorgsmaatregelen.
Er kan water in de camera komen als het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
of het klepje over de connector niet goed gesloten zijn.
Lichtnetadapter
Uw laadapparaat en lichtnetadapter in het buitenland gebruiken
WEATHERPROOF FEATURE
( Was de camera niet met
water.
( Laat de camera niet in het
water vallen.
( Maak geen foto's onder
water.
( Open of sluit het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje niet als de camera nat is.
( De oplaadbare batterij en andere accessoires bij de camera zijn niet weerbestendig.
Klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
Klepje over
de connector
66 NL
Appendix
Lees alle gebruiksaanwijzingen –
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaanwijzingen.
Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens te kunnen raadplegen.
Reinigen –
Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik
uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aërosole
reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen.
Accessoires
Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen, uitsluitend de
door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht –
Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten
raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Plaats van opstelling –
Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen te
voorkomen.
Elektrische voedingsbron –
Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven
elektrische voedingsbron.
Bliksem –
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact als een onweer opsteekt terwijl u een lichtnetadapter
gebruikt.
Vreemde voorwerpen –
Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera.
Hitte –
Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator, verwarmings-
rooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereo-versterkers.
WAARSCHUWING
(
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
(
Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die
zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het
te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hanteren van de camera
LET OP:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF
ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN
U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke
aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van
de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT BLOOT
AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN
DEMONTEER HEM NIET.
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
NIET OPENEN
NL 67
Appendix
(
Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders
de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere
kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
(
Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
(
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
(
Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
(
Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook,
gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
(
Gebruik de camera niet met natte handen.
(
Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige
gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat of de lichtnetadapter niet als deze
is afgedekt (bijvoorbeeld met een deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand
ontstaan.
(
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden.
Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze
toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het
camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u
de camera bij lage temperaturen hanteert.
(
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp
blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het
voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking
komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat
de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen
of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon,
stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk een batterij
doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken.
68 NL
Appendix
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen,
uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet
verder op en gebruik ze niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier
afwijkend, gebruik de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk
met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk na gebruik
van de camera om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter
op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en/of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de
temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van
warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stoffige omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product gebruikt,
de handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai
de camera niet.
Laat de elektrische contacten van de camera ongemoeid.
Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn beschadigd
raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op de CCD optreden en kan zelfs brand ontstaan.
Druk of trek niet met grote kracht aan de lens.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een
koele, droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de camera te
voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en controleert u de juiste
werking door de ontspanknop in te drukken.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven in
de handleiding van de camera.
Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander type
batterij. Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de batterij
voor gebruik goed met een droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt met
batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto’s dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan, voordat u een lange reis maakt, met name als u naar het buitenland
gaat. Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de
afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en
regelgeving in acht.
Let op de werkomgeving
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
NL 69
Appendix
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing
in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden.
Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op
een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een onderwerp, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor
gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de monitor
oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude plaatsen,
dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een monitor die
slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer normale
waarden aanneemt.
Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen echter
zwarte of lichte punten op de monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen van de
monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in kleur en
helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die
voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van
beeldgegevens.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten
aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen
enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie met betrekking tot de
verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte,
zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving
van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van
zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven
materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting
of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat de hierboven opgesomde
beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van het
auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd
fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten van
belanghebbenden.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf
verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of
mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en het
gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software besloten informatie,
of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of in de software besloten
informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van deze handleiding te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
Monitor
Wettelijke en andere bepalingen
Beperkte aansprakelijkheid
Waarschuwing
Betreffende het copyright
70 NL
Appendix
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader
van Olympus bij deze camera te gebruiken. Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en/of
batterijlader kan brand of persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding
of beschadiging van de batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of
beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van batterijen en/of batterijlader die geen originele
Olympus-accessoire zijn.
Garantiebepalingen
1.
Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met
de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en de gebruiksaanwijzingen), wordt dit product,
gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van aankoop, bij een geautoriseerde Olympus-dealer
binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op de website:
http://www.olympus.com gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kostenloos vervangen. Voor aanspraak op
deze garantie dient de klant, vóór afloop van de garantieperiode van twee jaar, het product en deze
garantieverklaring mee te nemen naar de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere
servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op
de website: http://www.olympus.com. Tijdens de World Wide Warranty-periode van één jaar kan de klant het
product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke
servicedienst van Olympus gevestigd is.
2.
De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te
brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
3.
Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten,
zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode.
(a)
Elk gebrek dat optreedt wegens ondeskundig, onreglementair gebruik (zoals handelingen die niet
worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.).
(b)
Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van
het product.
(d)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag,
andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e)
Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die
is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f)
Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g)
Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h)
Indien deze garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
(i)
Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar, de maand
en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer.
(j)
Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
4.
Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander
toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
5.
Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product.
Iedere verplichting voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door
de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of schade veroorzaakt in
lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het
resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen
invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese
Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de
gebruiker. Apparaten met het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Dit symbool [een doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft aan dat
in de EU-landen alle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur apart moet worden
ingezameld en verwerkt.
Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer van
dit product.
NL 71
Appendix
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud
1.
Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd door Olympus of een
geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer daarom of uw
naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig zijn
ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van
aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht
voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch
het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet
leesbaar is.
2.
Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te
worden.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
xD-Picture Card™ is een handelsmerk.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en / of handelsmerken
van de betreffende rechthebbenden.
De in deze handleiding genoemde normen voor camerabestandssystemen zijn de door de Japan Electronics
and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File
System / DCF“-normen.
Handelsmerken
72 NL
Appendix
TECHNISCHE GEGEVENS
(
Camera
Soort camera : Digitale camera (voor het opnemen en weergeven)
Digitaal opslagsysteem, JPEG
(in overeenstemming met Design Rule for Camera File system [DCF])
Opslagsysteem
Stilstaande beelden :
Compatibel met de
normen
: Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF),
PRINT Image Matching III en PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
: Bestandstype WAVE
Video's : AVI Motion JPEG
Opslagmedium : Intern geheugen
xD-Picture Card 16 MB tot 2 GB (type H / M, standaard)
Aantal effectieve pixels : 8.000.000 pixels
Beeldopneemelement : 1/2,35
"
CCD (filter voor primaire kleuren), 8.500.000 pixels (bruto)
Lens : Olympus lens 6,4 tot 32,0 mm, f3.0 tot 5.0
(komt overeen met 36 tot 180 mm van een kleinbeeldcamera)
Lichtmeetsysteem : Digitale ESP-meting, spotmeetsysteem
Sluitertijd : 4 tot 1/2000 s
Scherpstelbereik : 0,7 m tot
)
(W / T) (normaal)
0,2 m tot
)
(W), 0,6 m tot
)
(T) (stand normaal / macro)
0,03 m tot 0,7 m (alleen W) (stand supermacro)
Monitor : 2,7
"
TFT LCD-kleurenmonitor, 230.000 pixels
Oplaadtijd flitser : Circa 4 s (na ontsteken van de flitser met volle lichtopbrengst, bij
kamertemperatuur en met een nieuwe, volledig opgeladen batterij)
Connectors : Multiconnector (gelijkspanningsconnector DC-IN, USB-connector,
AV-OUT-connector)
Automatisch kalendersysteem : van 2000 tot 2099
Waterbestendigheid
Type : Komt overeen met IEC 529 IPX4-norm
(onder OLYMPUS testvoorwaarden)
Betekent : Spatwater vanuit onverschillig welke richting heeft geen nadelig effect.
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 °C tot 40 °C (tijdens bedrijf),
–20 °C tot 60 °C (opslag)
Relatieve vochtigheid : 30 % tot 90 % (tijdens bedrijf) / 10 % tot 90 % (tijdens opslag)
Energievoorziening : Een lithium-ionbatterij van Olympus (LI-42B / LI-40B) of lichtnetadapter
van Olympus
Afmetingen : 96,4 mm x 56,4 mm x 24,3 mm (b x h x d)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht : 125 g (zonder batterij en kaartje)
NL 73
Appendix
(
Lithium-ionbatterij (LI-42B)
Soort camera : Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale uitgangsspanning : 3,7 V gelijkspanning
Standaardcapaciteit : 740 mAh
Levensduur van de batterij : Circa 300 volledige ontlaad / oplaadcycli (afhankelijk van gebruik)
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 °C tot 40 °C (bij opladen) /
–10 °C tot 60 °C (tijdens bedrijf) /
–20 °C tot 35 °C (opslag)
Afmetingen : 31,5 x 39,5 x 6 mm
Gewicht : Ongeveer 15 g
(
Batterijlader (LI-40C)
Netspanning : 100 V tot 240 V (50 tot 60 Hz wisselspanning)
3,2 VA (100 V) tot 5,0 VA (240 V)
Uitgangsvermogen : 4,2 V gelijkspanning, 200 mA
Laadtijd : Ongeveer 5 uur.
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 °C tot 40 °C (in bedrijf) /
–20 °C tot 60 °C (opslag)
Afmetingen : 62 x 23 x 90 mm
Gewicht : Ongeveer 65 g
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
74 NL
Appendix
OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA
Camera
Flitser
(Blz. 16)
Ontspan
-knop
(Blz. 9, 11)
Zelfontspanner-LED
(Blz. 16, 57)
Lens
(Blz. 11, 63)
Zoomknop (Blz. 15)
f
/
S
-knop (Schaduwaan-
passingstechniek / Wissen)
(Blz. 10, 17)
Pendelknop (
1243
)
(Blz. 14)
e
-knop (Blz. 14)
Oogje voor de camerariem
(Blz. 3)
Klepje van het
batterijcompartiment /
het kaartje (Blz. 4)
Statiefaansluiting
Klepje over de
connector
(Blz. 38, 39, 48)
Multiconnector
(Blz. 38, 39, 48)
Monitor (Blz. 36, 75)
m
-knop
(Blz. 14)
Microfoon (Blz. 27)
Luidspreker
o
-knop
(Blz. 6, 11)
Indicatie-LED
Dataverkeer
(Blz. 50, 57, 64)
Functieknop
(Blz. 6, 10, 12)
q
/
<
-knop
(Weergeven / Printen) (Blz. 17)
g
/
E
-knop (Blz. 18)
NL 75
Appendix
(
Monitor – Stand Fotograferen
Symbolen en pictogrammen op de monitor
Item Indicatie Zie blz.
1
Stand Fotograferen
h
,
P
,
B
,
F
,
D
,
G
enz. Blz. 12, 14, 24
2
Batterijcontrole
e
= vol,
f
= leeg Blz. 60
3
Groene LED
{
= Auto Focus Lock Blz. 9, 11, 57
4
Flitser standby
Waarschuwing bewegende
camera / Opladen flitser
#
(brandt)
#
(knippert)
Blz. 53
5
Stille functie
U
Blz. 27
6
Witbalans
5
,
3
,
1
,
w
y
Blz. 25
7
ISO ISO 50, ISO 400, ISO 1600 enz. Blz. 25
8
Sluiterfunctie
W
Blz. 26
9
Spotmeting
5
Blz. 26
10
Stand macro
Stand supermacro
&
%
Blz. 16
11
Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2, 16:9, SQ Blz. 21
12
Resolutie 3264 x 2448, 2560 x 1920, 640 x 480 enz. Blz. 21
13
Autofocusteken [ ] Blz. 9, 27
14
Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen
Resterende opnametijd
4
00:36
Blz. 57
15
Geheugenindicator
a
,
b
,
c
,
d
(maximum aantal opnamen bereikt) Blz. 53
16
Actueel geheugen [IN] (Beelden opslaan in het interne geheugen),
[xD] (Beelden opslaan op het kaartje)
Blz. 64
17
Geluid opnemen
R
Blz. 27
18
Dualtime
l
Blz. 37
19
Alarm
k
Blz. 37
20
Flitserfunctie
!
,
#
,
$
Blz. 16
21
Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 Blz. 16
22
Diafragmawaarde F5.6, F4.0 enz. Blz. 9
23
Zelfontspanner
Y
Blz. 16
24
Sluitertijd 4 tot 1/2000 Blz. 9
25
Schaduwaanpassingstechniek
f
Blz. 17
$
ISO
ISO
[
n
R
W
%
(
P
HQ
HQ
3264
3264
×
2448
2448
+2.0
+2.0
F5.6
F5.6
1/1000
1/1000
]
#
l
k
[
IN
IN
]
4
4
1600
1600
1 21222425 23
18
15
16
17
20
19
3
2
8
7
9
4
10
141311 12
6
5
$
[
n
%
(
A
HQHQ
+2.0+2.0
]
k
00:3600:3600:36
[
IN
IN
]
k
[
IN
IN
]
R
l
2 1 212325
16
3
5
6
9
10
1311 14
18
17
20
19
Videobeelden
Stilstaand beeld
76 NL
Appendix
(
Monitor – Stand Weergeven
Item Indicatie Zie blz.
1
Batterijcontrole
e
= vol,
f
= leeg Blz. 60
2
Stille functie
U
Blz. 27
3
Diafragmawaarde F5.6, F4.0 enz.
4
Sluitertijd 4 – 1/2000
5
Bewegingsonscherpte
veroorzaakt door beweging of
trillende handen
p
(gestabiliseerde beelden / gecorrigeerde beelden)
t
q
r
(beelden die gecorrigeerd kunnen
worden)
Blz. 29
6
Aantal beelden
Verstreken tijd /
Totale opnametijd
4
00:00/00:36
Blz. 36
Blz. 29
7
Bestandsnummer
M
100 – 0004 Blz. 36
8
Datum en tijd '07.12.26 12:30 Blz. 7, 36
9
ISO ISO 50, ISO 400, ISO 1600 enz. Blz. 25
10
Witbalans WB AUTO,
5
,
3
,
1
,
w
y
Blz. 25
11
Belichtingscorrectie 2.0 – +2.0 Blz. 16
12
Resolutie 3264 x 2448, 2560 x 1920, 640 x 480 enz. Blz. 21
13
Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2, 16:9, SQ Blz. 21
14
Beveiligen
9
Blz. 33
15
Geluid opnemen
H
Blz. 33
16
Printreservering /
aantal prints
Videobeelden
<
x10
n
Blz. 43
Blz. 28
17
Actueel geheugen [IN] (Het beeld weergeven dat is opgeslagen in het interne
geheugen),
[xD] (Het beeld weergeven dat is opgeslagen op het kaartje)
Blz. 64
12:3012:30'07.12.26'0 7. 12. 26
100-00041 00 -00 04
HQHQ
00:0000:00
00:3600:36
320320
×
240240
[
IN
IN
]
1 17
1516 14
13
12
8
7
10
6
2
ISO 1600
ISO 1 60 0
12:30
12: 30
'07.12.26
'0 7. 12 .26
100-0004
100 -0 00 4
4
+2.0
+2. 0
F5.6 1/1000
F5. 6 1/1000
HQ
HQ
3264
326 4
×
2448
244 8
[
IN
IN
]
×
10
10
1 17 16
15 14
13
12
11
9
8
7
2
3
4
6
10
5
VideobeeldenStilstaand beeld
NL 77
Index
g
/
E
-knop.................................................... 18
1F
-knop (belichtingscorrectie) ........................ 16
3#
-knop (flitserfunctie) ...................................... 16
4&
-knop (macro) ............................................... 16
e
-knop (OK / FUNC)...................................... 14
f
/
S
-knop (schaduwaanpassings-
techniek / wissen) ........................................... 17
q
/
<
-knop (weergeven / printen)..................... 17
2Y
-knop (zelfontspanner) ................................ 16
16:9 ...................................................................... 21
A
Aantal beelden dat nog kan
worden opgeslagen......................................... 57
ADD FAVORITE ............................................. 13, 30
AF MODE ............................................................ 27
ALARM CLOCK
k
............................................... 37
ALL ERASE
R
................................................... 34
ALL INDEX........................................................... 41
ALL PRINT........................................................... 41
Alle beelden reserveren
U
................................. 44
AUTO (autoflitsen) ............................................... 16
AUTO (ISO) ......................................................... 25
AUTO (volledig automatische stand) ................... 14
AUTO (WB) WB AUTO ....................................... 25
Autofocus ............................................................. 54
AV-kabeltje ...................................................... 3, 38
B
BACKUP ............................................................. 34
Batterij ............................................................. 4, 64
Batterijcontrole .................................................... 75
Batterijlader ............................................ 3, 4, 63, 65
Bedieningsaanwijzingen .......................... 19, 40, 43
Beelden draaien
y
.............................................. 33
Beelden beveiligen
0
....................................... 33
Beelden printen ................................................... 39
Beeldnummer ...................................................... 76
Beeldstabilisator
h
........................................ 6, 12
BEEP ................................................................... 35
Belichting.............................................................. 16
Belichtingscorrectie
F
................................... 16, 76
Bestandsnaam ..................................................... 36
Bewolkte dag
3
................................................. 25
BGM .................................................................... 28
C
CALENDAR ......................................................... 31
CAMERA MENU ........................................... 21, 25
Camerariem ........................................................... 3
CCD ..................................................................... 36
COLOR EDIT ....................................................... 30
Compressiefactor ................................................. 21
Continue opnametijd ............................................ 57
CUSTOM PRINT ................................................. 40
D
Datum en tijd
X
............................................. 7, 36
De camera inschakelen ......................................... 6
DIGITAL ZOOM.................................................... 26
DIS EDIT.............................................................. 29
DIS MOVIE MODE............................................... 27
DPOF ................................................................... 42
DRIVE ................................................................. 26
DUALTIME
l
...................................................... 37
E
EASY PRINT ....................................................... 39
EDIT .................................................................... 30
EDIT (videobeelden) ........................................ 3, 25
Enkel beeld fotograferen
o
................................ 26
Enkel beeld reserveren
<
................................... 43
Enkelbeeldweergave............................................ 15
ERASE ................................................................. 33
ESP ..................................................................... 26
ESP /
n
............................................................. 26
EV......................................................................... 16
F
FACE DETECT (AF MODE)................................. 27
FILE NAME .................................................... 36, 41
FINE ZOOM ........................................................ 26
Flitsen met onderdrukken van rode ogen
!
..... 16
Flitser.................................................................... 16
Flitser uit
$
......................................................... 16
Flitserfunctie
#
.............................................. 11, 16
Formaat................................................................ 34
Formaat wijzigen
Q
........................................... 30
FORMAT ............................................................. 34
Foto's uitsnijden
P
.................................. 30, 41, 43
Foutmelding ......................................................... 60
FRAME ................................................................ 31
Functieknop................................................ 6, 10, 12
Functiemenu ........................................................ 14
G
Geef “Mijn favorieten“ weer
P
............................ 13
Geheel indrukken ............................................ 9, 11
Geheugenindicator............................................... 53
Geluid opnemen bij stilstaande beelden
R
........... 27
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
R
...... 33
Gezoomd weergeven
U
...................................... 15
Gloeilamplicht
1
................................................. 25
Groene LED ......................................... 9, 11, 54, 57
g
(fotogids) ........................................... 6, 12
H
Half indrukken ................................................. 9, 11
Helderheid van de monitor aanpassen
s
.......... 36
Histogramweergave ...................................... 18, 58
Hoofdmenu .......................................................... 19
HQ........................................................................ 21
Hulplijnweergave.................................................. 18
I
iESP .................................................................... 27
IMAGE QUALITY ................................................ 21
INDEX .................................................................. 32
Indexweergave
G
............................................... 15
Indicatie-LED Dataverkeer ...................... 50, 58, 64
Informatiedisplays ............................................... 18
Instelmenu's – SETUP ......................................... 34
Intern geheugen ............................................ 34, 65
78 NL
Invulflitsen
#
........................................................ 16
ISO ...................................................................... 25
K
Kaartje...................................................... 22, 34, 64
Kalenderweergave .............................................. 15
Klepje over de connector ........................ 38, 39, 48
Klepje van het compartiment van
de batterij / het kaartje ...................................... 4
L
LABEL .................................................................. 31
Lage compressie.................................................. 21
LAYOUT .............................................................. 31
Lens ............................................................... 11, 63
Lichtnetadapter..................................................... 65
LIGHTING FIX...................................................... 29
Lithium-ionbatterij ........................................ 3, 4, 63
Luidspreker ......................................................... 74
M
MEMORY FORMAT ............................................ 34
Menu ................................................................... 19
MENU THEME..................................................... 35
m
-knop (MENU)............................................ 14
Menugids ............................................................. 18
Microfoon ............................................................. 27
Monitor ........................................................... 36, 75
MOVIE PLAY ....................................................... 28
MULTI PRINT....................................................... 41
Multiconnector.......................................... 38, 39, 48
N
NTSC .................................................................. 38
O
OLYMPUS Master ........................................... 3, 45
Ontspanknop.................................................... 9, 11
Opladen flitser ............................................... 53, 75
Optische zoom .............................................. 15, 26
P
P (Program Auto) ................................................. 14
P / AUTO ............................................................. 14
PAL ...................................................................... 38
PANORAMA......................................................... 22
PC ........................................................................ 48
Pendelknop (
1243
)....................................... 14
PERFECT FIX...................................................... 29
PictBridge............................................................. 39
PIXEL MAPPING ................................................. 36
PLAYBACK MENU......................................... 28, 33
POWER SAVE .................................................... 38
o
-knop.................................................... 6, 11
PRINT ORDER
<
......................................... 32, 41
Printinstellingen
<
............................................... 42
PW ON SETUP .................................................... 35
R
REC VIEW ........................................................... 35
Rechstreeks printen ............................................. 39
REDEYE FIX ....................................................... 29
RESET ................................................................ 22
Resolutie .............................................................. 21
S
s
(Scene) ............................................ 6, 12, 24
Scherpstelgeheugen ............................................ 11
Scherpstellen........................................ 9, 11, 54, 58
SEL. IMAGE......................................................... 34
SHOOT & SELECT1/2
ef
............................... 25
SHQ ..................................................................... 21
SHUTTER SOUND ............................................. 35
SILENT MODE
U
................................................ 27
Sluimerstand ....................................................... 53
SLIDESHOW ....................................................... 28
SMILE SHOT
S
................................................... 24
Snel repeterende opnamen
W
........................... 26
SPOT (AF MODE) ............................................... 27
Spotmeting
n
..................................................... 26
SQ ....................................................................... 21
SQ1 ..................................................................... 21
SQ2 ..................................................................... 21
Stand macro
&
.............................................. 11, 16
Stand Fotograferen............................. 11, 15, 18, 34
Stand supermacro
%
.................................... 11, 16
Stand Weergeven
q
............. 10, 11, 13, 15, 18, 34
STANDARD.......................................................... 39
Standaardcompressie........................................... 21
Statiefaansluiting ................................................. 75
Stilstaande beelden fotograferen
K
............... 6, 12
Symbolen en pictogrammen op de monitor ......... 75
T
Taal voor de monitor
W
.................................. 35
TL-lamp 1/2/3
wxy
....................................... 25
TYPE ................................................................... 28
U
USB-kabeltje .................................. 3, 39, 45, 48, 50
V
VIDEO OUT ......................................................... 38
Videobeelden opnemen
n
.................................. 11
VOLUME ............................................................. 35
W
Waarschuwingssignaal
8
.................................. 35
Weergave op een televisie ................................... 38
Weergavetijd / Totale opnametijd ......................... 29
Wissen ........................................................... 10, 17
Witbalans WB ...................................................... 25
X
xD-Picture Card ............................................. 22, 64
Z
Zelfontspanner
Y
........................................... 11, 16
Zelfontspanner-LED ....................................... 16, 57
Zonnige dag
5
.................................................... 25
Zoom ............................................................. 15, 26
Zoomknop ...................................................... 15, 26
NL 79
MEMO
http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen:
Correspondentieadres:
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 - 23 77 3-0 / Fax: +49 40 - 23 07 61
Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 - 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 - 67 10 83
of
+49 40 - 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar
tussen 09.00 uur en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel.: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
Belgium:
Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel.: (03) 870 58 00
© 2007
Printed in Germany · OE · 20.5 · 7/2007 · Hab. · E0460102
73

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus Stylus 820 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus Stylus 820 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,94 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus Stylus 820

Olympus Stylus 820 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 80 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info