596763
42
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/123
Pagina verder
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe
camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van
een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen heeft.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een
firmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie
op de Olympus-website.
Instructiehandleiding
DIGITALE CAMERA
STYLUS 1s
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang
extra voordelen van Olympus!
2
NL
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
#
Let op
Waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te
voorkomen. Alsook belangrijke informatie over factoren die tot
storingen of problemen bij de bediening kunnen leiden.
$
Opmerkingen
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
%
Tips
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw
camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer
waarbij u de camera hebt gekocht.
Camera
Camerariem USB-kabel
(CB-USB6)
Cd-rom met computersoftware
• Instructiehandleiding
• Garantiekaart
Lithium-ion batterij
(BLS-50)
Lithium-ion laadapparaat
(BCS-5)
$ Opmerkingen
De illustraties en toelichtingen in deze handleiding vermelden telkens de Engelse
menuweergave.
U kunt de taal van de menuweergave voor deze camera zelf kiezen.
Meer informatie vindt u in “Taal voor de monitor wijzigen
(Blz. 61).
3
NL
Automatisch lenskapje
Het automatische lenskapje kan afgenomen worden.
Verwijder het automatische lenskapje bij monteren van de conversielens en andere
lenzen.
• Verwijderen • Bevestigen
1
2
1
2
Markering
voor
bevestiging
Bevestig het lensdopje zodat de
markering voor bevestiging omhoog
wijst.
4
NL
Namen van onderdelen
*1
In deze handleiding geeft het pictogram j bewerkingen aan die worden uitgevoerd met
de subregelaar.
*2
In deze handleiding geeft het pictogram
j
bewerkingen aan die worden uitgevoerd met
de bedieningsring.
1 Ontspanknop .........................Blz. 10, 39
2 Knop R (film)/
knop
H
.........................Blz. 13, Blz. 12
3 Zoomhendel ...........................Blz. 10, 11
4
Subregelaar
*1
(j)
................Blz. 11, 20
5 Zelfontspanner-LED/
AF-verlichting ...................Blz. 29/Blz. 68
6 Bedieningsring
*2
(j) ..................... Blz. 12, 17, 20, 30, 70
7 Knop V .....................................Blz. 70
8 Hendel ...................... Blz. 17, 20, 30, 68
9 Lens
0 Ingebouwde flitser........................Blz. 28
a Modusknop ............................Blz. 10, 16
b Flitserschakelaar..........................Blz. 28
c Zoomhendel zijkant......................Blz. 70
d Stereo microfoon
e Luidspreker ..................................Blz. 13
f Statiefaansluiting
g Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment .........................Blz. 7
h Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment .........................Blz. 7
i Connectorkap
j Multiconnector .................Blz. 80, 82, 87
k
HDMI-microconnector (type D)
....Blz. 80
5
NL
1 Dioptrieregelaar ...........................Blz. 10
2 Zoeker .............................Blz. 10, 42, 76
3 Oogkapje .....................................Blz. 92
4 Monitor
(touchscreen) ..........Blz. 14 - 15, 42 - 43.
5 q (weergave) knop ....................Blz. 11
6 Knop MENU ............ Blz. 46, 57, 60, 69
7 INFO (informatiedisplay)
knop .................................Blz. 14, 15, 78
8 Flitsschoen........................... Blz. 92 - 93
9 Knop u .....................................Blz. 76
0 Knop ON/OFF...................Blz. 8, 10, 42
a Indicatorlampje
b Knop U ...............................Blz. 12, 68
c Oogje voor de riem ........................Blz. 6
d Pijltoetsen* ...................................Blz. 11
F (Omhoog)/
F (belichtingscorrectie) knop (Blz. 29)
I (rechts)/
# (Flitser) knop
(Blz. 28)
G (omlaag)/
jY (repeterende opnamen/zelfontspanner) (Blz. 30/Blz. 29)
(wissen) knop (Blz. 12)
H (links)/
P (AF-kader) knop
(Blz. 30)
Knop Q
(Blz. 13, 32)
d
De monitor gebruiken
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
1
2
6
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
1
De camerariem bevestigen
Bevestig de riem op dezelfde manier aan het andere oogje.
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
De batterij opladen
1
Laad de batterij op.
Indicator voor
laadtoestand
Bezig met
opladen
Licht oranje
op
Opladen
voltooid
Uit
Oplaadfout
Knippert
oranje
(Laadtijd: tot ca. 3,5 uur)
# Let op
Koppel het laadapparaat los
wanneer de batterij volledig
is opgeladen.
1
2
3
Stopcontact
Lichtnetkabeltje
Lithium-
ionlaadapparaat
Lithium-ionbatterij
Richtingsteken ()
Indicator voor laadtoestand
Voorbereidingen voor het
fotograferen
7
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
De batterij en het kaartje plaatsen en verwijderen
1
Voer de stappen 1 en 2 uit om het klepje
van het batterij-/kaartcompartiment te
openen.
Schakel de camera uit voor u het klepje van het
batterij-/kaartcompartiment opent.
2
1
Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment
Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment
2
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij
in de richting van de pijl om de batterij te
plaatsen.
Plaats de batterij zoals aangegeven met de
markering die de richting aangeeft naar de
achterkant van de camera.
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de
richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen,
en haal de batterij eruit.
Vergrendel-
knopje
voor batterij
Richtingsteken
3
Steek het kaartje recht in de kaartsleuf
totdat het op zijn plaats vastklikt.
Gebruik altijd SD/SDHC/SDXC-kaartjes of
Eye-Fi-kaartjes in deze camera. Plaats geen
andere soorten geheugenkaartjes in het toestel.
g “Het kaartje gebruiken“ (Blz. 102)
Raak de metalen onderdelen van het kaartje
nooit rechtstreeks aan.
Schrijfbeveiliging
Het kaartje verwijderen
Druk het kaartje in tot u een klik hoort en het kaartje
uitspringt, neem het kaartje dan uit de camera.
4
Voer de stappen 1 en 2 uit om het klepje
van het batterij-/kaartcompartiment te
sluiten.
Als u de camera gebruikt, dient u het klepje
van het batterij-/kaartcompartiment gesloten te
houden.
2
1
8
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
De camera inschakelen en voor het eerst instellen
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt er een scherm waarin u de
taal voor de menu's en berichten op de monitor kunt instellen, alsook de datum en de
tijd.
1
Nadat u de camera heeft ingeschakeld met de knop ON/OFF, selecteert
u een taal met FGHI en drukt u op de knop A.
2
Gebruik FG om het jaar te
selecteren bij [Y].
X
2014
YMDTime
Cancel
Y/M/D
3
Druk op I om de instelling voor
[Y] op te slaan.
X
2014
YMDTime
Cancel
Y/M/D
4
Zoals in stappen 2 en 3 gebruikt u FGHI om [M] (maand), [D] (dag),
[Time] (uren en minuten) en [Y/M/D] (volgorde datum) in te stellen, en
drukt u vervolgens op de knop A.
Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op de knop A als het tijdsignaal
00 seconden aangeeft.
5
Gebruik
HI
om de tijdzone
[x] te selecteren en druk op de
knop A.
• Gebruik
FG
om de zomertijd
([Summer]) in of uit te schakelen.
Seoul
Tokyo
Summer
’14.09.01 12:30
Camera in sluimerstand
Als er gedurende de ingestelde tijd geen handelingen worden gesteld, schakelt de
camera naar de “sluimerstand“ (stand-by). In deze stand schakelt de monitor uit en
worden alle acties geannuleerd. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de
knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop enz.). De camera schakelt automatisch uit als
hij gedurende 5 minuten in de sluimerstand heeft gestaan. Schakel de camera opnieuw in
voor u hem gebruikt.
9
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
10
NL
Basisfuncties gebruiken
2
2
Basisfuncties gebruiken
Foto's maken
1
Druk op de knop n om de
camera in te schakelen.
Wanneer de camera is ingeschakeld,
wordt de monitor ingeschakeld.
2
Stel de functieknop in op P.
3
Kadreer de opname.
De zoeker wordt ingeschakeld en de
monitor schakelt automatisch uit wanneer
u uw oog tegen de zoeker houdt.
Zorg ervoor dat u de flitser, de
microfoon of andere belangrijke
delen niet afdekt met uw vingers enz.
wanneer u de camera vasthoudt.
U kunt ook fotograferen terwijl u op de monitor achterop kijkt. g “Door de monitor
fotograferen“ (Blz. 42)
De zoom gebruiken
Met de zoomknop kunt u het opnamebereik
aanpassen.
W-kant
T-kant
4
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De camera kan niet scherpstellen als
het autofocusteken rood knippert.
Probeer opnieuw scherp te stellen.
125125 F5.6
ISO-A
160
01:02:0301:02:03
10231023
P
Sluitertijd Diafragmawaarde
Autofocusveld
Half indrukken
5
Om de foto te maken drukt u de
ontspanknop voorzichtig volledig in
zonder de camera te bewegen.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
Kijk door de zoeker als de weergave op de zoeker onscherp lijkt en draai de diopter
(Blz. 5) tot het beeld scherp is.
U kunt ook foto's maken met behulp van het aanraakscherm.
g “Fotograferen met het touchscreen“ (Blz. 43)
11
NL
Basisfuncties gebruiken
2
Stilstaande beelden bekijken/wissen
Schakel de camera in.
Foto's bekijken
Druk op de knop q.
Uw meest recente foto wordt weergegeven.
• Druk op HI of draai aan de subregelaar om een beeld te selecteren.
q-knop
Pendelknop
Geeft het
vorige
beeld weer
Geeft het
volgende
beeld weer
Subregelaar
2014.09.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
Stilstaand beeld
U kunt volgende en vorige beelden bekijken op het
aanraakscherm.
Sleep het scherm naar links om één beeld vooruit te gaan
of sleep het scherm naar rechts om één beeld terug te
keren.
Indexweergave
In enkelbeeldweergave draait u de zoomknop naar W voor
de indexweergave.
• Gebruik FGHI om de cursor te verplaatsen.
Draai de zoomknop naar T voor enkelbeeldweergave.
2014.09.01 12:30 21
Tik op F om de indexweergave weer te geven.
Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te
bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
Tik op de monitor om het menu weer te geven.
Gebruik t of u om het aantal beelden te kiezen
dat wordt weergegeven.
Voor enkelbeeldweergave tikt u op u tot het huidige
beeld schermvullend wordt weergegeven.
Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te
geven.
2014.09.01 12:30 21
12
NL
Basisfuncties gebruiken
2
Gezoomd weergeven
In enkelbeeldweergave draait u de zoomhendel naar T om
tot 14× in te zoomen en naar W om terug te keren naar
enkelbeeldweergave.
U kunt ook de bedieningsring gebruiken om de vergroting te
wijzigen.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de
foto is ingezoomd.
Dubbeltik op het scherm voor weergavezoom.
Verschuif de zoombalk om de mate van vergroting te wijzigen.
Schuif de zoombalk in de laagste stand om terug te keren
naar de eerste vergroting.
2x
Stilstaande beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wenst te wissen
en druk op G (). Selecteer [Yes] en druk
op Q.
Erase
Back
Yes
No
Set
Beelden beveiligen
Bescherm afbeeldingen tegen onopzettelijke verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de knop
U; het icoon 0 (beveiligen) verschijnt op het beeld. Druk
nogmaals op de knop U om de beveiliging te verwijderen.
# Let op
Bij het formatteren van het geheugenkaartje worden alle
beelden gewist, ook de beveiligde beelden.
2014.09.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
Geselecteerde beelden wissen en beveiligen
Selecteer meerdere foto's die u wilt beveiligen of
verwijderen. Druk op de knop H om de huidige foto te
selecteren. De geselecteerde foto's zijn gemarkeerd met
v. Om v te verwijderen en de selectie van de foto op te
heffen, drukt u nogmaals op de knop H.
Druk op Q om het selectiemenu voor verwijderen of
beveiligen weer te geven.
2014.09.01 12:30 21
Een volgorde voor overdracht selecteren ([Share Order])
U kunt beelden die u wilt overbrengen naar een smartphone vooraf selecteren. Bij het
weergeven van beelden die u wilt overbrengen, drukt u op Q om het weergavemenu
op te roepen. Druk na het selecteren van [Share Order] op Q, druk op F of G om
een volgorde voor delen in te stellen voor het beeld en h te laten tonen. Druk op F of
G om de volgorde voor delen te annuleren. U kunt de over te brengen beelden vooraf
selecteren en in één keer een opdracht voor delen instellen.
# Let op
U kunt een deelvolgorde instellen voor 200 frames.
13
NL
Basisfuncties gebruiken
2
Films opnemen
Schakel de camera in.
1
Stel de functieknop in op P.
2
Druk op de knop R om de opname te
starten.
3
Druk opnieuw op de knop R om
de opname te stoppen.
00:02:18
RR
P
Weergegeven
tijdens de
opname
Opnametijd
Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een fysiek fenomeen
waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend
onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een
grote brandpuntsafstand.
Filmweergave
Schakel de camera in.
1
Druk op de knop q.
2
Druk op HI of draai de subregelaar om de
videobeelden te selecteren en druk op de knop Q.
2014.09.01 12:30 4
100-0004
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
HD
3
Selecteer [Movie Play] en druk op Q om het
afspelen te starten.
Druk op de knop Q om te pauzeren en druk op de knop
MENU om de weergave te beëindigen.
Pauzeren
• Druk op HI om het vorige of volgende beeld te bekijken.
• Druk op FG om het eerste of het laatste frame weer
te geven.
Druk op de knop Q om het afspelen te hervatten.
Movie
Share Order
L
Movie Play
Erase
Back Set
Het volume kan worden aangepast door op F of G te
drukken tijdens enkelbeeldweergave en filmweergave.
00:00:02/00:00:14
14
NL
Basisfuncties gebruiken
2
Monitorbeeld tijdens opname
125125 F5.6
ISO
400
L
N
4:3
S-AFS-AF
+
2.0
+
2.0
P
01:02:0301:02:03
10231023
j
RR
+
2.0
+
2.0
NDRC
C
AEL
IS OFFIS OFF IS OFFIS OFF
Wi-Fi
HD
+7+7-3-3
125125 F5.6
ISO
400
S-AFS-AF
P
+
2.0
+
2.0
01:02:0301:02:03
10231023
W TWT
8.0F2.8 3.2 4.0 5.6 8.0F2.8 3.2 4.0 5.6
2000
4” 8 60 250 20004” 8 60 250
20 mm20 mm
v
w
x
y
z
u
t
s
r
1
42 3 5678 a9 0cb
pqonml
g
h
i
j
k
f
e
d
A
B
D
C
1 Schrijfsignaal
2 Aansluiting met smartphone ........Blz. 62
3 #RC-modus ..........................Blz. 28, 92
4 ND-filterinstelling..........................Blz. 41
5 1 .................................................Blz. 53
Digitale tele-converter ..................Blz. 77
6 Wereldklok ...................................Blz. 60
7 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 40
8 Filmgeluid ....................................Blz. 75
9 Waarschuwing interne
temperatuur .................................Blz. 96
0 Intervalfotografie .........................Blz. 23
a Breedte-hoogteverhouding ....Blz. 36, 50
b Repeterende opnamen/
zelfontspanner .................... Blz. 30/Blz. 29
c Flitser (knippert: bezig
met opladen) ................................... Blz. 28
d Beeldstabilisator ..........................Blz. 33
e Creatieve filter..............................Blz. 21
Scèneprogramma ........................Blz. 21
Fotomodus .............................Blz. 33, 48
f Witbalans .....................................Blz. 34
g Live uitleg intrekken .....................Blz. 26
h Opnamemodus
(stilstaande beelden) ...........Blz. 37, 103
i Opnamemodus (films) .................Blz. 37
j Beschikbare opnametijd ............Blz. 103
k Aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen .............Blz. 103
l Licht&donker ................................Blz. 44
m Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 38
Onder: belichtingscorrectie-
aanduiding.....................Blz. 29
n Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 29
o Diafragmawaarde ............Blz. 10, 17, 20
p Sluitertijd .......................... Blz. 10, 17-20
q AEL ..............................................Blz. 77
r Opnamemodus ..................... Blz. 16– 27
s C Mode Setup ..............................Blz. 47
t Touchscreenmodus......................Blz. 43
u Flitssterkteregelaar ......................Blz. 38
v ISO-gevoeligheid .........................Blz. 40
w Autofocusmodus ..........................Blz. 39
x Metingmodus ...............................Blz. 38
y Flitsmodus ...................................Blz. 28
z Batterijcontrole
7 Aan (groen): Klaar voor gebruik
(wordt weergegeven gedurende
ongeveer tien seconden nadat
de camera werd ingeschakeld)
8
Aan (groen): Batterij bijna leeg
9 Knippert (rood): Opladen nodig
A Zoombalk .....................................Blz. 10
B Vergroting/Brandp.afst./
35 mm equiv. ...............................Blz. 73
C Bedieningsringfunctie ................Blz. 106
D Histogram ....................................Blz. 15
Druk op de knop INFO om de informatie te kiezen die tijdens het fotograferen wordt
weergegeven.
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
HistogramweergaveInformatiedisplay aan
L
N
01:02:0301:02:03
3838
F5.6
P
0.00.0
ISO
200
125125
HD
L
N
01:02:0301:02:03
3838
F5.6
P
0.00.0
ISO
200
125125
HD
Alleen beeld
Door de instellingen van [G/Info Settings] (Blz. 68) in het aangepaste menu te wijzingen, kunt
u [Highlight&Shadow], [Level Gauge 1] en [Level Gauge 2] weergeven.
15
NL
Basisfuncties gebruiken
2
1 Batterijcontrole
2 Eye-Fi-upload klaar......................Blz. 76
3 Printreservering
Aantal prints .................................Blz. 84
4 Deel order ....................................Blz. 12
5 Geluidsopname......................Blz. 55, 59
6 Beveiligen ....................................Blz. 12
7 Beeld geselecteerd ......................Blz. 12
8 Bestandsnummer
9 Beeldnummer
0 Opnamemodus ..............Blz. 36, 50, 103
a Breedte-
hoogteverhouding ............Blz. 36, 50, 58
b Datum en tijd............................Blz. 8, 61
c Beeldrand ........................Blz. 36, 50, 58
d AF-doel ........................................Blz. 30
e Fotomodus ........................... Blz. 16 - 27
f Belichtingscorrectie......................Blz. 29
g Sluitertijd ..........................Blz. 10, 17–20
h Diafragmawaarde ............Blz. 10, 17–20
i Brandpuntsafstand.................Blz. 10, 92
j Regelen van de flitssterkte ..........Blz. 38
k Witbalanscorrectie .......................Blz. 74
l Kleurruimte ..................................Blz. 74
m Fotomodus .............................Blz. 33, 48
n Compressiefactor...........Blz. 37, 74, 103
o Pixel Aantal ....................Blz. 37, 74, 103
p ISO-gevoeligheid .........................Blz. 40
q Witbalans .....................................Blz. 34
r Metingmodus ...............................Blz. 38
s Histogram ....................................Blz. 15
Vereenvoudigde weergave
2014.09.01 12:30 15
100-0015
×10×10
4
:
3
L
N
b
8
9
2
1354 67
Volledige weergave
F5.6F5.6
+1.0+1.0
G+4G+4A+4A+4
iNaturaliNatural
sRGBsRGBISO 400ISO 400
125125
+2.0+2.0 20mm20mm
1/83968×2976
×10×10
4
:
3
L
N
2014.09.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
k
h
i
j
n
m
l
g
f
opqrs
dc e
Monitorbeeld tijdens weergave
De knop INFO kan worden gebruikt om de informatie te kiezen die tijdens het afspelen
wordt weergegeven.
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
Vereenvoudigde weergave
Alleen beeld
2014.09.01 12:30 15
100-0015
4
:
3
L
N
×10×10
Volledige weergave
F5.6F5.6
±0.0±0.0
G±10G±10A±10A±10
AdobeAdobe
i
Natural
i
Natural
ISO 400ISO 400
125125
+2.0+2.0 20mm20mm
1/83968×2976
4
:
3
L
N
2014.09.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
×10×10
Door de instellingen van [G/Info Settings] (Blz. 68) in het aangepaste menu te wijzigen,
kunnen [&] en [Highlight&Shadow] worden weergegeven.
Histogramweergave
Geeft een histogram weer waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt
getoond. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke
helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen
onder de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd
gemeten, wordt groen weergegeven.
16
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
3
Fotograferen met basisfuncties
De fotografeerstanden gebruiken
Lijst van fotografeerstanden
Stand Fotograferen Submodus
A (stand iAUTO)
P (stand Programma)
A (diafragmavoorkeurstand)
S (sluitertijdvoorkeuzestand)
M (stand Handmatig)
C1 (Aangepaste modus 1)
C2 (Aangepaste modus 2)
P (PHOTO STORY)
Standaard/Leuke frames
SCN (Sceneprogr.)
O Portret/P e-Portret/L Landschap/a Interval Shooting/
J Sport/G Avondscene/U Avond+Portret/
R Zonsondergang/T Documenten/s Panorama/
( Vuurwerk/0 Multi Exposure/g Strand & Sneeuw
ART (Kunstfilter)
Pop-art/Soft-focus/Bleke/lichte kleur/Lichte tonen/
Korrelige film/Pinhole/Diorama/Cross-process/Zacht sepia/
Dramatische toon/Key Line
De fotografeerstand selecteren
1
Draai aan de functieknop om de fotografeerstand
in te stellen op de indicator.
• Nadat u SCN of ART hebt geselecteerd, selecteert u de
substand. Nadat u PHOTO STORY hebt geselecteerd,
selecteert u het thema.
Verder kunt u filters bewerken en effecten toevoegen in ART.
17
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
P Programmeermodus
In de stand P past de camera automatisch
de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp.
De aanduidingen voor de sluitertijd en het
diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen.
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
0.00.0
ISO
400
HD
Stand
Fotograferen
Sluitertijd Diafragmawaarde
Waarschuwingsindi-
catie (knippert)
Status Remedie
2”
2”
F2.8
F2.8
Het onderwerp is te
donker.
Gebruik de flitser.
2000
2000
F8
F8
Het onderwerp is te
helder.
Gebruik [ND Filter Setting].
g
“Opnameopties gebruiken
(ingesteld met Live controle)“ (Blz. 32)
Programma-aanpassing (%)
U kunt verschillende combinaties kiezen van diafragma en
sluitertijd zonder de belichting te wijzigen.
Nadat u de hendel als afgebeeld hebt ingesteld, draait u aan
de bedieningsring voor de programma-aanpassing.
• Zolang % wordt weergegeven, is de camera bezig met de
programma-aanpassing.
Om de programma-aanpassing te annuleren, draait u de
bedieningsring achteruit tot P wordt weergegeven.
Bij gebruik van een flitser is er geen programma-
aanpassing mogelijk.
250125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
s
0.00.0
ISO
400
HD
Programma-aanpassing
18
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
A Diafragma-prioriteitsstand
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera
automatisch de sluitertijd aan voor een optimale belichting. Het
is mogelijk de scherptediepte uit te drukken en de achtergrond
opzettelijk te laten vervagen.
Een groter diafragma (lager F-nummer) vermindert de
scherptediepte (het gebied voor of achter het scherpstelpunt
waarop is scherpgesteld), waardoor de achtergrond
waziger wordt weergegeven. Een kleiner diafragma (hoger
F-nummer) verhoogt de scherptediepte.
Diafragmawaarde
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
A
+0.0+0.0
ISO
400
HD
Nadat de hendel is ingesteld zoals hierboven is afgebeeld,
draait u de bedieningsring terug om de diafragmawaarde in te
stellen.
De aanduiding voor de sluitertijd knippert als de camera
geen optimale belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindi-
catie (knippert)
Status Remedie
2”
2”
F5.6
F5.6
Het onderwerp is
onderbelicht.
Verlaag de diafragmawaarde.
2000
2000
F5.6
F5.6
Het onderwerp is overbelicht.
Gebruik [ND Filter Setting].
g
“Opnameopties
gebruiken (ingesteld met Live
controle)“ (Blz. 32)
Of vergroot de diafragmawaarde.
Lagere
diafragmawaarde
F2,8 F5,6 F8,0
Hogere
diafragmawaarde
19
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
S Sluitertijdvoork.-modus
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera
automatisch het diafragma aan voor een optimale
belichting.
Het is mogelijk een snelle actiescène zonder wazig beeld
te fotograferen, evenals een impressie van dynamische
beweging.
Sluitertijd
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
S
+0.0+0.0
ISO
400
HD
Nadat de hendel is ingesteld zoals hierboven is afgebeeld,
draait u de bedieningsring terug om de
sluitertijd in te stellen.
De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de
camera geen optimale belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindi-
catie (knippert)
Status Remedie
2000
2000
F2.8
F2.8
Het onderwerp is
onderbelicht.
Kies in dit geval een langere
sluitertijd.
125
125
F8
F8
Het onderwerp is overbelicht.
Gebruik [ND Filter Setting].
g “Opnameopties
gebruiken (ingesteld met Live
controle)“ (Blz. 32)
Of kies een snellere sluitertijd.
20
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
M Handmatige modus
In stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij
sluitertijd BULB blijft de sluiter open zolang de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Nadat de hendel is ingesteld zoals hierboven is afgebeeld,
draait u de bedieningsring terug om de sluitertijd in te stellen,
en draait u aan de subdraairing om de diafragmawaarde in te
stellen.
Gebruik de indicator voor de belichtingscompensatie om
het verschil in belichting weer te geven tussen geschikte
belichting en de belichting die is afgeleid uit de ingestelde
diafragmawaarde en sluitersnelheid.
De sluitertijd kan worden ingesteld tussen 1/2000–60 sec.
of [BULB].
U kunt de functies toegewezen aan de bedieningsring en de
subregelaar veranderen. gc Aangepast menu“ (Blz. 68)
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
Sluitertijd
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
M
+0.0+0.0
ISO
400
HD
Belichtings-
correctie-
indicatie
Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (tijdopname)
Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de
ontspanknop ingedrukt houdt. Bepaal het einde van de belichting passend bij het
onderwerp. Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. Stel in de
stand M de sluitertijd in op [BULB].
# Let op
Max. 15 minuten (standaard)
De maximale belichtingstijd bij een tijdopname is afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Om camerabewegingen bij een tijdopname te beperken, raden we aan de camera op een
statief te plaatsen of een afstandsbedieningskabel (afzonderlijk verkocht) te gebruiken.
De volgende functies zijn niet beschikbaar bij erg lange sluitertijden:
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/
beeldstabilisator/flitser-bracketing.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen.
Deze verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement
die normaliter niet aan licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden
opgewekt die de temperatuur in het beeldopneemelement of in de elektronica van het
beeldopneemelement doen stijgen. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde
fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren,
activeert de camera de ruisonderdrukking. gc Aangepast menu“ (Blz. 68)
21
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
ART kunstfilters
U kunt fotograferen met kleuren en effecten zoals affiches en schilderijen.
1
Draai de functieknop naar ART.
2
Gebruik FG om de substand a te selecteren,
en druk als laatste op de knop A.
Druk nogmaals op de knop A om het selectiescherm
voor de submodus weer te geven.
Pop Art
Set
ART 1
1
Pop Art
Exit
Set
Aanpassingsfilters selecteren, effecten toevoegen
Druk op I voordat u een submodus selecteert en druk
op de knop A voor het scherm voor het selecteren van
aanpassingsfilters en het scherm voor het toevoegen van
effecten.
Aanpassingsfilters selecteren
Nadat u nogmaals op I hebt gedrukt, gebruikt u FG om
aanpassingsfilters te selecteren en drukt u aan het eind op
de knop A.
Effecten toevoegen
Gebruik na het indrukken van G en I FG om het
toevoegen van effecten te selecteren en druk aan het eind
op de knop A.
1
OFF
ART 1
Filter Type
Exit
Set
SCN Sceneprogr.
Fotograferen met een correcte instelling is alleen mogelijk wanneer u een submodus
selecteert afhankelijk van het onderwerp of het motief.
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Gebruik FG om de substand a te
selecteren, en druk als laatste op de knop A.
Druk nogmaals op de knop A om het
selectiescherm voor de submodus weer te geven.
Portrait1
# Let op
In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en
een tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast. Het ongewijzigde
beeld wordt opgenomen met de momenteel voor de beeldkwaliteit geselecteerde
optie, de gewijzigde kopie wordt opgenomen met een beeldkwaliteit JPEG (X-kwaliteit
(2560 × 1920)).
De effecten van sommige motiefprogramma's worden niet toegepast bij het opnemen van
videobeelden.
22
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
Foto's maken voor een panorama
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software
gebruiken om beelden samen te voegen tot een panorama. g “Software installeren“
(Blz. 88)
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Selecteer [Panorama] en druk op Q.
3
Kies een panrichting met FGHI.
4
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen
om de foto te kadreren.
De scherpstelling, belichting en andere instellingen
worden vergrendeld op de waardes van de eerste
opname.
3838
125125 F5.6
M
ISO
200
5
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
overlappen met de voorgaande foto.
[
2
]
125125 F5.6
M
ISO
200
[
3
]
3838
Exit Exit
Een panorama kan tot tien beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
6
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
# Let op
Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd
gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar
binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in
de beelden als leidraad.
$ Opmerkingen
• Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het scèneprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
23
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
Automatisch opnamen maken met vaste intervallen (time lapse-
fotograferen)
U kunt instellen dat de camera automatisch opnamen maken met vaste intervallen.
De vastgelegde beelden kunnen ook worden opgenomen en een individuele film
vormen. Voordat u de intervaltimer gebruikt, moet u de optie [Interval Shooting]
in het Fotografeermenu 2 (Blz. 53) om de interval en het aantal foto's in te stellen.
Zie “Opnamefuncties instellen“ (Blz. 46) voor informatie over het gebruik van het
Fotografeermenu.
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Gebruik FG om [Interval Shooting] te selecteren en druk op Q.
3
Neem een foto.
Er worden beelden vastgelegd zelfs als het beeld niet is scherpgesteld na AF.
[Rec View] (Blz. 61) blijft 0,5 seconden actief.
Als een waarde van 1 minuut 31 seconden of hoger is geselecteerd voor [Start
Waiting Time] of [Interval Time], schakelt de monitor na 1 minuut uit en gaat de
camera naar de slaapstand. De camera wordt automatisch weer actief 10 seconden
voordat een foto wordt gemaakt. U kunt de camera ook heractiveren door op de knop
ON/OFF te drukken terwijl de monitor uit is.
# Let op
Tijdens fotograferen met de intervaltimer:
- De camera stelt scherp met [S-AF] autofocus.
- Repeterende opnamen kunnen niet worden gemaakt.
- Touchscreen bediening is niet beschikbaar.
- Bulb-fotografie en Bracketing zijn niet beschikbaar.
Afhankelijk van de tijd die nodig is om de flitser te laden of foto's te verwerken na het
fotograferen, kunnen foto's gemaakt worden met langere intervallen dan geselecteerd is.
Als de camera automatisch uitschakelt tijdens de intervallen tussen opnamen, schakelt
deze weer tijdig in voor de volgende opname.
Als een of meer van de stilstaande beelden niet correct worden opgenomen, wordt de
time lapse-film niet gegenereerd.
Wanneer er onvoldoende ruimte is op de kaart, wordt de film niet opgenomen.
Op de volgende wijzen stopt fotograferen met de intervaltimer:
Draaien van de functieknop/op de knop MENU of q drukken/een USB-kabel
aansluiten
Als u de camera uitschakelt, wordt de opname binnen bepaald tijdsbestek geannuleerd.
Het fotograferen kan gedurende de opnamereeks worden gestopt als er niet genoeg
voeding over is. Zorg er daarom voor dat de batterij voldoende vermogen heeft voordat
u begint met fotograferen.
24
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
P PHOTO STORY
Tijdens de opname wordt een beeld in een layout-kader geplaatst om een collage te
maken. Dit laat een ruime waaier aan foto-expressies toe met thema's of verhalen.
1
Draai de functieknop naar P.
2
Selecteer een thema met FG en druk op I.
Soorten thema's
P
1
Standaard
P
2
Leuke kaders
1
1
2
Standard
Exit
Set
Thema
3
Selecteer gewenste items in het thema met
FGHI en druk op A.
Druk de ontspanknop half in om naar het
opnamescherm terug te keren.
1 Standard
Exit
Set
P
1
Standaard
P
2
Fun Frame
1
[Type]
[Pics/Sheet]
Huidig item
Submenu's van [Type] [Effect]
4
[Effect]
25
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
4
Tik op een beeld in stand-bystand om te fotograferen.
125125 F5.6
3838
0.00.0
ISO
400
125125 F5.6
3838
0.00.0
ISO
400
125125 F5.6
3838
0.00.0
ISO
400
Tik op het beeld wanneer het onderwerp niet in een kader wordt weergegeven.
5
Fotografeer elk beeld op dezelfde manier.
De gemaakte beelden worden in de kaders weergegeven.
Raak eender welk ingekaderd beeld aan, en vervolgens U terwijl U wordt
weergegeven, zodat het beeld wordt geannuleerd en u de opname kunt herdoen.
Druk op de knop MENU en selecteer [Exit] om de foto niet op te slaan en opnieuw te
starten met fotograferen.
6
Druk, nadat alle foto's genomen zijn, op a en sla het beeld op.
# Let op
Wanneer u tijdens de opname verandert van fotografeerstand, wordt de foto niet
opgeslagen.
Een foto wordt opgeslagen als één fotocollage. Indien ingesteld op RAW+JPEG worden
RAW-beelden opgeslagen per frame.
26
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
C1, C2 Aangepaste modus
U kunt fotograferen met de voorgeselecteerde instellingen die u geregistreerd hebt.
U kunt afwijkende instellingen registreren in C1 en C2. Zie voor de registratie (Blz. 47).
Zet de functieknop op C1 of C2 om te gebruiken.
A iAUTO-modus
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen optimaliseert voor
de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners.
Stel de functieknop in op A.
• In A kunt u fotograferen met [Live Guide] waarin het ingestelde effect zichtbaar is op
het scherm zoals “Kleurverzadiging“, “Kleurenbeeld“, “Helderheid“, “Vervaag achtergrond“
en “Laat beweging zien“. U kunt gemakkelijk fotograferen zonder enige hiervan te
gebruiken.
* U kunt [Live Guide] alleen in A gebruiken.
Livegidsen gebruiken
Als de fotostand is ingesteld op
A
1
Raak de tab aan en beweeg uw vinger naar
links om de live uitleg weer te geven.
Tabblad
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
HD
2
Selecteer en raak het gidsitem aan.
De gidsitems geven [Saturation], [Color],
[Brightness], [Blurring background], [Motion] en
[Shooting Tips] van bovenaf aan.
In [Shooting Tips] is het toevoegen van effecten
niet beschikbaar.
Change Color Saturation
3
Gebruik uw vinger om de schuiven in
te stellen en druk op de knop A om de
instelling te bevestigen.
0
Flat & Muted
Clear & Vivid
4
Neem een foto.
Om de livegids te annuleren drukt u op de knop MENU.
Veranderen van fotostand of afspelen annuleert de instellingen eveneens.
27
NL
Fotograferen met basisfuncties
3
# Let op
Als [RAW] momenteel is geselecteerd voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
Andere livegidsinstellingen dan [Blur Background] en [Express Motions] worden niet
toegepast op de RAW-kopie.
De instellingen [Blur Background] en [Express Motions] worden niet toegepast op
filmopnamen.
Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de
monitor.
De flitser kan niet worden gebruikt met de livegids.
Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen
geannuleerd.
Wanneer instellingen voor de livegids worden gekozen die de limieten van de
belichtingsmeters van de camera overschrijden, kunnen de foto's over- of onderbelicht
zijn.
28
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
4
Druk op de rechtstreekse knop, de knop A of de knop MENU om verschillende
functies te gebruiken.
# Let op
Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeermodi.
g “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 110)
Opname-opties gebruiken (ingesteld via sneltoets)
Flits
U kunt een flitser gebruiken bij het fotograferen.
1
Druk op de flitserschakelaar om de
flitser open te klappen.
2
Druk op de knop # (I) om opties
weer te geven.
3
Gebruik HI om een flitsmodus te
kiezen en druk op Q.
Flitserschakelaar
#AUTO
Autoflitsen
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de
flitser automatisch.
!
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
Deze functie maakt het u mogelijk het rode
ogen fenomeen te reduceren.
#
Invulflitsen
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden.
$
Flitser uit De flitser ontsteekt niet.
!*
1
SLOW
Flitsen met trage
synchronisatie/
onderdrukken van rode
ogen
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
#SLOW*
1
Trage synchronisatie
Trage sluitertijden worden gebruikt om een
slecht verlichte achtergrond op te lichten.
#FULL,
#1/4, enz.
Handmatig
Voor gebruikers die de voorkeur geven
aan handmatige bediening.
*1 Alleen modus P en A.
Fotograferen met verschillende
functies
29
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
• Bij [!] (flitsen met rode ogen reductie) duurt het na de inleidende flitsen ongeveer
1 seconde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname
niet is voltooid.
• [!] (flitsen met onderdrukken van rode ogen) werkt mogelijk niet goed onder
bepaalde opnameomstandigheden.
#
AUTO $ kan worden ingesteld in modus A.
De lens kan schaduwen werpen over onderwerpen die zich dicht bij de camera
bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de onderwerpen kunnen te helder zijn,
zelfs bij minimale flitssterkte.
Om overbelichte foto's te voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een
hoge f-waarde, of u vermindert de ISO-gevoeligheid.
Belichtingscorrectie
Compenseert de helderheid (juiste belichting) aangepast door de camera.
1
Draai de draaiknop om de belichtingscorrectie te kiezen.
Door op de knop HI te drukken na het indrukken van de knop +/- (F) kan de
aanpassing eveneens worden uitgevoerd.
Kies positieve (“+“) waarden om beelden helderder te maken en negatieve (“–“)
waarden om beelden donkerder te maken.
Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+)
2
Maak een opname.
Zelfontspanner
Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de ontspanknop tot de foto is
genomen.
1
Druk op de knop jY (G) om het snelmenu weer te geven.
2
Selecteer met HI [Y12s], [Y2s] of [YC] en druk op knop Q.
Y12s
Zelfont-
spanner
12 SEC.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. Eerst brandt de zelfontspanner lamp
ongeveer 10 seconden, dan knippert deze circa 2 seconden en
de foto wordt gemaakt.
Y2s
Zelfont-
spanner
2 SEC.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner lamp knippert circa
2 seconden en de foto wordt gemaakt.
YC
Zelfont-
spanner
Aangepast
De foto's worden genomen met “het aantal frames, de tijd die
verloopt tussen het indrukken van de ontspanknop tot de foto
is genomen en het opname-interval“ zoals ingesteld in het
fotografeermenu.
Om de ingeschakelde zelfontspanner te annuleren, druk op de jY-knop.
Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
30
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
De zelfontspanner wordt niet automatisch na elke opname uitgeschakeld.
Enkel/Repeterend
1
Druk op de knop jY (G) om het snelmenu weer te geven.
2
Selecteer met HI [o] of [j] en druk op knop Q.
o
Enkelbeeldopnamen
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de
camera één foto (in de stand Fotograferen).
j
Repeterende opnamen
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt,
worden foto's genomen met een snelheid van
7 frames per seconde (fps).
Tijdens repeterende opnamen worden de scherpstelling, belichting en witbalans van de
eerste opname vergrendeld.
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen,
stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het
geheugenkaartje. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's
opslaan.
Bracketing (BKT)
Terwijl de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's gemaakt met automatisch
veranderende instellingen voor ieder frame (bracketing).
1
Druk op de knop jY (G) om het snelmenu weer te geven.
2
Selecteer [Bracketing] met HI en druk op de knop Q.
Bracketing is enkel mogelijk wanneer [Bracketing] (Blz. 51) is geselecteerd.
Autofocusveld
U kunt het doel voor scherpstellen handmatig selecteren. De camera kiest normaal
automatisch uit de 35 doelen voor scherpstellen.
1
Druk op de knop P (H) om het AF-doel weer te geven.
2
Gebruik FGHI om het groene kader naar het scherpstelpunt te
brengen.
Alle doelen
Enkel doel
De camera kiest
automatisch uit de
volledige set doelen voor
scherpstellen.
Het doel voor
scherpstellen handmatig
selecteren.
De stand “Alle doelen“ wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg
verplaatst en de camera kiest automatisch uit de 35 scherpsteldoelen.
Bij het gebruik van de digitale tele-converter is het aantal AF-doelen beperkt tot
9 doelen.
31
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Kleine en groepsdoelen
Druk op de knop INFO om het doeltype te kiezen terwijl de AF-doelen worden weergegeven.
Groepsdoel
Selecteer 9 van de 35 doelen en laat de camera automatisch een doel kiezen in het
geselecteerde gebied. (Selecteer afhankelijk van het gebied 6 of 4 doelen.)
1
Druk op de knop P (H) om het AF-doel weer
te geven.
2
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de
weergave van het groepsdoel te selecteren.
3
Druk op de knop A om de modus groepdoel te
selecteren.
4
Gebruik FGHI om een doelgroep te
selecteren.
De camera kiest automatisch uit de doelen in de
geselecteerde groep.
Klein doel
Selecteer het scherpstelpunt met doelen kleiner dan het enkele doel (Blz. 30).
1
Druk op de knop P (H) om het AF-doel weer
te geven.
2
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de
weergave klein doel te selecteren.
3
Druk op de kop A om de modus klein doel te
selecteren.
4
Gebruik FGHI om het groene kader naar
het scherpstelpunt te verplaatsen.
Handmatig scherpstellen (MF)
Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk onderwerp.
1
Nadat u de hendel als afgebeeld hebt ingesteld,
draait u aan de bedieningsring.
32
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Opnameopties gebruiken (ingesteld met Live
controle)
Live control kan worden gebruikt om na het indrukken van de knop A instellingen aan
te passen in de modi P, A, S en M. Door live controle te gebruiken kunt u de effecten
van de verschillende instellingen op de monitor vooraf bekijken.
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 33
Fotomodus.........................................Blz. 33
Witbalans ...........................................Blz. 34
Repeterende opnames/
zelfontspanner .......................Blz. 30/Blz. 29
Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 36
Opnamemodus ..................................Blz. 36
Flitsmodus .........................................Blz. 28
Flitssterkteregelaar ............................Blz. 38
Lichtmeetstand ..................................Blz. 38
Autofocusstand (AF) ..........................Blz. 39
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 40
Gezichtsprioriteit ................................Blz. 40
ND-filterinstelling ...............................Blz. 41
1
Druk op Q om live control weer te geven.
Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
2
Gebruik FG op de
pijltoetsen om instellingen te
selecteren, gebruik HI om
de geselecteerde instelling te
wijzigen en druk op Q.
De geselecteerde instellingen
worden automatisch van kracht
als er gedurende ongeveer
8 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
AUTOAUTO
i
HD
WB Auto
nn
Functie
Toont de geselecteerde
functienaam
Selectie
Pendelknop (HI)
Pen-
delknop
(FG)
# Let op
Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotomodi.
g “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 110)
33
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Beeldstab.
Selecteer [ON] om camerabewegingen te beperken die zich kunnen voordoen als u
foto's maakt wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting.
1
Druk op de knop Q om de Live controle weer
te geven en selecteer de beeldstabilisator (IS)
met FG.
L
F
4:3
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
HD
Auto
i
IS ONIS ON
IS ONIS ON
2
Selecteer [ON] met HI en druk op Q.
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [Off].
Beeldeffect
Een fotomodus wijzigen. Als de functieknop is ingesteld op SCN, ART, A en P,
kan de modus niet worden ingesteld.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer het fotomodus-item (j) met
FG.
L
F
4:3
jj
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
IS OFFIS OFF
h i
jj
Z a
J
j
HD
Muted
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met
de scène.
i
Vivid Voor levendige kleuren.
j
Natural Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted Voor afgevlakte tinten.
a
Portret Voor mooie huidtinten.
J
Monotoon Voor zwart/wit-tinten.
j
Pop-art
Kies een creatief filter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft-focus
l
Bleke/lichte kleur
m
Lichte tonen
n
Korrelige film
o
Pinhole
s
Diorama
t
Cross-process
u
Zacht sepia
v
Dramatische toon
Y
Key Line
34
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Witbalans
De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door de
camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt, maar u
kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer u met [AUTO]
niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt oproepen in uw
beelden.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer de witbalansoptie met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
AUTOAUTO
i
HD
WB Auto
nn
WB-modus
Kleurtempe-
ratuur
Lichtomstandigheden
Automa-
tische
witbalans
AUTO
k
Gebruikt voor de meeste lichtomstandigheden
(als op de monitor een witte beeldpartij
zichtbaar is). Gebruik deze modus voor
algemeen gebruik.
Vooraf
ingestelde
witbalans
5
5300 K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of
om de rode tinten bij een zonsondergang, of de
kleuren van een vuurwerk vast te leggen.
N
7500 K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een
heldere dag.
O
6000 K
Voor het fotograferen buiten op een bewolkte
dag.
1
3000 K Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
>
4000 K
Voor onderwerpen die door TL-licht worden
verlicht.
n
5500 K Voor flitsopnamen.
Witbalans
met één
knop
P
Kleurtem-
peratuur
ingesteld
door één-
toets WB.
Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan
worden gebruikt om de witbalans te meten
en het onderwerp zich onder een gemengde
verlichting bevindt of wordt belicht door een
onbekend type flitser of andere lichtbron.
Q
Aange-
paste
witbalans
CWB
2000 K –
14000 K
Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt,
gebruikt u de knoppen HI om een
kleurtemperatuur te selecteren en drukt
u vervolgens op Q.
35
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Witbalans met één knop
Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te framen bij de belichting die
u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een onderwerp bij natuurlijk licht
fotografeert, alsook onder andere lichtbronnen met verschillende kleurtemperaturen.
1
Selecteer [P] of [Q] (witbalans met één knop 1 of 2) en druk op de knop
INFO.
2
Maak een foto van een stuk kleurloos papier (wit of grijs).
Frame het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn.
Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie.
De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt
opgenomen. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
% Tips
Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding
[WB NG Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgenomen. Corrigeer het
probleem en herhaal de procedure vanaf stap 1.
36
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Beeldratio
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2] of [1:1].
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te geven en selecteer de
breedte-hoogteverhouding met FG.
2
Selecteer met HI een breedte-hoogteverhouding en druk daarna op
Q.
# Let op
JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
Opnamemodus
Selecteer een resolutie voor foto's en films overeenkomstig hun beoogde gebruik,
bijvoorbeeld retoucheren op een computer of weergeven op het web.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en gebruik FG om een opnamemodus
te kiezen voor foto's of films.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
L
F
4:3
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
IS OFFIS OFF
i
HD
RAWRAW
L
N
M
N
S
N
L
F
+RAW+RAW
L
N
+RAW+RAW
3968x2976
Opnamemodus
37
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Opnamemodi (stilstaande beelden)
Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-
optie om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. JPEG-modi
zijn een combinatie van beeldgrootte (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B). De
beschikbare opties kunnen worden geselecteerd via de optie [K Set] in de “c Aangepast
menu“ (Blz. 68).
Resolutie Compressiefactor
Toepassing
Naam Aantal pixels
SF
(Superfijn)
F
(Fijn)
N
(Normaal)
B
(Basis)
Y (groot)
3968×2976*
YSF YF* YN* YB
Afhankelijk
van het
gewenste
printformaat
X (middel)
3200×2400
XSF XF XN* XB
2560×1920*
1920×1440
1600×1200
W (klein)
1280×960*
WSF WF WN* WB
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op
websites
1024×768
640×480
* Standaard
RAW-beeldgegevens
Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software,
en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. Met deze camera
kunnen JPEG-kopieën worden gemaakt van RAW-beelden met [Edit] in de “Functies van
het weergavemenu gebruiken“ (Blz. 57).
Opnamemodi (films)
Beeldkwaliteit Aantal pixels Framesnelheid Opnamelengte
Full HD 1920×1080 30 fps
29 min
HD 1280×720 30 fps
HS120* 640×480 120 fps
20 sec.
HS240* 320×240 240 fps
* HS: Snel bewegende objecten opnemen voor weergave in slow motion. Beschikbaar in de
modus P/A/S/M.
# Let op
Individuele bestanden kunnen tot 4 GB groot zijn.
Afhankelijk van het type van het gebruikte kaartje kan de opname eindigen voor de
maximale lengte is bereikt.
38
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Flitssterkteregelaar
Het uitgangsvermogen van de flitser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp
overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer het item regelen van de
flitssterkte met FG.
2
Selecteer de correctiewaarde met HI en druk
op Q.
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
P
RR
S-AFS-AF
00
OFFOFF
0.0
0.0
0.0
Metering
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer het metingitem met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
S-AFS-AF
P
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
ESP
OFFOFF
HIHI SHSH
p
ESP-meting
De camera optimaliseert de belichting voor de huidige
scène of (als een andere optie dan [Off] is geselecteerd
voor [I Face Priority]) voor het onderwerp van het
portret. Deze methode wordt aanbevolen voor normaal
fotograferen.
H
Lichtmeting met
nadruk op het
centrum
Deze meetmethode berekent het
gemiddelde van de lichtniveaus van het
onderwerp en de achtergrond, maar het
centrum van het beeld telt hier zwaarder
mee.
I
Spotmeting
Kies deze optie om een klein gebied te
meten en richt hierbij de camera op het
object dat u wilt meten. De belichting
wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
IHI
Spotmeting - bij
veel lichte partijen
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor
dat lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
ISH
Puntmeting -
onderbelichting
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt
ervoor dat donkere onderwerpen donker worden
weergegeven.
39
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
AF-modus
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer de AF-modus met FG.
S-AFS-AF
P
S-AFS-AF
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
Single AF
S-AFS-AF
C-AFC-AF
MFMF
C-AFC-AF
TR
S-AFS-AF
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de
monitor.
S-AF (één keer
scherpstellen)
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherp gesteld, klinkt een
pieptoon en het AF-kader licht op. Deze methode is geschikt voor
het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen.
Super macro
U kunt scherpstellen op een afstand van 5 cm van de te
fotograferen persoon.
C-AF (continu
scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half
ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld,
licht het AF-bevestigingsteken op de monitor op en weerklinkt
de pieptoon zodra de scherpstelling de eerste keer wordt
vergrendeld. Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de
compositie van de foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.
C-AF+TR
(AF tracking)
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera
volgt het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de
ontspanknop in deze positie wordt gehouden.
Het AF-kader wordt wit weergegeven als de camera het
onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in.
MF (handmatig
scherpstellen)
Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk
onderwerp.
Druk lang op de knop Q en stel vervolgens scherp op het
onderwerp met
FG
.
# Let op
De flitser en de zoom zijn niet beschikbaar bij super macro fotografie. De zoom wordt
automatisch aangepast.
De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
Scherpstelvergrendeling
Wanneer de camera niet kan scherpstellen op het gekozen onderwerp, selecteert u de stand
single target en gebruikt u de scherpstelvergrendeling om scherp te stellen op een ander
onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt.
1
In de modus [S-AF] plaatst u het AF-kader over het onderwerp en drukt u
de ontspanknop half in.
Controleer of het AF-kader groen is geworden.
De scherpstelling vergrendelt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
2
Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, past u de compositie van
de foto aan, waarna u de ontspanknop helemaal indrukt.
Wijzig de afstand tussen de camera en het onderwerp niet terwijl u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
40
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
ISO
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De instelling die in de meeste situaties wordt
aanbevolen, is [AUTO]. Bij deze instelling wordt de ISO-gevoeligheid aangepast
volgens de opnameomstandigheden.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te geven en selecteer de
ISO-gevoeligheid met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
100 – 12800 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
I Face Priority
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en ESP-meting aan.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te
geven en selecteer de gezichtsprioriteit met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
S-AFS-AF
P
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
Face Priority On
iiiRiR iLiL
J
Gezichtsprio. Uit Gezichtsprioriteit uit.
I
Gezichtsprio. Aan Gezichtsprioriteit aan.
K
Gezicht en oog prio. Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert
de pupil van het oog dat zich het dichtst bij de
camera bevindt voor gezichtsprioriteit-AF.
L
Gezicht en r. oog prio.
Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-
AF.
M
Gezicht en l. oog prio.
Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF.
3
Richt de camera op het onderwerp.
Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
125125 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
5
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
# Let op
Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
41
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat de camera het gezicht niet correct
detecteert.
Bij andere lichtmeetmethodes dan [p] (ESP-meting) meet de camera de belichting voor
de geselecteerde positie.
ND-filterinstelling
Selecteer [On] om minder licht door de lens te laten. Fotografeer stromend water bij
een lagere sluitersnelheid of gebruik grote diafragma's bij veel licht.
1
Druk op de knop Q om Live controle weer te geven en selecteer het
item ND-filter met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
Uit Het ND-filter wordt niet gebruikt.
On Het ND-filter wordt gebruikt.
42
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Door de monitor fotograferen
1
Gebruik de n-knop om de camera in te schakelen.
De monitor achterop schakelt in.
2
Verdraai de functieknop
om de opnamestand in te
stellen.
3
Kadreer de opname.
Als u door de zoeker
kijkt schakelt de monitor
automatisch uit en schakelt
de zoeker in.
U kunt het display ook
handmatig schakelen.
[EVF Auto Switch]
gc Aangepast
menu“ (Blz. 68)
Verticale stand
Horizontale stand
Als u het display handmatig schakelt, schakelen de zoeker en de monitor achterop
automatisch als op de monitorknop wordt gedrukt.
4
Druk de ontspanknop half
in om scherp te stellen.
• Als het AF-bevestigingsteken
rood knippert, is het
onderwerp niet in focus.
Stel nogmaals scherp.
125125 F5.6
ISO-A
160
01:02:0301:02:03
10231023
P
Sluitertijd Diafragmawaarde
Autofocusveld
Half indrukken
5
Houd de camera in positie en druk
de ontspanknop rustig helemaal in
om een opname te maken.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
43
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Fotograferen met het touchscreen
Als u via de monitor fotografeert, kunt u het aanraken om een foto te nemen in plaats
van de sluiterknop in te drukken.
1
Raak bij het inkaderen van de opname het
scherm aan om op dat punt scherp te stellen.
Tik op een onderwerp om scherp te stellen en
automatisch de sluiter te ontspannen.
125125 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
HD
U kunt de touchscreen bewerkingen uitschakelen of
alleen op een onderwerp tikken om scherp te stellen.
U
Bediening van het aanraakscherm
uitgeschakeld.
V
Tik op een onderwerp om scherp te stellen.
Foto's kunnen worden genomen door op de
ontspanknop te drukken.
T
Tik op een onderwerp om scherp te stellen
en automatisch de sluiter te ontspannen.
ISO
200
125125 F5.6
P
0.00.0
01:02:0301:02:03
3030
L
N
HD
44
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Licht&donker regelen
Om het dialoogvenster voor de regeling van schaduwen
weer te geven, drukt u op de knop F (F) en drukt u op
de knop INFO. Druk vervolgens op de INFO-knop om het
bedieningspaneel voor schaduwen weer te geven.
Telkens wanneer op de knop INFO wordt gedrukt
gaat de camera naar het dialoogvenster voor
belichtingscompensatie, voor schaduwen en voor
overbelichting.
125125 F5.6
ISO
200
L
N
P
01:02:0301:02:03
12341234
j
HD
+
2.0
+
2.0
00
IS OFFIS OFF
Belichtingscor-
rectie
Toonniveau:
laag
Toonniveau:
hoog
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
00
+1+1
00
Controle onderbelichting
U kunt het niveau van donkere tinten aanpassen.
Kies “-“ om onderbelichting donkerder te maken.
Kies “+“ om onderbelichting helderder te maken.
Controle overbelichting
U kunt heldere tinten aanpassen.
Kies “-“ om overbelichting donkerder te maken.
Kies “+“ om overbelichting helderder te maken.
45
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
46
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Opnamefuncties instellen
In het fotografeermenu 1 en 2 kunt u de volgende functies instellen.
I Fotografeermenu 1
Card Setup (Blz. 47)
Reset/C Mode Setup (Blz. 47)
Picture Mode (Blz. 48)
K (Blz. 50)
Image Aspect (Blz. 50)
J
Fotografeermenu 2
j/Y (Blz. 50)
Beeldstab. (Blz. 50)
Bracketing (Blz. 51)
# RC-modus (Blz. 52)
# Sync (Blz. 52)
1 (Blz. 53)
Intervalinstellingen (Blz. 53)
1
Druk op de knop MENU om de
menu's weer te geven.
2
Selecteer een tabblad met FG
en druk daarna op
Q
.
j
4:3
D
2
1
c
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/C Mode Setup
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Druk op Q om
uw instelling te
bevestigen
Bedienings-
aanwijzingen
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te
keren
Tabblad
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op
Q
om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
2
1
c
Shooting Menu 2
Back Set
Off
#
Sync 1
Bracketing
#
Sync
j/Y o
#
RC Mode
Off1
Off
Off
Image Stabilizer
Interval Settings
De huidige instelling verschijnt op het scherm
Functie
Q
2
1
c
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Back
Off
#
Sync 1
Bracketing
Interval Settings
#
Sync
j/Y o
# RC Mode
Off1
On
Off
Set
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen, zie “Menulijst“
(Blz. 104).
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de knop INFO om gidsen weer te geven of te verbergen.
47
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Kaartinstellingen (Formatteren)
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook
eventuele beveiligde opnamen.
Bevestig dat er geen beelden zijn die u in het geheugen wenst te behouden.
Kaartjes die op een computer of een andere camera zijn geformatteerd, moet u eerst met
deze camera formatteren voor u ze kunt gebruiken.
1
Selecteer [Card Setup] in I
Fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Format].
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het kaartje wordt dan geformatteerd.
All Erase
Format
Card Setup
Back
Set
Reset (Standaard- of aangepaste instellingen herstellen)
Standaardinstellingen herstellen.
1
Selecteer [Reset/C Mode Setup] in I fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Reset] en druk op Q.
Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te
kiezen. Om alle instellingen behalve de datum, de taal
en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en
drukt u op Q. g “Menulijst“ (Blz. 104)
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Reset/C Mode Setup
Reset
Custom Mode Set
Basic
Back
Set
C Modus instellen (Een aangepaste instelling registreren)
U kunt fotograferen met de voorgeselecteerde instellingen die u geregistreerd hebt.
1
Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
2
Selecteer [Reset/C Mode Setup] in I fotografeermenu 1.
3
Selecteer [Custom Mode 1] of [Custom Mode 2] en druk op de knop Q.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
Om de geregistreerde instelling te wissen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q.
Functies die opgeslagen kunnen worden in [C Mode Setup]. g “Menulijst“ (Blz. 104)
48
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Fotomodus (Verwerkingsopties)
Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast,
scherpte en andere parameters. Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk
opgeslagen.
1
Selecteer [Picture Mode] in I
Fotografeermenu 1.
2
1
c
Shooting Menu 1
Back
Set
j
4:3
D
Card Setup
Reset/C Mode Setup
Picture Mode
Image Aspect
2
Selecteer een optie met FG en druk op Q.
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met
de scène.
i
Vivid Voor levendige kleuren.
j
Natural Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted Voor afgevlakte tinten.
a
Portret Voor mooie huidtinten.
J
Monotoon Voor zwart/wit-tinten.
j
Pop-art
Kies een creatief filter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft-focus
l
Bleke/lichte kleur
m
Lichte tonen
n
Korrelige film
o
Pinhole
s
Diorama
t
Cross-process
u
Zacht sepia
v
Dramatische toon
Y
Key Line
49
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
3
Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde
optie.
h-a
J
Contrast Het verschil tussen lichte en donkere partijen

Scherpte De beeldscherpte

Verzadiging De kleurdiepte van het beeld
k
Levendig De tint aanpassen (gradatie).

Auto
Deelt het beeld op in kleinere gebieden en
bepaalt voor elke gebied afzonderlijk de
helderheid. Dit werkt goed bij beelden waarin
gebieden met een hoog contrast voorkomen
zodat de lichte partijen te helder, en de donkere
partijen te donker zouden worden.
Normaal
Gebruik de stand [Normal] bij normaal
fotograferen.
High key Gradatie bij een helder onderwerp.
Low key Gradatie bij een donker onderwerp.
Effect
(i-Enhance)
Voor het instellen van de mate waarin het effect
wordt toegepast.
k
Z/W-filter
Voor zwart/wit-foto's. De filterkleur wordt lichter en
de complementaire kleur wordt donkerder.
k
N:Neutraal Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto.
Ye:Geel
Geeft mooi doortekende witte wolken tegen een
helderblauwe lucht weer.
Or:Oranje
Accentueert de kleuren in blauwe luchten en
zonsondergangen lichtjes.
R:Rood
Accentueert in sterke mate kleuren in blauwe
luchten en de helderheid van karmozijnrood
gebladerte.
G:Groen
Accentueert in sterke mate kleuren in rode lippen
en groene bladeren.
Pict. Tone Kleurt zwart/wit-beelden.
k
N:Neutraal Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto.
S:Sepia Sepia
B:Blauw Blauw
P:Paars Purper
G:Groen Groen
# Let op
Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal].
50
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Opnamemodus (Resolutie)
Selecteer een resolutie. U kunt een afzonderlijke resolutie selecteren voor foto's en
films. Dit is hetzelfde als de [Record Mode] (Blz. 36) in [Live Control].
U kunt de combinatie van beeldgrootte en compressiefactor van de JPEG veranderen,
alsook de pixelaantallen voor [X] en [W].
[K set], [Pixel Count] g c Aangepast menu“ (Blz. 68)
Beeldratio (De beeldverhouding instellen)
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2] of [1:1].
# Let op
JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
j/Y (De zelfontspanner instellen)
U kunt de werking van de zelfontspanner naar wens instellen.
1
Selecteer [j/Y] in
J
Fotografeermenu 2.
2
1
c
Shooting Menu 2
Back Set
Off
#
Sync 1
Bracketing
Interval Settings
#
Sync
j/Y o
#
RC Mode
Off1
Off
Off
Image Stabilizer
2
Selecteer [YC] (custom) en druk op I.
3
Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I.
• Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op Q.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Y Zelfontspanner
Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de
ontspanknop tot de foto is genomen.
Intervaltijd
Stelt het opname-interval in voor het tweede beeld en
daaropvolgende beelden.
Beeldstabilisator (Camerabewegingen beperken)
U kunt de beeldstabilisator in- of uitschakelen (gelijk aan de beeldstabilisator van Live
controle).
51
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
Bracketing (Variërende instellingen bij een reeks foto's)
Met “bracketing“ wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks
opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde.
In het menu Fotograferen zijn instellingen voor bracketing beschikbaar. Bracketing is
enkel mogelijk wanneer [BKT] is geselecteerd. “Bracketing (BKT)“ (Blz. 30)
1
Selecteer [Bracketing] in J Fotografeermenu
2 en druk op Q.
2
1
c
Shooting Menu 2
Back Set
Off
# Sync 1
Bracketing
Interval Settings
# Sync
j/Y o
# RC
Mode
Off1
Off
Off
Image Stabilizer
2
Kies een bracketingtype.
U kunt slechts één bracketing-type selecteren.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
3f 1.0EV
A-- G--
Bracketing
Back
Set
AE BKT (AE bracketing)
De camera wijzigt de belichting bij iedere opname. De mate van wijziging kan worden
geselecteerd uit 0,3 EV, 0,7 EV of 1,0 EV. Terwijl de ontspanknop helemaal is ingedrukt,
blijft de camera opnames maken in deze volgorde: geen wijziging, negatief, positief. AE
bracketing is beschikbaar in de modi P en A. Aantal opnamen: 2 of 3
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor belichtingscorrectie.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
--
2f 0.7EV
2f 0.3EV
2f 1.0EV
3f 0.3EV
3f 0.7EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
WB BKT (WB-bracketing)
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige
geselecteerde waarde voor de witbalans. WB-bracketing is beschikbaar in de standen P, A,
S en M.
De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op
de assen A–B (amber–blauw) en G–M (groen–magenta).
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor witbalanscorrectie.
Als er onvoldoende ruimte is op het kaartje voor het
geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames
gemaakt tijdens WB-bracketing.
A-B G-M
WB BKT
3f 4Step 3f 4Step
Back Set
52
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
FL BKT (FL-bracketing)
De camera varieert het flitsniveau bij drie opnames (geen aanpassing bij de eerste opname,
negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij repeterend fotograferen worden alle
opnames gemaakt met de ontspanknop ingedrukt.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ISO BKT (ISO-bracketing)
De camera wijzigt de gevoeligheid bij drie verschillende opnames, terwijl de sluitertijd
en het diafragma ongewijzigd blijven. De mate van wijziging kan worden geselecteerd
uit 0,3 EV, 0,7 EV of 1,0 EV. Telkens de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera
bij de eerste opname drie foto's met de ingestelde gevoeligheid (of met de optimale
gevoeligheidsinstelling bij selectie van 'Automatische gevoeligheid'), bij de tweede opname
foto's met een negatief gewijzigde gevoeligheid en bij de derde opname foto's met een
positief gewijzigde gevoeligheid.
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die
werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. gc Aangepast
menu“ (Blz. 68)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ART BKT (ART-bracketing)
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast,
telkens met een verschillende kunstfilterinstelling. U kunt kunstfilter-bracketing voor elk
beeldeffect afzonderlijk in- of uitschakelen.
De opname kan enige tijd in beslag nemen.
ART BKT
Pop Art
Light Tone
Pin Hole
Diorama
Soft Focus
Pale&Light Color
Grainy Film
Back
# Remote Flash (Flitserfotografie met draadloze
afstandsbediening)
De ingebouwde flitser en externe flitsers die beschikken over een
afstandsbedieningsstand en bestemd zijn voor gebruik met deze camera, kunnen
worden gebruikt voor draadloze flitserfotografie. Selecteer [On] om elke flitser met de
camera in te stellen. g “Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening“ (Blz. 92)
# Sync (Het flitsmoment instellen)
U kunt de flitstiming instellen. Bij [# Sync 1] ontsteekt de flitser zodra de sluiter opent,
bij [# Sync 2] ontsteekt de flitser net voordat de sluiter dichtgaat, waardoor er een
lichtspoor gecreëerd wordt achter bewegende lichtbronnen.
53
NL
Fotograferen met verschillende functies
4
1 (Foto's maken met een voorzetlens)
Maak foto's met een optionele voorzetlens. Kies bij het gebruik van een voorzetlens de
juiste optie.
Uit Selecteer deze optie om foto's te maken zonder voorzetlens.
TCON-17 Neem foto's met een telelens (TCON-17X). Hiervoor is een
voorzetlensadapter CLA-13 nodig.
WCON-08X Neem foto's met een groothoeklens (WCON-08X). Hiervoor is een
voorzetlensadapter CLA-14 nodig. Zoomen is beperkt tot groothoek.
De AF-belichting wordt niet gebruikt.
# Let op
Schakel de camera uit vóór u een voorzetlens aanbrengt of verwijdert.
Monteer na het verwijderen van het automatische lenskapje de voorzetlensadapter.
g “Automatisch lenskapje“ (Blz. 3)
De volgende beperkingen zijn van toepassing bij gebruik van een voorzetlens:
- De camera heeft meer tijd nodig om scherp te stellen.
- De ingebouwde flitser licht mogelijk niet het hele onderwerp uit (de schaduw van de
voorzetlens kan in foto's zichtbaar zijn).
- Stap zoomen (Blz. 71) kan niet worden gebruikt.
Intervalinstellingen (Intervalinstellingen voor de timer aanpassen)
Pas instellingen voor fotograferen met de intervaltimer aan, inclusief het interval en het
aantal opnames. g “Automatisch opnamen maken met vaste intervallen (time lapse-
fotograferen)“ (Blz. 23)
1
Stel de volgende instellingen in onder [Interval Settings] in
J
Fotografeermenu 2.
Zie “Opnamefuncties instellen“ (Blz. 46) voor informatie over het gebruik van het
fotografeermenu.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Het maximum is
999.
Start wachttijd Stel in hoeveel tijd wordt gewacht voordat een opname wordt
genomen.
Intervaltijd Stel in hoe lang de intervallen tussen opnamen duren na aanvang
van fotograferen.
'Time Lapse'-film Stel de beeldkwaliteit van de framereeks in.
[Off]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto.
[On]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto en genereert
en er wordt een individuele film gemaakt met behulp van de
framereeks.
Time lapse films worden vastgelegd in de indeling Motion JPEG (1280 × 720 pixels,
10 fps).
54
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
5
Weergaveopties gebruiken
Druk tijdens de weergave op Q om een eenvoudig optiemenu weer te geven dat in de
weergavemodus kan worden gebruikt.
JPEG
L
R
Rotate
Share Order
Back Set
JPEG Edit
Stilstaand frame
Filmframe
RAW JPEG RAW+JPEG
Geluidsweergave

JPEG bewrk (Blz. 58)

RAW bewrk (Blz. 58)
Film-Weergave ———
Deel order (Blz. 12)

0 (Beveiligen) (Blz. 12)

R (Audio-opname)

Roteren

L (Diashow)

< (Printreservering)
(Blz. 85)

Wissen (Blz. 12)

Geluidsweergave
U kunt opgenomen geluid afspelen.
Gebruik de knop FG om het volume aan te passen.
Weergaveopties gebruiken om beelden
weer te geven
55
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
Bewerkingen uitvoeren op een filmbeeld (Movie Play)
Q
Het afspelen pauzeren of hervatten.
Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen
uitvoeren.
HI of
subregelaar
Vorige/Volgende
Druk op HI en houd deze ingedrukt om de bewerking
voort te zetten.
F
Geef het eerste fame weer.
G
Geef het laatste frame weer.
H/I
Een film doorspoelen of terugspoelen.
F/G
Het volume aanpassen.
# Let op
We adviseren de meegeleverde computersoftware te gebruiken om films op een computer
weer te geven. Voor u de software voor het eerst start, dient u de camera aan te sluiten
op de computer.
R (Audio-opname)
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1
Geef het beeld weer waaraan u een audio-opname wilt toevoegen en
druk op Q.
Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden.
Audio-opname is ook beschikbaar in het weergavemenu.
2
Selecteer [R] en druk op Q.
Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname
toe te voegen.
JPEG
R
H Play
Rotate
JPEG Edit
Share Order
Back Set
3
Selecteer [R Start] en druk op Q om de
opname te starten.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q.
Na 30 seconden wordt de opname automatisch
beëindigd.
Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd
met het pictogram H.
Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in
stap 2.
R
R
Start
No
Erase
Back Set
56
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
Diashow afspelen
Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één
weergegeven.
1
Druk op Q tijdens de weergave en selecteer de optie diashow.
2
Pas de instellingen aan.
Starten De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven, te
starten bij het huidige beeld.
Achtergrond BGM (5 types) instellen of BGM instellen op [Off].
Effect Kies de overgang tussen de frames.
Diaserie Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
Dia-Interval Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden).
Filminterval Selecteer [Full] om volledige filmclips op te nemen in de diashow en
[Short] om alleen het inleidende deel van elke clip weer te geven.
3
Selecteer [Start] en druk op Q.
De diashow start.
• Druk op Q om de diashow te stoppen.
Geroteerde beelden weergeven
Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid.
1
Geef de foto weer en druk op Q.
2
Selecteer [Rotate] en druk op Q.
3
Druk op F om het beeld linksom te draaien of op G om het beeld
rechtsom te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt.
• Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie.
Videobeelden en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
57
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
Functies van het weergavemenu gebruiken
In het weergavemenu kunt u de volgende functies gebruiken.
L (Blz. 56)
R (Blz. 58)
Bewerken (Blz. 58)
< (Blz. 58)
Beveiliging terugstellen (Blz. 59)
Aansluiting met smartphone (Blz. 59)
1
Druk op de knop MENU om de
menu's weer te geven.
2
Gebruik FG om een tab te
selecteren en druk op
Q
.
L
2
1
c
Playback Menu
<
Reset Protect
Connection to Smartphone
Edit
Back
Set
R
Off
Druk op Q om
uw instelling te
bevestigen
Bedieningsaan-
wijzingen
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te
keren
Tabblad
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op
Q
om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
L
2
1
c
Playback Menu
<
Reset Protect
Connection to Smartphone
Edit
Back
Set
R
Off
De huidige instelling verschijnt op het schermFunctie
Q
L
2
1
c
Playback Menu
<
Reset Protect
Connection to Smartphone
Edit
Back
Set
R
Off
On
Off
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen, zie “Menulijst“
(Blz. 104).
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de knop INFO om gidsen weer te geven of te verbergen.
58
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
R (Geroteerde beelden weergeven)
Wanneer deze functie ingesteld is op [On], worden foto's die werden gemaakt met de
camera in portretoriëntatie, automatisch geroteerd en weergegeven in portretoriëntatie.
Edit (Stilstaande beelden bewerken)
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto.
1
Selecteer [Edit] in het q weergavemenu en druk op Q.
2
Gebruik HI om de te bewerken afbeelding te selecteren en druk op Q.
3
Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q.
Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als
het beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Werd het beeld
vastgelegd in een RAW+JPEG-formaat, dan worden zowel [RAW Data Edit] als
[JPEG Edit] weergegeven. Selecteer het menu om het beeld te bewerken.
RAW
bewrk.
Maak een JPEG-kopie van een RAW-beeld bewerkt conform de
instellingen. Het bewerken gebeurde op basis van de actuele instellingen.
Pas de camera-instellingen aan voordat u begint met bewerken.
JPEG
bewrk
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen.
[P]: Gebruik de subregelaar om de
grootte van de uitsnede te kiezen en
FGHI om de uitsnede te positioneren.
[Aspect]: Wijzigt de breedte-
hoogteverhouding van beelden van 4:3
(standaard) naar [3:2], [16:9] of [1:1].
Nadat u de breedte-hoogteverhouding
heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om
de positie van de uitsnede op te geven.
[Q]: Om de bestandsgrootte van de afbeelding te converteren naar
1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het
beeld, eventueel niet corrigeren.
4
Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q.
De instellingen worden toegepast op het beeld.
5
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het bewerkte beeld wordt opgeslagen.
# Let op
Films kunnen niet worden bewerkt.
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt is op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het
kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera werd opgenomen
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
O
Set
59
NL
Weergaveopties gebruiken om beelden weer te geven
5
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
Dit is dezelfde functie als [R] tijdens de weergave. (Blz. 55)
Reset Protect (Alle beveiligingen annuleren)
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
Selecteer [Reset Protect] in het q-weergavemenu.
2
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Verbinding met smartphone
(De optie Smartphoneaansluiting gebruiken)
U kunt de camera op een smartphone aansluiten met de draadloze LAN-functie.
Eenmaal verbonden, kunt u beelden op de camera weergeven op en overbrengen
naar het andere apparaat.
g
“De camera aansluiten op een smartphone“ (Blz. 62)
60
NL
De camera instellen
6
6
Instellen instelmenu
Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van de camera in te stellen.
X (Datum/tijd instelling)
Wereldklok
W (Taal voor de monitor wijzigen)
i (Helderheid van de monitor
aanpassen)
Opn.Beeld
Programmatuur
Wi-Fi-instellingen
1
Druk op de knop MENU om de
menu's weer te geven.
2
Selecteer een tab met FG en
druk daarna op
Q
.
X
2
1
c
X
j
±0
k
±0
--.--.-- --:--
W
English
Setup Menu
World Time
Rec View 2sec
Back Set
Firmware
Wi-Fi Settings
Druk op Q om
uw instelling te
bevestigen
Bedieningsaan-
wijzingen
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te keren
Tabblad
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op
Q
om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
X
2
1
c
X
j
±0
k
±0
--.--.-- --:--
W
English
Setup Menu
World Time
Rec View 2sec
Back Set
Firmware
Wi-Fi Settings
De huidige instelling verschijnt op het schermFunctie
Q
X
2
1
c
X
j
±0
k
±0
--.--.-- --:--
W
English
Setup Menu
World Time
Rec View
Back Set
Firmware
Wi-Fi Settings
2sec
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen, zie “Menulijst“
(Blz. 104).
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de knop INFO om gidsen weer te geven of te verbergen.
De camera instellen
61
NL
De camera instellen
6
Optie Beschrijving
g
X
(Datum/tijd
instelling)
Hiermee stelt u de klok van de camera in.
1) Gebruik FG om het jaar te selecteren bij [Y].
2) Druk op I om de instelling voor [Y] op te slaan.
3) Zoals in stappen 1 en 2 gebruikt u FGHI om [M]
(maand), [D] (dag), [Time] (uren en minuten) en [Y/M/D]
(volgorde datum) in te stellen, waarna u op de knop
A drukt.
Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op de knop
A als het tijdsignaal 00 seconden aangeeft.
8
Wereldklok U kunt uw eigen tijdzone en uw bestemming instellen om de
weergave van datum en tijd te veranderen.
W
(Taal voor de
monitor wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het
Engels ook andere talen kiezen.
i
(Helderheid
van de monitor
aanpassen)
U kunt de helderheid en de
kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van
de kleurtemperatuur heeft enkel
betrekking op de weergave
van de monitor. Gebruik HI
om j (kleurtemperatuur) of k
(helderheid) te markeren en FG
om de waarde aan te passen.
Druk op de knop INFO om te
schakelen tussen [Natural] en
[Vivid] voor de kleurweergave op
de monitor.
-
5
j
+2
k
Back Set
Vivid Natural
Opn.Beeld Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden
weergegeven en hoe lang ze worden weergegeven. Dit is
handig als u de foto die u zojuist heeft genomen even wilt
controleren. Door de ontspanknop half in te drukken terwijl u de
foto controleert, kunt u onmiddellijk doorgaan met fotograferen.
[1sec]–[20sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden
dat de foto moet worden weergegeven. Dit kunt u instellen in
stappen van 1 seconde.
[Off]:
De foto die op het kaartje wordt opgeslagen, wordt niet
weergegeven.
[Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt
daarna over naar de stand weergeven. Dit is handig om een
opname te controleren en eventueel direct te wissen.
Programmatuur De firmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie
gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software
wilt downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de
producten u gebruikt.
Wi-Fi-instellingen Stel de camera in om via Wi-Fi verbinding te maken met een
smartphone via de draadloze functie op de camera.
64
62
NL
De camera aansluiten op een smartphone
7
7
Door via de draadloze LAN-functie van de camera verbinding te maken met een
smartphone en de aangegeven app te gebruiken, kunt u tijdens en na het maken van
opnames nog meer functies gebruiken.
Wat u allemaal kunt doen met de aangegeven app, OLYMPUS Image Share
(OI.Share)
Beelden van de camera overbrengen naar een smartphone
U kunt beelden op de camera naar een smartphone laden.
Foto's maken op afstand vanaf een smartphone
Het is mogelijk de camera op afstand te bedienen en foto's te nemen met een
smartphone.
• Prachtige beeldverwerking
Het is mogelijk creatieve filters toe te voegen en stempels op afbeeldingen te plaatsen die
naar een smartphone zijn geladen.
GPS-markeringen toevoegen aan camerabeelden
U kunt GPS-markeringen aan beelden toevoegen door simpelweg het op de smartphone
opgeslagen GPS-log naar de camera over te brengen.
Voor meer informatie bezoekt u het onderstaande webadres:
http://oishare.olympus-imaging.com/
# Let op
Lees “De draadloze LAN-functie gebruiken“ (Blz. 117) voordat u de functie voor draadloos
LAN gebruikt.
Als u de draadloze LAN-functie gebruikt in een land buiten de regio waar u de camera
hebt gekocht, bestaat het risico dat de camera niet voldoet aan de regelgeving inzake
draadloze communicatie van dat land. Olympus kan niet verantwoordelijk worden geacht
voor het niet voldoen aan deze regelgeving.
Zoals bij alle draadloze communicatie bestaat er altijd het risico op onderschepping door
derden.
De draadloze LAN-functie op de camera kan niet worden gebruikt om verbinding te
maken met een privé- of openbaar toegangspunt.
De draadloze LAN-antenne bevindt zich in de handgreep van de camera. Houd de
antenne waar mogelijk uit de buurt van metalen objecten.
Tijdens een draadloze LAN-verbinding zal de batterij sneller leeg raken Als de batterij leeg
raakt, kan de verbinding tijdens een overdracht verbroken worden.
Het kan lastig zijn verbinding te leggen of de verbinding kan langzaam zijn in de nabijheid
van apparatuur die magnetische velden, statische elektriciteit of radiogolven genereert,
zoals magnetrons of draadloze telefoons.
De camera aansluiten op een
smartphone
63
NL
De camera aansluiten op een smartphone
7
Verbinding maken met een smartphone
Maak verbinding met een smartphone. Start op de smartphone de geïnstalleerde
OI.Share-app.
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q-weergavemenu en
druk op Q.
Afhankelijk van de [Wi-Fi Connect Settings], werkt de camera als volgt:
Voor een privéverbinding
U kunt bij het verbinding maken met een smartphone elke keer hetzelfde SSID
en wachtwoord gebruiken.
Alleen bij de eerste keer verbinden wordt de smartphone geconfigureerd door
het SSID en wachtwoord te gebruiken die in de monitor worden getoond.
OI.Share kan ook instellingen automatisch configureren door de in de monitor
weergegeven QR-code te lezen.
Bij de tweede keer verbinding maken en daarna kunt u verbinden zonder het
SSID en wachtwoord te hoeven configureren.
Voor een eenmalige verbinding
Maak verbinding met de smartphone en configureren deze zodanig dat er elke
keer een ander SSID en wachtwoord worden gebruikt.
OI.Share kan ook instellingen automatisch configureren door de in de monitor
weergegeven QR-code te lezen.
Wanneer u elke keer selecteert
Selecteer een verbindingsmethode en begin met verbinding maken.
2
Druk op de camera op MENU of raak op de monitor [End Wi-Fi] aan om
de verbinding te verbreken.
U kunt de verbinding ook verbreken met OI.Share of door uw camera uit te
schakelen.
De verbinding wordt verbroken.
Beelden overbrengen naar een smartphone
U kunt beelden van de camera naar een smartphone laden. U kunt de camera ook
gebruiken om vooraf beelden te selecteren die u wilt delen. g “Een volgorde voor
overdracht selecteren ([Share Order])“ (Blz. 12)
1
Start [Connection to Smartphone] op de camera.
U kunt de verbinding ook tot stand brengen door in de monitor w aan te raken.
2
Start OI.Share en tik op de knop Image Transfer.
De beelden van de camera worden in een lijst getoond.
3
Selecteer de beelden die u wilt overbrengen en tik op de knop Save.
Wanneer het opslaan is voltooid, kan de camera via de smartphone worden
uitgeschakeld.
64
NL
De camera aansluiten op een smartphone
7
Van afstand foto's maken met een smartphone
U kunt op afstand foto's nemen door de camera via een smartphone te bedienen.
Dit is alleen beschikbaar in [Private].
1
Start [Connection to Smartphone] op de camera.
U kunt de verbinding ook tot stand brengen door in de monitor w aan te raken.
2
Start OI.Share en tik op de knop Remote.
3
Tik op de ontspanknop om een opname te maken.
Het vastgelegde beeld wordt op de geheugenkaart in de camera opgeslagen.
# Let op
De beschikbare opties voor fotograferen zijn deels beperkt.
Positiegegevens aan beelden toevoegen
U kunt GPS-markeringen toevoegen aan foto's die genomen zijn toen het GPS-log
werd opgeslagen door het op de smartphone opgeslagen GPS-log over te brengen
naar de camera. Dit is alleen beschikbaar in [Private].
1
Voordat u begint met fotograferen, moet OI.Share worden opgestart en
moet de schakelaar op de knop Add Location worden omgezet om te
beginnen met het opslaan van de GPS-log.
Voordat de GPS-log wordt opgeslagen, moet de camera eenmaal met Ol.Share
verbonden worden om de tijd te synchroniseren.
U kunt de telefoon of andere apps gewoon gebruiken tijdens het opslaan van de
GPS-log. Sluit OI.Share niet af.
2
Schakel de schakelaar op de knop Add Location uit wanneer het maken
van de opnames is voltooid. Het opslaan van de GPS-log is voltooid.
3
Start [Connection to Smartphone] op de camera.
U kunt de verbinding ook tot stand brengen door in de monitor w aan te raken.
4
Breng de opgeslagen GPS-log over naar de camera met OI.Share.
Er worden GPS-markeringen toegevoegd aan de beelden op de geheugenkaart op
basis van de overgebrachte GPS-log.
g wordt weergegeven op beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd.
# Let op
Het toevoegen van locatie-informatie kan alleen worden gebruikt bij smartphones met een
GPS-functie.
U kunt geen positiegegevens toevoegen aan films.
65
NL
De camera aansluiten op een smartphone
7
Uw camera instellen voor draadloze LAN-verbinding
(Wi-Fi-instellingen)
Het is mogelijk instellingen te wijzigen zoals het wachtwoord dat wordt gebruikt om
verbinding te maken via de draadloze LAN-functie van de camera.
De verbindingsmethode instellen
Er zijn twee methoden voor verbinden: [Private], die elke keer bij het verbinding maken
dezelfde gegevens gebruikt, en [One-Time], beperkt tot een eenmalige verbinding.
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Wi-Fi Connect Settings] en druk op I.
3
Selecteer de draadloze LAN-verbindingsmethode en druk op Q.
[Private]: maak verbinding met één smartphone (verbindt automatisch met dezelfde
instellingen nadat voor het eerst verbinding is gemaakt). Alle functies van OI.Share
zijn beschikbaar.
[One-Time]: maak verbinding met meerdere smartphones (maakt elke keer
verbinding met andere instellingen). Alleen de functie voor beelden overbrengen van
OI.Share’s is beschikbaar. U kunt alleen beelden op de camera bekijken die ingesteld
zijn voor delen.
[Select]: selecteer welke methode u elke keer wilt gebruiken.
[Off]: de Wi-Fi-functie is uitgeschakeld.
Het wachtwoord van een privéverbinding wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor [Private].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Private Password] en druk op I.
3
Volg de bedieningsaanwijzingen en druk op de knop G.
Er wordt een nieuw wachtwoord ingesteld.
Een deelorder annuleren
Deelorders annuleren die voor beelden zijn ingesteld.
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset share Order] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Draadloze LAN-instellingen initialiseren
Initialiseert inhoud van [Wi-Fi Settings].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset Wi-Fi Settings] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
66
NL
Handige functies gebruiken
8
8
Het superbedieningspaneel gebruiken
De term “super bedieningspaneel“ verwijst naar het onderstaande scherm, dat
opname-instellingen weergeeft samen met de optie die op dat moment voor elk van die
instellingen gekozen is.
Gebruik de pijltoetsen of het touchscreen om de instellingen in te voeren.
ISO
125125 F5.6
+
2.0
+
2.0
P
3838
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
ND Off
IS On
j
2
3
4
5
1
6
7
8
9
0
cdf
ge b a
Het super bedieningspaneel weergeven
Om het super bedieningspaneel in te stellen en te gebruiken, selecteert u het
keuzevakje [SCP] van [
KControl Settings] in de “c Aangepast menu“ (Blz. 68).
Druk op de knop A in de fotografeermodus voor het instellingenscherm zoals live
control, het super bedieningspaneel en de andere instellingen. Druk op de INFO om
naar het instellingenscherm te gaan.
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het
superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 40
3 Repeterende opnames/
zelfontspanner .................Blz. 30/Blz. 29
4 Flitsmodus ...................................Blz. 28
5 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 38
6 Witbalans .....................................Blz. 34
Witbalanscorrectie .......................Blz. 35
7 Fotomodus ...................................Blz. 33
8 Scherpte N .................................Blz. 49
Contrast J ..................................Blz. 49
Verzadiging T ............................Blz. 49
Gradatie z..................................Blz. 49
Z/W-filter x .................................Blz. 49
Fototint y ...................................Blz. 49
9 Kleurruimte ..................................Blz. 74
0 ND-filterinstelling..........................Blz. 41
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 40
b Lichtmeetstand ............................Blz. 38
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 36
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 36
e AF-modus ....................................
Blz. 39
AF-doel ........................................Blz. 30
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 33
g Fotomodus* .................................Blz. 16
* Allen ART of SCN modus.
Handige functies gebruiken
67
NL
Handige functies gebruiken
8
1
In het super bedieningspaneel
selecteert u de gewenste instelling met
FGHI en drukt u op Q.
U kunt ook instellingen selecteren met de
subregelaar.
U kunt instellingen ook selecteren door het
scherm aan te raken.
125125 F5.6
P
3838
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
jj
Off
ND
ISO
Cursor
2
Selecteer een optie met HI en druk op de
knop INFO.
Herhaal stappen 1 en 2 indien nodig.
De geselecteerde instellingen worden automatisch
van kracht als er gedurende enkele seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
P
AUTOAUTO
100100 125125 160160 200200 250250 320320
ISO-A
200
3
Druk de ontspanknop half in om naar de fotomodus terug te keren.
Het instelvenster voor functies wisselen
Het instellingenscherm wisselt telkens wanneer u op de knop INFO drukt
overeenkomstig de instelling in het aangepaste menu.
Live uitleg
INFO
Menu creatieve filter
Q
Q
Q
Change Color Saturation
A
P/A/S/M
ART/SCN
INFO
INFO
Scènemenu
Pop Art
Set
ART 1
1
Pop Art
Exit
Set
Portrait1
INFO
INFO
250250 F5.6
P
3636
Super Fine
Off
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
AEL/ AFL
Metering
mall
LV-super
bedieningspaneel*
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
AUTOAUTO
i
HD
WB Auto
nn
Live controle*
INFO
INFO
INFO
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
AUTOAUTO
i
HD
WB Auto
nn
Live controle
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
AUTOAUTO
i
HD
WB Auto
nn
Live controle*
250250 F5.6
P
3636
Super Fine
Off
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
AEL/ AFL
Metering
mall
LV-super
bedieningspaneel*
250250 F5.6
P
3636
Super Fine
Off
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
AEL/ AFL
Metering
mall
LV-super
bedieningspaneel*
* Weergegeven afhankelijk van de instelling in [K Control Settings].
68
NL
De camera-instelling aanpassen
9
9
De camera-instelling aanpassen
De camera-instellingen kunnen worden aangepast met het menu c Custom.
c Aangepast menu
R AF/MF
(Blz. 70)
AF-modus
AF-veld
P Home instellen
AF hulpverl.
I Face Priority
MF-Hulp
S Knop/
schakelaar/hendel
(Blz. 70)
Knopfuncties
Functie knop
L Hendelfunctie
Draairichting
q
Camera inschakelen
Zoomsnelheid
Stap zoomen
T Verbinding/
Geluid
(Blz. 71)
HDMI
Video Out
8 (Pieptoon)
Volume
USB mode
U Display
(Blz. 72)
G/Info instelling
Rasterweergave
KControle instelling
Fotofunctie-Instellingen
Histograminstelling
LV Versterk.
Sleep
Weergave
brandpuntsafstand
V Exp/p/ISO
(Blz. 73)
Metering
P+Meting
Ruisonderdr.
Ruisfilter
ISO
ISO-auto set
Bulb-timer
W # Custom
(Blz. 73)
#Slow LImit
w+F
X K/Kleur/WB
(Blz. 74)
WB
All >
W Keep Warm Color
#+WB
Kleurruimte
K
Set
Pixel Aantal
Y Record (Blz. 75)
Bestandsnaam
Bewerk bestandsnaam
dpi-Instelling
Copyrightinstell.
Z Movie
(Blz. 76)
Movie R
Wind
ruisonderdrukking
Opnamevolume
b K Utility
(Blz. 76)
Pixel-Mapping
Belichtingsafst.
Niveau aanp.
Touchscreen
instellingen
Eye-Fi
m/ft
EVF-aanpassing
EVF auto schakelen
Tijdens belichten
"
69
NL
De camera-instelling aanpassen
9
De instelling aanpassen
1
Druk op de knop MENU om de menu's weer te
geven.
2
Selecteer c Aangepast menu met FG en druk
op
Q
.
3
Gebruik FG om een tab te selecteren en druk
op Q.
4
Selecteer een item met FG en druk op Q om opties weer te geven
voor het geselecteerde item.
5
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Voor meer informatie over elk menu-item raadpleegt u de volgende pagina's.
HDMI
Video Out
Volume
USB Mode
8 On
3
Auto
C. Connection/Sound
Back
Set
70
NL
De camera-instelling aanpassen
9
R AF/MF
MENU
c
R
Optie Beschrijving
g
AF-modus Kies de AF-modus. 39
AF-veld Kies de AF-doelmodus. 30
P Home
instellen
Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen
als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
AF hulpverl. Selecteer [Off] om de AF-belichting uit te schakelen.
I Face Priority
De camera geeft voorrang aan de gezichten of pupillen van
menselijke onderwerpen tijdens het scherpstellen.
40
MF-Hulp [Magnify]: Selecteer [On] om automatisch het beeld te
vergroten voor een grotere nauwkeurigheid bij handmatig
scherpstellen. Gebruik het touchscreen om het vergrote
gebied te selecteren en de draaiknop om de zoomfactor te
kiezen.
[Peaking]: Markeer duidelijk gedefinieerde randen. Randen
kunnen worden gemarkeerd in [White] of [Black].
S Knop/schakelaar/hendel
MENU
c
S
Optie Beschrijving
g
Knopfuncties Kies de functie die aan de geselecteerde knop is
toegewezen.
U Functie
Off, AEL, Preview, k, P Home, Digital Tele-converter,
Conversion Lens, ND Filter Setting, Zoom Framing Assist
77
V Functie
Gebruik de knop Q om opties weer te geven of te
verbergen. Tijdens het fotograferen kunt u de knop V
gebruiken door de volgende opties te bladeren:
IS Mode, Picture Mode, SCN, ART, WB, j/Y, Aspect,
K Image Quality, n Image Quality, #, w, Metering, AF
Mode, ISO, I Face Priority, ND Filter Setting
R Functie
AEL, Preview, k, P Home, Digital Tele-converter,
Conversion Lens, ND Filter Setting, Zoom Framing Assist,
R REC
I Functie
Off, #
G Functie
Off, j, Y
Functie knop Kies de rol voor de bedieningsring en de subregelaars.
L Lever Function
Voor de functie van de bedieningsring kunt u kiezen
uit [MF], [Zoom] of [MF/Zoom] terwijl de hendelfunctie
geactiveerd is.
Draairichting Kies de richting waarin de regelaars worden gedraaid om de
sluitertijd of het diafragma aan te passen of om de cursor te
verplaatsen.
q Camera
inschakelen
Als [Yes] is geselecteerd, schakelt u de camera in en start u
de weergave door de knop q in te drukken als de camera
uitgeschakeld.
Zoomsnelheid
Kies de zoomsnelheid uit [Low] of [Normal] met de
zoomhendel aan de zijkant.
71
NL
De camera-instelling aanpassen
9
Optie Beschrijving
g
Stap zoomen
Selecteer [On] voor [c] (zoomhendel] of [b] (zoomhendel
opzij) om de geselecteerde bediening voor stap zoomen
te gebruiken. Bij stap zoomen is het zoomen ingesteld in
9 duidelijke stappen (weergegeven als 35 mm formaat
equivalent brandpuntafstand, de stappen zijn 28 mm,
35 mm, 50 mm, 70 mm, 85 mm, 100 mm, 135mm, 200 mm
en 300 mm).
T Connection/Sound
MENU
c
T
Optie Beschrijving
g
HDMI [HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren voor
aansluiten op een televisie via een HDMI-kabel.
[HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen
bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die
HDMI-controle ondersteunen.
80
Video Out Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of
regio wordt gebruikt.
80
8 (Piepgeluid)
U kunt het volume in- of uitschakelen van het sluitergeluid
en van het piepgeluid dat klinkt wanneer bedieningen
worden uitgevoerd.
Volume Weergavevolume aanpassen.
13, 54
USB-modus Kies een modus om de camera op een computer of printer
aan te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USB-
modus weer te geven telkens wanneer de camera wordt
aangesloten.
72
NL
De camera-instelling aanpassen
9
U Display
MENU
c
U
Optie Beschrijving
g
G/Info Settings
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop
INFO wordt ingedrukt.
[qInfo]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
volledig frameweergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt.
[G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
de index- en kalenderweergave.
qInfo
LV-Info
G Settings
Alleen beeld

Alles
––
&

Licht&donker

Gauge-niveau 1
Gauge-niveau 2
4-frame index ––
9-frame index ––
25-frame index ––
78
Rasterweergave
Om richtlijnen voor het frame te kiezen uit [Off], [w], [x],
[y] of [X], selecteert u [Displayed Grid].
KControl
Settings
Kies de regelaars die in elke fotomodus worden
weergegeven.
Regelaars
Stand Fotograferen
A
P/A/
S/M
ART SCN
Live controle (Blz. 32)

SCP (Blz. 66)

Live uitleg (Blz. 26)
–––
Filtermenu ––
Scènemenu –––
Fotofunctie-
Instellingen
Geef alleen de geselecteerde fotomodus weer wanneer live
controle of het superbedieningspaneel wordt gebruikt om
een fotomodus te selecteren.
33, 48
Histogram
Settings
[Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van
de markering.
[Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
onderbel.
LV Versterk. Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven
om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de
belichtingscorrectie en andere instellingen zijn niet zichtbaar
op de monitor.
Sleep De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode geen
handelingen worden uitgevoerd. De camera kan opnieuw
worden geactiveerd door de ontspanknop half in te drukken.
73
NL
De camera-instelling aanpassen
9
Optie Beschrijving
g
Weergave brand-
puntsafstand
Kies hoe zoomen wordt weergegeven als de zoomhendel
tijdens het fotograferen gebruikt wordt (Blz. 14).
[Magnification]: De zoomweergave geeft de vergroting weer.
[Focal Length]: De zoomweergave geeft de
brandpuntsafstand weer.
[35mm equiv.]: De zoomweergave geeft de 35 mm formaat
equivalent brandpuntsafstand.
14
V Exp/p/ISO
MENU
c
V
Optie Beschrijving
g
Metering Kies een meting op basis van de scène. 38
P+Meting
Als [On] geselecteerd is, wordt de belichting gemeten met
het geselecteerde AF-doel.
Ruisonderdr. Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij lange
sluitertijden.
[Auto]: Ruisonderdrukking wordt alleen uitgevoerd bij lange
sluitertijden.
[On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast.
[Off]: Ruisonderdrukking uit.
Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd
nodig om het beeld op te nemen.
De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij
repeterende opnames.
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt
deze functie niet optimaal.
20
Ruisfilter Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij
hoge ISO-gevoeligheden.
ISO De ISO-gevoeligheid instellen. 40
ISO-auto set Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt wordt
voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd is voor
[ISO].
[High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
[Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
Bulb-timer U kunt een maximumtijd instellen voor bulb opnames.
W #Aangepast
MENU
c
W
Optie Beschrijving
g
# Slow Limit
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een flits
wordt gebruikt.
w+F
In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde
van de belichtingscorrectie en wordt de flitssterkteregeling
geactiveerd.
74
NL
De camera-instelling aanpassen
9
X K/Kleur/WB
MENU
c
X
Optie Beschrijving
g
WB Stel de witbalans in. Dit is hetzelfde als de live controle
instelling. U kunt de witbalans ook voor elke modus
fijn afstellen. U kunt ook fijn afstellingen uitvoeren met
witbalanscorrectie op het super bedieningspaneel (Blz. 66).
34
All >
[All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi
behalve [CWB].
[All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi
behalve [CWB].
W Keep Warm
Color
Selecteer [Off] om “warme“ kleuren te elimineren uit foto's
die bij gloeilamplicht werden genomen.
#+WB
Pas de witbalans aan voor gebruik met een flitser.
Kleurruimte U kunt selecteren hoe kleuren door de monitor of printer
worden weergegeven.
K Set
De opnamemodus voor JPEG foto's kan worden
geselecteerd uit vier combinaties van beeldgrootte en
compressiefactor. De camera biedt keuze uit drie formaten
en vier compressiefactoren voor elke combinatie.
1) Gebruik HI om een
combinatie ([K1] –
[K4]) te kiezen en
verander met FG.
2) Druk op Q.
F
1
SF
Y
2
F
X
3
N
W
4
SF
W
D
Set
Pixel Count
Back
Set
CompressiefactorAantal pixels
37, 103
Pixel Aantal
Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat.
1) Selecteer [Xiddle] of
[Wmall] en druk op I.
2) Kies een aantal pixels
en druk op Q.
Xiddle
Wmall
3200×2400
1280×960
Pixel Count
Set
Back
37, 103
75
NL
De camera-instelling aanpassen
9
Y Record
MENU
c
Y
Optie Beschrijving
g
Bestandsnaam [Auto]: Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de
bestandsnummers van het vorige kaartje aangehouden.
Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste
nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat
beschikbaar is op het kaartje.
[Reset]: Als u een nieuwe kaartje plaatst, beginnen de
mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001.
Als u een kaartje plaatst waarop al foto's staan, beginnen
de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
hoogste bestandsnummer dat al op het kaartje stond.
Bewerk
bestandsnaam
Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven
door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de
bestandsnaam te bewerken.
sRGB: Pmdd0000.jpg Pmdd
AdobeRGB: _mdd0000.jpg mdd
dpi-Instelling De afdrukresolutie instellen.
Copyrightinstell.* Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het
auteursrecht toe aan nieuwe foto's. Namen kunnen tot 63
tekens lang zijn.
[Copyright Info.]: Selecteer [On] om de namen van de
fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen
in de Exif-gegevens van nieuwe foto's.
[Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in.
[Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van het
auteursrecht.
1) Markeer een teken 2 en druk op Q om het
gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 1.
2) Herhaal stap 1 om de
naam te vervolledigen,
markeer vervolgens
[END] en druk op Q.
Om een teken te
verwijderen, drukt u op
de knop INFO om de
cursor in het naamvak
1 te plaatsen en
markeert u het teken.
Na selectie drukt u op
de knop INFO om de
cursor opnieuw in het
vak 2 te plaatsen en
drukt u op [Delete].
!”#$%&
()
*+, - . /
01234567
89: ; <=>?
@
ABCDEFGH I J KLMNO
PQRSTUVWXY Z
[]_
abcde fgh i j k lmn
opqr s t uvwxy z
{}
ABCDE
05/63
END
Delete
Copyright Name
Cancel
Set
1
2
* OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen
over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
76
NL
De camera-instelling aanpassen
9
Z Movie
MENU
c
Z
Optie Beschrijving
g
Movie R
Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen.
Wind
ruisonderdrukking
Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname.
Opnamevolume Pas de gevoeligheid van de microfoon aan passend bij de
afstand tot uw onderwerp.
b
K
Utility
MENU
c
b
Optie Beschrijving
g
Pixel-Mapping Met de functie pixel-mapping kan de camera het
beeldopneemelement en de beeldbewerkingsfuncties
controleren en bijstellen.
100
Belichtingsafst. Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie
in de geselecteerde richting.
De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor
normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de
belichtingscorrectie (Blz. 29).
Niveau aanp. Pas de hoek van de virtuele horizon aan.
[Reset]: Herstel de fabrieksinstellingen voor de
standaardhoek.
[Adjust]: Stel de virtuele horizon in op de huidige hoek van
de camera.
Om de virtuele horizon te zien, selecteer [On] voor een
[G/Info Settings] (Blz. 72) > [LV-Info] Gauge-niveau
en druk dan op de knop INFO tot de virtuele horizon
verschijnt op het opnamescherm.
Touchscreen
instellingen
Activeer het touchscreen. Kies [Off] om het touchscreen uit
te schakelen.
Eye-Fi* Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaartje
wordt gebruikt.
102
m/ft Wanneer [AF Mode] (Blz. 39) is ingesteld op [MF], kunt u
meters of voet kiezen als lengtemaat voor weergave op de
monitor.
EVF-aanpassing Pas de helderheid en de
kleurtemperatuur van de
elektronische zoeker aan.
Kleurtemperatuur wordt
toegepast op de zoeker.
Gebruik HI om de
kleurtemperatuur (j) of de
helderheid (k) te selecteren
en gebruik FG om een
waarde te kiezen tussen [+7]
en [–7].
-
5
j
+2
k
EVF Adjust
Back
Set
De helderheid wordt automatisch ingesteld wanneer [EVF
Auto Luminance] op [On] is ingesteld.
77
NL
De camera-instelling aanpassen
9
Optie Beschrijving
g
EVF auto
schakelen
Stelt in of de EVF automatisch ingeschakeld moet worden.
Als [Off] is geselecteerd, zal de zoeker niet worden
ingeschakeld wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt.
Druk op de knop u om de weergave te kiezen. U kunt
dit menu ook weergeven door de knop u ingedrukt te
houden.
Tijdens belichten
"
Stelt in of het beeld nog steeds gestabiliseerd moet worden.
Ingesteld op [On] wordt een afbeelding gestabiliseerd
tijdens het fotograferen. Het beeld is stabieler.
33, 50
* Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u het Eye-Fi-kaartje uit de
camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi].
De camera ondersteunt de “eindeloze“ Eye-Fi-stand niet.
Knopfuncties
MENU c S [Button Function]
Zie de onderstaande tabel voor de functies die toegewezen kunnen worden. De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de specifieke knop.
Knopfuncties
[U Function]/[V Function]/[R Function]/[I Function]/[G Function]
AEL Druk op de knop om de belichting te vergrendelen.
Preview Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt.
k
De camera meet de witbalans wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt terwijl u op de knop drukt (Blz. 35).
P Home
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AF-doel
geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home] (Blz. 68).
De home-positie van het AF-doel wordt aangeduid met een
p-icoon. Druk nogmaals op de knop om naar de AF-doelmodus
terug te keren. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de
home-positie geselecteerd is, wordt de home-positie gereset.
Digitale tele-converter De digitale-teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij
de huidige zoomfactor. De camera slaat de middelste uitsnede
op. De zoom wordt met ongeveer 2× vergroot. Druk op de knop
om digitaal zoomen in of uit te schakelen. Als u een andere
functie aan de knop toewijst, annuleert dit de instelling voor
digitale-teleconverter.
Voorzetlens Stelt de bevestigde voorzetlens in.
ND-filterinstelling Past het ND-filter aan.
Zoom Framing Assist Druk de knop in tijdens het zoomen om iets uit te zoomen. Houd
de knop ingedrukt om de frame ondersteuning uit te schakelen
nadat u de knop hebt losgelaten.
Uit Er is geen functie toegekend aan de knop.
IS Mode Pas de instellingen voor de beeldstabilisatie aan.
Fotomodus Stel de afwerking en de creatieve filter voor een beeld in.
SCN U kunt het scèneprogr. wijzigen.
ART U kunt het creatieve filter wijzigen.
78
NL
De camera-instelling aanpassen
9
WB Pas de witbalans aan.
j/Y
Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner.
Ratio Pas de breedte-hoogteverhouding aan.
K Resolutie
Pas de resolutie voor foto's aan.
n Resolutie
Pas de resolutie voor films aan.
#
Kies een flitsmodus.
w
Pas het uitgangsvermogen van de flits aan.
Metering Pas de belichtingsmethode aan.
AF-modus Pas de AF-methode aan.
ISO De ISO-gevoeligheid instellen.
I Face priority
Pas de gezichtsprioriteit aan.
R REC
Druk op de knop om een film op te nemen.
Kiezen welke informatie op het fotodisplay wordt getoond
De optie [G/Info Settings] in het aangepaste menu (Blz. 72) kan worden gebruikt om te
kiezen welke informatie tijdens het opnemen op het scherm wordt weergegeven. Druk
op de knop INFO om als volgt door het opnamescherm te bladeren:
125125 F5.6
ISO
200
L
N
P
01:02:0301:02:03
12341234
HD
+
2.0
+
2.0
00
250250 F5.6
P
0.00.0
+7+7-3-3
INFO
Gauge-niveau 1
INFO INFO
250250 F5.6
P
0.00.0
INFO
Alleen beeld
Histogramweergave
Informatiedisplay aan
L
N
01:02:0301:02:03
3838
F5.6
P
0.00.0
ISO
200
125125
HD
L
N
01:02:0301:02:03
3838
F5.6
P
0.00.0
ISO
200
125125
HD
INFO
INFO
Licht&donker
weergave
Gauge-niveau 2
weergave
Gauge-niveau weergave
De stand van de camera aangeven. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de
verticale balk en de stand voor 'horizon' wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik
de indicatie op de waterpas als richtlijn.
Als het gauge-niveau niet de juiste stand aangeeft, kalibreert u de hoek van het gauge-
niveau. g [Belichtingsafst.] (Blz. 68)
Licht&donker weergave
Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven,
delen onder de ondergrens blauw. g [Histograminstelling] (Blz. 68)
79
NL
De camera-instelling aanpassen
9
80
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
10
De camera op een ander apparaat
aansluiten
Camerabeelden weergeven op een televisie
Gebruik de AV-kabel (afzonderlijk verkocht) om opgenomen beelden op uw televisie
weer te geven. U kunt beelden in high-definition weergeven op een HD-televisie door
deze aan te sluiten op de camera met de HDMI-kabel (afzonderlijk verkocht).
AV-kabel (apart verkocht: CB-AVC3)
(Aansluiten op de video-ingang (geel) en de
audio-ingang (wit) van de televisie.)
HDMI-kabel
(Aansluiten op de HDMI-
connector op de televisie.)
Multiconnector
HDMI-microconnector
(type D)
1
Gebruik de kabel om de camera op de tv aan te sluiten.
Pas de instellingen op de tv aan voordat u de camera aansluit.
Kies de videomodus van de camera voordat u de camera via een AV-kabel aansluit.
g [Video Out] (Blz. 71)
2
Kies het invoerkanaal van de tv.
De monitor van de camera wordt uitgeschakeld wanneer de kabel is aangesloten.
Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
# Let op
Voor meer details over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie raadpleegt u de
handleiding van de televisie.
Afhankelijk van de instellingen van uw televisie kunnen de weergegeven beelden en de
informatie uitgesneden zijn.
Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang
gegeven aan HDMI.
Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype
selecteren. Kies een formaat dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie
werd geselecteerd.
1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer.
720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer.
480p/576p
480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL]
geselecteerd is voor [Video Out]
(Blz. 71)
.
81
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze
is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt.
1
Selecteer [HDMI] in c Aangepast menu tab T.
2
Selecteer [HDMI Control] en kies [On].
3
Bedien de camera met de afstandsbediening van de tv.
U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of
verbergen door op de “Rode“ knop te drukken, en kunt u de indexweergave
weergeven of verbergen door op de “Groene“ knop te drukken.
Sommige televisies ondersteunen niet alle functies.
U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
82
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Beelden printen
Direct afdrukken (PictBridge)
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer,
dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen.
De camera aansluiten
USB-poort
Kleiner
contact
USB-kabel
Multiconnector
# Let op
Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
RAW-beelden en films kunnen niet worden geprint.
Eenvoudig printen
1
Selecteer met HI de te printen foto's om deze op de camera weer te
geven.
2
Sluit de camera met de meegeleverde
USB-kabel aan op de printer.
Als het scherm voor eenvoudig afdrukken niet wordt
weergegeven, kies dan [Auto] voor de USB-modus
in het aangepaste menu T van de camera voordat
opnieuw verbinding wordt gemaakt met de PC.
3
Druk op I.
Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt als het printen is voltooid.
Om een andere foto te printen, selecteert u met HI de gewenste foto en drukt u
op Q.
Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het instelmenu
voor selecteren van de foto wordt weergegeven.
Custom Print
Easy Print Start
83
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Printen volgens de specificatie van de klant
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en
schakel de camera in.
Als de camera wordt ingeschakeld, moet een
dialoogvenster op de monitor verschijnen om een host
te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto]
voor [USB Mode] (Blz. 68) in de aangepaste menu's van
de camera.
2
Gebruik FG om [Custom Print] te selecteren.
[Do Not Remove USB Cable] verschijnt, gevolgd door
een dialoogvenster om de printfunctie te selecteren.
Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt, koppelt u de USB-kabel los start
u opnieuw vanaf stap 1.
3
Volg de bedieningsinstructies voor het instellen van een afdrukoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan
hieronder vermeld.
Print De geselecteerde foto's worden geprint.
Alles
afdrukken
Alle foto's die opgeslagen zijn op het kaartje worden geprint. Elke
foto wordt één keer geprint.
Multi-Afdruk
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
Index alles Print een index van alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen.
Afdrukbestel-
ling
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet
beschikbaar.
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-
instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Grootte Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Zonder rand
Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen
een blanco kader.
Pics/sheet
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie
[Multi Print] hebt geselecteerd.
USB
Easy Print
MTP
Storage
Set
Custom Print
84
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen. De geselecteerde
foto's kunnen later worden geprint (reservering van
een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan
rechtstreeks worden geprint.
Single Print More
Select Print
2014.09.01 12:30 15
123-3456
Print (f)
Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een
[Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde
foto worden geprint.
Single Print (t)
Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt
weergegeven. Als u na het maken van een [Single Print]-
reservering deze printreservering ook op andere foto's wilt
toepassen, selecteert u met HI de gewenste foto's.
More (u)
Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet.
Hoe u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ in de volgende
paragraaf.
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de
foto wilt afdrukken.
<×
Voor het instellen van het aantal prints.
Datum Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen.
Bestandsnaam Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen.
P
Snijdt het beeld uit voor het afdrukken. Stel de grootte van de
uitsnede in met de bedieningsring of de subregelaar en stel de
positie van de uitsnede in met FGHI.
4
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Print] en drukt u op Q.
Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het printen te
hervatten, selecteert u [Continue].
Printen annuleren
Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Houd er rekening mee
dat wijzigingen aan de printopdracht verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te
keren naar de vorige stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen in de huidige printopdracht,
drukt u op MENU.
85
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Printreservering (DPOF)
U kunt digitale “printorders“ opslaan op het geheugenkaartje die aangeven welke
foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in
een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera
rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder aan te maken is
een geheugenkaartje vereist.
Een printorder aanmaken
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer
[<].
2
Selecteer [<] of [
U
] en druk op Q.
Individuele foto's
Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een
printreservering wilt instellen en druk op FG om het
aantal prints in te stellen.
Om een printreservering voor meerdere foto's in te
stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer alle
gewenste foto's geselecteerd zijn.
<
ALL
Print Order
Back
Set
Alle foto's
Selecteer [U] en druk op Q.
3
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave
en druk op Q.
No De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
Datum
De foto's worden geprint met de datum van
fotograferen.
Tijd
De foto's worden geprint met het tijdstip van
fotograferen.
Als tegelijkertijd meerdere foto's worden afgedrukt, kunnen de instellingen niet apart
worden gewijzigd voor elke foto.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
# Let op
De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten
zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande
printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten.
Een printorder kan geen RAW-beelden of -videobeelden bevatten.
No
Date
Time
X
Back Set
86
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Alle of geselecteerde foto's uit de printorder verwijderen
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor
geselecteerde foto's.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] en druk op Q.
Om alle foto's uit de afdrukbestelling te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u
op Q. Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt
u op Q.
3
Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt
verwijderen.
• Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste
foto's uit de printorder hebt verwijderd.
4
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
5
Selecteer [Set] en druk op Q.
87
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Camera aansluiten op een computer
De camera aansluiten
Kleiner
contact
USB-poort
Multiconnector
USB-kabel
# Let op
Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt een
bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage].
Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de
computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen
batterij.
Als de camera u niet vraagt om een verbindingstype te kiezen, moet u de camera
opnieuw aansluiten nadat u [Auto] hebt gekozen voor [USB Mode] in het aangepaste
menu T (Blz. 68).
88
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Software installeren
Windows
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
Windows XP
Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Microsoft ondersteunt XP niet langer. Voortgezet
gebruik kan de beveiliging van uw computer in gevaar
brengen; gebruik het op eigen risico.
Windows Vista/Windows 7/Windows 8/Windows 8.1
Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
# Let op
Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “My Computer“
(Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) uit het startmenu.
Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster “OLYMPUS
Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“.
Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Ja“ of “Verder“.
2
Volg de instructies op het scherm van uw computer.
3
Registreer uw Olympus-product.
Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
4
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de
software te installeren.
Besturingssysteem
Windows XP SP3 /Windows Vista SP2 /
Windows 7 SP1 /Windows 8 /Windows 8.1
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Core 2 Duo 2.13 GHz of beter is vereist voor filmpjes)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstellingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimum 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
89
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Macintosh
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
De inhoud van de schijf moet automatisch worden
weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
2
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de
installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de
instructies op het scherm om de software te installeren.
Besturingssysteem Mac OS X v10.5–v10.9
Processor
Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
(Core 2 Duo 2.13 GHz of beter is vereist voor filmpjes)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstellingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Andere talen kunnen worden geselecteerd in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over
het gebruik van de software, raadpleegt u de online-help.
90
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
Foto's naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden
overbrengen naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje
op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de
USB-aansluiting:
Windows
Windows XP SP3/Windows Vista SP2/Windows 7 SP1/
Windows 8/Windows 8.1
Macintosh Mac OS X v10.5-v10.9
1
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details
raadpleegt u de handleiding van de computer.
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3
Druk op FG om [Storage] te selecteren. Druk
op Q.
USB
Easy Print
MTP
Storage
Set
Custom Print
4
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
# Let op
Als u Windows Vista/Windows 7/Windows 8/Windows 8.1 gebruikt op uw computer,
selecteert u [MTP] in stap 3 om Windows Photo Gallery te gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook niet als
de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde
computers.
De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera
verbonden is met een computer.
Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera is
aangesloten, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 68) in de aangepaste menu's van de
camera.
91
NL
De camera op een ander apparaat aansluiten
10
92
NL
Afzonderlijk verkochte accessoires gebruiken
11
11
Afzonderlijk verkochte accessoires
gebruiken
Oogkapje
U kunt dit door een groter oogkapje (EP-11) vervangen. Verwijderen
Een externe flitser gebruiken die werd ontworpen
voor gebruik met deze camera
Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe flitsers gebruiken
om een flitser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe flitsers
communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt uitbreiden
met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO.
Monteer een voor deze camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de
camera. U kunt de flitser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met
behulp van de flitskabel (optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die
geleverd is bij de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
Optionele flitser Flitsregeling GN (richtgetal) (ISO100)
FL-14
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL
GN14 (28 mm*)
FL-36R GN36 (85 mm*) GN20 (24 mm*)
FL-50R GN50 (85 mm*) GN28 (24 mm*)
FL-300R GN20 (28 mm*)
FL-600R GN36 (85 mm*) GN20 (24 mm*)
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (berekend op basis van camera met
35 mm-film).
Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe flitser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt
over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze flitserfotografie.
De camera kan de flitsers in maximaal drie groepen aansturen. Raadpleeg de
handleidingen die geleverd zijn bij de externe flitsers voor meer informatie.
1
Zet de externe flitsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
Schakel elke flitser in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
Selecteer een kanaal en groep voor elke flitser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in
J
Fotografeermenu 2 (Blz. 46).
Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-flitsstand.
U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk op de
knop INFO te drukken.
93
NL
Afzonderlijk verkochte accessoires gebruiken
11
Selecteer een flitsstand (merk op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in
de RC-stand).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
250250 F5.6
0.0
0.0
P
3838
A Mode
TTL
M
Off
+5.0
TTL +3.0
1/8
1
Ch
Flitssterkte
Groep
• Selecteer de flitserfunctie
en pas de flitssterkte
afzonderlijk aan voor elke
groep. Voor de MANUAL-
functie selecteert u de
flitssterkte.
# Sync
Kanaal
• Zet het communicatieka-
naal op hetzelfde kanaal
dat u op de flitser gebruikt.
FlitssterkteFlitsregeling
Pas de instelling aan voor de
flitser van de camera.
4
Druk op de flitserschakelaar om de interne flitser open te klappen.
Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe flitsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Instelbereik bij draadloos flitsen
Plaats de draadloze flitsers met de afstands-
bedieningssensor gericht naar de camera.
Op de afbeelding hiernaast wordt het bereik
(bij benadering) weergegeven waarbinnen de
flitsers kunnen worden geplaatst. Het werke-
lijke bedieningsbereik varieert afhankelijk van
de plaatselijke omstandigheden.
5m
3m
100°100°
50°
50°
50°
50°
60°
60°
30°
30°
30°
30°
# Let op
Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe flitsers te gebruiken.
Externe flitsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor de tweede
gordijn trage synchronisatie.
Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuurflitsen van de
ingebouwde flitser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door de
intensiteit van de ingebouwde flitser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
Andere externe flitsers
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het bevestigen van een externe
flitser die niet werd ontworpen voor gebruik met deze camera op de flitserschoen van
de camera:
Als u een verouderde flitser bevestigt die een stroom van meer dan 24 V doorgeeft aan
het contactpunt van de flitserschoen van de camera, zal dit de camera beschadigen.
Als u een flitser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de
Olympus-specificaties, kan dit de camera eveneens beschadigen.
Alleen gebruiken wanneer de camera in fotografeerstand M staat met andere
ISO-instellingen dan [AUTO].
De flitsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de flitser handmatig in te stellen op
de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera. De
helderheid van de flitser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het diafragma
aan te passen.
Gebruik een flitser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens. De verlichtingshoek
wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden van een kleinbeeldcamera.
94
NL
Handige tips
12
12
Als de camera niet werkt zoals verwacht of als er een foutmelding op het scherm verschijnt
en u niet zeker weet wat u moet doen, raadpleegt u de volgende informatie om het probleem
te verhelpen.
Problemen oplossen
Handige tips
Batterij
De camera werkt niet, zelfs als de
batterijen geplaatst zijn.
Plaats opgeladen batterijen in de juiste
richting. g “De batterij en het kaartje
plaatsen en verwijderen“ (Blz. 7)
De prestaties van de batterij kunnen
tijdelijk lager liggen wegens de lage
temperatuur. Neem de batterijen uit de
camera en warm deze op door deze een
tijdje in uw zak te houden.
Kaart
Er verschijnt een foutmelding.
g “Foutmelding“ (Blz. 95)
Ontspanknop
Er wordt geen opname gemaakt als de
ontspanknop wordt ingedrukt.
• Sluimerstand annuleren.
Om de batterij te sparen, gaat de camera
automatisch naar de sluimerstand
en wordt de monitor uitgeschakeld
als de camera gedurende een vooraf
bepaalde tijd niet wordt gebruikt terwijl hij
ingeschakeld is. Er wordt geen opname
gemaakt in deze stand, zelfs niet als de
ontspanknop helemaal wordt ingedrukt.
Bedien de zoomknop of een andere
knop om de camera uit de sluimerstand
te halen, voordat u een foto maakt. Als
er nog 5 minuten niets gebeurt met de
camera, gaat deze automatisch uit. Druk
op de knop n om de camera in te
schakelen.
Druk op de knop q om naar de stand
Fotograferen te gaan.
• Wacht tot #(flitser wordt opgeladen) niet
meer knippert voordat u foto's maakt.
Tijdens langdurig gebruik van de camera
kan de interne temperatuur oplopen,
wat ertoe kan leiden dat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld. Als
dit gebeurt, wacht u tot de camera
voldoende is afgekoeld.
De externe temperatuur van de camera
kan ook oplopen tijdens gebruik, dit
is echter normaal en wijst niet op een
storing.
Monitor
Onduidelijk beeld.
Er kan zich condensatie gevormd
hebben. Schakel de camera uit en wacht
tot de camera zich aangepast heeft aan
de omgevingstemperatuur en droog is
voor u foto's neemt.
Het licht wordt in de foto gevangen.
Als u een foto neemt in donkere
situaties, kunnen er weerkaatsingen van
de flitser zichtbaar zijn op het stof in de
lucht.
Functie Datum en tijd
De instellingen voor datum
en tijd keren terug naar de
standaardinstelling.
Als de batterijen gedurende ongeveer
3 dagen
*1
uit de camera worden
gehaald, keren de instellingen voor
de datum en de tijd terug naar de
standaardinstellingen en moet u deze
informatie dus opnieuw instellen.
*1 De tijdsduur voor de instelling voor
datum en tijd terugkeert naar de
standaardinstelling, is afhankelijk van
de oplaadtoestand van de batterijen.
g “De camera inschakelen en voor
het eerst instellen“ (Blz. 8)
95
NL
Handige tips
12
Foutmelding
Aanduiding op
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
Card Error
Er is een probleem met het
kaartje.
Plaats het kaartje opnieuw.
Blijft het probleem bestaan,
dan moet u het kaartje
formatteren.
Als het kaartje niet
geformatteerd kan worden,
kan dit niet gebruikt worden.
Write Protect
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiliging van
het kaartje staat op “LOCK“.
Verschuif de schakelaar.
(
Blz. 102)
Card Full
Het kaartje is vol. Er
kunnen geen foto's meer
worden genomen of er
kan geen informatie, zoals
printreservering, meer worden
opgeslagen.
Er is geen plaats op het
kaartje en printreservering of
nieuwe beelden kunnen niet
opgeslagen worden.
Vervang het kaartje door
een ander of wis overbodige
beelden.
Breng belangrijke beelden
over naar een computer
voordat u beelden gaat
wissen.
No Picture
Er zijn geen foto's op het kaartje
opgeslagen.
Het kaartje bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Picture Error
Er heeft zich een probleem
met de geselecteerde foto
voorgedaan, waardoor dit beeld
met de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
Gebruik
beeldbewerkingssoftware
om het beeld op een PC te
bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
The Image Cannot Be
Edited
Foto's die met een andere
camera zijn genomen kunnen
niet met deze camera bewerkt
worden.
Gebruik
beeldbewerkingssoftware om
de foto te bewerken.
96
NL
Handige tips
12
Aanduiding op
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
De interne temperatuur van
de camera is toegenomen
ten gevolge van repeterende
opnamen.
Schakel de camera uit
en wacht tot de interne
temperatuur gedaald is.
Interne cameratempe-
ratuur is te hoog.
Wacht even totdat
de camera is afge-
koeld, voordat u deze
gebruikt.
Wacht even totdat de
camera automatisch wordt
uitgeschakeld. Laat de interne
temperatuur van de camera
afkoelen, voordat u de camera
weer in gebruik neemt.
Battery Empty
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.
No Connection
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit
hem opnieuw aan.
No Paper
De papiervoorraad van de printer
is op.
Leg een nieuwe voorraad
papier in de printer.
No Ink
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de
printer.
Jammed
Het papier is vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Inst. Veranderd
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
bediend terwijl er instellingen op
de camera ingevoerd werden.
Bedien de printer niet, terwijl
u instellingen op de camera
maakt.
Print Error
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer
uit. Controleer de printer en
hef eventuele storingen op
voordat u weer inschakelt.
Kan niet afdrukken
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de
foto's te printen.
97
NL
Handige tips
12
Fotografeertips
Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt maken, raadpleegt u de volgende
informatie.
Scherpstel-
Scherpstellen op het object.
Maak foto's met behulp van het touchscreen. g Blz. 43
Een foto maken van een onderwerp dat niet in het midden van de monitor staat.
Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat zich op dezelfde afstand
als het onderwerp bevindt, composeert u de opname en maakt u de foto.
g “Scherpstelvergrendeling“ (Blz. 39)
Gezichtsprioriteit-AF gebruiken. g Blz. 40
Een foto nemen van een onderwerp in de schaduw.
Met de AF belichting verloopt het scherpstellen gemakkelijker. g “AF hulpverl.“ (Blz. 68)
Een foto maken van onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
In de volgende gevallen stelt u scherp op een object (door de ontspanknop half in te
drukken) met hoog contrast op dezelfde afstand van het onderwerp, waarna u de foto
kadreert en de opname maakt.
Object met weinig contrast Extreem fel licht in het midden
van het beeld
Onderwerp zonder verticale
lijnen
*1
Onderwerpen op verschillende
afstanden
*1
Snel bewegende objecten Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied
*1 U kunt de opname ook kadreren door de camera verticaal te houden om scherp te stellen,
waarna u terugkeert naar de horizontale positie om de foto te nemen.
Cameratrilling
Foto's nemen zonder cameratrilling
Foto's maken met [Image Stabilizer].
Het beeldopneemelement verschuift om cameratrilling te corrigeren, zelfs als de ISO-
gevoeligheid niet wordt verhoogd. Deze functie is ook nuttig als foto's worden gemaakt
met een hoge zoomvergroting g “Beeldstab.“ (Blz. 33)
Selecteer [
J
Sport] in de motiefprogramma's. g Blz. 21
De stand [
J
Sport] werkt met een korte sluitertijd en kan de cameraonscherpte van
een bewegend onderwerp verminderen.
Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid.
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert, kunt u foto's nemen met een hoge
sluitertijd, zelfs op plaatsen waar u geen flitser kunt gebruiken. g “ISO“ (Blz. 40)
98
NL
Handige tips
12
Belichting (helderheid)
Beelden maken met de juiste helderheid.
Selecteer [Auto] voor [Gradation] in fotomodus
. g Blz. 49
Foto's maken met [Spot Metering]. g Blz. 38
De helderheid wordt afgestemd op een onderwerp in het midden van het scherm en het
beeld wordt niet beïnvloed door tegenlicht.
Foto's maken met [Fill In]-flitser. g Blz. 28
Een onderwerp dat zich in tegenlicht bevindt, wordt opgehelderd.
Foto's maken van een wit strand of in de sneeuw. g Blz. 21
Selecteer [
g
Beach & Snow] in het motiefprogramma.
Foto's maken met belichtingscorrectie. g Blz. 29
Regel de helderheid bij terwijl u het scherm bekijkt om de foto te maken. Als u foto's
maakt van witte onderwerpen (bijv. sneeuw), zijn de beelden meestal donkerder dan het
eigenlijke onderwerp. Gebruik de belichtingscorrectie om in de positieve (+) richting bij
te regelen, zodat de witte tinten overeenkomen met de realiteit. Als u daarentegen foto's
neemt van zwarte onderwerpen, regelt u bij in de negatieve (-) richting.
Kleurschakering
Foto's maken met kleuren in dezelfde schakering als in de realiteit.
Foto's maken door witbalans te selecteren. g Blz. 34
In de meeste omgevingen kunt u normaal gesproken de beste resultaten verkrijgen in
de instelling [WB Auto], maar voor sommige onderwerpen kunt u experimenteren met
andere instellingen. (Dit geldt bijvoorbeeld voor een zonnescherm bij heldere hemel,
gemengde natuurlijke en kunstmatige lichtinstellingen enz.)
Resolutie
Scherpere foto's maken.
Foto's maken met lage ISO-gevoeligheid. g Blz. 40
Als de foto met een hoge ISO-gevoeligheid wordt gemaakt, kan er ruis optreden
(kleine gekleurde punten en ongelijkmatige kleuren die niet in het oorspronkelijk beeld
voorkomen) en kan het beeld er korrelig uitzien.
Tips voor weergave/bewerking
Weergave
Beelden met hoge beeldkwaliteit bekijken op een HD televisie.
Sluit de camera op de televisie aan met behulp van een HDMI-kabel (afzonderlijk
verkocht). g “Camerabeelden weergeven op een televisie“ Blz. 80
Bewerken
Het geluid wissen dat bij een stilstaand beeld werd opgenomen.
Geef een stilstaand beeld weer om het geluid te wissen, en selecteer [Erase]
voor [R]. gR (Audio-opname)“ Blz. 55
99
NL
Handige tips
12
100
NL
Informatie
13
13
Informatie
Reinigen en opbergen van de camera
Onderhoud van de camera
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u
de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje en wrijf de lens
vervolgens met een lensreinigingsmiddel voorzichtig schoon.
# Let op
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzeen of alcohol of een met chemicaliën
behandeld doekje.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
Opslag
Indien de camera voor langere tijd opgeborgen wordt, haalt u de batterij, de
lichtnetadapter en het kaartje uit de camera en bergt u de camera op in een koele, droge
ruimte die goed geventileerd is.
Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera.
# Let op
Laat de camera niet achter op plaatsen waar met chemicaliën wordt gewerkt, omdat dan
corrosie kan ontstaan.
Pixel-mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie pixel-mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingsfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor hebt gebruikt of continu
foto's gemaakt hebt, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel-mapping
gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1
Selecteer [Pixel Mapping] in c Aangepast menu (Blz. 68) tabblad b.
2
Druk op I en druk vervolgens op Q.
Tijdens pixel-mapping geeft de [Busy]-balk in het monitorbeeld de voortgang weer.
Als pixel-mapping is afgesloten, verschijnt het menu weer.
# Let op
Als u tijdens pixel-mapping de camera uitschakelt, begint u opnieuw vanaf stap 1.
101
NL
Informatie
13
Batterij en laadapparaat
Gebruik één Olympus lithium-ionbatterij. Gebruik alleen originele oplaadbare batterijen
van OLYMPUS.
Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen, zal de
batterij snel leeg zijn.
Door veelvuldig te zoomen.
Herhaaldelijk uitvoeren van autofocus door half indrukken van de sluiterknop in
fotomodus.
Langdurig weergeven van beelden op de monitor.
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt.
Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor gebruik op met het meegeleverde laadapparaat.
De normaal laadtijd met het meegeleverde laadapparaat bedraagt ongeveer 3 uur
30 minuten (schatting).
Gebruik geen laadapparaten die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de
meegeleverde batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor
gebruik met het meegeleverde laadapparaat.
# Let op
Er bestaat ontploffingsgevaar als de batterij wordt vervangen door een batterij van het
verkeerde type.
Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies “De batterij hanteren“ (Blz. 117).
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken
Het laadapparaat kan in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen het
bereik van 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz), over de hele wereld. Afhankelijk van uw land
of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat een
verloopstuk nodig heeft. Vraag uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap om
meer informatie.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat het laadapparaat dan
eventueel niet goed functioneert.
102
NL
Informatie
13
Het kaartje gebruiken
Kaartjes die geschikt zijn voor deze camera
In deze handleiding worden alle opslagmedia “kaartjes“ genoemd.
De volgende soorten SD-geheugenkaartjes (in de handel
verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt: SD, SDHC,
SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest actuele informatie op de
Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaartje
Het SD-kaartje is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als
u deze schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u geen gegevens naar het
kaartje schrijven of ervan wissen en kunt u het kaartje niet formatteren.
Zet de schakelaar weer in de ontgrendelpositie om naar het kaartje te
kunnen schrijven.
LOCK
# Let op
De gegevens op het kaartje zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het
formatteren van het kaartje of het wissen van de gegevens. Indien u het kaartje wegdoet,
dient u het te vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Gebruik het Eye-Fi-kaartje in overeenstemming met de geldende wetgeving en
regelgeving van het land waar u de camera gebruikt. Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de
camera of schakel de kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het
gebruik ervan verboden is. g [Eye-Fi] (Blz. 76)
Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
103
NL
Informatie
13
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's
dat kan worden opgeslagen
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met
een breedte-hoogteverhouding van 4:3.
Opname-
modus
Aantal pixels
(Pixel Count)
Compressie
Bestandsfor-
maat
Bestands-
grootte (MB)
Aantal stilstaande
beelden dat kan
worden opgeslagen
Kaartje
*1
RAW
3968×2976
ORF Ca. 18,5 190
YSF
1/2,7
JPEG
Ca. 8,8 420
YF
1/4 Ca. 6,1 600
YN
1/8 Ca. 3,3 1.320
YB
1/12 Ca. 2,3 1.960
XSF
3200×2400
1/2,7 Ca. 5,9 620
XF
1/4 Ca. 4,2 1.020
XN
1/8 Ca. 2,3 2.030
XB
1/12 Ca. 1,7 2.970
XSF
2560×1920
1/2,7 Ca. 4,0 1.080
XF
1/4 Ca. 2,8 1.580
XN
1/8 Ca. 1,7 3.120
XB
1/12 Ca. 1,3 4.520
XSF
1920×1440
1/2,7 Ca. 2,0 1.900
XF
1/4 Ca. 1,4 2.770
XN
1/8 Ca. 0,7 5.300
XB
1/12 Ca. 0,5 7.620
XSF
1600×1200
1/2,7 Ca. 1,4 2.710
XF
1/4 Ca. 1,0 3.930
XN
1/8 Ca. 0,5 7.620
XB
1/12 Ca. 0,3 10.170
WSF
1280×960
1/2,7 Ca. 0,9 4.060
WF
1/4 Ca. 0,6 5.810
WN
1/8 Ca. 0,3 11.090
WB
1/12 Ca. 0,3 15.250
WSF
1024×768
1/2,7 Ca. 0,6 6.100
WF
1/4 Ca. 0,4 8.710
WN
1/8 Ca. 0,2 15.250
WB
1/12 Ca. 0,2 20.340
WSF
640×480
1/2,7 Ca. 0,3 13.560
WF
1/4 Ca. 0,2 20.340
WN
1/8
Ca. 0,1 30.510
WB
1/12 Ca. 0,1 40.680
*1 Bij een SD-kaartje van 4 GB.
# Let op
Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp,
eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde gevallen
verandert het aantal resterende beelden op de monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's
maakt of opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen is 9999.
Voor de beschikbare opnametijden voor films raadpleegt u de Olympus-website.
104
NL
Informatie
13
Menulijst
*1: Kan worden toegevoegd aan [C Mode Setup].
*2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren.
*3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
I Fotografeermenu 1/J Fotografeermenu 2
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
I
Kaart setup
Alles wissen/
Annuleren
47
Terugstellen/Setup C-modus 47
Beeldeffect
i
Natural

33
K
Afbeelding
YN

36
Videobeelden Full HD
Beeldratio 4:3

36
J
j/Y
o

50
Beeldstab. On

33
Bracketing
AE BKT Uit

51
WB BKT
A – B
Uit 51
G – M
FL BKT Uit 52
ISO BKT Uit 52
ART BKT Uit 52
#RC Mode
Uit

52
# Sync # Sync 1

52
1
Uit

53
Intervalinstellingen
Frame 999

53
Start wachttijd 0:00:01
Intervaltijd 0:00:01
'Time Lapse'-film Uit
105
NL
Informatie
13
q Weergavemenu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
q
L
Starten Starten
56
Achtergrond Cosmic

Effect Standaard

Dia All

Dia-Interval 3 sec.

Filminterval Kort

R
On

58
Bewerk. Sel. Image
RAW bewrk. 58
JPEG bewrk 58
R
59
<
85
Terugstellen vergrend. 59
Verbinding met smartphone 59, 62
d Setup-menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
d
X
60
Wereldklok Thuis/elders
W *
i
j ±0, k ±0, Natural
Opn.Beeld 2 sec.

Firmware
Wi-Fi-
instellingen
Wi-Fi-verb.
instellingen
Privé
Privé-wachtwoord
Deelorder resetten
Wi-Fi-instellingen
resetten
OFF
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
106
NL
Informatie
13
c Custom Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cR
AF/MF
AF-modus Afbeelding S-AF

70
AF-veld
o

P Home instellen
o

AF hulpverl. On

I
Face Priority
Gezichtsprio. Uit

MF Assist.
Vergroting On

Pieken Uit
S
Knop/schakelaar/hendel
Knopfuncties
U Functie
Digitale tele-converter

70
V Functie
IS Mode
R Functie
Videobeelden

I Functie
#

G Functie
j/Y

Functie knop
P
j: Ps
j: F

A
j
:
FNo.
j
:
F
S
j: Sluiter
j: F
M
j: Sluiter j: FNo.
P
j: Ps
j: F
SCN
j:Modus
schakelen
j: F
ART
j: Modus
schakelen
j: F
Menu
j: B
j:A /
Waarde
q
j: GU
j:
Prev/Next
L Hendelfunctie
MF

Draairichting
Belichting
b

Menu
c
MF
b
Zoom
b
q Camera inschakelen
Ja

Zoomsnelheid
Low

Stap zoomen
c Uit

71
b Uit
T
Aansluiting/Geluid
HDMI
HDMI uit 1080i
71
HDMI Control
Uit
Video Out
8 Pieptoon
On
Volume 3

USB-modus Auto

107
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cU
Display
G/Info
Settings
q Info
H Alleen bld
H Alles
I u
I Licht&donker

72
LV-Info
H u
I Licht&donker
I Gauge-niveau 1
I Gauge-niveau 2
H Alleen bld

G Settings
I A
I B
H C

Rasterweergave Uit

KControl
Settings
iAUTO
H Live uitleg
I Live controle
I Live SCP

P/A/S/M
H Live controle
I Live SCP

ART
H Filtermenu
I Live controle
I Live SCP

SCN
H Scènemenu
I Live controle
I Live SCP

Fotofunctie-Instellingen
H
i-Enhance
H
Vivid
H
Muted
H
Portret
H
Monotone
H
Soft-focus
H
Bleke/lichte kleur
H
Lichte tonen
H
Korrelige film
H
Pinhole
H
Diorama
H
Cross-process
H
Zacht sepia
H
Dramatische toon
H
Key Line

Histogramin-
stelling
Overbel. 255

Onderbel. 0
LV Versterk. Uit

Sleep 1 min.

Weergave Brandp.afst. Vergroting

73
108
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cV
Exp/p/ISO
Metering
p

73
P+Meting
Uit

Ruisonderdrukking Auto

Ruisfilter Standaard

ISO Auto

ISO-auto set
Bovengrens: 1600
Standaard: 100

Bulb-timer 15 min

W
# Custom
#Slow Limit
1/30

73
w+F
Uit

X
K/Color/WB
WB Auto

74
All >
Alles inst. A : ±0, G : ±0

Alles
terugstellen
No
W Keep Warm Color
On

#+WB
Uit

Kleurruimte sRGB

K Set
K1: YF

K2: YN
K3: XN
K4: WN
Pixel Aantal
Xiddle
2560×1920

Wmall
1280×960
Y
Opnemen
Bestandsnaam Terugzetten
75
Bewerk be-
standsnaam
sRGB
Uit
Adobe RGB
dpi-Instelling 350
Copyrightin-
stell.
Copyright-
info.
Uit
Naam artiest
Copyright-
naam
Z
Videobeelden
Movie R
On

76
Wind ruisonderdrukking Uit

Opnamevolume Normaal

109
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
b K Utility
Pixel-Mapping
76
Belichtings-
afst.
p
±0

J
5
Niveau aanp. Terugzetten
Touchscreen instellingen On
Eye-Fi On

m/ft * m
EVF-
aanpassing
EVF Auto
Luminance
On
EVF-
aanpassing
j ±0, k ±0
EVF auto schakelen On
77
Tijdens belichten
"
Uit

* Weergegeven wanneer MF is geselecteerd.
110
NL
Informatie
13
Lijst van beschikbare instellingen in elke
fotografeerstand
A
P/A/S/M C1/C2
P
Standaard Leuke kaders
F

――
Licht&donker

――
IS Mode

Fotomodus

――
WB

j/Y
*1

――
Ratio

――
K Resolutie

n Resolutie
*1

#
*1 *1

w

Metering

――
AF-modus

*1 *1
ISO
*1

I Face Priority

――
ND-filterinstelling

Movie
R

Digitale tele-converter

――
1

*1 Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
111
NL
Informatie
13
Lijst van SCN-instellingen
OP
L
a J
GU
R
Ts
(
0
g
F
―――
―――――――――
Licht&donker
―――
―――――――――
IS Mode

Fotomodus
―――
―――――――――
WB
―――
―――――――――
j/Y
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
Ratio


K Resolutie
*1

*1

n
Resolutie
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
#
*1 *1 *1 *1 *1 ――――*1 *1
w
―――
―――――――――
Metering
―――――――――――――
AF-modus
―――――――――――
ISO
―――
―――――――――
I Face Priority

――

ND-filterinstelling
―――
―――――
―――
Movie
R

Digitale tele-converter

1

*1 Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
112
NL
Informatie
13
Lijst van ART-instellingen
Pop-art Soft-focus
Bleke/
lichte kleur
Lichte tonen Korrelige lm
F

Licht&donker

IS Mode

Fotomodus
―――――
WB

j/Y
*1 *1 *1 *1 *1
Ratio

K
Resolutie

n
Resolutie
*1 *1 *1 *1 *1
#

w

Metering

AF-modus

ISO

I Face Priority

ND-filterinstelling

Movie
R

Digitale tele-converter

1

Pinhole Diorama
Cross-
process
Zacht
sepia
Dramati-
sche toon
Key Line
F

Licht&donker

IS Mode

Fotomodus
――――――
WB

j/Y
*1 *1 *1 *1 *1 *1
Ratio

K
Resolutie

n
Resolutie
*1 *1 *1 *1 *1 *1
#

w

Metering

AF-modus

ISO

I Face Priority

ND-filterinstelling

Movie
R

Digitale tele-converter

1

*1 Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
113
NL
Informatie
13
Technische gegevens
Camera
Soort camera
Soort camera Compacte digitale camera
Beeldopneemelement
Soort camera 1/1,7" CMOS-sensor
Aantal effectieve pixels Ongeveer 12.000.000 pixels
Breedte-hoogteverhouding 1,33 (4:3)
Zoeker
Type Elektronische zoeker met oogsensor
Aantal pixels 1.440.000 dots
Vergroting 100%
Oogpunt Ca. 18,0 mm (–1 m
-1
)
Monitor
Soort camera 3,0 TFT kleuren LCD display, touchscreen
Totaal aantal pixels
Ongeveer 1040.000 pixels (breedte-hoogteverhouding 3:2)
Lens
Olympus lens 6,0 tot 64,3 mm, f2.8
(komt overeen met 28 tot 300 mm van een 35 mm film)
ND-filter
3 EV equivalent
Sluiter
Sluitertijd 1/2000 - 60 sec., bulbfotografie
Scherpstelbereik
0,1 m tot
(W), 0,8 m tot
(T) (normaal/macro)
0,05 m tot 0,6 m (super macro modus)
Autofocus
Soort camera Detectiesysteem beeldcontrast
Scherpstellingspunten Maximaal 35 punten
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
ESP-meting/Meting met nadruk op het centrum/Spotmeting/Meting van
het geselecteerde doel
Meetbereik EV–3-17 (ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/
Spotmeting)
ISO-gevoeligheid 100-12800 (1/3 EV-stap)
Belichtingscorrectie ±3 EV (1/3 EV-stap)
Witbalans
Modus instelling Auto/Vooraf ingestelde WB (6 instellingen)/Aangepaste WB/Een-Toets
WB
Opname
Opslagmedium SD/SDHC/SDXC-kaartje (ondersteunt UHS-I), Eye-Fi-kaartje
Opslagsysteem Digitale opname, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system (DCF)), RAW Data
114
NL
Informatie
13
Compatibel met de
normen
Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
Wave-indeling
Videobeelden MOV(MPEG-4 AVC/H.264)/AVI Motion JPEG
Audio PCM 48 kHz
Weergave
Weergaveformaat Enkel Frame weergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/
HDMI-microconnector (type D)
Automatisch kalendersysteem
Van 2000 tot 2099
Voeding
Batterij Eén Olympus lithium-ion batterij (BLS-50)
Afmetingen/gewicht
Afmetingen 116,2 mm (B) × 87 mm (H) × 56,5 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
Gewicht Ca. 402 g (inclusief batterij en geheugenkaartje)
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0°C - 40°C (gebruik)/
– 20°C - 60°C (opslag)
Luchtvochtigheid 30%-90% (gebruik)/10%-90% (opslag)
Lithium-ion batterij
MODELNR. BLS-50
Soort camera Herlaadbare lithium-ion batterij
Nominale spanning DC 7,2 V
Nominale capaciteit 1210 mAh
Aantal keren laden en
ontladen
Circa 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur 0°C - 40°C (laden)
Afmetingen Ongeveer 35,5 mm (B) × 12,8 mm (H) × 55 mm (D)
Gewicht Circa 46 g
115
NL
Informatie
13
Lithium-ion laadapparaat
MODELNR. BCS-5
Nominale
ingangsspanning
AC 100 V - 240 V (50/60 Hz)
Nominaal
uitgangsvermogen
DC 8,35 V, 400 mA
Laadtijd Ongeveer 3,5 uur (kamertemperatuur)
Omgevingstemperatuur 0°C - 40°C (tijdens bedrijf)/
-20°C - 60°C (tijdens opslag)
Afmetingen Ongeveer 62 mm (B) × 38 mm (H) × 83 mm (D)
Gewicht (zonder AC-
kabeltje)
Circa 70 g
Het AC-kabeltje dat bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden
gebruikt en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met
dit apparaat.
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE
FABRIKANT.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
116
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
14
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE
SCHOK
NIET OPENEN
LET OP: OM HET GEVAAR VAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK TE VERLKEINEN,
DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET
VERWIJDEREN.
IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD
KUNT VERRICHTEN.
LAAT DAT OVER AAN ERKENDE
SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin
een uitroepteken vestigt uw
aandacht op belangrijke
aanwijzingen in de bij
deze camera geleverde
documentatie ten aanzien
van de bediening en het
onderhoud ervan.
GEVAAR Gebruikt u deze camera
zonder acht te slaan op
de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan
kan dat ernstige letsels of
de dood tot gevolg hebben.
WAAR-
SCHUWING
Gebruikt u deze camera
zonder acht te slaan op
de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan
kan dat letsels of de dood
tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera
zonder acht te slaan op de
onder dit symbool verstrekte
informatie, dan kan dat
lichte persoonlijke letsels,
schade aan apparatuur, of
het verlies van waardevolle
gegevens tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR
VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT
BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE
CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN
MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN
DEMONTEER HEM NIET.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Algemene voorzorgsmaatregelen
Lees alle gebruiksaanwijzingen – Lees, voordat u
het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaanwijzingen.
Bewaar alle gebruiksaanwijzingen en documentatie om
deze later nog eens te kunnen raadplegen.
Reinigen – Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd
eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik uitsluitend
een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik
nooit vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk
soort organische oplosmiddel dan ook, om het apparaat
te reinigen.
Accessoires – Gebruik voor uw veiligheid en om
beschadigingen aan dit product te voorkomen, uitsluitend
de door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht – Voor de voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten
raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de
weerbestendigheid.
Plaats van opstelling – Bevestig het product op een
statief, standaard of beugel om beschadigingen te
voorkomen.
Elektrische voedingsbron – Sluit de camera uitsluitend
aan op de in de technische gegevens beschreven
elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen – Steek om persoonlijke letsel te
voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera.
Hitte – Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van
een warmtebron zoals een radiator, verwarmingsrooster,
kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte
ontwikkelt, met inbegrip van stereo-versterkers.
GEVAAR
GEVAAR
De batterij hanteren
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te
voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken,
ontbranden, exploderen of elektrische schokken of
verbrandingen veroorzaken.
De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven
lithium-ion batterij. Laad de batterij op met het
voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laders.
Gooi batterijen nooit in het vuur en verwarm ze niet in een
magnetron, op een hete plaat of in de drukvaten, enz.
Laat de camera nooit achter op of nabij elektromagnetische
apparaten.
Dit kan oververhitting, brand of explosies veroorzaken.
Verbind de contacten niet met metalen voorwerpen.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen
van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking komen
met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips,
sleutels enzovoort.
Kortsluiting kan oververhitting, explosies of brand
veroorzaken, waarbij u gewond zou kunnen raken.
Bewaar batterijen nooit op een plaats waar ze zullen
blootstaan aan felle zon of aan hoge temperaturen, zoals in
een warme wagen, nabij een warmtebron enz.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat de
batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd
raken. Probeer nooit batterijen te demonteren, te
veranderen, te solderen, enz.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw
ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon, stromend
water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
117
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Als u de batterij niet uit de camera kunt halen, dient u
contact op te nemen met een geautoriseerde verdeler
of servicedienst. Probeer de batterij niet met geweld te
verwijderen.
Beschadigingen aan de buitenzijde van de batterij (krassen
enz.) kunnen warmte of een ontplof ng veroorzaken.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen
EN HUISDIEREN. Als ze per ongeluk een b
WAARSCHUWING
Hanteren van de camera
• Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of
explosieve gassen.
• Gebruik en berg de camera niet op in stof ge of vochtige
ruimten.
• Gebruik de itser en LED (inclusief de AF-hulpverlichting)
nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die zich
dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m (3 ft.) afstand van de
gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het
te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen itsen
kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
• Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van
sterke lichtbronnen.
• Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en
zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van
kleine kinderen en zuigelingen omdat anders de volgende
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel
kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera, wat
verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of
andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de itser terwijl ze in de
itser kijken of vlak voor de ogen van andere kinderen.
Per ongeluk een letsel oplopen door bewegende delen
van de camera.
• Gebruik uitsluitend SD/SDHC/SDXC geheugenkaartjes of Eye-
Fi kaartjes. Gebruik nooit andere soorten kaartjes.
Als u per vergissing een ander soort kaartje in de camera
plaatst, dient u contact op te nemen met een geautoriseerde
verdeler of servicedienst. Probeer het kaartje niet met
geweld te verwijderen.
• Als u vaststelt dat het laadapparaat rook, warmte, een
ongewoon geluid of een ongewone geur afgeeft, dient u
het gebruik onmiddellijk te stoppen en de stekker uit het
stopcontact te halen, waarna u contact opneemt met een
geautoriseerde verdeler of servicedienst.
• Dek de itser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met
uw hand.
De batterij hanteren
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen,
uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de
gebruiksaanwijzing, in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde
tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet verder op en
gebruik ze niet meer.
Gebruik batterijen met krassen of andere beschadiging op
de buitenkant niet; bekras de batterij niet.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of
ononderbroken trillingen door ze te laten vallen of erop te
slaan.
Dit kan oververhitting, brand of explosies veroorzaken.
Als een batterij lekt, een ongewone geur afgeeft, verkleurd
of vervormd is, of anderszins abnormaal wordt tijdens
gebruik, stop dan met het gebruik van de camera en blijf op
een veilige afstand van vuur.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek
het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met schoon,
stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts
wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen.
De draadloze LAN-functie gebruiken
• Schakel de camera uit in ziekenhuizen en op andere locaties
waar medische apparatuur aanwezig is.
De radiogolven van de camera kunnen medische apparatuur
negatief beïnvloeden, waardoor deze apparatuur mogelijk
niet goed meer werkt en ongelukken kunnen worden
veroorzaakt.
• Schakel de camera uit wanneer u zich in een vliegtuig bevindt.
Het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen kan de
veilige werking van het vliegtuig belemmeren.
LET OP
Hanteren van de camera
• Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren,
vreemde geluiden of rook, gebruik de camera dan onmiddellijk
niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera
omdat u zich dan kunt branden.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Dit kan oververhitting, explosies, brand, elektrische
schokken of andere defecten veroorzaken.
Wees voorzichtig met de riem wanneer u de camera draagt.
Deze kan eenvoudig achter een vreemd voorwerp blijven
haken en ernstige schade veroorzaken.
• Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan
extreem hoge temperaturen kan worden blootgesteld.
Dat kan beschadiging van onderdelen veroorzaken
en, in sommige gevallen, kan de camera zelfs brand
vatten. Gebruik het laadapparaat niet als dit is bedekt
(bijvoorbeeld een deken). Dit kan oververhitting
veroorzaken, resulterend in brand.
• Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u
verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan
oververhitting ontstaan en kunt u zich branden. Let
daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet
worden. Hanteert u de camera in deze toestand, dan
kan dat een lage-temperatuurverbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen
optreden, kan de temperatuur van het camerahuis
lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag
waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage
temperaturen hanteert.
Om de uiterst precieze technologie in dit product te
beschermen, mag u de camera nooit achterlaten op de
volgende plaatsen, ongeacht of u de camera op die plaatsen
gebruikt of opslaat
Plaatsen waar de temperatuur en/of vochtigheid hoog
zijn of onderworpen zijn aan extreme schommelingen. In
direct zonlicht, op het strand, in een afgesloten wagen of
nabij andere warmtebronnen (kachel, radiator, enz.) of
een luchtbevochtiger.
In omgevingen met veel zand of stof.
In de buurt van brandbare of explosieve voorwerpen.
Op natte plaatsen, zoals een badkamer of in de regen.
Wanneer producten met weerbestendig ontwerp worden
gebruikt, dient u ook de bijbehorende handleidingen te
raadplegen.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit bloot aan
zware schokken of trillingen.
Wanneer u de camera bevestigt op of verwijdert van een
statief, draait u aan de statiefschroef, niet aan de camera.
Verwijder voor u de camera transporteert het statief en alle
andere niet-OLYMPUS-accessoires.
Laat de elektrische contacten van de camera ongemoeid.
118
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Richt de camera niet te lang op de zon. Daardoor
kan de lens of het sluitergordijn beschadigd raken,
kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op het
beeldopneemelement optreden en kan zelfs brand ontstaan.
Druk of trek niet met grote kracht aan de lens.
Haal de batterijen uit de camera voordat u deze voor
een langere periode niet gebruikt. Kies een koele, droge
opbergplaats om condensatie of schimmelvorming in de
camera te voorkomen. Test de camera nadat deze opgeslagen
is geweest, door de camera in te schakelen en de ontspanknop
in te drukken om er zeker van te zijn dat deze normaal werkt.
De camera kan een storing vertonen als hij wordt gebruikt
op een plaats die blootstaat aan een magnetisch/
elektromagnetisch veld, radiogolven of hoogspanning,
bijvoorbeeld nabij een televisietoestel, magnetron,
videogame, luidsprekers, grote monitor, tv/radiomast of
zendmasten. In dergelijke gevallen schakelt u de camera uit
en weer aan voor u hem gebruikt.
Houd altijd rekening met de beperkingen voor de
gebruiksomgeving, die beschreven zijn in de handleiding
van de camera.
De batterij hanteren
Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage,
verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kan de batterij heet worden.
Verwijder de batterij niet onmiddellijk na gebruik om kleine
brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken,
haal de batterij er dan uit.
Leg de batterij op een koele plaats als u deze gedurende
een lange periode opbergt.
Deze camera gebruikt één lithium-ion batterij van Olympus.
Gebruik de voorgeschreven originele batterij. Er bestaat
ontplof ngsgevaar als de batterij wordt vervangen door een
batterij van het verkeerde type.
De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk
afhankelijk van de gebruikte functies.
Bij omstandigheden zoals die hieronder beschreven zijn,
wordt continu energie verbruikt en raakt de batterij snel leeg.
Door veelvuldig te zoomen.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch
scherp te stellen door de ontspanknop half in te drukken.
Door gedurende lange tijd een foto weer te geven op
de monitor.
Als de camera aangesloten is op een printer.
Als een lege batterij gebruikt wordt, bestaat het gevaar
dat de camera uitgeschakeld wordt zonder dat een
waarschuwing voor de ladingstoestand gegeven wordt.
De lithium-ionbatterij van Olympus is uitsluitend bedoeld
voor de digitale camera van Olympus. Gebruik de batterij
niet voor andere toestellen.
Er kan een storing optreden als de polen van de batterij nat
of vettig zijn. Droog de batterij voor gebruik goed met een
droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt
gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij zo warm
mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt met
batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat
een batterij die is leeggeraakt bij lage temperaturen, weer
herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt.
Schaf voldoende reservebatterijen aan, voordat u een lange
reis maakt, met name als u naar het buitenland gaat. Het is
mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland
niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de
natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer van
lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd
de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht.
• Laat kinderen en (huis)dieren niet aan de batterijen zitten
(voorkom gevaarlijk gevaar zoals het likken aan of in de mond
stoppen en kauwen op batterijen).
Gebruik uitsluitend geschikte oplaadbare
batterijen en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele
toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader van
Olympus bij deze camera te gebruiken.
Het gebruik van niet-originele oplaadbare batterijen en/of
batterijlader kan brand of persoonlijk letsel veroorzaken als
gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging
van de batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor
ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik
van batterijen en/of batterijlader die geen originele Olympus-
accessoire zijn.
Monitor
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor
kan het beeld vaag worden, waardoor een storing in de
weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt
kunnen worden.
Langs de onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan
een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op een
defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen
de contouren van het beeld er op de monitor gerafeld
uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in
de stand Weergeven is dit verschijnsel minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen voorkomen, kan het
enkele momenten duren voordat de monitor oplicht of
kunnen tijdelijke kleurveranderingen optreden.
Gebruikt u de camera op extreem koude plaatsen, dan is
het goed om de camera tussen de opnamen op een warme
plaats op te bergen. Een monitor die slecht presteert als
gevolg van lage temperaturen, herstelt zich weer bij normale
temperatuursomstandigheden.
De monitor van dit product is gebouwd met een zeer hoge
nauwkeurigheid, maar er kan een vaste of dode pixel in de
monitor voorkomen. Deze pixels hebben geen invloed op
het beeld dat u opslaat. Als gevolg van de karakteristieke
eigenschappen kan de ongelijkmatigheid in kleur of
helderheid ook afhankelijk zijn van de hoek, maar dit is te
wijten aan de structuur van de monitor. Dit is echter normaal
en betekent geen storing.
Wettelijke en andere bepalingen
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten
aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken
van derden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van
dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten
aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit
het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch
uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien
van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven
materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht
aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende
waarborg met betrekking tot de verkoopbaarheid of de
geschiktheid voor enige speci ek doel of voor enige directe,
indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met
inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van
inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van
zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die
voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken
van het geschreven materiaal of van de software of van de
apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke
uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe
of indirecte schade of van de stilzwijgende waarborg niet,
zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw
situatie niet van toepassing zijn.
119
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding
voor.
Waarschuwing
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het
auteursrecht van toepassing is kan schending van het
auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd fotograferen, voor het
gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd
zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven
materiaal of van deze software mag zonder vooraf verkregen
schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele
wijze of langs welke elektronische of mechanische weg dan
ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische
weg vastleggen en het gebruik van informatieopslag en
informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd.
Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de
in deze handleiding of in de software besloten informatie,
of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de
in deze handleiding of in de software besloten informatie.
Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de
inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden
met de limieten voor een digitaal apparaat in klasse B volgens
deel 15 van de FCC-regels. Deze limieten zijn ontwikkeld om
een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing
bij gebruik in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert,
maakt gebruik van en produceert mogelijk radiofrequentie-
energie en kan schadelijke storing van radiocommunicatie
veroorzaken als deze apparatuur niet wordt geïnstalleerd
en gebruikt in overeenstemming met de instructies. Er is
echter geen garantie dat er geen storing zal optreden in
een bepaalde installatie. Mocht deze apparatuur schadelijke
storing met andere apparaten veroorzaken, wat kan worden
gecontroleerd door de apparatuur uit en weer in te schakelen,
wordt de gebruiker aangemoedigd om de storing door een
van de volgende maatregelen te verhelpen:
Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere
groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio/
televisie-technicus.
Voor het aansluiten van de camera op een USB-compatibele
computer mag uitsluitend de door OLYMPUS bij de camera
geleverde USB-kabel worden gebruikt.
FCC-voorschriften
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij
verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk toestemming
heeft verleend, kunnen het recht van de gebruiker om dit
apparaat te bedienen ongeldig maken.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of
zender worden geïnstalleerd of bediend.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-beperkingen die
gelden voor blootstelling aan straling in een niet-beheerde
omgeving en voldoet aan de FCC-richtlijnen die gelden
voor blootstelling aan radiofrequentie (RF) in bijlage C bij
OET65 en RSS-102 van de IC-regels inzake blootstelling
aan radiofrequentie (RF). Deze apparatuur laat erg lage
RF-energieniveaus optekenen waarvan wordt aangenomen
dat ze voldoen zonder dat de speci eke absorptieratio (SAR)
moet worden getest.
Voor klanten in Noord-, Midden- en Zuid-
Amerika en de Caraïben
Conformiteitsverklaring
Model nummer: STYLUS 1s
Handelsnaam: OLYMPUS
Verantwoordelijke partij:
Adres: 3500 Corporate Parkway, P.O. Box 610,
Center Valley, PA 18034-0610, USA
Telefoonnummer: 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-richtlijnen en de
door Industry Canada vrijgestelde RSS-norm(en). Bediening is
afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren,
inclusief storing die onbedoelde bediening kan
veroorzaken.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan de Canadese
ICES-003. CAN ICES-3(B)/NMB-3(B)
BEPERKTE GARANTIE OLYMPUS AMERIKA -
PRODUCTEN VAN OLYMPUS IMAGING AMERICA INC.
Olympus garandeert dat de bijgeleverde Olympus®-
beeldapparatuur en Olympus®-accessoires (individueel een
“product“ genoemd en samen de “producten“) vrij zijn van
defecten bij normaal gebruik voor een periode van een (1)
jaar vanaf de datum van aankoop.
Als een product defect zou raken binnen de garantieperiode
van een jaar, dient de klant het defecte product
retourneren naar de door Olympus aangewezen en door
Olympus geautoriseerde servicedienst voor reparatie in
overeenstemming met de hieronder beschreven procedure
(zie “WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE NODIG IS“).
Olympus zal naar eigen goeddunken het defecte product
herstellen, vervangen of aanpassen op kosten van Olympus,
gesteld dat het onderzoek gevoerd door Olympus uitwijst
dat (a) het defect zich heeft voorgedaan bij een normaal en
correct gebruik en (b) het product nog wordt gedekt door de
beperkte garantie.
Herstel, vervanging of aanpassing van defecte producten is
de enige verplichting van Olympus en de enige oplossing
voor de klant onder deze garantie. Reparatie of vervanging
van een product zal de garantieperiode niet verlengen, tenzij
de wet dit voorschrijft.
Behalve waar de wet dit verbiedt, is de klant aansprakelijk en
zal deze betalen voor de verzending van de producten naar
de door Olympus aangewezen servicedienst voor reparatie.
Olympus kan niet verplicht worden om preventief onderhoud,
noch installatie, deïnstallatie of gewoon onderhoud uit te
voeren.
Olympus behoudt zich het recht voor om (i) herstelde en/
of geschikte gebruikte onderdelen (die voldoen aan de
kwaliteitseisen van Olympus) te gebruiken voor reparaties
binnen de garantie of enige andere reparaties en (ii)
eventuele interne of externe veranderingen door te voeren
aan het ontwerp en/of de functies van de producten zonder
hiervoor aansprakelijk te kunnen worden gesteld.
ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE GARANTIE
WORDEN GEDEKT
120
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Volgende zaken worden niet door deze beperkte garantie
of op enige andere manier door Olympus gedekt, expliciet,
impliciet of statutair:
(a)
producten en accessoires die niet door Olympus zijn
geproduceerd en/of niet de merknaam “OLYMPUS“ dragen
(de garantiedekking voor apparaten en accessoires van
andere fabrikanten, die door Olympus kunnen worden
verdeeld, valt onder de verantwoordelijkheid van de
betreffende fabrikant van deze producten en accessoires
in overeenstemming met de voorwaarden en duur van de
garanties van deze fabrikant);
(b) producten die uit elkaar werden gehaald, werden hersteld,
werden gewijzigd of aangepast door andere personen
dan geautoriseerd servicepersoneel van Olympus, tenzij
deze herstellingen door anderen werden uitgevoerd na
schriftelijke toestemming van Olympus;
(c) defecten of schade aan de producten ten gevolge
van slijtage, verkeerd gebruik, misbruik, nalatigheid,
zand, vloeistoffen, schokken, verkeerde bewaring,
niet uitvoeren van gepland onderhoud, batterijlekken,
gebruik van accessoires of verbruiksgoederen van
andere producenten dan “OLYMPUS“, of gebruik van
de producten in combinatie met apparaten die niet
compatibel zijn;
(d) softwareprogramma's;
(e) verbruiksgoederen (met inbegrip van maar niet beperkt tot
lampen, inkt, papier, lms, afdrukken, negatieven, kabels
en batterijen); en/of
(f) Producten die geen geldig geplaatst en geregistreerd
Olympus-serienummer hebben, tenzij het om een model
gaat waarop Olympus geen serienummers plaatst en
registreert.
(g) Producten die verzonden, geleverd, gekocht of verkocht
zijn van/door dealers die zich buiten Noord-America,
Centraal Amerika, Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied
bevinden; en/of
(h) Producten die niet bedoeld of geautoriseerd zijn voor
verkoop in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Centraal
America of het Caribisch gebied (d.w.z. grijze
marktgoederen).
GARANTIEDISCLAIMER; BEPERKING VAN
SCHADEVERGOEDING; BEVESTIGING VAN GEHELE
GARANTIEOVEREENKOMST; BEOOGDE BEGUNSTIGDE
MET UITZONDERING VAN DE HIERBOVEN VERMELDE
BEPERKTE GARANTIE GEEFT OLYMPUS GEEN ENKELE
ANDERE GARANTIE OF WAARBORG MET BETREKKING
TOT DE PRODUCTEN, ZOWEL DIRECT ALS INDIRECT,
EXPLICIET OF IMPLICIET, OF TEN GEVOLGE VAN EEN
OF ANDERE WET, VOORSCHRIFT, COMMERCIEEL
GEBRUIK OF ANDERSZINS, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT ELKE GARANTIE INZAKE GESCHIKTHEID,
DUURZAAMHEID, ONTWERP, WERKING OF TOESTAND
VAN DE PRODUCTEN (OF DELEN ERVAN) OF DE
VERKOOPBAARHEID VAN DE PRODUCTEN OF HUN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, OF MET
BETREKKING TOT DE INBREUK OP EEN PATENT,
AUTEURSRECHT OF ANDER EIGENDOMSRECHT DAT
HIERIN WORDT GEBRUIKT OF IS INBEGREPEN.
ALS BEPAALDE IMPLICIETE GARANTIES GELDEN TEN
GEVOLGE VAN EEN BEPAALDE WETGEVING, WORDEN
DEZE QUA DUUR BEPERKT TOT DE DUUR VAN DE
BEPERKTE GARANTIE.
HET IS MOGELIJK DAT SOMMIGE STATEN EEN
VERWERPING VAN AANSPRAKELIJKHEID OF
EEN BEPERKING VAN DE GARANTIES EN/OF
EEN BEPERKING INZAKE AANSPRAKELIJKHEID
NIET ERKENNEN. IN VOORKOMEND GEVAL
ZIJN DE BOVENSTAANDE VERWERPINGEN VAN
AANSPRAKELIJKHEID EN UITSLUITINGEN MOGELIJK
NIET VAN TOEPASSING.
HET IS BOVENDIEN MOGELIJK DAT DE GEBRUIKER
BEROEP KAN DOEN OP ANDERE EN/OF BIJKOMENDE
RECHTEN EN MIDDELEN DIE VARIËREN VAN STAAT
TOT STAAT.
DE KLANT ERKENT EN GAAT ERMEE AKKOORD DAT
OLYMPUS NIET AANSPRAKELIJK KAN WORDEN
GESTELD VOOR EVENTUELE SCHADE DIE DE
GEBRUIKER OPLOOPT TEN GEVOLGE VAN EEN
VERTRAAGDE LEVERING, FALEN VAN HET PRODUCT,
HET ONTWERP, DE SELECTIE OF DE PRODUCTIE
VAN HET PRODUCT, BEELD- OF GEGEVENSVERLIES
OF BESCHADIGING, OF TEN GEVOLGE VAN
ENIGE ANDERE OORZAAK, OM HET EVEN OF ER
AANSPRAKELIJKHEID WORDT AANGEHAALD TEN
GEVOLGE VAN CONTRACTBREUK, ONGELDIGHEID
(MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID EN STRIKTE
PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID) OF ANDERS. OLYMPUS
KAN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR ENIGE INDIRECTE, TOEVALLIGE,
GEVOLG- OF SPECIALE SCHADE (MET INBEGRIP VAN
MAAR NIET BEPERKT TOT WINSTDERVING OF VERLIES
VAN GEBRUIK), LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS
AL DAN NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN
VAN DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES OF
DERGELIJKE SCHADE.
Garanties en waarborgen die door om het even welke
persoon werden gegeven, met inbegrip van maar niet beperkt
tot dealers, vertegenwoordigers, verkopers of agenten van
Olympus, die niet overeenstemmen of in tegenstrijd zijn met
de bepalingen van deze beperkte garantie, zijn niet bindend
voor Olympus tenzij deze schriftelijk werden opgesteld en
goedgekeurd door een gemachtigde vertegenwoordiger van
Olympus.
Deze beperkte garantie is de volledige en exclusieve
garantieverklaring waartoe Olympus zich verbindt met
betrekking tot de producten en zal alle voorafgaande en
gelijktijdige mondelinge of schriftelijke overeenkomsten,
akkoorden, voorstellen en communicaties inzake dit
onderwerp vervangen.
Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor de
oorspronkelijke klant en kan niet worden overgedragen of
doorverwezen.
WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE
BENODIGD IS
De klant moet contact opnemen met de het voor uw
regio aangewezen team voor klantenondersteuning van
Olympus om het inzenden van het Product voor reparatie
te coördineren. Bezoek of bel naar één van de volgende
adressen om contact op te nemen met het team voor
klantenondersteuning van Olympus in uw regio:
Canada:
www.olympuscanada.com/repair / 1-800-622-6372
Verenigde Staten:
www.olympusamerica.com/repair / 1-800-622-6372
Latijns-Amerika:
www.olympusamericalatina.com
De klant moet alle beelden of andere gegevens die
opgeslagen zijn op een product kopiëren of overbrengen naar
andere opslagmedia voor beelden of gegevens voordat het
product ter reparatie naar Olympus wordt verzonden.
OLYMPUS IS IN GEEN GEVAL VERANTWOORDELIJK
VOOR HET OPSLAAN, BEWAREN OF ONDERHOUDEN
VAN EVENTUELE BEELD- OF ANDERE GEGEVENS
OPGESLAGEN OP EEN PRODUCT DAT WERD
ONTVANGEN VOOR SERVICE OF OP EEN FILM
DIE IS ACHTERGEBLEVEN IN EEN PRODUCT DAT
WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE, NOCH KAN
OLYMPUS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIGE SCHADE IN HET GEVAL VAN BEELD-
OF GEGEVENSVERLIES TIJDENS DE SERVICE
(INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DIRECTE,
INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLG- OF SPECIALE
SCHADE, WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEBRUIK),
LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN
121
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN
DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES OF
DERGELIJKE SCHADE.
De klant dient het Product zorgvuldig te verpakken met
voldoende verpakkingsmateriaal ter voorkoming van schade
bij het vervoer. Nadat het product juist is verpakt, moet
het volgens de instructies van het betreffende team voor
klantenondersteuning van Olympus naar Olympus of een
door Olympus geautoriseerde servicedienst voor reparatie
worden verzonden.
Bij het retourneren van producten voor voor reparatie, moet
het pakket de volgende zaken bevatten:
1) De originele bon met de datum en plaats van aankoop.
Handgeschreven bonnen worden niet geaccepteerd;
2) Een kopie van deze beperkte garantie waarop het
serienummer staat vermeld dat overeenstemt met het
serienummer op het product (tenzij het om een model
gaat waarop Olympus geen serienummers plaatst en
registreert);
3) Een gedetailleerde beschrijving van het probleem; en
4) Voorbeeldafdrukken, negatieven, digitale afdrukken (of
bestanden op een schijf) indien beschikbaar en indien
deze verband houden met het probleem.
BEWAAR KOPIEËN VAN ALLE DOCUMENTEN. Noch
Olympus noch een door Olympus geautoriseerde
servicedienst voor reparatie zal verantwoordelijk zijn voor
documenten die tijdens transport verloren gaan of worden
vernietigd.
Wanneer de service voltooid is, wordt het product gefrankeerd
naar u teruggestuurd.
PRIVACY
Alle informatie die u verstrekt om uw garantieclaim te
verwerken, wordt vertrouwelijk behandeld en zal alleen
worden gebruikt en bekendgemaakt voor doeleinden van het
verwerken en uitvoeren van reparatieservices onder garantie.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit
product voldoet aan de richtlijnen van de
EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid,
gezondheid, milieubehoud en persoonlijke
veiligheid van de gebruiker. Apparaten met
het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de
Europese markt.
Hierbij verklaren Olympus Imaging Corp.
en Olympus Europa SE & Co. KG dat deze
STYLUS 1s voldoet aan de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen
van richtlijn 1999/5/EG.
Ga voor meer informatie naar:
http://www.olympus-europa.com/
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer WEEE Annex IV] geeft aan
dat oude elektrische en elektronische
apparatuur apart wordt ingezameld in
landen die zijn aangesloten bij de EU.
Gooi uw oude apparatuur niet bij het
huisvuil.
Volg de in uw land geldende afvalrichtlijnen
wanneer u dit product weggooit.
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer volgens Richtlijn 2006/66/EG
bijlage II] geeft aan dat in de EU-landen
afgedankte batterijen apart moeten worden
ingezameld.
Gooi oude batterijen niet bij het huisvuil.
Volg de in uw land geldende afvalrichtlijnen
wanneer u oude batterijen weggooit.
Waarborgbepalingen
In het onwaarschijnlijke geval dat uw product defect is,
hoewel het wel juist is gebruikt (in overeenstemming met de
schriftelijke instructies in de handleiding die bij het product zijn
geleverd) tijdens de geldende nationale garantieperiode en is
aangekocht bij een geautoriseerd distributeur van Olympus
binnen het zakelijke gebied van OLYMPUS EUROPA SE
& Co. KG zoals aangegeven op de website: http://www.
olympus-europa.com. Deze wordt gerepareerd of volgens
het oordeel van Olympus vervangen, zonder verdere kosten.
Om Olympus in staat te stellen u tot uw volle tevredenheid en
zo snel mogelijk de gevraagde garantiediensten te leveren,
vragen we u de informatie en instructies zoals hieronder
vermeld, in acht te nemen:
1 Voor aanspraak op deze garantie volgt u de instructies
op http://consumer-service.olympus-europa.com voor
registratie en volgen (deze service is niet beschikbaar
in alle landen) of neemt u het product, de bijbehorende
originele factuur of aankoopbon en het volledig ingevulde
garantiecerti caat mee naar de dealer waar het product
is aangeschaft of een andere servicedienst van Olympus
binnen het zakelijke gebied van OLYMPUS EUROPA
SE & Co. KG zoals aangegeven op de website: http://
www.olympus-europa.com, voor het einde van de van
toepassing zijnde nationale garantieperiode.
2. Zorg ervoor dat het garantiecerti caat ook is ingevuld door
Olympus of een geautoriseerde dealer of servicedienst.
Zorg er daarom voor dat uw naam, de naam van de
dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum
van aankoop allemaal volledig zijn ingevuld of dat de
originele factuur of aankoopbon (met de naam van de
dealer, de aankoopdatum en het type product) aan het
garantiecerti caat is bevestigd.
3 Omdat deze garantieverklaring niet opnieuw wordt
uitgereikt, dient u ze op een veilige plaats te bewaren.
4 Houd er rekening mee dat Olympus geen risico's of
kosten zal aanvaarden die voortvloeien uit het vervoer
van het product naar de dealer of een door Olympus
geautoriseerde servicedienst.
5 Deze garantie dekt niets van het volgende en de klant zal
de reparatiekosten moeten betalen, zelfs voor defecten die
zich hebben voorgedaan tijdens de hierboven vermelde
garantieperiode.
a. Enig gebrek dat optreedt wegens verkeerde hantering
(zoals het uitvoeren van handelingen die niet inde
handleiding staan vermeld, enz.)
b. Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging,
reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door Olympus of een
geautoriseerde servicedienst van Olympus.
c. Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het
transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van
het product.
d. Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een
brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag, andere
natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige
spanningsbronnen.
e. Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of
ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die
is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve
vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig
onderhoud, etc.
f. Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
g. Enig gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in
de behuizing van het product is gekomen.
6.
De enige aansprakelijkheid van Olympus onder deze
garantie blijft beperkt tot de reparatie of vervanging van het
product. Enige aansprakelijkheid onder deze garantie voor
indirecte of vervolgverliezen of -schade in enige vorm die
door de klant zijn opgelopen of geleden door een defect in
het product, en in het bijzonder enig verlies of enige schade
veroorzaakt door lenzen, lms of andere apparatuur of
accessoires die is/zijn gebruikt met het product of voor enig
verlies dat voortvloeit uit een vertraging in reparatie of verlies
van gegevens, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen
invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
122
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Voor klanten in Thailand
Dit telecommunicatieapparaat voldoet aan de technische
vereisten van de NTC.
Voor klanten in Singapore
Voldoet aan
IDA Standards
DB104634
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Eye-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van Eye-Fi, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
Het Wi-Fi CERTIFIED-logo is een
certi ceringskeurmerk van de Wi-Fi
Alliance.
Powered by ARCSOFT.
Het Apical-logo is een gedeponeerd
handelsmerk van Apical Limited.
Alle andere genoemde bedrijfs- en
productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE AVC PATENT
PORTFOLIO LICENSE FOR THE PERSONAL AND
NONCOMMERCIAL USE OF A CONSUMER TO (i) ENCODE
VIDEO IN COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD
(“AVC VIDEO”) AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO THAT
WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED IN A
PERSONAL AND NON-COMMERCIAL ACTIVITY AND/OR
WAS OBTAINED FROM A VIDEO PROVIDER LICENSED
TO PROVIDE AVC VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED OR
SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER USE. ADDITIONAL
INFORMATION MAY BE OBTAINED FROM MPEG LA, L.L.C.
SEE HTTP://WWW.MPEGLA.COM
De software in deze camera kan software van derden
bevatten. Software van derden is onderhevig aan de
algemene voorwaarden, opgelegd door de eigenaars of
licentienemers van de betreffende software, waaronder deze
software aan u wordt verstrekt.
Deze voorwaarden en andere softwarebepalingen van
derden, indien van toepassing, vindt u terug in het PDF-
bestand met de softwareverklaring die opgeslagen is op de
meegeleverde cd-rom of op
http://www.olympus.co.jp/en/support/imsg/digicamera/
download/notice/notice.cfm
De in deze handleiding vermelde normen voor
opslagsystemen van camerabestanden zijn de door de JEITA
(Japan Electronics and Information Technology Industries
Association) opgestelde DCF-normen (Design Rule for
Camera File System).
http://www.olympus.com/
OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG
© 2014 WC900501
Vestiging: Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61
A everadres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland
Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00
voor Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Spanje,
Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk.
* Sommige (mobiele) telefoonservices / -providers geven geen toegang of
hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt
bereiken op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van
de volgende
BETALENDE NUMMERS: +49 40 – 237 73 899.
datum van uitgave
september 2014.
42

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Olympus-Stylus-1S
  • Als ik mijn toestel aanzet schuift de zoomlens uit. Ik kan geen foto maken, kan niet het menu. Toestel weigert volledig. Gesteld op 6-9-2023 om 10:02

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus Stylus 1S bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus Stylus 1S in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,5 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus Stylus 1S

Olympus Stylus 1S Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 133 pagina's

Olympus Stylus 1S Gebruiksaanwijzing - English - 120 pagina's

Olympus Stylus 1S Gebruiksaanwijzing - Français - 119 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info