103315
92
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/96
Pagina verder
(
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange
gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook
later nog eens kunt raadplegen.
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken
teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
(
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in
deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en
kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Gebruiks-
aanwijzing
DIGITALE CAMERA
NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Met deze handleiding kunt u meteen aan de
slag met uw camera.
Menufuncties
Knopfuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
2 NL
Inhoud
Quick Start-gebruiksaanwijzing Blz. 3
Knopfuncties Blz. 11
Probeer de functies van de
cameraknoppen door de afbeeldingen
te volgen en ze op de camera uit te
proberen.
Menufuncties Blz. 21
Leer alles over de menu's, van
basisfuncties tot de functies van elk
menu en hun verschillende instellingen.
Beelden printen Blz. 48
Leer hoe u gemaakte foto's kunt printen.
Gebruik van OLYMPUS Master Blz. 55
Leer hoe u beelden naar een computer
kunt overbrengen en opslaan.
Leer uw camera beter kennen Blz. 62
Ontdek meer over uw camera en leer
wat u moet doen als u een vraag heeft
over functies.
Appendix Blz. 77
Lees over handige functies en
veiligheidsmaatregelen voor effectiever
gebruik van uw camera.
NL 3
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Uitpakken van de doos
Gebruik de meegeleverde camerariem en ringetjes voor de riem.
Maak de camerariem en de ringetjes voor de riem aan elkaar vast. De ringetjes voor de riem kunnen eraf
vallen als ze zonder riem aan de camera worden bevestigd.
Digitale camera Camerariem / Ringetjes voor riemLenskapjep / Koordje voor lenskapje
AA-formaat batterijen (vier) USB-kabeltje AV-kabeltje OLYMPUS Master 2
CD-ROM
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), Basishandleiding en garantiekaart.
De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Bevestig de camerariem en het lenskapje
Oogje voor de camerariem
Schuif het kapje helemaal over
het ringetje.
Houd de ringetjes zó dat u ze door de bevestigingsogen kunt
steken.
Quick Start-gebruiksaanwijzing
4 NL
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
a. Zet de batterijen in de camera
Bevestig de camerariem op dezelfde manier aan
het andere oogje.
De camera gereedmaken
NL 5
Quick Start-gebruiksaanwijzing
b. Steek de xD-Picture Card (optioneel) in de camera
Met deze camera kunt u foto's maken zonder een optionele xD-Picture card™ (hierna
kaartje genoemd). Als u foto's maakt zonder dat een kaartje is ingezet, worden de foto's
opgeslagen in het interne geheugen. Informatie over het kaartje vindt u onder
“Het kaartje“ (Blz. 78).
Klepje van het kaartje
Inkeping
Contactvlak
Steek het kaartje recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn
plaats vastklikt.
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal
naar binnen, laat het daarna voorzichtig los en neem het
kaartje eruit.
6 NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera inschakelen
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op
h
.
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
b. Verwijder het lenskapje en druk op de
o
-knop.
Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de
o
-knop.
h
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
P
De camera stelt de optimale diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in.
A
Met deze functie kunt u het diafragma handmatig wijzigen.
S
Met deze functie kunt u de sluitertijd aanpassen bij het fotograferen.
M
Met deze functie kunt u het diafragma en de sluitertijd handmatig wijzigen.
r
Met deze functie kunt u elke fotografeerfunctie handmatig instellen en als uw
voorkeursinstelling Fotograferen gebruiken.
s
Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk
van de lichtomstandigheden.
g
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm
te volgen.
Voor het maken van videobeelden (stand Fotograferen)
Stand Fotograferen
MENU
CANCEL
X
Y/M/D
Y / M / D
Y M D TIME
Y M D T I M E
----.--.-- --:--
----.--.-- --:--
Als de datum en tijd nog niet zijn
ingesteld, verschijnt dit scherm.
NL 7
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Datum en tijd instellen
a. Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
-knop om [Y] te selecteren.
De eerste twee cijfers van het jaartal [Y] zijn vast ingesteld.
b. Druk op de
3#
-knop.
Tips
De richtingen van de pendelknop worden in deze handleiding aangeduid
met
1243
.
Over het instelmenu voor datum en tijd
MENU
CANCEL
X
Y/M/D
Y M D TIME
----.--.-- --:--
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Verlaat een instelling.
Minuten
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
Uur
CANCEL
MENU
2007
2007
.--.-- --:--
.--.-- --:--
X
Y M D TIME
Y M D T I M E
Y/M/D
Y / M / D
1 F
knop
2Y
knop
3#
knop
Quick Start-gebruiksaanwijzing
8 NL
c. Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
-knop
om [M] te selecteren.
d. Druk op de
3#
-knop.
e. Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
-knop
om [D] te selecteren.
f. Druk op de
3#
-knop.
g. Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
-knop
om “uur“, “minuten“ te selecteren.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h. Druk op de
3#
-knop.
i. i.Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
-knop
om [Y / M / D] te selecteren.
j. Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd,
drukt u op de
o
-knop.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de
o
-knop op het moment dat de klok 00 seconden
aanwijst.
2007
12
26
--:--
CANCEL
MENU
X
Y M D TIME
Y/M/D
CANCEL
MENU
OK
SET
2007
12
26
12
30
X
Y M D TIME
Y/M/D
CANCEL
MENU
OK
SET
2007
12
26
12
30
X
Y/M/D
Y M D TIME
o
knop
NL 9
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Een foto maken
a. Houd de camera vast
b. Scherpstellen
c. Fotograferen
a. Druk op de
u
-knop.
b. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait
u langzaam de dioptrieregelaar.
Zodra u [ ] (autofocusteken) goed en scherp kunt
zien, is de aanpassing gereed.
Horizontale stand Verticale stand
Ontspanknop
(half ingedrukt)
Plaats deze markering
op uw onderwerp.
Het resterende aantal stilstaande
beelden wordt weergegeven.
De groene LED geeft aan dat
de camera de belichting en
scherpstelling vasthoudt.
(geheel ingedrukt)
Ontspanknop
De indicatie-LED Dataverkeer knippert.
De scherpstelling van de zoeker aanpassen m.b.v. de dioptrie
Dioptrieregelaar
u
knop
10 NL
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Beelden bekijken
a. Zet de functieknop op
q
.
a. Druk op de
4&
-knop en de
3#
-knop om het beeld weer te geven
dat u wilt wissen.
b. Druk op de
S
-knop.
c. Druk op de
1 F
-knop om [YES] te selecteren en druk op de
o
-knop om het beeld te wissen.
Pendelknop
Volgende foto
Vorige foto
Functieknop
Beelden wissen
OK
SET
MENU
BACK
YES
NO
ERASE [IN]
3#
knop
4&
knop
S
knop
OK
SET
MENU
BACK
YES
NO
ERASE
1 F
knop
o
knop
NL 11
Knopfuncties
Knopfuncties
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-waarde kunt u niet wijzigen.
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale diafragmawaarde en
sluitertijd in.De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-waarde kunt u wél wijzigen.
1 o
-knop
De camera aan en uit zetten
Power aan: Stand Fotograferen
Monitor gaat aan
Lens wordt uitgeschoven
Voordat u de camera in stand Fotograferen inschakelt, het lenskapje verwijderen.
Stand Weergeven
Monitor gaat aan
2
Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
h
Fotograferen met volautomatische instellingen
P
De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Zelfontspanner
De stand macro / Supermacro
12 NL
Knopfuncties
Druk op
1243
nadat u op
1 F
hebt gedrukt.
Tijdopnamen maken
Druk op
2
om de sluitertijd op BULB te zetten. De sluiter blijft dan open staan zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt. (De maximale periode waarin de sluiter open kan blijven, is 8 minuten. Dit is echter alleen
mogelijk als [ISO] op [50], [100] of [200] staat.)
A
Diafragmawaarde aanpassen bij het fotograferen
S
Sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
M
Diafragmawaarde en sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
Diafragmawaarde
1
: Verhoogt de diafragmawaarde.
2
: Verlaagt de diafragmawaarde.
Als met dit diafragma geen correcte belichting mogelijk is, wordt de
F-waarde in rood weergegeven.
o
: Stelt de instellingen in.
[ ]
A
F4.0
F4.0
0.0
0.0
1/1000
1/1000
OK
SET
Instelbereik
W: F2.8 tot F8.0
T: F4.5 tot F8.0
Druk op
12
nadat u op
1 F
hebt gedrukt. De camera kiest automatisch
de bijpassende sluitertijd.
Sluitertijd
1
: Verkort de sluitertijd.
2
: Verlengt de sluitertijd.
Als met deze sluitertijd geen correcte belichting mogelijk is, wordt de
sluitertijd in rood weergegeven.
o
: Stelt de instellingen in.
Druk op
12
nadat u op
1 F
hebt gedrukt. De camera kiest automatisch
de bijpassende diafragmawaarde.
Sluitertijdenbereik:
1/2 tot 1/1000
(Als [NOISE REDUCT.] op
[ON] staat: max. 4 sec.)
[ ]
S
F2.8
F2.8
1/100
1/100
OK
SET
0.0
0.0
Sluitertijd
1
: Verkort de sluitertijd.
2
: Verlengt de sluitertijd.
o
: Stelt de instellingen in.
Instellingenbereik: Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 (de diafragmawaarde varieert afhankelijk van de ingestelde
zoompositie.)
Sluitertijd: 15 sec. tot 1/2000 sec. (de sluitertijd varieert afhankelijk van de ingestelde diafragmawaarde.)
Belichtingstolerantie
Als het bereik met ±3.0EV wordt onder- of overschreden, wordt de
belichtingstolerantie in het rood weergegeven.
Diafragmawaarde
4
: Verhoogt de diafragmawaarde.
3
: Verlaagt de diafragmawaarde.
NL 13
Knopfuncties
In deze stand kunt u functies instellen en maximaal 4 zelf ingestelde fotografeerstanden opslaan die u bij het
fotograferen als uw eigen voorkeursstanden kunt gebruiken.
g
“MY MODE SETUP Functies m.b.t. het fotograferen instellen en opslaan“ (Blz. 47)
Gebruik het functiemenu om een van uw opgeslagen voorkeursstanden (My Mode) te selecteren.
g
“De functies die u met het functiemenu kunt instellen“ (Blz. 20)
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / Naar een ander motiefprogramma wisselen
•Druk op
m
en selecteer [SCN] in het hoofdmenu. Gebruik
12
om een motiefprogramma te selecteren
en druk op
o
.
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen gewijzigd naar de
standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g
s
(motiefprogramma) Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren“ (Blz. 24)
Fotograferen terwijl u previews met verschillende effecten met elkaar kunt vergelijken
Als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, wordt er geluid bij de videobeelden opgenomen.
•Als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, kan de optische zoom tijdens het fotograferen niet worden gebruikt.
g
R
(videobeelden) Videobeelden met geluid opnemen“ (Blz. 33)
Om in te kunnen zoomen als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, [DIGITAL ZOOM] op [ON] zetten.
g
“DIGITAL ZOOM Inzoomen op uw onderwerp“ (Blz. 28)
r
Uw voorkeursinstelling maken voor het fotograferen
s
Fotografeer door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
g
Volg de fotogids voor het instellen
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op
het scherm te volgen.
•Druk op
m
om de fotogids opnieuw weer te geven.
Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te gebruiken,
zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
Functies die m.b.v. de fotogids zijn ingesteld worden teruggezet op de
standaardinstellingen af fabriek als
m
wordt ingedrukt of als de stand
Fotograferen wordt gewijzigd.
Als u [Exposure effects.]
hebt geselecteerd
Als u in het menu Fotografeergids bij [1 Shoot w / effects preview.] een item
hebt geselecteerd, verschijnen op het scherm 4 beelden tegelijkertijd van
foto's die met de verschillende instellingen zijn gemaakt. Op die manier kunt
u de effecten van verschillende instellingen met elkaar vergelijken.
Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en
druk op
o
. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen en
u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
Druk op
4
3
om andere
belichtingsalternatieven weer
te geven.
n
Videobeelden opnemen
OK
SET
4
Set particular lighting.
5
Shooting into backlight.
Brightening subject.
Blurring background.
3
2
1
SHOOTING GUIDE 1/ 4
Shoot w/ effects preview.
0.0
0.0
+0.7
+0.7
+0.3
+0.3
+1.0
+1.0
Exposure effects.
14 NL
Knopfuncties
Als [IMAGE STABILIZER] op [ON] is gezet, veroorzaakt het gedurende een lange periode continu opnemen
van videobeelden een verhoging van de interne temperatuur van de camera en de camera schakelt eventueel
automatisch uit. Verwijder de batterij en laat de camera enige tijd afkoelen voordat u weer gaat fotograferen.
U kunt ook de [IMAGE STABILIZER] op [OFF] zetten. De temperatuur van het camerahuis kan eveneens
stijgen tijdens gebruik. Dit wijst echter niet op een defect.
De laatste foto wordt weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en kalenderweergave.
g
“MOVIE PLAY Weergeven van videobeelden“ (Blz. 35)
Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave
(repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen)
Bij de onderstaande optie wordt alleen de eerste foto weergegeven die gemaakt is in de stand Continu
fotograferen.
[
j
] [
c
] [
d
] [
i
] [BKT] [TIMELAPSE] [AUCTION] [SHOOT & SELECT1]
[SHOOT & SELECT2] [SMILE SHOT]
Selecteer de foto's waarbij
s
verschijnt en druk op
m
om deze weer te geven in de indexweergave
(repeterende weergave). Druk nogmaals op
m
om terug te keren naar het eerste beeld.
Selecteer de foto's waarbij
s
verschijnt en druk op
o
om deze weer te geven in de stand Automatisch
(automatische weergave van repeterende opnamen).
Deze functie is alleen beschikbaar voor foto's die met dit type camera zijn gemaakt.
Zodra het eerste beeld verschijnt, doet u het volgende om de instellingen toe te passen op alle repeterende
opnamen.
0
/
y
/ PRINT ORDER / ERASE
Om deze instellingen toe te passen op afzonderlijke foto's, drukt u op
m
om de foto's eerst in de
indexweergave op te roepen voordat u de instellingen gaat toepassen.
Stilstaande beelden fotograferen
Zet de functieknop op
h
,
P
,
A
,
S
,
M
,
r
,
g
of
s
, en druk de ontspanknop licht in (half). De
groene LED gaat branden zodra de camera de scherpstelling en belichting vasthoudt (scherpstelgeheugen).
Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op
n
en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk vervolgens
de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt
u de ontspanknop opnieuw in.
q
Stand Weergeven selecteren
3
Ontspanknop
Fotograferen
De scherpstelling vasthouden en dan de foto samenstellen
(scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de
ontspanknop volledig in om een foto te maken.
Knippert de groene LED, dan is de scherpstelling niet goed
aangepast. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
De resterende opnametijd wordt weergegeven.
Als de resterende opnametijd 0 bereikt, wordt het opnemen gestopt.
Groene LED
NL 15
Knopfuncties
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw onderwerp
Optische zoom: 18x
stand Weergeven: De weergave van de foto wijzigen
4
Zoomknop
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven
Uitzoomen:
Duw de zoomknop
naar de W.
Inzoomen:
Trek de zoomknop
naar de T.
Gezoomd weergeven
Trek de zoomknop naar de T om de foto
stapsgewijs te vergroten tot maximaal
10 keer de oorspronkelijke grootte.
Duw de zoomknop naar de W om de foto
te verkleinen.
Gebruik de pendelknop tijdens gezoomd
weergeven om in de foto heen en weer
te schuiven.
•Druk op
o
om terug te keren naar de
enkelbeeldweergave.
Indexweergave
Gebruik de pendelknop om
een foto voor weergave te
selecteren en druk op
o
om
het geselecteerde enkele
beeld weer te geven.
Kalenderweergave
Gebruik de pendelknop om de datum te
selecteren en druk op
o
of trek de zoomknop
naar de T om de foto's van de geselecteerde
datum weer te geven.
Enkelbeeldweergave
Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
16 NL
Knopfuncties
Stand Fotograferen: Fotograferen met digitale beeldstabilisatie
Druk in de stand Fotograferen op
h
om [
h
ON] te selecteren.
Druk op
o
om in te stellen.
g
“IMAGE STABILIZER Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie“ (Blz. 30)
Stand Fotograferen: Deze knop gebruiken als voorkeursfunctieknop
Onder de knop
h
(voorkeursfunctieknop) kunt u vaakgebruikte functies opslaan als de functieknop op
P
,
A
,
S
,
M
,
r
of
s
staat.
Met deze knop kunt u dan allerlei instellingen rechtstreeks oproepen, in plaats van deze telkens vanuit een menu
te moeten activeren.
U hebt bijvoorbeeld [FINE ZOOM] opgeslagen onder de [CUSTOM BUTTON]
g
“CUSTOM BUTTON Vastleggen van functies onder de CUSTOM-knoppen“ (Blz. 47)
“Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode en CUSTOM-knop“ (Blz. 72)
5 h
/
m
button
Fotograferen met digitale beeldstabilisatie /
Deze knop gebruiken als voorkeurfunctieknop
/
Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
z
De scherpstelling vastleggen (AF-lock)
Leg de de functie AF-lock vast onder
h
zodat de scherpstelling
wordt vastgelegd door op
h
te drukken, en
V
(AF-lock-teken)
wordt weergegeven op de monitor. Na de opname blijft AF-lock
ingeschakeld. Om AF-lock uit te schakelen, kunt u nogmaals op
h
drukken, of u kunt een andere belichtings- of
fotografeerinstelling kiezen of de stand Fotograferen selecteren.
Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de scherpstelling
vastgelegd resp. geannuleerd.
Als u na het activeren van AF-lock de zoomknop bedient, kan het
beeld onscherp worden. Activeer AF-lock daarom pas nádat u
klaar bent met zoomen.
z
De belichting vasthouden (AE-lock)
Leg de functie AE-lock vast onder
h
zodat de meting wordt
opgeslagen door te drukken op
h
en de belichting wordt
vastgelegd.
B
(AE-lock-teken) wordt weergegeven op de
monitor. Na de opname blijft AE-lock ingeschakeld. Om AE-lock
uit te schakelen, kunt u nogmaals op
h
drukken, of u kunt een
andere belichtings- of fotografeerinstelling kiezen of de stand
Fotograferen selecteren. Iedere keer dat de knop ingedrukt
wordt, wordt de scherpstelling vastgelegd resp. geannuleerd.
z
Zowel de scherpstelling als de belichting vasthouden
(AF LOCK + AE LOCK)
Leg de functies AF-lock en AE-lock vast onder
h
. Zodra u nu
op
h
drukt, wordt de gemeten belichting en de scherpstelling
vastgehouden. Op de monitor verschijnen dan de pictogrammen
V
(AF-lock) en
B
(AE-lock). Druk nogmaals op
h
om
AF-lock + AE-lock te annuleren. Telkens als u deze knop indrukt,
schakelt u heen en weer tussen het vasthouden en annuleren
van de scherpstelling en de belichting.
FINE ZOOM
OFF
ON
OK
SET
De opgeslagen instelling verschijnt onmiddellijk.
Druk op
h
n
AF-lock-teken
B
wordt weergegeven tijdens
AE-lock.
NL 17
Knopfuncties
Stand Weergeven: Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
Alleen de eerste foto van de repeterende opnamen zal op de monitor verschijnen.
Druk in de stand Weergeven op
m
om foto's weer te geven in de stand Indexweergave.
g
“Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave
(repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende
opnamen)“ (Blz. 14)
Activeert de flitser.
Druk op deze knop om een foto te maken met flitser.
g
3#
-knop Gebruik van de flitser“ (Blz. 19)
Gaat heen en weer tussen monitor en zoeker.
Geeft het hoofdmenu weer.
Informatiedisplays wijzigen
Druk op
DISP. /
E
om de display in onderstaande volgorde te wijzigen.
Deze optie kunt u niet kiezen als de functieknop op
g
staat.
*1 Niet weergegeven wanneer
n
.
*2 Niet weergegeven als het op [OFF] staat in het menu.
g
u
Histogram weergeven“ (Blz. 46)
“FRAME ASSIST Hulplijnweergave weergeven / Het type hulplijnweergave vastleggen“ (Blz. 46)
6 #
-knop
Flitser omhoog
7 u
-knop
monitor / zoeker
8 m
knop (MENU)
9
DISP. /
E
-knop
Informatie op display wijzigen / Menugids weergeven /
Tijd controleren
FRAME ASSIST
(Horizontale en verticale
lijnen of diagonale
lijnen)
*1*2
Eenvoudige weergave
*1
Normale weergave
Stand Fotograferen
Normale weergave
Gedetailleerde
weergave
Stand Weergeven
Geen
informatieweergave
Histogramweergave
*1*2
Histogram-
weergave
*1
18 NL
Knopfuncties
Menugids weergeven
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera uit staat, op
DISP. /
E
om de ingestelde alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld)
en de huidige tijd 3 seconden weer te geven.
Stand Fotograferen: De belichting van het onderwerp aanpassen bij tegenlicht
Druk in de stand Fotograferen op
f
om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk op
o
om in te stellen. Rondom de gedetecteerde positie verschijnt een kader (behalve bij
n
). Deze functie zorgt
ervoor dat het gezicht van het onderwerp helderder op de foto komt, zelfs bij tegenlicht.
In sommige situaties is de camera niet in staat om gezichten te herkennen.
Het kan even duren voordat het kader verschijnt.
Als [SHADOW ADJ. ON] is geselecteerd is, gelden bij het instellen de volgende beperkingen.
[METERING] wordt vast ingesteld op [ESP].
[AF MODE] wordt vast ingesteld op [FACE DETECT].
Als [DRIVE] niet is ingesteld op [
o
], werkt deze functie alleen bij de eerste opname.
In de stand [PANORAMA] werkt deze functie alleen bij de eerste opname.
Stand Weergeven: Beelden wissen
Geef een beeld weer om te wissen in de stand Weergeven en druk op
S
.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat
niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g
0
Beelden beveiligen“ (Blz. 39)
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
Stand Fotograferen: Beelden bekijken
Op de monitor verschijnt het laatst gefotografeerde beeld. Druk op
q
in de stand Fotograferen.
Druk nogmaals op
q
of druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen.
Stand Weergeven: Beelden printen
Als de printer op de camera is aangesloten, geeft u een beeld weer dat in de stand Weergeven geprint moet
worden en drukt u op
P
.
g
“Eenvoudig printen“ (Blz. 48)
Bij geselecteerde menufuncties,
DISP. /
E
indrukken om de menugids weer
te geven. Laat
DISP. /
E
los om de menugids te sluiten.
0 f
/
S
-knop
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen
SHADOW ADJ. OFF Schaduwaanpassingstechniek is uitgeschakeld.
SHADOW ADJ. ON Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd.
a
Pendelknop (
1243
)
b q
/
P
-knop
Beelden bekijken / Beelden printen
ESP/
Sets picture brightness
for taking pictures.
METERING
NL 19
Knopfuncties
Druk op
4&
in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Druk op
o
om in te stellen.
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
Druk in de stand Fotograferen op
#
(flitser omhoog). Druk op
3#
om de gewenste flitserfunctie te selecteren.
Als de flitser niet omhoog gegaan is, kunnen de instellingen niet worden uitgevoerd.
g
#
-knop Flitser omhoog“ (Blz. 17)
Druk op
o
om in te stellen.
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
c 4&
-knop
Dicht bij het onderwerp fotograferen (macro)
OFF Stand macro is gedeactiveerd.
&
(stand macro) Met deze functie kunt u fotograferen op een afstand van slechts 10 cm
(als de optische zoom op de grootste groothoek staat) tot uw onderwerp.
%
(stand supermacro) Met deze functie kunt u fotograferen op een afstand van slechts 1 cm tot
uw onderwerp.
d 1 F
-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
e 3#
-knop
Gebruik van de flitser
AUTO (autoflitsen) Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!
(flitsen met onderdrukken
van rode ogen)
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te
onderdukken.
#
(invulflitsen) De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
H
(invulflitsen met
onderdrukken van rode o
gen)
De hoofdflits ontsteekt altijd na de inleidende flitsen die het effect van rode
ogen onderdrukken.
#
SLOW De flitser flitst met een lange sluitertijd. Stel de flitssynchronisatie in op
[
#
SYNCRO].
g
#
SYNCRO Het flitsmoment selecteren“ (Blz. 30)
$
(flitser uit) De flitser ontsteekt niet.
3
:Lichter.
4
:Donkerder.
De instellingen activeren.
[ ]
P
F8.0F8.01/1000 1/1000
OK
+2.0+2.0
SET
Druk in de stand Fotograferen op
1 F
, stel de gewenste
belichtingscorrectie in met
43
en druk vervolgens op
o
.
Aan te passen van –2,0 EV tot +2,0 EV.
20 NL
Knopfuncties
Druk op
2Y
in de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen.
Druk op
o
om in te stellen.
•Druk op
2Y
om de zelfontspanner uit te zetten.
Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch
uitgeschakeld.
U kunt geen zelfontspanneropties instellen als [AF PREDICT] of [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON].
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen vaak worden
gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen
Weergegeven als de functieknop op
r
staat.
Instellingen zijn vastgelegd onder
s
als standaardinstelling af fabriek.
Andere functies die u met het functiemenu kunt instellen
g
“WB Kleur van een foto aanpassen“ (Blz. 26)
“ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 27)
“DRIVE Continu fotograferen“ (Blz. 27)
“METERING Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp“ (Blz. 28)
f 2Y
-knop
Fotograferen met de zelfontspanner
Y
UIT Annuleer de zelfontspanner.
Y
12 S Druk na het instellen de ontspanknop helemaal in. De zelfontspanner-LED brandt
gedurende ongeveer 10 seconden en begint dan te knipperen. Na ongeveer 2 seconden
knipperen wordt de opname gemaakt.
Y
2 S Druk na het instellen de ontspanknop helemaal in. De zelfontspanner-LED knippert
2 seconden lang, voordat de foto wordt gemaakt.
g o
-knop (OK / FUNC)
Instellen met behulp van het functiemenu
My 1/2/3/4 ............................................
De vastgelegde voorkeursinstelling Fotograferen wisselen
s
/
E
/
c
/
d
43
: Selecteer een instelling en druk op
o
.
12
: Selecteer de functie die u wilt instellen.
Functiemenu
NL 21
Menufuncties
Menufuncties
Als u op
m
drukt, verschijnt het hoofdmenu op de monitor of in de zoeker.
De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE] of [SETUP] is geselecteerd, wordt het menu dat
bij de respectievelijke functies hoort, weergegeven.
Als uw camera is ingesteld volgens de fotogids met de functieknop op
g
, drukt u op
m
om de
fotogids weer te geven.
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm
weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
Iets over de menu`s
Bedieningsaanwijzingen
BACK
a
: Gaat terug naar het vorige menu.
EXIT
a
: Verlaat het menu.
:Druk op
1243
om een instelling te selecteren.
SET
f
: Stelt het geselecteerde item in.
Functieknop
m
knop
Pendelknop
o
knop
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
OK
SET
MENU
BACK
1
2
3
4
5
CA ME RA M EN U
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
DRIVE
FINE ZOOM
o
OFF
OFF
Hoofdmenu (als de functieknop op
P
staat)
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
Bedieningsaanwij
zingen
m
Pendelknop
o
22 NL
Menufuncties
Hier wordt het gebruik van de menu's verklaard met [DIGITAL ZOOM] als voorbeeld.
1
Zet de functieknop op
P
.
2
Druk op
m
om het hoofdmenu weer te
geven. Selecteer [CAMERA MENU] en druk
op
o
.
[DIGITAL ZOOM] bevindt zich in een menu in [CAMERA MENU].
Druk op
o
.
3
Druk op
12
om [DIGITAL ZOOM] te
selecteren en druk op
o
.
Niet beschikbare instellingen kunt u ook niet selecteren.
•Druk op
4
op dit scherm, zodat de cursor naar de paginaweergave
beweegt. Druk op
12
om van pagina te veranderen. Om terug te
keren naar functieselectie, drukt u op
3
of
o
.
4
Druk op
12
om [OFF] of [ON] te selecteren
en druk op
o
.
De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt
weergegeven. Druk meermaals op
m
om het menu te verlaten.
Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met de
bediening van het menu, drukt u op
m
voordat u op
o
drukt.
Gebruik van de menu’s
Menu stand Fotograferen
h
P
A
S
M
r
s
n
4
CAMERA MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
METERING
(lichtmeting)
AF MODE
FOCUS MODE
FULLTIME AF (continu
autofocus)
AF PREDICT
AF ILLUMINAT.
IMAGE STABILIZER
w
#
SYNCRO
Q
FLASH
R
(stilstaande beelden)
PANORAMA
*1
>
SHARPNESS
CONTRAST
SATURATION
NOISE REDUCT.
TIMELAPSE
1
(voorzetlens)
R
(videobeelden)
*1 U hebt een OLYMPUS xD-Picture Card nodig.
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
OK
SET
MENU
BACK
1
2
3
4
5
CA M ER A ME N U
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
DRIVE
FINE ZOOM
o
OFF
OFF
OK
SET
MENU
BACK
1
2
3
4
5
CA M ER A ME N U
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
DRIVE
FINE ZOOM
o
OFF
OFF
De geselecteerde functie wordt weergegeven in een andere kleur.
Paginaweergave:
Het paginaweergaveteken wordt weergegeven als er op de
volgende pagina nog meer menufuncties staan.
OK
SET
MENU
BACK
2
1
3
4
5
CA M ER A ME N U
WB
DRIVE
ISO
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
ON
OFF
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
SILENTSILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
1
3
4
5
2
NL 23
Menufuncties
Afhankelijk van de stand van de functieknop zijn enkele menufuncties niet beschikbaar.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
g
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 41)
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan
*1 Niet weergegeven wanneer ingesteld op
h
of
s
.
*2 Als u [SQ1] of [SQ2] selecteert, selecteer dan [HIGH] of [NORMAL] nadat u de resolutie hebt geselecteerd.
JPEG-kopie
Foto's in het bestandstype [RAW] kunt u tegelijkertijd ook laten opslaan in het bestandstype JPEG. Bij het
opslaan in het bestandstype JPEG kunt u kiezen tussen de beeldkwaliteiten [SHQ], [HQ], [SQ1] en [SQ2], maar
u kunt geen resolutie selecteren. Foto's worden opgeslagen in de resolutie dit op op dat moment voor die
beeldkwaliteit is ingesteld.
1
IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
Beeldkwaliteit Resolutie Compressiefactor Applicatie
RAW
*1
3264 x 2448 Ongecomprimeerde ruwe beeldgegevens
Bestandstype ORF.
SHQ 3264 x 2448 Lage compressiefactor Dit is handig voor het printen van grote
beelden op een groot papierformaat.
(Voor [3264 x 2448].)
Dit is handig voor het bestellen van foto's bij
een foto-ontwikkelcentrale.
(Voor [3 : 2
3264 x 2176].)
Dit is handig voor het het bewerken van
foto's op de computer, zoals aanpassen van
contrast en onderdrukken van rode ogen.
3 : 2
3264 x 2176
HQ 3264 x 2448 Standaard
compressiefactor
3 : 2
3264 x 2176
SQ1
*2
2560 x 1920 Lage compressiefactor
(Hoge kwaliteit) /
Standaard
compressiefactor
(standaard)
Dit is nuttig voor het printen op groot
papierformaat.
Dit is handig voor computerbewerkingen als
draaien of het toevoegen van tekst aan een
foto.
2304 x 1728
2048 x 1536
SQ2
*2
1600 x 1200 Lage compressiefactor
(Hoge kwaliteit) /
Standaard
compressiefactor
(standaard)
Dit is handig voor het printen op A5 papier
en kleiner.
Dit is handig voor het bekijken van foto's op
een computer.
1280 x 960
1024 x 768 Deze beeldkwaliteit is vooral praktisch om
beelden als bijlagen bij e-mail te verzenden.
640 x 480
16 : 9 1920 x 1080 Standaard
compressiefactor
Dit is nuttig om de weidsheid van een object,
zoals een landschap, te benadrukken en
voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie.
[PANORAMA] kan niet worden ingesteld.
Op het [IMAGE QUALITY] scherm selecteert u [RAW] en vervolgens
drukt u op
3
.
Selecteer voor de JPEG-kopie een van de instellingen [OFF], [SHQ],
[HQ], [SQ1] pf [SQ2] en druk op
o
. (Selecteer [OFF] als u alleen de
[RAW]-gegevens wilt opslaan.)
Beeldkwaliteit video
Beeldkwaliteit Resolutie Aantal beelden
SHQ 640 x 480 30 beelden / s
HQ 320 x 240 15 beelden / s
SQ 160 x 120 15 beelden / s
OK
MENU
SET
BACK
JPEG DUPLICATE SETTING
SHQ
OFF
HQ
SQ1
[IN]
24 NL
Menufuncties
Hiermee zet u de fotografeerfuncties terug op de standaardinstellingen.
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
2
RESET
Hersel de standaardinstellingen af fabriek van de fotografeerfuncties
NO / YES
3 s
(motiefprogramma)
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren
afhankelijk van de situatie
PORTRAIT / LANDSCAPE / LANDSCAPE+PORTRAIT / SPORT /
NIGHT SCENE
*1
/ NIGHT+PORTRAIT
*1
/ INDOOR / CANDLE / SELF PORTRAIT /
AVAILABLE LIGHT / SUNSET / FIREWORKS
*1
/ CUISINE / BEHIND GLASS /
DOCUMENTS / AUCTION
*2
/ SHOOT & SELECT1
*2
/ SHOOT & SELECT2
*3
/
SMILE SHOT / BEACH / SNOW / UNDER WATER WIDE1
*4
/ UNDER WATER WIDE2
*4*5
/
UNDER WATER MACRO
*4
/ QUICK SHUTTER
Functie
Standaard-
instellingen
af fabriek
Zie blz.
Flitser AUTO Blz. 19
&
OFF Blz. 19
YY
UIT Blz. 20
F
0.0 Blz. 19
IMAGE QUALITY HQ Blz. 23
WB AUTO Blz. 26
ISO AUTO Blz. 27
DRIVE
o
Blz. 27
FINE ZOOM OFF Blz. 28
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
OFF Blz. 28
METERING (lichtmeting) ESP Blz. 28
AF MODE iESP Blz. 29
FOCUS MODE AF Blz. 29
FULLTIME AF (continu
autofocus)
OFF Blz. 29
AF PREDICT OFF Blz. 29
Functie
Standaard-
instellingen
af fabriek
Zie blz.
AF ILLUMINAT. ON Blz. 30
IMAGE STABILIZER ON Blz. 30
w
± 0.0 Blz. 30
#
SYNCRO
#
SYNC1 Blz. 30
Q
FLASH IN Blz. 30
R
(stilstaande beelden) OFF Blz. 31
>
± 0 Blz. 32
SHARPNESS ± 0 Blz. 32
CONTRAST ± 0 Blz. 32
SATURATION ± 0 Blz. 32
NOISE REDUCT. ON Blz. 32
TIMELAPSE OFF Blz. 33
1
(voorzetlens) OFF Blz. 33
R
(videobeelden) OFF Blz. 33
Monitor / Zoeker (
u
) Monitor Blz. 17
s
PORTRAIT Blz. 24
NL 25
Menufuncties
Het scherm voor het selecteren van een motiefprogramma laat voorbeelden
zien en een beschrijving van de fotografeersituatie waar het voor bedoeld is.
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de
meeste instellingen gewijzigd naar de standaardinstellingen van elk
motiefprogramma.
Afhankelijk van het motief kan de camera de zoompositie automatisch
wijzigen.
*1 Als het onderwerp donker is, wordt de beeldruisonderdrukking
automatisch geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer de tijd van
fotograferen, terwijl er in die tijd geen volgende foto kan worden gemaakt.
*2 De scherpstelling van het eerste beeld wordt vastgehouden.
*3 Tijdens repeterende opnamen stelt de camera scherp voor elk beeld.
*4 Gebruik een waterdichte bescherming.
*5 De scherpstelafstand wordt op ca. 5,0 m vastgehouden.
[
e
SHOOT & SELECT1] [
f
SHOOT & SELECT2]
Druk op de ontspanknop en houd hem ingedrukt om repeterende opnamen te maken. Na het fotograferen
selecteert u de beelden die u wilt wissen, zet er een
R
bij en drukt u op
S
om ze te wissen.
[
l
SMILE SHOT]
Als de camera in de stand Standby fotograferen een lachend gezicht herkent, maakt de camera automatisch
3 foto's na elkaar in de stand Snel repeterende opnamen. U kunt ook een foto maken door de ontspanknop
in te drukken.
In sommige situaties kan de camera geen lachend gezicht herkennen.
Als [SMILE SHOT] is geselecteerd, brandt de zelfontspanner-LED. Als de zelfontspanner-LED knippert, kan
er niet gefotografeerd worden.
[
r
QUICK SHUTTER]
[FULLTIME AF] wordt automatisch op [ON] gezet.
g
“FULLTIME AF Fotograferen terwijl op het onderwerp wordt scherpgesteld“ (Blz. 29)
Als [FULLTIME AF] is ingesteld op [OFF], wordt [CUSTOM BUTTON] ingesteld op [AF LOCK].
g
“Stand Fotograferen: Deze knop gebruiken als voorkeursfunctieknop“ (Blz. 16)
Bij [DRIVE] kunt u de opties [
c
] en[
d
] instellen.
B
F
D
j
G
OK
SET
MENU
BACK
1 PORTRAIT
OK
MENU
S
BACK GO
ee
Geselecteerd beeld.
Druk op
4
3
om door de beelden te bladeren.
Beelden die met een
R
gemarkeerd zijn, worden gewist.
Selecteer de foto's die gewist moeten worden.
Druk op
o
om bij een foto de optie Wissen te activeren
R
of juist uit
te schakelen.
26 NL
Menufuncties
Als [PRESET] geselecteerd is
Als [
V
] geselecteerd is
Terwijl op het scherm [ONE TOUCH WB] staat, richt u de camera op een blad wit papier. Zorg dat het papier
het beeld helemaal vult en dat er geen schaduw op valt.
•Druk op
o
. De nieuwe witbalans is nu ingesteld.
4
CAMERA MENU
WB ..........................................................................................
Kleur van een foto aanpassen
AUTO De witbalans wordt voor natuurlijke kleuren automatisch
aangepast, ongeacht de lichtbron.
PRESET Selecteert de witbalans aan de lichtbron aan.
5
Zonnige dag Voor fotograferen bij heldere lucht.
3
Bewolkte dag Voor fotograferen bij bewolkte lucht.
1
Gloeilamplicht Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
w
TL-lamp 1 Voor fotograferen bij daglicht-TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk binnenshuis gebruikt.)
x
TL-lamp 2 Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in bureaulampen gebruikt.)
y
TL-lamp 3 Voor fotograferen bij wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in kantoren gebruikt.)
V
Witbalans met één knop Voor het instellen van een meer exacte witbalans dan die met
de bovenstaande instellingen mogelijk is.
U kunt de optimale witbalans voor de lichtomstandigheden
instellen en opslaan.
Druk op
12
om een witbalansinstelling te selecteren, druk vervolgens
op
o
.
OK
MENU
SET
BACK
5
3
1
w
PRESET WB
o
NL 27
Menufuncties
Bij de instelling [6400], kunt u [IMAGE QUALITY] niet hoger instellen dan [2048 x 1536].
Als u [FINE ZOOM] of [DIGITAL ZOOM] hebt ingesteld op[ON], kunt u de optie [6400] niet selecteren.
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera maakt
continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
Alleen [
o
] is beschikbaar als de beeldkwaliteit is ingesteld op [RAW].
De flitser kan niet worden gebruikt als [
c
] of [
d
] is ingesteld.
•Als [
c
] is ingesteld, is [IMAGE QUALITY] beperkt tot onder [2048 x 1536] en het maximale aantal foto's dat
kan worden genomen voor repeterende opnamen is kleiner dan ca. 23.
•Als [
d
] is ingesteld, kunt u [IMAGE QUALITY] niet hoger instellen dan [1280 x 960], en kunt u bij
repeterende opnamen niet meer dan ca. 40 foto's maken (inclusief de 10 foto's die kort voor het fotograferen
worden opgeslagen als [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON].).
•Als u [
c
] of [
d
] hebt geselecteerd, kunt u [ISO]niet meer instellen op [HIGH ISO AUTO], [50], [100] of
[200].
Als u [
d
] hebt geselecteerd
Als [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON], worden kort voor het fotograferen door het half indrukken van de
ontspanknop 10 beelden van een foto opgeslagen.
Als [BKT] is geselecteerd
ISO
................................................................................................................... De ISO-gevoeligheid wijzigen
AUTO De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende belichting
van het object.
HIGH ISO AUTO Deze functie heeft een grotere gevoeligheid vergeleken met [AUTO] en
stabiliseert de onscherpte die onstaat doordat het onderwerp of de camera
beweegt als de foto gemaakt wordt.
50 / 100 / 200 / 400 /
800 / 1600 / 3200 /
6400
Een lage waarde verlaagt de gevoeligheid voor het maken van heldere,
scherpe foto's bij daglicht. Hoe hoger de waarde, hoe groter de
lichtgevoeligheid van de camera en hoe meer mogelijkheden om met een korte
sluitertijd en bij weinig licht te fotograferen. Een grote gevoeligheid veroorzaakt
echter beeldruis in de uiteindelijke opname, wat een korrelig beeld tot gevolg
kan hebben.
DRIVE
............................................................................................................................. Continu fotograferen
o
Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt.
j
Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname
aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de
ingestelde beeldkwaliteit.
c
De beelden worden sneller gefotografeerd dan in de normale stand voor
repeterende opnamen.
d
Repeterende opnamen met een snelheid van 15 beelden / s.
i
Stelt bij elke opname opnieuw scherp. De opnamesnelheid is trager dan bij
normale repeterende opnamen.
BKT Maakt repeterende opnamen waarbij bij elke opname een andere belichting
wordt ingesteld (bracketing). Scherpstelling en witbalans van de eerste opname
worden vastgehouden.
PRE-CAPTURE OFF / ON
Belichtingstolerantie ± 0.3 / ± 0.7 / ± 1.0
Aantal beelden x3 / x5
Druk de ontspanknop geheel in en houd deze ingedrukt om het vooraf
ingestelde aantal opnamen te maken. U kunt op elk moment stoppen door de
ontspanknop los te laten.
OK
SET
MENU
BACK
BKT
0.7
1.0
0.3
×3
×5
28 NL
Menufuncties
Met deze functie kunt u tot 27x inzoomen door de optische zoom te combineren met uitsnedes van het beeld.
Omdat de camera hierbij geen kunstmatig gegenereerde extra pixels toevoegt, blijft de beeldkwaliteit behouden.
[IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot onder [2048 x 1536].
De digitale zoom kan worden gebruikt om close-up-foto's te maken met een sterkere vergroting dan de optische
zoom.
FINE ZOOM .......................
Inzoomen op uw onderwerp zonder de beeldkwaliteit te verminderen
OFF / ON
DIGITAL ZOOM ........................................................................
Inzoomen op uw onderwerp
OFF / ON
METERING ..............
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
ESP Meet de helderheid in het beeldmidden en in het gebied eromheen afzonderlijk,
om een beeld vast te leggen waarin de helderheid in balans is. Fotografeert
u bij sterk tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldmidden donker wordt
afgebeeld.
n
Alleen het licht in het gebied binnen het autofocusteken wordt gemeten.
Aanbevolen voor het maken van een foto bij sterk tegenlicht.
4
Meet de helderheid over een breed gebied, met nadruk op het midden van het
scherm. Hiermee kunt u voorkomen dat het omgevingslicht de opname te veel
beïnvloedt.
Zoombalk
Wit gebied: Het optische zoombereik
Rood gebied: Het digitale zoombereik
Optische gezoomd Digitaal zoomen
Maximale vergroting:
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
Optische zoom x digitale zoom:ongeveer 100x (max.)
Stand voor het maken van videobeelden
Optische zoom x digitale zoom:ongeveer 54x (max.)
NL 29
Menufuncties
In bepaalde situaties is [FACE DETECT] niet in staat om gezichten te herkennen.
Indien [FINE ZOOM] of [DIGITAL ZOOM] is ingesteld op [ON], kan [AREA] niet worden ingesteld.
Als [AREA] geselecteerd is
Om het AF-teken te verplaatsen
Druk op de pendelknop (het AF-teken wordt in het groen weergegeven).
U kunt fotograferen terwijl deze status actief is.
Om de positie van het AF-teken in te stellen.
Houd
o
ingedrukt.
Om de positie van het teken te wijzigen, houd u
o
weer ingedrukt.
{
gaat knipperen en AF-predict blijft werken zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Bij sommige onderwerpen kan de foto toch onscherp zijn, ook al is [AF PREDICT] ingesteld.
In de standen macro en supermacro is [AF PREDICT] niet beschikbaar.
AF MODE ........................................................................
Wijzigen van het scherpstelgebied
FACE DETECT Zodra binnen het beeld een gezicht wordt herkend, stelt de camera scherp op
dat gezicht. Rondom het herkende gezicht verschijnt een kader.
iESP De camera bepaalt op welk object in het beeld wordt scherpgesteld. Zelfs
wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt, is het
mogelijk scherp te stellen.
SPOT Selectie van het scherpstellen is gebaseerd op het object binnen het
autofocusteken.
AREA Verplaats het AF-teken naar het vlak waarop u wilt scherpstellen.
FOCUS MODE ................................................................
Wijzigen van de scherpstelmethode
AF Druk de ontspanknop half in. De camera stelt automatisch scherp.
MF Pas de scherpstelling handmatig aan.
Indien ingesteld op [MF]
•Druk op
12
om scherp te stellen. Hierbij wordt het scherpstelgebied
vergroot afgebeeld.
Houd
o
ingedrukt om de scherpstelling vast te houden. De
scherpstelling wordt vast ingesteld op de door u ingestelde afstand en in
de monitor verschijnt in rood de melding MF. Om de scherpstelling aan te
passen, houd u
o
weer ingedrukt.
De afstand die op de monitor verschijnt, is slechts een schatting.
FULLTIME AF .................................
Fotograferen terwijl op het onderwerp wordt scherpgesteld
OFF Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
ON Bij continu autofocus blijft de camera continu scherpstellen op het onderwerp dat
op dat moment in beeld is zonder dat u de ontspanknop half hoeft in te drukken.
Omdat u niet hoeft scherp te stellen, bent u nooit te laat bij het fotograferen van
leuke momenten. Ook bij video-opnamen blijft de camera continu scherpstellen
op het object.
AF PREDICT ......
Fotograferen met de scherpstelling op onderwerpen die heen en weer bewegen
OFF AF predict is gedeactiveerd.
ON Indien geactiveerd, positioneert u het AF-teken op het onderwerp en drukt u de
ontspanknop half in om de AF-predict te activeren. Maak dan de foto door de
ontspanknop geheel in te drukken.
30 NL
Menufuncties
Deze functie stabiliseert onscherpte als gevolg van bewegen van de camera tijdens het fotograferen.
Als u fotografeert met de camera op een statief, zet u deze optie op [OFF].
Als de camera sterk bewogen wordt, kunnen de beelden eventueel niet gecorrigeerd worden.
Tijdens nachtopnamen en bij erg lange sluitertijden is het mogelijk dat de digitale beeldstabilisatie niet werkt.
Afhankelijk van situaties zoals het fotograferen van kleine onderwerpen of van ver verwijderde achtergronden,
kan het goed zijn om de sterkte van het flitslicht aan te passen. Deze functie is eveneens handig als meer
contrast gewenst is.
Druk op
12
om in te stellen en druk op
o
.
AF ILLUMINAT. ....................
Instelling om de hulpverlichting op een donkere plek te gebruiken
OFF AF-hulpverlichting werkt niet.
ON Druk de ontspanknop half in. De AF-hulpverlichting gaat automatisch aan.
IMAGE STABILIZER ........................
Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie
OFF Digitale beeldstabilisatie is gedeactiveerd.
ON Digitale beeldstabilisatie wordt geactiveerd als de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
w
............................................................................
Instellen hoe sterk het flitslicht moet zijn
+2,0 EV tot
0.0
tot –2,0 EV
#
SYNCRO ................................................................................
Het flitsmoment selecteren
#
SYNC1 De flitser gaat af, meteen nadat de sluiter zich volledig geopend heeft (voorste
sluitergordijn).
#
SYNC2 Met het achterste sluitergordijn gaat de flitser af, net voordat de sluiter dicht gaat
(achterste sluitergordijn). U kunt deze instelling gebruiken om interessante
effecten te bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door de
achterlichten van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe langer de
sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn. Als de sluitertijd korter is dan 1/200,
gaat de flitser automatisch af met het voorste sluitergordijn.
Q
FLASH ..................................................
Instelling voor het gebruik van een externe flitser
IN Met deze functie kunt u fotograferen met de ingebouwde flitser.
SLAVE Als u een in de handel verkrijgbare slave-flitser gebruikt die is gesynchroniseerd
met de flitser van de camera, kan de lichtsterkte van de flitser op 10 niveaus
worden ingesteld.
Als de sluitertijd op 4 seconden is gezet
Voorste
sluitergordijn
4 sec.
4 sec.
Achterste sluitergordijn:
flitser ontsteekt
Achterste
sluitergordijn
Voorste
sluitergordijn:
flitser gaat af
Sluiter gaat dicht
0
Ontspanknop geheel ingedrukt
NL 31
Menufuncties
Een flitssterkte selecteren
Als de flitser op [SLAVE] staat, schakelt de flitserfunctie automatisch om naar [
#
] (invulflitsen) voor alle
flitserfuncties behalve [
$
] (flitser uit).
De camera start automatisch met opnemen ongeveer 4 seconden nadat met fotograferen is begonnen.
Richt de microfoon van de camera tijdens de geluidsopname op de geluidsbron die u wilt opnemen.
Panoramaopnamen stellen u in staat een panoramafoto te maken met behulp van de OLYMPUS Master
software van de meegeleverde CD-ROM. Voor panoramaopnamen is een Olympus xD-Picture Card vereist.
Gebruik de pendelknop om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt aansluiten en maak uw foto's zo dat de
randen overlappen. Het gedeelte van de vorige foto dat wordt gecombineerd, blijft niet in het beeld. Onthoud het
op de monitor weergegeven beeld als een ruwe indicatie, stel dan de foto zo samen dat de randen van de vorige
foto in het beeld met de volgende foto overlappen.
•Druk op
o
om de panoramaopnamen te verlaten.
Panoramaopnamen zijn mogelijk tot maximaal 10 beelden. Er wordt een waarschuwingsteken
g
weergegeven nadat er 10 foto's zijn gemaakt.
Druk op
12
om een flitssterkte te selecteren tussen [1] en [10], druk
vervolgens op
o
. Het hogere nummer geeft de grotere lichtsterkte van de
flitser aan.
De flitser werkt ook in de stand Repeterende opnamen, maar de interval
tussen de opnamen duurt langer als een hoge flitssterkte is ingesteld.
R
(stilstaande beelden) .........................................
Geluid opnemen bij stilstaande beelden
OFF / ON
PANORAMA ................................................................................
Een panoramafoto maken
1
SLAVE FLASH
OK
SET
BACK
MENU
Sluit de beelden van links
naar rechts op elkaar aan
Sluit de beelden van beneden
naar boven op elkaar aan
3
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
rechterrand.
4
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
linkerrand.
1
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
bovenrand.
2
: Het volgende beeld wordt aangesloten op de
onderrand.
32 NL
Menufuncties
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
>
..........................................................................................
Witbalanscorrectie instellen
SHARPNESS ..................................................................
De scherpte van het beeld instellen
1
(naar +) : De beeldcontouren worden benadrukt waardoor het beeld
scherper en levendiger wordt. Gebruik deze instelling als u
beelden wilt printen. Als u de scherpte teveel naar + instelt,
kan er beeldruis ontstaan.
2
(naar –) : De beeldcontouren worden verzacht. Gebruik deze
instelling als u beelden op een computer wilt bewerken.
CONTRAST ....................................................................
Het contrast van het beeld instellen
1
(naar +) : De lichte en donkere partijen worden duidelijker begrensd,
wat het beeld scherper maakt.
2
(naar –) : De lichte en donkere partijen worden minder duidelijk
begrensd, zodat het beeld zachter wordt. Gebruik deze
instelling als u beelden op een computer wilt bewerken.
SATURATION .........................................................
De kleurintensiteit van het beeld instellen
1
(naar +) : Kleuren worden sterker.
2
(naar –) : Kleuren worden zwakker.
NOISE REDUCT. ....................................................
Onderdrukt ruis bij erg lange sluitertijden
OFF Ruis wordt niet onderdrukt. Bij lange sluitertijden wordt de beeldruis opvallender.
ON Ruis wordt onderdrukt. Het maken van een foto duurt dan twee keer langer dan
normaal. Fotograferen is niet mogelijk tijdens ruisonderdrukking. Ruisonderdrukking
kan alleen worden gebruikt als de sluitertijd groter is dan 1/2 s.
In beide richtingen [BLUE] en [RED] kunt u de witbalans in 7 stappen
instellen.
Druk op
o
nadat het instellen voltooid is.
1
: Telkens als u deze knop bedient, wordt het beeld blauwer.
2
: Telkens als u deze knop bedient, wordt het beeld roder.
OK
SET
BACK
MENU
>
REDRED
BLUEBLUE
2
1
3
4
5
CAMERA MENUCAM ER A MEN U
R
PANORAMA
>
SHARPNESS
CONTRAST
OK
SET
MENU
BACK
0
2
1
3
4
5
CAMERA MENU
CAM ER A MEN U
R
PANORAMA
>
SHARPNESS
CONTRAST
OK
SET
MENU
BACK
0
OK
SET
MENU
BACK
2
1
3
4
5
CAMERA MENU
CAM ER A MEN U
SATURATION
NOISE REDUCT.
TIMELAPSE
0
NL 33
Menufuncties
Wilt u zulke foto's gedurende een lange periode maken, gebruik dan volle batterijen of een lichtnetadapter.
Als tijdens de sluimerstand een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd, stopt de camera de versnelde
opname en keert terug naar normaal fotograferen.
Het openen van het klepje van het batterijcompartiment of van het kaartje, het aansluiten van de camera
op een computer en het bedienen van de ontspanknop, pendelknop of een andere knop.
Vanaf 4 seconden vóór de opname tot en met het moment waarop de opname is voltooid, zijn alle
bedieningsknoppen, de functieknop en de zoomknop buiten werking gesteld.
Als het interne geheugen of het kaartje vol is, of als de batterijen leegraken in de stand Versnelde opnamen,
verschijnt er een waarschuwing, de versnelde opname stopt, en de camera schakelt zichzelf uit.
Stel deze functie in als u fotografeert met gebruik van een voorzetlens (optie) gespecificeerd door Olympus.
Het gebruik van de ingebouwde flitser als de voorzetlens is aangebracht kan vignettering veroorzaken.
Gebruik een externe flitser indien nodig.
Als de voorzetlens is aangebracht, heeft de camera eventueel enige tijd nodig om scherp te stellen.
Als de camera meer dan 1 m van de geluidsbron is verwijderd, is het mogelijk dat het geluid niet goed wordt
opgenomen.
•Als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, is [IMAGE STABILIZER] niet beschikbaar.
Indien [FULLTIME AF] op [ON] staat als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, wordt het geluid van de lens
eventueel opgenomen.
Met deze functie kunt u bedieningsgeluiden tijdens het fotograferen en weergeven, waarschuwingspiepen,
sluitergeluiden enz. uitschakelen.
TIMELAPSE ................
U kunt zelf instellen om de hoeveel tijd er een foto moet worden gemaakt
OFF Versnelde opname is gedeactiveerd.
ON Versnelde opname is geactiveerd.
Bij het instellen van de versnelde opname
Druk op
4
3
om [PICTURES] en [INTERVAL] te selecteren.
Druk op
12
om de waarde in te stellen.
Druk op
o
om in te stellen.
De eerste opname is gemaakt als de ontspanknop is ingedrukt en alle
volgende opnamen worden automatisch gemaakt.
Tijdens de versnelde opname verschijnt het pictogram
L
op de
monitor.
De camera gaat in de sluimerstand zodra de opname is opgeslagen
in het interne geheugen of op het kaartje, en ook nadat de eerste
opname is gemaakt. De camera komt uit zijn sluimerstand 4 seconden
voordat de volgende opname wordt gemaakt.
Zodra het ingestelde aantal opnamen is gemaakt, schakelt de camera
zichzelf uit.
1
............................................................................................
Fotograferen met voorzetlens
OFF / ON
R
(videobeelden) ...........................................................
Videobeelden met geluid opnemen
OFF / ON
5
SILENT MODE
Instelling voor het uitschakelen van bedieningsgeluiden
OFF / ON
OK
SET
MENU
BACK
02
PICTURES INTERVAL
01 MIN
TIMELAPSE
Aantal opnamen: 2 tot 99
Opname-interval: 1 tot 99 minuten
in stappen van
1 minuut
34 NL
Menufuncties
g
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 41)
“SILENT MODE Instelling voor het uitschakelen van bedieningsgeluiden“ (Blz. 33)
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Van reeksen videobeelden wordt alleen het eerste beeld getoond.
Na het instellen van muziek [BGM] en [TYPE] drukt u op
o
om de diashow te starten.
•Druk op
o
of
m
om de diashow te annuleren.
Menu in de stand Weergeven
Als er een stilstaand beeld is geselecteerd
5
EDIT
7
PLAYBACK MENU
RAW DATA EDIT
Q
P
COLOR EDIT
FRAME
LABEL
CALENDAR
LAYOUT
EXPRESSION EDIT
FACE FOCUS
INDEX
EDIT
MOVIE INDEX
0
y
*3
INDEX PLAY
*4
R
*3
*1 Een kaartje is noodzakelijk.
*2 Dit wordt niet geselecteerd als
de video is geselecteerd.
*3 Dit wordt niet weergegeven als
er een video is geselecteerd.
*4 Dit verschijnt niet als
Stilstaand beeld is
geselecteerd.
Als de video is geselecteerd
1
SLIDESHOW
Beelden automatisch afspelen
Zet muziek [BGM] op [ON] of [OFF].
Selecteer het overgangseffect tussen beelden uit [TYPE].
BGM
ON / OFF
TYPE
NORMAL / SCROLL / FADER /
SLIDE / ZOOM DOWN / ZOOM UP / CHECKER BOARD /
BLINDS / SWIVEL / RANDOM
q
OK
MENU
SET
EXIT
P
PRINT
PRINT
ORDER
ORDER
PRINT
ORDER
SETUP
SETUP
SETUP
SILENT
SILENT
MODE
MODE
SILENT
MODE
ERASE
ERASE
ERASE
CALENDAR
CALENDAR
CALENDAR
SLIDE-
SLIDE-
SHOW
SHOW
SLIDE-
SHOW
EDIT
EDIT
EDIT
PLAYBACK
PLAYBACK
MENU
MENU
PLAYBACK
MENU
PERFECT
PERFECT
FIX
FIX
PERFECT
FIX
1
3
4
5
8
6
7
*1*2
OK
MENU
SET
EXIT
P
T
P
P
P
P
PP
P
PP
P
PP
P
PP
P
PP
P
P
P
ORDER
P
D
PP
RDER
PP
R
PP
R
PP
ORDER
P
ORDER
P
P
P
PRINT
ORDER
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
PLAYBACK
PLAYBACK
MENUMENU
PLAYBACK
MENU
EDIT
EDITEDIT
MOVIEMOVIE
PLPL AY
MOVIE
PL AY
CALENDAR
CALENDAR
CALENDAR
ERASEERASE
ERASE
2
4
5
8 7
CT
C
C
C
PERFEC
FIX
X
PERFECT
FIX
OK
SET
MENU
BACK
SLIDESHOW
OFF
ON
BGM
TYPE
[IN]
NL 35
Menufuncties
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden.
•Druk op
o
om de weergave te pauzeren.
Mogelijkheden in de stand pauze
Om de weergave te hervatten, drukt u op
o
.
Om de weergave van de videobeelden in het midden of tijdens een pauze stop te zetten, drukt u op
m
.
2
MOVIE PLAY
Weergeven van videobeelden
Selecteer in het hoofdmenu [MOVIE PLAY] en druk op
o
om de
videobeelden af te spelen.
Een andere mogelijkheid is om een beeld met het videopictogram (
A
)
in de stand Weergeven te selecteren en op
o
te drukken om de video
af te spelen.
12:30
'07.12.26
100-0004
IN
OK
MOVIEPLAY
Weergavetijd / Totale opnametijd
1
: Verhoogt het volume.
2
: Verlaagt het volume.
3
: Telkens als u op deze knop drukt, kiest u een andere
weergavesnelheid in deze volgorde: 2x; 20x en 1x.
4
: Speelt videobeelden achterstevoren af. Iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt, wordt de snelheid van de weergave veranderd in
deze volgorde: 1x; 2x, 20x en weer 1x.
1
: Geeft het eerste beeld weer.
2
: Geeft het laatste beeld weer.
3
: Geeft het volgende beeld weer.
4
: Geeft het vorige beeld weer.
36 NL
Menufuncties
Met deze functie kunt u de gemaakte foto corrigeren en vervolgens opslaan als een nieuwe foto.
Als [REDEYE FIX] geen rode ogen herkent, drukt u op
4
om deze functie te annuleren.
Videobeelden, foto's die met een andere camera zijn gemaakt en eerder gecorrigeerde of bewerkte foto's
kunnen niet worden gecorrigeerd.
Foto's die al zijn gecorrigeerd, kunnen bij het weergeven niet opnieuw worden gecorrigeerd.
Sommige foto's zullen nooit helemaal kunnen worden gecorrigeerd.
Het bewerken van een beeld kan een licht verlies in kwaliteit betekenen.
Met deze functie kunt u de beelden in een kalenderformaat weergeven, gesorteerd op de datum waarop de
beelden zijn opgenomen.
Met deze functie kunnen stilstaande beelden die op een kaartje opgeslagen zijn, bewerkt worden en als nieuwe
foto's opgeslagen worden.
Met deze functie bewerkt u beelden die zijn opgeslagen in het bestandstype RAW en slaat u ze vervolgens op
in het bestandstype JPEG.
Functies die met [RAW DATA EDIT] kunnen worden ingesteld.
* Alleen mogelijk als de foto gemaakt is met [WB] ingesteld op [
V
].
3
PERFECT FIX
Continu fotograferen
Selecteer het item dat u met
12
wilt corrigeren en druk vervolgens
op
o
.
Selecteer de foto met
4
3
en druk daarna op
o
.
ALL Belichtingscorrectie en rode-ogencorrectie worden allebei geactiveerd.
LIGHTING FIX Alleen de donkere partijen in een foto worden gecorrigeerd. Onderbelichte
beeldpartijen (bijv. als gevolg van opnamen bij tegenlicht of bij onvoldoende
verlichting) worden helderder gemaakt.
REDEYE FIX Alleen rode-ogencorrectie is geactiveerd.
4
CALENDAR
De beelden in een kalenderformaat weergeven
5
EDIT
RAW DATA EDIT ...........
Bewerken van de beelden die zijn opgeslagen in het bestandstype RAW
Item Instellingen Zie blz.
IMAGE QUALITY SHQ / HQ / SQ1 / SQ2 / 16 : 9 Blz. 23
WB AUTO / PRESET /
V
*
Blz. 26
>
RED7 – BLUE7 Blz. 32
SHARPNESS –5 – +5 Blz. 32
CONTRAST –5 – +5 Blz. 32
SATURATION –5 – +5 Blz. 32
OK
MENU
OK
SET
MENU
BACK
ALL
LIGHTING FIX
REDEYE FIX
PERFECT FIX
NL 37
Menufuncties
Dit wijzigt het formaat van een foto en slaat het als een nieuw bestand op.
Hiermee markeert u en maakt u een uitsnede van een deel van een stilstaand beeld, en slaat dit op als een
nieuw bestand.
Met deze functie kunt u de kleuren van een foto wijzigen en deze als een nieuwe foto opslaan.
Met deze functie kunt u een kader selecteren, het kader met een beeld samenvoegen en dit opslaan als een
nieuw beeld.
Met deze functie kunt u een titel selecteren, de titel met een beeld samenvoegen en dit opslaan als een nieuw
beeld.
Q
........................................................................................
Het formaat van foto's wijzigen
640 x 480 / 320 x 240
P
.....................................................................................
Een deel van een beeld uitsnijden
•Druk op
4
3
om het beeld waarvan een uitsnede gemaakt wordt te
selecteren en druk op
o
.
Gebruik de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat van
het beeld in te stellen en druk op
o
.
COLOR EDIT ..................................................................
De kleuren van een foto aanpassen
Selecteer de foto met
4
3
en druk daarna op
o
.
Selecteer met de pendelknop de gewenste kleur en druk daarna
op
o
.
1
BLACK & WHITE Hiermee wordt de foto zwart-wit.
2
SEPIA Hiermee krijgt u een foto in sepia-tinten.
3
SATURATION
(HARD)
Hiermee wordt de kleurintensiteit van de foto
verhoogd.
4
SATURATION
(SOFT)
Hiermee wordt de kleurintensiteit van de foto iets
verhoogd.
FRAME .............................................................................
Een kader toevoegen aan een foto
Selecteer een kader met
4
3
en druk op
o
.
Selecteer de foto die met het kader samengevoegd moet worden met
4
3
en druk op
o
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Gebruik de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat van
het beeld in te stellen en druk op
o
.
LABEL ................................................................................
Een titel toevoegen aan een foto
Selecteer de foto met
4
3
en druk op
o
.
Selecteer de titel met
4
3
en druk op
o
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of linksom te draaien.)
Selecteer met de pendelknop en de zoomknop de positie en het formaat van
de titel en druk daarna op
o
.
Stel met de pendelknop de kleur van de titel in en druk op
o
.
OK
SET
W
O
T
1
2
3
4
COLOR EDIT
OK
W
O
T
SETMOVE
FRAME
OK
SET
LABEL
38 NL
Menufuncties
Met deze functie kunt u een kalenderformaat selecteren, de kalender met een beeld samenvoegen en dit
opslaan als een nieuw bestand.
Met deze functie kunt u de gezichtsuitdrukking (expressie) veranderen van het grootste gezicht op de foto dat
recht naar de camera kijkt, en dit opslaan als een nieuwe foto.
Selecteer het gewenste effect met
4
3
en druk daarna op
o
.
Selecteer met
4
3
het gewenste effect en druk daarna op
o
.
In sommige situaties is de camera niet in staat om gezichten goed te herkennen.
Met deze functie kunt u een ander groot gezicht dat naar de camera kijkt, selecteren en als een nieuwe foto
opslaan.
Selecteer de foto met
4
3
en druk daarna op
o
.
In sommige situaties is de camera niet in staat om gezichten goed te herkennen.
Deze functie selecteert 9 beelden uit een video en slaat ze als nieuw beeld op (INDEX) met thumbnails van elk
beeld.
CALENDAR ..............................................................
Een kalenderafdruk met een foto maken
Selecteer de foto met
4
3
en druk op
o
.
Selecteer de kalender met
4
3
en druk op
o
.
(Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of linksom te draaien.)
Stel de datum van de kalender in en druk op
o
.
LAYOUT ............................................................................
Een indexbeeld van foto's maken
ALL IMAGES Alle foto's uit het interne geheugen of van het kaartje worden toegevoegd aan
de bladindeling.
CALENDAR Een maandelijkse kalender verschijnt en de foto's waarvan u de bladindeling wilt
maken, worden op datum geselecteerd.
SEL. IMAGE Foto's waarvan u de bladindeling wilt maken, worden één voor één
gespecificeerd.
•Druk op
4
3
om een bladindeling te selecteren en druk op
o
.
Selecteer het soort bladindeling en druk op
o
.
Selecteer de foto's en druk op
o
. (Als [SEL. IMAGE] in het [LAYOUT]
scherm is geselecteerd, drukt u op
12
om de foto 90° rechtsom of linksom
te draaien.)
EXPRESSION EDIT ...................
De gezichtsuitdrukking van een gezicht op de foto veranderen
FACE FOCUS ...........................................................
Een gezicht uit de foto naar voren halen
INDEX .............................................................................
Van een video een indexfoto maken
•Gebruik
4
3
om een video te selecteren en druk op
o
.
Gebruik de pendelknop om het eerste beeld te selecteren van het gedeelte
dat u wilt houden en druk op
o
.
Selecteer het laatste beeld van het gedeelte dat u wilt houden op dezelfde
manier en druk op
o
.
OK
SET
CALENDAR
OK
MENU
SET
BACK
LAYOUT
ALL IMAGES
CALENDER
SEL.IMAGE
OK
SET
00:0000:00/00:3600:36
NL 39
Menufuncties
Met deze functie kunt u een bepaald gedeelte van de videobeelden selecteren en overschrijven of opslaan als
nieuwe videobeelden.
Met deze functie kunt u een stilstaand beeld van de videobeelden vastleggen en kunt u dit beeld opslaan in het
bestandstype JPEG.
Met deze functie kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en de
datum- en tijdinformatie).
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 52)
Beelden die u fotografeert terwijl u de camera verticaal houdt, worden in horizontale stand weergegeven. Met
deze functie kunt u deze beelden draaien zodat ze verticaal worden weergegeven. Gedraaide beelden blijven
in hun nieuwe stand opgeslagen, ook als de camera wordt uitgeschakeld.
EDIT ........................................................................
Een deel van de videobeelden selecteren
Selecteer [NEW FILE] of [OVERWRITE] en druk op
o
.
Gebruik de pendelknop om het eerste beeld te selecteren van het gedeelte
dat u wilt houden en druk op
o
. Selecteer het laatste beeld van het gedeelte
dat u wilt houden op dezelfde manier en druk op
o
.
MOVIE INDEX ..................................
Vastleggen van een stilstaand beeld van de videobeelden
•Gebruik
4
3
om een video te selecteren en druk op
o
.
Selecteer met de pendelknop het beeld dat moet worden vastgelegd en druk
op
o
.
6
PRINT ORDER
Printreserveringen maken (DPOF)
7
PLAYBACK MENU
0
.......................................................................................................
Beelden beveiligen
OFF / ON
Beveiligde foto's kunnen niet worden gewist met de functies [ERASE] /
[SEL. IMAGE] / [ALL ERASE]. Bij het formatteren worden echter alle foto's
gewist.
Selecteer het beeld met
43
en beveilig het door [ON] te selecteren met
12
. U kunt meerdere beelden na elkaar beveiligen. Als een foto beveiligd
is, wordt
9
weergegeven op de monitor.
y
..............................................................................................................
Beelden draaien
+90° / / –9
OK
SET
00:0000:00/ 00:3600:36
OK
SET
MENU
BACK
[xD]MOVIE INDEX
OK
EXIT
OFF
ON
[IN]
0
40 NL
Menufuncties
Selecteer het beeld met
4
3
en draai het door [+90°], [0°] of [–90°] te selecteren met
12
. U kunt meerdere
beelden na elkaar draaien.
Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Hef de beveiliging op voordat u beveiligde beelden wist. Eenmaal gewiste
beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat niet onbedoeld
beelden gewist worden die u had willen bewaren.
Als u de foto uit het interne geheugen wist, dient u het kaartje niet in de camera te plaatsen.
Als u het beeld van het kaartje wilt wissen, dient u het kaartje eerst in de camera te plaatsen.
Selecteer [YES] en druk op
o
.
INDEX PLAY ......................................
De positie van weergave van de videobeelden selecteren
Gebruik de pendelknop om een beeld te selecteren.
Met de zoomknop kunt u het aantal weergegeven indexbeelden wijzigen.
•Druk op
o
.
De video wordt vanaf het geselecteerde beeld weergegeven.
R
............................................................................
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
YES / NO
Er wordt ongeveer 4 seconden geluid opgenomen.
•Gebruik
4
3
om een beeld te selecteren en gebruik
12
om [YES] te
selecteren om op te nemen.
De [BUSY]-balk wordt tijdelijk weergegeven.
8
ERASE
Geselecteerde beelden wissen / Alle beelden wissen
SEL. IMAGE ..................................................................
Beelden selecteren die u wilt wissen
Gebruik de pendelknop om een beeld te selecteren en druk op
o
om
R
toe te voegen.
Druk nogmaals op
o
om de selectie te annuleren.
Als de selectie voltooid is, drukt u op
S
.
Selecteer [YES] en druk op
o
.
ALL ERASE ................................
Alle beelden in het interne geheugen en op het kaartje wissen
OK
EXIT
[IN]y
+90°
OK
[IN]
EXIT
y
–9
OK
EXIT
[IN]
OK
SET
BACK
MENU
YES
NO
[IN]
R
MENU
S
SEL. IMAGESEL. IMAGE [IN]
GO
BACK
OK
NL 41
Menufuncties
*1 Een kaartje is noodzakelijk.
*2 Het geluid wordt onafhankelijk van de instelling uitgeschakeld als [SILENT MODE] op [ON] wordt gezet.
g
“SILENT MODE Instelling voor het uitschakelen van bedieningsgeluiden“ (Blz. 33)
*3 Niet beschikbaar als SCN is ingesteld op [UNDER WATER WIDE2].
*4 Niet beschikbaar als de functieknop op
n
staat.
*5 Niet beschikbaar als de functieknop op
h
staat.
Bij het formatteren van het interne geheugen of het kaartje worden alle opgeslagen beeldgegevens gewist, ook
de beveiligde beelden. Zorg ervoor dat u belangrijke beeldgegevens opslaat of naar een computer overbrengt
voordat u gaat formatteren.
Bij het formatteren van het interne geheugen moet u eerst het kaartje uit de camera verwijderen.
Zorg ervoor dat het kaartje in de camera is geplaatst terwijl u het formatteert.
Voordat u een kaartje van een andere fabrikant dan OLYMPUS, of een kaartje dat in een computer werd
geformatteerd, kunt gebruiken moet u deze eerst in deze camera formatteren.
Plaats het optionele kaartje in de camera. Bij het kopiëren van beeldmateriaal wordt de foto niet uit het interne
geheugen gewist.
Het duurt even om een back-up te maken. Controleer dat de batterij niet leeg is voordat u met kopiëren begint
of gebruik de lichtnetadapter.
De taal waarin de informatie op de monitor wordt weergegeven, kunt u zelf instellen. Welke talen beschikbaar
zijn, is afhankelijk van het land waar u deze camera heeft gekocht.
Met de bij uw camera geleverde OLYMPUS Master software kunt u uw camera van nog andere talen voorzien.
Instelmenu's – SETUP
Stand Fotograferen
SETUP
MEMORY FORMAT
(FORMAT
*1
)
BACKUP
*1
W
PW ON SETUP
*2
BEEP
*2
8
*2
SHUTTER SOUND
*2
VOLUME
*2
REC VIEW
*3
MENU DISPLAY
FILE NAME
PIXEL MAPPING
s
X
DUALTIME
ALARM CLOCK
VIDEO OUT
FRAME ASSIST
*4
u
*4
MY MODE SETUP
*4*5
m / ft
CUSTOM BUTTON
*4*5
Stand Weergeven
MEMORY FORMAT (FORMAT) ...........................
Het interne geheugen of kaartje formatteren
BACKUP .......................................
Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
W
....................................................................................
Een taal voor de monitor kiezen
OK
MENU
SET
EXIT
RESETRESETRESET
SCNSCNSCN
SILENTSILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
IMAGE
IMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
CAMERACAMERA
MENUMENU
CAMERA
MENU
OK
MENU
SET
EXIT
P
PRINTPRINT
ORDERORDER
PRINT
ORDER
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
ERASE
ERASE
ERASE
CALENDARCALENDAR
CALENDAR
SLIDE-
SLIDE-
SHOWSHOW
SLIDE-
SHOW
EDITEDITEDIT
PLAYBACK
PLAYBACK
MENUMENU
PLAYBACK
MENU
PERFECTPERFECT
FIXFIX
PERFECT
FIX
42 NL
Menufuncties
U kunt het soort geluid en de foto selecteren die worden weergegeven als de camera ingeschakeld wordt.
Selecteer [2] en druk op
3
om een stilstaand beeld uit het interne geheugen of van het kaartje in te stellen als
startscherm.
Het volume gaat naar de waarde die in [VOLUME] is ingesteld.
g
“VOLUME Het volume tijdens het weergeven aanpassen“ (Blz. 42)
Selecteer [ON] om in te stellen waar het beeld tijdens de opname moet verschijnen: op de monitor of in de
zoeker.
LCD ONLY: Beelden die worden opgenomen, verschijnen nu altijd op de monitor.
CURRENT: Beelden die worden opgenomen, verschijnen in het op dat moment actieve venster: de zoeker of
de monitor.
PW ON SETUP ...........................................................
Het startscherm en het geluid instellen
SCREEN OFF (Er wordt geen beeld weergegeven.)
/ 1
/2
SOUND OFF (geen geluid)
/ 1
/2
BEEP ............................................................................
Het volume van de pieptoon instellen
OFF (geen geluid)
1 LOW / HIGH
2LOW /HIGH
8
....................................
Het volume van het waarschuwingssignaal van de camera aanpassen
OFF (geen geluid) / LOW / HIGH
SHUTTER SOUND .................................
Het geluid en volume van de ontspanknop selecteren
OFF (geen geluid)
1 LOW / HIGH
2LOW /HIGH
VOLUME ...........................................................
Het volume tijdens het weergeven aanpassen
OFF (geen geluid) / 1 / 2 / 3/4 / 5
•Druk op
12
om het volume in te stellen.
Selecteer [OFF], of een van de 5 vaste volumestanden.
REC VIEW ....................................................................................
Beelden meteen bekijken
OFF De foto die wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. Dit is handig als u zich
wilt voorbereiden voor de volgende foto terwijl de vorige foto opgeslagen wordt.
ON De foto die wordt opgeslagen, wordt weergegeven. Dit is handig als u snel de
als laatste gemaakte foto wilt bekijken. U kunt doorgaan met fotograferen terwijl
de foto nog wordt weergegeven.
OK
2
1
3
6
7
SHUTTER SOUND
VOLUME
REC VIEW
MENU DISPLAY
4
5
S E T U P
OK
SET
MENU
BACK
8
NL 43
Menufuncties
Hier kunt u instellen of het menuscherm in de volgende gevallen op de monitor of in de zoeker moet verschijnen.
•Als u op
m
drukt
Als u in de stand Weergeven op
S
drukt
Als u in de stand Fotograferen op
q
drukt
Als de camera is aangesloten op de printer
De bestandsnamen en bijbehorende mapnamen voor opgeslagen foto's worden automatisch aangemaakt door
de camera. De bestandsnamen en mapnamen bevatten respectievelijk bestandsnummers (0001 tot 9999) en
mapnamen (100 tot 999). Deze worden als volgt genoemd.
Met de functie Pixel Mapping kan de camera de CCD en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen.
U hoeft deze functie niet vaak uit te voeren. Wij raden u aan dit één keer per jaar te doen. Wacht ten minste
één minuut na het nemen of bekijken van foto's om de functie pixel mapping optimaal te laten functioneren.
Als u tijdens pixel mapping de camera uitschakelt, dient deze procedure opnieuw uitgevoerd te worden.
Selecteer [PIXEL MAPPING]. Zodra [START] verschijnt, drukt u op
o
.
MENU DISPLAY ..................................................
Het menuscherm weergeven op de monitor
LCD ONLY Het menu verschijnt altijd op de monitor.
CURRENT Hierbij verschijnt het menu in het op dat moment actieve venster: de zoeker of
de monitor.
FILE NAME ...............................................................
Bestandsnamen van beelden herstellen
RESET Deze methode is handig bij het groeperen van bestanden op aparte
geheugenkaartjes.
De bestandsnummers en mapnummers worden geannuleerd als er een nieuw
kaartje in de camera wordt geplaatst. Het mapnummer wordt teruggezet op
[nr.100] en het bestandsnummer wordt teruggezet op [nr. 0001].
AUTO Deze methode is handig als u al uw bestanden met doorlopende nummers wilt
beheren.
Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart inzet, worden het map- en
bestandsnummer van het vorige kaartje aangehouden. Dit is handig bij het
beheer van meerdere kaartjes.
PIXEL MAPPING .........................................................
Beeldbewerkingsfuncties controleren
\DCIM\***OLYMP\Pmdd****.jpg
Mapnr.
(100 – 999)
BestandsnaamMapnaam
Maand (1 – C)
Dag (01 – 31)
Bestandsnr.
(0001 – 9999)
Maand: jan. – sept. = 1 – 9, okt. = A, nov. = B, dec. = C
44 NL
Menufuncties
De datum en tijd worden samen met elk beeld opgeslagen voor gebruik in de bestandsnaam.
De eerste twee cijfers van het jaartal [Y] zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
Om de tijd nauwkeurig in te stellen, met de cursor op “minute“ of [Y / M / D], drukt u op
o
op het moment dat
de klok 00 seconden aanwijst.
Het datumformaat is hetzelfde als het formaat ingesteld met [
X
].
De eerste twee cijfers van het jaartal [Y] zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
s
..............................................................................
Helderheid van de monitor aanpassen
X
....................................................................................................
Datum en tijd instellen
DUALTIME .....................................................
Datum en tijd instellen voor een andere tijdzone
OFF Wisselt naar de datum en tijd die zijn ingesteld in [
X
]. Foto' worden
opgeslagen met de datum en tijd die zijn ingesteld in [
X
].
ON Wisselt naar de datum en tijd die zijn ingesteld in [DUALTIME]. Als u de dual
time instelt, selecteert u [ON] en stelt u vervolgens de tijd in. Foto' worden
opgeslagen met de datum en tijd die zijn ingesteld in [DUALTIME].
1
: Maakt het monitorbeeld helderder.
2
: Maakt het monitorbeeld donkerder.
Druk op
o
nadat het instellen voltooid is.
OK
SET
MENU
BACK
s
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
m
: Om een instelling te verlaten.
MENU
CANCEL
X
Y/M/DY / M / D
Y M D TIMEY M D T I M E
----.--.-- --:------.--.-- --:--
Uur
Minuten
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
m
: Om een instelling te verlaten.
MENU
CANCEL
DUALTIME
Y M D TIMEY M D T I M E
20072007
.
1212
.
2626
1212
:
3030
NL 45
Menufuncties
•Als [
X
] niet is ingesteld, is [ALARM CLOCK] niet beschikbaar.
Als [DUAL TIME] is ingesteld op [ON], gaat het alarm af volgens de dual time datum- en tijdinstelling.
Een alarm instellen
Het alarm bedienen, uitzetten en controleren
Het alarm bedienen:
Schakel de camera uit. Het alarm werkt alleen als de camera uit staat.
Het alarm uitzetten:
Druk, terwijl het alarm afgaat, op een willekeurige knop om het alarm uit te zetten en de camera uit te
schakelen. Let op: door op
o
te drukken gaat de camera aan.
Als [SNOOZE] op [OFF] staat, stopt het alarm automatisch en schakelt de camera uit als er 1 minuut geen
bediening plaatsvindt.
De alarminstellingen controleren:
Druk, terwijl de camera uit is, op
DISP. /
E
om de ingestelde alarmtijd en de huidige tijd 3 seconden weer te
geven.
ALARM CLOCK .........................................................................................
Alarm instellen
OFF Er is geen alarm ingesteld of het alarm is geannuleerd.
ONE TIME Alarm wordt één keer geactiveerd. Nadat het alarm is afgegaan, wordt de
instelling geannuleerd.
DAILY Alarm wordt dagelijks op de ingestelde tijd geactiveerd.
Selecteer [ONE TIME] of [DAILY] en stel de alarmtijd in.
U kunt de sluimerfunctie of waarschuwingsignalen en volume instellen.
TIME Stelt de alarmtijd.
SNOOZE OFF De sluimerfunctie staat uit.
ON Het alarm wordt elke 5 minuten geactiveerd, tot 7 keer.
ALARM SOUND 1 LOW / MID / HIGH
2 LOW / MID / HIGH
3 LOW / MID / HIGH
MOVE
ALARM CLOCK
TIME
ALARM SOUND
SNOOZE
09:00
0 9 : 0 0
OK
SET
46 NL
Menufuncties
De standaardinstellingen af fabriek verschillen afhankelijk van de regio waar de camera is gekocht.
Om beelden op een televisie weer te geven, stelt u de video-uitgang in volgens het type videosignaal van uw
televisie.
Types videosignaal van de televisie per land / regio. Controleer het type videosignaal voordat de camera op
de televisie wordt aangesloten.
Foto's weergeven op een televisie
Schakel camera en televisie uit voordat u ze op elkaar aansluit.
Druk in de stand Fotograferen op
DISP. /
E
om te kiezen welke hulplijnen u wilt laten weergeven.
Als u [OFF] selecteert of op
DISP. /
E
drukt, verschijnen er geen hulplijnen.
Druk in de stand Fotograferen op
DISP. /
E
om het histogram weer te geven.
Hebt u dit ingesteld op [DIRECT], dan verschijnen de zwarte (blauwe) en witte (rode) gebieden direct in beeld.
VIDEO OUT ......................................................................
Foto's weergeven op een televisie
NTSC / PAL
NTSC : Noord-Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL : Europese landen, China
FRAME ASSIST ................
Hulplijnweergave weergeven / Het type hulplijnweergave vastleggen
OFF /
w
/
x
u
.....................................................................................................
Histogram weergeven
OFF / ON / DIRECT
Sluit de AV-kabel aan op de (gele) video-ingang en de (witte) audio-ingang.
AV-kabeltje (meegeleverd)
Klepje over de connector
Instellingen op de camera
Druk op
o
in de stand Weergeven om de
camera in te schakelen.
De televisie geeft het laatst gefotografeerde
beeld weer. Gebruik de pendelknop om het
beeld te selecteren dat u wilt weergeven.
Instellingen op de televisie
Zet de televisie aan en stel deze in op de videostand.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor details
over het omschakelen naar de videostand.
Beelden en de informatie die op het scherm worden
weergegeven, kunnen worden afgesneden, afhankelijk
van de instellingen van de televisie.
Multiconnector
NL 47
Menufuncties
g
“Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode en CUSTOM-knop“ (Blz. 72)
MY MODE SETUP ...................................
Functies m.b.t. het fotograferen instellen en opslaan
Soorten My Mode-
instellingen
CURRENT
Slaat de huidige
camerainstellingen op.
Selecteer [SET] en druk op
o
.
Selecteer een MY MODE om
op te slaan.
RESET
Herstelt de standaardinstellingen
af fabriek.
Selecteer [RESET] en druk op
o
.
My mode kan niet geselecteerd
worden als er geen instelling ios
opgeslagen.
* Standaardinstellingen
worden alleen in
[
s
MY MODE 1]
opgeslagen.
CUSTOM
Slaat instellingen een voor een op.
Selecteer de functie die u onder
My Mode wilt vastleggen en druk
op
3
of
o
.
Wijzig de instelling van de functie
en druk op
o
.
m / ft ..............................................
De maateenheid tijdens handmatige scherpstelling instellen
m Geeft weer in meter en centimeter.
ft Geeft weer in feet en inches.
CUSTOM BUTTON ................................
Vastleggen van functies onder de CUSTOM-knoppen
Selecteer met
12
de functie die u wilt vastleggen en druk daarna op
o
.
g
“Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode en
CUSTOM-knop“ (Blz. 72)
OK
SET
MENU
BACK
2
1
4
3
5
S E T U P
ALARM CLOCK
VIDEO OUT
FRAME ASSIST
u
MY MODE SETUP
CURRENT
RESET
CUSTOM
OK
MY MODE SETUP
SET
CANCEL
SET
SET CURRENT SETTINGSET CURRENT SETTING
MENU
BACK
OK
SET
MENU
BACK
My1/2/3/4
r1 MY MODE1
r2 MY MODE2
r3 MY MODE3
r4 MY MODE4
OK
MY MODE SETUP
RESET
CANCEL
SET
RESET CURRENT SETTING
RESET CURRENT SETTING
MENU
BACK
MY MODE SETUP
0.0
P/A/S/M/SCENE
SHUTTER
FLASH MODE
F
FNo.
OK
MENU
OK
SET
MENU
BACK
CUSTOM BUTTON
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
AF MODE
IMAGE QUALITY
48 NL
Beelden printen
Beelden printen
Sluit u de camera aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u beelden rechtstreeks printen – u heeft
geen computer nodig. Selecteer de beelden die u wilt printen en het aantal prints met behulp van de printmenu's
van de camera.
Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer.
Wat is PictBridge?
De norm voor het aansluiten van digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten en voor het direct
printen van foto's.
[EASY PRINT] kan gebruikt worden om de op de monitor weergegeven foto te printen.
De geselecteerde foto wordt geprint met de standaardinstellingen van uw printer. De datum en bestandsnaam
worden niet geprint.
STANDARD
Alle printers die PictBridge ondersteunen beschikken over standaard printinstellingen. Indien [STANDARD] in
het instelmenu geselecteerd wordt (Blz. 50 – Blz. 51), worden de foto's op basis van deze instellingen geprint.
Voor de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de handleiding ervan of neemt u contact op met de
fabrikant van de printer.
1
Geef de foto die u wilt printen weer op de monitor in de stand
Weergeven.
2
Schakel de printer in en verbind het met de camera meegeleverde
USB-kabeltje met de multiconnector van de camera en de USB-poort
van de printer.
Het scherm [EASY PRINT] wordt weergegeven.
Voor details over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort, raagpleegt u de
handleiding van de printer.
Direct printen (PictBridge)
Gebruik van de functie direct printen
Beschikbare printfuncties, papierformaten, enzovoort, zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Raadpleeg de handleiding van uw printer.
Voor details over de soorten printerpapier, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt u de handleiding van de
printer.
Eenvoudig printen
Multiconnector
USB-kabeltje
Klepje over de connector
NL 49
Beelden printen
3
Druk op
P
.
Het printen begint.
Als het printen afgesloten is, wordt het instelmenu voor het
selecteren van de foto weergegeven. Om een ander beeld te
printen drukt u op
43
om een beeld te selecteren en drukt
u op
P
.
Als u klaar bent, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera
die het menu voor de selectie van de foto weergeeft.
4
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de
camera.
5
Trek de andere plug van het USB-kabeltje uit
de printer.
U kunt [EASY PRINT] ook gebruiken als de camera uitgeschakeld is of in de stand Fotograferen staat. Sluit
het USB-kabeltje aan bij uitgeschakelde camera of in de stand Fotograferen. Het scherm voor het selecteren
van de USB-verbinding wordt weergegeven. Selecteer [EASY PRINT].
g
“EASY PRINT“ Stap 3 (Blz. 49), “CUSTOM PRINT“ Stap 2 (Blz. 50)
PC / CUSTOM PRINT
EASY PRINT START
OK
PRINTEXIT
50 NL
Beelden printen
1
Geef het scherm weer dat rechts wordt aangegeven volgens
procedure 1 en 2 op Blz. 48 en druk op
o
.
2
Selecteer [CUSTOM PRINT] en druk op
o
.
3
Ga volgens de bedieningsaanwijzingen te werk om de
printinstellingen aan te passen.
Opmerking
Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt weergegeven, zijn de opties [SIZE], [BORDERLESS] en
[PICS / SHEET] ingesteld op standaard.
Andere printfuncties en printinstellingen (CUSTOM PRINT)
Printfunctie selecteren
PRINT Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT Print alle foto's die in het interne geheugen of op het kaartje
zijn opgeslagen.
MULTI PRINT Print een foto in meervoudige bladindeling.
ALL INDEX Print een index van alle foto's die in het interne geheugen
of op het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER Print de foto's volgens de gespecificeerde
printreserveringsgegevens op het kaartje. Als er geen
printreserveringen zijn gemaakt, is deze optie niet
beschikbaar.
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 52)
Het printerpapier instellen
SIZE Kies één van de beschikbare papierformaten op uw printer.
BORDERLESS Met of zonder randen selecteren. In de functie
[MULTI PRINT] kunt u niet met een rand printen.
OFF ( )
Het beeld wordt binnen een blanco kader geprint.
ON ( )
Het beeld wordt bladvullend geprint.
PICS / SHEET Alleen beschikbaar in de stand [MULTI PRINT]. Het aantal
prints dat geprint kan worden, is afhankelijk van de printer.
Bedieningsaanwijzingen
OK
MENU
EXIT SET
PRINT MODE SELECT [ IN ]
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
OK
SET
MENU
BACK
PRINTPAPER
SIZE
SI Z E
BORDERLESSBORDERLESS
[IN]
SIZE
BORDERLESS
STANDARD
STANDARD
NL 51
Beelden printen
Druk op
4
3
om de foto te selecteren die u wilt printen. U kunt ook met de zoomknop een foto uit de
indexweergave selecteren.
4
Selecteer [PRINT] en druk op
o
.
Het printen begint.
Als het printen voltooid is, wordt het scherm [PRINT MODE SELECT]
weergegeven.
Printen annuleren
5
Druk in het scherm [PRINT MODE SELECT]
op
m
.
Op de monitor verschijnt nu een melding.
De te printen foto selecteren
PRINT Print één kopie van de geselecteerde foto. Als [SINGLE
PRINT] of [MORE] is geselecteerd, wordt er één kopie of
worden er meerdere kopieën geprint.
SINGLE PRINT Maakt een printreservering voor de weergegeven foto.
MORE Stelt het aantal prints en de te printen gegevens voor de
weergegeven foto in.
Instellen van het aantal prints en de te printen gegevens
<
x Met deze functie stelt u het aantal prints in. U kunt
maximaal 10 prints selecteren.
DATE ( ) Indien u [WITH] selecteert, worden de beelden met
datum geprint.
FILE NAME ( ) Indien u [WITH] selecteert, worden de beelden met
bestandsnaam geprint.
P
Stel met de pendelknop of zoomknop het formaat en de
positie van de uitsnede in en druk vervolgens op
o
.
De uitgesneden foto wordt geprint.
OK
PRINT
SINGLEPRINT
MORE
100-000410 0 - 0 0 0 4
[
IN
IN
]
OK
SET
MENU
BACK
PRINT INFO
1
WITHOUT
WITHOUT
DATE
FILE NAME
P
<
x
[IN]
OK
SET
MENU
BACK
PRINT [I N]
PRINT
CANCEL
OK
CANCEL
TRANSFERRING
OK
[IN]
SET
PRINT
CONTINUE
CANCEL
Monitorbeeld tijdens dataoverdracht
Druk op
o
.
Selecteer [CANCEL]
en druk op
o
.
OK
MENU
EXIT SET
PRINT MODE SELECT [IN]
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
52 NL
Beelden printen
6
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de
camera.
7
Trek de andere plug van het USB-kabeltje
uit de printer.
Met printreservering kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en de datum-
en tijdinformatie).
Beschikt u over een voor DPOF geschikte printer, dan kunt u met printreservering de beelden gemakkelijk thuis
printen. Maar u kunt dat ook laten doen door een fotospeciaalzaak die over DPOF-faciliteiten beschikt. DPOF
is een genormaliseerd bestandstype voor het opslaan van printinformatie vanuit digitale camera’s.
De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
Laten printen door een voor DPOF ingerichte fotospeciaalzaak
Hier kunnen foto’s geprint worden aan de hand van de printreserveringen.
Printen met een voor DPOF geschikte printer
Het is mogelijk om rechtstreeks van het kaartje met printreserveringsgegevens te printen zonder
tussenkomst van een computer. Voor details raadpleegt u de handleiding van de printer. Het is mogelijk
dat u, om te kunnen printen, een PC-kaartadapter nodig heeft.
Opmerking
Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met deze
camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met het
oorspronkelijke apparaat. Bevat een kaartje DPOF-reserveringen die met een ander apparaat werden
ingesteld, dan wordt met deze camera over de oorspronkelijk ingestelde reserveringen heen
geschreven.
Op een en hetzelfde kaartje kunt u DPOF-printreserveringen instellen voor maximaal 999 beelden.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
Printfuncties zonder DPOF gebruiken.
Beelden die opgeslagen zijn in het interne geheugen kunnen niet in een fotospeciaalzaak geprint
worden. De foto's dienen eerst naar een kaartje gekopieerd te worden.
g
“BACKUP Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren“ (Blz. 41)
Printinstellingen (DPOF)
Hoe worden printreserveringen gemaakt
Uitsluitend de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, kunnen gereserveerd worden voor het printen.
Steek een kaartje met opgeslagen beelden in de camera, voordat de printreserveringen gemaakt worden.
NL 53
Beelden printen
Om voor een geselecteerde foto een printreservering te specificeren, volgt u de bedieningsaanwijzingen.
1
Druk in de stand Weergeven op
m
en geef het hoofdmenu weer.
2
Selecteer [PRINT ORDER]
[
<
] en druk op
o
.
3
Druk op
4
3
om de beelden voor
printreserveringen te selecteren en druk
vervolgens op
12
om het aantal prints in te
stellen.
U kunt geen printreserveringen maken voor foto's met
n
.
Herhaal stap 3 om printreserveringen te maken voor andere foto's.
Het beeld uitsnijden
Gebruik de zoomknop om de lijn voor het uitsnijden weer te geven.
Stel met de pendelknop of zoomknop het formaat en de positie van de uitsnede in en druk vervolgens
op
o
.
4
Druk op
o
als u de printreserveringen hebt ingesteld.
5
Selecteer de printinstelling voor datum en tijd en
druk op
o
.
6
Selecteer [SET] en druk op
o
.
Enkel beeld reserveren
NO De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
DATE De geselecteerde foto's worden geprint met de datum van het
fotograferen.
TIME De geselecteerde foto's worden geprint met de tijd van het
fotograferen.
OK
SET
MENU
BACK
PRINT ORDER
<
U
Bedieningsaanwijzingen
OK
SET
12:3012:30'07.12.26'07 .12 .26
100-00041 0 0-0 0 0 4
4
HQHQ
×
[
xD
xD
]
0
W
O
T
OK
SET
MENU
BACK
X
NO
DATE
TIME
OK
SET
MENU
BACK
PRINT ORDER
SET
CANCEL
1 (
1 (
1)
1)
54 NL
Beelden printen
Alle op het kaartje opgeslagen beelden worden gereserveerd. Het aantal prints is ingesteld op één print per foto.
1
Druk in de stand Weergeven op
m
en geef het hoofdmenu weer.
2
Selecteer [PRINT ORDER]
[
U
] en druk op
o
.
3
Selecteer de instelling voor datum en tijd en druk op
o
.
4
Selecteer [SET] en druk op
o
.
U kunt alle printreserveringsgegevens of alleen die voor geselecteerde foto's herstellen.
1
Selecteer hoofdmenu
[PRINT ORDER] en druk op
o
.
Printreserveringsgegevens van alle foto's herstellen
2
Selecteer [
<
] of [
U
] en druk op
o
.
3
Selecteer [RESET] en druk op
o
.
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een
geselecteerde foto
2
Selecteer [
<
] en druk op
o
.
3
Selecteer [KEEP] en druk op
o
.
4
Druk op
4
3
om de foto met de printreserveringen die u wilt annuleren
te selecteren en druk op
2
om het aantal prints op 0 in te stellen
.
Herhaal stap 4 om printreserveringen voor andere foto's te annuleren.
5
Druk op
o
als u de printreserveringen geannuleerd heeft.
6
Selecteer de instelling voor datum en tijd en druk op
o
.
De instelling wordt toegepast op de resterende foto's met printreserveringen.
7
Selecteer [SET] en druk op
o
.
Alle beelden reserveren
NO De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
DATE Alle foto's worden geprint met de datum van het fotograferen.
TIME Alle foto's worden geprint met de tijd van het fotograferen.
Annuleren van printreserveringsgegevens
OK
SET
MENU
BACK
PRINT ORDER SETTING
RESET
KEEP
PRINT ORDERED
PRINT ORDERED
NL 55
Gebruik van OLYMPUS Master
Gebruik van OLYMPUS Master
Met het bij de camera geleverde USB-kabeltje kunt u de camera aansluiten op uw computer en kunnen de
beelden naar uw computer gedownload (overdracht) worden door de bij de camera geleverde OLYMPUS
Master software te gebruiken.
OLYMPUS Master is een softwaretoepassing voor het beheren van digitale beelden op uw computer. Nadat u
deze software heeft geïnstalleerd, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Overzicht
Installeer OLYMPUS Master software
g
Blz. 56
Sluit de camera met het meegeleverde
USB-kabeltje aan op de computer
g
Blz. 58
Activeer de OLYMPUS Master software
g
Blz. 58
Download beeldbestanden naar de computer
g
Blz. 59
Koppel de camera los van de computer
g
Blz. 59
Gebruik van OLYMPUS Master
Wat is OLYMPUS Master?
Voordat u de procedure start.
USB-kabeltje
CD-ROM met
OLYMPUS Master 2
Een pc die voldoet aan de
bedrijfscondities (Blz. 56)
(
Beeldgegevens downloaden vanuit de
camera of andere media
(
Beelden en videobeelden bekijken
U kunt een diashow vertonen en geluid
afspelen.
(
Beelden beheren
Beelden beheren in een album of map.
Gedownloade beelden worden automatisch op
datum gesorteerd, waardoor u beelden snel
kunt vinden.
(
Beelden bewerken
U kunt de beelden draaien, uitsnedes maken en
het formaat wijzigen.
(
Beelden bewerken met filters en
correctiefuncties
(
Beelden printen
U kunt beelden gemakkelijk printen.
(
Panoramaopnamen samenstellen
Uit de beelden die u fotografeert met de camera
in de stand Panoramaopname kunt u
panoramabeelden samenstellen.
(
Actualiseer de versie van de firmware van uw
camera
Voor details over andere functies en bewerkingen,
raadpleegt u de “Help“-gids in de OLYMPUS Master
referentiehandleiding.
56 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
Controleer voordat u de OLYMPUS Master software installeert of het besturingssysteem van uw computer aan
onderstaande systeemeisen voldoet.
Voor de geschiktheid van de software voor nieuwere besturingssystemen raadpleegt u de Olympus website
waarvan het adres is vermeld op het achterblad van deze handleiding.
Bedrijfscondities
Windows
Opmerking
Windows 98 / 98SE / Me worden niet ondersteund.
Gebruik een computer met vooraf geïnstalleerd besturingssysteem. Bediening wordt niet gegarandeerd
met zelfgebouwde computers of computers met een geactualiseerd besturingssysteem.
Bediening wordt niet gegarandeerd als u een toegevoegde USB-poort of IEEE 1394-poort gebruikt.
Om de software te installeren moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.
Macintosh
Opmerking
Mac-versies ouder dan OS X 10.3 worden niet ondersteund.
Bediening wordt niet gegarandeerd als u een toegevoegde USB-poort of IEEE 1394-poort (FireWire)
gebruikt.
Om de software te installeren moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.
Voordat u onderstaande handelingen uitvoert, moet u er voor zorgen dat u de geïnstalleerde media
verwijdert door die naar de prullenbak te slepen. Doet u dat niet, dan kan dat tot instabiliteit van de
computer leiden zodat u die opnieuw moet starten.
Koppel het verbindingskabeltje tussen camera en computer los.
Schakel de camera uit
Open het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
Installeer OLYMPUS Master software
Besturingssysteem Windows 2000 Professional / XP Home Edition /
XP Professional / Vista
CPU Pentium III 500 MHz of later
RAM 256 MB of meer
Ruimte op de harde schijf 500 MB of meer
Monitor 1024 x 768 pixels of meer
65.536 kleuren of meer (aanbevolen wordt 16.770.000 kleuren of meer)
Overige USB-poort of IEEE 1394-poort
Internet Explorer 6 of later
QuickTime 7 of later aanbevolen
DirectX 9 of later aanbevolen
Besturingssysteem Mac OS X v10.3 of later
CPU Power PC G3 500 MHz of later
Intel Core Solo / Duo 1,5 GHz of later
RAM 256 MB of meer
Ruimte op de harde schijf 500 MB of meer
Monitor 1024 x 768 pixels of meer
32.000 kleuren of meer (aanbevolen wordt 16.770.000 kleuren of meer)
Overige USB-poort of IEEE 1394-poort (FireWire)
Safari 1.0 of later (aanbevolen wordt 1.3 of later)
QuickTime 6 of later
NL 57
Gebruik van OLYMPUS Master
Windows
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
Nu wordt het installatievenster voor OLYMPUS Master
geopend.
Als het scherm niet verschijnt, dubbelklikt u op het pictogram
“Deze computer“ en klikt u op het pictogram van de CD-ROM.
2
Selecteer de taal voor de monitor en klik op
de “OLYMPUS Master 2“-knop.
Als het venster voor installatie van componenten wordt
weergegeven, klikt u op “OK“.
3
Klik op “Verder“ en volg de aanwijzingen
op het scherm.
Als de software licentieovereenkomst van OLYMPUS Master
verschijnt, leest u deze aandachtig door en klikt dan op “Ja“ om
de installatie te kunnen vervolgen.
4
Als het venster met gebruikerinformatie
wordt weergegeven, voert u uw “Naam“ in,
selecteert u uw “Regio“ en klikt u op
“Verder“.
5
Als het instelmenu voor installatietype
wordt weergegeven, klikt u op
“Installeren“.
Om de componenten te selecteren voor installatie, selecteert u
“Specificaties van de klant“..
De installatie wordt gestart. Nu verschijnt het afsluitvenster van
de installatie. Klik op “Sluiten“.
Vervolgens wordt het venster weergegeven waarin bevestigd wordt of OLYMPUS muvee theaterPack
Trial Version moet worden geïnstalleerd. Om deze software te installeren, klikt u op “Installeren“.
Macintosh
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
Nu wordt het CD-ROM-venster geopend.
Verschijnt het CD-ROM-venster niet, dan dubbelklikt u op het pictogram
van de CD-ROM, op het bureaublad.
2
Dubbelklik op het pictogram “Installatie“ op het
bureaublad.
Nu verschijnt het installatievenster voor OLYMPUS Master.
Ga te werk volgens de aanwijzingen op het scherm.
Als de licentieovereenkomst van OLYMPUS Master verschijnt, leest u deze
aandachtig door en klikt u op “Doorgaan“ en vervolgens op “Akkoord“ om
door te gaan met de installatie.
Nu verschijnt het afsluitvenster van de installatie.
U moet uw computer opnieuw starten voordat u OLYMPUS Master gebruikt.
58 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
1
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
De monitor is uitgeschakeld.
De lens is ingeschoven.
2
Verbind de multiconnector op de camera met de
USB-poort van de computer met behulp van het
meegeleverde USB-kabeltje.
Voor de plaats van de USB-poort raadpleegt u de handleiding van de
computer.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het
instelmenu voor de USB-aansluiting.
3
Selecteer [PC] en druk op
o
.
4
De computer herkent de camera als een nieuw
apparaat.
Windows
De eerste keer dat de camera op uw computer aangesloten wordt,
probeert de computer de camera te herkennen. Sluit de melding die
verschijnt af door op “OK“ te klikken. De computer herkent de camera als
een “Verwisselbare schijf“.
Macintosh
De beeldbestanden worden standaard beheerd met het programma
iPhoto. Sluit u de camera voor de eerste keer aan, dan wordt
automatisch het applicatieprogramma iPhoto geactiveerd zodat u dat
moet afsluiten en OLYMPUS Master moet starten.
Opmerking
Sluit u de camera aan op een computer, dan worden de camerafuncties buiten bedrijf gesteld.
De camera via een USB-hub op een computer aansluiten kan leiden tot instabiele werking. Is dat het
geval, dan sluit u de camera rechtstreeks aan op de computer, zonder een USB-hub te gebruiken.
Beelden kunnen niet naar uw computer worden overgedragen met OLYMPUS Master als [PC]
geselecteerd is in stap 3,
3
ingedrukt is en [MTP] geselecteerd is.
Windows
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ op het
bureaublad.
Macintosh
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ in de map
“OLYMPUS Master 2“.
Het venster “Bladeren“ verschijnt.
Als OLYMPUS Master voor de eerste keer na installatie wordt opgestart, worden het eerste instelmenu
en het venster voor gebruikersregistratie van OLYMPUS Master weergegeven vóór het venster
“Bladeren“. Ga te werk volgens de aanwijzingen op het scherm.
OLYMPUS Master sluiten
1
Klik op “Afsluiten in een venster.
Daarmee sluit u het programma OLYMPUS Master.
Camera aansluiten op een computer
Activeer de OLYMPUS Master software
Klepje over de connector
Multiconnector
OK
[IN]
SET
USB
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
NL 59
Gebruik van OLYMPUS Master
1
Klik in het venster “Bladeren“ op
“Beelden overbrengen“ en klik daarna op
“Vanuit camera“ .
Het venster voor het selecteren van de beelden die u vanuit de camera
wilt overbrengen wordt weergegeven. In dit venster worden alle
beelden getoond die in de camera opgeslagen zijn.
2
Selecteer “Nieuw album“ en voer een
albumnaam in.
3
Selecteer de beeldbestanden en klik op
“Beelden overbrengen“.
Daarna verschijnt een venster dat aangeeft dat het downloaden
voltooid is.
4
Klik op “Nu in beelden bladeren“.
In het venster “Bladeren“ worden de beelden die gedownload zijn,
weergegeven.
Camera loskoppelen
1
Controleer of de indicatie-LED Dataverkeer niet
meer knippert.
2
Tref de volgende voorbereidingen om het
USB-kabeltje los te koppelen.
Windows
1
Klik op het pictogram “Hardware ontkoppelen of uitwerpen“
in de knoppenbalk.
2
Klik op de getoonde melding.
3
Verschijnt de melding dat u de hardware nu veilig kunt verwijderen,
dan klikt u op “OK“.
Macintosh
1
Het pictogram van de prullenbak verandert in een
verwijderpictogram als u het pictogram “Zonder titel“ of “Naamloos“
op het bureaublad sleept. Sleep dit pictogram op het
verwijderpictogram en zet het daar neer.
3
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de
camera.
Opmerking
Windows: Als u op “Hardware loskoppelen of uitwerpen“ klikt, is het
mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt. Verschijnt die melding, dan overtuigt u zich ervan dat de
camera op dat moment niet bezig is met het downloaden van beeldgegevens en dat alle
applicatiesoftware gesloten is. Klik opnieuw op het pictogram “Hardware loskoppelen of uitwerpen“ en
koppel het kabeltje los.
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer
Beelden downloaden en opslaan
Indicatie-LED Dataverkeer
60 NL
Gebruik van OLYMPUS Master
1
Klik op het tabblad “Album“ in het venster
“Bladeren“ en selecteer het album dat u wilt
bekijken.
Het geselecteerde albumbeeld wordt weergegeven in het
thumbnailgebied.
2
Dubbelklik op de thumbnail van het stilstaande
beeld dat u wilt bekijken.
OLYMPUS Master schakelt om naar het venster voor het bewerken van
het beeld en het beeld wordt vergroot.
Klik op “Back“ om terug te keren naar het venster “Bladeren“.
Videobeelden bekijken
1
Dubbelklik in het venster “Bladeren“ op de thumbnail van de video die
u wilt bekijken.
OLYMPUS Master schakelt nu naar het venster voor bewerking en het eerste beeld van de video wordt
weergegeven.
2
Klik op “Weergeven“ aan de onderrand van
het scherm om de video af te spelen.
Deze camera is compatibel met USB mass storage. Dat wil zeggen dat u de camera met het meegeleverde
USB-kabeltje op een computer kunt aansluiten en beelden kunt downloaden en opslaan zonder dat u daarbij
OLYMPUS Master hoeft te gebruiken. Om de camera met het USB-kabeltje op uw computer te kunnen
aansluiten, moet de werkomgeving aan de volgende eisen voldoen.
Opmerking
Als uw computer met Windows Vista werkt, kunt u [PC] selecteren in stap 3 op bladzijde 58, drukt
u op
3
en selecteert u [MTP] om Windows Photo Gallery te gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook niet als
de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde computers.
Stilstaande beelden en video's bekijken
Beelden vanuit de camera overbrengen naar en opslaan op een computer, zonder
gebruik te maken van OLYMPUS Master
Windows
: Windows 2000 Professional / XP Home Edition /
XP Professional / Vista
Macintosh
: Mac OS X v10.3 of later
Thumbnail
NL 61
Gebruik van OLYMPUS Master
Zorg ervoor dat de batterij geheel opgeladen is!
1
Controleer of uw computer is aangesloten op internet.
2
Steek de ene plug van het USB-kabeltje in de USB-poort van de
computer.
3
Steek de andere plug van het USB-kabeltje in de USB-connector van
de camera.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het instelmenu voor de USB-aansluiting.
4
Selecteer [PC] en druk op
o
.
5
Selecteer in het venster “Bladeren“ “Camera“, daarna
“Camera actualiseren / Taal voor de monitor toevoegen“.
Het bevestigingsvenster voor het actualiseren wordt weergegeven.
6
Klik op “OK“.
Het venster voor het actualiseren van de camera wordt weergegeven.
7
Klik op “Taal toevoegen“ in de
weergave van het actualiseren van
de camera.
Het venster “Taal voor de monitor van camera
toevoegen“ wordt weergegeven.
8
Klik op en selecteer een taal.
9
Klik op “Toevoegen“.
De nieuwe taal wordt op uw camera gedownload.
Verwijder geen kabeltjes of batterijen terwijl de
camera hiermee bezig is.
10
Na het downloaden geeft het scherm van de camera “OK“ weer.
U kunt de kabeltjes verwijderen en de camera uitschakelen. Na het
herstarten van de camera kunt u de nieuwe taal bij [SETUP] kiezen.
Als u meer talen nodig heeft
62 NL
Leer uw camera beter kennen
Leer uw camera beter kennen
De batterijen zijn in de verkeerde stand (polariteit) ingezet
Plaats de batterijen in de juiste richting.
De batterijen zijn leeg
Plaats nieuwe batterijen. Laad de batterijen op als u oplaadbare batterijen gebruikt.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de camera in te
schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door deze een tijdje in uw zak te houden.
De camera is aangesloten op een computer
De camera werkt niet zolang deze op de computer aangesloten is.
Als de contactpunten van de kaart vuil of stoffig zijn, kunnen de gegevens op het kaartje niet gelezen
worden en verschijnt het scherm [CARD SETUP]. Selecteer in dit geval [xD CARD CLEAN], druk op
o
,
haal het kaartje eruit en veeg de contactpunten met een zachte, droge doek schoon.
De camera staat in de sluimerstand
Als de camera 3 minuten lang niet wordt bediend terwijl de camera is ingeschakeld (de lens is
uitgeschoven en de monitor is aan), wordt de camera automatisch in de sluimerstand gezet en de
monitor gaat uit, dit om de batterijen te sparen. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand, zelfs
niet als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere knop om de
camera uit de sluimerstand te halen, voordat u een foto maakt. Wordt de camera daarna nog 12
minuten lang niet bediend, dan schakelt de camera zichzelf automatisch helemaal uit (de lens wordt
ingeschoven en de monitor gaat uit). Druk op
o
om de camera in te schakelen.
De functieknop wordt gezet op
q
Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de functieknop in de stand
Fotograferen.
De functieknop wordt gezet op
g
Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven. Maak een foto nadat u de
instellingen heeft vastgelegd volgens de fotogids, of draai de functieknop naar een andere stand dan
g
in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen
Wacht tot
#
(flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De interne temperatuur van de camera loopt op
Tijdens langdurig gebruik van de camera kan de interne temperatuur oplopen, wat ertoe kan leiden
dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Als dit gebeurt, verwijder dan de batterij uit de
camera en wacht tot de camera voldoende is afgekoeld. De camera kan kan tijdens het gebruik warm
worden. Dit is normaal en wijst niet op een storing.
De geheugenindicator is vol
Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de geheugenindicator vol is. Wacht tot de
geheugenindicator weer ruimte heeft.
Fotografeertips en -informatie
Tips voordat u gaat fotograferen
De camera schakelt niet in, zelfs niet als de batterijen geplaatst zijn
Het kaartje kunt u niet gebruiken
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
abcd
Voordat u gaat
fotograferen
(Leeg)
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op)
Na één opname
(Vrijwel leeg)
Na meerdere opnamen
(Bijna vol)
Een foto maken Een foto maken Een foto maken
Wachten
NL 63
Leer uw camera beter kennen
De monitor wordt ingeschakeld
•Druk op
u
om om te schakelen naar de zoeker.
De zoeker is ingeschakeld
•Druk op
u
om om te schakelen naar de monitor.
Er heeft zich condens* gevormd in de camera
Schakel de camera uit. Wacht tot de camera de omgevingstemperatuur heeft aangenomen en
opgedroogd is.
* Als het buiten koud is, koelt waterdamp in de lucht snel af en verandert in druppeltjes water.
Condens treedt op als de camera abrupt van een koude plaats naar een warme ruimte wordt
gebracht.
Tijdens het fotograferen zijn in het monitorbeeld verticale lijnen zichtbaar
Als u de camera op een helder object in de volle zon richt, dan kan dat verticale lijnen in het
monitorbeeld veroorzaken. Dit wijst echter niet op een defect.
De zoeker is niet goed ingesteld
Stel dit goed in door de dioptrie-knop te verdraaien.
g
“De scherpstelling van de zoeker aanpassen m.b.v. de dioptrie“ (Blz. 9)
De camera is sinds het moment van aanschaf onder dezelfde omstandigheden gebruikt
Op het moment van aanschaf zijn in de camera geen datum en tijd ingesteld. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt.
g
“De camera inschakelen“ (Blz. 6)
X
Datum en tijd instellen“ (Blz. 44)
De batterij is uit de camera gehaald
Laat u de camera ongeveer 3 dagen zonder batterijen liggen, dan krijgt de camera voor datum en tijd
automatisch weer de standaardinstellingen af fabriek. Als de batterijen korte tijd in de camera worden
geplaatst, worden de instellingen voor datum en tijd sneller teruggezet naar de standaardinstellingen
af fabriek. Controleer, voordat u belangrijke foto’s gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt
Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw foto opnieuw af.
Zet [AF MODE] op [AREA].
g
“AF MODE Wijzigen van het scherpstelgebied“ (Blz. 29)
Het onderwerp beweegt snel
Stel de camera scherp op een punt met ongeveer dezelfde afstand tot het object dat u wilt fotograferen
en houd de scherpstelling vast (door de ontspanknop half in te drukken). Stel uw foto dan opnieuw
samen en druk de ontspanknop helemaal in als het object in beeld komt.
Zet de functieknop op
S
om de sluitertijd in te stellen en maak dan de foto. Met een kortere sluitertijd
kunt u snel bewegende onderwerpen vastleggen alsof deze stilstaan.
g
S
Sluitertijd aanpassen bij het fotograferen“ (Blz. 12)
Het object is donker
Zet [AF ILLUMINAT.] op [ON].
g
“AF ILLUMINAT. Instelling om de hulpverlichting op een donkere plek te gebruiken“ (Blz. 30)
De zoeker schakelt niet in
De monitor schakelt niet in
De zoeker van de monitor is lastig te zien
De datum en tijd zijn niet ingesteld
Fotografeertips
Scherpstellen op het object
64 NL
Leer uw camera beter kennen
Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus. De groene LED
op de monitor brandt, zodat u kunt controleren of de scherpstelling is vastgezet.
In bovenstaande situaties stelt u scherp (scherpstelgeheugen) op een contrastrijk object op dezelfde
afstand als het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het
te fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het
scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens
draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal en maakt u
de opname.
Zorg ervoor dat u de camera stevig met beide handen vasthoudt en druk de ontspanknop langzaam in om te
voorkomen dat de camera beweegt. Om het digitale beeld te corrigeren, houd u bij het maken van de volgende
foto's
h
ingedrukt waarbij [
h
ON] is geactiveerd.
Foto's worden sneller onscherp als:
foto's worden gemaakt met een sterk vergrotende zoominstelling, d.w.z. met functies van zowel
optische zoom als digitale zoom,
het onderwerp is donker en de sluitertijd is lang, of
de flitser niet gebruikt kan worden of als er een stand
s
met lange sluitertijd geselecteerd is.
Voor het maken van foto's bij weinig licht zonder flitser, stel het volgende in nadat u de flitserfunctie op [
$
]
(flitser uit) heeft gezet.
Kies een hogere [ISO]-instelling
g
“ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 27)
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Digitale zoom gebruiken om close-ups te maken
Met de digitale zoom wordt een uitsnede van het beeld gemaakt en vergroot. Hoe sterker de
vergroting, des te korreliger het beeld.
g
“DIGITAL ZOOM Inzoomen op uw onderwerp“ (Blz. 28)
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er “ruis“ ontstaan, dat als puntjes met ongewenste kleuren
of als oneffenheden in de kleur verschijnt en het beeld korrelig maakt. Deze camera is uitgerust met
een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met ruisonderdrukking. Door de
ISO-gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere beelden dan wanneer er een lagere
gevoeligheid wordt gebruikt.
g
“ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 27)
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Voorkom bewegingsonscherpte door beeldstabilisatie te gebruiken
Gestabiliseerde foto's maken zonder flitser
Het beeld is te korrelig
De groene LED
knippert.
De camera kan niet
goed scherpstellen op
het object.
Object met weinig
contrast
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak in
het midden van het beeld
Onderwerp zonder verticale
lijnen
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
onderwerpen
Het object bevindt zich niet
in het midden van het beeld
De groene LED brandt,
maar scherpstellen op
het onderwerp lukt niet.
NL 65
Leer uw camera beter kennen
De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de lichtbron die
het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan bepalen. In normale
gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar afhankelijk van het onderwerp
kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen van de [WB]-instelling.
Als het onderwerp zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt.
Als het onderwerp wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen, bijvoorbeeld
wanneer het onderwerp zich vlakbij een raam bevindt.
Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt.
g
“WB Kleur van een foto aanpassen“ (Blz. 26)
>
Witbalanscorrectie instellen“ (Blz. 32)
Maak foto's met
Z
of
a
in de stand
s
. Geschikt voor het maken van foto's op een zonnige dag
aan het strand of in de sneeuw.
g
s
Fotografeer door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie“ (Blz. 13)
Vaak worden heldere onderwerpen (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de natuurlijke
kleuren. Pas
1 F
aan in positieve zin [+] om dergelijke onderwerpen in natuurlijker
kleurschakeringen af te beelden. Omgekeerd kan het goed zijn om in negatieve zin [–] aan te passen
wanneer u donkere onderwerpen fotografeert. Soms verkrijgt u bij gebruik van de flitser niet de
helderheid (belichting) die u wilde.
g
1 F
-knop Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)“ (Blz. 19)
Als [SHADOW ADJ. hebt geselecteerd, komt het gezicht van het onderwerp helderder op de foto, zelfs
bij tegenlicht. Deze functie komt ook van pas als u van buiten af foto's maakt van een interieur, bijv.
een huiskamer.
g
“Stand Fotograferen: De belichting van het onderwerp aanpassen bij tegenlicht“ (Blz. 18)
Als u [METERING] op [
n
] zet, wordt de belichting gebaseerd op de helderheid binnen het
autofocusteken zodat de achtergrondverlichting hierbij niet wordt meegenomen.
g
“METERING Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp“ (Blz. 28)
Zet de flitser op [
#
] (invulflitsen) om de invulflitsen te activeren. U kunt een onderwerp fotograferen
met tegenlicht zonder dat het gelaat van het onderwerp donkerder lijkt. [
#
] (invulflitsen) wordt gebruikt
voor het fotograferen met tegenlicht en onder TL-licht en ander kunstlicht.
g
3#
-knop Gebruik van de flitser“ (Blz. 19)
Als [AF MODE] is ingesteld op [FACE DETECT], wordt de belichting afgestemd op het gezicht zodat
dit ook bij tegenlicht helderder op de foto komt.
g
“AF MODE Wijzigen van het scherpstelgebied“ (Blz. 29)
Wanneer u foto's maakt in de stand
S
of
A
, kan de sluitertijd of de diafragma-instelling in het rood
worden weergegeven. Een rood display betekent dat de juiste belichting niet kan worden bereikt. Als
u de foto zo neemt, wordt de foto te licht of te donker. In dit geval dient u de pendelknop te gebruiken
om de instellingen te wijzigen.
g
A
Diafragmawaarde aanpassen bij het fotograferen“ (Blz. 12)
S
Sluitertijd aanpassen bij het fotograferen“ (Blz. 12)
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Als het onderwerp te licht of te donker is
66 NL
Leer uw camera beter kennen
Er zijn twee manieren om de foto's die u met deze camera maakt op te slaan.
Foto's opslaan in het interne geheugen
Foto's worden in het interne geheugen opgeslagen en als het aantal stilstaande beelden dat nog kan
worden opgeslagen 0 is, dient u de camera op een computer aan te sluiten om de foto's te downloaden
en daarna de foto's uit het interne geheugen te wissen.
Gebruik van een kaartje (optioneel)
Foto's worden op het kaartje opgeslagen als het kaartje in de camera is gestoken. Als het kaartje vol
is, downloadt u de foto's op een computer en u wist de foto's van het kaartje of u gebruikt een nieuw
kaartje.
Foto's worden niet in het interne geheugen opgeslagen als er een kaartje in de camera zit. Foto's in
het interne geheugen kunnen naar het kaartje gekopieerd worden met behulp van de [BACKUP]-
functie.
g
“BACKUP Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren“ (Blz. 41)
“Het kaartje“ (Blz. 78)
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen en opnamelengte van video's
Stilstaande beelden
Video
Aanvullende fotografeertips en -gegevens
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
Beeld-
kwaliteit
Resolutie
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen
Intern geheugen
Bij gebruik van een
1 GB kaartje
Met geluid Zonder geluid Met geluid Zonder geluid
RAW 3264 x 2448 4 4 85 86
SHQ 3264 x 2448 12 12 253 255
3264 x 2176 13 13 284 286
HQ 3264 x 2448 23 23 492 499
3264 x 2176 26 26 551 561
SQ1 2560 x 1920 HIGH 19 19 404 410
NORMAL 36 37 770 789
2304 x 1728 HIGH 23 23 492 499
NORMAL 43 45 927 954
2048 x 1536 HIGH 29 29 615 627
NORMAL 54 56 1142 1184
SQ2 1600 x 1200 HIGH 45 46 954 984
NORMAL 82 86 1728 1827
1280 x 960 HIGH 65 68 1390 1453
NORMAL 112 121 2369 2558
1024 x 768 HIGH 94 101 1998 2132
NORMAL 151 168 3198 3553
640 x 480 HIGH 233 275 4920 5814
NORMAL 379 505 7995 10660
16 : 9 1920 x 1080 NORMAL 60 63 1279 1332
Beeld-
kwaliteit
Resolutie
Maximale opnameduur
Intern geheugen
Bij gebruik van een
1 GB kaartje
Met
geluid
Zonder
geluid
Met
geluid
Zonder
geluid
SHQ 640 x 480 (30 beelden / s) 26 sec. 26 sec. 40 sec. 40 sec.
HQ 320 x 240 (15 beelden / s) 2 min.
22 sec.
2 min.
26 sec.
29 min. 29 min.
SQ 160 x 120 (15 beelden / s) 9 min.
28 sec.
10 min.
44 sec.
29 min. 29 min.
3:2
3:2
NL 67
Leer uw camera beter kennen
Als u een kaartje gebruikt van een andere merk dan Olympus of een kaartje met een andere
toepassing, zoals voor een computer, dient u [FORMAT] te gebruiken om het kaartje te formatteren.
g
“MEMORY FORMAT (FORMAT) Het interne geheugen of kaartje formatteren“ (Blz. 41)
Deze camera gebruikt verschillende LED's om de status van de camera aan te geven.
Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt, kan de
batterijvoeding uitgeput raken.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen of de digitale
beeldstabilisatie te activeren d.m.v. het half indrukken van de ontspanknop.
Door herhaaldelijk de zoomfunctie te gebruiken.
[FULLTIME AF] is op [ON] gezet.
Als u de monitor lang achtereenvolgens ingeschakeld houdt.
Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als de
pendelknop gebruikt wordt. (Het menu is grijs en kan dus niet worden geselecteerd)
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Als [FOCUS MODE] is ingesteld op [MF], kunt u de optie [AF MODE] niet selecteren.
Functies die niet ingesteld kunnen worden omdat de foto's die met een andere camera zijn gemaakt,
bewerkt worden.
Sommige items kunt u niet instellen als de knop is ingedrukt.
[
%
] en [FLASH].
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als er geen kaartje in de camera zit.
PANORAMA / PRINT ORDER / FORMAT / BACKUP
Gebruik van een nieuw kaartje
Indicatie-LED's
LED Status
Zelfontspanner-LED Ingesteld op [
Y
12 SEC]
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Ingesteld op [
Y
2 SEC]
De LED knippert ongeveer 2 seconden lang, voordat de foto wordt
gemaakt.
Ingesteld op [SMILE SHOT]
Brandt continu:Camera is gereed
Knippert: De flitser wordt opgeladen (u kunt zolang geen foto maken)
Indicatie-LED Dataverkeer Knippert: Er wordt een beeld of video opgenomen of gedownload (als er
verbinding met een computer is).
Als de indicatie-LED Dataverkeer knippert, mogen onderstaande
activiteiten niet uitgevoerd worden. Hierdoor worden de
beeldgegevens eventueel niet opgeslagen of het interne geheugen of
het kaartje onbruikbaar gemaakt.
Open het klepje van het batterijcompartment / het kaartje
Verwijder de batterij en het kaartje
Lichtnetadapter aansluiten of loskoppelen
Koppel de USB-kabel los
Groene LED op de monitor Brandt: De scherpstelling en belichting zijn vastgezet.
Knippert: Nog bezig met scherpstellen.
In dat geval laat u de ontspanknop los, richt het autofocusteken weer
op het onderwerp en drukt de ontspanknop opnieuw half in.
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Functies die u niet via menu's of knoppen kunt selecteren
68 NL
Leer uw camera beter kennen
Beeldkwaliteit is een combinatie van gewenste resolutie en compressieniveau. Gebruik de volgende
voorbeelden om de optimale beeldkwaliteit te bepalen tijdens het fotograferen.
Voor het bewerken van beelden op een computer
•[RAW]
Voor het maken van prints van hoge kwaliteit op groot papierformaat zoals /
Voor het bewerken van beelden op een computer
[SHQ] [HQ]
Voor het printen op een groot papier-formaat
•[SQ1]
Voor het printen op A5 en kleiner /
Voor het versturen als bijlage bij een e-mail of voor het plaatsen op een website
•[SQ2]
Om de weidsheid van onderwerpen zoals bijvoorbeeld landschappen te benadrukken /
Om beelden op een breedbeeldtelevisie te bekijken.
•[16 : 9]
g
“IMAGE QUALITY Beeldkwaliteit wijzigen“ (Blz. 23)
Deze camera houdt een deel van de instellingen vast, zelfs nadat de camera is uitgeschakeld.
Om naar de standaardinstellingen af fabriek terug te keren, voert u een [RESET] uit.
Als de functieknop op
P
,
A
,
S
,
M
of
n
is gezet: De instellingen blijven behouden zelfs nadat de
camera is uitgezet (behalve bij de instellingen van
Y
, PANORAMA en TIMELAPSE).
Als de functieknop op
h
of
s
is gezet: De instellingen wordt teruggezet op de
standaardinstellingen (behalve IMAGE QUALITY en IMAGE STABILIZER).
g
“RESET Hersel de standaardinstellingen af fabriek van de fotografeerfuncties“ (Blz. 24)
Het is mogelijk dat de monitor lastig te zien is en dat het moeilijk is om de belichting te bevestigen, wanneer met
veel licht wordt gefotografeerd.
Druk herhaaldelijk op
DISP. /
E
om het histogram weer te geven
Stel de belichting zo in, dat de grafiek geconcentreerd is op de buitenste randen en evenwichtig
verdeeld is aan beide kanten.
Het histogram lezen
1
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna
zwart.
2
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna
wit.
3
Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de helderheid
binnen het autofocusteken zien.
g
DISP. /
E
-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven /Tijd
controleren“ (Blz. 17)
De zoeker gebruiken
g
u
-knop monitor / zoeker“ (Blz. 17)
De juiste beeldkwaliteit instellen
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
De belichting bevestigen als de monitor buiten lastig te zien is
NL 69
Leer uw camera beter kennen
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat bepaalde rode ogen niet kunnen worden gecorrigeerd. Ook
is het mogelijk dat andere gebeiden dan de ogen verkeerd worden gecorrigeerd.
Als er een kaartje in de camera zit, kan het beeld van het interne geheugen niet worden weergegeven.
Zet de camera uit en verwijder het kaartje om beelden die in het interne geheugen van de camera zijn
opgeslagen weer te geven.
Geef een beeld weer en druk op
DISP. /
E
. Druk herhaaldelijk op
DISP. /
E
om de hoeveelheid
weergegeven informatie te wijzigen.
g
DISP. /
E
-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / Tijd controleren“ (Blz. 17)
Duw de zoomknop naar de W om de beelden als thumbnails (indexweergave) of in kalenderformaat
(kalenderweergave) te bekijken.
g
“Zoomknop Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven“ (Blz. 15)
Als er bij een foto eenmaal geluid is opgenomen, kunt u dit geluid niet meer wissen. Wilt u géén geluid
bij die opname, dan fotografeert u het beeld opnieuw, maar nu zonder geluid. Bij onvoldoende ruimte
in het interne geheugen of op het kaartje is het opnemen van geluid niet mogelijk.
g
R
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden“ (Blz. 40)
Het formaat van de foto die wordt weergegeven op een computerscherm verandert afhankelijk van de
computerinstellingen. Als de monitorinstelling 1024 x 768 is en u Internet Explorer gebruikt om een beeld te
bekijken met een resolutie van 2048 x 1536 op 100%, kan niet het gehele beeld worden bekeken zonder te
schuiven. Er zijn meerdere manieren waarop u de gehele foto op het computerscherm kunt bekijken.
Bekijken van de foto met software voor het bladeren in beelden
Installeer de software OLYMPUS Master 2 vanaf de meegeleverde CD-ROM.
Wijzigen van de monitorinstelling
De pictogrammen op het bureaublad van de computer kunnen opnieuw worden geschikt. Voor details
over het wijzigen van de instellingen van uw computer, raadpleegt u de handleiding van uw computer.
Help bij het weergeven en tips voor het opheffen van storingen
Het onderdrukken van rode ogen kan niet worden vastgezet
Weergavetips
Het beeld weergeven dat is opgeslagen in het interne geheugen
Kennis van instellingen en van andere informatie over gemaakte foto's
Snel een gewenst beeld weergeven
Geluid bij stilstaande beelden wissen
Bekijken van foto's op een computer
Bekijken van de gehele foto op een computerscherm
70 NL
Leer uw camera beter kennen
Als er een foutmelding op de camera verschijnt
Indicatie op de
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
q
CARD ERROR
Er is een probleem met het
kaartje.
Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een
nieuw kaartje in de camera.
q
WRITE PROTECT
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
Het opgeslagen beeld is op een computer
beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen).
Download het beeld naar een computer en hef
de instelling Alleen lezen op.
>
MEMORY FULL
Het interne geheugen heeft niet
voldoende geheugen en kan
geen nieuwe gegevens
opnemen.
Steek een kaartje in de camera of wis
ongewenste gegevens. Maak voor het wissen
een reservekopie van de gegevens van
belangrijke foto's op het kaartje of download
dergelijke foto's naar een computer.
q
CARD FULL
Het kaartje heeft niet voldoende
geheugen en kan geen nieuwe
gegevens opnemen.
Vervang het kaartje of wis ongewenste
gegevens. Download belangrijke foto's naar een
computer voordat u beelden gaat wissen.
L
NO PICTURE
Er zijn geen foto's opgeslagen in
het interne geheugen of op het
kaartje.
Het interne geheugen of het kaartje bevat geen
foto's.
Sla enkele foto's op.
r
PICTURE ERROR
Er heeft zich een probleem met
het geselecteerde beeld
voorgedaan waardoor dat beeld
met deze camera niet kan
worden weergegeven.
Breng het beeld over naar een computer en
bekijk het beeld met beeldbewerkingssoftware.
Lukt dat niet, dan is het beeldbestand
beschadigd.
r
THE IMAGE CANNOT
BE EDITED
Als er foto's worden
geselecteerd die met een
andere camera zijn gemaakt,
kunnen deze niet worden
bewerkt.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto's
te bewerken.
CARD-COVER OPEN
Het klepje van het kaartje is
open.
Sluit het klepje van het kaartje.
g
BATTERY EMPTY
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen. Laad de batterijen op
als u oplaadbare batterijen gebruikt.
Het opnemen is
gestopt om de
camera af te laten
koelen.
Even wachten a.u.b.
Als [IMAGE STABILIZER] op
[ON] is gezet, stijgt de interne
temperatuur van de camera
door de continue video-opname
gedurende een lange periode,
waardoor het fotograferen stop
wordt gezet.
Laat de camera enige tijd afkoelen voordat u
weer gaat fotograferen. U kunt ook fotograferen
met [IMAGE STABILIZER] op [OFF].
Camera is aan het
afkoelen.
Even wachten a.u.b.
De gegevens op het kaartje
kunnen niet gelezen worden. Of
het kaartje is niet geformatteerd.
Selecteer [xD CARD CLEAN] en druk op
o
.
Neem het kaartje eruit en veeg het contactvlak
met een zachte, droge doek af.
Selecteer [FORMAT]
[YES] en druk op
o
.
Alle het op het kaartje opgeslagen gegevens
gaan verloren.
OK
SET
CARD SETUP
xD CARD CLEAN
FORMAT
[xD]
NL 71
Leer uw camera beter kennen
Er is een fout opgetreden in het
interne geheugen.
Selecteer [MEMORY FORMAT]
[YES] en druk
op
o
. Alle gegevens in het interne geheugen
worden gewist.
NO CONNECTION
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem opnieuw,
maar nu goed, aan.
NO PAPER
De papiervoorraad van de
printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier in de printer.
NO INK
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de printer.
JAMMED
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer blokkeert uit de
printer.
SETTINGS CHANGED
De papierla van de printer is
verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen
op de camera gewijzigd werden.
Bedien de printer niet, terwijl de instellingen op
de camera gewijzigd worden.
PRINT ERROR
Er heeft zich een probleem met
de printer en / of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit. Controleer de
printer en hef eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
r
CANNOT PRINT
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de foto's te printen.
Indicatie op de
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
OK
SET
MEMORY SETUP
POWER OFF
MEMORY FORMAT
[IN]
72 NL
Leer uw camera beter kennen
*1 Kies of u de monitor of de zoeker wilt gebruiken.
*2 Voor [ZOOM] selecteert u uit 27 mm, 50 mm, 150 mm, 300 mm of 486 mm.
(Deze nummers zijn gebaseerd op de brandpuntsafstand van een kleinbeeldcamera.)
Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode en CUSTOM-knop
Functie MY MODE SETUP CUSTOM BUTTON Zie blz.
P
/
A
/
S
/
M
/
f 9
—Blz. 6
F 9
—Blz. 19
FNo.
9
—Blz. 12
SHUTTER
9
—Blz. 12
FLASH MODE
9
—Blz. 19
&
9
—Blz. 19
Y
9
—Blz. 20
f 9
—Blz. 18
MONITOR (
u
)
*1
9
—Blz. 17
ZOOM
*2
9
——
IMAGE STABILIZER
99
(standaard) Blz. 16
AE LOCK
9
Blz. 16
AF LOCK
9
Blz. 16
AF LOCK + AE LOCK
9
blz. 16
IMAGE QUALITY
99
Blz. 23
WB
9
—Blz. 26
ISO
9
—Blz. 27
DRIVE
9
—Blz. 27
FINE ZOOM
99
Blz. 28
DIGITAL ZOOM (digitaal
zoomen)
99
Blz. 28
METERING (lichtmeting)
9
—Blz. 28
AF MODE
99
Blz. 29
FOCUS MODE
99
Blz. 29
FULLTIME AF (continu
autofocus)
99
Blz. 29
AF PREDICT
99
Blz. 29
AF ILLUMINAT.
9
—Blz. 30
w
9
—Blz. 30
#
SYNCRO
99
Blz. 30
Q
FLASH
99
Blz. 30
R
(stilstaande beelden)
99
Blz. 31
PANORAMA
9
—Blz. 31
>
9
—Blz. 32
SHARPNESS
9
—Blz. 32
CONTRAST
9
—Blz. 32
SATURATION
9
—Blz. 32
NOISE REDUCT.
99
Blz. 32
TIMELAPSE
9
—Blz. 33
1
(voorzetlens)
9
—Blz. 33
INFO
9
—Blz. 17
FRAME ASSIST
9
—Blz. 46
u
9
—Blz. 46
NL 73
Leer uw camera beter kennen
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld in bepaalde standen Fotograferen. Voor meer informatie, zie
onderstaande tabel. In de stand
r
variëren beschikbare functies afhankelijk van de standen die in het menu
[MY MODE SETUP] zijn ingesteld.
In de stand
s
zijn, om speciale effecten te bereiken, bij bepaalde motiefprogramma's de instelmogelijkheden
beperkt. Deze functies worden aangegeven met een . Meer informatie hierover vindt u onder “Functies
met beperkingen wat betreft motiefprogramma's“ (Blz. 74).
z
Standen en fotografeerfuncties
*1 Als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, kan de optische zoom tijdens het fotograferen niet worden gebruikt.
Om in te kunnen zoomen als [
R
] (videobeelden) op [ON] staat, [DIGITAL ZOOM] op [ON] zetten.
*2 [RAW] is niet beschikbaar.
*3 [AUTO] en [HIGH ISO AUTO] zijn niet beschikbaar.
*4 [BKT] is niet beschikbaar.
Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's
Stand Fotograferen
Functie
h P A S M s n
Zie blz.
Flitserfunctie AUTO
999
—— —Blz. 19
!
999
—— —Blz. 19
#
99999
—Blz. 19
H
99999
—Blz. 19
#
SLOW
999
—— —Blz. 19
$
99999
—Blz. 19
F 9999
99
Blz. 19
Diafragmawaarde
9
9
—— Blz. 11
Sluitertijd
99
—— Blz. 12
&
99999 9
Blz. 19
%
99999 9
Blz. 19
Y
99999 9
Blz. 20
INFO
999999
—Blz. 17
Optische gezoomd
99999 9
*1
Blz. 28
IMAGE STABILIZER
9999999
Blz. 16
AE LOCK
999
—Blz. 16
AF LOCK
9999
—Blz. 16
AF LOCK + AE LOCK
999
—blz. 16
f 99999 9
Blz. 18
IMAGE QUALITY
9
*2
9999 9
Blz. 23
WB
9999 9 9
Blz. 26
ISO
9999
*3
—Blz. 27
DRIVE
9999
*4
—Blz. 27
FINE ZOOM
9999
—Blz. 28
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen)
9999 9
Blz. 28
74 NL
Leer uw camera beter kennen
*5 Dit is vast ingesteld op [iESP].
*6 Dit is tijdens tijdopnamen vast ingesteld op [ON].
z
Functies met beperkingen wat betreft motiefprogramma's
Stand Fotograferen
Functie
h P A S M s n
Zie blz.
METERING (lichtmeting)
9999 9 9
Blz. 28
AF MODE
*5
9999
—Blz. 29
FOCUS MODE
9999
—Blz. 29
FULLTIME AF (continu autofocus)
9999 9
Blz. 29
AF PREDICT
9999
—Blz. 29
AF ILLUMINAT.
9999
—Blz. 30
w
9999
—Blz. 30
#
SYNCRO
9999
—Blz. 30
Q
FLASH
9999
—Blz. 30
R
(stilstaande beelden)
9999
—Blz. 31
PANORAMA
9
——— —Blz. 31
>
9999 9 9
Blz. 32
SHARPNESS
9999 9 9
Blz. 32
CONTRAST
9999 9 9
Blz. 32
SATURATION
9999 9 9
Blz. 32
NOISE REDUCT.
9999
*6
—Blz. 32
TIMELAPSE
9999
—Blz. 33
1
(voorzetlens)
9999 9
Blz. 33
R
(videobeelden)
9
Blz. 33
Motiefprogramma
i
j
N
V
Z
a
F
D
G
U
W
c
R S X P
Zie blz.
Functie
Y 9 9999999
Blz. 20
Flitserfunctie
999
9
——— Blz. 19
&
9
——
9
———
9
Blz. 19
%
9
——
9
———
9
Blz. 19
Optische gezoomd
9999
999
AE LOCK
9 9999999
Blz. 16
AF LOCK
9 99999
9
Blz. 16
AF LOCK + AE LOCK
9 99999
9
blz. 16
f 99
——
99
9
Blz. 18
IMAGE QUALITY
9
*1
9
*1
9
*1
9
*2
9
*1
9
*1
9
*1
9
*1
Blz. 23
ISO ——————— Blz. 27
DRIVE
9
*3
9
*3
——
9
*3
——
9
*3
Blz. 27
FINE ZOOM
999
——
999
Blz. 28
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
999
——
999
Blz. 28
AF MODE
9999
*4
9
9
Blz. 29
FOCUS MODE
9 99999
9
Blz. 29
FULLTIME AF
(continu autofocus)
9 99999
9
Blz. 29
AF PREDICT
9 99999
9
Blz. 29
AF ILLUMINAT.
9 99999
—— Blz. 30
w
999
9
——— Blz. 30
#
SYNCRO
999
9
——— Blz. 30
NL 75
Leer uw camera beter kennen
*1 [RAW] is niet beschikbaar.
*2 [IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot onder [2048 x 1536].
*3 [
c
] en [
d
] zijn niet beschikbaar.
*4 Dit is vast ingesteld op [iESP].
*5 Dit is vast ingesteld op [ON].
*6 [
!
] (flitsen met onderdrukken van rode ogen) en [
H
] (invulflitsen met onderdrukken van rode ogen)
zijn niet beschikbaar.
*7 Bij gebruik van [
c
] of [
d
] wordt deze instelling uitgeschakeld.
*8 Alleen [
#
] (invulflitsen) of [
$
] (flitser uit) is beschikbaar.
*9 Dit is vast ingesteld op [
&
] (stand macro).
*10 De instelling is ingeschakeld, [FULLTIME AF] staat op [OFF].
Q
FLASH
999
9
——— Blz. 30
R
(stilstaande beelden)
9 9999999
Blz. 31
PANORAMA
9 9999999
Blz. 31
NOISE REDUCT.
*5
———
*5
—Blz. 32
TIMELAPSE
9 9999999
Blz. 33
1
(voorzetlens)
9 9999999
Blz. 33
Motiefprogramma
d i e f k l H l r
Zie blz.
Functie
Y 9999999
9
Blz. 20
Flitserfunctie
9
*6
99
*7
9
*8
9
*8
9
*7
Blz. 19
&
9
*9
999
——
*9
99
Blz. 19
%
9
999
——— Blz. 19
Optische gezoomd
99999
999
AE LOCK
99999999
—Blz. 16
AF LOCK
99999
9
——
*10
Blz. 16
AF LOCK + AE LOCK
99999
9
——
*10
Blz. 16
f 99999999 9
Blz. 18
Motiefprogramma
i
j
N
V
Z
a
F
D
G
U
W
c
R S X P
Zie blz.
Functie
76 NL
Leer uw camera beter kennen
*1 [RAW] is niet beschikbaar.
*2 [IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot onder [2048 x 1536].
*5 Dit is vast ingesteld op [ON].
*6 [
!
] (flitsen met onderdrukken van rode ogen) en [
H
] (invulflitsen met onderdrukken van rode ogen)
zijn niet beschikbaar.
*7 Bij gebruik van [
c
] of [
d
] wordt deze instelling uitgeschakeld.
*10 [IMAGE QUALITY] is vast ingesteld op [640 x 480] in [SQ2].
*11 [IMAGE QUALITY] kunt u hierbij niet hoger instellen dan [1280 x 960].
*12 [IMAGE QUALITY] kunt u niet hoger instellen dan [2048 x 1536] als [
c
] is ingesteld, en niet hoger dan
[1280 x 960] als [
d
] is ingesteld.
*13 Dit is vast ingesteld op [BKT].
*14 Dit is vast ingesteld op [
c
].
*15 Dit is vast ingesteld op [
i
].
*16 [
c
] en [
d
] zijn niet beschikbaar.
*17 Dit is vast ingesteld op [
d
].
*18 [FACE DETECT] is niet beschikbaar.
*19 Dit is vast ingesteld op [FACE DETECT].
Motiefprogramma
d i e f k l H l r
Zie blz.
Functie
IMAGE QUALITY
9
*1
*10
9
*2
9
*1
9
*1
9
*1
9
*1
9
*11
9
*11*12
Blz. 23
ISO
999
—— Blz. 27
DRIVE
9
*7
*13
*14
*15
9
*16
9
*16
9
*16
9
*17
9
Blz. 27
FINE ZOOM
99
99
9
9
*7
Blz. 28
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
99
99
9
9
*7
Blz. 28
AF MODE
9999
*18
9
9
*18
9
*19
9
Blz. 29
FOCUS MODE
9
9
9
——— Blz. 29
FULLTIME AF
(continu autofocus)
99999
9
*5
9
Blz. 29
AF PREDICT
9
999
——— Blz. 29
AF ILLUMINAT.
9999
———
99
Blz. 30
w
———
99999 9
Blz. 30
#
SYNCRO
99999 9
Blz. 30
Q
FLASH
99999 9
Blz. 30
R
(stilstaande beelden)
9
————
9
Blz. 31
PANORAMA
9
———
999
9
Blz. 31
NOISE REDUCT. ————————
9
Blz. 32
TIMELAPSE
9
———
999
9
Blz. 33
1
(voorzetlens)
9
9999
99
Blz. 33
NL 77
Appendix
Appendix
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een mild
sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog deze vervolgens
met een droge doek. Als u de camera op het strand heeft gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een in schoon
water gedompelde en goed uitgewrongen doek.
Monitor en zoeker:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje en wrijf de lens vervolgens met een
lensreinigingsmiddel voorzichtig schoon.
Opmerking
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzeen of alcohol of met chemicaliën behandelde
reinigingsdoekjes.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
Indien de camera voor langere tijd opgeborgen wordt, haalt u de batterij, de lichtnetadapter en het kaartje uit
de camera en bergt u de camera op in een koele, droge ruimte die goed geventileerd is.
Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera.
Opmerking
Laat de camera niet achter op plaatsen waar met chemicaliën wordt gewerkt, omdat dan corrosie kan
ontstaan.
(
Behalve de met de camera geleverde batterijen kunt u ook een van de volgende soorten batterijen
gebruiken. Kies de voedingsbron die het best bij de situatie past.
AA-formaat alkalinebatterijen
Het aantal opnamen dat u kunt maken is sterk afhankelijk van het fabrikaat van de batterijen en
de lichtomstandigheden.
AA-formaat NiMH-batterijen (oplaadbare batterijen)
Olympus NiMH-batterijen zijn oplaadbare en zuinige batterijen. Voor meer details raadpleegt u de
bij het laadapparaat bijgesloten handleiding.
( U mag in de camera geen lithium batterijblok (CR-V3) en geen mangaanbatterijen
(zinkkoolstof) gebruiken.
(
De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de gebruikte functies.
(
In onderstaande gevallen wordt voortdurend energie verbruikt, waardoor de batterijen snel leeg raken.
Door veelvuldig te zoomen.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen of de digitale beeldstabilisatie
te activeren d.m.v. het half indrukken van de ontspanknop.
Zet [FULLTIME AF] op [ON].
Als u de monitor lang achtereenvolgens ingeschakeld houdt.
Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
(
De gebruiksduur van de batterijen is sterk afhankelijk van het soort batterijen, het fabrikaat van de batterijen,
de lichtomstandigheden, enz.
De camera kan ook uitschakelen zonder de waarschuwing voor de ladingstoestand weer te geven of kan de
waarschuwing voor de ladingstoestand sneller weergeven.
Onderhoud van de camera
Reinigen van de camera
Opslag
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
78 NL
Appendix
Foto's kunnen opgeslagen worden op het optionele kaartje.
Het interne geheugen en het kaartje zijn de media van de camera voor het opslaan van foto's, vergelijkbaar met
een film in een conventionele analoge camera.
Foto's die opgeslagen zijn in het interne geheugen of op het kaartje kunnen eenvoudig gewist worden of bewerkt
worden met een computer.
In tegenstelling tot draagbare opslagmedia kan het interne geheugen niet verwijderd of vervangen worden.
Het aantal foto's dat kan worden opgenomen, kan verhoogt worden door een kaartje met een grotere
opslagcapaciteit te gebruiken.
1
Indexvlak
Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van het kaartje op te
schrijven.
2
Contactvlak
Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen van de camera naar
het kaartje. Raak dit onderdeel niet met uw handen aan.
Compatibele kaartjes
xD-Picture Card (16 MB – 2 GB) (type H / M, standaard)
Gebruik van het interne geheugen of het kaartje
Tijdens fotograferen en weergeven kunt u in de monitor controleren of het interne geheugen of het kaartje
in gebruik is.
Opmerking
Open het klepje van het batterijcompartiment of van het kaartje niet als de indicatie-LED Dataverkeer
knippert, omdat de LED aangeeft dat er gegevens gelezen of geschreven worden. Hierdoor kunnen de
gegevens in het interne geheugen of op het kaartje beschadigd raken en het interne geheugen of het
kaartje onbruikbaar worden.
Een lichtnetadapter is praktisch bij het uitvoeren van tijdrovende taken zoals het downloaden van beelden naar
een computer of het lang achtereen doorgaan met het vertonen van een diashow.
Gebruik geen andere lichtnetadapters voor deze camera.
Opmerking
Als de camera ingeschakeld is, mag de batterij niet verwijderd of in de camera geplaatst worden en mag
de lichtnetadapter of multi-adapter niet aangesloten of losgekoppeld worden. Doet u dat toch, dan kan
dat de interne instellingen of de functies van de camera verstoren.
Lees vooral ook de handleiding van de lichtnetadapter.
Praktisch gebruik van de accessoires
Het kaartje
Lichtnetadapter
Stand Fotograferen Stand Weergeven
Indicator voor geheugen
[IN] : Bij gebruik van het interne geheugen.
[xD] : Bij gebruik van een kaartje.
NL 79
Appendix
De lichtnetadapter kan over de hele wereld in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt, binnen
het bereik van 100 V tot 240 V AC (50 / 60 Hz). Afhankelijk van uw land of regio kan het stopcontact echter
anders gevormd zijn waardoor de lichtnetadapter een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw
plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap.
Gebruik geen spanningsomvormers voor op reis, omdat deze uw lichtnetadapter kunnen beschadigen.
Lees alle gebruiksaanwijzingen –
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaanwijzingen.
Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens te kunnen raadplegen.
Reinigen –
Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik
uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aërosole
reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen.
Accessoires
Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen, uitsluitend de
door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht –
Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten
raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Plaats van opstelling –
Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen te
voorkomen.
Elektrische voedingsbron –
Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven
elektrische voedingsbron.
Bliksem –
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact als een onweer opsteekt terwijl u een lichtnetadapter
gebruikt.
Vreemde voorwerpen –
Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera.
Hitte –
Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereo-
versterkers.
Uw lichtnetadapter in het buitenland gebruiken
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen
LET OP:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN,
DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) VERWIJDEREN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN.
LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke
aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van de
bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte
informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte
informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte
informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan apparatuur, of het
verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN
OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
LET OP
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOK. NIET OPENEN
80 NL
Appendix
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die zich dichtbij
bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het
te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders
de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de camerariem kan leiden tot verstikking.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere
kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik de
camera dan onmiddellijk niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen kan worden
blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige
gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat of de lichtnetadapter niet als deze
is afgedekt (bijvoorbeeld met een deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand
ontstaan.
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden. Let
daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze
toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het
camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u
de camera bij lage temperaturen hanteert.
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp
blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
Hanteren van de camera
NL 81
Appendix
GEVAAR
Gebruik uitsluitend NiMH-batterijen van het merk Olympus en het daarbij passende laadapparaat.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking
komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat
de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen te demonteren, te
veranderen, te solderen, enz.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon,
stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk een batterij
doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen,
uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen, opgeladen en ongeladen batterijen of batterijen van verschillend
fabrikaat of capaciteit enz., door elkaar.
Probeer nooit alkaline, lithium of lithiumbatterijblokken van het type CR-V3 op te laden.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Gebruik geen batterijen waarvan de isolatiemantel verdwenen of beschadigd is omdat dergelijke batterijen
kunnen gaan lekken, brand of letsel kunnen veroorzaken.
LET OP
Haal de batterijen nooit onmiddellijk na gebruik uit de camera. Tijdens langdurig gebruik van de camera
kunnen de batterijen heet worden.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Als de NiMH-batterijen niet binnen de vastgelegde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet verder op
en gebruik deze niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier
afwijkend, gebruik de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk
met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit
raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken.
Batterijen waarvan het
batterijlichaam slechts gedeeltelijk
of helemaal niet door een
isolatiemantel is bedekt.
Batterijen waarbij de
mincontacten uitsteken, maar niet
door een isolatiemantel worden
afgedekt.
Batterijen met vlakke contacten, die niet
geheel door de isolatiemantel worden
afgedekt. (Dergelijke batterijen mag u
niet gebruiken, ook niet als de min-
contacten gedeeltelijk zijn afgedekt.)
De volgende AA (R6) batterijen kunt u niet gebruiken.
82 NL
Appendix
Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter
op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en / of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de
temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van
warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stoffige omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product
gebruikt, de handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai de
camera niet.
Laat de elektrische contacten van de camera ongemoeid.
Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op de CCD optreden en kan zelfs brand
ontstaan.
Druk of trek niet met grote kracht aan de lens.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera lange tijd niet te zullen gebruiken. Kies een koele,
droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de camera te
voorkomen. Is de camera lange tijd opgeborgen geweest, schakel de camera dan in en controleer of deze
nog goed werkt door de ontspanknop in te drukken.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven in
de handleiding van de camera.
Olympus NiMH-batterijen (in sommige landen meegeleverd) zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in digitale
camera's van Olympus. Gebruik deze batterijen nooit voor andere apparaten.
Laad NiMH-batterijen (in sommige landen meegeleverd) altijd op als u ze voor het eerst gaat gebruiken, of
wanneer u ze lange tijd niet gebruikt heeft.
Laad altijd stellen (2 of 4) batterijen (in sommige landen meegeleverd) tegelijk op.
Gebruik geen alkalinebatterijen, tenzij dat absoluut noodzakelijk is. Alkalinebatterijen gaan soms minder
lang mee dan NiMH-batterijen. De prestatie van alkalinebatterijen is beperkt, in het bijzonder bij lage
temperaturen. U doet er goed aan NiMH-batterijen te gebruiken.
Deze camera is niet geschikt voor AA-formaat mangaan (zinkkoolstof) batterijen.
Gebruikt u de camera met batterijvoeding bij lage temperatuur, probeer dan de camera en reservebatterijen
zo goed mogelijk warm te houden. Het is mogelijk dat batterijen die zijn leeggeraakt bij lage temperaturen,
weer herstellen als deze de kamertemperatuur aannemen.
Aanbevolen temperatuurbereiken voor NiMH-batterijen:
Tijdens bedrijf ........................ 0 °C tot 40 °C
Tijdens opladen ..................... 0 °C tot 40 °C
Tijdens opslag ................... –20 °C tot 30 °C
Gebruiken, opladen of opslaan van de batterijen buiten deze temperatuurbereiken kan de levensduur van
de batterijen of de prestatie ervan nadelig beïnvloeden. Haal altijd de batterijen uit de camera als u denkt
de camera lange tijd achtereen niet te gebruiken.
Lees voordat u NiMH-batterijen of NiCd-batterijen gaat gebruiken altijd de daarbij geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Het aantal foto’s dat u ermee kunt maken is afhankelijk van de lichtomstandigheden of de batterijen.
Schaf voordat u op reis gaat voldoende reservebatterijen aan, zeker als u naar het buitenland gaat. Het is
niet ondenkbaar dat het voorgeschreven type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de
afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en
regelgeving in acht.
Let op de werkomgeving
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
NL 83
Appendix
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing
in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden.
Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op
een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een onderwerp, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor
gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de LCD-
monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een LCD-
monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen echter
zwarte of lichte punten op de LCD-monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen
van de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in
kleur en helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die
voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van
beeldgegevens.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten
aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen
enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie met betrekking tot de
verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte,
zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving
van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van
zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven
materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting of
beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat de hierboven opgesomde
beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van het
auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd fotograferen,
voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf
verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of
mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en het
gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software besloten informatie, of
voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of in de software besloten informatie.
Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
LCD-monitor
Wettelijke en andere bepalingen
Beperkte aansprakelijkheid
Waarschuwing
Betreffende het copyright
84 NL
Appendix
Storing in radio- en televisieontvangst
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend kunnen
het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is
gebleken te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze
eisen werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in
huisinstallaties. Dit apparaat genereert en werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan,
indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen, hinderlijke storingen in
radioapparatuur veroorzaken.
Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen zouden
kunnen optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald
door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te
heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen:
Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is
aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. Voor het aansluiten van de
camera op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door OLYMPUS bij de camera geleverde
USB-kabeltje worden gebruikt.
U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen of modificaties
van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken.
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU
(Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en bescherming
van de gebruiker. Apparaten met het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese
markt.
Dit symbool [een doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft
aan dat in de EU-landen alle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur apart
moet worden ingezameld en verwerkt. Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone
huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de
afvoer van dit product.
Garantiebepalingen
1.
Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met
de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en de gebruiksaanwijzingen), wordt dit product,
gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van aankoop, bij een geautoriseerde Olympus-dealer
binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op de website: http://
www.olympus.com gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kostenloos vervangen. Voor aanspraak op deze
garantie dient de klant, vóór afloop van de garantieperiode van twee jaar, het product en deze
garantieverklaring mee te nemen naar de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere
servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op
de website: http://www.olympus.com. Tijdens de World Wide Warranty-periode van één jaar kan de klant het
product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke
servicedienst van Olympus gevestigd is.
2.
De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te
brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
3.
Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten,
zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode.
(a)
Elk gebrek dat optreedt wegens ondeskundig, onreglementair gebruik (zoals handelingen die niet
worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.).
(b)
Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van
het product.
(d)
Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag,
andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
FCC-voorschriften
Voor klanten in Europa
NL 85
Appendix
(e)
Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die
is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f)
Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g)
Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h)
Indien deze garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
(i)
Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar, de
maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer.
(j)
Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
4.
Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander
toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
5.
Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product.
Iedere verplichting voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door
de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of schade veroorzaakt in
lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het
resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen
invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud
1.
Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd door Olympus of
een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer
daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van
aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van
de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd.
Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de
garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de
informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is.
2.
Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te
worden.
3.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
xD-Picture Card™ is een handelsmerk.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en / of
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
De in deze handleiding genoemde normen voor camerabestandssystemen zijn de door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera
File System / DCF“-normen.
Handelsmerken
86 NL
Appendix
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
TECHNISCHE GEGEVENS
(
Camera
Soort camera : Digitale camera (voor het fotograferen en weergeven van beelden)
Opslagsysteem
Stilstaande beelden : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system [DCF]), RAW gegevens
Compatibel met de
normen
: Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF),
PRINT Image Matching III, PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
: Bestandstype WAVE
Videobeelden : AVI Motion JPEG
Opslagmedium : Intern geheugen
xD-Picture Card (16 MB – 2 GB) (type H / M, standaard)
Aantal effectieve pixels : 8.000.000 pixels
Beeldopneemelement : 1/2,35“ CCD (filter voor primaire kleuren), 8.500.000 pixels (bruto)
Lens : Olympus-lens 4,7 mm tot 84,2 mm, f2.8 tot f4,5
(komt overeen met 27 tot 486 mm van een kleinbeeldcamera)
Lichtmeetsysteem : Digitale ESP-meting, spotmeting, meting met nadruk op het centrum
Sluitertijd : 15 tot 1/2000 s (tijdens tijdopnamen: max. 8 minuten)
Diafragma : F2.8 tot F8.0
Scherpstelbereik : 10 cm tot
(W), 1,2 m tot
(T) (stand normaal / macro)
0,01 m tot
(stand supermacro)
Monitor : 2,5“ TFT LCD-kleurenmonitor, 230.000 pixels
Oplaadtijd flitser : Circa 7 s (na ontsteken van de flitser met volle lichtopbrengst, bij
kamertemperatuur en met een nieuwe, volledig opgeladen batterij)
Connector : Gelijkspanningsconnector DC-IN
USB-connector / AV-OUT-plug (multiconnector)
Automatisch kalendersysteem : van 2000 tot 2099
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0
°
C tot 40
°
C (bediening) / –20
°
C tot 60
°
C (opslag)
Relatieve vochtigheid : 30 % tot 90 %, (tijdens bedrijf) / 10 % tot 90 % (tijdens opslag)
Energievoorziening : AA alkalinebatterij / NiMH-batterij (vier) of Olympus lichtnetadapter
Afmetingen : 116,0 mm (l) x 78,5 mm (h) x 78,0 mm (b)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht : 365 g zonder batterijen en kaartje
NL 87
Appendix
OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA
Camera
Ontspanknop (Blz. 9, Blz. 14)
Flitser (Blz. 17)
Sleuf voor het kaartje (Blz. 5)
Klepje van het kaartje (Blz. 5)
Zelfontspanner-LED / AF-hulpverlichting
(Blz. 20, Blz. 30, Blz. 67)
Lens
Zoomknop (Blz. 15)
Functieknop (Blz. 6, Blz. 11)
h
/
m
-knop
(digitale beeldstabilisatie) /
CUSTOM-knop / Repeterende
weergave) (Blz. 16)
#
-knop (flitser omhoog) (Blz. 17)
DISP. /
E
-knop (Blz. 17)
Zoeker (Blz. 9)
m
-knop (Blz. 17)
Monitor ( (Blz. 44, Blz. 88)
Statiefaansluiting
Klepje van het batterijcompartiment
(Blz. 4)
Vergrendeling van het
batterijcompartiment (Blz. 4)
Pendelknop (Blz. 18)
o
-knop (OK / FUNC) (Blz. 20)
f
/
S
-knop
(schaduwaanpassingstechniek /
wissen) (Blz. 18)
u
-knop (monitor / zoeker)
(Blz. 17)
Indicatie-LED Dataverkeer
(Blz. 9, Blz. 59, Blz. 67)
Oogje voor de camerariem (Blz. 3)
Oogje voor de
camerariem
Gelijkspannings-
connector DC-IN
(Blz. 78)
Klepje over de connector
(Blz. 46, Blz. 48, Blz. 58)
Multiconnector
(Blz. 46, Blz. 48, Blz. 58)
Microfoon
Luidspreker
Dioptrieregelaar (Blz. 9)
q
/
P
-knop (weergeven / printen)
(Blz. 18, Blz. 49)
o
-knop (Blz. 6, Blz. 11)
88 NL
Appendix
(
Stand Fotograferen
Symbolen en pictogrammen op de monitor
Item Indicaties Zie blz.
1
Batterijcontrole
e
= vol,
f
= bijna leeg Blz. 70
2
Groene LED O = Auto Focus Lock Blz. 9, 14, 67
3
Flitser standby
Waarschuwing voor bewegen van de
camera /
Opladen flitser
#
(indicator brandt)
#
(knippert)
Blz. 62
4
Digitale beeldstabilisatie
h
Blz. 16
5
Stille functie
j
Blz. 33
6
Witbalans
5
,
3
,
1
,
w
y
,
V
Blz. 26
7
Witbalanscorrectie B1 – B7, R1 – R7 Blz. 32
8
ISO ISO 100, ISO 800, ISO 3200 etc. Blz. 27
9
Stand macro
Stand supermacro
Handmatig scherpstellen
AF-predict
&
%
MF
{
Blz. 19
Blz. 29
Blz. 29
10
Sluiterfunctie
j
,
c
,
d
,
g
,
i
,
7
Blz. 27
11
Spotmeting
n
,
4
Blz. 28
12
AE-lock
B
Blz. 16
13
Flitserfunctie
!
,
#
,
H
,
$
etc. Blz. 19
14
Regelen van de flitssterkte
w
–2.0 – +2.0 Blz. 30
15
Kleurintensiteit
6
–5 – +5 Blz. 32
16
Contrast
J
–5 – +5 Blz. 32
17
Scherpte
N
–5 – +5 Blz. 32
18
Geluid opnemen
R
Blz. 40
19
Dual time
l
Blz. 44
20
Geheugenindicator
a
,
b
,
c
,
d
(maximum bereikt) Blz. 62
21
Stand Fotograferen
h
,
P
,
A
,
S
,
M
,
s
tot
d
,
A
etc. Blz. 6, 11, 24
22
Schaduwaanpassingstechniek
f
Blz. 18
VideobeeldenStilstaande beelden
NL 89
Appendix
23
Zelfontspanner
k
,
h
Blz. 20
24
Sluitertijd 15“, 1/2, 1/60, 1/2000, BULB etc. Blz. 12
25
Ruisonderdrukking
O
Blz. 32
26
Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 Blz. 12
27
Belichtingscorrectie 2.0 – +2.0 Blz. 19
28
Beeldkwaliteit RAW, SHQ, HQ, SQ1, SQ2, 16 : 9 Blz. 23
29
Autofocusteken [ ] Blz. 9, 29
30
Resolutie 3264 x 2448, 2560 x 1920, 640 x 480 etc. Blz. 23
31
Voorzetlens
1
Blz. 33
32
Alarm
k
Blz. 45
33
Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen
Opnametijd
4
00:36
Blz. 66
34
Actueel geheugen [IN] : Foto's worden opgeslagen in het interne
geheugen
[xD] : Foto's worden opgeslagen op het kaartje
Blz. 78
Item Indicaties Zie blz.
90 NL
Appendix
(
Stand Weergeven
Item Indicaties Zie blz.
1
Batterijcontrole
e
= vol,
f
= bijna leeg Blz. 70
2
Actueel geheugen [IN] : Het beeld weergeven dat is opgeslagen
in het interne geheugen
[xD] : Het beeld weergeven dat is opgeslagen
op het kaartje
Blz. 78
3
Printreservering / aantal prints
Videobeelden
Repeterende weergave /
Automatische weergave van
repeterende opnamen
<
x10
n
s
Blz. 53
Blz. 35
Blz. 14
4
Geluid opnemen
H
Blz. 40
5
Beveiligen
9
Blz. 39
6
Stille functie
j
Blz. 33
7
Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 Blz. 12
8
Sluitertijd 15“, 1/2, 1/60, 1/2000 etc. Blz. 12
9
Beeldkwaliteit RAW, SHQ, HQ, SQ1, SQ2, 16 : 9 Blz. 23
10
Resolutie 3264 x 2448, 2560 x 1920, 640 x 480 etc. Blz. 23
11
Belichtingscorrectie 2.0 – +2.0 Blz. 19
12
Witbalans WB AUTO,
5
,
3
,
1
,
w
y
,
V
Blz. 26
13
ISO ISO 100, ISO 800, ISO 3200 etc. Blz. 27
14
Datum en tijd ’07.12. 26
12:30 Blz. 7, 44
15
Bestandsnummer
M
100 – 0004 Blz. 52
16
Beeldnummer
Weergavetijd / Totale opnametijd
4
00:00 / 00:36
Blz. 43, 34
Videobeelden
Stilstaande beelden
NL 91
Index
s
(motiefprogramma) .......................... 6, 13, 24
hm
-knop ........................................................ 16
qP
-knop.......................................................... 18
1 F
-knop (belichtingscorrectie) ...................... 19
3#
-knop (flitserfunctie)...................................... 19
#
-knop (flitser omhoog)..................................... , 17
4&
-knop (macro)............................................... 19
u
-knop (monitor / zoeker)............................ 9, 17
o
-knop (OK / FUNC)................................... 20, 21
2Y
-knop (zelfontspanner)................................ 20
16:9 ......................................................... 23, 66, 68
3:2 ................................................................. 23, 66
A
Aantal prints
<
x ................................................. 51
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen .................................................... 66
Achterste sluitergordijn
#
SYNC2....................... 30
AE-lock
B
....................................................... 16
AF........................................................................ 29
AF ILLUMINAT..................................................... 30
AF MODE............................................................ 29
AF PREDICT
{
............................................... 29
AF-teken.......................................................... 9, 89
ALARM CLOCK
k
.............................................. 45
ALL ERASE......................................................... 40
ALL INDEX.......................................................... 50
ALL PRINT.......................................................... 50
Alle beelden reserveren
U
................................ 54
AREA .................................................................. 28
AUCTION
i
...................................................... 24
AUTO (volautomatisch)
h
......................... 6, 11
AUTO (ISO)......................................................... 26
AUTO (stand Fotograferen)
h
...................... 11
AUTO (witbalans)
WB AUTO
............................ 25
Auto bracketing
BKT
.......................................... 27
Autofocus ............................................................ 64
Autoflitsen............................................................ 19
AV-kabeltje ..................................................... 3, 46
AVAILABLE LIGHT
c
....................................... 24
B
BACKUP ............................................................. 41
Batterijen ............................................................. 78
BEACH
Z
......................................................... 24
Beeld draaien
y
................................................. 39
BEEP................................................................... 42
BEHIND GLASS
P
............................................ 24
Belichting............................................................. 19
Belichtingscorrectie
F
........................................ 19
Beveiligen
0
.................................................... 39
Bewolkte dag
3
................................................ 25
BKT ..................................................................... 27
C
CALENDAR......................................................... 36
CALENDAR (bewerken)...................................... 38
CALENDAR (weergave)................................ 15, 36
CAMERA MENU ........................................... 22, 26
CANDLE
W
........................................................ 24
COLOR EDIT ...................................................... 37
Compressiefactor ................................................ 23
CONTRAST
J
.................................................... 32
CUISINE
V
.......................................................... 24
CURRENT (MY MODE SETUP) ......................... 47
CUSTOM (MY MODE SETUP) ........................... 47
CUSTOM BUTTON....................................... 47, 72
CUSTOM PRINT ................................................. 50
D
Datum en tijd
X
............................................ 7, 44
DIGITAL ZOOM................................................... 28
Dioptrieregelaar..................................................... 9
DIRECT (histogram)............................................ 46
DISP.
/
E
-knop................................................... 17
DOCUMENTS
d
................................................ 24
DPOF .................................................................. 52
DRIVE ................................................................. 27
DUALTIME
l
..................................................... 44
E
EASY PRINT....................................................... 48
EDIT .................................................................... 39
Een taal selecteren
W
................................... 41
Enkel beeld reserveren
<
.................................. 53
Enkel beeld fotograferen
o
............................... 27
ERASE ................................................................ 40
ESP ..................................................................... 28
EV........................................................................ 19
EXPRESSION EDIT............................................ 38
F
FACE DETECT.................................................... 28
FACE FOCUS ..................................................... 38
FILE NAME ................................................... 43, 51
FINE ZOOM ........................................................ 28
FIREWORKS
X
................................................. 24
Flitsen met onderdrukken van rode ogen
!
.... 19
Flitser................................................................... 19
Flitserfunctie
#
................................................... 19
Flitser uit
$
........................................................ 19
FLASH
Q
.......................................................... 30
FOCUS MODE.................................................... 29
FORMAT ............................................................. 41
Formaat wijzigen
Q
.......................................... 37
Fotogids
g
............................................ 6, 13
Fotograferen in de stand Bracketing (BKT)......... 27
Foutmeldingen..................................................... 70
FRAME................................................................ 37
FRAME ASSIST
w
,
x
................................. 46
92 NL
FULLTIME AF...................................................... 29
Functieknop..................................................... 6, 11
G
Geheel indrukken.................................................. 9
Geheugenindicator.............................................. 62
Gelijkspanningsconnector DC-IN ........................ 79
Geluid opnemen bij stilstaande beelden
R
......... 31
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
R
..... 40
Gezoomd weergeven
U
..................................... 15
Gloeilamplicht
1
................................................ 25
Groene LED .............................................. 9, 14, 67
g
........................................................... 6, 13
H
Half indrukken ....................................................... 9
Handmatig scherpstellen MF............................... 29
Handmatige bediening
M
................................ 6, 12
Helderheid van de monitor aanpassen
s
......... 44
HIGH ISO AUTO ................................................. 26
Histogram
u
.......................................... 17, 46, 68
Hoofdmenu ......................................................... 21
HQ........................................................... 23, 66, 68
I
iESP .................................................................... 28
IMAGE QUALITY ................................................ 23
IMAGE STABILIZER
h
.............................. 16, 30
IN......................................................................... 79
IN (
Q
FLASH) ................................................... 30
INDEX ................................................................. 38
Indexweergave.................................................... 15
INDEX PLAY ....................................................... 40
Indicatie-LED Dataverkeer ........................ 9, 59, 67
Indicator voor geheugen ..................................... 79
INDOOR
N
........................................................ 24
Informatieschermen
DISP.
/
E
............................ 17
Intern geheugen.................................................. 79
Invulflitsen
#
....................................................... 19
Invulflitsen met onderdrukken van
rode ogen
!#
............................................ 19
ISO ...................................................................... 27
J
JPEG................................................................... 23
K
Kaartje................................................................. 78
Klepje over de connector ........................ 46, 48, 58
L
LABEL ................................................................. 37
LANDSCAPE
F
................................................ 24
LANDSCAPE+PORTRAIT
D
............................ 24
LAYOUT .............................................................. 38
Lichtnetadapter.................................................... 79
M
m / ft .................................................................... 47
MEMORY FORMAT ........................................... 41
Meting met nadruk op het centrum
4
............... 28
m
-knop ................................................... 17, 21
MENU DISPLAY.................................................. 43
Menugids............................................................. 18
METERING ......................................................... 28
Microfoon............................................................. 30
Monitor .................................................... 17, 44, 88
MOVIE INDEX..................................................... 39
MOVIE PLAY....................................................... 35
MULTI PRINT ...................................................... 50
Multiconnector............................................... 46, 58
MY MODE
r
..................................................... 13
MY MODE SETUP My1/2/3/4 ............................. 47
N
NIGHT SCENE
G
.............................................. 24
NIGHT+PORTRAIT
U
....................................... 24
NTSC................................................................... 46
O
OLYMPUS Master............................................... 55
Ontspanknop .................................................. 9, 14
Opnametijd van videobeelden............................. 66
Optische zoom .................................................... 15
P
PAL...................................................................... 46
PANORAMA ........................................................ 31
PC ....................................................................... 58
Pendelknop ......................................................... 18
PERFECT FIX..................................................... 36
PictBridge............................................................ 48
PIXEL MAPPING................................................. 43
PLAYBACK MENU........................................ 34, 39
PORTRAIT
B
..................................................... 24
o
-knop................................................... 6, 11
PRE-CAPTURE
g
........................................... 27
PRESET (WB)..................................................... 25
PRINT ORDER ................................................... 50
Printinstellingen
<
.............................................. 52
Programmagestuurd
P
.................................... 6, 11
PW ON SETUP ................................................... 42
Q
QUICK SHUTTER
r
................................... 24, 25
R
RAW........................................................ 23, 66, 68
RAW DATA EDIT................................................. 36
REC VIEW........................................................... 42
Rechtstreeks printen ........................................... 48
Regelen van de flitssterkte
w
............................ 30
Repeterende AF-opnamen
i
........................... 27
NL 93
Repeterende opnamen
j
................................. 27
RESET ................................................................ 24
RESET (MY MODE SETUP)............................... 47
Resolutie ............................................................. 23
Ruisonderdrukking
O
....................................... 32
S
SATURATION
T
............................................... 32
Schaduwaanpassingstechniek
f
...................... 18
Scherpstellen............................................. 9, 14, 64
Scherpstelgeheugen ........................................... 14
SEL. IMAGE........................................................ 40
SELF PORTRAIT
R
.......................................... 24
SHARPNESS
N
................................................. 32
SHOOT & SELECT1/2
e
,
f
............................ 24
SHQ ........................................................ 23, 66, 68
SHUTTER SOUND ............................................. 42
SILENT MODE
j
............................................... 33
SLAVE................................................................. 30
SLIDESHOW....................................................... 34
Sluitertijd ............................................................. 12
Sluitertijdvoorkeuze
S
..................................... 6, 12
SMILE SHOT
l
........................................... 24, 25
Snel repeterende opnamen1
c
....................... 27
Snel repeterende opnamen2
d
....................... 27
SNOW
a
............................................................. 24
SPORT
C
.......................................................... 24
SPOT (AF MODE)............................................... 28
Spotmeting
5
.................................................... 28
SQ1 ......................................................... 23, 66, 68
SQ2 ......................................................... 23, 66, 68
STANDARD......................................................... 48
SUNSET
S
........................................................ 24
Stand diafragmavoorkeuze
A
......................... 6, 12
Stand Fotograferen.................................... 6, 11, 18
Stand macro
&
................................................... 19
Stand supermacro
%
......................................... 19
Stand Weergeven.................................... 11, 14, 17
SYNCRO
#
........................................................ 30
T
TIMELAPSE
L
................................................... 33
TL-lamp 1/2/3
w
,
x
,
y
.................................. 25
Totale opnametijd ................................................ 35
U
Uitsnijden (DPOF) ............................................... 53
Uitsnijden (PictBridge)......................................... 51
Uitsnijden
P
...................................................... 37
UNDER WATER MACRO
H
............................. 24
UNDER WATER WIDE1/2
kl
....................... 24
USB-kabeltje ................................. 3, 48, 49, 55, 58
V
Videobeelden met geluid opnemen
R
................. 33
Video-opname
n
............................................... 13
VIDEO OUT ........................................................ 46
VOLUME ............................................................. 42
Voorste sluitergordijn
#
SYNC1 .......................... 30
Voorzetlens
1
..................................................... 33
W
WB....................................................................... 26
Weergave op een televisie .................................. 46
Weergavetijd ....................................................... 35
Witbalanscorrectie
>
..................................... 32
Witbalans met één knop
V
............................... 25
X
xD........................................................................ 79
xD-Picture Card................................................... 78
Z
Zelfontspanner-LED ...................................... 20, 67
Zelfontspanner
Y
................................................ 20
Zoeker ................................................................. 17
Zonnige dag
5
................................................... 25
Zoomen ............................................................... 15
Zoomknop ........................................................... 15
94 NL
MEMO
NL 95
MEMO
http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen:
Correspondentieadres:
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 - 23 77 3-0 / Fax: +49 40 - 23 07 61
Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 - 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 - 67 10 83
of
+49 40 - 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur
en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
Belgium:
Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel: (03) 870 58 00
© 2007
Printed in Germany · OE · 6 · 8/2007 · Hab. · E0460079
92

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus SP-560 UZ bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus SP-560 UZ in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,15 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus SP-560 UZ

Olympus SP-560 UZ Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 96 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info