62205
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/80
Pagina verder
(
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat
gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de
camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt
raadplegen.
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde
u met uw camera vertrouwd te maken.
(
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze
handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen
op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt. Tenzij anders gespecificeerd, wordt de toelichting
van deze afbeeldingen meegeleverd voor µ1020.
Gebruiks-
aanwijzing
DIGITALE CAMERA
NL
Leer uw camera
beter kennen
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Appendix
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Meteen aan de slag
met uw camera.
2
NL
Inhoud
Test de functies van de knoppen van de
camera door de afbeedlingen op te
volgen.
Leer hoe u gemaakte foto's kunt printen.
Leer hoe u beelden naar een computer
kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over camerafuncties en
over hoe u betere foto's kunt maken.
Lees over handige functies en
veiligheidsmaatregelen voor effectiever
gebruik van uw camera.
Leer over de menu's die de basisfuncties
en -instellingen bevatten.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Leer uw camera beter
kennen
Appendix
Blz. 11
Blz. 20
Blz. 40
Blz. 49
Blz. 60
Gebruik van OLYMPUS Master
Blz. 45
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Blz. 3
NL
3
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Uitpakken van de doos
(
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
Digitale camera Camerariem Lithium-ionbatterij
(LI-50B)
Batterijlader
(LI-50C)
USB-kabeltje AV-kabeltje OLYMPUS Master 2
CD-ROM
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), basishandleiding en
garantiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Camerariem bevestigen
4
NL
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
De camera gereedmaken
a. Laad de batterij op.
Opmerking
Er zijn twee types LI-50C laadapparaat voor batterijen, één ervan is het type met lichtnetkabel
en het andere is het plug-in-type. Het meegeleverde type laadapparaat voor batterijen is
afhankelijk van de regio waar u de camera heeft gekocht. We leggen hier bij wijze van voorbeeld
uit hoe u het laadapparaat voor batterijen van het type met lichtnetkabel moet gebruiken. Als u
het plug-in-type batterijlader heeft ontvangen, steekt u deze direct in een stopcontact.
(
Bij levering is de batterij gedeeltelijk opgeladen.
b. Plaats de batterij en een xD-Picture Card (optioneel) in de camera.
2
1
3
Indicator voor laadtoestand
Lampje Aan: laden
Lampje uit: opladen voltooid
(Laadtijd: ca. 2 uur)
Stopcontact
Netsnoer
Batterijlader
Lithium-ionbatterij
2
1
Vergrendelknopje voor batterij
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl
om de batterij te verwijderen.
(
Plaats de batterij op de juiste
manier zoals op de afbeelding.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
gaat de camera niet aan, zelfs niet
als de
o
-knop ingedrukt is.
3
NL
5
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
De camera gereedmaken
(
U kunt met deze camera zelfs zonder een optionele xD-Picture Card™ (hierna “het kaartje“
genoemd) fotograferen. Als er geen xD-Picture Card ingestoken is, worden uw foto's op het
interne geheugen opgeslagen.
Raadpleeg voor details op het kaartje “Het kaartje“ (Blz. 61).
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal
naar binnen en laat het daarna voorzichtig los. Pak het
kaartje en haal het eruit.
5
Inkeping
Contactvlak
(
Draai het kaartje in de juiste
richting zoals op de afbeelding en
steek het recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat
het op zijn plaats vastklikt.
4
6
6
NL
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
De camera inschakelen
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op
h
.
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
b. Druk op de
o
-knop.
( Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de o-knop
.
h
Met deze functie kunt u fotograferen met de automatische instellingen van de camera.
K
De camera stelt de optimale diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in.
s
Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk
van de lichtomstandigheden.
g
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm te
volgen.
Voor het bekijken van beelden
(stand Weergeven)
Voor het maken van videobeelden
(stand Fotograferen)
Voor het fotograferen van stilstaande beelden
(stand Fotograferen)
o
-knop
X
Y M
Y M D
D
TIME
T I M E
---- -- -- -- --
MENU
CANCEL
Als de datum en tijd nog niet
zijn ingesteld, verschijnt dit
scherm.
Tip
De richtingen van de pendelknop (
1243
) worden in
deze handleiding aangeduid met
1243
.
1
2
34
NL
7
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Datum en tijd instellen
a. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om [Y] te selecteren.
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
b. Druk op de
3#
-knop.
c. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop
om [M] te selecteren.
d. Druk op de
3#
-knop.
Over het instelmenu voor datum en tijd
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Verlaat een instelling.
Minuten
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
Uur
X
Y M
Y M D
D TIMET I M E
---- -- -- -- --
MENU
CANCEL
2Y
-knop
1F
-knop
X
Y M
Y M D
D
TIME
T I M E
-- -- -- --
MENU
CANCEL
2008
3#
-knop
X
Y M
Y M D
D
TIME
T I M E
-- -- --
MENU
CANCEL
2008 08
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
8
NL
Datum en tijd instellen
e. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om
[D] te selecteren.
f. Druk op de
3#
-knop.
g. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om
de uren en minuten te selecteren.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h. Druk op de
3#
-knop.
i. Druk op de
1F
-knop en de
2Y
-knop om
[Y / M / D] te selecteren.
j. Nadat alle functies zijn ingesteld, drukt u op de
e
-knop.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de
e
-knop op het moment dat de klok
00 seconden aanwijst.
X
Y M
Y M D
D
TIME
T I M E
-- -- --
MENU
CANCEL
2008 08 26
X
Y M
Y M D
D
TIME
T I M E
MENU
CANCEL
2008 08 26 3012
OK
SET
X
Y M D
YMDTIME
T I M E
MENU
CANCEL
2008 08 26 3012
Y M D
OK
SET
10
M
10
M
Het aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen wordt
weergegeven.
NL
9
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Een foto maken
a. Houd de camera vast.
c. Druk af.
Horizontale stand Verticale stand
b. Stel scherp.
F3.5F3.5
Ontspanknop
(half ingedrukt)
Het autofocusteken gaat groen branden zodra de camera de belichting en scherpstelling
vasthoudt. De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven.
Als het autofocusteken rood knippert, is de scherpstelling niet juist ingesteld. Probeer de
scherpstelling opnieuw vast te leggen.
Autofocusteken
Plaats deze markering op uw
onderwerp.
(geheel ingedrukt)
Ontspanknop
De indicatie-LED Dataverkeer
knippert.
10
NL
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Beelden bekijken
a. Zet de functieknop op
q
.
a. Druk op de
4&
-knop en de
3#
-knop om het beeld weer te geven
dat u wilt wissen.
b. Druk op de
f
/
S
-knop.
c. Druk op de
1F
-knop om [YES] te selecteren en druk op de
e
-
knop om het beeld te wissen.
Pendelknop
Volgende foto
Vorige foto
Functieknop
o
-knop
Beelden wissen
f
/
S
-knop
M
E
NU
O
K
IN
SET
YES
CANCEL
ERASE
O
K
IN
SET
NO
ERASE
M
E
NU
CANCEL
YES
YESYES
YES
NL
11
Knopfuncties
Knopfuncties
Stilstaande beelden fotograferen
Zet de functieknop op
h
,
K
,
s
or
g
, en druk de ontspanknop licht in (half). Het
autofocusteken gaat groen branden zodra de camera de belichting en scherpstelling vasthoudt
(scherpstelgeheugen). De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven (alleen als de
functieknop op
h
of
K
is gezet). Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te
maken.
De scherpstelling vasthouden en dan de foto
samenstellen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de
ontspanknop volledig in om een foto te maken.
Als het autofocusteken rood knippert, is de scherpstelling niet juist
ingesteld. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
o
-knop
De camera aan en uit zetten
Power aan: Stand Fotograferen (fotofunctie)
Lens wordt uitgeschoven
Monitor gaat aan
Stand Weergeven
Monitor gaat aan
Ontspanknop
Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Zelfontspanner
6
a
d
0
c
9
b
8
5
3
12
7
4
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
Stand macro /
Stand supermacro
Het aantal stilstaande beelden
dat kan worden opgeslagen
wordt weergegeven.
1
2
Autofocusteken
12
NL
Knopfuncties
De scherpstelling vasthouden (AF-lock)
Als het motiefprogramma
k
of
H
aangeeft, kunt u de scherpstelling
vastleggen door op
2
te drukken. Druk nogmaals op
2
om AF-lock
te annuleren.
g
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren
afhankelijk
van de fotografeersituatie
“ (Blz. 25)
AF-lock wordt automatisch opgeheven na één opname.
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op
n
en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk
vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van
videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch. De instellingen
in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-gevoeligheid kunt u niet wijzigen.
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale
diafragmawaarde en sluitertijd in. De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-
gevoeligheid kunt u wijzigen.
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / Naar een ander motiefprogramma wisselen
Druk op
m
en selecteer [SCN] in het hoofdmenu. Gebruik
12
om een motiefprogramma te
selecteren en druk op
e
.
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen teruggezet
naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de fotografeersituatie
(Blz. 25)
Volg de fotogids op het scherm om de focusinstellingen in te stellen.
Druk op
m
om de fotogids opnieuw weer te geven.
Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te
gebruiken, zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
Functies die m.b.v. de fotogids zijn ingesteld worden teruggezet op
de standaardinstellingen af fabriek als
m
wordt ingedrukt of als
de stand Fotograferen wordt gewijzigd.
Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
h
Fotograferen met automatische instellingen
K
(P: Program auto) De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
s
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
situatie
g
De fotogids volgen voor het maken van betere foto's
AF-vergrendelingsteken
3
SHOOTING GUIDE
Shoot w/ effects preview.
Brightening subject.
Shooting into backlight.
Set particular lighting.
Blurring background.
1
2
3
4
5
SET
O
K
NL
13
Knopfuncties
Fotograferen door previews met verschillende effecten te vergelijken
Selecteer één van de opties [1 Shoot w / effects preview.] uit het menu
[SHOOTING GUIDE] voor een preview met een live venster met
meerdere beelden op de monitor, waarop vier verschillende niveaus
van het geselecteerde foto-effect worden weergegeven. U kunt de
vier preview-beelden vergelijken voor de gewenste instelling / het
gewenste effect.
Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste
instellingen en druk op
e
. De camera gaat automatisch naar
de stand Fotograferen en u kunt met het geselecteerde effect
fotograferen.
Het geluid wordt samen met de videobeelden opgenomen.
De laatste foto wordt weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en
kalenderweergave.
Videobeelden weergeven
Selecteer de videobeelden in de stand Weergeven en druk op
e
om af te spelen.
n
Videobeelden opnemen
q
Foto's bekijken / Stand Weergeven selecteren
0.00.0 +0.3+0.3
+0.7+0.7 +1.0+1.0
Exposure effects.
Druk op
43
om de weergave
te veranderen.
Als [Exposure effects.] is
geselecteerd.
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
00:3400:34
De resterende opnametijd wordt weergegeven.
Als de resterende opnametijd 0 bereikt, wordt het opnemen automatisch
gestopt.
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
100-0004
100-0004
MOVIE PLAY
OK
4
4
IN
14
NL
Knopfuncties
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden.
Druk op
e
om de weergave te pauzeren.
Mogelijkheden in de stand pauze
Om de weergave te hervatten, drukt u op
e
.
Om de weergave van de videobeelden in het midden of tijdens een pauze stop te zetten, drukt u op
m
.
Panoramafoto's bekijken, die gemaakt zijn met [COMBINE IN CAMERA1]
[COMBINE IN CAMERA2] (Panorama weergeven)
Gebruik de pendelknop om een panoramisch beeld te selecteren en
druk op
e
. Schuiven naar rechts (of omhoog schuiven voor een
gedraaid beeld) start automatisch.
Gebruik de zoomknop om in te zoomen terwijl een beeld schuift.
Gebruik de pendelknop om de schuifrichting van een ingezoomd
beeld te wijzigen.
•Druk op
e
om het schuiven in de originele vergroting te stoppen
of voort te zetten.
Druk op
m
om het weergeven van panoramische beelden te
verlaten.
g
“PANORAMA
Panoramische beelden maken en combineren
(Blz. 23)
2008.08.262008.08.26 12:3012:30
100-0004100-0004
00:12
/
00:3400:12
/
00:34
IN
1
: Verhoogt het volume.
2
: Verlaagt het volume.
3
: Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de snelheid van de weergave veranderd in
de volgorde: 2x; 20x en terug naar 1x.
4
: Speelt de videobeelden in omgekeerde richting af. Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt,
wordt de snelheid van de weergave veranderd in de volgende volgorde: 1x; 2x; 20x; en
terug naar 1x.
Weergavetijd / Totale opnametijd
2008.08.262008.08.26 12:3012:30
100-0004100-0004
00:14
/
00:3400:14
/
00:34
IN
1
: Geeft het eerste beeld weer.
2
: Geeft het laatste beeld weer.
3
: Geeft het volgende beeld weer.
4
: Geeft het vorige beeld weer.
NL
15
Knopfuncties
De stilstaande beelden die in “Mijn favorieten“ zijn opgeslagen,
worden weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd
weergeven en indexweergave.
Druk op
m
tijdens de weergave van “Mijn favorieten“ om het
hoofdmenu weer te geven en selecteer dan [SLIDESHOW] of
[ADD FAVORITE].
g
“SLIDESHOW
Beelden automatisch afspelen
“ (Blz. 29)
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
Beelden wissen uit “Mijn favorieten“
Selecteer met de pendelknop het beeld dat u wilt wissen en druk op
f
/
S
.
Selecteer [YES] en druk op
e
.
Door het wissen van een beeld uit “Mijn favorieten“ wordt het originele beeld dat in het interne
geheugen of op het kaartje is opgeslagen, niet gewist.
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen worden
gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen
g
“IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
“ (Blz. 22)
“WB
Kleur van een foto aanpassen
“ (Blz. 26)
“ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 26)
“DRIVE
Repeterend (continu) fotograferen
“ (Blz. 27)
“ESP /
n
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
“ (Blz. 28)
P
“Mijn Favorieten“ bekijken
YES / NO
Pendelknop (
1243
)
e
-knop (OK / FUNC)
My Favorite
My FavoriteMy FavoriteMy Favorite
ME
NU
O
K
My Favorite
My FavoriteMy Favorite
My Favorite
SLIDE-
SHOW
SLIDE-
SHOW
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
EXIT
SET
4
5
43
: Selecteer een instelling en druk op
e
.
De huidige camera-instelling verschijnt op het scherm.
12
: Selecteer de functie die u wilt instellen.
Functiemenu
40020010080AUTO
H.AUTO
10
M
10
M
P
HIGH ISO AUTO
HIGH ISO AUTO
ISO
HIGH
WB
AUTO
WB
AUTO
ESP
ESP
16
NL
Knopfuncties
Geeft het hoofdmenu weer.
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw object
Stand Weergeven: De beeldweergave wijzigen
m
-knop (MENU)
Geeft het hoofdmenu weer
Zoomknop
Inzoomen tijdens het fotograferen / Close-up weergeven
6
7
WW TT
P
44
IN
10
M
10
M
WW TT
P
44
IN
10
M
10
M
Uitzoomen:
Druk op W op de
zoomknop.
Inzoomen:
Druk op T op de
zoomknop.
Factor optische zoom: 7x
2008.08.26
2008.08.26
4
4
IN
12:30
12:30
IN
10
M
10
M
2008.08.262008.08.26 12:3012:30
1010
xx
44
IN
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
4
4
IN
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
4
4
IN
Gezoomd weergeven
Druk op T om de foto stapsgewijs te
vergroten tot maximaal 10 keer de
oorspronkelijke grootte. Druk op W
om het formaat te verkleinen.
Gebruik de pendelknop tijdens
gezoomd weergeven om in de foto
heen en weer te schuiven.
Druk op
e
om naar
enkelbeeldweergave terug te keren.
Indexweergave
Gebruik de pendelknop om
een beeld voor weergave te
selecteren en druk op
e
om het geselecteerde
enkele beeld weer te geven.
Kalenderweergave
Gebruik de pendelknop om de datum te
selecteren en druk op
e
of T op de
zoomknop om het beeld op de
geselecteerde datum weer te geven.
Enkelbeeldweergave
Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
W
TW
W
T
W
W
T
W
T
T
NL
17
Knopfuncties
Druk op
3#
in de stand Fotograferen om de flitserinstelling te selecteren.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Druk op
2Y
in de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de zelfontspanner-LED ongeveer 10 seconden,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Druk op
2Y
om de zelfontspanner te annuleren.
Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner
automatisch uitgeschakeld.
Druk op
4
&
in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Zoom en flitser kunnen niet worden gebruikt in stand supermacro.
1F
-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
3#
-knop
Gebruik van de flitser
AUTO Autoflitsen Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te
onderdukken.
#
Invulflitsen De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
$
Flitser uit De flitser ontsteekt niet.
2Y
-knop
Fotograferen met de zelfontspanner
OFF Annuleer de zelfontspanner.
ON Stel de zelfontspanner in.
4&
-knop
Dichtbij het onderwerp fotograferen (stand macro)
OFF Stand macro uit Stand macro is gedeactiveerd.
&
Stand macro Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 10 cm
((groothoek) en 60 cm (tele) tot het object.
%
Stand supermacro Met deze stand kunt u foto's maken op een afstand van maar 2 cm tot
het object. Als de afstand tussen de camera en het onderwerp meer
dan 70 cm is, wordt de foto onscherp.
8
0.0
0.0
+0.3
+0.3
+0.7
+0.7
+1.0
+1.0
F
Druk op
43
om de weergave te veranderen.
Druk op
1F
in de stand Fotograferen, gebruik de pendelknop
43
om het beeld met de gewenste helderheid te selecteren. Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
Aan te passen van –2.0 EV tot +2.0 EV.
9
0
a
18
NL
Knopfuncties
Druk op
q
in de stand Fotograferen om naar de stand Weergeven te schakelen en de als laatste
gemaakte foto weer te geven.
Druk weer op
q
of druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen.
g
q
Foto's bekijken / Stand Weergeven selecteren“ (Blz. 13)
Als er een printer op de camera is aangesloten, geef dan het beeld dat u wilt printen weer in de stand
Weergeven en druk op
<
.
g
“EASY PRINT“ (Blz. 40)
Druk op
f
in de stand Fotograferen om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk
op
e
om in te stellen. Op de monitor wordt een kader rond het gelaat van uw onderwerp
weergegeven (behalve bij
Y
/
n
). Deze functie maakt het gelaat van uw onderwerp helderder, zelfs
bij sterk tegenlicht, en past de achtergrond aan voor een juiste belichting van uw foto.
Het kan enkele seconden duren tot het kader op de monitor wordt weergegeven.
Afhankelijk van het onderwerp wordt het gelaat eventueel niet herkend.
Als [ON] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
[ESP /
n
] is vastgezet op [ESP].
[AF MODE] is vastgezet op [FACE DETECT].
U kunt ook de schaduwaanpassingstechniek gebruiken om tegenlicht te compenseren in
gefotografeerde stilstaande beelden.
g
“PERFECT FIX
Beelden bewerken
“ (Blz. 30)
Selecteer het beeld dat gewist moet worden in de stand Weergeven en druk op
S
.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist
worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g
0
Beelden beveiligen
“ (Blz. 33)
q
/
<
-knop
Beelden bekijken / Beelden printen
q
Beelden onmiddellijk bekijken
<
Beelden printen
f
/
S
-knop
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen
f
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht
OFF Schaduwaanpassingstechniek is gedeactiveerd.
ON Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd.
S
Beelden wissen
b
c
NL
19
Knopfuncties
Druk op
g
om de weergave in onderstaande volgorde te wijzigen.
*1 Dit wordt niet weergegeven als de functieknop op
n
of
R
staat.
*2 Dit wordt niet weergegeven als er een video is geselecteerd.
Druk bij een gemarkeerde menufunctie op
E
en houdt dit ingedrukt
om de menugids weer te geven die meer informatie geeft over de
functie of instelling.
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera uit staat, op
g
/
E
om de ingestelde
alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld) en de huidige tijd
3 seconden weer te geven.
g
/
E
-knop
De informatie op het display wijzigen /
Menugids weergeven / Tijd controleren
g
Informatiedisplays wijzigen
E
Menugids weergeven
d
+2.0
+2.0
P
4
4
IN
ISO
1600
ISO
1600
10
M
10
M
+2.0
+2.0
P
4
4
IN
ISO
1600
ISO
1600
10
M
10
M
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
4
4
100-0004
100-0004
+2.0
+2.0
F3.5
F3.5
1/1000
1/1000
IN
ISO
40 0
ISO
400
10
M
10
M
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
+2.0
+2.0
F3.5
F3.5
1/1000
1/1000
4
4
IN
ISO
400
ISO
400
10
M
10
M
Hulplijnweergave
*1
Eenvoudige
weergave
*1
Normale weergave
+2.0
+2.0
P
4
4
IN
ISO
1600
ISO
1600
10
M
10
M
Histogramweergave
*1
Stand Fotograferen
Normale weergave
Gedetailleerde
weergave
Stand Weergeven
Geen
informatieweergave
Histogramweergave
*2
Sets picture brightness
for taking pictures.
ESP/
n
20
NL
Menufuncties
Menufuncties
Door op
m
te drukken wordt het hoofdmenu op de monitor weergegeven.
De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE], of [SETUP] is geselecteerd, wordt het
menu van de desbetreffende functies weergegeven.
Als de functieknop op
g
staat en de instellingen worden uitgevoerd volgens de fotogids, drukt
u op
m
om de fotogids weer te geven.
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm
weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
Over de menu's
Bedieningsaanwijzingen
e
-knop
Pendelknop (
1243
)
m
-knop
SILENT
MODE
SILENT
MODE
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SETUP
SETUP
PANORAMA
PANORAMA
RESET
RESET
SCN
SCN
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
MENU
SET
OK
EXIT
ME
NU
CAMERA MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
AUTO
AUTO
o
OFF
OFF
EXIT
1
2
SET
O
K
Hoofdmenu (in stand voor het fotograferen
van stilstaande beelden)
SILENT
MODE
SILENT
MODE
SETUP
SETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
RESET
RESET
PANORAMA
PANORAMA
SCN
SCN
MENU
SET
OK
EXIT
Bedieningsaan
wijzingen
m
-knop
e
BACK : Gaat terug naar het vorige menu.
EXIT : Verlaat het menu.
SET : Stelt het geselecteerde item in.
MENU
MENU
OK
NL
21
Menufuncties
Dit verklaart hoe de menu's gebruikt kunnen worden aan de hand van de [AF MODE]-instelling.
1
Zet de functieknop op
K
.
2
Druk op
m
om het hoofdmenu weer te
geven. Selecteer [CAMERA MENU] en druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
[AF MODE] is een van de selecties in het [CAMERA MENU].
3
Gebruik de pendelknop
12
om [AF MODE] te
selecteren en druk op
e
.
Het kan zijn dat niet alle instellingen beschikbaar zijn,
afhankelijk van de stand Fotograferen / het motiefprogramma.
Druk op
4
op dit scherm, zodat de cursor naar de
paginaweergave beweegt. Druk op
12
om van pagina te
veranderen. Om een item te selecteren, drukt u op
3
of
e
.
4
Gebruik de pendelknop
12
om
[FACE DETECT], [iESP] of [SPOT] te selecteren
en druk op
e
.
De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt
weergegeven. Druk op
m
om het menu te verlaten.
Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met
de bediening van het menu, drukt u op
m
voordat u op
e
drukt.
Gebruik van de menu’s
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SETUP SETUP
RESET RESET
PANORAMAPANORAMA
SILENT
MODE
SILENT
MODE
SCNSCN
MENU
SET
OK
EXIT
ME
NU
CAMERA MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
AUTO
AUTO
o
OFF
OFF
EXIT
1
2
SET
O
K
MENU
CAMERA MENU
ESP/n
AF MODE
R
IMAGE STABILIZER
ESP
SPOT
OFF
ON
EXIT
1
2
SET
OK
De geselecteerde functie wordt
weergegeven in een andere kleur.
Paginaweergave:
Het paginaweergaveteken wordt weergegeven als er op de
volgende pagina nog meer menufuncties staan.
MENU
CAMERA MENU
ESP/
n
AF MODE
R
IMAGE STABILIZER
ESP
OFF
OFF
1
2
SET
OK
FACE DETECT
AF MODE
iESP
SPOT
BACK
22
NL
Menufuncties
Sommige menufuncties staan in bepaalde standen niet ter beschikking.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 58)
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 34)
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Instellen van [IMAGE SIZE] en [COMPRESSION] ([FRAME RATE] voor videobeelden).
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan
Beeldkwaliteit video
g
“Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen en opnametijd van video's“ (Blz. 53)
Menu stand Fotograferen
h
K
s
n
IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
IMAGE SIZE
Applicatie
F
3648 x 2736 Geschikt voor het printen van foto's groter dan A3.
H
2560 x 1920 Geschikt voor het printen van foto's op A4.
I
2048 x 1536 Geschikt voor het printen van foto's tot A4.
J
1600 x 1200 Geschikt voor het printen van foto's op A5 .
K
1280 x 960 Geschikt voor het printen van foto's op ansichtkaartformaat.
C
0640 x 480 Geschikt voor het bekijken van foto's op een televisie of het gebruiken van
foto's in e-mails en op websites.
D
1920 x 1080 Geschikt voor het weergeven van foto's op breedbeeld televisie.
COMPRESSION
L
FINE Fotograferen met hoge kwaliteit.
M
NORMAL Fotograferen met normale kwaliteit.
IMAGE SIZE FRAME RATE
C
640 x 480
N
30 beelden / sec.
E
320 x 240
O
15 beelden / sec.
SILENT
MODE
SILENT
MODE
SETUP
SETUP
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
RESET
RESET
PANORAMA
PANORAMA
SCN
SCN
MENU
SET
OK
EXIT
2
5
CAMERA MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
ESP /
n
AF MODE
R
IMAGE STABILIZER /
DIS MOVIE MODE
* U hebt een OLYMPUS xD-Picture Card nodig.
5
4
1
6
3
*
1
NL
23
Menufuncties
Fotografeerfuncties herstellen naar de standaardinstellingen. De functieknop mag niet op
g
staan.
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
Een Olympus xD-Picture card is vereist voor panoramaopnamen.
Als de opslagcapaciteit van het kaartje onvoldoende is, kan deze functie niet worden geselecteerd.
RESET
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
NO / YES
Functie Standaardinstellingen af fabriek Zie Blz.
F
0.0 Blz. 17
#
AUTO Blz. 17
Y
OFF Blz. 17
&
OFF Blz. 17
Schaduwaanpassingstechniek OFF Blz. 18
IMAGE SIZE (stilstaand beeld / videobeelden)
F
/
E
Blz. 22
COMPRESSION (stilstaand beeld)
M
Blz. 22
FRAME RATE (videobeelden)
O
Blz. 22
WB AUTO Blz. 26
ISO AUTO Blz. 26
DRIVE
o
Blz. 27
FINE ZOOM OFF Blz. 27
DIGITAL ZOOM OFF Blz. 27
ESP /
n
ESP Blz. 28
AF MODE SPOT Blz. 28
R
OFF Blz. 28
IMAGE STABILIZER (stilstaand beeld) ON Blz. 28
DIS MOVIE MODE (videobeelden) OFF Blz. 28
PANORAMA
Panoramische beelden maken en combineren
COMBINE IN CAMERA1 Bij het opnieuw afkaderen van het beeld worden automatisch foto's
gemaakt en in de camera gecombineerd.
COMBINE IN CAMERA2 Foto's worden handmatig gemaakt en automatisch in de camera
gecombineerd.
COMBINE IN PC Foto's worden handmatig gemaakt om op een computer te
combineren.
2
3
24
NL
Menufuncties
[COMBINE IN CAMERA1]
Bij het opnieuw afkaderen van het beeld worden automatisch foto's gemaakt en in de camera
gecombineerd tot één enkele panoramafoto. Alleen gecombineerde beelden worden opgeslagen.
Maak de eerste foto.
Als u de camera iets in de richting van de volgende foto beweegt, verschijnen er een focusteken en
een pointer.
De pointer beweegt als u de camera draait voor een panoramisch beeld. Beweeg de camera
langzaam en constant totdat de pointer het focusteken overlapt, blijf dan stilstaan.
De camera maakt de tweede foto automatisch.
Maak, als het actuele onderwerp op de monitor verschijnt, de derde foto op dezelfde manier als de
tweede.
Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde foto
wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op
e
voordat u de derde foto
maakt.
Om het maken van de panoramafoto te annuleren tijdens het fotograferen, drukt u op
m
voordat
u op
e
drukt.
[COMBINE IN CAMERA2]
Foto's worden handmatig gemaakt en automatisch in de camera gecombineerd tot één enkele
panoramafoto. Alleen gecombineerde beelden worden opgeslagen.
•Gebruik
43
om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt verbinden en maak dan de eerste foto.
Stel uw tweede foto zo samen, dat de rand van de eerste foto de rand van de tweede foto overlapt en
maak dan de foto.
Maak de derde foto op dezelfde manier als de tweede.
Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde foto
wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op
e
voordat u de derde foto
maakt.
Om het maken van de panoramafoto te annuleren tijdens het fotograferen, drukt u op
m
voordat
u op
e
drukt.
2e 3e
Focusteken
Pointer
Sluit de beelden van links
naar rechts op elkaar aan
1e
Sluit de beelden van links
naar rechts op elkaar aan
1e 2e 3e
NL
25
Menufuncties
[COMBINE IN PC]
Een panoramafoto maken met behulp van de OLYMPUS Mastersoftware van de meegeleverde CD-ROM.
Gebruik de pendelknop om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt aansluiten en maak uw foto's
zo dat de randen overlappen.
Fotograferen is mogelijk tot maximaal 10 beelden. Druk op
e
om de functie Panoramaopnamen te
sluiten.
In [COMBINE IN PC] blijft de vorige foto niet zichtbaar voor het positioneren. Onthoud het op de
monitor weergegeven beeld als een ruwe indicatie, stel dan de foto zo samen dat de randen van de
vorige foto in het beeld met de volgende foto overlappen.
Opmerking
Scherpstelling, belichting, WB en zoom worden in het eerste beeld vastgezet en de flitser
ontsteekt niet.
In de stand [COMBINE IN CAMERA1] of [COMBINE IN CAMERA2] worden camera-instellingen
automatisch voor deze stand geoptimaliseerd. In de stand [COMBINE IN PC] worden foto's
gemaakt in de als laatste ingestelde [ISO]- of [SCN]-instellingen (behalve enkele
motiefprogramma's).
In de stand PANORAMA is de schaduwaanpassingstechniek niet beschikbaar.
Het scherm voor het selecteren van een motiefprogramma laat
voorbeelden zien en een beschrijving van de fotografeersituatie waar
het voor bedoeld is. Dit kan alleen worden ingesteld als de
functieknop op
s
staat.
g
“Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en
Weergeven
“ (Blz. 12)
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de
meeste instellingen gewijzigd naar de standaardinstellingen van elk
motiefprogramma.
*1 Als het onderwerp donker is, wordt ruisonderdrukking automatisch
geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer de tijd van fotograferen waarin
geen andere foto's gemaakt mogen worden.
*2 De scherpstelling van het eerste beeld wordt vastgehouden.
*3 De camera stelt voor elk beeld scherp.
*4 Gebruik een onderwaterbehuizing in deze instelling.
*5 De scherpstelafstand wordt op ca. 5,0 m vastgehouden.
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de fotografeersituatie
PORTRAIT / LANDSCAPE / LANDSCAPE+PORTRAIT / NIGHT SCENE
*1
/
NIGHT+PORTRAIT
*1
/ SPORT / INDOOR / CANDLE
*1
/ SELF PORTRAIT /
AVAILABLE LIGHT
*1
/ SUNSET
*1
/ FIREWORKS
*1
/ CUISINE / BEHIND GLASS /
DOCUMENTS / AUCTION
*2
/ SHOOT & SELECT1
*2
/ SHOOT & SELECT2
*3
/
BEACH & SNOW / PRE-CAPTURE MOVIE / UNDERWATER WIDE1
*4
/
UNDERWATER WIDE2
*4*5
/ UNDERWATER MACRO
*4
Sluit de beelden van links naar rechts
op elkaar aan
Sluit de beelden van beneden naar boven
op elkaar aan
3
: Het volgende beeld wordt
aangesloten op de
rechterrand.
4
: Het volgende beeld wordt
aangesloten op de
linkerrand.
1
: Het volgende beeld
wordt aangesloten op de
bovenrand.
2
: Het volgende beeld
wordt aangesloten op de
onderrand.
4
PORTRAIT
OK
MENU
EXIT
SET
Instelmenu voor
motiefprogramma's
Motiefprogramma instellen.
26
NL
Menufuncties
[
e
SHOOT & SELECT1] / [
f
SHOOT & SELECT2]
Deze motiefprogramma's stellen u in staat repeterende beelden te maken door de ontspanknop
ingedrukt te houden.
Na het fotograferen selecteert u de beelden die u wilt wissen door er een
R
bij te zetten en drukt u
op
f
/
S
om ze te wissen.
[
Y
PRE-CAPTURE MOVIE]
Nadat het motiefprogramma is vastgezet, worden in totaal 7 seconden, vanaf 2 seconden voor het
indrukken van de ontspanknop tot 5 seconden na het indrukken van de ontspanknop, als
videobeelden opgenomen.
Er wordt geen geluid opgenomen.
Voor [IMAGE QUALITY] instellingen, selecteert u [IMAGE SIZE] van [
C
] of [
E
], en
[FRAME RATE] van [
N
] of [
O
].
CAMERA MENU
WB
.....................................................................................................................Kleur van een foto aanpassen
AUTO De witbalans wordt voor natuurlijke kleuren automatisch aangepast,
ongeacht de lichtbron.
5
Zonnige dag Voor fotograferen bij heldere lucht.
3
Bewolkte dag Voor fotograferen bij bewolkte lucht.
1
Gloeilamplicht Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
w
TL-lamp 1 Voor fotograferen bij daglicht-TL-lamp.
(Dit type lamp wordt met name binnenshuis gebruikt.)
x
TL-lamp 2 Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt met name in bureaulampen gebruikt.)
y
TL-lamp 3 Voor fotograferen bij wit TL-licht.
(Dit type lamp wordt met name in kantoren gebruikt.)
ISO
.....................................................................................................................De ISO-gevoeligheid wijzigen
AUTO De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende belichting van
het object.
HIGH ISO AUTO Deze functie gebruikt een hogere gevoeligheid vergeleken met [AUTO] om
onscherpte door bewegende onderwerpen of een bewogen camera te
minimaliseren.
80 / 100 / 200 /
400 / 800 / 1600
Een lage waarde verlaagt de gevoeligheid voor het maken van heldere, scherpe
foto's bij daglicht. Hoe hoger de waarde, hoe groter de lichtgevoeligheid van de
camera en hoe meer mogelijkheden om met een korte sluitertijd en bij weinig licht
te fotograferen. Een grote gevoeligheid veroorzaakt echter beeldruis in de
uiteindelijke opname, wat een korrelig beeld tot gevolg kan hebben.
Geselecteerd beeld.
Druk op
43
om door de foto's te bladeren.
Beelden die met een
R
gemarkeerd zijn, worden gewist.
Druk op
e
om de markering
R
op de foto in te stellen of te
annuleren.
5
NL
27
Menufuncties
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera
maakt continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
•Als [
W
] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
De flitserfunctie kan worden geselecteerd tussen [
#
] of [
$
] (µ1020).
De flitserfunctie wordt vastgehouden op [
$
] (µ1010).
[ISO] wordt vastgehouden op [AUTO].
[IMAGE SIZE] is beperkt tot [
I
] en lager.
[FINE ZOOM], [DIGITAL ZOOM] en [
R
] zijn niet beschikbaar.
Met deze functie kunt u tot 40x inzoomen door de optische zoom te combineren met uitsnedes van het
beeld. Met deze functie wordt de beeldkwaliteit niet gereduceerd, omdat gegevens met minder pixels
niet in gegevens met meer pixels worden geconverteerd.
De beschikbare zoomstand varieert afhankelijk van de instelling [IMAGE QUALITY].
[IMAGE SIZE] is beperkt tot [
H
] en lager.
De digitale zoom kan worden gebruikt om close-up-foto's te maken met een sterkere vergroting als
u deze combineert met optische zoom. (Optische zoom x digitale zoom: maximaal 35x)
Deze functie kan niet worden ingesteld als [FINE ZOOM] op [ON] staat.
DRIVE
.................................................................................................... Repeterend (continu) fotograferen
o
Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt.
j
Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname
aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de
ingestelde beeldkwaliteit.
W
De beelden worden sneller gefotografeerd dan in de normale stand voor repeterende
opnamen.
FINE ZOOM
................................Inzoomen op uw onderwerp zonder de beeldkwaliteit te verminderen
OFF / ON
DIGITAL ZOOM
....................................................................................................Inzoomen op uw object
OFF / ON
W
W
T
T
P
4
4
IN
10
M
10
M
WW TT
P
44
IN
10
M
10
M
Zoombalk
Wit gebied: Optisch zoombereik
Geel gebied: Digitaal zoombereik
Optische gezoomd Digitaal zoomen
28
NL
Menufuncties
Zelfs als [FACE DETECT] is ingesteld, wordt het gelaat afhankelijk van het onderwerp eventueel niet
herkend.
Als de camera geactiveerd is [ON] neemt deze ongeveer
4 seconden audio op nadat de foto is gemaakt.
Richt de microfoon van de camera tijdens de geluidsopname
op de geluidsbron die u wilt opnemen.
Selecteer ON / OFF om de functie beeldstabilisatie in/uit te schakelen.
De standaardinstellingen voor [IMAGE STABILIZER] (stilstaand beeld) en [DIS MOVIE MODE]
(videobeelden) staan respectievelijk op [ON] en [OFF].
Als u fotografeert met gestabiliseerde camera (op een statief), zet u deze optie op [OFF].
Als de camera sterk bewogen wordt, kunnen de beelden eventueel onscherp zijn.
Bij erg langzame sluitertijden (bijvoorbeeld bij het fotograferen van stilstaanden beelden of 's nachts)
heeft de stabilisatie bij sommige beelden eventueel niet het juiste effect.
Als [DIS MOVIE MODE] (videobeelden) tijdens het fotograferen op [ON] staat, kunnen de opgenomen
beelden licht vergroot zijn.
Met deze functie kunt u bedieningsgeluiden tijdens het fotograferen en weergeven,
waarschuwingspiepen, sluitergeluiden enz. uitschakelen.
ESP /
n
......................... Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
ESP Meet de helderheid in het beeldmidden en in het gebied eromheen afzonderlijk, om
een beeld vast te leggen waarin de helderheid in balans is. Fotografeert u bij sterk
tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldmidden donker wordt afgebeeld.
n
Alleen de helderheid van het beeldmidden wordt gemeten. Aanbevolen voor het
maken van een foto met sterk tegenlicht.
AF MODE
................................................................................................... Wijzigen van het scherpstelvlak
FACE
DETECT
De camera zoekt een gezicht binnen het beeld en stelt daarop scherp.
iESP De camera bepaalt op welk object in het beeld wordt scherpgesteld. Zelfs wanneer
het object zich niet in het midden van het scherm bevindt, is het mogelijk scherp te
stellen.
SPOT Selectie van het scherpstellen is gebaseerd op het object binnen het autofocusteken.
R
.................................................................................................... Geluid opnemen bij stilstaande beelden
OFF / ON
IMAGE STABILIZER (stilstaand beeld) /
DIS MOVIE MODE (videobeelden)
......................................... Fotograferen met beeldstabilisatie
OFF / ON
SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
OFF / ON
Microfoon
6
NL
29
Menufuncties
g
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 34)
“SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
“ (Blz. 28)
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
Selecteer uit [ALL], [STILL PICTURE], [MOVIE] en [CALENDAR] om
de diashow te starten.
Als u [STILL PICTURE] selecteert, selecteer dan het overgangseffect
tussen foto's in [TYPE].
Als [CALENDAR] is geselecteerd, selecteer dan de datum van de
foto's die u af wilt spelen.
Stel [BGM] in op [OFF], [1] of [2].
Na het instellen van [BGM] drukt u op
e
om de diashow te starten.
Druk op
e
of
m
om de diashow te stoppen.
Menu stand Weergeven
q
P
SLIDESHOW
Beelden automatisch afspelen
SLIDESHOW ALL / STILL PICTURE / MOVIE / CALENDAR
TYPE NORMAL / FADER / SLIDE / ZOOM
BGM OFF / 1 / 2
SLIDE-
SLIDE-
SHOW
SHOW
EDIT
EDIT
ERASE
ERASE
SETUP
SETUP
ADD
ADD
FAVORITE
FAVORITE
PERFECT
PERFECT
FIX
FIX
PRINT
PRINT
ORDER
ORDER
SILENT
SILENT
MODE
MODE
SLIDE-
SLIDE-
SHOW
SHOW
EDIT
EDIT
ERASE
ERASE
SETUP
SETUP
ADD
ADD
FAVORITE
FAVORITE
PERFECT
PERFECT
FIX
FIX
PRINT
PRINT
ORDER
ORDER
SILENT
SILENT
MODE
MODE
SLIDE-
SHOW
EDIT
ERASE
SETUP
ADD
FAVORITE
PERFECT
FIX
PRINT
ORDER
SILENT
MODE
MENU
SET
OK
EXIT
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
4
7
Q
*2
P
*2
COLOR EDIT
*2
FRAME
*2
LABEL
*2
CALENDAR
*2
INDEX
*3
4
EDIT
5
*1
6
0
y
R
6
PLAYBACK MENU
2
1
3
*1 Een kaartje is noodzakelijk.
*2 Dit wordt niet weergegeven als
videobeelden zijn
geselecteerd.
*3 Dit wordt niet weergegeven als
een stilstaand beeld is
geselecteerd.
1
SLIDESHOW
ALL
STILL PICTURE
MOVIE
CALENDER
ME
NU
CANCEL SET
O
K
30
NL
Menufuncties
Het opgenomen beeld wordt gecorrigeerd en als nieuw beeld opgeslagen.
Videobeelden, foto's die met een andere camera zijn gemaakt en eerder gecorrigeerde of bewerkte
foto's kunnen niet worden gecorrigeerd.
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het bewerken niet effectief is.
Het bewerken van een beeld kan een licht verlies in kwaliteit betekenen.
Met deze functie slaat u uw favoriete stilstaande beelden in het interne geheugen op als afzonderlijke
stilstaande beelden. U kunt maximaal 9 favoriete beelden opslaan.
g
P
Mijn favorieten bekijken
“ (Blz. 15)
Gebruik de pendelknop om een beeld te selecteren en druk op
e
.
Opgeslagen beelden kunnen zelfs niet door het formatteren van het interne geheugen worden gewist.
Een opgeslagen beeld kan worden gebruikt als beeld voor het startscherm of als achtergrond van het
menuscherm.
g
“PW ON SETUP
Het startscherm en het volume instellen
“ (Blz. 35)
“MENU COLOR
De kleur en achtergrond van het menuscherm instellen
“ (Blz. 35)
Opmerking
Let erop, dat opgeslagen beelden niet bewerkt, geprint, op een kaartje gekopieerd, naar een
computer overgedragen of op een computer weergegeven kunnen worden.
PERFECT FIX
Beelden bewerken
ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
2
ME
NU
PERFECT FIX
ALL
SHADOW ADJ
REDEYE FIX
EXIT
SET
O
K
Gebruik
12
om het item dat u wilt bewerken te selecteren en druk
op
e
om de geselecteerde functie uit te voeren.
Gebruik
43
om de foto weer te geven die u wilt bewerken en druk op
e
.
ALL
Schaduwaanpassingstechniek en rode-
ogencorrectie worden allebei geactiveerd.
SHADOW ADJ
Bewerkt alleen de delen die donker zijn als er
tegenlicht is.
REDEYE FIX
Corrigeert de rode ogen van een onderwerp.
3
MENU
OK
SET
ADD FAVORITE
BACK
NL
31
Menufuncties
Dit wijzigt het formaat van een foto en slaat het als een nieuw bestand op.
Markeert en maakt een uitsnede van een deel van een stilstaand beeld en slaat dit op als een nieuw
bestand.
Selecteer de foto die u wilt uitsnijden met
43
en druk op
e
.
Druk op de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat
van de foto aan te passen en druk op
e
.
Deze functie kan niet worden gebruikt als de panoramafoto is
geselecteerd.
Met deze functie wordt de kleur van een foto gewijzigd en wordt de foto als een nieuw bestand
opgeslagen.
Met deze functie kunt u een kader selecteren, het kader met een beeld samenvoegen en dit opslaan
als een nieuw beeld.
Selecteer de foto die met de kader samengevoegd moet worden met
43
en druk op
e
. (Druk op
12
om de foto 90° rechtsom of 90°
linksom te draaien.)
Selecteer een kader met
43
en druk op
e
.
Druk op de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat
van de foto aan te passen en druk op
e
.
Deze functie kan niet worden gebruikt als de panoramafoto is
geselecteerd.
EDIT
Q
................................................................................................................Het formaat van foto's wijzigen
C
640 x 480 Wijzig de resolutie naar 640 x 480 en sla het op als nieuw bestand.
E
320 x 240 Wijzig de resolutie naar 320 x 240 en sla het op als nieuw bestand.
P
............................................................................................................... Een deel van een beeld uitsnijden
COLOR EDIT
.........................................................................................De kleuren van foto's aanpassen
FRAME
........................................................................................................ Kaders toevoegen aan uw foto
4
O
K
T
W
SET
COLOR EDIT
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Gebruik de pendelknop om de gewenste kleur te selecteren en druk op
e
.
1
Zwart-wit
Hiermee wordt een zwart-wit foto gemaakt.
2
Sepia
Hiermee word de foto sepia.
3
Kleurintensiteit
(hoog)
Hiermee wordt een foto met sterke kleurintensiteit
gemaakt.
4
Intensiteit (laag)
Hiermee wordt een foto met redelijk sterke
kleurintensiteit gemaakt.
1 2
3 4
FRAME
OK
MOVE
T
W
SET
32
NL
Menufuncties
Met deze functie kunt u een titel selecteren, de titel met een beeld samenvoegen en dit opslaan als een
nieuw beeld.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer de titel met
43
en druk op
e
. (Druk op
12
om de foto
90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Druk op de pendelknop en de zoomknop om de positie en het formaat
van de titel aan te passen en druk op
e
.
Stel de kleur van de titel in met de pendelknop en druk op
e
.
Deze functie kan niet worden gebruikt als de panoramafoto is
geselecteerd.
Met deze functie kunt u een kalenderformaat selecteren, de kalender met een beeld samenvoegen en
dit opslaan als een nieuw bestand.
Selecteer de foto met
43
en druk op
e
.
Selecteer de kalender met
43
en druk op
e
. (Druk op
12
om de
foto 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.)
Stel de datum van de kalender in en druk op
e
.
Deze functie kan niet worden gebruikt als de panoramafoto is
geselecteerd.
Deze functie selecteert 9 beelden uit een video en slaat ze als nieuw beeld op (INDEX) met thumbnails
van elk beeld.
Selecteer een video met
43
en druk op
e
.
De [BUSY]-balk wordt tijdelijk weergegeven.
Met deze functie kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en de
datum- en tijdinformatie).
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 43)
LABEL
...................................................................................................... Een titel toevoegen aan een foto
CALENDAR
.............................................................................. Een kalenderafdruk met een foto maken
INDEX
....................................................................................................Van een video een indexfoto maken
PRINT ORDER
Printreserveringen maken (DPOF)
LABEL
OK
SET
CALENDAR
OK
SET
INDEX
MENU
BACK SET
OK
5
NL
33
Menufuncties
Met de functies [ERASE] / [SEL.IMAGE] of [ALL ERASE] kunt
u beveiligde beelden niet wissen, maar door te formatteren worden alle
beelden gewist.
Selecteer de foto met
43
en beveilig hem door [ON] te selecteren met
12
. U kunt meerdere beelden na elkaar beveiligen.
9
wordt
weergegeven als de foto beveiligd is.
Beelden die u fotografeert terwijl u de camera verticaal houdt, worden in horizontale stand
weergegeven. Met deze foto's kunt u zulke beelden draaien zodat ze verticaal op het scherm worden
weergegeven, en de gedraaide beelden blijven in hun nieuwe stand opgeslagen, ook als de camera
wordt uitgeschakeld.
Selecteer een beeld met
43
en gebruik
12
om [
U
+90°], [
V
0°] of [
T
–90°] te selecteren. U kunt
meerdere beelden na elkaar draaien.
Er wordt ongeveer 4 seconden geluid opgenomen.
Selecteer een foto met
43
, selecteer [YES] met
12
en druk dan op
e
om met de opname te beginnen.
De [BUSY]-balk wordt tijdelijk weergegeven.
PLAYBACK MENU
0
................................................................................................................................... Beelden beveiligen
OFF / ON
y
............................................................................................................................................Beelden draaien
U
+90° /
V
/
T
–90°
R
.................................................................................................Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
YES /NO
6
ON
OFF
EXIT
OK
0
OK
EXIT
y
+90°
EXIT
OK
y
–90°
EXIT
OK
y
MENU
BACK
O
K
SET
YES
NO
R
34
NL
Menufuncties
Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Hef de beveiliging op voordat u beveiligde beelden wist. Eenmaal
gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat
niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
Als u de foto uit het interne geheugen wist, dient u het kaartje niet in de camera te plaatsen.
Als u het beeld van het kaartje wilt wissen, dient u het kaartje eerst in de camera te plaatsen.
U kunt op de monitor bevestigen of het interne geheugen of het kaartje gebruikt wordt.
g
“Gebruik van het interne geheugen of het kaartje“ (Blz. 61)
Gebruik de pendelknop om het beeld te selecteren en druk op
e
om
het beeld te markeren met een
R
.
Druk nogmaals op
e
om de selectie te annuleren.
Als alle afzonderlijke foto's die gewist moeten worden, gemarkeerd zijn,
drukt u op
f
/
S
.
Selecteer [YES] en druk op
e
.
Selecteer [YES] en druk op
e
.
De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
ERASE
Geselecteerde beelden wissen / Alle beelden wissen
SEL. IMAGE
.......................................................................... Wissen door een enkel beeld te selecteren
ALL ERASE
............................................ Alle beelden in het interne geheugen en op het kaartje wissen
Instelmenu's – SETUP
7
1
4
2
5
3
6
OK
S
MENU
BACK GO
SEL. IMAGE
IN
MENU
OK
EXIT
PRINT
ORDER
PRINT
ORDER
EDIT
EDIT
SLIDE-
SHOW
SLIDE-
SHOW
PERFECT
FIX
PERFECT
FIX
PLAYBACK
MENU
PLAYBACK
MENU
SETUP
SETUP
ADD
FAVORITE
ADD
FAVORITE
ERASE
ERASE
SILENT
MODE
SILENT
MODE
SET
IMAGE
QUALITY
IMAGE
QUALITY
CAMERA
MENU
CAMERA
MENU
SILENT
MODE
SILENT
MODE
PANORAMAPANORAMA
RESET RESET
SCNSCN
SETUPSETUP
MENU
SET
OK
EXIT
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
*1 Een kaartje is noodzakelijk.
*2 Deze functie is niet beschikbaar in [SILENT MODE].
g
“SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
“ (Blz. 28)
MEMORY FORMAT (FORMAT
*1
)
BACKUP
*1
W
PW ON SETUP
MENU COLOR
SOUND SETTINGS
*2
REC VIEW
FILE NAME
PIXEL MAPPING
s
X
DUALTIME
ALARM CLOCK
VIDEO OUT
POWER SAVE
SETUP
NL
35
Menufuncties
Bij het formatteren van het interne geheugen of het kaartje worden alle opgeslagen beeldgegevens
gewist, ook de beveiligde beelden (beelden die onder “Mijn favorieten“ zijn opgeslagen worden niet
gewist). Zorg ervoor dat u, voordat u het interne geheugen of het kaartje gaat formatteren, het daarop
aanwezige belangrijke beeldmateriaal kopieert naar een computer of een ander opslagmedium.
Bij het formatteren van het interne geheugen moet u eerst het kaartje uit de camera verwijderen.
Als het interne geheugen wordt geformatteerd, worden de gegevens van de beelden en titels die
gedownload zijn met de meegeleverde OLYMPUS Master software verwijderd.
Zorg ervoor dat het kaartje in de camera is geplaatst terwijl u het formatteert.
Voordat u een kaartje van een andere fabrikant dan OLYMPUS, of een kaartje dat in een computer
werd geformatteerd, kunt gebruiken moet u deze eerst in deze camera formatteren.
Plaats het optionele kaartje in de camera. Bij het kopiëren van beeldgegevens worden geen foto's uit
het interne geheugen gewist.
Het duurt even om een back-up te maken. Controleer of de batterij voldoende is opgeladen voordat
u met kopiëren begint of gebruik de lichtnetadapter.
De taal waarin de informatie op de monitor wordt weergegeven, kunt u zelf instellen. Welke talen
beschikbaar zijn, is afhankelijk van
waar u deze camera gekocht heeft.
Selecteer [2] en druk op
e
om een stilstaand beeld uit het interne geheugen of van het kaartje in
te stellen als startscherm.
Selecteer [MY FAVORITE] en druk op
e
om een stilstaand beeld uit “Mijn favorieten“ in te stellen
als startscherm.
g
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
[VOLUME] kan in de volgende gevallen niet worden ingesteld.
ALs [SCREEN] op [OFF] staat.
Als [SILENT MODE] op [ON] staat.
Selecteer [MY FAVORITE] en druk op
3
om een stilstaand beeld uit “Mijn favorieten“ in te stellen als
achtergrond.
g
“ADD FAVORITE
Favoriete beelden toevoegen
“ (Blz. 30)
MEMORY FORMAT (FORMAT)
.....................................Het interne geheugen of kaartje formatteren
BACKUP
.................................................... Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
W
.......................................................................................................... Een taal voor de monitor kiezen
PW ON SETUP
.........................................................................Het startscherm en het volume instellen
SCREEN OFF (Er wordt geen beeld weergegeven.) / 1 / 2 / MY FAVORITE
VOLUME OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
MENU COLOR
................................................De kleur en achtergrond van het menuscherm instellen
NORMAL / COLOR 1 / COLOR 2 / COLOR 3 / MY FAVORITE
36
NL
Menufuncties
U kunt met [SOUND SETTINGS] de volgende instellingen uitvoeren.
Instellen van het type en volume van de geluiden bij knopbediening. (BEEP)
Het geluid van de ontspanknop selecteren. (SHUTTER SOUND)
Het volume van het waarschuwingsgeluid van de camera aanpassen. (
8
)
Aanpassen van het volume tijdens weergave. (
q
VOLUME)
U kunt alle geluiden tegelijk uitschakelen door [SILENT MODE] te activeren.
g
“SILENT MODE
Camerageluiden uitschakelen
“ (Blz. 28)
Met de functie Pixel Mapping kan de camera de CCD en de beeldbewerkingfuncties controleren en
bijstellen. U hoeft deze functie niet vaak uit te voeren. Wij raden u aan dit één keer per jaar te doen.
Wacht ten minste één minuut na het nemen of bekijken van foto's om de functie pixel mapping optimaal
te laten functioneren. Als u tijdens pixel mapping de camera uitschakelt, dient deze procedure opnieuw
uitgevoerd te worden.
Selecteer [PIXEL MAPPING]. Zodra [START] verschijnt, drukt u op
e
.
SOUND SETTINGS
..................................................Instellen van de geluidsweergave van de camera
BEEP SOUND TYPE 1/2
VOLUME OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
SHUTTER SOUND SOUND TYPE 1/2/
3
VOLUME OFF (Geen geluid) / LOW / HIGH
8
OFF (Geen geluid)
/
LOW / HIGH
q
VOLUME OFF (Geen geluid)
/
LOW / HIGH
REC VIEW
....................................................................... Beelden bekijken direct nadat ze zijn gemaakt
OFF De foto die wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. Dit is handig als u zich wilt
voorbereiden voor de volgende foto terwijl de vorige foto opgeslagen wordt.
ON De foto die wordt opgeslagen, wordt weergegeven. Dit is handig als u de foto die u zojuist
heeft genomen even wilt controleren. U kunt doorgaan met fotograferen terwijl de foto nog
wordt weergegeven.
FILE NAME
............................................................................... Bestandsnamen van beelden herstellen
RESET Het bestandsnummer en mapnummer worden geannuleerd als er een nieuw kaartje in
de camera wordt geplaatst. Het mapnummer wordt teruggezet op [nr.100] en het
bestandsnummer wordt teruggezet op [nr. 0001].
AUTO Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart inzet, worden het map- en bestandsnummer van
het vorige kaartje aangehouden. Dit is handig bij het beheer van meerdere kaartjes.
PIXEL MAPPING
........................................................................... Beeldbewerkingsfuncties controleren
\DCIM\***OLYMP\Pmdd****.jpg
Mapnr.
(100 – 999)
BestandsnaamMapnaam
Maand (1 – C)
Dag (01 – 31)
Bestandsnr.
(0001 – 9999)
Maand: jan. – sept. = 1 – 9, okt. = A, nov. = B, dec. = C
Structuur van mapnaam / bestandsnaam
NL
37
Menufuncties
De datum en tijd worden samen met elk beeld opgeslagen voor gebruik in de bestandsnaam.
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
Om de tijd nauwkeurig in te stellen, met de cursor op “minuten“ of [Y / M / D], drukt u op
e
op het
moment dat de klok 00 seconden aanwijst.
Het datumformaat is hetzelfde als het formaat ingesteld met [
X
].
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
.
s
....................................................................................................Helderheid van de monitor aanpassen
X
.............................................................................................................................. Datum en tijd instellen
DUALTIME
....................................................................Datum en tijd instellen voor een andere tijdzone
OFF Wisselt tussen de datum en tijd die ingesteld zijn in [
X
]. Beelden worden opgeslagen met
de datum en tijd ingesteld in [
X
].
ON Wisselt tussen de datum en tijd die ingesteld zijn in [DUALTIME]. Als u de
dubbelaanduiding instelt, selecteert u [ON] en stelt vervolgens de tijd in. Beelden worden
opgeslagen met de datum en tijd ingesteld in [DUALTIME].
s
MENU
BACK
OK
SET
1
: Maakt de monitor lichter.
2
: Maakt de monitor donkerder.
Druk op
e
om uw keuze te bevestigen.
2008 08 26 12 30
MENU
CANCEL
X
Y
M
D
TIME
T I M E
Y
M
D
2008
Y / M / D (Jaar-Maand-Dag)
Minuten
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
Uur
m
: Annuleert het instellen.
DUALTIME
MENU
CANCEL
2008 08 26 12 30
Y
M D
TIME
T I M E
m
: Annuleert het instellen.
38
NL
Menufuncties
•Als [
X
] niet is ingesteld, is [ALARM CLOCK] niet beschikbaar.
Als [SILENT MODE] op [ON] staat, gaat het alarm niet af.
Als [DUAL TIME] is ingesteld op [ON], gaat het alarm af volgens de dual time datum- en tijdinstelling.
Een alarm instellen
Selecteer [ONE TIME] of [DAILY] en stel de alarmtijd in.
U kunt de sluimerfunctie of waarschuwingsignalen en volume
instellen.
Het alarm bedienen, uitzetten en controleren.
Het alarm bedienen:
Schakel de camera uit. Het alarm werkt alleen als de camera uit staat.
Het alarm uitzetten:
Druk, terwijl het alarm afgaat, op een willekeurige knop om het alarm uit te zetten en de camera uit te
schakelen. Let op: door op
o
te drukken gaat de camera aan.
Als [SNOOZE] op [OFF] staat, stopt het alarm automatisch en schakelt de camera uit als er 1 minuut
geen bediening plaatsvindt.
De alarminstellingen controleren:
Druk, terwijl de camera uit is, op
g
/
E
om de actuele tijd en de ingestelde alarmtijden weer te
geven. De tijden worden 3 seconden weergegeven.
ALARM CLOCK
.................................................................................................................Alarm instellen
OFF Er is geen alarm ingesteld of het alarm is geannuleerd.
ONE TIME Alarm wordt één keer geactiveerd. Nadat het alarm is afgegaan, wordt de instelling
geannuleerd.
DAILY Alarm wordt dagelijks op de ingestelde tijd geactiveerd.
TIME Stelt de alarmtijd.
SNOOZE OFF De sluimerfunctie staat uit.
ON Het alarm wordt elke 5 minuten geactiveerd, tot 7 keer.
SOUND TYPE 1 / 2 / 3
VOLUME LOW / HIGH
ALARM CLOCK
EXIT SET
TIME
SNOOZE
SOUND TYPE
VOLUME
NL
39
Menufuncties
De standaardinstellingen af fabriek verschillen afhankelijk van de regio waar de camera is gekocht.
Om beelden op een televisie weer te geven, stelt u de video-uitgang in volgens het type videosignaal
van uw televisie.
Types televisie- en videosignaal van de televisie verschillen per land / regio. Controleer het type
videosignaal voordat de camera op de televisie wordt aangesloten.
NTSC Noord Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL Europese landen, China
Foto's weergeven op een televisie
Schakel camera en televisie uit voordat u ze op elkaar aansluit.
Als 10 seconden lang geen bediening heeft plaatsgevonden met de camera in de stand Fotograferen,
gaat de monitor automatisch uit. Door de zoomknop of een andere knop in te drukken keert de camera
terug van de standby-modus.
VIDEO OUT
............................................................................................Foto's weergeven op een televisie
NTSC / PAL
POWER SAVE
..............................................................................De camera instellen op standby-modus
OFF / ON
Sluit de AV-kabel aan op de (gele) video-
ingang en de (witte) audio-ingang.
AV-kabeltje (meegeleverd)
Multiconnector
Klepje over de connector
Instellingen op de televisie
Zet de televisie aan en stel deze in op de videostand.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor
details over het omschakelen naar de videostand.
Beelden en de informatie die op het scherm
worden weergegeven, kunnen worden
afgesneden, afhankelijk van de instellingen van de
televisie.
Instellingen op de camera
Druk op
o
in de stand Weergeven om
de camera in te schakelen.
De televisie geeft het laatst
gefotografeerde beeld weer. Gebruik de
pendelknop om het beeld te selecteren dat
u wilt weergeven.
40
NL
Beelden printen
Beelden printen
Sluit u de camera aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u beelden rechtstreeks printen.
EASY PRINT ......................Print de op de monitor weergegeven foto met de
standaardinstellingen van uw printer.
CUSTOM PRINT.................Print met de verschillende printinstellingen.
PictBridge is een norm voor het aansluiten van digitale camera's en printers van verschillende
fabrikanten en voor het direct printen van foto's. Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt
is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer.
Raadpleeg voor de standaardinstellingen van de printer, beschikbare printmodi, de instellingen zoals
papierformaat, en de specificaties van de printer zoals beschikbare papiersoort, hoe het papier en de
cartridges worden geplaatst etc., de handleiding van de printer.
1
Geef de foto die u wilt printen weer op de monitor in de stand Weergeven.
2
Schakel de printer in en verbind het met de camera meegeleverde
USB-kabeltje met de multiconnector van de camera en de USB-poort van
de printer.
Het startscherm easy print wordt weergegeven.
3
Druk op
q
/
<
.
Het printen begint.
Als het printen afgesloten is, wordt het instelmenu voor het
selecteren van de foto weergegeven. Om een ander beeld te
printen, drukt u op
43
om een beeld te selecteren en drukt u op
q
/
<
.
4
Koppel de USB-kabel los.
Direct printen (PictBridge)
EASY PRINT
USB-kabeltje
Multiconnector
Klepje over de connector
PC / CUSTOM PRINT
OK
EASY PRINT START
NL
41
Beelden printen
1
Volg stappen 1 en 2 op Blz. 40 om het scherm voor stap 3 hierboven weer
te geven en druk op
e
.
2
Selecteer [CUSTOM PRINT] en druk op
e
.
3
Ga volgens de bedieningsaanwijzingen te werk om
de printinstellingen aan te passen.
Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt weergegeven, dan zijn de opties [SIZE],
[BORDERLESS] en [PICS / SHEET] ingesteld op [STANDARD].
Andere printfuncties en printinstellingen (CUSTOM PRINT)
Printfunctie selecteren
Het printerpapier instellen
USB
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
O
K
SET
ME
NU
PRINT MODE SELECT
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT ORDER
EXIT
O
K
SET
PRINT
Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT
Print alle foto's die in het interne geheugen of op het kaartje zijn
opgeslagen.
MULTI PRINT
Print een foto in meervoudige bladindeling.
ALL INDEX
Print een index van alle foto's die in het interne geheugen of op
het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER
Print de foto's volgens de gespecificeerde
printreserveringsgegevens op het kaartje.
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 43)
Bedieningsaanwijzingen
PRINTPAPER
MENU
BACK
OK
STANDARD STANDARD
SET
SIZE
BORDERLESS
SIZE
Kies één van de beschikbare papierformaten op uw printer.
BORDERLESS
Met of zonder randen selecteren. In de functie [MULTI PRINT]
kunt u niet met een rand printen.
PICS / SHEET
Selecteer het aantal foto's dat op een blad papier moet worden
gerangschikt. Alleen beschikbaar in de stand [MULTI PRINT].
42
NL
Beelden printen
Druk op
43
om de foto te selecteren die u wilt printen. U kunt tevens de zoomknop gebruiken en een
foto uit de indexweergave selecteren.
4
Selecteer [PRINT] en druk op
e
.
Het printen begint.
Als [OPTION SET] is geselecteerd in [ALL PRINT] modus,
wordt het scherm [PRINT INFO] weergegeven.
Als het printen voltooid is, wordt het scherm [PRINT MODE SELECT]
weergegeven.
Printen annuleren
5
Druk in het scherm [PRINT MODE SELECT] op
m
.
Op de monitor verschijnt nu een melding.
6
Koppel de USB-kabel los.
Het te printen beeld selecteren
Instellen van het aantal prints en de te printen gegevens
100-0004
100-0004
MORE
PRINT
O
K
SINGLEPRINT
4
4
IN
PRINT
Print één kopie van de geselecteerde foto. Als [SINGLE PRINT]
of [MORE] is geselecteerd, wordt/worden er één kopie of
meerdere kopieën geprint.
SINGLE PRINT
Maakt een printreservering voor de weergegeven foto.
MORE
Stelt het aantal prints en de te printen gegevens voor de
weergegeven foto in.
MENU
PRINT INFO
1
WITHOUT
WITHOUT
EXIT SET
OK
<
x
DATE
FILE NAME
P
<
x
Met deze functie stelt u het aantal prints in. U kunt maximaal
10 prints selecteren.
DATE ( )
Selecteert u bij deze functie de optie [WITH], dan worden de
beelden met datum geprint.
FILE NAME ( )
Selecteert u bij deze functie de optie [WITH], dan worden de
beelden met bestandsnaam geprint.
P
Stel met de pendelknop of zoomknop de grootte en de positie
van de uitsnede in en druk vervolgens op
e
. De
uitgesneden foto wordt geprint.
ME
NU
PRINT
PRINT
BACK
O
K
SET
CANCEL
PRINT
CONTINUE
O
K
CANCEL
SET
Monitorbeeld tijdens dataoverdracht
Druk op
e
.
Selecteer [CANCEL] en
druk op
e
.
OK
TRANSFERRING
CANCEL
ME
NU
PRINT MODE SELECT
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT ORDER
EXIT
O
K
SET
NL
43
Beelden printen
Met printreservering kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en
de datum- en tijdinformatie).
Beschikt u over een voor DPOF geschikte printer, dan kunt u met printreservering de beelden
gemakkelijk thuis printen. Maar u kunt dat ook laten doen door een fotospeciaalzaak die over DPOF-
faciliteiten beschikt. DPOF is een genormaliseerd bestandstype voor het opslaan van printinformatie
vanuit digitale camera’s.
Uitsluitend de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, kunnen gereserveerd worden voor het
printen. Steek een kaartje met opgeslagen beelden in de camera, voordat de printreserveringen
gemaakt worden.
Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met deze
camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met het
oorspronkelijke apparaat. Bevat een kaartje DPOF-reserveringen die met een ander apparaat
werden ingesteld, dan wordt met deze camera over de oorspronkelijk ingestelde reserveringen
heen geschreven.
Op een en hetzelfde kaartje kunt u DPOF-printreserveringen instellen voor maximaal 999
beelden.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
1
Druk op
m
in de stand Weergeven en selecteer [PRINT ORDER].
2
Selecteer [
<
] of [
U
] en druk op
e
.
<
Maakt een printreservering voor de geselecteerde foto.
U
Past de functie Printreservering toe op alle beelden die op het
kaartje zijn opgeslagen.
•Als [
U
] is geselecteerd, gaat u naar stap 5.
Als [
<
] is geselecteerd
3
Druk op
43
om de beelden voor printreserveringen te
selecteren en druk dan op
12
om het aantal prints
in te stellen.
U kunt geen printreserveringen maken voor foto's met
A
.
Herhaal stap 3 om printreserveringen te maken voor andere foto's.
4
Druk op
e
als u de printreserveringen ingesteld
heeft.
5
Selecteer de printinstelling voor datum en tijd en druk
op
e
.
NO
De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
DATE
De geselecteerde foto's worden geprint met de datum van het
fotograferen.
TIME
De geselecteerde foto's worden geprint met het tijdstip van het
fotograferen.
6
Selecteer [SET] en druk op
e
.
Printinstellingen (DPOF)
Een printreservering maken
O
K
ME
NU
EXIT SET
<
U
PRINT ORDER
Bedieningsaanwijzinge
x
10
M
10
M
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
100-0004
100-0004
O
K
4
4
0
SET
NO
DATE
ME
NU
BACK
TIME
O
K
SET
X
MENU
OK
SET
PRINT ORDER
1 ( 1)
SET
CANCEL
BACK
44
NL
Beelden printen
U kunt alle printreserveringsgegevens of alleen die voor geselecteerde foto's herstellen.
1
Selecteer hoofdmenu [PRINT ORDER] en druk op
e
.
Printreserveringsgegevens van alle foto's herstellen
2
Selecteer [
<
] of [
U
] en druk op
e
.
3
Selecteer [RESET] en druk op
e
.
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een
geselecteerde foto
2
Selecteer [
<
] en druk op
e
.
3
Selecteer [KEEP] en druk op
e
.
4
Druk op
43
om het beeld met de printreserveringen die u wilt annuleren,
te selecteren en druk op
2
om het aantal prints op 0 in te stellen.
Herhaal stap 4 om printreserveringen voor andere foto's te annuleren.
5
Druk op
e
als u de printreserveringen geannuleerd heeft.
6
Selecteer de instelling voor datum en tijd en druk op
e
.
De instelling wordt toegepast op de resterende foto's met printreserveringen.
7
Selecteer [SET] en druk op
e
.
Annuleren van printreserveringsgegevens
MENU
OK
SET
PRINT ORDER SETTING
PRINT ORDERED
RESET
KEEP
BACK
NL
45
Gebruik van OLYMPUS Master
Gebruik van OLYMPUS Master
Met het bij de camera geleverde USB-kabeltje kunt u de camera aansluiten op uw computer en kunnen
de beelden naar uw computer gedownload (overdracht) worden door de bij de camera geleverde
OLYMPUS Master software te gebruiken.
Wat is OLYMPUS Master?
OLYMPUS Master is een softwaretoepassing voor het beheren van digitale beelden op uw computer.
Controleer voordat u de OLYMPUS Master software installeert of het besturingssysteem van uw
computer aan onderstaande systeemeisen voldoet. Voor de geschiktheid van de software voor
nieuwere besturingssystemen raadpleegt u de Olympus website waarvan het adres is vermeld op het
achterblad van deze handleiding.
Bedrijfscondities
Opmerking
Gebruik een computer met vooraf geïnstalleerd besturingssysteem. Bediening wordt niet
gegarandeerd met zelfgebouwde computers of computers met een geactualiseerd
besturingssysteem.
Bediening wordt niet gegarandeerd als u een toegevoegde USB-poort of IEEE 1394-poort
(FireWire) gebruikt.
Om de software te installeren moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.
Als u Macintosh gebruikt, moet u er voor zorgen dat u de geïnstalleerde media verwijdert door
deze naar de prullenbak te slepen, voordat u onderstaande handelingen uitvoert. Doet u dat niet,
dan kan dat tot instabiliteit van de computer leiden zodat u die opnieuw moet starten.
Koppel het verbindingskabeltje tussen camera en computer los.
Schakel de camera uit
Open het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
Installeer OLYMPUS Master software
Windows Macintosh
Besturings-
systeem
Windows 2000 Professional /
XP Home Edition / XP Professional / Vista
Mac OS X v10.3 of later
CPU
Pentium III 500 MHz of later Power PC G3 500 MHz of later
Intel Core Solo / Duo 1,5 GHz of later
RAM
256 MB of meer 256 MB of meer
Ruimte op de
harde schijf
500 MB of meer 500 MB of meer
Monitor
1024 x 768 pixels of meer 65.536 kleuren of
meer (16,77 miljoen kleuren of meer
aanbevolen)
1024 x 768 pixels of meer 32.000 kleuren of
meer (16,77 miljoen kleuren of meer
aanbevolen)
Overige
USB-poort of IEEE 1394-poort
Internet Explorer 6 of later
QuickTime 7 of later aanbevolen
DirectX 9 of later aanbevolen
USB-poort of IEEE 1394-poort (FireWire)
Safari 1.0 of later (aanbevolen wordt 1.3 of
later)
QuickTime 6 of later
Voordat u de procedure start.
OLYMPUS Master 2
CD-ROM
USB-kabeltje Een pc die voldoet aan de bedrijfscondities (Blz. 45)
Raadpleeg voor de installatie van de OLYMPUS Master software de installatiegids op de
CD-ROM.
46
NL
Gebruik van OLYMPUS Master
1
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
De monitor is uitgeschakeld.
De lens is ingeschoven.
2
Verbind de multiconnector op de camera met de
USB-poort van de computer met behulp van het
meegeleverde USB-kabeltje.
Voor de plaats van de USB-poort raadpleegt u de handleiding van
de computer.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het
instelmenu voor de USB-aansluiting.
3
Selecteer [PC] en druk op
e
.
4
De computer herkent de camera als een nieuw
apparaat.
Windows
De eerste keer dat u de camera op uw computer aansluit, tracht de computer de camera te
herkennen. Sluit de melding die verschijnt af door op “OK“ te klikken. De computer herkent de
camera nu als “Removable Disk“ (Verwisselbaar opslagmedium).
Macintosh
De beeldbestanden worden standaard beheerd met het programma iPhoto. Sluit u de camera
voor de eerste keer aan, dan wordt automatisch het applicatieprogramma iPhoto geactiveerd
zodat u dat moet afsluiten en OLYMPUS Master moet starten.
Opmerking
Sluit u de camera aan op een computer, dan worden de camerafuncties buiten bedrijf gesteld.
De camera via een USB-hub op een computer aansluiten kan leiden tot instabiele werking. Is dat
het geval, dan sluit u de camera rechtstreeks aan op de computer, zonder een USB-hub te
gebruiken.
Beelden kunnen niet naar uw computer worden overgedragen met OLYMPUS Master als [PC]
is geselecteerd in stap 3,
3
is ingedrukt en [MTP] is geselecteerd.
Camera aansluiten op een computer
Monitor
Klepje over de
connector
Multiconnector
USB
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
O
K
SET
NL
47
Gebruik van OLYMPUS Master
Windows
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ op het bureaublad.
Macintosh
1
Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master 2“ in de map
“OLYMPUS Master 2“.
Het venster “Bladeren“ verschijnt.
Als OLYMPUS Master voor de eerste keer na installatie wordt opgestart, worden het eerste
instelmenu en het venster voor gebruikersregistratie van OLYMPUS Master weergegeven vóór
het venster “Bladeren“.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
1
Klik op “Transfer Images“ (Beelden overbrengen)
in het venster “Bladeren“ en klik dan op
“From Camera“ (Vanuit camera) .
Er verschijnt een venster met alle foto's die vanuit de camera
kunnen worden overgebracht.
2
Selecteer “New Album“ (Nieuw album) en voer
een albumnaam in.
3
Selecteer de beeldbestanden en klik op de knop
“Transfer Images“ (Beelden overbrengen).
Daarna verschijnt een venster dat aangeeft dat het downloaden
voltooid is.
4
Klik op de knop “Browse images now“ (Nu in beelden bladeren).
In het venster “Bladeren“ worden de beelden die gedownload zijn, weergegeven.
Camera loskoppelen van de computer
1
Controleer of de indicatie-LED Dataverkeer niet
meer knippert.
Activeer de OLYMPUS Master software
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer
Beelden downloaden en opslaan
Indicatie-LED Dataverkeer
48
NL
Gebruik van OLYMPUS Master
2
Tref de volgende voorbereidingen om het
USB-kabeltje los te koppelen.
Windows
1
Klik op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware ontkoppelen of
uitwerpen) in de knoppenbalk.
2
Klik op de getoonde melding.
3
Verschijnt de melding dat u de hardware nu veilig kunt
verwijderen, dan klikt u op “OK“.
Macintosh
1
Het pictogram van de prullenbak verandert in een
verwijderpictogram als u het pictogram “Untitled“ (Zonder titel)
of “NO_NAME“ (Naamloos) op het bureaublad sleept. Sleep dit pictogram op het
verwijderpictogram en zet het daar neer.
3
Trek de plug van het USB-kabeltje uit de camera.
Opmerking
Windows: Als u op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware loskoppelen of uitwerpen) klikt, is het
mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt. Verschijnt die melding, dan overtuigt u zich ervan
dat de camera op dat moment niet bezig is met het downloaden van beeldgegevens en dat alle
applicatiesoftware gesloten is. Klik opnieuw op “Unplug or Eject Hardware“ (Hardware
loskoppelen of uitwerpen) en koppel het kabeltje los.
Deze camera is compatibel met USB mass storage. Dat wil zeggen dat u de camera met het
meegeleverde USB-kabeltje op een computer kunt aansluiten en beelden kunt downloaden en opslaan
zonder dat u daarbij OLYMPUS Master hoeft te gebruiken. Om de camera met het USB-kabeltje op uw
computer te kunnen aansluiten, moet de werkomgeving aan de volgende eisen voldoen.
Windows
: Windows 2000 Professional / XP Home Edition / XP Professional / Vista
Macintosh
: Mac OS X v10.3 of later
Opmerking
Als uw computer met Windows Vista werkt, kunt u [PC] selecteren in stap 3 op Blz. 46, druk op
3
en selecteer [MTP] om Windows Photo Gallery te gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook
niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde
computers.
Beelden vanuit de camera overbrengen naar en opslaan op een computer, zonder
gebruik te maken van OLYMPUS Master
Raadpleeg voor een gedetailleerde bediening van de OLYMPUS Master de Quick-Start-
gebruiksaanwijzing die bij het opstarten wordt weergegeven of de helpfunctie van de
OLYMPUS Master.
NL
49
Leer uw camera beter kennen
Leer uw camera beter kennen
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met het laadapparaat.
De richting van de batterijen is niet juist
Plaats de batterijen in de juiste richting.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de
camera in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door deze een tijdje in uw zak
te houden.
Als het contactvlak van het kaartje vuil is, kan het scherm [CARD SETUP] weergegeven
worden zonder dat het kaartje gelezen wordt. Selecteer in dit geval [CLEAN CARD] en druk
op
e
. Neem het kaartje eruit en veeg het contactvlak met een zachte, droge doek af.
De camera staat in de sluimerstand
Wordt de camera na 3 minuten niet gebruikt terwijl deze is ingeschakeld (het klepje van de
lens is open en de monitor is aan), dan neemt camera om de batterij te sparen automatisch
de sluimerstand aan en de monitor gaat uit. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand,
zelfs niet als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere
knop om de camera uit de sluimerstand te halen, voordat u een opname maakt. Wordt de
CAMERA15 minuten niet gebruikt, dan wordt de camera automatisch uitgeschakeld (het
klepje van de lens sluit en de monitor gaat uit). Druk op
o
om de camera in te schakelen.
De functieknop wordt op
q
of
P
gezet
Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de functieknop
in de stand Fotograferen.
De functieknop staat op
g
Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven. Maak foto's nadat
u het gewenste foto-effect heeft geselecteerd met behulp van de fotogids of stel de
functieknop op een andere instelling dan
g
in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen.
Wacht tot
#
(flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De camera is sinds het moment van aanschaf onder dezelfde omstandigheden gebruikt
Op het moment van aanschaf zijn in de camera geen datum en tijd ingesteld. Stel de datum
en tijd in voordat u de camera gebruikt.
g
“De camera inschakelen“ (Blz. 6)
X
Datum en tijd instellen
“ (Blz. 37)
De batterijen zijn uit de camera gehaald
Als u de camera ongeveer 1 dag zonder batterij laat liggen, wordt de instelling voor datum en
tijd automatisch teruggezet naar de standaardinstelling af fabriek. De instelling voor datum en
tijd wordt dus eerder dan dit teruggezet als de batterij zich korte tijd in de camera bevond.
Controleer, voordat u belangrijke foto’s gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Fotografeertips en -informatie
Tips voordat u gaat fotograferen
De camera schakelt niet in, zelfs niet als de batterijen geplaatst zijn
Kan het kaartje niet gebruiken
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
De datum en tijd zijn niet ingesteld
50
NL
Leer uw camera beter kennen
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt
Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw foto
opnieuw af.
Zet [AF MODE] op [iESP].
g
“AF MODE
Wijzigen van het scherpstelvlak
“ (Blz. 28)
Het onderwerp beweegt snel
Stel de camera scherp op een punt met ongeveer dezelfde afstand tot het object dat u wilt
fotograferen en houd de scherpstelling vast (door de ontspanknop half in te drukken). Stel uw
foto dan opnieuw samen en druk de ontspanknop helemaal in als het object in beeld komt.
Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus.
In bovenstaande situaties stelt u scherp (scherpstelgeheugen) op een contrastrijk object op
dezelfde afstand als het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de
opname. Indien het te fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera
verticaal en stelt u met het scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de
ontspanknop half in te drukken. Vervolgens draait u de camera – met de ontspanknop nog
steeds half ingedrukt – weer horizontaal en maakt u de opname.
Zorg ervoor dat u de camera stevig met beide handen vasthoudt en druk de ontspanknop langzaam in
om te voorkomen dat de camera beweegt. U kunt de bewegingsonscherpte ook reduceren door de
functie beeldstabilisatie te gebruiken bij het fotograferen.
g
“IMAGE STABILIZER (stilstaand beeld) / DIS MOVIE MODE (videobeelden)
Fotograferen met
beeldstabilisatie
“ (Blz. 28)
Foto's worden sneller onscherp als:
foto's worden gemaakt met een sterk vergrotende zoominstelling, d.w.z. met functies van
zowel optische zoom als digitale zoom,
het onderwerp is donker en de sluitertijd is lang, of
er worden motiefprogramma's gebruikt waarbij de flitser uitstaat en / of de sluitertijd lang is.
Fotografeertips
Scherpstellen op het object
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Voorkom bewegingsonscherpte door beeldstabilisatie te gebruiken
Object met weinig
contrast
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak
in het midden van
het beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
onderwerpen
Het object bevindt
zich niet in het
midden van het
beeld
NL
51
Leer uw camera beter kennen
De flitser wordt automatisch geactiveerd als er onvoldoende licht is of als de camera wordt bewogen.
Om zonder flitser te fotograferen op donkere plekken, zet u de flitserfunctie op [
$
] en voert u de
volgende instelling uit:
Kies een hogere [ISO]-instelling
g
“ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 26)
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Digitale zoom gebruiken om close-ups te maken
Met de digitale zoom wordt een uitsnede van het beeld gemaakt en vergroot. Hoe sterker de
vergroting, des te korreliger het beeld.
g
“DIGITAL ZOOM
Inzoomen op uw object
“ (Blz. 27)
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er “ruis“ ontstaan, dat als puntjes met ongewenste
kleuren of als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze camera
is uitgerust met een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met
ruisonderdrukking. Door de ISO-gevoeligheid te verhogen kan er echter ruis ontstaan,
afhankelijk van de lichtomstandigheden.
g
“ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen
“ (Blz. 26)
De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de
lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan
bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar
afhankelijk van het object kan het beter zijn om de [WB]-instelling handmatig aan te passen.
Als het onderwerp zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt.
Als het onderwerp wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen,
bijvoorbeeld wanneer het onderwerp zich vlakbij een raam bevindt.
Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt.
g
“WB
Kleur van een foto aanpassen
“ (Blz. 26)
Foto's maken met
K
in de stand
s
. Geschikt voor het maken van foto's op een zonnige
dag aan het strand of in de sneeuw.
g
s
(motiefprogramma)
Een motiefprogramma selecteren afhankelijk
van de
fotografeersituatie
“ (Blz. 25)
Vaak worden heldere onderwerpen (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de
natuurlijke kleuren. Gebruik
1F
om te corrigeren met [+] maakt het object helderder.
Omgekeerd kan het goed zijn om in negatieve zin [–] te corrigeren wanneer u donkere
objecten fotografeert. Soms verkrijgt u bij gebruik van de flitser niet de helderheid (belichting)
die u wilde.
g
1F
-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
“ (Blz. 17)
Gestabiliseerde foto's maken zonder flitser
Het beeld is te korrelig
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
52
NL
Leer uw camera beter kennen
Door voor panoramische opnamen langs de centrale as van de camera te draaien, wordt de
foutive uitlijning van de foto gereduceerd. Als u objecten van dichtbij fotografeert, zorgt het
draaien langs de as van de lens voor goede resultaten.
In de stand [COMBINE IN CAMERA1] detecteert de camera automatisch zijn eigen positie
behalve in de volgende gevallen (in dergelijke gevallen dient u [COMBINE IN CAMERA2] of
[COMBINE IN PC] te gebruiken):
als het draaien voor panoramische opnamen snel of niet constant gebeurt;
als er een onderwerp met weinig contrast gefotografeerd wordt (blauwe lucht etc.);
als er een bewegend onderwerp met als kader het volledige scherm gefotografeerd
wordt;
als de camera voor panoramische opnamen gedraaid wordt zonder beelden op het
scherm.
Als de schaduwaanpassingstechniek op [ON] staat, wordt het gezicht van het onderwerp
helderder, zelfs met tegenlicht, en de kleur van de achtergrond op de foto wordt versterkt. Met
deze functie kunt u eveneens een onderwerp in een huis of gebouw van buitenaf fotograferen.
g
f
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht“ (Blz. 18)
Met [ESP /
n
] op [
n
], kan de foto gemaakt worden op basis van de helderheid in het
beeldmidden zonder beïnvloeding van het licht op de achtergrond.
g
“ESP /
n
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
“ (Blz. 28)
Zet de flitser op [
#
] om de invulflitsen te activeren. U kunt een onderwerp fotograferen met
tegenlicht zonder dat het gelaat van het onderwerp donkerder lijkt. [
#
] is effectief voor het
fotograferen met tegenlicht en bij TL- en ander kunstlicht.
g
3#
-knop
Gebruik van de flitser
“ (Blz. 17)
Het is effectief om de belichtingscorrectie op [+] te zetten door op
1F
te drukken als u bij
sterk tegenlicht fotografeert.
g
1F
-knop
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
“ (Blz. 17)
Door de belichting van het gelaat van een persoon aan te passen met [AF MODE] op
[FACE DETECT], wordt het gelaat van het onderwerp helderder, ook bij sterk tegenlicht.
g
“AF MODE
Wijzigen van het scherpstelvlak
“ (Blz. 28)
Er zijn twee manieren om de foto's die u met deze camera maakt op te slaan.
Foto's opslaan in het interne geheugen
Foto's worden in het interne geheugen opgeslagen en als het aantal stilstaande beelden dat
nog kan worden opgeslagen 0 is, dient u de camera op een computer aan te sluiten om de
foto's te downloaden en daarna de foto's uit het interne geheugen te wissen.
Een kaartje (xD-Picture Card) (optioneel) gebruiken
Foto's worden op het kaartje opgeslagen als het kaartje in de camera is gestoken. Als het
kaartje vol is, downloadt u de foto's op een computer en u wist de foto's van het kaartje of u
gebruikt een nieuw kaartje.
Foto's worden niet in het interne geheugen opgeslagen als er een kaartje in de camera zit.
Foto's in het interne geheugen kunnen naar het kaartje gekopieerd worden met behulp van de
[BACKUP]-functie.
g
“BACKUP
Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren
“ (Blz. 35)
“Het kaartje“ (Blz. 61)
Foutieve uitlijning van panoramische beelden
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Aanvullende fotografeertips en -gegevens
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
NL
53
Leer uw camera beter kennen
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen en opnametijd van video's
Stilstaande beelden
Videobeelden
Als u een kaartje gebruikt van een andere merk dan Olympus of een kaartje dat op een
computer is gebruikt met een andere toepassing, dient u [FORMAT] te gebruiken om het
kaartje te formatteren.
g
“MEMORY FORMAT (FORMAT)
Het interne geheugen of kaartje formatteren
“ (Blz. 35)
Er wordt een beeld of video opgenomen of gedownload (als er verbinding met een
computer is).
Als de indicatie-LED Dataverkeer knippert, mogen onderstaande activiteiten niet uitgevoerd
worden. Hierdoor worden de beeldgegevens eventueel niet opgeslagen of het interne
geheugen of het kaartje onbruikbaar gemaakt.
Open het klepje van het compartiment van de batterij / het kaartje.
Verwijder de batterij en het kaartje.
IMAGE SIZE COMPRESSION
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
Intern geheugen
Bij gebruik van een
1 GB kaartje
Met geluid Zonder geluid Met geluid Zonder geluid
F
3248 x 2736
L
3 3 204 205
M
5 5 399 404
H
2560 x 1920
L
5 6 404 410
M
12 12 820 841
I
2048 x 1536
L
9 9 615 627
M
18 19 1254 1305
J
1600 x 1200
L
15 15 1031 1066
M
28 30 1938 2063
K
1280 x 960
L
23 24 1560 1640
M
43 47 2907 3198
C
640 x 480
L
75 89 4920 5815
M
121 163 7996 10.661
D
1920 x 1080
L
14 14 954 984
M
26 28 1827 1938
IMAGE SIZE FRAME RATE
Continue opnametijd
Intern geheugen
Bij gebruik van een
1 GB kaartje
C
640 x 480
N
8 sec. 10 sec.
O
16 sec. 18 min. 37 sec.
E
320 x 240
N
19 sec. 22 min. 3 sec.
O
38 sec. 29 min.
Gebruik van een nieuw kaartje
De indicatie-LED Dataverkeer knippert
54
NL
Leer uw camera beter kennen
Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt, kan de
batterijvoeding uitgeput raken.
Het herhaaldelijk half indrukken van de ontspanknop.
Herhaaldelijk zoomen.
Om het energieverbruik te minimaliseren, zet u [POWER SAVE] op [ON] en schakelt u de
camera uit als deze niet wordt gebruikt.
g
“POWER SAVE
De camera instellen op standby-modus
“ (Blz. 39)
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
(De in grijs weergegeven menufuncties kunnen niet worden geselecteerd.)
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Als [DRIVE] is ingesteld op [
W
], kunnen [FINE ZOOM] of [DIGITAL ZOOM] niet worden
ingesteld.
Er kan een aantal functies zijn, die, afhankelijk van de camera-instelling, ook niet door het
indrukken van de functieknoppen kunnen worden ingesteld.
[
%
], Flash Mode, enz.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als er geen kaartje in de camera zit.
[PANORAMA], [PRINT ORDER], [FORMAT], [BACKUP]
Deze camera behoudt de instellingen (behalve
s
) ook als de camera wordt uitgeschakeld.
Om naar de standaardinstellingen terug te keren, voert u een [RESET] uit.
g
“RESET
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
“ (Blz. 23)
Het is mogelijk dat de monitor lastig te zien is en dat het moeilijk is om de belichting te controleren,
wanneer buiten gefotografeerd wordt.
Druk herhaaldelijk op
g
/
E
om het histogram weer te geven
Stel de belichting zo in, dat de grafiek geconcentreerd is op de buitenste randen en
evenwichtig verdeeld is aan beide kanten.
g
g
/
E
-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / Tijd controleren“
(Blz. 19)
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Functies die niet in menu's kunnen worden geselecteerd / functies die ook niet kunnen
worden geselecteerd door het indrukken van de functieknoppen
Standaardinstellingen af fabriek herstellen
De belichting bevestigen als de monitor buiten lastig te zien is
Het histogram lezen
1
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het
beeld bijna zwart.
2
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het
beeld bijna wit.
3
Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de
helderheid in het beeldmidden van de monitor zien.
1
2
33
NL
55
Leer uw camera beter kennen
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het onderdrukken van rode ogen niet wordt
vastgezet. Gedeeltes behalve de ogen kunnen vastgezet worden.
Het licht dat door stof in de lucht wordt gereflecteerd kan in de foto worden gevangen, als 's
nachts een flitser wordt gebruikt.
Als er een kaartje in de camera zit, kan het beeld van het interne geheugen niet worden
weergegeven. Haal het kaartje eruit voordat u de camera bedient.
Geef een beeld weer en druk op
g
/
E
. Druk herhaaldelijk op
g
/
E
om de
hoeveelheid weergegeven informatie te wijzigen.
g
g
/
E
-knop Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / Tijd controleren“
(Blz. 19)
Druk op W op de zoomknop om de beelden als thumbnails (indexweergave) of in
kalendervorm (kalenderweergave) te bekijken.
g
“Zoomknop
Inzoomen tijdens het fotograferen / Close-up weergeven
“ (Blz. 16)
Als er bij een foto eenmaal geluid is opgenomen, kunt u dit geluid niet meer wissen. Wilt u
géén geluid bij die opname, dan fotografeert u het beeld opnieuw, maar nu zonder geluid. Bij
onvoldoende ruimte in het interne geheugen of op het kaartje is het opnieuw opnemen van
geluid niet mogelijk.
g
R
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
“ (Blz. 33)
Het formaat van de foto die wordt weergegeven op een computerscherm verandert afhankelijk van de
computerinstellingen. Als de monitorinstelling 1024 x 768 is en u Internet Explorer gebruikt om een foto
te bekijken met een resolutie van 2048 x 1536 op 100 %, kan niet de gehele foto worden bekeken
zonder te schuiven. Er zijn meerdere manieren waarop u de gehele foto op het computerscherm kunt
bekijken.
Bekijken van de foto met software voor het bladeren in beelden
Installeer de software OLYMPUS Master 2 vanaf de meegeleverde CD-ROM.
Wijzigen van de monitorinstelling
De pictogrammen op het bureaublad van de computer kunnen opnieuw worden geschikt. Voor
details over het wijzigen van de instellingen van uw computer, raadpleegt u de handleiding van
uw computer.
Help bij het weergeven en tips voor het opheffen van storingen
Het onderdrukken van rode ogen kan niet worden vastgezet
Het licht wordt in de foto gevangen
Weergavetips
Het beeld weergeven dat is opgeslagen in het interne geheugen
Beeldinformatie bekijken
Snel een gewenst beeld weergeven
Geluid bij stilstaande beelden wissen
Bekijken van foto's op een computer
Bekijken van de gehele foto op een computerscherm
56
NL
Leer uw camera beter kennen
Als er een foutmelding op de camera verschijnt ...
Indicatie op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing
q
CARD ERROR
Er is een probleem met het
kaartje.
Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een nieuw
kaartje in de camera.
q
WRITE PROTECT
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
Het opgeslagen beeld is op een computer
beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen).
Download het beeld naar een computer en hef de
instelling Alleen lezen op.
>
MEMORY FULL
Het interne geheugen heeft niet
voldoende geheugen en kan
geen nieuwe gegevens
opnemen.
Steek een kaartje in de camera of wis
ongewenste gegevens. Maak voor het wissen
een reservekopie van de gegevens van
belangrijke foto's met behulp van het kaartje of
download dergelijke foto's naar een computer.
q
CARD FULL
Het kaartje heeft niet voldoende
geheugen en kan geen nieuwe
gegevens opnemen.
Vervang het kaartje of wis ongewenste
gegevens. Download belangrijke foto's naar een
computer voordat u beelden gaat wissen.
L
NO PICTURE
Er zijn geen foto's opgeslagen in
het interne geheugen of op het
kaartje.
Het interne geheugen of het kaartje bevat geen
foto's.
Sla enkele foto's op.
r
PICTURE ERROR
Er heeft zich een probleem met
het geselecteerde beeld
voorgedaan waardoor dat beeld
met deze camera niet kan
worden weergegeven.
Breng het beeld over naar een computer en
bekijk het beeld met beeldbewerkingssoftware.
Lukt dat niet, dan is het beeldbestand
beschadigd.
r
THE IMAGE CANNOT
BE EDITED
Foto's die met andere camera's
zijn gemaakt, in [
D
], eerder
zijn bewerkt of gecorrigeerde
foto's kunnen niet worden
bewerkt of gecorrigeerd.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto's te
bewerken.
CARD-COVER OPEN
Het klepje van het
batterijcompartiment / het kaartje
is open.
Sluit het klepje van het batterijcompartiment / het
kaartje.
g
BATTERY EMPTY
De batterijen zijn leeg. Laad de batterij op.
Het kaartje is niet gelezen. Of het
kaartje is niet geformatteerd.
Selecteer [CLEAN CARD] en druk op
e
.
Neem het kaartje eruit en veeg het contactvlak
met een zachte, droge doek af.
Selecteer [FORMAT] [YES] en druk op
e
. Alle het op het kaartje opgeslagen
gegevens gaan verloren.
Er is een fout opgetreden in het
interne geheugen.
Selecteer [MEMORY FORMAT] [YES] en druk
op
e
. Alle gegevens in het interne geheugen
worden gewist.
NO CONNECTION
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem opnieuw,
maar nu goed, aan.
CARD SETUP
OK
CLEAN CARDCLEAN CARD
FORMAT
SET
MEMORY SETUP
OK
POWER OFFPOWER OFF
MEMORY FORMAT
IN
SET
NL
57
Leer uw camera beter kennen
NO PAPER
De papiervoorraad van de printer
is op.
Leg een nieuwe voorraad papier in de printer.
NO INK
De inktvoorraad van de printer is
op.
Vervang de inktcassette in de printer.
JAMMED
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer blokkeert uit de
printer.
SETTINGS
CHANGED
De papierla van de printer is
verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen op
de camera gewijzigd werden.
Bedien de printer niet, terwijl de instellingen op de
camera gewijzigd worden.
PRINT ERROR
Er heeft zich een probleem met
de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit. Controleer de
printer en hef eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
r
CANNOT PRINT
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de foto's te printen.
Indicatie op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing
58
NL
Leer uw camera beter kennen
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld in bepaalde standen Fotograferen. Voor meer
informatie, zie onderstaande tabel.
geeft een beperking aan voor de betreffende functie van elke stand
s
.
g
“Beschikbare functies in motiefprogramma's“ (Blz. 59)
Beschikbare functies in standen Fotograferen
* De optische zoom is niet beschikbaar tijdens video-opname. Zet [DIGITAL ZOOM] op [ON] om de zoomfunctie
voor fotograferen mogelijk te maken.
Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's
Stand Fotograferen
AUTO
K s n
Zie Blz.
Functie
F 9999
Blz. 17
# 99
—Blz.17
&
/
% 99 9
Blz. 17
Y 99 9
Blz. 17
Schaduwaanpassingstechniek
99 9
Blz. 18
Optische gezoomd
99 9
*Blz.16
IMAGE QUALITY
99 9
Blz. 22
PANORAMA
9
—Blz.23
SILENT MODE
9999
Blz. 28
WB
999
Blz. 26
ISO
9
—Blz.26
DRIVE
9
—Blz.27
FINE ZOOM
9
—Blz.27
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen)
9 9
Blz. 27
ESP /
n
9 9
Blz. 28
AF MODE
9
—Blz.28
R
9
—Blz.28
IMAGE STABILIZER / DIS MOVIE MODE
999
Blz. 28
NL
59
Leer uw camera beter kennen
Beschikbare functies in motiefprogramma's
*1 [
!
] is niet beschikbaar.
*2 [
%
] is niet beschikbaar.
*3 Druk op de
Y
-knop om AF-lock te activeren.
*4 [COMBINE IN CAMERA1] en [COMBINE IN CAMERA2] zijn niet beschikbaar.
*5 [HIGH ISO AUTO] is niet beschikbaar.
*6 [
W
] is niet beschikbaar.
*7 Er is alleen een beeldkwaliteit van [
I
] of lager beschikbaar.
*8 De beeldkwaliteit is vast ingesteld op [
C
].
*9 [SPOT] is niet beschikbaar.
*10 [FACE DETECT] is niet beschikbaar.
*11 De flitserfunctie kan worden geselecteerd tussen [
#
] of [
$
] (µ1020).
De flitserfunctie wordt vastgehouden op [
$
] (µ1010).
s
B
C
N
K
F
D
G
U
W
c
RSX V
P
d
ief
k
H
l Y
Zie Blz.
Functie
# 999
9
——
9
——
*11
9
*1
99
—Blz. 17
&
/
% 9
9
*2
9
*2
9
9
*2
9
*2
99
999
9
*2
Blz. 17
Y 9999999999
——
*3
9
Blz. 17
Schaduwaanpassings-
techniek
99
——
99
9999
———
9
Blz. 18
Optische gezoomd
9999
99999999
9
Blz. 16
PANORAMA
9
*4
9
*4
9
*4
9
*4
9
*4
9
*4
9
*4
9
*4
———
9
*4
9
*4
—Blz. 23
ISO ————————————
9
*5
9
*5
—Blz. 23
DRIVE
9
*6
9
*6
——
9
*6
——
9
*6
9
*6
———
9
*6
9
*6
—Blz. 23
IMAGE QUALITY
999
9
*7
99999
*8
9
*7
9999
Blz. 22
FINE ZOOM
999
——
99999
99
—— Blz. 23
DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
999
——
99999
99
9
Blz. 23
ESP /
n 9999
9999999999
Blz. 23
AF MODE
9999
9
*9
9
99999
9
*10
—— Blz. 23
R 999999999
———
99
—Blz. 23
60
NL
Appendix
Appendix
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in
een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog
deze vervolgens met een droge doek. Als u de camera op het strand heeft gebruikt, dan wrijft u hem
schoon met een in schoon water gedompelde en goed uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje en wrijf de lens vervolgens
met een lensreinigingsmiddel voorzichtig schoon.
Batterij / Laadapparaat:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Opmerking
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzeen of alcohol of met chemicaliën behandelde
reinigingsdoekjes.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
Indien de camera voor langere tijd opgeborgen wordt, haalt u de batterij, de lichtnetadapter en het
kaartje uit de camera en bergt u de camera op in een koele, droge ruimte die goed geventileerd is.
Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera.
Opmerking
Laat de camera niet achter op plaatsen waar met chemicaliën wordt gewerkt, omdat dan corrosie
kan ontstaan.
(
In deze camera gaat één lithium-ionbatterij (LI-50B) van Olympus. Er kunnen geen andere typen
batterijen gebruikt worden.
(
De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de gebruikte functies.
(
Bij omstandigheden zoals die hieronder beschreven zijn, wordt continu energie verbruikt en raakt
de batterij snel leeg.
Door veelvuldig te zoomen.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen door de ontspanknop
half in te drukken.
Door gedurende lange tijd een foto weer te geven op de monitor.
Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
(
Als een lege batterij gebruikt wordt, bestaat het gevaar dat de camera uitgeschakeld wordt zonder
dat een waarschuwing voor de ladingstoestand gegeven wordt.
(
Op het moment van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij voor gebruik
volledig op met het laadapparaat LI-50C.
(
Het opladen van de meegeleverde, oplaadbare batterij duurt doorgaans ongeveer 2 uur.
(
Het meegeleverde LI-50C batterijlader wordt alleen gebruikt voor de LI-50B batterij. Laad geen
ander type batterij op met de meegeleverde batterijlader. Dit kan leiden tot explosie, lekken,
oververhitting of brand.
(
Plug-in-type batterijlader:
Deze batterijlader moet correct geplaatst worden in verticale richting of op de vloer.
Onderhoud van de camera
Reinigen van de camera
Opslag
Batterij en laadapparaat
NL
61
Appendix
Foto's kunnen opgeslagen worden op het optionele kaartje.
Het interne geheugen en het kaartje zijn de media van de camera voor het opslaan van foto's,
vergelijkbaar met een film in een conventionele analoge camera.
Foto's die opgeslagen zijn in het interne geheugen of op het kaartje kunnen eenvoudig gewist worden
of bewerkt worden met een computer.
In tegenstelling tot draagbare opslagmedia kan het interne geheugen niet verwijderd of vervangen
worden.
Het aantal foto's dat kan worden opgenomen, kan verhoogt worden door een kaartje met een grotere
opslagcapaciteit te gebruiken.
1
Indexvlak
Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van het kaartje op te
schrijven.
2
Contactvlak
Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen van de camera
naar het kaartje. Raak het contactvlak van het kaartje niet aan.
Compatibele kaartjes
xD-Picture Card 16 MB – 2 GB (type H / M, standaard)
Gebruik van het interne geheugen of het kaartje
Tijdens fotograferen en weergeven kunt u in de monitor controleren of het interne geheugen of het
kaartje in gebruik is.
Opmerking
Open het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje niet als
de indicatie-LED Dataverkeer knippert, omdat de LED aangeeft
dat er gegevens gelezen of geschreven worden. Hierdoor kunnen
de gegevens in het interne geheugen of op het kaartje beschadigd
raken en het interne geheugen of het kaartje onbruikbaar worden.
Praktisch gebruik van de accessoires
Het kaartje
1
2
10
M
10
M
P
4
4
IN
10
M
10
M
2008.08.262008.08.26 12:3012:30 44
100-0004100-0004
IN
Stand Fotograferen
(fotofunctie)
Stand Weergeven
Indicator voor geheugen
B
: Bij gebruik van het interne
geheugen
Geen weergave: Bij gebruik van een kaartje
Indicatie-LED Dataverkeer
62
NL
Appendix
Een lichtnetadapter is praktisch bij het uitvoeren van tijdrovende taken zoals het downloaden van
beelden naar een computer of het lang achtereen doorgaan met het vertonen van een diashow. Voor
het gebruik van een lichtnetadapter bij deze camera, heeft u de multi-adapter (CB-MA1 / accessoire)
nodig.
Gebruik geen andere lichtnetadapters voor deze camera.
(
Het laadapparaat en de lichtnetadapter kunnen over de hele wereld in de meeste elektrische
bronnen thuis worden gebruikt binnen het bereik van 100 V tot 240 V AC (50 / 60 Hz). Afhankelijk
van uw land of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat
een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of
reisagentschap.
(
Gebruik geen spanningsomvormers voor op reis, omdat deze uw laadapparaat en lichtnetadapter
kunnen beschadigen.
Lichtnetadapter
Uw laadapparaat en lichtnetadapter in het buitenland gebruiken
NL
63
Appendix
Lees alle gebruiksaanwijzingen –
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle
gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens te
kunnen raadplegen.
Reinigen –
Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik
uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aërosole
reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen.
Accessoires –
Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen,
uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht –
Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde
producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Plaats van opstelling –
Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen
te voorkomen.
Elektrische voedingsbron
Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens
beschreven elektrische voedingsbron.
Bliksem –
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact als een onweer opsteekt terwijl u een
lichtnetadapter gebruikt.
Vreemde voorwerpen –
Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de
camera.
Hitte –
Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip
van stereo-versterkers.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen
LET OP:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG
DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA
BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT
VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op
belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten
aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWI
NG
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT
BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE
VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
LET OP
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOK
NIET OPENEN
64
NL
Appendix
WAARSCHUWING
(
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
(
Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die
zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen
bevinden. Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk
gezichtsverlies veroorzaken.
(
Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat
anders de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van
andere kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
(
Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
(
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
(
Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
(
Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook,
gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
(
Gebruik de camera niet met natte handen.
(
Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in
sommige gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat of de
lichtnetadapter niet als deze is afgedekt (bijvoorbeeld met een deken). Hierdoor kan
oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan.
(
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich
branden. Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze
toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het
camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen
als u de camera bij lage temperaturen hanteert.
(
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd
voorwerp blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
(
Raak de metalen onderdelen van de camera bij lage temperaturen niet lang aan.
Dit kan letsel aan uw huid veroorzaken. Hanteer de camera bij lage temperaturen met
handschoenen.
Hanteren van de camera
NL
65
Appendix
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het
voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in
aanraking komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan
hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen,
enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te
voorkomen dat de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit
batterijen uit elkaar te halen of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te
solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met
schoon, stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk een batterij
doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of
exploderen, uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan
niet verder op en gebruik ze niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere
manier afwijkend, gebruik de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het
onmiddellijk met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof
met uw huid in aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere
afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk
na gebruik van de camera om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen
veroorzaken.
66
NL
Appendix
Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit
achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en / of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties
in de temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt
van warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stoffige omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product
gebruikt, de handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in.
Verdraai de camera niet.
Laat de elektrische contacten van de camera ongemoeid.
Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op de CCD optreden en kan zelfs
brand ontstaan.
Druk of trek niet met grote kracht aan de lens.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies
een koele, droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de
camera te voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en
controleert u de juiste werking door de ontspanknop in te drukken.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn
beschreven in de handleiding van de camera.
Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander
type batterij. Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de
batterij voor gebruik goed met een droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt
gebruikt met batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat een batterij die is
leeggeraakt bij lage temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto’s dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan, voordat u een lange reis maakt, met name als u naar het
buitenland gaat.
Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij
de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke
voorschriften en regelgeving in acht.
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een
storing in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden.
Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst
niet op een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een onderwerp, dan kunnen de contouren van het beeld er op de
monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is
dit verschijnsel minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de
monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem
koude plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te
Let op de werkomgeving
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Monitor
NL
67
Appendix
bergen. Een monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra
de temperatuur weer normale waarden aanneemt.
Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen
echter zwarte of lichte punten op de monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke
eigenschappen van de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze
punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die
voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van
winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan
van beeldgegevens.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten
aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan
in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie met betrekking
tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte,
zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door
derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en
verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het
geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een
dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat
de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van
het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd
fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten
van belanghebbenden.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf
verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of
mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en
het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd.
Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software
besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van
deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
Wettelijke en andere bepalingen
Beperkte aansprakelijkheid
Waarschuwing
Betreffende het copyright
68
NL
Appendix
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader
van Olympus bij deze camera te gebruiken.
Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en / of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel
veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus
stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van
batterijen en / of batterijlader die geen originele Olympus-accessoire zijn.
Garantiebepalingen
1. Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in
overeenstemming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en de
gebruiksaanwijzingen), wordt dit product, gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van
aankoop, bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied van Olympus Imaging
Europa GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com gerepareerd of, naar Olympus’
keuze, kostenloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant, vóór afloop van de
garantieperiode van twee jaar, het product en deze garantieverklaring mee te nemen naar de dealer
waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het
zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald op de website:
http://www.olympus.com. Tijdens de World Wide Warranty-periode van één jaar kan de klant het
product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een
dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is.
2. De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van
Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
3. Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de
reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde
garantieperiode.
(a) Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden
genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.).
(b) Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na
aankoop van het product.
(d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming,
blikseminslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e) Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een
plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende
middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h) Indien deze garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU
(Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke
veiligheid van de gebruiker. Apparaten met het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de
Europese markt.
Dit symbool [een doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft
aan dat in de EU-landen alle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur apart
moet worden ingezameld en verwerkt.
Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de
afvoer van dit product.
NL
69
Appendix
(i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar,
de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het
serienummer.
(j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
4. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op
ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
5. Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het
product. Iedere verplichting voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze
opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of
schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort
of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is
uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud
1. Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn.
Controleer daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en
datum van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van
de naam van de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is
toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien
noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is
of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is.
2. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek
bewaard te worden.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
xD-Picture Card™ is een handelsmerk.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en / of
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
De in deze handleiding genoemde normen voor camerabestandssystemen zijn de door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for
Camera File System / DCF“-normen.
Handelsmerken
70
NL
Appendix
TECHNISCHE GEGEVENS
Camera
Soort camera : Digitale camera (voor het opnemen en weergeven)
Opslagsysteem
Stilstaande beelden : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule
for Camera File system [DCF])
Compatibel met de
normen
: Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF),
PRINT Image Matching III, PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
: Bestandstype WAVE
Video's : AVI Motion JPEG
Opslagmedium : Intern geheugen
xD-Picture Card 16 MB – 2 GB (type H / M, standaard)
Aantal beelden
(met volledig opgeladen
batterij)
: Ongeveer 260
(gebaseerd op de CIPA-normen voor het bepalen van de gebruiksduur
van de batterij)
Aantal effectieve pixels : 10.100.000 pixels
Beeldopneemelement : 1/2,33" CCD (filter voor primaire kleuren), 10.700.000 pixels (bruto)
Lens : Olympus lens 6,6 tot 46,2 mm, f3,5 tot 5,3
(komt overeen met 37 tot 260 mm van een kleinbeeldcamera)
Lichtmeetsysteem : Digitale ESP-meting, spotmeetsysteem
Sluitertijd : 4 tot 1/2000 sec.
Scherpstelbereik : 0,7 m tot
)
(W / T) (normaal)
0,1 m tot
)
(W), 0,6 m tot
)
(T) (stand normaal / macro)
0,02 m (0,1 inch) tot 0,7 m (alleen W) (stand supermacro)
Monitor : 2,7" TFT LCD-kleurenmonitor, 230.000 pixels
Oplaadtijd flitser : Circa 3,5 sec. (na ontsteken van de flitser met volle lichtopbrengst, bij
kamertemperatuur en met een nieuwe, volledig opgeladen batterij)
Connectors : Multiconnector (gelijkspanningsconnector DC-IN, USB-connector,
A/V-OUT-connector)
Automatisch kalendersysteem: Van 2000 tot 2099
Bedrijfscondities
Temperatuur 0 °C tot 40 °C (tijdens bedrijf) / –20 °C tot 60 °C (tijdens opslag)
Relatieve vochtigheid 30 % tot 90 %, (tijdens bedrijf) / 10 % tot 90 % (tijdens opslag)
Energievoorziening : Een lithium-ionbatterij van Olympus (LI-50B) of lichtnetadapter van
Olympus
Afmetingen : 99,0 mm (l) x 56,3 mm (h) x 25,2 mm (b)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht : 135 g (zonder batterij en kaartje)
De functie “Schaduwaanpassingstechniek“ bevat gepatenteerde technologieën van Apical
Limited.
NL
71
Appendix
Lithium-ionbatterij (LI-50B)
Soort camera : Oplaadbare lithium-ionbatterij
Model nr. LI-50BA / LI-50BB
Nominale uitgangsspanning : 3,7 V gelijkspanning
Standaardcapaciteit : 925 mAh
Levensduur van de batterij : Circa 300 volledige ontlaad/oplaadcycli (afhankelijk van gebruik)
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 °C tot 40 °C (bij opladen) /
–10°C tot 60 °C (tijdens bedrijf) /
-10 °C tot 35 °C (opslag)
Afmetingen : 34,4 x 40,0 x 7,0 mm
Gewicht : Ongeveer 20 g
Batterijlader (LI-50C)
Model nr. LI-50CAA / LI-50CAB / LI-50CBA / LI-50CBB
Netspanning : 100 V tot 240 V (50 tot 60 Hz wisselspanning)
Uitgangsvermogen : 4,2 V gelijkspanning, 700 mA
Laadtijd : Ca. 2 uur
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 °C tot 40 °C (in bedrijf) /
–20 °C tot 60 °C (opslag)
Afmetingen : 62,0 x 23,8 x 90,0 mm
Gewicht : Ongeveer 70 g
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
72
NL
Appendix
OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA
Camera
Flitser (Blz. 17)
Ontspanknop
(Blz. 9, 11)
Zelfontspanner-LED
(Blz. 17)
Lens (Blz. 11, 60)
Zoomknop
(Blz. 16)
f
/
S
-knop
(Schaduwaanpassingstechniek /
Wissen) (Blz. 10, 18)
Pendelknop (
1243
)
(Blz. 6, 15)
e
-knop (OK / FUNC) (Blz. 15)
Oogje voor de riem (Blz. 3)
Klepje van het batterijcompartiment /
het kaartje (Blz. 4)
Statiefaansluiting
Klepje over de connector
(Blz. 39, 40, 46)
Multiconnector
(Blz. 39, 40, 46)
Monitor
(Blz. 37, 73)
m
-knop
(Blz. 16)
Luidspreker
o
-knop
(Blz. 6, 11)
Indicatie-LED Dataverkeer
(Blz. 47, 61)
Functieknop
(Blz. 6, 10, 12)
q
/
P
-knop
(Weergeven / Printen)
(Blz. 18)
g
/
E
-knop
(Blz. 19)
Microfoon (Blz. 28)
NL
73
Appendix
(
Stand Fotograferen
Symbolen en pictogrammen op de monitor
Item Indicaties Zie Blz.
1
Stand Fotograferen
b
,
c
,
B
,
F
,
D
,
G
enz. Blz. 12, 15, 25
2
Flitserfunctie
!
,
#
,
$
Blz. 17
3
Stille functie
U
Blz. 28
4
Beeldstabilisatie (stilstaand beeld)
Digitale beeldstabilisatie
(videobeelden)
h
Blz. 28
5
Stand macro
Stand supermacro
&
%
Blz. 17
6
Schaduwaanpassingstechniek
f
Blz. 18
7
Batterijcontrole
Z
= vol,
[
= bijna leeg Blz. 56
8
Flitser standby
#
(brandt) Blz. 49
Waarschuwing voor bewegen van de
camera / Opladen flitser
#
(knippert)
9
AF-lock-teken
^
Blz. 12
10
Autofocusteken Blz. 9, 28
11
Alarm
k
Blz. 38
12
Geluid opnemen
R
Blz. 28
13
Dualtime
l
Blz. 37
14
Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen
Resterende opnametijd
4
00:34
Blz. 53
15
Actueel geheugen
B
(Foto's opslaan in het interne geheugen)
Geen weergave (Beelden opslaan op het kaartje)
Blz. 61
16
Zelfontspanner
Y
Blz. 17
17
Sluitertijd / Diafragmawaarde 1/30 F3.5 enz.
18
Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 Blz. 17
19
Compressiemodus
Beeldherhalingsfactor
M
(NORMAL),
L
(FINE)
O
(15 beelden / sec.),
N
(30 beelden / sec.)
Blz. 22
20
Resolutie
F
,
H
,
D
,
C
enz. Blz. 22
21
Spotmeting
5
Blz. 28
22
Sluiterfunctie
j
,
W
Blz. 27
23
ISO ISO 100, ISO 400, ISO 1600 enz. Blz. 26
24
Witbalans
5
,
3
,
1
,
w
y
Blz. 26
10
M
10
M
+2.0+2.0 1/301/30 F3.5F3.5
P
44
IN
ISO
1600
ISO
1600
AFL
1
8
12
13
14
11
10
9
151618 17
24
23
22
21
20
19
2 5 763 4
+2.0
+2.0
IN
00:34
00:34
VGA
VGA
15
15
1
12
13
14
11
10
151618
24
21
20
19
2 54 73
VideobeeldenStilstaand beeld
74
NL
Appendix
(
Stand Weergeven
Item Indicaties Zie Blz.
1
Stille functie
U
Blz. 28
2
Printreservering /
Aantal prints
<
x 10 Blz. 43
3
Geluid opnemen
H
Blz. 33
4
Beveiligen
9
Blz. 33
5
Batterijcontrole
Z
= vol,
[
= bijna leeg Blz. 56
6
Sluitertijd /
Diafragmawaarde
1/1000 F3.5 enz.
7
Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 Blz. 17
8
Witbalans WB AUTO,
5
,
3
,
1
,
w
y
Blz. 26
9
Resolutie
F
,
H
,
D
,
C
enz. Blz. 22
10
Bestandsnummer
M
100 – 0004 Blz. 36
11
Beeldnummer
Verstreken tijd /
Totale opnametijd
4
00:14 / 00:34
Blz. 14
12
Actueel geheugen
B
(De foto weergeven die is opgeslagen in het interne
geheugen)
Geen weergave (Het beeld weergeven dat is
opgeslagen op het kaartje)
Blz. 61
13
Compressiemodus
Beeldherhalingsfactor
M
(NORMAL),
L
(FINE)
O
(15 beelden / sec.),
N
(30 beelden / sec.)
Blz. 22
14
ISO ISO 100, ISO 400, ISO 1600 enz. Blz. 26
15
Datum en tijd 2008.08.26 12:30 Blz. 7, 37
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
100-0004
100-0004
00:14
/
00:34
00:14
/
00:34
IN
VGA
VGA
15
15
10
15
8
9
11
13
3
4 51
12
10
M
10
M
2008.08.26
2008.08.26
12:30
12:30
4
4
100-0004
100-0004
+2.0
+2.0
F3.5
F3.5
10
10
1/1000
1/1000
IN
x
x
ISO
1600
ISO
1600
2
9
10
8
6
7
11
3
4 51
15
121314
VideobeeldenStilstaand beeld
NL
75
Index
e
-knop (OK / FUNC) ........................... 15
q
/
P
-knop.............................................. 18
f
/
S
-knop (schaduwaan-
passingstechniek / wissen).................... 18
3#
-knop (flitserfunctie) ............................ 17
4&
-knop (stand macro) ........................... 17
1F
-knop (belichtingscorrectie)............... 17
A
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen............................................ 53
ADD FAVORITE................................... 15, 30
AF-lock-teken............................................. 12
AF MODE .................................................. 28
ALARM CLOCK
k
.................................... 38
ALL ERASE
S
........................................... 34
ALL INDEX ................................................ 41
ALL PRINT................................................. 41
Alle beelden reserveren
U
....................... 43
AUTO..................................................... 6, 12
AUTO (autoflitsen) ..................................... 17
AUTO (ISO) ............................................... 26
AUTO (WB)
WB AUTO
............................ 26
Autofocus................................................... 50
AV-kabeltje............................................. 3, 39
B
BACKUP .................................................... 35
Batterij.................................................... 4, 60
Batterijlader........................................ 3, 4, 60
Batterijcontrole........................................... 74
Bedieningsaanwijzingen ................ 20, 41, 43
Beeld draaien
y
........................................ 33
Beeldnummer ............................................ 74
Beelden wissen.......................................... 10
Beelden wissen
S
..................................... 18
Belichtingscorrectie
F
............................... 74
Beveiligen
0
........................................... 33
Bewolkte dag
3
...................................... 26
C
CALENDAR ............................................... 32
Camerariem ................................................. 3
CAMERA MENU........................................ 26
CCD ........................................................... 36
COLOR EDIT............................................. 31
Compressie................................................ 22
Continue opnametijd.................................. 53
CUSTOM PRINT ....................................... 41
D
Datum en tijd
X
...................................... 37
g
/
E
-knop......................................... 19
DIGITAL ZOOM ......................................... 27
Direct printen ............................................. 40
DPOF......................................................... 43
DRIVE........................................................ 27
DUALTIME
l
........................................... 37
E
EASY PRINT ............................................. 40
EDIT .......................................................... 31
Enkel beeld fotograferen
o
..................... 27
Enkelbeeldweergave ................................. 16
Enkel beeld reserveren
P
........................ 43
ERASE ...................................................... 34
ESP ........................................................... 28
ESP /
n
.................................................. 28
EV.............................................................. 17
EXPOSURE............................................... 17
F
FACE DETECT.......................................... 28
FILE NAME.......................................... 36, 42
FINE ZOOM............................................... 27
Flitsen met onderdrukken van
rode ogen
!
...................................... 17
Flitser......................................................... 17
Flitserfunctie
#
.................................... 11, 17
Flitser uit
$
............................................... 17
Formaat wijzigen
Q
................................ 31
Foutmelding............................................... 56
FRAME...................................................... 31
FRAME ASSIST ........................................ 19
FRAME RATE............................................ 22
Functieknop..................................... 6, 10, 12
Functiemenu............................................ 15
G
Geef “Mijn favorieten“ weer
P
................. 15
Geheel indrukken .................................. 9, 11
Geluid toevoegen aan
stilstaande beelden
R
........................... 33
76
NL
Geluid opnemen bij stilstaande
beelden
R
.............................................. 28
Gezoomd weergeven
U
........................... 16
Gloeilamplicht
1
....................................... 26
g
(fotogids).................................. 6, 12
H
Half indrukken........................................ 9, 11
Helderheid van de monitor
aanpassen
s
...................................... 37
HIGH ISO AUTO........................................ 26
Histogramweergave............................. 19, 54
Hoofdmenu ................................................ 20
I
iESP........................................................... 28
IMAGE QUALITY....................................... 22
IMAGE STABILIZER.................................. 28
INDEX........................................................ 32
Indexweergave
G
.................................... 16
Indicatie-LED Dataverkeer............. 47, 53, 61
Informatiedisplay........................................ 19
Intern geheugen......................................... 61
Instelmenu's – SETUP............................... 34
Invulflitsen
#
............................................. 17
ISO-gevoeligheid ....................................... 26
K
Kaartje ....................................................... 61
Kalenderweergave..................................... 16
Klepje over de connector............... 39, 40, 46
Klepje van het
batterijcompartiment / kaartje .................. 4
L
LABEL........................................................ 32
Lens ..................................................... 11, 60
Lichtnetadapter.......................................... 62
Lithium-ionbatterij .............................. 3, 4, 60
Luidspreker ................................................ 72
M
MEMORY FORMAT (FORMAT) ................ 35
m
-knop................................................ 16
Menu.......................................................... 20
MENU COLOR .......................................... 35
Menugids ................................................... 19
Menu stand Fotograferen .......................... 22
Microfoon ................................................... 28
Multiconnector ............................... 39, 40, 46
N
NTSC......................................................... 39
O
OLYMPUS Master ................................. 3, 45
Ontspanknop ......................................... 9, 11
Opladen flitser ..................................... 49, 73
Optische zoom..................................... 16, 27
P
PAL............................................................ 39
PANORAMA .............................................. 23
Pendelknop (
1243
) ............................ 15
PERFECT FIX ........................................... 30
PictBridge .................................................. 40
PIXEL MAPPING....................................... 36
PLAYBACK MENU .................................... 33
o
-knop......................................... 6, 11
POWER SAVE........................................... 39
Print ........................................................... 40
PRINT ORDER
<
............................... 32, 43
PW ON SETUP ......................................... 35
R
REC VIEW................................................. 36
REDEYE FIX ............................................. 30
Repeterende opnamen
j
....................... 27
Repeterende opnamen met
hoge snelheid
W
................................. 27
RESET....................................................... 23
NL
77
S
SATURATION (High) ................................. 31
SATURATION (Low) .................................. 31
s
(scene) ................................... 6, 12, 25
Scherpstellen ....................... 9, 11, 12, 27, 50
Scherpstelgeheugen.................................. 11
SEL. IMAGE .............................................. 34
Sepia.......................................................... 31
SHADOW ADJ........................................... 30
SHOOT & SELECT1/2
ef
.................... 26
SILENT MODE
U
..................................... 28
SLIDESHOW ............................................. 29
Sluimerstand.............................................. 49
SOUND SETTINGS................................... 36
SPOT (AF MODE) ..................................... 28
Spotmeting
n
.......................................... 28
Stand Fotograferen
(fotofunctie) ......................... 11, 16, 19, 34
Stand macro
&
.................................... 11, 17
Stand Weergeven
q
..................... 10, 11, 13, 16, 19, 29, 34
Stand supermacro
%
.......................... 11, 17
Statiefaansluiting........................................ 72
Stilstaande beelden fotograferen
K
..... 6, 11
Symbolen en pictogrammen
op de monitor ........................................ 73
T
Taal voor de monitor
W
........................ 35
TL-lamp 1/2/3
wxy
............................ 26
U
Uitsnijden
P
............................................. 31
USB-kabeltje........................ 3, 40, 45, 46, 48
V
Videobeelden opnemen
n
....................... 12
VIDEO OUT ............................................... 39
W
Weergeven op een televisie....................... 39
Weergavetijd / Totale opnametijd............... 14
Wissen (Mijn favorieten) ............................ 15
WB ............................................................. 26
X
xD-Picture card .......................................... 61
Z
Zelfontspanner-LED .................................. 17
Zelfontspanner
Y
................................ 11, 17
Zonnige dag
5
......................................... 26
Zoomen ............................................... 16, 27
Zoomknop............................................ 16, 27
Zwart-wit.................................................... 31
78
NL
AANTEKENINGEN
NL
79
AANTEKENINGEN
http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen:
Correspondentieadres:
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 - 23 77 3-0 / Fax: +49 40 - 23 07 61
Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 - 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 - 67 10 83
of
+49 40 - 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur
en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Nederland: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel.: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
België: Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel.: (03) 870 58 00
© 2008
· OIME · 27.4 · 1/2008 · Hab. · E0460587
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus Mju 1020 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus Mju 1020 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,21 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus Mju 1020

Olympus Mju 1020 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 78 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info