453265
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/126
Pagina verder
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe camera in
gebruik gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera
te kunnen genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een
veilige plaats, zodat u later nog iets kunt opzoeken.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen
te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op rmwareversie 1.0 voor deze camera.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege
een rmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele
informatie op de Olympus-website.
Instructiehandleiding
DIGITALE CAMERA
Registreer uw product op www.olympus-consumer.com/register en ontvang
extra voordelen van Olympus!
Basisgids
Snelle taakindex
Inhoudsopgave
1.
Basisfotogra e / vaak gebruikte
opties
2. Andere opnameopties
3. Gebruik van de itser
4. Films opnemen en bekijken
5. Weergaveopties
6. Beelden verzenden en ontvangen
7. OLYMPUS Viewer 2 / [ib] gebruiken
8. Beelden printen
9. Camera-instellingen
10. De camera-instellingen aanpassen
11. Informatie
12. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Systeemschema
Index
2
NL
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer
waarbij u de camera hebt gekocht.
Camera
• Computersoftware
CD-ROM
• Handleiding
• Garantiekaart
Beschermkap
van de
camera
Camerariem USB-kabeltje
CB-USB6
AV-kabel
(mono)
CB-AVC3
Cameragreep
MCG-1
Lithium-ionbatterij
PS-BLS1 (BLS-1)
of BLS-5
Lithium-
ionlaadapparaat
PS-BCS1 (BCS-1)
of BCS-5
Camerariem bevestigen
1
Breng de
camerariem aan in
de richting van de
pijlen.
2
Trek de camerariem
tenslotte strak om er
zeker van te zijn dat
deze goed vastzit.
1
2
3
Maak het andere uiteinde van de camerariem op
dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog.
De greep bevestigen
Gebruik een muntstuk of een
vergelijkbaar voorwerp om
de schroef vast te draaien.
2
1
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
# Let op
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen
bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen
voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
$ Opmerkingen
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
% Tips
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
3
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Basisgids
1
De batterij opladen.
Indicator voor laadtoestand
BCS-1 BCS-5
Bezig met
opladen
Licht oranje op
Opladen
voltooid
Licht
blauw op
Off
Oplaadfout Knippert oranje
(Oplaadtijd: Tot circa 3 uur 30 minuten)
1
2
3
Stopcontact
Lithium-
ionlaadapparaat
SRichtingsteken
Lithium-ionbatterij
Lichtnetkabeltje
Indicator voor
laadtoestand
# Let op
Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
Gebruik alleen compatibele batterijladers om oplaadbare batterijen op te laden. BLS-1
batterijen moeten worden geladen met de BCS-1, BLS-5 batterijen met de BCS-5.
2
De batterij plaatsen.
2
1
3
Richtingsteken
Klepje van
het batterij-/
kaartcompartiment
Vergrendelknop
van het batterij-/
kaartcompartiment
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van
het batterij-/kaartcompartiment opent of sluit.
Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de
batterijvergrendelknop in de richting van de pijl,
waarna u de batterij kunt uitnemen.
# Let op
Neem contact op met een geautoriseerde verdeler of servicedienst als u de batterij niet
kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
$ Opmerkingen
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
De batterij opladen en plaatsen
4
NL
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
Het kaartje plaatsen.
Plaats het SD/SDHC/SDXC/Eye-Fi-kaartje
(in deze instructies het “kaartje“ genoemd)
tot het vergrendelt.
g “Info over het kaartje“ (Blz. 99)
# Let op
Schakel de camera uit voor u het kaartje
plaatst of verwijdert.
Geheugenkaartje verwijderen
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje en het
springt eruit. Neem de kaart eruit.
# Let op
Verwijder de batterij of het kaartje niet terwijl het
kaarttoegangslampje (Blz. 9) aan is.
2
Het klepje van het batterij-/kaartcompartiment sluiten.
Sluit het klepje tot u een klik hoort.
# Let op
Sluit het klepje van het batterij-/kaartcompartiment wanneer u de camera gebruikt.
Kaartjes plaatsen en verwijderen
5
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Basisgids
Een lens op de camera bevestigen
1
Verwijder de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens.
1
2
1
2
2
Bevestig een lens op de camera.
# Let op
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
Druk de lensontgrendelknop niet in.
Raak geen inwendige onderdelen van
de camera aan.
Koppelings-
markering
Markering
voor
lenskoppeling
Houd de rode koppelingsmarkering op de lens
tegenover de rode markering op de camera en
steek de lens in het camerahuis.
Draai de lens in de richting van de pijl tot u een
klik hoort.
3
Verwijder het lenskapje.
2
1
1
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait
u de lens in de richting van de pijl.
g “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 100)
2
1
Lensontgrendelknop
6
NL
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
Druk op de knop ON/OFF om de camera in te schakelen.
Wanneer de camera ingeschakeld wordt, licht de blauwe aan/uit-aanduiding op en
wordt het scherm ingeschakeld.
Wanneer de camera wordt ingeschakeld, wordt een stofreductie uitgevoerd om het
stof te verwijderen van het oppervlak van de beeldsensor lter.
Om de camera uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knop ON/OFF.
2
Stel de functieknop in op A.
Functieknop
ON/OFF-knop
Monitor
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
HD
Batterijniveau
7 (groen): de camera is klaar om opnames
te maken. Wordt weergegeven
gedurende ongeveer 10 seconden
nadat de camera werd ingeschakeld.
8 (groen): batterij bijna leeg
9 (knippert rood): laad de batterij op
Aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgeslagen
Beschikbare opnametijd
Camera inschakelen
7
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Basisgids
Datum en tijd instellen
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het
kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd.
Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1
Geef de menu's weer.
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
MENU-knop
j
4:3
D
2
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
2
Selecteer [X] op het tabblad [d] (instellingen).
• Selecteer met FG de optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
5sec
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
[d] tabblad
3
Stel de datum en tijd in.
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om het datumformaat te selecteren.
X
2011
YMD Time
Cancel
Y/M/D
De tijd wordt weergegeven
in 24-uursformaat.
4
Sla de instellingen op en verlaat het menu.
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
8
NL
Basisgids
Namen van onderdelen en functies
Camera
1
2
3
5
4
6
8
7
c
0
b
a
5
9
g
d
e
f
h
i
1 Functieknop .............................Blz. 6, 10
2 Ontspanknop .............Blz. 11, 12, 36, 92
3 ON/OFF-knop ...............................Blz. 6
4 Fn2-knop .....................................Blz. 89
5 Oogje voor de riem ........................Blz. 2
6 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 49/Blz. 82
7 Markering voor lenskoppeling ........Blz. 5
8 Lensvatting (verwijder de beschermkap
voor de lens wordt bevestigd)
9 Stereomicrofoon ....................Blz. 62, 68
0 Flitsschoendekseltje
a Ingebouwde itser........................Blz. 59
b Lensontgrendelknop ......................Blz. 5
c Lensvergrendelingspen
d Statiefaansluiting
e Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment .........................Blz. 3
f Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment .........................Blz. 3
g Klepje over de connector
h Multiconnector .................Blz. 69, 73, 77
i HDMI-miniconnector (type C) ......Blz. 69
Namen van onderdelen
9
NL
Namen van onderdelen en functies
Basisgids
1
3
2
45678 90
a
b
e
d
c
f
Knop F (omhoog)/
F (belichtingscorrectie) (Blz. 40)
Knop I (rechts)/#
( itser) (Blz. 59)
Knop G (omlaag)/jY (repeterende
opnamen/zelfontspanner) (Blz. 49)
Knop H (links)/
P (AF-kader) (Blz. 37)
Q-knop (Blz. 20, 21)
Functieknop* (j)
(Blz. 14, 50–53)
• Draaien om een optie
te kiezen.
1 Flitserschakelaar..........................Blz. 59
2 Accessoirepoort ...........................Blz. 71
3 Monitor
(Aanraakscherm) .............Blz. 22, 24, 25
4 R ( lm)-knop.......Blz. 11, 13, 61, 65, 89
5 U-knop ..................... Blz. 33, 38, 63, 64
6 Fn1/G-knop .............Blz. 89/Blz. 63, 64
7 q (weergave)-knop ..............Blz. 14, 63
8 D (wissen)-knop ....................Blz. 15, 63
9 MENU-knop ................................Blz. 21
0 Kaarttoegangslampje .....................Blz. 4
a Flitserschoen ...............................Blz. 60
b INFO (informatiedisplay) knop
.................................. Blz. 24, 25, 32–34
c Luidspreker
d Subregelaar* (j) ..........Blz. 14, 50–53
e Greepbevestigingsschroef .............Blz. 2
f Pendelknop
Functieknop* (j) ...........Blz. 14, 50–53
* In deze handleiding geven de pictogrammen j en j bewerkingen aan die worden
uitgevoerd met de functieknop en de subregelaar.
10
NL
Basisgids
Namen van onderdelen en functies
Bedieningselementen op de camera
Functieknop
Gebruik de functieknop om de stand Fotograferen te selecteren. Nadat u de stand
Fotograferen hebt gekozen, gebruikt u de ontspanknop om foto's te maken en de
knop R om lms op te nemen.
Filmstand
n
Film (Blz. 61)
Pictogram van
de stand
Indicator
Geavanceerde programma's
P
Programmagestuurd
fotograferen (Blz. 50)
A
Diafragmavoorkeuze (Blz. 51)
S
Sluitertijdvoorkeuze (Blz. 52)
M
Handmatig fotograferen
(Blz. 53)
Voor geavanceerde en creatieve
opnamen kunt u de diafragmawaarde
en de sluitertijd zelf instellen.
De instellingen die in de geavanceerde
programma's zijn uitgevoerd, worden
ook behouden als de camera wordt
uitgeschakeld.
Fotozone
Filmzone
Programma's voor gemakkelijk fotograferen
A
iAUTO (Blz. 18)
• Als A geselecteerd is, optimaliseert de camera
automatisch de instellingen overeenkomstig het
onderwerp.
Selecteer de opties ART of SCN overeenkomstig
uw onderwerp of creatieve bedoeling. De camera
optimaliseert de instellingen automatisch.
Als u de functieknop draait of de camera uitschakelt
in de programma's voor gemakkelijk fotograferen,
worden functies waarbij instellingen zijn gewijzigd
teruggezet naar de standaardinstellingen af fabriek.
ART
Kunst lter (Blz. 16)
SCN
Motiefprogramma (blz. 17)
% Tips
De camera-instellingen resetten: g “Standaard- of aangepaste instellingen herstellen“
(Blz. 35)
11
NL
Namen van onderdelen en functies
Basisgids
Ontspanknop R-knop
Stand Foto's: ontspanknop Films: knop R
P
Het diafragma en de sluitertijd worden
automatisch aangepast om de
optimale resultaten te verkrijgen.
De camera past de instellingen automatisch
aan en neemt een lm op.
A
U regelt het diafragma.
S
U regelt de sluitertijd.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd.
A
Een volautomatische stand waarbij de
camera automatisch de instellingen
optimaliseert voor de huidige scène.
ART
Selecteer een kunst lter.
SCN
Selecteer een scène.
n
Foto's worden opgenomen met de
instellingen die werden geselecteerd
in [n Mode].
Pas de sluitertijd of het diafragma aan
voor verschillende effecten terwijl lms
worden opgenomen.
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
Om een foto te nemen tijdens het opnemen van lms, drukt u op de ontspanknop. Druk
op de knop R om de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de
geheugenkaart: de lmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de lmbeelden
die volgen op de foto.
• Tijdens het lmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en
de itser kunnen niet worden gebruikt.
# Let op
De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de lmgrootte.
De autofocus en meting die worden gebruikt in de lmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De knop R kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om lms op te nemen:
ontspanknop half ingedrukt/BULB/repeterende opnamen/PANORAMA/3D/meervoudige
belichting, enz. (fotograferen stopt ook)
12
NL
Basisgids
Basisfuncties
1
Kadreer de opname.
Let op dat uw vingers of
de camerariem niet in de
weg zitten van de lens of
de itser.
Horizontale stand Verticale stand
Lenzen met een UNLOCK-schakelaar gebruiken
Intrekbare lenzen met een UNLOCK-schakelaar
kunnen niet worden gebruikt wanneer deze
ingetrokken zijn.
Draai de zoomring in de richting van de pijl (
1
) om
de lens naar buiten te laten komen (
2
).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in
de richting van de pijl (
4
) terwijl u de UNLOCK-
schakelaar (
3
) verschuift.
4
1
2
3
2
Stel scherp.
Druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie (druk de ontspanknop half in).
Druk de
ontspanknop
half in.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
HD
Sluitertijd Diafragmawaarde
AF-teken
Autofocusveld
• Het AF-teken (( of n) wordt weergegeven en de scherpstelling wordt vergrendeld.
(
Lenzen die Hi-Speed Imager AF ondersteunen*
n
Lenzen met andere Four Thirds-lensvattingen
* Bezoek onze website voor meer informatie.
De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde verschijnt.
Foto's maken/ lms opnemen
13
NL
Basisfuncties
Basisgids
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop
volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
3
Laat de ontspanknop los.
Foto's maken
Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan
de aanslag).
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt
gemaakt.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
Films opnemen
Laat de ontspanknop los en druk op de knop R om de opname te starten.
Druk nogmaals op de knop R om de opname te stoppen.
R-knop
00:02:18
n
% Tips
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de
“sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q-knop, enz.). [Sleep]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
# Let op
Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van
het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas worden
weergegeven in beelden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Kies in dat geval
een lagere ISO-gevoeligheid of schakel de camera gedurende een korte periode uit.
14
NL
Basisgids
Basisfuncties
Weergeven/Wissen
Beelden bekijken
Enkelbeeldweergave
Druk op de knop q om de recentste foto of lm weer
te geven.
2011.05.01 12:30 20
100-0020
L
N
Stilstaand beeld
2011.05.01 12:30 4
100-0004
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
HD
Film
q-knop
Pendelknop/functieknop
Geeft het
vorige beeld
weer
Geeft het
volgende
beeld weer
Gezoomd weergeven
Draai de subregelaar r om het huidige
beeld tot 14× in te zoomen. Draai
de knop q om terug te keren naar
enkelbeeldweergave.
2x
Indexweergave/kalenderweergave
Draai de subregelaar q om meerdere beelden te bekijken (indexweergave).
Als u de regelaar meerdere keren hebt gedraaid, worden de beelden weergegeven
in de kalenderweergave.
Druk op de knop U om het geselecteerde beeld op het volledige scherm weer te geven.
2011.05.01 12:30 21
Indexweergave
2011.5
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
25 26 27 28 29 30 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 1 2 3
25 26 27 28 29 30 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 1 2 3
Kalenderweergave
Filmweergave
Selecteer een lm en druk op Q om het weergavemenu
weer te geven. Selecteer [Movie Play] en druk op Q om het
afspelen te starten.
• Druk op MENU om het afspelen van de lm te onderbreken.
m
Movie
Back
Movie Play
Erase
Set
15
NL
Basisfuncties
Basisgids
Volume
Het volume kan worden aangepast door op F of G te
drukken tijdens enkelbeeldweergave en lmweergave.
00:00:02/00:00:14
Beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op D. Selecteer [Yes] en druk op Q.
U kunt ook meerdere beelden selecteren om ze te wissen. g “Beelden selecteren“
(Blz. 65)
D-knop
Erase
Back
Yes
No
Set
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de
knop Fn2; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt op het
beeld. Druk nogmaals op de knop Fn2 om de beveiliging
te verwijderen.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
g “Beelden selecteren“ (Blz. 65)
# Let op
Bij het formatteren van het geheugenkaartje worden alle
beelden gewist, ook de beveiligde beelden.
2011.05.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
16
NL
Basisgids
Basisfuncties
1
Draai de functieknop naar ART.
Een menu met kunst lters wordt weergegeven. Selecteer een lter met FG.
ART 1
1
7
Pop Art
Exit
Set
Q
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
0.00.0
ISO
400
HD
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het beeld door de lens op de monitor
weer te geven. Druk op Q om terug te keren naar het kunst ltermenu.
Soorten kunst lters
j Pop Art o Pin Hole
k Soft Focus s Diorama
l Pale&Light Color t Cross Process
m Light Tone u Gentle Sepia
n Grainy Film v Dramatic Tone
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het kunst ltermenu weer te geven.
Kunsteffecten
Kunst lters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het
kunst ltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele lter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de
originele lter aanpassen.
Effecten toevoegen*
Soft focus, pin-hole, frames, white edges, starlight
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde lter.
# Let op
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. De kunst lter wordt alleen toegepast op de
JPEG-kopie.
Afhankelijk van het onderwerp kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect
minder goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden.
Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van lms.
De weergave is afhankelijk van de gebruikte lters, effecten of instellingen voor de
lmkwaliteit.
Kunst lters gebruiken
17
NL
Basisfuncties
Basisgids
1
Draai de functieknop naar SCN.
Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer een scène met FG.
SCN 1 Portrait
Exit
Set
Q
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
ISO
400
HD
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het beeld door de lens op de monitor
weer te geven. Druk op Q om terug te keren naar het motiefmenu.
Soorten motiefprogramma's
O Portrait r Nature Macro
P e-Portrait Q Candle
L Landscape R Sunset
K Landscape+Portrait T Documents
J
Sport s Panorama (Blz. 54)
G Night Scene
(
Fireworks
U Night+Portrait g Beach & Snow
G
Children fn Fisheye Effect
H
High Key wn Wide-angle
I
Low Key mn Macro
q DIS Mode T 3D Photo
J
Macro
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het motiefmenu weer te geven.
# Let op
In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en
een tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast. Het ongewijzigde
beeld wordt opgenomen met de momenteel voor de beeldkwaliteit geselecteerde
optie, de gewijzigde kopie wordt opgenomen met een beeldkwaliteit JPEG (X-kwaliteit
(2.560 × 1.920)).
• [n Fisheye Effect], [n Wide-angle] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met optionele
voorzetlenzen.
Films kunnen niet worden opgenomen in de stand [e-Portrait], [Panorama] of [3D Photo].
Opnemen met een motiefprogramma
18
NL
Basisgids
Basisfuncties
Livegidsen gebruiken
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Terwijl iAUTO in een
volautomatische stand staat, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde
fototechnieken oproepen.
Change Color Saturation
Cancel
Gidsitem
Q
0
Clear & Vivid
Flat & Muted
Cancel Set
Niveaubalk/selectie
Gidsitem Niveaubalk/selectie Van invloed op
Change Color Saturation Clear & Vivid
Flat & Muted
Verzadiging, contrast,
gradatie enz.
Change Color Image Warm
Cool
Kleurtemperatuur,
gradatie enz.
Change Brightness Bright
Dark
Belichtingscorrectie,
gradatie enz.
Blur Background Blur
Sharp
Diafragma, live
preview enz.
Express Motions
Blurred
Motion*
Stop Motion
Sluitertijd
(1/2 sec. – snelste tijd),
beeldsnelheid enz.
Shooting Tips
Tips For Child Photo
Tips For Pet Photo
Tips For Flower Photo
Tips For Cuisine Photo
Tips For Framing
• Tips With Accessory
* Beeldsnelheid van de monitor vertraagt.
19
NL
Basisfuncties
Basisgids
1
Stel de functieknop in op A.
2
Nadat u op Q hebt gedrukt om de livegids weer
te geven, gebruikt u de FG-knoppen op de
pendelknop om een item te markeren en drukt
u op Q om dit te selecteren.
Change Color Saturation
Cancel
Gidsitem
3
Gebruik FG op de pendelknop om het niveau
te kiezen.
Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert
u een item en drukt u op Q om een beschrijving te
bekijken.
Druk de ontspanknop half in om een selectie te maken.
Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar
op het display. Als [Blur Background] of [Express
Motions] geselecteerd is, keert het display terug naar
de normale weergave, maar het geselecteerde effect
is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
0
Clear & Vivid
Flat & Muted
Cancel Set
Niveaubalk
4
Maak een opname.
Druk de ontspanknop in om een opname te maken.
Om de livegids te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
# Let op
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
• De itser kan niet worden gebruikt met de livegids.
Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen
geannuleerd.
Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de beperkingen van de belichtingsmeters
van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
In de standen P, A, S en M kunt u livegidsen weergeven door op de knop
Fn1 te drukken. Foto's worden gemaakt met de instellingen van de livegidsen.
[Button Function]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
20
NL
Basisgids
Basisfuncties
Live control gebruiken
Live control kan worden gebruikt om instellingen aan te passen in de standen P, S, A, M
en n. Wanneer u live control gebruikt, kunt u de effecten van verschillende instellingen
bekijken op de monitor. Een aangepaste instelling is beschikbaar zodat u live control ook
in andere standen kunt gebruiken (Blz. 81).
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
HD
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WBWB
AUTOAUTO
WB Auto
Functies
Instellingen
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 42
Beeldeffecten
*1
...................................Blz. 45
Motiefprogramma
*2
............................Blz. 17
Kunst lterstand
*2
................................Blz. 16
Stand n
*3
.........................................Blz. 61
Witbalans ...........................................Blz. 43
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 49
Breedte-hoogteverhouding
*1*2
............Blz. 48
Beeldkwaliteit.....................................Blz. 47
Flitserfunctie
*1*2
..................................Blz. 59
Regelen van de itssterkte
*1*2
............Blz. 60
Lichtmeetstand
*1*2
..............................Blz. 41
AF-modus ..........................................Blz. 36
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 48
Gezichtsprioriteit
*1*2
............................Blz. 39
Filmgeluidsopname ...........................Blz. 62
*1 Alleen voor de standen P, A, S en M.
*2 Alleen ART en SCN.
*3 Alleen de stand n.
1
Druk op Q om live controle weer te geven.
Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
2
Gebruik de FG-knoppen
op de pendelknop om een
instelling te selecteren, gebruik
HI om de geselecteerde
instelling te wijzigen en druk
vervolgens op Q.
De geselecteerde instellingen
worden automatisch van kracht
als er gedurende ongeveer
8 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
HD
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WBWB
AUTOAUTO
WB Auto
Cursor
Toont de
geselecteerde
functienaam
Cursor
Pendelknop
Pendel-
knop
# Let op
Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden.
% Tips
Voor informatie over het weergeven of verbergen van live control.
[KControl Settings]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
21
NL
Basisfuncties
Basisgids
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Menu's
j
4:3
D
2
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Druk op Q om
uw instelling te
bevestigen
Bedienings-
aanwijzingen
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te keren
Tabblad
W
Voorafgaande en basisopnameopties
X
Geavanceerde opnameopties
q
Weergave- en herwerkingsopties
c
Custom-menu*
#
Accessoirepoortmenu*
d
Camera-instellingen
(bijv. datum en taal)
* Niet weergegeven met de
standaardinstellingen.
2
Gebruik FG om een tabblad te selecteren en druk op
Q
.
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op
Q
om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
2
1
Off
w
0.0
oj/Y
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
Multiple Exposure
#
RC Mode
Digital Tele-converter
Off
Off
Off
Set
De huidige instelling verschijnt op het schermFunctie
Q
2
1
Off
w
0.0
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
Multiple Exposure
#
RC Mode
Digital Tele-converter
j/Y
Off
Off
Off
Set
j
o
Y
12s
Y
2
s
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Raadpleeg “Menulijst“ (Blz. 107) voor meer informatie over de functies die u met het menu
kunt instellen.
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie heeft
geselecteerd. Druk op de knop INFO omgidsen weer te geven of te verbergen.
% Tips
De camera-instellingen kunnen worden afgestemd op uw opnamestijl: gebruik de custom-
menu's om de camera-instellingen aan te passen aan uw eigen doelstellingen of smaak.
Custom-menu's worden standaard niet weergegeven; u dient de menu's weer te geven
voor u verder gaat. g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Apparaten op de accessoirepoort gebruiken: De instellingen voor de EVF- en OLYMPUS
PENPAL-accessoires zijn toegankelijk via het accessoirepoortmenu. Dit menu wordt
standaard niet weergegeven; u dient het menu weer te geven voor u verder gaat.
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
De menu's gebruiken
22
NL
Basisgids
Basisfuncties
Het aanraakscherm gebruiken
De monitor fungeert als een aanraakscherm om de camera te bedienen.
Livegidsen
Het aanraakscherm kan samen met de livegidsen
worden gebruikt.
1
Raak het tabblad aan en beweeg uw vinger
naar links om de livegidsen weer te geven.
Tik om items te selecteren.
2
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
verplaatsen.
Druk op de knop MENU om de weergave van
livegidsen af te sluiten.
Tabblad
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
HD
Stand Fotograferen
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor
te tikken. Tik op om de instellingen voor het
aanraakscherm te doorlopen.
ISO
200
250250 F5.6
P
0.00.0
01:02:0301:02:03
3030
L
N
HD
Bediening van het aanraakscherm uitgeschakeld.
Tik op een onderwerp om scherp te stellen en
automatisch de sluiter te ontspannen.
Tik om een scherpstelkader weer te geven.
U kunt het aanraakscherm gebruiken om de
positie en de grootte van het scherpstelkader te
kiezen. Foto's kunnen worden genomen door op
de ontspanknop te drukken.
Voorbeeld van uw onderwerp bekijken ( )
1
Tik op het onderwerp in het display.
Een AF-kader wordt weergegeven.
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader
te kiezen.
1414
1010
7
7
5x
5x
ISO
200
250250 F5.6
P
0.00.0
2
Tik daarna op E om in te zoomen op het
onderwerp in het scherpstelkader.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven.
1x
23
NL
Basisfuncties
Basisgids
Weergavestand
Gebruik het aanraakscherm om beelden te doorlopen of in en uit te zoomen.
Schermvullende weergave
Bijkomende beelden bekijken
Schuif uw vinger naar links om recentere beelden te
bekijken, of naar rechts om oudere beelden te bekijken.
Weergavezoom
Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven
wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik op F om de indexweergave weer te geven.
Voor de kalenderweergave tikt u op F tot de
kalender wordt weergegeven.
Index-/kalenderweergave
Pagina vooruit/pagina achteruit
Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te
bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
• Gebruik t of u om het aantal beelden te kiezen
dat wordt weergegeven.
Voor enkelbeeldweergave tikt u op u tot het huidige
beeld schermvullend wordt weergegeven.
2011.05.01 12:30
Beelden bekijken
Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
# Let op
In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk.
Filmopname/panorama/3D/e-portrait/meervoudige belichting/tijdopnamen/multi-weergave/
het dialoogvenster voor de witbalans met één knop/wanneer knoppen of regelaars
worden gebruikt.
In de stand zelfontspanner kan de timer worden gestart door op het display te tikken.
Tik nogmaals om de timer te stoppen.
Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
Een handschoen of monitorafdekking kan de bediening van het aanraakscherm hinderen.
% Tips
Het aanraakscherm uitschakelen. [Touch Screen Settings]: g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
24
NL
Basisgids
Op de monitor weergegeven informatie
Op de monitor weergegeven informatie
Stand
250250 F5.6
ISO
400
L
N
1
ISIS
4:3
S-AFS-AF
AEL
FP RC
BKT
+
2.0
+
2.0
P
+7+7
01:02:0301:02:03
10231023
45
mm45 mm
-3-3
j
RR
+
2.0
+
2.0
HD
N
1
3
j
v
w
x
y
z
A
u
t
s
1
e
f
g
h
i
j
k
d
c
32 54 678 09
pronmq l
ba
B
1 Schrijfaanduiding ...........................Blz. 8
2 Super FP- itser s ...................Blz. 105
3 RC-stand......................................Blz. 93
4 Auto bracketing t ....................Blz. 57
5 Meervoudige belichting a .........Blz. 56
6 Gezichtsprioriteit I ...............Blz. 39, 82
7 Filmgeluid ....................................Blz. 62
8 Waarschuwing interne temperatuur
m ........................................Blz. 97
9 dLock .........................................Blz. 82
0 Brandpuntsafstand.....................Blz. 100
a Flitser ...........................................Blz. 59
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
b AF-teken ......................................Blz. 12
c Beeldstabilisator ..........................Blz. 42
d Kunst lter .....................................Blz. 16
Motiefprogramma.........................Blz. 17
Beeldeffecten ...............................Blz. 45
e Witbalans .....................................Blz. 43
f Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 49
g Beeldrand ....................................Blz. 48
h Beeldkwaliteit (stilstaande
beelden) .......................................Blz. 47
i Beeldkwaliteit ( lms) ....................Blz. 48
j Beschikbare opnametijd
k Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................Blz. 106
l Toonregeling ................................Blz. 34
m Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 60
Onder: Belichtingscorrectie-
indicator.........................Blz. 40
n Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 40
o Diafragmawaarde .................Blz. 50 – 53
p Sluitertijd ...............................Blz. 50 – 53
q Histogram ..............................Blz. 32, 33
r AE-Lock u ................................Blz. 41
s Stand Fotograferen ..........Blz. 10, 50–55
t Myset ...........................................Blz. 35
u Aanraakscherm-stand..................Blz. 22
v Flitssterkteregelaar ......................Blz. 60
w ISO-gevoeligheid .........................Blz. 48
x AF-stand ......................................Blz. 36
y Lichtmeetstand ............................Blz. 41
z Flitserfunctie ................................Blz. 59
A
Batterijcontrole
7 Aan (groen): Klaar voor gebruik
(wordt weergegeven gedurende
ongeveer tien seconden nadat
de camera werd ingeschakeld)
8 Aan (groen): Batterij bijna leeg
9 Knippert (rood): Opladen nodig
B Livegids intrekken ..................Blz. 18, 22
U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop INFO.
g “Het informatiedisplay omschakelen“ (Blz. 32)
25
NL
Op de monitor weergegeven informatie
Basisgids
Beelden weergeven
Vereenvoudigde weergave
2011.05.01 12:30 15
100-0015
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
SD
c
7
8
2
13456
90ab
Volledige weergave
F5.6F5.6
+1.0+1.0
G+4G+4A+4A+4
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84032×3024
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
2011.05.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
SD
l
i
j
k
m
o
n
h
g
pqrs
t
ed f
1 Batterijcontrole ................................Blz 6
2 Eye-Fi-upload klaar.......................Blz 88
3 Printreservering
Aantal prints .................................Blz. 76
4 Geluid opnemen ..........................Blz. 68
5 Beveiligen ....................................Blz. 15
6 Beeld geselecteerd ......................Blz. 65
7 Bestandsnummer...................Blz. 76, 86
8 Beeldnummer ..............................Blz. 76
9 Opslagapparaat ...........................Blz. 99
0 Beeldkwaliteit ...............................Blz. 47
a Breedte-hoogteverhouding ....Blz. 48, 67
b 3D-beeld ......................................Blz. 55
c Datum en tijd..................................Blz. 7
d Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 48
e AF-kader ......................................Blz. 37
f Stand Fotograferen .........Blz. 10, 50 53
g Belichtingscorrectie......................Blz. 40
h Sluitertijd ...............................Blz. 50 – 53
i Diafragmawaarde .................Blz. 50 – 53
j Brandpuntsafstand.....................Blz. 100
k Flitssterkteregelaar ......................Blz. 60
l Witbalanscorrectie .......................Blz. 44
m Kleurruimte ..................................Blz. 85
n Beeldeffecten ...............................Blz. 45
o Compressiefactor.........................Blz. 47
p Aantal pixels ................................Blz. 47
q ISO-gevoeligheid .........................Blz. 48
r Witbalans .....................................Blz. 43
s Lichtmeetstand ............................Blz. 41
t Histogram ..............................Blz. 32, 33
U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop INFO.
g “Informatie weergeven tijdens afspelen“ (Blz. 33)
26
NL
Snelle taakindex
Stand
g
Foto's maken met automatische
instellingen
iAUTO (A)
10
Eenvoudige fotogra e met speciale
effecten
Kunst lter (ART)16
Een breedte-hoogteverhouding kiezen
Breedte-hoogteverhouding 48
Instellingen snel aanpassen aan
het motief
Scène (SCN)17
Eenvoudig professioneel fotograferen
Livegids 18
Foto's maken zodat de witte tinten
witter worden en de zwarte tinten
donkerder
Belichtingscorrectie 40
Foto's maken met een onscherpe
achtergrond
Livegids 18
Diafragmavoorkeuze 51
Foto's maken die het bewegende
onderwerp stoppen of een gevoel
van beweging geven
Livegids 18
Sluitertijdvoorkeuze 52
Foto's maken met de juiste kleur
Witbalans 43
Witbalans met één knop 44
Foto's verwerken overeenkomstig het
onderwerp/Monotint-foto's maken
Beeldeffect 45
Kunst lter (ART)16
Scherpstellen/scherpstellen op
één gebied
Aanraakscherm 22
Autofocusveld 37
Zoomkader-AF/zoom-AF 38
Wanneer de camera niet kan
scherpstellen op uw onderwerp
Scherpstelvergrendeling 37
Scherpstellen op een klein punt in het
beeld / scherpstelling controleren voor
het fotograferen
Zoomkader-AF/zoom-AF 38
Foto's opnieuw kadreren na het
scherpstellen
Scherpstelvergrendeling 37
C-AF+TR (AF Tracking) 36
De pieptoon uitschakelen
8 (Piepgeluid)
84
De itser uitschakelen/foto's maken
zonder itser
Flitser 59
ISO/DIS Mode 48/17
Camerabewegingen beperken
Beeldstabilisator 42
Anti-Shock 84
Zelfontspanner 49
Afstandsbedieningskabel 102
Foto's maken van een onderwerp
met tegenlicht
Gebruik van de itser 59
Gradation (Picture Mode) 45
Vuurwerk fotograferen
Tijdopnamen 53
Scène (SCN)17
Beeldruis verminderen (marmering)
Noise Reduct. 85
Snelle taakindex
27
NL
Snelle taakindex
Foto's maken zonder te witte wittinten
of te donkere zwarttinten
Gradation (Picture Mode) 45
Histogram/
Belichtingscorrectie
32/40
Toonregeling 34
De monitor optimaliseren/
de monitorschakering aanpassen
Helderheid van monitor
aanpassen
80
Live View Boost 83
Ingesteld effect controleren voor u een
foto maakt
Multi-weergave 32, 40
Preview-functie 51
Test Picture 89
Foto's maken terwijl u nagaat of de
camera waterpas staat
Level Gauge (G/Info Settings)
32
Fotograferen met doelbewuste
compositie
Displayed Grid (G/Info
Settings)
83
Inzoomen op foto's om de
scherpstelling te controleren
Autoq (Rec View)
80
mode2 (q Close Up Mode)
84
Zelfportretten
Zelfontspanner 49
Repeterende opnamen
Repeterende opnamen 49
Gebruiksduur van de batterijen
verlengen
Sleep 84
Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen
Beeldkwaliteit 47
Weergave/herwerken
g
Beelden bekijken op een televisie
Weergave op een televisie 69
Diashows met achtergrondmuziek
bekijken
Diashow 66
Schaduwpartijen lichter maken
Shadow Adj (JPEG Edit) 67
Rode ogen verhelpen
Redeye Fix (JPEG Edit) 67
Eenvoudig printen
Direct printen 77
Commerciële prints
Een printorder aanmaken 76
Foto's eenvoudig delen
OLYMPUS PENPAL 71
Camera-instellingen
g
Standaardinstellingen herstellen
Reset 35
Instellingen opslaan
Myset 35
Taal voor de monitor wijzigen
W
80
28
NL
Inhoudsopgave
Basisgids 3
Voorbereidingen voor het
fotograferen ..................................3
De batterij opladen en plaatsen ... 3
Kaartjes plaatsen
en verwijderen .........................4
Een lens op de camera
bevestigen ...............................5
Camera inschakelen ...................6
Datum en tijd instellen ................7
Namen van onderdelen
en functies ....................................8
Namen van onderdelen ..............8
Camera 8
Bedieningselementen op
de camera .............................10
Functieknop 10
Basisfuncties ..............................12
Foto's maken/ lms opnemen ....12
Weergeven/Wissen ..................14
Beelden bekijken 14
Volume 15
Beelden wissen 15
Beelden beveiligen 15
Kunst lters gebruiken ...............16
Opnemen met een
motiefprogramma ..................17
Livegidsen gebruiken................18
Live control gebruiken ..............20
De menu's gebruiken ................21
Het aanraakscherm
gebruiken..............................22
Livegidsen 22
Stand Fotograferen 22
Weergavestand 23
Op de monitor weergegeven
informatie ....................................24
Stand ........................................24
Beelden weergeven ..................25
Snelle taakindex 26
Basisfotogra e/vaak
gebruikte opties 32
Het informatiedisplay
omschakelen ...............................32
Opnameregelaars kiezen ...........32
Informatie weergeven tijdens
afspelen ....................................... 33
Andere toepassingen voor de
knop INFO ..................................34
Standaard- of aangepaste
instellingen herstellen ...............35
Reset-instellingen gebruiken ....35
Myset opslaan ..........................35
Myset gebruiken .......................35
Een scherpstelstand
selecteren (AF-stand) .................36
Een scherpstelkader
selecteren (AF-kader) .................37
Scherpstelvergrendeling ........... 37
Autofocusveld snel selecteren ...37
Snel omschakelen tussen AF
en MF ....................................37
Zoomkader-AF/zoom-AF ............38
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ...................39
Foto's maken met
gezichtsprioriteit ....................39
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................. 40
Een voorbeeld bekijken van het
effect van belichtingscorrectie
en witbalans ..........................40
De helderheid wijzigen
van overbelichte en
onderbelichte delen ...................40
Inhoudsopgave
29
NL
Inhoudsopgave
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting) ...........41
Belichtingsvergrendeling
(AE-lock) ......................................41
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) ......................42
Kleur aanpassen (witbalans) .....43
Witbalanscorrectie ....................44
Witbalans met één knop ...........44
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ............................ 45
Kwaliteit van de opname
(beeldkwaliteit) ...........................47
De beeldkwaliteit instellen ........47
De beeldverhouding instellen ...48
ISO-gevoeligheid ........................48
Repeterende opnamen/de
zelfontspanner gebruiken ..........49
Andere opnameopties 50
“Richten en fotograferen“
(stand P) .....................................50
Het diafragma instellen
(diafragmavoorkeuzestand A) ... 51
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeuzestand S) ...52
Het diafragma en de
sluitertijd instellen
(handmatige stand M) ................53
Kiezen wanneer de
belichting wordt
beëindigd (tijdopname) ..........53
Panorama’s fotograferen ...........54
Foto's maken voor
een panorama .......................54
3D-fotogra e ...............................55
Meerdere belichtingen
opnemen in één beeld
(meervoudige belichting) ...........56
Variërende instellingen bij een
reeks foto's (bracketing) ............57
Digitale zoom (digitale
teleconverter) ..............................58
Gebruik van de itser 59
Een itser gebruiken
( itserfotogra e) ........................59
Uitgangsvermogen van de
its aanpassen (regelen
van de itssterke) .......................60
Een externe itser gebruiken
die werd ontworpen voor
gebruik met deze camera ..........60
Andere externe itsers ..............60
Films opnemen
en bekijken 61
De instellingen voor
lmopnamen wijzigen ................61
Effecten toevoegen
aan een lm ...........................61
Opties voor lmgeluid (geluid
opnemen met lms) ...............62
Films bekijken .............................62
Weergaveopties 63
Enkelbeeldweergave ..................63
Indexweergave/
kalenderweergave ......................63
Weergavezoom
(gezoomd weergeven) ................64
Beelden selecteren .....................65
Alle beveiligingen annuleren .....65
Alle beelden wissen ...................65
30
NL
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Draaien ........................................65
Diashow .......................................66
Foto's bewerken .........................67
Beeldoverlapping .......................68
Audio-opname ............................68
Camerabeelden weergeven
op een televisie ...........................69
Beelden verzenden
en ontvangen 71
Beelden verzenden .....................71
Beelden ontvangen/een host
toevoegen ...................................71
Het adresboek bewerken ...........72
Albums aanmaken ......................72
OLYMPUS Viewer 2/[ib]
gebruiken 73
Windows ...................................73
Macintosh .................................74
Foto's naar een computer
kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 2/[ib] ..............75
Beelden printen 76
Printreservering (DPOF) ............76
Een printorder aanmaken .........76
Alle of geselecteerde foto's uit
het printorder verwijderen......77
Direct printen (PictBridge) .........77
Eenvoudig printen.....................78
Printen volgens de speci catie
van de klant ...........................78
Camera-instellingen 80
Setup-menu .................................80
X (Datum/tijd instellen) ............80
W (Taal voor de monitor
wijzigen) ................................80
i (Helderheid van monitor
aanpassen)............................80
Rec View ..................................80
c/# Menu Display ..................80
Firmware...................................80
De camera-instellingen
aanpassen 81
Voor u de custom-/
accessoirepoortmenu's
gebruikt..................................81
Custom-menuopties ...................81
R AF/MF ..................................81
S Button/Dial ...........................82
T Release ................................83
U Disp/8/PC ..........................83
V Exp/p/ISO ..........................84
W #Custom .............................85
X K/Color/WB ....................... 85
Y Record/Erase .......................86
Z Movie ...................................87
b
K
Utility ..............................88
AEL/AFL ...................................88
U
Function,
V
Function,
R Function ............................89
Opties van het
accessoirepoortmenu ................90
A OLYMPUS PENPAL
Share ..................................... 90
B OLYMPUS PENPAL
Album ....................................90
C Electronic View nder ...........90
31
NL
Inhoudsopgave
Het superbedieningspaneel
gebruiken ....................................91
Films opnemen met de
ontspanknop ............................... 92
Een foto nemen als de
lmopname eindigt ................92
Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening ......................93
Informatie 94
Fotografeertips en -informatie ...94
Foutcodes ...................................96
Reinigen en opbergen van
de camera ....................................98
Reinigen van de camera...........98
Opslag ......................................98
Reinigen en controleren van
het beeldopneemelement ......98
Pixel mapping –
Controleren van de
beeldbewerkingsfuncties .......98
Info over het kaartje ...................99
Toepasbare
geheugenkaartjes .................. 99
Het geheugenkaartje
formatteren ............................99
Batterij en laadapparaat ...........100
Uw laadapparaat in het
buitenland gebruiken ...............100
Verwisselbare lenzen ...............100
M.ZUIKO DIGITAL
lensspeci caties ..................101
Belangrijkste accessoires .......102
Lensvattingsadapter ...............102
Afstandsbedieningskabel
(RM-UC1) ............................102
Voorzetlenzen ......................... 102
Macro-armlamp (MAL–1)........102
Microfoonset (SEMA-1) ..........102
Elektronische zoeker (VF-2) ...102
Cameragreep..........................102
Waarschuwingsindicatie
belichting ..................................103
Beschikbare itsstanden in de
diverse fotografeerstanden .....104
Flitsersynchronisatie
en sluitertijd ..............................105
Fotograferen met een
externe itser ............................105
Beeldkwaliteit en
bestandsgrootte/het aantal
foto's dat kan worden
opgeslagen ...............................106
Menulijst .................................... 107
Technische gegevens .............. 111
VEILIGHEIDSMAAT-
REGELEN 113
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ...
113
Systeemschema 120
Index 122
32
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
1
De knop INFO kan worden gebruikt om te kiezen welke informatie en regelaars tijdens
het fotograferen worden weergegeven.
Het informatiedisplay omschakelen
Druk op de knop INFO om de informatie te kiezen die tijdens het fotograferen wordt
weergegeven.
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen
*2
Histogramweergave
Alleen beeldWaterpasweergave
*2
Multi-weergave
*2
Informatiedisplay aan
*1
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
L
N
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
L
N
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
L
N
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
WB/
0.0
+0.7+0.3
-
0.3
Set
INFOINFO
*1 U kunt een compositieraster weergeven of kiezen welk soort raster wordt weergegeven
met [G/Info Settings] > [LV-Info]. g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
*2 Weergegeven wanneer [On] is geselecteerd voor [G/Info Settings] > [LV-Info].
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Opnameregelaars kiezen
Opnameopties kunnen worden weergegeven door op Q te drukken. U kunt de
beschikbare weergavetypes kiezen met de optie [
K
Control Settings] in de custom-
menu's (Blz. 81).
ART/SCN
Motiefmenu
250250 F5.6
P
3636
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
Metering
Superbedieningspaneel*
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
HD
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WBWB
AUTOAUTO
WB Auto
Live control*
INFO
INFO INFOINFO
Kunst ltermenu
ART 1
1
7
Pop Art
Exit
Set
SCN 1 Portrait
Exit
Set
P/A/S/M
250250 F5.6
P
3636
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
Metering
Superbedieningspaneel*
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
HD
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WBWB
AUTOAUTO
WB Auto
Live control
INFO
INFO
INFO
INFO
* Kan worden weergegeven met [
K
Control Settings].
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
33
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Informatie weergeven tijdens afspelen
De knop INFO kan worden gebruikt om de informatie te kiezen die tijdens het afspelen
wordt weergegeven.
Volledige weergave
(Blz. 25)
Vereenvoudigde
weergave (Blz. 25)
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen*
Lichtbakweergave
*
Histogramweergave
*
Alleen beeld
*
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
2011.05.01 12:30 15
100-0015
4
:
3
L
N
×10×10
F5.6F5.6
±0.0±0.0
G±10G±10A±10A±10
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84032×3024
×10×10
4
:
3
L
N
2011.05.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
1615
15
Shadow
Highlight
2011.05.01 12:30 15
×10×10
INFOINFO
* Weergegeven wanneer [On] is geselecteerd voor [G/Info Settings] > [q Info].
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Histogramweergave
Een histogram weergeven waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt getoond.
De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke helderheid in
het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder de ondergrens
worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd gemeten, wordt groen
weergegeven.
Weergave van overbelichte en onderbelichte delen
Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven,
delen onder de ondergrens blauw. [Histogram Settings]: g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
Lichtbakweergave
Twee beelden naast elkaar vergelijken. Druk op Q om het beeld te selecteren aan de andere
kant van de monitor. Naast het aanpassen van de instellingen met [G/Info Settings] in de
custom-menu's, dient u ook [mode2] te selecteren voor [q Close Up Mode]. g “De camera-
instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Het basisbeeld wordt rechts weergegeven. Gebruik HI om een beeld te selecteren en
druk op Q om het beeld naar links te verplaatsen. Het beeld dat u wilt vergelijken met
het beeld links, kan rechts worden geselecteerd. Om een ander basisbeeld te kiezen,
markeert u het rechterbeeld en drukt u op Q.
• Druk op U om in te zoomen op het huidige beeld. Gebruik de subregelaar om in of uit te
zoomen
• Gebruik FGHI om andere delen van de foto weer te geven. Het weergegeven beeld
wijzigt telkens als u op de knop INFO of U drukt.
2x
2x
53 54
2x
INFO
of
U
INFO
of
U
INFO
of
U
34
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Andere toepassingen voor de knop INFO
Witbalans met één knop
Om het dialoogvenster voor de witbalans met één knop
weer te geven, drukt u op de knop INFO in het menu
one-touch witbalans (Blz. 44).
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
P
WBWB
11
11
22
CWBCWB
HD
Capture WB
Kleurtemperatuur
Om het dialoogvenster voor de kleurtemperatuur weer te
geven, drukt u op de knop INFO in het custom-menu voor
de witbalans (Blz. 43).
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
P
WBWB
2211
CWBCWB
CWB
CWB
5400 K
HD
Kelvin
Weergavezoom
Om in of uit te zoomen op een beeld, drukt u op de knop
U om de weergavezoom te starten, waarna u op de
knop INFO drukt en FG gebruikt.
2x
Toonregeling
De belichtingscorrectie, het diafragma en de
sluitertijd kunnen worden aangepast door op
de knop F te drukken. Het dialoogvenster
voor de toonregeling kan worden opgeroepen
door op de knop INFO te drukken nadat de
knop F werd ingedrukt. U kunt vervolgens
HI gebruiken om het toonniveau te kiezen.
g “De helderheid wijzigen van overbelichte
en onderbelichte delen“ (Blz. 40)
250250 F5.6
ISO
200
L
N
1
ISIS
P
01:02:0301:02:03
12341234
j
HD
00
+
2.0
+
2.0
Brandpuntsafstand
Om de brandpuntsafstand voor de beeldstabilisatie
te kiezen, drukt u in het dialoogvenster voor de IS-
modus op de knop INFO, waarna u FGHI of de
regelaars gebruikt. g “Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator)“ (Blz. 42)
L
F
4:3
j
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
mmmm5050
HD
Focal Length
Auto
Help
Help wordt automatisch gedurende twee seconden
weergegeven nadat een item werd geselecteerd. Om
de help uit te schakelen, drukt u op de knop INFO.
Druk nogmaals op de knop INFO om de help weer
in te schakelen.
j
4:3
D
2
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Delete all pictures in the
memory card or format
the memory card.
Set
35
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Standaard- of aangepaste instellingen herstellen
De camera-instellingen kunnen probleemloos worden hersteld naar een van de drie
voorgeprogrammeerde instellingen.
Reset: Standaardinstellingen herstellen.
Myset: Voorgeselecteerde instellingen herstellen voor de stand P, A, S of M. De
fotografeerstand wijzigt niet. Tot vier reeksen voorgeselecteerde instellingen
kunnen worden opgeslagen.
Snel Myset: Opgeslagen instellingen worden van kracht wanneer de knop Fn1 of R wordt
ingedrukt. De fotografeerstand wordt aangepast aan de preset-instellingen.
Reset-instellingen gebruiken
1
Selecteer [Reset/Myset] in het fotografeermenu W
(Blz. 107).
2
Selecteer [Reset] en druk op Q.
Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te
kiezen. Om alle instellingen behalve de tijd en de
datum te resetten, markeert u [Full] en drukt u op Q.
g “Menulijst“ (Blz. 107)
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 Set
Set
Set
Set
Basic
Back
Set
Myset opslaan
1
Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
2
Selecteer [Reset/Myset] in het fotografeermenu W (Blz. 107).
3
Selecteer de gewenste bestemming ([Myset1]–[Myset4]) en druk op I.
[Set] verschijnt naast de bestemmingen ([Myset1]–[Myset4]) waarin reeds instellingen zijn
opgeslagen. Door [Set] nogmaals te selecteren, overschrijft u de vastgelegde instelling.
Selecteer [Reset] om het vastleggen te annuleren.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
g “Menulijst“ (Blz. 107)
Myset gebruiken
1
Selecteer [Reset/Myset] in het
fotografeermenu W (Blz. 107).
2
Selecteer de gewenste instellingen
([Myset1]–[Myset4]) en druk op Q.
3
Selecteer [Set] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 Set
Set
Set
Set
Basic
Back
Set
36
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Een scherpstelstand selecteren (AF-stand)
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer
de AF-stand met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op
de monitor.
S-AFS-AF
S-AF
S-AF
P
S-AFS-AF
S-AF
S-AF
C-AFC-AF
MFMF
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
MF
C-AFC-AF
TR
Single AF
S-AF (één keer
scherpstellen)
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop
half ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld,
hoort u een pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en
het autofocusteken op. Deze methode is geschikt voor het
fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen.
C-AF
(continu
scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half
ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld,
licht het AF-bevestigingsteken op op de monitor en de pieptoon
weerklinkt wanneer de scherpstelling de eerste en tweede
keer wordt vergrendeld. Ook al beweegt het onderwerp of
verandert u de compositie van de foto, de camera blijft bezig
met scherpstellen.
Four Thirds-lenzen stellen scherp met [S-AF].
MF (handmatig
scherpstellen)
Met deze functie
kunt u handmatig
scherpstellen op elk
onderwerp.
Dichtbij
)
Scherpstelring
S-AF+MF (de
standen S-AF en MF
gelijktijdig gebruiken)
Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te
stellen in de stand [S-AF], kunt u de scherpstelring gebruiken
om de scherpstelling handmatig bij te regelen.
C-AF+TR
(AF tracking)
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera
volgt het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de
ontspanknop in deze positie wordt gehouden.
Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het
onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in.
Four Thirds-lenzen stellen scherp met [S-AF].
% Tips
De opties [Rls Priority S] (Blz. 83) en [Rls Priority C] (Blz. 83) kunnen worden gebruikt om
in te stellen of de sluiter kan worden ontspannen wanneer de camera niet kan scherpstellen.
[MF Assist] (Blz. 82) kan worden gebruikt om de automatische zoomweergave te activeren
wanneer er aan de scherpstelring wordt gedraaid.
Met [Focus Ring] (Blz. 82) kunt u de draairichting van de scherpstelring wijzigen.
# Let op
De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
37
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Een scherpstelkader selecteren (AF-kader)
Kies welke van de 35 AF-kaders worden gebruikt om automatisch scherp te stellen.
1
Druk op de knop P (H) om het AF-kader weer te geven.
2
Gebruik FGHI om de weergave van één kader te selecteren en
positioneer het AF-kader.
De stand “Alle doelen“ wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg verplaatst.
U kunt kiezen uit de volgende drie doeltypes. Druk op de knop INFO en gebruik FG.
All Targets Single Target Group Target
De camera kiest
automatisch uit alle
mogelijke scherpsteldoelen.
Selecteer het scherpsteldoel
handmatig.
De camera kiest
automatisch uit de doelen
in de geselecteerde groep.
Scherpstelvergrendeling
Wanneer de camera niet kan scherpstellen op het gekozen onderwerp, selecteert u de stand
single target en gebruikt u de scherpstelvergrendeling om scherp te stellen op een ander
onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt.
1
In de stand [S-AF] plaatst u het AF-kader over het onderwerp en drukt
u de ontspanknop half in.
Zorg ervoor dat het AF-bevestigingsteken oplicht.
De scherpstelling vergrendelt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
2
Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, past u de compositie van
de foto aan, waarna u de ontspanknop helemaal indrukt.
Wijzig de afstand tussen de camera en het onderwerp niet terwijl u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
Autofocusveld snel selecteren
U kunt het geselecteerde AF-kader met de knoppen Fn1/Fn2 of R opslaan zodat u het snel
opnieuw kunt oproepen.
Selecteer het AF-kader met [P Set Home] (Blz. 82).
• Gebruik [U Function], [V Function] of [R Function] om deze functie toe te wijzen aan
de knop.
[Button Function]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Snel omschakelen tussen AF en MF
Met de knop Fn1/Fn2 of R kunt u [MF] omschakelen.
• Gebruik [U Function], [V Function] of [R Function] om deze functie toe te wijzen aan
de knop.
[Button Function]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
38
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
L
N
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.00.0
ISO
200
HD
Opnamescherm
L
N
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.00.0
ISO
200
HD
Zoomkader-AF Zoom-AF
U
U
U
Q
Q
/
/
U
U
(Ingedrukt houden)
1
Druk op de knop U om het zoomkader weer te geven.
Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te kiezen.
Vergelijking tussen AF- en
zoomkaders
14x
10x
7x
5x
2
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te kiezen.
3
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
$ Opmerkingen
Automatisch scherpstellen is beschikbaar en foto's kunnen worden gemaakt terwijl het
zoomkader wordt weergegeven en terwijl wordt ingezoomd op de weergave doorheen
de lens.
# Let op
De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
39
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Gezichtsprioriteit-AF/pupilherkenning-AF
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en digitale ESP aan.
Foto's maken met gezichtsprioriteit
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer de
gezichtsprioriteit met FG.
2
Gebruik HI om een optie te selecteren en
druk op Q.
S-AFS-AF
P
ii iRiR iLiL
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
Face Priority On
J
Gezichtsprioriteit uit Gezichtsprioriteit uit.
I
Gezichtsprioriteit aan Gezichtsprioriteit aan.
K
Gezichts- en
oogprioriteit aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert
de pupil van het oog dat zich het dichtst bij de
camera bevindt voor gezichtsprioriteit-AF.
L
Gezichts- en rechter
oogprioriteit aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-AF.
M
Gezichts- en linker
oogprioriteit aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF.
3
Richt de camera op het onderwerp.
Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
ii
0.00.0
ISO
200
HD
4
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
Als de camera de ogen van het onderwerp kan
detecteren, wordt een groen kader weergegeven
rond het geselecteerde oog. (pupilherkenning-AF)
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
ii
0.00.0
ISO
200
HD
5
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
# Let op
Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat de camera het gezicht niet correct detecteert.
In andere lichtmeetmethodes dan [p (digitale ESP-meting)], meet de camera de belichting
voor de geselecteerde positie.
$ Opmerkingen
Gezichtsprioriteit is ook beschikbaar in [MF]. Gezichten die door de camera worden herkend,
worden aangeduid door witte kaders.
40
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Druk op de knop F (F) en draai de functieknop of subregelaar om de belichting
aan te passen. Kies positieve (“+“) waarden om beelden helderder te maken en
negatieve (“–“) waarden om beelden donkerder te maken. De belichting kan worden
aangepast tussen ±3 EV.
Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+)
% Tips
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen. [EV Step]: g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand A, M of SCN.
Een voorbeeld bekijken van het effect van belichtingscorrectie
en witbalans
Het effect van de belichtingscorrectie en witbalans kan worden gecontroleerd in het
scherm met 4 beelden.
1
Selecteer [On] voor [G/Info Settings] >
[Multi View] in het c Custom-menu (Blz. 81).
2
Druk herhaaldelijk op de knop INFO om de
multi-weergave weer te geven.
Deze functie is niet beschikbaar in de stand A, ART,
SCN of n.
3
Selecteer met HI de gewenste waarde en druk daarna op Q.
• Gebruik FG om te schakelen tussen de weergave met belichtingscorrectie en witbalans.
De helderheid wijzigen van overbelichte en onderbelichte delen
Om het dialoogvenster voor de toonregeling op te roepen,
drukt u op de knop F (F) en drukt u op de knop INFO.
Gebruik HI om een toonniveau te kiezen. Kies “laag“
om schaduwen donkerder te maken of “hoog“ om lichte
partijen helderder te maken.
250250 F5.6
ISO
200
L
N
1
ISIS
P
01:02:0301:02:03
12341234
j
HD
00
+
2.0
+
2.0
Belichtingscorrectie Toonniveau:
laag
Toonniveau:
hoog
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
00
+1+1
00
WB/
0.0
+0.7+0.3
-
0.3
Set
41
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer
de meting met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
S-AFS-AF
P
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
ESP
HIHI SHSH
OFFOFF
p
Digitale ESP-
meting
De camera meet de belichting in 324 delen van het kader
en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of
(als een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor
[I Face Priority]) het onderwerp van het portret. Deze
methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen.
H
Lichtmeting met
nadruk op het
centrum
Deze meetmethode berekent het gemiddelde
van de lichtniveaus van het onderwerp en de
achtergrond, maar het centrum van het beeld
telt hier zwaarder mee.
I
Spotmeting
Kies deze optie om een klein gebied te meten
(ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij
de camera op het object dat u wilt meten. De
belichting wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
IHI
Spotmeting – bij
veel lichte partijen
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor
dat lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
ISH
Spotmeting –
bij veel
schaduwpartijen
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor
dat donkere onderwerpen donker worden weergegeven.
3
Druk de ontspanknop half in.
Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
en wordt de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt
gehouden.
Belichtingsvergrendeling (AE-lock)
Om de belichting te vergrendelen zonder de scherpstelling
te vergrendelen, drukt u op de knop Fn1 of R. De
belichtingsvergrendeling kan worden gebruikt wanneer
u de scherpstelling en de belichting afzonderlijk wilt
instellen terwijl u foto's opnieuw kadreert, of wanneer
u een reeks foto's met dezelfde belichting wilt maken.
Wijs AEL/AFL toe aan de knop Fn1 of R met [U Function]
of [R Function].
250250 F5.6
L
N
01:02:0301:02:03
3838
P
AEL
0.00.0
ISO
400
HD
AE-lock
De belichting wordt vergrendeld en een pictogram B wordt weergegeven wanneer
de knop één keer wordt ingedrukt. Druk op de ontspanknop om een foto te maken.
Druk nogmaals op de knop om AE-lock te annuleren.
% Tips
De belichting vergrendelen terwijl de knop wordt ingedrukt. [AEL/AFL Memo]:
AE-lock activeren met een ingestelde lichtmeetmethode. [AEL Metering]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
42
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator)
U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt
wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting.
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer de
beeldstabilisator met FG.
L
F
4:3
j
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
mmmm5050
HD
Focal Length
Auto
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
J
IS Off Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
e
Auto Beeldstabilisator is ingeschakeld.
f
Vertical IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt enkel toegepast op verticale
(Y) camerabewegingen. Gebruik deze functie wanneer u de
camera horizontaal pant.
g
Horizontal IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt enkel toegepast op
horizontale (Z) camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera horizontaal pant met de camera in
portretoriëntatie.
Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen)
Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het
maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen.
1
Selecteer
het item [Image Stabilizer] in live
control (Blz. 20) en druk op de knop INFO.
2
Selecteer met HI een brandpuntsafstand
en druk op Q.
Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1.000 mm.
Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde
die op de lens gedrukt staat.
L
F
4:3
j
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
mmmm5050
HD
Auto
# Let op
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [OFF].
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera uit.
U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt ingeschakeld.
De beeldstabilisator wordt niet ingeschakeld bij sluitertijden van meer dan 2 seconden.
43
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Kleur aanpassen (witbalans)
De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door de camera
er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt, maar u kunt ook
andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer u met [AUTO] niet de
gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt oproepen in uw beelden.
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer de
witbalans met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op
Q
.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
F
IS OFFIS OFF
4:3
j
HD
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WBWB
AUTOAUTO
WB Auto
WB-stand
Kleur-
temperatuur
Lichtomstandigheden
Witbalans
automatisch
instellen
AUTO
k
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden
(als op de monitor een witte beeldpartij
zichtbaar is) Gebruik deze stand bij normaal
fotograferen.
Vooraf
ingestelde
witbalans
5
5.300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor
meer rode tinten bij een een zonsondergang, of
voor meer kleuren bij vuurwerk
N
7.500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een
heldere dag
O
6.000K
Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag
1
3.000K Voor fotograferen bij gloeilamplicht
>
4.000K
Voor onderwerpen die door TL-licht worden
verlicht
n
5.500K Voor itsopnamen
Witbalans
met één
knop
(Blz. 44)
P/Q
De bij one-
touch WB
ingestelde
kleur-
temperatuur.
Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan
worden gebruikt om de witbalans te meten
en het onderwerp zich onder een gemengde
verlichting bevindt of wordt belicht door een
ongekend type itser of andere lichtbron.
Custom-
witbalans
CWB
2.000K –
14.000K
Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt, gebruikt
u de knoppen HI om een kleurtemperatuur te
selecteren en drukt u vervolgens op Q.
Witbalans en kleurtemperatuur
Wanneer de temperatuur van een object toeneemt, licht het object eerst rood op en daarna blauw
naarmate de temperatuur nog verder toeneemt. De kleurtemperatuur geeft op die manier de
kleur van het licht weer door gebruik te maken van absolute temperaturen in graden K (kelvin).
Fluorescerende lichtbronnen, die door witte
stippen worden aangeduid op de bijgaande
afbeelding, hebben kleuren die licht afwijken
van de kleuren op de kleurtemperatuurschaal;
de waarden die op de afbeelding worden
getoond werden ter illustratie omgezet naar
kleurtemperaturen.
Roder Blauwer
Schakering op
heldere dag
Daglicht tl-licht
Bewolkt
Heldere dag
Intensief wit tl-licht
Wit tl-licht
Warmwitte
gloei-lamp
Sfeerlicht
44
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Witbalanscorrectie
Hiermee kunt u de instelling van Auto WB en Preset WB bijregelen.
1
Selecteer [WB] op het tabblad X van het c Custom-menu (Blz. 81).
2
Selecteer de optie die u wilt aanpassen en druk op I.
3
Selecteer een schuifbalk met HI en gebruik FG om de waarde in
te stellen.
De witbalans bijregelen in de richting A
(amber/blauw)
Hogere waarden geven een “warmere“ (meer roodachtige)
tint, terwijl lagere waarden een “koelere“ (meer blauwachtige)
tint geven.
De witbalans bijregelen in de richting G
(groen/magenta)
Hogere waarden geven een groenere tint, terwijl lagere
waarden een meer purperachtige tint geven.
+2
A
-
5
G
WB Preview
Back
Auto
Set
4
Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
% Tips
Om een testfoto weer te geven die werd gemaakt met de geselecteerde waarde voor de
witbalans, drukt u op de knop R.
Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen. [All >]: g “De camera-
instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Witbalans met één knop
Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te kadreren bij de
belichting die u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een
onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen
met verschillende kleurtemperaturen.
1
Selecteer [P] of [Q] (witbalans met één kop 1 of 2) en druk op de
knop INFO.
2
Maak een foto van een stuk kleurloos papier (wit of grijs).
Kadreer het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn.
Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie.
De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt
gemeten. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
% Tips
Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding “WB NG
Retry“ weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en
herhaal de procedure vanaf stap 1.
45
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte
en andere parameters. Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Selecteer [Picture Mode] in het
fotografeermenu W (Blz. 107).
2
Selecteer een optie met FG en druk op Q.
j
4:3
D
2
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Beeldeffecten
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met
het motief.
i
Vivid Voor levendige kleuren.
j
Natural Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted Voor afgevlakte tinten.
a
Portrait Voor mooie huidtinten.
Monotone Voor zwart/wit-tinten.
Custom
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de
instelling vast.
j
Pop Art
Kies een kunst lter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft Focus
l
Pale&Light Color
m
Light Tone
n
Grainy Film
o
Pin Hole
s
Diorama
t
Cross Process
u
Gentle Sepia
v
Dramatic Tone
46
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
3
Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie.
hi-a
JK
Contrast
Het verschil tussen lichte en donkere
partijen
DDDD
Sharpness De beeldscherpte
DDDD
Saturation De kleurdiepte van het beeld
DD
k
D
Gradation De tint aanpassen (gradatie).
DDDD
Auto
Deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor elke
gebied afzonderlijk de helderheid.
Dit werkt goed bij beelden waarin
gebieden met een hoog contrast
voorkomen zodat de lichte partijen
te helder, en de donkere partijen
te donker zouden worden.
Normal
Gebruik de stand [Normal]
bij normaal fotograferen.
High Key
Gradatie bij een helder onderwerp.
Low Key
Gradatie bij een donker onderwerp.
Effect
(i-Enhance)
Voor het instellen van de mate
waarin het effect wordt toegepast.
D
kk
D
B&W Filter
(Monotone)
Voor zwart/wit-foto's. De lterkleur
wordt lichter en de complementaire
kleur wordt donkerder.
kk
DD
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale
zwart/wit-foto.
Ye:Yellow
Geeft mooi doortekende witte
wolken tegen een helderblauwe
lucht weer.
Or:Orange
Accentueert de kleuren
in blauwe luchten en
zonsondergangen lichtjes.
R:Red
Accentueert in sterke mate kleuren
in blauwe luchten en de helderheid
van karmozijnrood gebladerte.
G:Green
Accentueert in sterke mate kleuren
in rode lippen en groene bladeren.
Pict. Tone
(Monotone)
Kleurt zwart/wit-beelden.
kk
DD
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale
zwart/wit-foto.
S:Sepia Sepia
B:Blue Blauw
P:Purple Purper
G:Green Groen
# Let op
Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal].
47
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit)
Selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en lms volgens het vooropgestelde doel,
bijvoorbeeld herwerken op een computer of weergeven op het web.
De beeldkwaliteit instellen
1
Geef live control weer (Blz. 20) en gebruik FG
om een beeldkwaliteit te kiezen voor lms of foto's.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
L
F
4:3
j
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
IS OFFIS OFF
RAWRAW
L
N
M
N
S
N
3838
HD
4032x3024
Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit (stilstaande beelden)
Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-optie
om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. De JPEG-standen
zijn een combinatie van resolutie (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B). De
beschikbare opties kunnen worden geselecteerd met de optie [K Set] in de custom-menu's.
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Resolutie Compressiefactor
Applicatie
Naam
Aantal
pixels
SF
(Super-
Fijn)
F
(Fijn)
N
(Normaal)
B
(Basis)
Y (groot)
4032×3024*
YSF YF* YN* YB
Afhankelijk van
het gewenste
printformaat
X (middel)
3200×2400
XSF XF XN* XB
2560×1920*
1920×1440
1600×1200
W (klein)
1280×960*
WSF WF WN* WB
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op
websites
1024×768
640×480
* Standaard.
De grootte van [X] en [W] beelden kan worden geselecteerd met de optie [Pixel Count]
in de custom-menu's. g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
RAW-beeldgegevens
Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software,
en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. JPEG-kopieën van
RAW-beelden kunnen met deze camera worden gemaakt. g “Foto's bewerken“ (Blz. 67)
48
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
Beeldkwaliteiten (videobeelden)
Beeldkwaliteit Aantal pixels Beeldsnelheid Bestandsformaat Applicatie
Full HD Fine
1920×1080
59,94i
*2
AVCHD
*1
Voor weergave
op AVCHD-
apparaten.
Full HD Normal
1920×1080
59,94i
*2
HD Fine
1280×720
59,94p
*2
HD Normal
1280×720
59,94p
*2
HD
1280×720
Ca. 30 fps
*3
Motion JPEG
*4
Voor weergave of
bewerking op een
computer.
SD
640×480
Afhankelijk van het type van het gebruikte kaartje kan de opname eindigen voor de
maximale lengte is bereikt.
*1 Individuele bestanden kunnen tot 4 GB groot zijn of een lengte hebben van maximaal
29 minuten.
*2 Beeldsensorweergave ongeveer 30 fps.
*3 De beeldsnelheid kan dalen wanneer een kunst lter wordt gebruikt.
*4 Bestanden kunnen tot 2 GB groot zijn.
De beeldverhouding instellen
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen
als u foto's maakt met behulp van live bekijken. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de
breedte-hoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [6:6] of [3:4].
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer de breedte-hoogteverhouding
met FG.
2
Selecteer met HI een breedte-hoogteverhouding en druk daarna op Q.
# Let op
JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
% Tips
Meer informatie over het bijsnijden van bestaande foto's of het wijzigen van de breedte-
hoogteverhouding ervan, vindt u bij “Foto's bewerken“ (Blz. 67)
ISO-gevoeligheid
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De aanbevolen instelling in de meeste
situaties is [AUTO]. Deze instelling start bij ISO 200 — een waarde voor een
evenwichtige verhouding tussen ruis en dynamisch bereik — en past vervolgens
de ISO-gevoeligheid aan afhankelijk van de opnameomstandigheden.
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer de ISO-gevoeligheid met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
49
NL
Basisfotogra e/vaak gebruikte opties
1
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
200 – 12800 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
% Tips
De standaardwaarde en bovengrens voor automatische ISO-gevoeligheid kunnen worden
ingesteld met [ISO-Auto Set].
De beschikbare opties voor ISO-gevoeligheid kunnen worden geselecteerd met [ISO Step].
De automatische gevoeligheid kan worden geactiveerd in de stand M met [ISO-Auto].
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Repeterende opnamen/de zelfontspanner gebruiken
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, blijft de camera foto's nemen aan
een snelheid van 3 frames per seconde (fps). Daarnaast kan ook de zelfontspanner
worden gebruikt voor zelf- of groepsportretten of om cameratrillingen te vermijden
wanneer de camera op een statief is bevestigd of op een andere manier vast is gezet.
1
Druk op de jY-knop (G) om het directmenu weer te geven.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
o
Enkelbeeld-
opnamen
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één
foto (in de stand Fotograferen).
j
Repeterende
opnamen
Foto's worden gemaakt met ongeveer 3 opnamen per
seconde (fps) terwijl de ontspanknop helemaal is ingedrukt
([S-AF] of [MF] geselecteerd voor [AF Mode], Blz. 36)
Y12s
Zelfontspanner
12 SEC.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en
helemaal om de timer te starten. De zelfontspanner-LED
brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, begint dan
ongeveer 2 seconden lang te knipperen, en daarna wordt
de foto gemaakt.
Y2s
Zelfontspanner
2 SEC.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en
helemaal om de timer te starten. De zelfontspanner-LED
knippert ongeveer 2 seconden, en daarna wordt de foto
gemaakt.
$ Opmerkingen
Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op de jY-knop.
Tijdens repeterende opnamen worden de scherpstelling, belichting en witbalans van
de eerste opname (tijdens [S-AF], [MF]) vergrendeld.
# Let op
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de
camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het geheugenkaartje.
Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.
Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
50
NL
Andere opnameopties
2
2
“Richten en fotograferen“ (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp.
1
Stel de functieknop in op P.
2
Maak foto's.
De sluitertijd en het diafragma die
door de camera werden geselecteerd,
worden weergegeven op de monitor.
Draai de functieknop (of subregelaar)
voor een programma-aanpassing.
Druk op de knop F (F) en draai de
functieknop of subregelaar om de
belichtingscorrectie aan te passen.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
0.00.0
ISO
400
HD
Stand
Fotograferen
AF-teken
Sluitertijd Diafragmawaarde
Programma-aanpassing (%)
In de standen P en ART kunt u de functieknop of subregelaar
draaien om verschillende combinaties te kiezen van diafragma
en sluitertijd zonder de belichting te wijzigen. Dit wordt
“programma-aanpassing“ genoemd. “s“ verschijnt naast
de fotografeerstand tijdens programma-aanpassing.
Om de programma-aanpassing te annuleren, draait u de
functieknop of subregelaar in de tegengestelde richting tot
s“ niet langer wordt weergegeven.
# Let op
Bij gebruik van een itser is er geen programma-
aanpassing mogelijk.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
s
0.00.0
ISO
400
HD
Programma-aanpassing
# Let op
De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen. Zie “Waarschuwingsindicatie belichting“ (Blz. 103).
% Tips
De rollen van de functieknop en subregelaar omwisselen. [Dial Function]:
De functieknop en subregelaar worden geblokkeerd om toevallige wijzigingen aan
de instellingen te voorkomen. [dLock]: g “De camera-instellingen aanpassen“
(Blz. 81)
Andere opnameopties
51
NL
Andere opnameopties
2
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A)
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan
voor een optimale belichting.
1
Draai de functieknop naar A.
2
Draai de functieknop (of subregelaar) om het
diafragma te kiezen.
Druk op de knop F (F) en draai de functieknop of
subregelaar om de belichtingscorrectie aan te passen.
Diafragmawaarde
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
A
+0.0+0.0
ISO
400
HD
3
Maak foto's.
Een groter diafragma (lager f-nummer) vermindert de scherptediepte (het gebied
voor of achter het scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor de achtergrond
waziger wordt weergegeven. Een kleiner diafragma (hoger f-nummer) verhoogt de
scherptediepte.
Bij een lagere
diafragma-
waarde
(f-waarde)
Bij een
hogere
diafragma-
waarde
(f-waarde)
Preview-functie
De knoppen Fn1/Fn2 en R kunnen worden gebruikt
om de scherptediepte te bekijken. Als [Preview]
toegewezen is aan een van deze knoppen met de optie
[U Function], [V Function] of [R Function] in de
custom-menu's, kunt u de knop ingedrukt houden om
het diafragma te stoppen op de geselecteerde waarde
en de scherptediepte (de afstand achter en voor het
scherpstelpunt die scherp is) te bekijken op de monitor.
[Button Function]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Fn1-knop
R-knop
Fn2-knop
% Tips
De rollen van de functieknop en subregelaar omwisselen. [Dial Function]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
52
NL
Andere opnameopties
2
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting.
1
Draai de functieknop naar S.
2
Draai de functieknop (of subregelaar) om de
sluitertijd te kiezen.
Druk op de knop F (F) en draai de functieknop of
subregelaar om de belichtingscorrectie aan te passen.
Sluitertijd
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
S
+0.0+0.0
ISO
400
HD
3
Maak foto's.
Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte.
Door een langere sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp. Deze
onscherpte roept het gevoel van een dynamische beweging op.
Korte
sluitertijd
Lange
sluitertijd
% Tips
De rollen van de functieknop en subregelaar omwisselen. [Dial Function]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
53
NL
Andere opnameopties
2
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M)
In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft
de sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt.
1
Draai de functieknop naar M.
2
Draai de functieknop of subregelaar om de sluitertijd en het diafragma
te kiezen.
Draai de functieknop om de sluitertijd te kiezen en de subregelaar om het diafragma
te kiezen.
Om de pendelknop te gebruiken om de sluitertijd en het diafragma aan te passen,
drukt u eerst op de knop F (F), waarna u HI gebruikt om het diafragma te
selecteren en FG om de sluitertijd te kiezen.
De sluitertijd kan worden ingesteld tussen 1/4.000 60 sec. of [BULB].
3
Maak foto's.
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (tijdopname)
Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de
ontspanknop ingedrukt houdt. Bepaal het einde van de belichting in functie van het
onderwerp. Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. Stel de
sluitersnelheid in op [BULB] in de stand M.
[BULB] wordt weergegeven op de monitor.
% Tips
De rollen van de functieknop en subregelaar omwisselen. [Dial Function]:
Om een tijdopname automatisch te stoppen na een bepaalde tijdsperiode. [Bulb Timer]:
Om tijdens fotograferen met handmatig scherpstellen de scherpstelling te vergrendelen.
[Bulb Focusing]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
# Let op
Om onscherpte te vermijden tijdens tijdopnamen, plaatst u de camera op een statief en
gebruikt u een afstandsbedieningskabel (Blz. 102).
De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens tijdopnamen:
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/beeldstabilisator/
itser-bracketing
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze
verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter
niet aan licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de
temperatuur in het beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement
doen stijgen. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij
extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera
de ruisonderdrukking. [Noise Reduct.]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
54
NL
Andere opnameopties
2
Panorama’s fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken
om beelden samen te voegen tot een panorama. g “OLYMPUS Viewer 2/[ib]
gebruiken“ (Blz. 73)
Foto's maken voor een panorama
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Selecteer [Panorama] en druk op Q.
3
Kies een panrichting met FGHI.
4
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen
om de foto te kadreren.
De scherpstelling, belichting en andere instellingen
worden vergrendeld op de waardes van de eerste
opname.
250250 F5.6 38
M
ISO
200
5
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
overlappen met de voorgaande foto.
[
2
]
250250 F5.6 38
M
ISO
200
[
3
]
Exit Exit
Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
6
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
# Let op
Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd gemaakt,
niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar binnen de
frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de beelden
als leidraad.
$ Opmerkingen
• Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het motiefprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
55
NL
Andere opnameopties
2
3D-fotogra e
3D-foto's nemen. De resultaten kunnen worden weergegeven op toestellen die
3D-weergave ondersteunen. De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden
in 3D weer te geven.
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Selecteer [3D Photo] en druk op Q.
3
Druk op de ontspanknop om de eerste foto te
maken en houd de ontspanknop in deze stand.
De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld
op de waarden voor de eerste opname.
Cancel
Line up the image.
4
Verplaats de camera horizontaal zonder hem te draaien, tot de eerste
opname boven uw onderwerp staat. De camera maakt de tweede
opname automatisch.
Pas de scherpstelling of de zoom niet aan.
Als de camera de tweede opname niet automatisch maakt, of als u de ontspanknop
loslaat voor de tweede opname werd gemaakt, drukt u de ontspanknop helemaal in.
5
De twee beelden worden automatisch gecombineerd.
Als de camera de melding [3D photo was not created.] toont, neemt u de foto
opnieuw. De twee opnamen worden in afzonderlijke bestanden opgeslagen.
# Let op
Als u de zoom aanpast nadat de eerste foto werd gemaakt, wordt de eerste foto
geannuleerd.
De camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelpunt.
De resolutie ligt vast op 1920 × 1080
3D- en manuele scherpstellenzen kunnen niet worden gebruikt.
Afhankelijk van de lens en de camera-instellingen is het 3D-effect mogelijk niet zichtbaar.
De camera gaat tijdens 3D-fotogra e niet naar de sluimerstand.
• RAW-fotogra e is niet beschikbaar.
De beelddekking is niet 100%.
$ Opmerkingen
Om de foto na de eerste opname opnieuw te maken, drukt u op D. Druk op Q om
de eerste opname op te slaan en af te sluiten zonder een 3D-beeld op te nemen.
56
NL
Andere opnameopties
2
Meerdere belichtingen opnemen in één beeld
(meervoudige belichting)
Maak meerdere opnamen in één beeld met de momenteel voor de beeldkwaliteit
geselecteerde optie.
1
Selecteer [Multiple Exposure] in het fotografeermenu X (Blz. 107).
2
Pas de instellingen aan.
Frame Selecteer [2f].
Auto Gain
Bij de instelling [On] wordt de helderheid
van elk beeld ingesteld op 1/2 en worden
de beelden op elkaar geplaatst. Bij de
instelling [Off] worden de beelden op
elkaar geplaatst met de oorspronkelijke
helderheid van elk beeld.
Overlay
Bij de instelling [On] kunt u bovenop
een RAW-beeld dat op een kaartje
is opgeslagen, verschillende foto's
plaatsen en als een afzonderlijk beeld
opslaan. Er wordt één foto gemaakt.
a wordt op de monitor weergegeven terwijl
meervoudige belichting van toepassing is.
3
Maak foto's.
a wordt groen weergegeven wanneer de opname start.
• Druk op
D
om de laatste opname te verwijderen.
De vorige opname wordt boven het beeld geplaatst dat
u door de lens ziet als referentie voor het kadreren van
de volgende opname.
250 F5.6
ISO
400
L
N
0.00.0
01:02:0301:02:03
3838
P
HD
% Tips
3 of meer beelden overlappen: Selecteer RAW voor [K] en gebruik de optie [Overlay]
om de opname met meervoudige belichting te herhalen.
Meer informatie over het overlappen van RAW-beelden: g “Beeldoverlapping“ (Blz. 68)
# Let op
De camera gaat niet naar de sluimerstand terwijl meervoudige belichting van toepassing is.
Foto's die met andere camera's werden gemaakt, kunnen niet worden opgenomen in een
meervoudige belichting.
Als [Overlay] ingesteld is op [On], worden de beelden die worden weergegeven als een RAW-
beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de opname.
Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te
annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de
eerste foto.
De camera wordt uitgeschakeld/U drukt op de knop q/U drukt op de MENU-knop/
De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan P, A, S, M/De batterij heeft
geen vermogen meer/Er is een kabel aangesloten op de camera/U kunt schakelen
tussen de monitor en de elektronische zoeker
Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [Overlay], wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW.
Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan
opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt
de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
Multiple Exposure
Frame
Auto Gain
Overlay
Off
Off
Off
Set
Back
57
NL
Andere opnameopties
2
Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing)
Met “bracketing“ wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks
opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde. Bracketing
is beschikbaar in de standen P, A, S en M.
1
Selecteer [Bracketing] in het fotografeermenu X
(Blz. 107).
2
1
Off
w
0.0
oj/Y
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
Multiple Exposure
#
RC Mode
Digital Tele-converter
Off
Off
Off
Set
2
Kies een bracketingtype
0 wordt weergegeven op de monitor.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
Bracketing
Back
Set
AE BKT (AE bracketing)
De camera varieert de belichting tussen 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV bij drie verschillende
opnames. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname gemaakt telkens wanneer de
ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maar bij repeterende opnamen blijft de camera
opnamen maken in deze volgorde terwijl de ontspanknop helemaal is ingedrukt: geen
wijziging, negatief, positief. Aantal opnamen: 2, 3, 5 of 7
• De 0-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De camera past de belichting aan door het diafragma en
de sluitertijd (stand P), de sluitertijd (stand A en M) of het
diafragma (stand S) te wijzigen.
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor belichtingscorrectie.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang
de waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De camera-
instellingen aanpassen“ (Blz. 81).
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
2f 0.7EV
2f 0.3EV
2f 1.0EV
3f 0.3EV
3f 0.7EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
WB BKT (WB-bracketing)
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige
geselecteerde waarde voor de witbalans.
De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op
de assen A – B (amber – blauw) en G – M (groen – magenta).
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor witbalanscorrectie.
Als er onvoldoende ruimte is op het kaartje voor het
geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames
gemaakt tijdens WB-bracketing.
A-B G-M
WB BKT
3f 4Step 3f 4Step
Back Set
58
NL
Andere opnameopties
2
FL BKT (FL-bracketing)
De camera varieert het itserniveau bij drie verschillende opnames (geen aanpassing bij de
eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij enkelbeeldopnamen wordt
er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende
opnamen worden alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
• De 0-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang
de waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De camera-
instellingen aanpassen“ (Blz. 81).
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ISO BKT (ISO-bracketing)
De camera varieert de gevoeligheid tussen 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV bij drie verschillende
opnames (geen aanpassing bij de eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij
de derde). Hierbij wordt bracketing toegepast op de huidige gevoeligheidsinstelling (of als
automatische gevoeligheid geselecteerd is, op de optimale gevoeligheidsinstelling) terwijl de
sluitertijd en het diafragma vergrendeld blijven. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname
gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende opnamen worden
alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt niet
naargelang de waarde ingesteld voor [ISO Step].
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens
die werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. g “De camera-
instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ART BKT (ART-bracketing)
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast,
telkens met een verschillende kunst lterinstelling. U kunt kunst lter-bracketing voor elk
beeldeffect afzonderlijk in- of uitschakelen.
De opname kan enige tijd in beslag nemen.
ART BKT kan niet worden gecombineerd met WB BKT
of ISO BKT.
ART BKT
Pop Art
Light Tone
Off
Off
Off
Off
Off
Pin Hole
Diorama
Off
OffSoft Focus
Pale&Light Color
Grainy Film
Back
Set
Off
On
Digitale zoom (digitale teleconverter)
De digitale teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij de huidige
zoomverhouding. De camera slaat de middelste uitsnede op. De zoom wordt met
ongeveer 2× vergroot.
1
Selecteer [On] voor [Digital Tele-converter] in het fotografeermenu X
(Blz. 107).
2
De weergave in de monitor wordt met een factor twee vergroot.
Het onderwerp wordt vastgelegd zoals het op de monitor verschijnt.
# Let op
Digitale zoom is niet beschikbaar bij meerdere belichtingen of wanneer T, s, f, w of m
is geselecteerd in de stand SCN.
Wanneer een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt het gedeelte dat op de monitor
zichtbaar is, weergegeven in een kader.
59
NL
Gebruik van de itser
3
3
De ingebouwde itser kan handmatig naar wens worden ingesteld. De ingebouwde
itser kan in heel wat verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt.
Een itser gebruiken ( itserfotogra e)
1
Druk op de itserschakelaar om de itser uit te klappen.
2
Druk op de knop # (I) om de opties weer te geven.
3
Selecteer met HI een itserfunctie en druk op Q.
De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven variëren
naargelang de fotografeerstand. g “Beschikbare itsstanden in de diverse
fotografeerstanden“ (Blz. 104)
AUTO Auto itsen
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de
itser automatisch.
#
Invul itsen
De itser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden.
$
Flitser uit De itser ontsteekt niet.
!/
#!
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
Met deze functie kunt u rode ogen vermijden.
In de standen S en M zal de itser altijd itsen.
#SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage sluitertijden worden gebruikt om een
slecht verlichte achtergrond op te lichten.
!SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)/ itsen
met onderdrukken van
rode ogen
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
#SLOW2/
2nd
Curtain
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
De itser ontsteekt
net voordat de sluiter
dichtgaat om lichtsporen
te creëren achter
bewegende lichtbronnen.
#FULL,
#1/4 enz.
Manual
Voor gebruikers die de voorkeur geven aan
handmatige bediening.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
# Let op
• Bij [!/#!( itsen met onderdrukken van rode ogen)] duurt het na de inleidende itsen
ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de
opname niet is voltooid.
• [!/#!( itsen met onderdrukken van rode ogen)] werkt mogelijk niet ef ciënt bij bepaalde
opnameomstandigheden.
• Als de its ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/180 sec. of korter. Als u met de invul itsen
een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn.
Gebruik van de itser
60
NL
Gebruik van de itser
3
Uitgangsvermogen van de its aanpassen (regelen van
de itssterke)
Het uitgangsvermogen van de itser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp
overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is.
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer het
item Regelen van de itssterkte met FG.
2
Selecteer de correctiewaarde met HI en
druk op Q.
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
P
RR
S-AFS-AF
00
OFFOFF
0.0
% Tips
• Informatie over itser-bracketing: g “FL BKT (FL-bracketing)“ (Blz. 58)
# Let op
Dit werkt niet als de externe itser is ingesteld op MANUAL.
Als u de itssterkte op de externe itser hebt ingesteld, wordt dit gecombineerd met
de itssterkte-instelling van de camera.
Als u [w+F] hebt ingesteld op [On], wordt de itssterktewaarde opgeteld bij de
belichtingscorrectiewaarde. g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Een externe itser gebruiken die werd ontworpen voor
gebruik met deze camera
Optionele externe itsers die werden ontworpen om te gebruiken met deze camera
ondersteunen een brede waaier aan opties voor itserfotogra e, waaronder
automatische itsregeling, Super FP en draadloze itsbediening (Blz. 93).
Andere externe itsers
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het bevestigen van een externe
itser die niet werd ontworpen voor gebruik met deze camera op de itserschoen van
de camera:
Als u een verouderde itser bevestigt die een stroom van meer dan 24 V doorgeeft aan
het contactpunt van de itserschoen van de camera, zal dit de camera beschadigen.
Als u een itser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de
Olympus-speci caties, kan dit de camera eveneens beschadigen.
• Gebruik dergelijke itsers alleen met de camera in de fotografeerstand M bij sluitertijden
langer dan 1/180 sec. en bij een andere ISO-instelling dan [AUTO].
• De itsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de itser handmatig in te stellen op
de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera. De
helderheid van de itser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het diafragma
aan te passen.
• Gebruik een itser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens. De verlichtingshoek
wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden van een kleinbeeldcamera.
61
NL
Films opnemen en bekijken
4
4
Gebruik de knop R om HD- lms (High De nition) op te nemen met geluid. In de
lmstand kunt u lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in
de standen A en M.
De instellingen voor lmopnamen wijzigen
Effecten toevoegen aan een lm
1
Nadat u de stand n heeft geselecteerd, geeft
u live control (Blz. 20) weer en gebruikt u FG
om de opnamestand te markeren.
2
Selecteer een stand met HI en druk op Q.
PP
PP
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
n
PP
AA SS MM
IS OFFIS OFF
PP
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
S-AFS-AF
HD
Program Auto
P
De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld
overeenkomstig de helderheid van het onderwerp.
A
De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling
van het diafragma. Gebruik de functieknop of subregelaar om het
diafragma te kiezen.
S
De sluitertijd is van invloed op het uitzicht van het onderwerp.
Gebruik de functieknop of subregelaar om de sluitertijd te selecteren.
De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/30 sec.
en 1/4.000 sec.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd. Gebruik de subregelaar om
het diafragma te kiezen en de functieknop om de sluitertijd te kiezen.
De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/30 sec. en
1/4.000 sec. De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op
een waarde tussen ISO 400 en 1600; automatische ISO-gevoeligheid
is niet beschikbaar.
ART1 – ART10
Films kunnen worden opgenomen met effecten uit de kunst lterstand.
g “Kunst lters gebruiken“ (Blz. 16)
# Let op
Als u een lm opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde
en sluitertijd niet wijzigen.
Als [Image Stabilizer] geactiveerd is tijdens het opnemen van een lm, wordt het opgenomen
beeld lichtjes vergroot. Zelfs als [Vertical IS] of [Horizontal IS] geselecteerd is, wordt de
instelling voor [Auto] toegepast.
Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera uit.
Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om
de camera te beschermen.
Bij sommige kunst lters is de werking van [C-AF] beperkt.
Kaartjes met een SD speed class van 6 of hoger worden aanbevolen om lms op te nemen.
Films opnemen en bekijken
62
NL
Films opnemen en bekijken
4
Opties voor lmgeluid (geluid opnemen met lms)
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer
het item Movie R met FG.
2
Schakel AAN/UIT met HI en druk op Q.
ONON
RR
n
RR
RR
OFFOFF
ONON
Movie
R
On
# Let op
Als u geluid in een lm opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de
camerawerking worden opgenomen. Indien gewenst kunnen deze geluiden onderdrukt
worden door op te nemen met [AF Mode] ingesteld op [S-AF] of door het aantal keren
dat u op de knoppen drukt te beperken.
In de stand [ART7] (Diorama) worden geen geluiden opgenomen.
Films bekijken
1
Geef een lm weer in de enkelbeeldweergave
en druk op Q.
2
Selecteer [Movie Play] met FG en druk op Q
om het afspelen te starten.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd
tijdens het afspelen van een lm:
m
Movie
Back
Movie Play
Erase
Set
Q
Het afspelen pauzeren of hervatten.
Terwijl het afspelen gepauzeerd is, drukt
u op F om het eerste beeld weer te
geven en op G om het laatste beeld
weer te geven. Druk op H I om één
beeld door te spoelen of terug te spoelen.
Houd deze knop ingedrukt om continu
terug of door te spoelen.
00:00:02/00:00:14
Verstreken tijd/
totale opnametijd
H/I
Een lm doorspoelen of terugspoelen.
F/G
Het volume aanpassen.
% Tips
Films opnemen met de ontspanknop: g “Films opnemen met de ontspanknop“ (Blz. 92)
• Lange lms opnemen (wanneer u niet hoeft op te nemen in HD): g “De beeldkwaliteit
instellen“ (Blz. 47)
• Windgeluid verminderen: g “Microfoonset (SEMA–1)“ (Blz. 102)
63
NL
Weergaveopties
5
5
Enkelbeeldweergave
Druk op de knop q om foto's schermvullend weer te geven.
2011.05.01 12:30 20
100-0020
L
N
2011.05.01 12:30 15
100-0015
4
:
3
L
N
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
0.00.0
ISO
400
HD
Stand FotograferenOLYMPUS PENPAL
aangesloten
Beelden op
geheugenkaartje
q
q
q
q
q
q
Om de opnamestand te verlaten, drukt u de ontspanknop half in.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd tijdens schermvullende weergave.
H/I of j
Andere beelden bekijken.
D
Het huidige beeld wissen (Blz. 15).
U of r
Inzoomen op beelden. (Blz. 14).
G of q
Indexweergave bekijken.
INFO
Informatie bekijken over het huidige beeld (Blz. 33).
R
Foto's selecteren. Geselecteerde foto's worden weergegeven met v.
Fn2
Het huidige beeld beveiligen (Blz. 15).
Q
Geef de menu's weer.
JPEG Edit, RAW Data Edit, 0, R, Rotate, m, Erase
Indexweergave / kalenderweergave
Indexweergave
Druk op de knop G om meerdere beelden weer te geven in schermvullende weergave.
Kalenderweergave
Geef de eerste foto weer die op elke datum werd gemaakt.
Weergaveopties
64
NL
Weergaveopties
5
2011.05.01 12:30 20
4 beelden
2011.05.01 12:30 20
100-0020
L
N
Enkelbeeld-
weergave
2011.5
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
25 26 27 28 29 30 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 1 2 3
25 26 27 28 29 30 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 1 2 3
Kalenderweergave
9–100 beelden
2011.05.01 12:30 20
2011.05.01 12:30 20
Indexweergave
Q
Q/r/U
G/q
U/r
G/q
U/r
G/q
Alleen items waarvoor [On] geselecteerd is, worden weergegeven.
[G/Info Settings]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
G of q
Verhoog het aantal beelden dat wordt weergegeven van 4 naar 9, 25
of 100. Druk nogmaals op G om de kalender weer te geven.
U of r
Verminder het aantal beelden dat wordt weergegeven van 100 naar 25, 9 of 4.
Druk nogmaals op U om het huidige beeld schermvullend weer te geven.
F/G/H/I
of j
Een foto selecteren.
R
Foto's selecteren. Geselecteerde foto's worden weergegeven met v.
Q
Indexweergave
De menu's worden weergegeven.
Kalenderweergave
Bekijk de foto's die op de geselecteerde datum werden gemaakt,
in schermvullende weergave.
Weergavezoom (gezoomd weergeven)
Naast de normale vergrote weergave kunt u ook snel inzoomen op beelden en andere
beelden bekijken met de huidige zoomverhouding (gezoomd bladeren) indien [mode 2]
geselecteerd is voor [q Close Up Mode]. g “De camera-instellingen aanpassen“
(Blz. 81)
2x
20
Zoomkader
2011.05.01 12:30 20
100-0020
L
N
Enkelbeeld-
weergave
20
2x
Andere beelden bekijken
(gezoomd bladeren)
2x
Verschuiven
Gezoomd weergeven
U/INFO
U
U
G/q
U/
INFO
U/
INFO
F/G/H/I
Het zoomkader positioneren. Tijdens gezoomd bladeren gebruikt u HI
om andere foto's te bekijken met de huidige zoomverhouding.
U
Bekijk het beeld met de geselecteerde zoomverhouding. Druk nogmaals
om in te zoomen.
INFO
Kies tussen zoomkader, zoom verschuiven en gezoomd bladeren.
G of q
Terugkeren naar de enkelbeeldweergave.
65
NL
Weergaveopties
5
Beelden selecteren
Selecteer meerdere foto’s die u wilt beveiligen of verwijderen.
Druk op de knop R om de huidige foto te selecteren. De
geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd met v. Om v te
verwijderen en de selectie van de foto op te heffen, drukt
u nogmaals op de knop R.
Meerdere foto's kunnen in de indexweergave worden
geselecteerd.
2011.05.01 12:30 21
Alle beveiligingen annuleren
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
Selecteer [Reset Protect] in het menu q (weergave) (Blz. 107).
2
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Alle beelden wissen
Alle beelden op de geheugenkaart wissen.
1
Selecteer [Card Setup] in het fotografeermenu W (Blz. 107).
2
Selecteer [All Erase] en druk op Q.
De optie [Format] (Blz. 99) kan worden gebruikt om niet-beeldgegevens te verwijderen.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Draaien
Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid.
1
Geef de foto weer en druk op Q.
2
Selecteer [Rotate] en druk op Q.
3
Druk op F om het beeld linksom te draaien, G om het beeld rechtsom
te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt.
• Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie.
Films, 3D-foto's en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
% Tips
Als [On] geselecteerd is voor [R] (blz. 107) in het menu q (weergave), worden
de beelden tijdens de weergave weergegeven in de nieuwe oriëntatie.
66
NL
Weergaveopties
5
Diashow
Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
1
Druk op Q tijdens de weergave en selecteer
de optie diashow.
JPEG
m
R
<
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
2
Pas de instellingen aan.
Start De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven,
te starten bij het huidige beeld.
BGM BGM (4 types) instellen of BGM instellen op [Off].
Effect* Kies de overgang tussen de beelden. Deze optie kan worden gebruikt
wanneer diashows via HDMI worden weergegeven op externe
apparaten.
Slide Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
Slide Interval Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden).
Movie Interval Selecteer [Full] om volledige lmclips op te nemen in de diashow
en [Short] om alleen het inleidende deel van elke clip weer te geven.
* Het enige effect dat voor lms beschikbaar is, is [Fade].
3
Selecteer [Start] en druk op Q.
De diashow start.
• Druk op Q om de diashow te stoppen.
Volume
Druk op FG tijdens de diashow om het algemene volume van de luidspreker van de camera
aan te passen. Druk op HI om de balans aan te passen tussen de achtergrondmuziek en
het opgenomen geluid van foto's of lms.
67
NL
Weergaveopties
5
Foto's bewerken
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto.
1
Geef het te bewerken beeld weer en druk op Q.
Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als het
beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Als het beeld werd
opgenomen in RAW+JPEG-indeling, wordt de kopie die wordt bewerkt, bepaald
door uw keuze bij de optie [Edit].
2
Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q.
RAW Data
Edit
Een JPEG-kopie maken van een RAW-beeld. De JPEG-kopie
wordt verwerkt met de instellingen die momenteel in de camera zijn
opgeslagen. Pas de camera-instellingen aan voor u deze optie kiest.
JPEG Edit
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op itsopnamen.
[P]: Gebruik de functieknop om de
grootte van de uitsnede te kiezen en
FGHI om de uitsnede te positioneren.
O
Set
[Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van
4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [6:6] of [3:4]. Nadat u de breedte-
hoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u de pendelknop om de
positie van de uitsnede op te geven.
[Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten.
[Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging
aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of
320 × 240 pixels. Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding
dan 4:3 (standaard) worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte
die hierbij het dichtst aanleunt.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit. Als
gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het
beeld, eventueel niet corrigeren.
# Let op
Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt.
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Als het beeld is opgeslagen in het bestandstype RAW, als een beeld op een pc is bewerkt,
als er onvoldoende ruimte is op de geheugenkaart, als de foto met een andere camera is
gemaakt.
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
68
NL
Weergaveopties
5
Beeldoverlapping
U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en
als een afzonderlijk beeld opslaan. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit
die ingesteld is op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW]
geselecteerd is, wordt de kopie opgeslagen in het formaat [YN+RAW].)
1
Druk tijdens de weergave van een RAW-beeld op Q en selecteer
[Image Overlay].
2
Selecteer het aantal beelden in de overlapping en druk op de Q.
3
Gebruik FGHI om de RAW-beelden te kiezen
die zullen worden gebruikt in de overlapping en
druk op
Q
om deze te selecteren.
Wanneer u het aantal beelden dat opgegeven is
in stap 2 hebt geselecteerd, wordt de overlapping
weergegeven.
RAW RAW RAW
RAW
RAW RAW RAW
Image Overlay
Back
Set
4
Pas de verhoging aan.
• Gebruik HI om een beeld te selecteren en FG om
de verhoging aan te passen.
De verhoging kan worden aangepast binnen het bereik
0.1 2.0. Controleer de resultaten op de monitor.
Image Overlay
Back
Set
×1.5×1.5×0.3 ×0.5
5
Druk op Q. Een dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven;
selecteer [Yes] en druk op Q.
% Tips
Om 4 of meer beelden te overlappen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een
RAW-bestand en gebruikt u herhaaldelijk [Image Overlay].
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1
Geef het beeld weer waaraan u een audio-
opname wilt toevoegen en druk op Q.
Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden.
Audio-opname is ook beschikbaar in het weergavemenu.
2
Selecteer [R] en druk op Q.
Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname
toe te voegen.
JPEG
m
R
<
Rotate
JPEG Edit
Back Set
3
Selecteer [R Start] en druk op Q om de opname
te starten.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q.
4
Druk op Q om de opname te beëindigen.
Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd
met het pictogram H.
Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in stap 2.
R
R
Start
No
Erase
Back Set
69
NL
Weergaveopties
5
Camerabeelden weergeven op een televisie
Gebruik de bijgeleverde AV-kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te
geven. U kunt beelden in high-de nition weergeven op een HD-televisie door een in
de handel verkrijgbare HDMI-minikabel te gebruiken om de camera en de televisie te
verbinden.
Aansluiting met AV-kabel
Sluit de kabel aan
op de video-ingang
(geel) en de audio-
ingang (wit) van de
televisie.
Multiconnector
AV-kabel
(meegeleverd)
1
Gebruik de camera om het type videosignaal te selecteren dat overeenkomt
met het videosignaal van de aangesloten televisie ([NTSC]/[PAL]).
• [Video Out]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
2
Verbind de televisie en de camera.
3
Schakel de televisie in en wijzig “INPUT“ in “VIDEO“ (een ingang die
verbonden is met de camera).
# Let op
Zodra u de AV-kabel aansluit op de camera, schakelt de cameramonitor zichzelf uit.
Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden en
informatie bijgesneden zijn.
Aansluiting met een HDMI-minikabel
Aansluiten op de
HDMI-connector
op de televisie.
HDMI-
miniconnector
HDMI-minikabel
(verkrijgbaar in de handel)
70
NL
Weergaveopties
5
1
Sluit de camera met de HDMI-minikabel aan op de televisie.
2
Schakel de televisie in en schakel “INPUT“ naar “HDMI INPUT“.
3
Schakel de camera in.
# Let op
Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Gebruik een HDMI-minikabel die overeenkomt met de HDMI-miniconnector op de camera
en de HDMI-connector op de televisie.
Als de camera en de televisie verbonden zijn met zowel een AV-kabel als een HDMI-minikabel,
heeft HDMI voorrang.
Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden en
informatie bijgesneden zijn.
Als u een televisie via een HDMI-minikabel aansluit, kunt u het formaat van het digitale
videosignaal selecteren. Kies een formaat dat overeenkomt met het ingangsformaat dat
op de televisie werd geselecteerd.
[HDMI]: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer.
720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer.
480p/576p
480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL] geselecteerd
is voor [Video Out].
U kunt geen foto's of lms opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze is
aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt.
1
Selecteer [HDMI] op het tabblad U van het c custom-menu (Blz. 81).
2
Selecteer [HDMI Control] en kies [On].
3
Bedien de camera met de afstandsbediening van de tv.
U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of
verbergen door op de “Rode“ knop te drukken, en kunt u de indexweergave
weergeven of verbergen door op de “Groene“ knop te drukken.
Sommige televisies ondersteunen niet alle functies.
71
NL
Beelden verzenden en ontvangen
6
6
De optionele OLYMPUS PENPAL kan worden gebruikt om foto's te uploaden naar of
te ontvangen van Bluetooth-apparaten of andere camera's die aangesloten zijn op
een OLYMPUS PENPAL. Op de website van OLYMPUS vindt u meer informatie over
Bluetooth-apparaten. Voor u beelden verzendt of ontvangt, selecteert u [On] voor
[c/# Menu Display] > [# Menu Display] om het accessoirepoortmenu toegankelijk
te maken.
Beelden verzenden
Wijzig het formaat en verzend JPEG-beelden naar een ander apparaat. Voor u beelden
verzendt, dient u na te gaan of het ontvangend apparaat ingesteld is om gegevens te
ontvangen.
1
Geef de foto die u wilt verzenden, schermvullend weer en druk op Q.
2
Selecteer [Send A Picture] en druk op Q.
Selecteer [Search] en druk op Q in het volgende
dialoogvenster. Bluetooth-apparaten binnen bereik,
of in [Address Book] worden weergegeven.
JPEG
Erase
Send A Picture
Back
Set
3
Selecteer de bestemming en druk op Q.
Het beeld wordt naar het ontvangstapparaat verzonden.
Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in
en drukt u op Q.
Send Picture
Sending
Cancel
Beelden ontvangen/een host toevoegen
Maak verbinding met het zendtoestel en haal de JPEG-beelden binnen.
1
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in het
tabblad A van het accessoirepoortmenu (Blz. 90)
2
Selecteer [Please Wait] en druk op Q.
Voer op het zendtoestel de bewerkingen uit om
beelden te verzenden.
De verzending start en het dialoogvenster
[Receive Picture Request] verschijnt.
#
2
1
c
OLYMPUS PENPAL Share
OLYMPUS PENPAL Album
Electronic Viewfinder
Back
Accessory Port Menu
Set
3
Selecteer [Accept] en druk op Q.
Het beeld wordt overgezet naar de camera.
Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in
en drukt u op Q.
% Tips
Om de grootte aan te passen van beelden die u wilt verzenden
of om te bepalen hoe lang de camera naar een bestemming
zoekt: g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
Receive Picture
Receiving
Cancel
Beelden verzenden en ontvangen
72
NL
Beelden verzenden en ontvangen
6
Het adresboek bewerken
De OLYMPUS PENPAL kan hostinformatie opslaan U kunt namen toewijzen aan hosts
of hostinformatie verwijderen.
1
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in het
tabblad A van het accessoirepoortmenu (Blz. 90)
• Druk op I en selecteer [Address Book].
1
Please Wait
Address Book
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size
Back
Accessory Port A
Set
2
Selecteer [Address List] en druk op Q.
De naam van de bestaande hosts wordt weergegeven.
3
Selecteer de host die u wilt bewerken en druk op Q.
Hosts verwijderen
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Hostinformatie bewerken
Druk op Q om hostinformatie weer te geven. Om de hostnaam te wijzigen, drukt u nogmaals
op Q en past u de huidige naam aan in het daartoe bestemde dialoogvenster.
Albums aanmaken
U kunt de grootte van uw favoriete JPEG-foto's aanpassen en de foto's kopiëren naar
een OLYMPUS PENPAL.
1
Geef de foto die u wilt kopiëren, schermvullend weer en druk op Q.
2
Selecteer [z] en druk op Q.
Om beelden te kopiëren van een OLYMPUS PENPAL
naar het geheugenkaartje, selecteert u [y] en
drukt u op Q.
JPEG
Erase
Back
Send A Picture
Set
% Tips
De grootte kiezen waarmee beelden worden gekopieerd. [Picture Copy Size]:
Alle beelden van het geheugenkaartje kopiëren. [Copy All]:
Albums verwijderen of formatteren. [Album Mem. Setup]:
De beveiliging opheffen voor alle beelden in het album. [Reset Protect]:
Albumstatus bekijken (omvang van resterend geheugen). [Album Mem. Usage]:
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
# Let op
De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft.
Afhankelijk van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften
inzake radiogolven en kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
73
NL
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
7
7
Windows
1
Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station.
Windows XP
Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7
Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
# Let op
Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “My Computer“
(Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) uit het startmenu.
Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster
“OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“.
Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Ja“ of “Verder“.
2
Ga te werk volgens de aanwijzingen op het computerscherm.
# Let op
Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de
computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen
batterij.
Multiconnector
Kleiner
contact
USB-kabeltje
Zoek dit teken.
USB-poort
# Let op
Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt
een bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage].
3
Registreer uw Olympus-product.
Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
4
Installeer OLYMPUS Viewer 2 en de [ib] computersoftware.
Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ of “OLYMPUS ib“ en volg de instructies op
het scherm om de software te installeren.
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
74
NL
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
7
OLYMPUS Viewer 2
Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/
Windows Vista/Windows 7
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Pentium D 3,0 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 × 768 pixels of meer
Minstens 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
[ib]
Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/
Windows Vista/Windows 7
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Pentium D 3,0 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen
512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
(1 GB of meer vereist voor lms 2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 × 768 pixels of meer
Minstens 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Gra sche kaart Minstens 64 MB video RAM met DirectX 9 of latere versie.
Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
Macintosh
1
Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station.
De inhoud van de schijf moet automatisch worden
weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
2
Installeer OLYMPUS Viewer 2.
Controleer de systeemvereisten voor u met de
installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ en volg de
instructies op het scherm om de software te installeren.
OLYMPUS Viewer 2
Besturingssysteem Mac OS X v10.4.11–v10.6
Processor Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 × 768 pixels of meer
Minstens 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
75
NL
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
7
Andere talen kunnen worden geselecteerd in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over
het gebruik van de software, raadpleegt u de online-help.
# Let op
• De AVCHD-indeling voor lmbestanden wordt niet ondersteund.
Foto's naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 2/[ib]
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden
overbrengen naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje
op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de
USB-aansluiting:
Windows: Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional/
Windows Vista/Windows 7
Macintosh: Mac OS X versie 10.3 of later
1
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details
raadpleegt u de handleiding van de computer.
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3
Druk op FG om [Storage] te selecteren.
Druk op Q.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
4
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
# Let op
Als u Windows Vista/Windows 7 gebruikt op uw computer, selecteert u [MTP] in stap 3
om Windows Photo Gallery te kunnen gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd,
ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde
computers
De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera
verbonden is met een computer.
Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera wordt
aangesloten, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] in de custom-menu's van de camera.
g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
76
NL
Beelden printen
8
8
Printreservering (DPOF*)
U kunt digitale “printorders“ opslaan op het geheugenkaartje die aangeven welke
foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in
een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera
rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder aan te maken is
een geheugenkaartje vereist.
* DPOF (Digital Print Order Format) is een standaard om de gegevens op te slaan die
een printer of printdienst nodig heeft om automatisch foto's te printen.
Een printorder aanmaken
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
m
2
1
<
Playback Menu
Reset Protect
Edit
Back
Set
2
Selecteer [<] of [
U
] en druk op Q.
Individuele foto's
Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een
printreservering wilt instellen en druk op FG om het
aantal prints in te stellen.
Om een printreservering voor meerdere foto's in te
stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer
alle gewenste foto's geselecteerd zijn.
<
ALL
Print Order Setting
Back
Set
Alle foto's
Selecteer [U] en druk op Q.
3
Selecteer de gewenste datumweergave en
druk op Q.
Nee
De foto's worden zonder datum en tijd geprint.
Date
De foto's worden geprint met de datum van
fotograferen.
Time
De foto's worden geprint met het tijdstip
van fotograferen.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
# Let op
De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten
zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande
printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
Een printorder kan geen 3D-foto's, RAW-beelden of lms bevatten.
Als u afdrukken aanvraagt zonder digitaal printorder, dient u het bestandsnummer op te
geven. Als u afdrukken aanvraagt via het beeldnummer, bestaat de kans dat de verkeerde
foto's worden afgedrukt.
No
Date
Time
X
Back Set
Beelden printen
77
NL
Beelden printen
8
Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor
geselecteerde foto's.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] en druk op Q.
Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q.
Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt u op Q.
3
Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt
verwijderen.
• Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste
foto's uit het printorder heeft verwijderd.
4
Selecteer de gewenste datumweergave en druk op Q.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
5
Selecteer [Set] en druk op Q.
Direct printen (PictBridge)
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer,
dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen.
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de computer
en schakel de camera in.
USB-poort
Kleiner
contact
USB-kabeltje
Multiconnector
Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor
verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto]
voor [USB Mode] in de custom-menu's van de camera. g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
2
Gebruik FG om [Print] te selecteren.
[One Moment] verschijnt, gevolgd door een
dialoogvenster om de printfunctie te selecteren.
Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt,
koppelt u het USB-kabeltje los start u opnieuw vanaf
stap 1.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
Ga verder met “Printen volgens de speci catie van de klant“ (Blz. 78).
# Let op
3D-foto's, RAW-beelden en lms kunnen niet worden geprint.
78
NL
Beelden printen
8
Eenvoudig printen
Gebruik de camera om de foto die u wilt printen weer te geven voor u de printer via het
USB-kabeltje aansluit.
1
Selecteer met HI de te printen foto's om deze op
de camera weer te geven.
2
Druk op I.
Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt
als het printen is voltooid. Om een andere foto te printen,
selecteert u met HI de gewenste foto en drukt u op Q.
Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de
camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de
foto wordt weergegeven.
PC/Custom Print
Easy Print Start
Printen volgens de speci catie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie) De beschikbare printfuncties staan
hieronder vermeld.
Print De geselecteerde foto's worden geprint.
All Print
Alle foto's die opgeslagen zijn op het kaartje worden geprint. Elke
foto wordt één keer geprint.
Multi Print
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
All Index Print een index van alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen.
Print Order
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet
beschikbaar.
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-
instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Size Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Borderless
Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen
een blanco kader.
Pics/sheet
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie
[Multi Print] hebt geselecteerd.
79
NL
Beelden printen
8
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen De geselecteerde
foto's kunnen later worden geprint (reservering van
een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan
rechtstreeks worden geprint.
Print More
Select Single Print
2011.05.01 12:30 15
123-3456
Print (f)
Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een
[Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde
foto worden geprint.
Single Print
(t)
Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven.
Als u na het maken van een [Single Print]-reservering deze
printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert
u met HI de gewenste foto's.
More (u)
Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe
u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ in de volgende
paragraaf.
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op
de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [All Print] en [Option Set]
geselecteerd is, verschijnt de volgende optie.
<×
Voor het instellen van het aantal prints.
Date Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen.
File Name Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen.
P
Snijdt het beeld uit voor het printen. Stel de grootte van de uitsnede
in met de U- of G-knop en stel de positie van de uitsnede in
met FGHI.
2
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Print] en drukt u op Q.
Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het afdrukken te
hervatten, selecteert u [Continue].
Printen annuleren
Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Merk op dat wijzigingen
aan het printorder verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te keren naar de vorige
stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen aan het huidige printorder, drukt u op MENU.
80
NL
Camera-instellingen
9
9
Setup-menu
Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van de
camera in te stellen.
Voor meer informatie over hoe u de menulijsten gebruikt,
raadpleegt u “De menu's gebruiken“ (Blz. 21).
--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
5sec
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
Optie Beschrijving
g
X (Datum/
tijd instellen)
Hiermee stelt u de klok van de camera in.
7
W
(Taal voor
de monitor
wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels
ook andere talen kiezen.
i
(Helderheid
van monitor
aanpassen)
U kunt de helderheid en de
kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van de
kleurtemperatuur heeft enkel betrekking
op de weergave van de monitor.
Gebruik HI om j (kleurtemperatuur)
of k (helderheid) te markeren en FG
om de waarde aan te passen.
-
2
j
+1
k
Natural
Back Set
Druk op de knop INFO om te kiezen tussen [Natural] en [Vivid] voor
de kleurweergave op de monitor. Voor informatie over het aanpassen
van de helderheid en kleurtemperatuur van de elektronische zoeker
raadpleegt u [EVF Adjust] (Blz. 90).
Rec View Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden weergegeven
en hoe lang ze worden weergegeven. Dit is handig als u de foto die
u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop
half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk
doorgaan met fotograferen.
[1sec] [20sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden dat
de foto moet worden weergegeven. Dit kunt
u instellen in stappen van 1 seconde.
[Off]: De foto die op het kaartje wordt opgeslagen,
wordt niet weergegeven.
[Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en
schakelt daarna over naar de stand weergeven.
Dit is handig om een opname te controleren en
eventueel direct te wissen.
c/#
Menu
Display
Kies of u de custom-menu's dan wel het accessoirepoortmenu wilt
weergeven.
81
Firmware De rmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat
inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt
downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten
u gebruikt.
Camera-instellingen
81
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
10
De camera-instellingen kunnen worden aangepast met de custom- en accessoiremenu's.
Het c custom-menu wordt gebruikt om de camera-instellingen jn af te stemmen. Het
# accessoirepoortmenu wordt gebruikt om de instellingen voor apparaten op de
accessoirepoort aan te passen.
Voor u de custom-/accessoirepoortmenu's gebruikt
De custom- en accessoirepoortmenu’s zijn alleen beschikbaar wanneer de overeenkomstige
optie is geselecteerd voor het item [c/# Menu Display] in het setup-menu.
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
2
Selecteer het tabblad met het setup-menu
d
(Blz. 80) met FG en
druk op I.
3
Selecteer [c/# Menu Display] met FG en
druk op I.
4
Selecteer het gewenste menu met FG en
druk op I.
5
Selecteer [On] met FG en druk op Q.
Het geselecteerde menu wordt weergegeven.
X
W
j
±0
k
±0
11.05.01 14:01
2
1
Setup Menu
English
5sec
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
c
Menu Display
On
Back
Set
Q
X
W
j
±0
k
±0
11.05.01 14:01
2
1
c
Setup Menu
English
5sec
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
[c] tabblad
Custom-menuopties
R AF/MF
MENU
c
R
Optie Beschrijving
g
AF Mode Kies de AF-stand. 36
Full-time AF Als [On] is geselecteerd, blijft de camera scherpstellen,
ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt.
AF Area Kies de AF-kaderstand. 37
P Set Up
Kies de rol van de functieknop, de subregelaar en de
pendelkop tijdens de selectie van het AF-kader.
Reset Lens In de stand [On] wordt de scherpstelling van de lens steeds
op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt.
Bulb Focusing Normaal wordt de scherpstelling vergrendeld tijdens de
belichting als handmatig scherpstellen (MF) geselecteerd
is. Selecteer [On] om scherpstellen met de scherpstelring
mogelijk te maken.
De camera-instellingen aanpassen
82
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Optie Beschrijving
g
Focus Ring U kunt kiezen wat voor
u de meest logische
draairichting van de
scherpstelring is.
)
DichtbijDichtbij
)
MF Assist Selecteer [On] om automatisch het beeld te vergroten voor
precieze scherpstelling als de scherpstelring naar de stand
handmatig scherpstellen gedraaid is.
P Set Home
Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen
als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
AF Illuminat. Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen.
I Face Priority
De camera geeft voorrang aan de gezichten of pupillen
van menselijke onderwerpen tijdens het scherpstellen. De
camera zoomt in op gezichten tijdens vergrote weergave.
39
S Button/Dial
MENU
c
S
Optie Beschrijving
g
AEL/AFL Wijs de scherpstelling of AE-vergrendeling toe aan de knop
Fn1 of R wanneer de functie van de knop is ingesteld op
[AEL/AFL].
88
AEL/AFL Memo Als [Off] is geselecteerd, wordt de belichting alleen
vergrendeld terwijl de knop is ingedrukt.
41
Button Function
Kies de functie die aan de geselecteerde knop is
toegewezen.
U Function
F, AEL/AFL, R REC, Preview, k, P Home, MF,
RAWK, Test Picture, Myset, Backlit LCD, IS Mode,
Live Guide, Digital Tele-converter, Off
89
V Function
R Function
I Function
F, #, jY, ISO, WB, d Lock
G Function
Dial Function Kies de rol voor de functieknop en de subregelaar. U kunt
de knop MENU ook gebruiken om de rotatierichting van de
functieknop of subregelaar en de verplaatsingsrichting van
de cursor te kiezen.
Dial Direction Kies de richting waarin de functieknop en de subregelaar
worden gedraaid om de sluitertijd of het diafragma aan
te passen of om de cursor te verplaatsen.
d Lock
Selecteer [On] om de functieknop en de subregelaar uit
te schakelen in de fotografeerstand.
R AF/MF
MENU
c
R
83
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
T Release
MENU
c
T
Optie Beschrijving
g
Rls Priority S Als u [On] selecteert, kan de sluiter ontspannen worden,
zelfs als de camera niet scherpgesteld is. Deze optie kan
afzonderlijk worden ingesteld voor de modi S-AF (Blz. 36)
en C-AF (Blz. 36).
Rls Priority C
U Disp/8/PC
MENU
c
U
Optie Beschrijving
g
HDMI [HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren als
een televisie wordt aangesloten via een HDMI-minikabel.
[HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen
bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die
HDMI-controle ondersteunen.
70
Video Out Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of
regio wordt gebruikt.
69
G/Info Settings
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop INFO
wordt ingedrukt.
[qInfo]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
schermvullende weergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt.
Om richtlijnen voor het kader te kiezen uit [w], [x], [y]
of [X], selecteert u [Displayed Grid].
[G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
de index- en kalenderweergave.
32, 33,
64
KControl Settings
Kies de regelaars die in elke opnamestand worden
weergegeven.
Regelaars
Stand Fotograferen
P/A/
S/M
A
ART SCN
Live Control (Blz. 20)
On/Off On/Off On/Off On/Off
SCP (Blz. 91)
On/Off On/Off On/Off On/Off
Live Guide (Blz. 18)
On/Off
Art Menu
On/Off
Scene Menu
On/Off
32
Picture Mode
Settings
Geef alleen het geselecteerde beeldeffect weer wanneer
live control of het superbedieningspaneel wordt gebruikt om
een beeldeffect te selecteren.
Histogram
Settings
[Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van
lichte partijen.
[Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
schaduwpartijen.
33
Mode Guide
Kies [On] om hulp weer te geven voor de geselecteerde stand
als de functieknop naar een nieuwe instelling wordt gedraaid.
10
Live View Boost Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven
om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de
belichtingscorrectie en andere instellingen van de effecten
zijn niet zichtbaar op de monitor.
ART LV Mode
[mode1]: Het ltereffect wordt altijd weergegeven.
[mode 2]: Filtereffecten zijn niet zichtbaar op de monitor
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies voor een
vloeiende weergave.
84
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Optie Beschrijving
g
q Close Up Mode
[mode1]: Druk op U om in te zoomen (maximaal 14 ×) en
druk op G om uit te zoomen.
[mode2]: Druk op U om het zoomkader weer te geven voor
de opgegeven zoomverhouding. Druk nogmaals op U om
in te zoomen.
14, 64
Info Off Kies hoelang informatie wordt weergegeven.
Backlit LCD Als gedurende de geselecteerde tijd geen handelingen
worden uitgevoerd, wordt de achtergrondverlichting gedimd
om de batterij te sparen. De achtergrondverlichting wordt
niet gedimd als [Hold] geselecteerd is.
Sleep De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode geen
handelingen worden uitgevoerd. De camera kan opnieuw
worden geactiveerd door de ontspanknop half in te drukken.
8 (Piepgeluid)
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de scherpstelling
vergrendeld wordt, op [Off] zetten door op de ontspanknop te
drukken.
Volume Het weergavevolume aanpassen. 15, 62,
66
USB Mode Kies een stand om de camera op een computer of printer aan
te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USB-modus weer
te geven telkens wanneer de camera wordt aangesloten.
V Exp/p/ISO
MENU
c
V
Optie Beschrijving
g
EV Step Kies de omvang van de stappen die worden gebruikt
bij het selecteren van de sluitertijd, het diafragma, de
belichtingscorrectie en andere belichtingsparameters.
Lichtmeting Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène. 41
AEL Metering Kies de metingsmethode die wordt gebruikt voor AE-lock
(Blz. 41). [Auto]: Gebruik de momenteel geselecteerde
metingsmethode.
ISO Stel de ISO-gevoeligheid in. 48
ISO Step Selecteer de beschikbare stappen voor het kiezen van de
ISO-gevoeligheid.
ISO-Auto Set
Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt wordt
voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd is voor [ISO].
[High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
[Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
ISO-Auto Kies de opnamestanden waarin de ISO-gevoeligheid [Auto]
beschikbaar is.
[P/A/S]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi behalve M. De ISO-gevoeligheid
is vastgezet op ISO 200 in stand M.
[All]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi.
U Disp/8/PC
MENU
c
U
85
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Optie Beschrijving
g
Bulb Timer U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd instellen.
Anti-shock z
Kies de tijd die er is tussen het indrukken van de
ontspanknop en het ontspannen van de sluiter. Dit vermindert
camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze
functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotogra e en
astrofotogra e. Dit is ook handig voor repeterende opnamen
(Blz. 49) en fotogra e met de zelfontspanner (Blz. 49).
W #Custom
MENU
c
W
Optie Beschrijving
g
#
X-Sync.
Kies de sluitertijd die wordt gebruikt als de its afgaat.
104
#
Slow Limit
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een its
wordt gebruikt.
104
w+F
In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde
van de belichtingscorrectie en wordt de itssterkteregeling
geactiveerd.
40, 60
X K/Color/WB
MENU
c
X
Optie Beschrijving
g
Noise Reduct. Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange
sluitertijden.
[Auto]: Ruisonderdrukking wordt alleen uitgevoerd bij lange
sluitertijden.
[On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast.
[Off]: Ruisonderdrukking uit.
Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd
nodig om het beeld op te nemen.
De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij
repeterende opnamen.
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt
deze functie niet optimaal.
53
Noise Filter Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij
hoge ISO-gevoeligheden.
WB Kies de stand voor witbalans. 43
All >
[All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi
behalve [CWB].
[All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi
behalve [CWB].
W Keep Warm
Color
Selecteer [Off] om “warme“ kleuren te elimineren uit foto's
die bij gloeilamplicht werden genomen.
#+WB
Pas de witbalans aan voor gebruik met een itser.
Color Space Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor
of printer worden weergegeven.
Shading Comp. Kies [On] om randverlichting te corrigeren naargelang het
type lens.
Voor teleconverters of tussenringen is er geen correctie.
Er kan ruis zichtbaar zijn aan de randen van foto's die met
een hoge ISO-gevoeligheid genomen zijn.
86
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Optie Beschrijving
g
K Set
Voor de beeldkwaliteit van JPEG-foto's hebt u keuze uit vier
combinaties van resolutie en compressiefactor. De camera
biedt keuze uit drie formaten en vier compressiefactoren
voor elke combinatie.
JPEG-beeldkwaliteiten aanpassen
1) Gebruik HI om een
combinatie ([K1] –
[K4]) te kiezen en
verander met FG.
2) Druk op Q.
F
1
SF
Y
2
F
X
3
N
W
4
SF
W
D
Set
Pixel Count
Back
Set
CompressiefactorAantal pixels
47
Pixel Count
Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat.
1) Selecteer [Pixel Count] in het tabblad X van het
c Custom-menu.
2) Selecteer [Xiddle] of
[Wmall] en druk op I.
3) Kies een aantal pixels
en druk op Q.
Xiddle
Wmall
2560×1920
1280×960
Pixel Count
Set
Back
47
Y Record/Erase
MENU
c
Y
Optie Beschrijving
g
Quick Erase Als u [On] selecteert, wordt het huidige beeld onmiddellijk
verwijderd als u op de D-knop drukt in de afspeelweergave.
RAW+JPEG Erase Kies welke actie wordt uitgevoerd als u in de enkelbeeld-
weergave (Blz. 15) een foto verwijdert die opgenomen is
met de instelling RAW+JPEG.
[JPEG]: Alleen de JPEG-kopie wordt verwijderd.
[RAW]: Alleen de RAW-kopie wordt verwijderd.
[RAW+JPEG]: Beide kopieën worden verwijderd.
Zowel de RAW- als JPEG-kopieën worden verwijderd
wanneer geselecteerde beelden worden verwijderd of
wanneer [All Erase] (Blz. 65) is geselecteerd.
47
File Name [Auto]: Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de
bestandsnummers van het vorige kaartje aangehouden.
Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste
nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat
beschikbaar is op het kaartje.
[Reset]: Als u een nieuwe kaartje plaatst, beginnen de
mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001.
Als u een kaartje plaatst waarop al foto's staan, beginnen
de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
hoogste bestandsnummer dat al op het kaartje stond.
X K/Color/WB
MENU
c
X
87
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Optie Beschrijving
g
Edit Filename Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven
door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de
bestandsnaam te bewerken.
sRGB: Pmdd0000.jpg Pmdd
AdobeRGB: _mdd0000.jpg mdd
Priority Set Kies de standaardkeuze ([Yes] of [No]) voor dialoogvensters
voor bevestiging.
dpi Setting Kies de printresolutie.
[Auto]: De printresolutie wordt automatisch geselecteerd
aan de hand van de resolutie.
[Custom]: Druk op I om een printresolutie te kiezen.
Copyright Settings Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het
auteursrecht toe aan nieuwe foto's. De naam kan tot
63 tekens lang zijn.
[Copyright Info.]: Selecteer [On] om de naam van de fotograaf
en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen in de Exif-
gegevens van nieuwe foto's.
[Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in.
[Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van het
auteursrecht.
1) Markeer een teken 2 en druk op Q om het
gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 1.
2) Herhaal stap 1 om de
naam te vervolledigen,
markeer vervolgens
[END] en druk op Q.
Om een teken te
verwijderen, drukt u op
de knop INFO om de
cursor in het naamvak
te plaatsen 1, markeer
het teken en druk op D.
!”#$%&
()
*+, -. /
01234567
89: ;<=>?
@
ABCDEFGH I JKLMNO
PQRSTUVWXY Z
[]_
abcde fgh i j k lmnEND
opqr s t uvwxyz
{}
ABCDE
05/70
Delete
Copyright Name
Cancel Set
1
2
OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen
over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
Z Movie
MENU
c
Z
Optie Beschrijving
g
nMode
Kies een stand om videobeelden op te nemen. Deze optie
kan ook worden geselecteerd met live control.
61
Movie+Still Kies [On] om een foto op te nemen als het opnemen van
videobeelden stopt.
92
Movie R
Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen.
Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control.
62
Y Record/Erase
MENU
c
Y
88
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
b
K
Utility
MENU
c
b
Optie Beschrijving
g
Pixel Mapping Met de functie Pixel Mapping kan de camera het
beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties
controleren en bijstellen.
98
Exposure Shift Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie
in de geselecteerde richting.
De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor
normale aanpassingen aan de belichting gebruikt
u de belichtingscorrectie (Blz. 40).
8 Warning
Level
Kies het batterijniveau waarop de waarschuwing 8 wordt
weergegeven.
6
Level Adjust Pas de hoek van de virtuele horizon aan.
[Reset]: Herstel de standaardhoek.
[Adjust]: Stel de virtuele horizon in op de huidige hoek van
de camera.
Touch Screen
Settings
Activeer het aanraakscherm. Kies [Off] om het aanraakscherm
uit te schakelen.
22
Eye-Fi* Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaartje
wordt gebruikt.
99
* Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u het Eye-Fi-kaartje uit de
camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi Settings].
De camera ondersteunt de “eindeloze“ Eye-Fi-stand niet.
AEL/AFL
MENU
c
S
[AEL/AFL]
De knoppen Fn1 en R kunnen worden gebruikt voor meting
of automatische scherpstelling. Kies een stand voor elke
scherpstelstand.
AEL/S-AF
AEL
AEL
AFL
mode1
S-AF AEL/AFL
ExposureFully
Half Way
Back Set
AEL/AFL
Stand
Ontspanknopfunctie
Fn1-knop of
R-knop functie
Half indrukken Helemaal indrukken
Als u de AEL-/AFL-
knop ingedrukt houdt
Scherp-
stellen
Belichting
Scherp-
stellen
Belichting
Scherp-
stellen
Belichting
S-AF
modus1
S-AF
Vastgehouden
–––
Vastgehouden
modus2
S-AF
Vastgehouden
Vastgehouden
modus3
Vastgehouden
S-AF
C-AF
modus1
C-AF start
Vastgehouden Vastgehouden
––
Vastgehouden
modus2
C-AF start
Vastgehouden Vastgehouden
Vastgehouden
modus3
Vastgehouden Vastgehouden
C-AF start
modus4
––
Vastgehouden Vastgehouden
C-AF start
MF
modus1
Vastgehouden
–––
Vastgehouden
modus2
–––
Vastgehouden
Vastgehouden
modus3
Vastgehouden
S-AF
89
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
U Function, V Function, R Function
MENU c S [Button Function]
[U Function]/SSiS[V Function]/[R Function]
U kunt de volgende functies toekennen aan de knoppen Fn1/Fn2 en R: De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de speci eke knop.
F
De belichtingscorrectie kan worden aangepast door de functieknop
of subregelaar te draaien wanneer de knop is ingedrukt.
AEL/AFL
Druk op de knop Fn1 of R om de scherpstelling en belichting te
vergrendelen.
R REC
Druk op de knop om een lm op te nemen. Als het opnemen van
lms momenteel niet aan een knop is toegewezen, kunnen lms
worden opgenomen door de functieknop naar n te draaien en op
de ontspanknop te drukken.
Preview (elektronisch) Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt (Blz. 51).
k
De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt ingedrukt
(Blz. 44).
P Home
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AF-kader
geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home] (Blz. 82).
De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid met
een p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om naar de
AF-kaderstand terug te keren. Als de camera wordt uitgeschakeld
terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt de home-positie
teruggesteld.
MF Druk op de knop om de handmatige scherpstelstand te
selecteren. Druk nogmaals op de knop om de voordien
geselecteerde AF-stand te herstellen.
RAW K
Druk op de knop om te schakelen tussen de opnamestanden
JPEG en RAW+JPEG.
Test Picture Om een foto te nemen en weer te geven op de monitor zonder
deze op het kaartje op slaan, drukt u de ontspanknop in terwijl u
de knop Fn1 of R indrukt.
Myset1 – Myset4
Foto's die genomen zijn met de knop Fn1 of R ingedrukt, worden
opgenomen met de instellingen die geselecteerd zijn voor [Reset/
Myset] (Blz. 35).
Backlit LCD
Druk op de knop Fn1/Fn2 of R om de monitor uit te schakelen.
Dit is handig als u de elektronische zoeker gebruikt. Druk
nogmaals op de knop om de monitor in te schakelen.
IS Mode Pas de instellingen voor de beeldstabilisatie aan.
Live Guide Druk op de knop om de livegidsen weer te geven.
Digital Tele-converter Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen.
Off Er is geen functie toegekend aan de knop.
90
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Opties van het accessoirepoortmenu
A OLYMPUS PENPAL Share
MENU
#
A
Optie Beschrijving
g
Please
Wait
Ontvang beelden en voeg hosts toe aan het adresboek.
71
Address
Book
[Address List]: Bekijk de hosts die in het adresboek zijn opgeslagen.
[New Pairing]: Voeg een host toe aan het adresboek.
[Search Timer]: Kies hoelang de camera naar een host zoekt.
72
My
OLYMPUS
PENPAL
Geef informatie weer voor uw OLYMPUS PENPAL, zoals de naam,
het adres en ondersteunde diensten. Druk op Q om de naam van het
apparaat te bewerken.
72
Picture
Send Size
Kies het formaat waarin beelden worden verzonden.
[Size 1: Small]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 640 × 480.
[Size 2: Large]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 1.920 × 1.440.
[Size 3: Medium]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 1.280 × 960.
71
B OLYMPUS PENPAL Album
MENU
#
B
Optie Beschrijving
g
Copy All Alle beeld- en geluidsbestanden worden gekopieerd tussen het
geheugenkaartje en OLYMPUS PENPAL. Van gekopieerde beelden
wordt de grootte aangepast overeenkomstig de optie die werd
geselecteerd voor de grootte van de beeldkopie.
72
Reset
Protect
Verwijder de bescherming van alle foto's in het OLYMPUS PENPAL-
album.
72
Album
Mem.
Usage
Toon het aantal foto's dat zich momenteel in het album bevindt, en
het aantal bijkomende foto's dat kan worden opgeslagen met [Size 2:
Medium].
72
Album
Mem.
Setup
[All Erase]: Verwijder alle foto's in het album.
[Format Album]: Formatteer het album. 72
Picture
Copy Size
Kies de grootte waarmee beelden worden gekopieerd.
[Size 1: Large]: De grootte van gekopieerde beelden wordt niet aangepast.
[Size 2: Medium]: Beelden worden gekopieerd met een grootte die
overeenkomt met 1.920 × 1.440.
72
C Electronic View nder
MENU
#
C
Optie Beschrijving
g
EVF Adjust
Pas de helderheid en de kleurtemperatuur
van de elektronische zoeker aan. De
geselecteerde kleurtemperatuur wordt
ook gebruikt tijdens de weergave
op de monitor. Gebruik HI om de
kleurtemperatuur (j) of de helderheid (k)
te selecteren, en gebruik FG om een
waarde te kiezen tussen [+7] en [-7].
-
5
j
+2
k
EVF Adjust
Back
Set
102
91
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Het superbedieningspaneel gebruiken
De term “superbedieningspaneel“ verwijst naar het onderstaande scherm, dat opname-
instellingen weergeeft samen met de optie die op dat moment voor elk van die instellingen
gekozen is.
Om het superbedieningspaneel te gebruiken, selecteert u [On] voor [KControl
Settings] > [SCP] (Blz. 83). Om te kiezen tussen live control, superbedieningspaneel en
andere weergaves, drukt u op Q terwijl de camera in de opnamestand geschakeld is en
drukt u op de knop INFO om de verschillende weergaves te doorlopen.
Recommended ISO
250250 F5.6
+
2.0
+
2.0
P
3838
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
2
3
4
5
1
6
7
8
9
0bced
a
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het
superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 48
3 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 49
4 Flitserfunctie ................................Blz. 59
5 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 60
6 Witbalans .....................................Blz. 43
Witbalanscorrectie .......................Blz. 44
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 45
8 Scherpte N .................................Blz. 46
Contrast J ..................................Blz. 46
Verzadiging T ............................Blz. 46
Gradatie z..................................Blz. 46
Z&W- lter x................................Blz. 46
Fototint y ...................................Blz. 46
9 Kleurruimte ..................................Blz. 85
0 Gezichtsprioriteit ....................Blz. 39, 82
a Lichtmeetstand ............................Blz. 41
b Beeldrand ....................................Blz. 48
c Beeldkwaliteit ...............................Blz. 47
d AF-modus ....................................Blz. 36
AF-kader ......................................Blz. 37
e Beeldstabilisator ..........................Blz. 42
# Let op
Niet weergegeven in de video-opnamestand.
1
In het superbedieningspaneel
selecteert u de gewenste instelling
met FGHI en drukt u op Q.
U kunt instellingen ook selecteren met de
functieknop of subregelaar.
Recommended ISO
250250 F5.6
P
3838
Super Fine
Off
mall
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
+RAW+RAW
4:3
Cursor
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
Herhaal stappen 1 en 2 indien nodig.
De geselecteerde instellingen worden automatisch
van kracht als er gedurende enkele seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
P
AUTOAUTO
200200 250250 320320 400400 500500 640640
ISO-A
200
3
Druk de ontspanknop half in om naar de opnamestand terug te keren.
92
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Films opnemen met de ontspanknop
Videobeelden worden meestal opgenomen met de knop R, maar de ontspanknop kan
worden gebruikt als andere functies werden toegewezen aan zowel de knop Fn1, Fn2
als R.
1
Stel de functieknop in op
n
.
2
Druk de ontspanknop half in en stel scherp
op hetgeen u wenst op te nemen.
Wanneer op het onderwerp scherpgesteld is,
licht het AF-bevestigingsteken op.
250250 F5.6 00:21:38
n
HD
AF-teken
n-weergavestand
Beschikbare
opnametijd
3
Druk de ontspanknop half in om de
opname te starten.
REC licht op wanneer lm en geluid tegelijk
worden opgenomen.
00:02:18
n
Wordt rood weergegeven
tijdens de opname
Totale
opnametijd
4
Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te beëindigen.
Een foto nemen als de lmopname eindigt
Selecteer [On] bij [Movie+Still] om een stilstaand beeld te nemen wanneer de lmopname
beëindigd is. Deze functie is handig als u zowel een stilstaand beeld als de lm wenst op
te nemen.
1
Selecteer [Movie+Still] op het tabblad Z van
het c Custom-Menu (Blz. 81).
2
Selecteer [On] en druk op Q.
P
n
Mode
Movie+Still
Movie
R
On
Off
Custom I
Back
Set
# Let op
Deze optie is alleen beschikbaar als de ontspanknop wordt gebruikt om lms op te nemen.
93
NL
De camera-instellingen aanpassen
10
Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe itser die beschikt over een afstandsbedieningsstand en bestemd
is voor gebruik met deze camera gebruiken voor draadloze itserfotogra e. De camera
kan onafhankelijk tot drie groepen sturen, bestaande uit de ingebouwde itser en/of
groepen externe itsers. Raadpleeg de documentatie die geleverd is bij de externe
itser voor meer informatie.
1
Zet de externe itsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
• Schakel elke itser in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
Selecteer een kanaal en groep voor elke itser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 107).
Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC- itsstand
U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk op
de knop INFO te drukken.
• Selecteer een itsstand (merk op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in
de RC-stand).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
Flitssterkte
250250 F5.6
0.0
0.0
P
3838
A Mode
TTL
M
Off
+5.0
TTL +3.0
1/8
LO
1
Ch
Groep
• Selecteer de itserfunctie
en pas de itssterkte
afzonderlijk aan voor elke
groep. Voor MANUAL
selecteert u de itssterkte.
Normale itser/Super
FP- itser
• Selecteer Normaal itsen
of Super FP- itsen.
Communicatie-lichtniveau
• Zet de lichtsterkte van
het communicatiesignaal
op [HI] (hoog), [MID]
(medium) of [LO] (laag).
Kanaal
• Zet het communicatie-
kanaal op hetzelfde kanaal
dat u op de itser gebruikt.
FlitssterkteFlitsregeling
Pas de instellingen aan voor
de ingebouwde itser.
4
Druk op de knop #UP om de ingebouwde itser omhoog te laten springen.
Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Bedieningsbereik van de
draadloze itser
Plaats de draadloze itsers met de afstands-
bedieningssensor gericht naar de camera.
Op de afbeelding hiernaast wordt het bereik
(bij benadering) weergegeven waarbinnen
de itsers kunnen worden geplaatst. Het
werkelijke bedieningsbereik varieert afhankelijk
van de plaatselijke omstandigheden.
7m
5m
100°100°
50°
50°
50°
50°
60°
60°
30°
30°
30°
30°
# Let op
Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe itsers te gebruiken.
• Externe itsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen.
Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuur itsen van de
ingebouwde itser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door de
intensiteit van de ingebouwde itser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
94
NL
Informatie
11
11
Fotografeertips en -informatie
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur.
De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm deze
op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera is automatisch uitgeschakeld
De camera wordt automatisch in de sluimerstand geschakeld om de batterij minder te
belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd.
g [Sleep] (Blz. 13)
Als er gedurende een ingestelde tijd (5 minuten) geen handelingen worden uitgevoerd
nadat de camera overgeschakeld is naar de sluimerstand, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
De itser wordt opgeladen.
Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het
knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera
bevinden of die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-teken knippert
op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel scherp op een onderwerp
met veel contrast op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp,
kadreer de foto en maak de opname.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert
Deze onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in
het midden van het
beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
AF-teken gaat
branden maar het
onderwerp is niet
scherpgesteld.
Onderwerpen
op verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt
niet binnen het
AF-gebied
Informatie
95
NL
Informatie
11
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen
beeldruis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met
lange sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [Noise Reduct.] instellen op
[Off]. g “De camera-instellingen aanpassen“ (Blz. 81)
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt. g “Datum en tijd instellen“ (Blz. 7)
De batterij is uit de camera verwijderd
De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer
1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als
de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat
u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
De ingestelde functies worden weer op de standaard
fabrieksinstellingen gezet.
Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan
P, A, S of M, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de
standaard fabrieksinstellingen.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig
is. Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap
niet helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen. g “Verwisselbare
lenzen“ (Blz. 100)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de
gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer
[Pixel Mapping] uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer.
g “Pixel mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 98)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [j] en [Noise Reduct.], enz.
96
NL
Informatie
11
Foutcodes
Aanduiding
op monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
No Card
U hebt geen kaartje in de camera
geplaatst of het kaartje wordt niet
herkend.
Steek een kaartje erin of steek
een ander kaartje erin.
Card Error
Er is een probleem met het kaartje.
Plaats het kaartje opnieuw in
de camera. Blijft het probleem
bestaan, dan moet u het kaartje
formatteren. Als het kaartje niet
geformatteerd kan worden, kan
dit niet gebruikt worden.
Write Protect
Opslaan op dit kaartje is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiligingsschakelaar
van het kaartje staat aan de
“LOCK“-kant. Verschuif de
schakelaar. (Blz. 99)
Card Full
Het kaartje is vol. Er kunnen
geen foto's meer worden
genomen of er kan geen
informatie, zoals printreservering,
meer worden opgeslagen.
Er is geen plaats op het
kaartje en printreservering of
nieuwe beelden kunnen niet
opgeslagen worden.
Vervang het kaartje door een
ander of wis overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over
naar een computer voordat
u beelden gaat wissen.
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
Clean Card
Format
Card Setup
Set
Het kaartje kan niet worden
gelezen. Het kaartje is eventueel
niet geformatteerd.
Selecteer [Clean Card], druk
op Q en schakel de camera uit.
Verwijder het kaartje en veeg
het metalen contactvlak met
een zachte, droge doek schoon.
• Selecteer [Format][Yes] en
druk vervolgens op
Q
om
het kaartje te formatteren.
Bij het formatteren worden alle
gegevens op het kaartje gewist.
No Picture
Er zijn geen foto's op het kaartje
opgeslagen.
Het kaartje bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Picture Error
Er heeft zich een probleem
met de geselecteerde foto
voorgedaan, waardoor dit beeld
met de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
Gebruik de
beeldbewerkingssoftware om het
beeld op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
The Image Cannot
Be Edited
Foto's die met een andere camera
zijn genomen kunnen niet met
deze camera bewerkt worden.
Gebruik beeldbewerkingssoftware
om de foto te bewerken.
Picture Error
Beelden kunnen niet worden
overgezet tussen apparaten die
momenteel gegevens ontvangen
of verzenden.
Verhoog de beschikbare hoeveelheid
geheugen op het kaartje door
bijvoorbeeld ongewenste beelden
te verwijderen, of kies een kleinere
bestandsgrootte voor de beelden die
u wilt verzenden.
97
NL
Informatie
11
Aanduiding
op monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
m
De interne temperatuur van
de camera is toegenomen
ten gevolge van repeterende
opnamen.
Schakel de camera uit en wacht tot
de interne temperatuur gedaald is.
Interne camera-
temperatuur
is te hoog.
Wacht even totdat
de camera is
afgekoeld, voordat
u deze gebruikt.
Wacht even totdat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
Laat de interne temperatuur van
de camera afkoelen, voordat u de
camera weer in gebruik neemt.
Battery Empty
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.
No Connection
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem
opnieuw, maar nu goed, aan.
No Paper
De papiervoorraad van de
printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier
in de printer.
No Ink
De inktvoorraad van de
printer is op.
Vervang de inktcassette in
de printer.
Jammed
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Settings Changed
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
bediend terwijl er instellingen op
de camera ingevoerd werden.
Bedien de printer niet, terwijl
u instellingen op de camera
maakt.
Print Error
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit.
Controleer de printer en hef
eventuele storingen op voordat
u beide apparaten weer inschakelt.
Cannot Print
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de
foto's te printen.
De lens is
vergrendeld. Laat
de lens naar buiten
komen.
De lens van de intrekbare lens
blijft ingeschoven.
Laat de lens naar buiten komen.
(Blz. 12)
Controleer de
status van de lens.
Er heeft zich een afwijking
voorgedaan tussen de camera
en de lens.
Schakel de camera uit, controleer
de verbinding met de lens en
schakel de stroomtoevoer weer in.
98
NL
Informatie
11
Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt
u de doek in een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens
met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze
bevestigt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes
vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt.
Maak de camera na gebruik schoon.
Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt
als de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
# Let op
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera
te beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat
u belangrijke foto's maakt.
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor heeft gebruikt of
continu foto's gemaakt heeft, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie
pixel mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
99
NL
Informatie
11
1
Selecteer [Pixel Mapping] op het tabblad b van het c Custom-menu
(Blz. 81).
2
Druk op I en druk vervolgens op Q.
Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [Busy]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
# Let op
Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
Info over het kaartje
Toepasbare geheugenkaartjes
In deze handleiding worden alle opslagapparaten
“kaartjes“ genoemd. De volgende soorten
SD-geheugenkaartjes (in de handel verkrijgbaar)
kunnen met deze camera worden gebruikt: SD,
SDHC, SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest
actuele informatie op de Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaartje
Het SD-kaartje is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u de
schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u niet schrijven naar het kaartje, gegevens
van het kaartje verwijderen of het kaartje formatteren. Zet de schakelaar
weer in de ontgrendelpositie om naar het kaartje te kunnen schrijven.
LOCK
# Let op
De gegevens op het kaartje zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het
formatteren van het kaartje of het wissen van de gegevens. Indien u het kaartje verwijdert,
dient u het te vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Gebruik het Eye-Fi-kaartje overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar
de camera wordt gebruikt.
Op plaatsen zoals een vliegtuig, waar Eye-Fi-communicatie verboden is, dient u het
Eye-Fi-kaartje uit de camera te verwijderen of [Eye-Fi] (Blz. 88) in te stellen op [Off].
Het Eye-Fi-kaartje kan heet worden tijdens het gebruik.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
Het geheugenkaartje formatteren
Kaartjes die op een computer of een andere camera zijn geformatteerd, moet u eerst
met deze camera formatteren voor u ze kunt gebruiken.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook eventuele
beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikt kaartje formatteren, controleer dan eerst of dit
kaartje geen opnamen bevat die u wilt bewaren.
1
Selecteer [Card Setup] in het
fotografeermenu W (Blz. 107).
2
Selecteer [Format].
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het kaartje wordt dan geformatteerd.
All Erase
Format
Card Setup
Back
Set
100
NL
Informatie
11
Batterij en laadapparaat
Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij. Gebruik alleen originele oplaadbare
batterijen van Olympus.
Gebruik alleen compatibele batterijladers om oplaadbare batterijen op te laden. BLS-1
batterijen moeten worden geladen met de BCS-1, BLS-5 batterijen met de BCS-5.
Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen, zal
de batterij snel leeg zijn.
Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor de
autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld.
Langdurig weergeven van beelden op de monitor.
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt.
Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor gebruik op met het meegeleverde laadapparaat.
De normaal laadtijd met het meegeleverde laadapparaat bedraagt ongeveer 3 uur 30 minuten
(schatting).
Gebruik geen laadapparaten die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de
meegeleverde batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor
gebruik met het meegeleverde laadapparaat.
# Let op
Er bestaat ontplof ngsgevaar als de batterij wordt vervangen door een batterij
van het verkeerde type. Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
“Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen“ (Blz. 114)
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken
Het laadapparaat kan in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen
het bereik van 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz), over de hele wereld. Afhankelijk van uw
land of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat
een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of
reisagentschap.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat het laadapparaat dan eventueel
niet goed functioneert.
Verwisselbare lenzen
Kies een lens volgens het motief en uw creatieve bedoeling. Gebruik
lenzen die uitsluitend bedoeld zijn voor het Four Thirds-systeem en
voorzien zijn van het label M. ZUIKO of het rechts weergegeven symbool.
Met een adapter kunt u ook Four Thirds- en OM-lenzen gebruiken.
# Let op
Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting
het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in
de camera terecht kunnen komen.
• Op stof ge plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen.
Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en
zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
101
NL
Informatie
11
M.ZUIKO DIGITAL lensspeci caties
Namen van onderdelen
1 Filtervatting
2 Zoomring (alleen zoomlenzen)
3 Scherpstelring
4 Index lensvatting
5 Elektrische contacten
6 Voorkap van de lens
7 Achterkap van de lens
Als de kap bevestigd
is op een lens met een
decoratieve ring, draait
u de ring naar links.
Lens- en cameracombinaties
Lens Camera Koppeling AF
Licht-
meting
Micro Four Thirds-lens
Micro Four Thirds-
camera
Ja Ja Ja
Four Thirds-lens Koppeling
mogelijk met
lensvattings-
adapter
Ja
*1
Ja
OM-lenzen Nee Ja
*2
Micro Four Thirds-lens Four Thirds-camera Nee Nee Nee
*1 [C-AF] en [C-AF+TR] van [AF Mode] kunnen niet worden gebruikt.
*2 Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk.
Belangrijkste technische gegevens
Functies
14 – 42 mm II R
17 mm 40 – 150 mm R 14 – 150 mm
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 14 – 42 mm 17 mm 40 – 150 mm 14 – 150 mm
Max. diafragma f/3.5 – 5.6 f/2.8 f/4.0 – 5.6 f/4.0 – 5.6
Beeldhoek 75° – 29° 64,9° 30,3° – 8,2° 75° – 8,2°
Con guratie van
de lens
7 groepen,
8 lenzen
4 groepen,
6 lenzen
10 groepen,
13 lenzen
11 groepen,
15 lenzen
Meerlaags-coating
Irisinstelling f/3.5 – 22 f/2.8 – 22 f/4.0 – 22 f/4.0 – 22
Scherpstelbereik
(Brandpuntsaf-
stand)
• 0,25 m–)
(14–19 mm)
• 0,3 m–)
(20–42 mm)
0,2 m – ) 0,9 m – ) 0,5 m – )
Scherpstelinstelling AF/MF wisseling
Gewicht (exclusief
kapjes)
115 g 71 g 190 g 260 g
Afmetingen
(Max. diameter ×
totale lengte)
l56,5×50 mm
l57×22 mm l63,5×83 mm l63,5×83 mm
Diameter
ltervatting
37 mm 37 mm 58 mm 58 mm
# Let op
De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één lter
gebruikt wordt of als er een dik lter wordt gebruikt.
102
NL
Informatie
11
Belangrijkste accessoires
Lensvattingsadapter
Met de lensvattingsadapter kan de camera worden gebruikt met lenzen die niet
voldoen aan de Micro Four Thirds-systeemnorm.
Four Thirds-lensadapter (MMF–2)
De camera heeft een MMF-2 Four Thirds-lensadapter nodig om Four Thirds-lenzen
te bevestigen. Bepaalde functies, zoals automatisch scherpstellen, zijn mogelijk niet
beschikbaar.
OM adapter (MF–2)
Gebruik deze adapter met bestaande OLYMPUS OM-lenzen. De scherpstelling en
het diafragma moeten handmatig worden aangepast. Beeldstabilisatie kan worden
gebruikt. Voer de brandpuntsafstand van de gebruikte lens in bij de instellingen voor
de beeldstabilisatie van de camera.
Afstandsbedieningskabel (RM-UC1)
Wordt gebruikt wanneer een zeer licht beweging van de camera tot onscherpe foto's
kan leiden, bijvoorbeeld bij macro- of tijdopnamen. De afstandsbedieningskabel wordt
aangesloten op de USB-connector van de camera.
Voorzetlenzen
Voorzetlenzen worden op de cameralens bevestigd om snel en eenvoudig over te
schakelen naar sh-eye- of macrofotogra e. Op de website van OLYMPUS vindt
u meer informatie over de lenzen die u kunt gebruiken.
Gebruik de geschikte lenskoppeling voor de stand SCN (f, w, of m).
Macro-armlamp (MAL–1)
Gebruik deze lamp om onderwerpen voor macrofotogra e te verlichten, zelfs op afstanden
waar met de itser vignettering zou optreden.
Microfoonset (SEMA-1)
Maakt opnamen van hogere kwaliteit dan met de in de camera ingebouwde
microfoon. De microfoon kan op een afstand van de camera worden geplaatst om
omgevingsgeluiden of geluid van de wind te vermijden. In de handel verkrijgbare
microfoons van andere fabrikanten kunnen ook worden gebruikt met het oog op uw
creatieve bedoelingen (voeding via l3,5 mm stereo-ministekker).
Elektronische zoeker (VF-2)
Elektronische zoekers kunnen worden gebruikt om het te fotograferen beeld te
bekijken. Dit is handig als u zich in een erg heldere omgeving bevindt, bijvoorbeeld
in direct zonlicht, waar u de monitor moeilijk kunt zien of als u de camera in een lage
hoek gebruikt.
Cameragreep
U kunt de cameragreep vervangen. Om de greep te verwijderen, draait u de
greepschroef los.
103
NL
Informatie
11
Waarschuwingsindicatie belichting
Als de camera de juiste belichting niet kan instellen als u de ontspanknop half indrukt,
knippert de indicatie op de monitor.
Stand
Foto-
graferen
Waarschuwings-
indicatie (knippert)
Status Actie
P
60"
60"
F2.8
F2.8
Het onderwerp
is te donker.
Verhoog de ISO-waarde.
• Gebruik de itser.
4000
4000
F22
F22
Het onderwerp
is te helder.
Verlaag de ISO-waarde.
Gebruik een in de handel verkrijgbaar
grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken.
A
30"
30"
F5.6
F5.6
Het onderwerp
is onderbelicht.
Verlaag de diafragmawaarde.
Verhoog de ISO-waarde.
4000
4000
F5.6
F5.6
Het onderwerp
is overbelicht.
Verhoog de diafragmawaarde.
Verlaag de ISO-waarde of gebruik
een in de handel verkrijgbaar grijs lter
(ND- lter) om de hoeveelheid licht te
beperken.
S
2000
2000
F2.8
F2.8
Het onderwerp
is onderbelicht.
Kies in dit geval een langere sluitertijd.
Verhoog de ISO-waarde.
125
125
F22
F22
Het onderwerp
is overbelicht.
Kies een snellere sluitertijd.
Verlaag de ISO-waarde of gebruik
een in de handel verkrijgbaar grijs lter
(ND- lter) om de hoeveelheid licht te
beperken.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
104
NL
Informatie
11
Beschikbare itsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Foto-
graferen
Super-
bediening-
spaneel
Flitserfunctie
Flits-
moment
Voorwaarden om
de itser te laten
itsen
Grens van
sluitertijd
P/A
#AUTO
Auto itsen
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht *
1/30 sec. –
1/180 sec.
!
Auto itsen
(rode ogen
onderdrukken)
#
Invul itsen Ontsteekt altijd
30 sec. –
1/180 sec.
$
Flitser uit
kk k
!
SLOW
Trage synchronisatie
(rode ogen
onderdrukken)
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht *
60 sec. –
1/180 sec.
#SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
#
SLOW2
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluiter-
gordijn
S/M
#
Invul itsen
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/180 sec.
#!
Invul itsen
(rode ogen
onderdrukken)
$
Flitser uit
kk k
#
2nd-C
Invul its/trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/180 sec.
* Met de itser in de stand Super FP detecteert de itser het tegenlicht en ontsteekt langer
dan voor een normale its alvorens licht uit te stralen.
#AUTO, $ kan worden ingesteld in de modus A.
Minimumbereik
De lens kan schaduwen werpen over
onderwerpen die zich dicht bij de camera
bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de
onderwerpen kunnen te helder zijn, zelfs bij
minimale itssterkte.
Lens
Afstand bij benadering
waarop vignettering
optreedt
14 – 42 mm 0,5 m
17 mm 0,25 m
40 – 150 mm 1,0 m
14 – 150 mm
Flitser kan niet worden
gebruikt
Gebruik optionele externe itsers om vignettering te voorkomen. Om overbelichte foto's te
voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een hoge f-waarde, of u vermindert de
ISO-gevoeligheid.
105
NL
Informatie
11
Flitsersynchronisatie en sluitertijd
Stand
Foto-
graferen
Flitsmoment
Bovenste
limiet van
synchronisatie-
moment
*1
Vast
moment als
itser itst
*2
P
1/(brandpuntsafstand van lens × 2)
of synchronisatiemoment, waarbij
de traagste waarde voorrang heeft
1/180
1/60
A
S
De ingestelde sluitertijd
M
*1 Kan worden gewijzigd in het menu: 1/60 1/180 [#X-Sync.]: g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
*2 Kan worden gewijzigd in het menu: 30 1/180 [#Slow Limit]: g “De camera-instellingen
aanpassen“ (Blz. 81)
Fotograferen met een externe itser
Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe itsers gebruiken
om een itser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe itsers
communiceren met de camera, zodat u de itserfuncties van de camera kunt uitbreiden
met andere itserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP.
Monteer een voor deze camera geschikte externe itser op de itsschoen van de
camera. U kunt de itser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met
behulp van de itskabel (optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die
geleverd is bij de externe itser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe itsers
Optionele
itser
Flitsregeling RG (richtgetal) (ISO100) RC-functie
FL-50R
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
RG50 (85 mm*) RG28 (24 mm*)
D
FL-36R RG36 (85 mm*) RG20 (24 mm*)
D
FL-300R TTL-AUTO, MANUAL GN20 (28 mm*)
D
FL-14 TTL-AUTO, AUTO, MANUAL RG14 (28 mm*)
RF-11
TTL-AUTO, MANUAL
RG11
TF-22 RG22
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent).
106
NL
Informatie
11
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat
kan worden opgeslagen
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met
een breedte-hoogteverhouding van 4:3.
Beeld-
kwaliteit
Aantal pixels
(Pixel Count)
Compressiefactor
Bestands-
formaat
Bestands-
grootte (MB)
Aantal stilstaande
beelden dat kan
worden opgeslagen
*1
RAW
4032×3024
Verliesvrije
compressie
ORF Ca. 13,8 55
YSF
1/2.7
JPEG
Ca. 8,4 102
YF
1/4 Ca. 5,9 146
YN
1/8 Ca. 2,7 322
YB
1/12 Ca. 1,8 480
XSF
3200×2400
1/2.7 Ca. 5,6 155
XF
1/4 Ca. 3,4 257
XN
1/8 Ca. 1,7 508
XB
1/12 Ca. 1,2 753
XSF
2560×1920
1/2.7 Ca. 3,2 271
XF
1/4 Ca. 2,2 398
XN
1/8 Ca. 1,1 782
XB
1/12 Ca. 0,8 1.151
XSF
1920×1440
1/2.7 Ca. 1,8 476
XF
1/4 Ca. 1,3 701
XN
1/8 Ca. 0,7 1.356
XB
1/12 Ca. 0,5 1.968
XSF
1600×1200
1/2.7 Ca. 1,3 678
XF
1/4 Ca. 0,9 984
XN
1/8 Ca. 0,5 1.906
XB
1/12 Ca. 0,4 2.653
WSF
1280×960
1/2.7 Ca. 0,9 1.034
WF
1/4 Ca. 0,6 1.488
WN
1/8 Ca. 0,4 2.773
WB
1/12 Ca. 0,3 3.813
WSF
1024×768
1/2.7 Ca. 0,6 1.564
WF
1/4 Ca. 0,4 2.260
WN
1/8 Ca. 0,3 4.068
WB
1/12 Ca. 0,2 5.547
WSF
640×480
1/2.7 Ca. 0,3 3.589
WF
1/4 Ca. 0,2 5.085
WN
1/8 Ca. 0,2 7.627
WB
1/12 Ca. 0,1 10.170
*1 Bij een SD-kaartje van 1GB.
# Let op
Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp,
eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde gevallen
verandert het aantal resterende beelden op de monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's
maakt of opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen is 9999.
Voor de beschikbare opnametijden voor lms raadpleegt u de Olympus-website.
107
NL
Informatie
11
Menulijst
*1: Kan worden toegevoegd aan [Myset].
*2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren.
*3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
K Fotografeermenu
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
W
Card Setup 65, 99
Reset/Myset
D
35
Beeldeffect
jNatural
DDD
45
K
Still Picture
YN
DDD
47
Film
k
Image Aspect 4:3
DDD
48
X
j/Y
o
DDD
49
Beeldstabilisator
e
DDD
42
Bracketing
AE BKT Off
DDD
57
WB BKT
A – B
Off 57
G – M
FL BKT Off 58
ISO BKT Off 58
ART BKT Off 58
Multiple Exposure
Frame Off
DD
56Auto Gain Off
Overlay Off
w
±0,0
DDD
60
#RC-functie
Off
DDD
93
Digital Tele-converter Off
DDD
58
q Weergavemenu
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
q
m
Start
66
BGM Melancholy
DD
Effect Fade
DD
Slide All
DD
Slide Interval 3 sec
D
Movie Interval Short
D
R
On
DD
65
Edit
Sel. Image
RAW Data Edit 67
JPEG Edit 67
R
68
Image Overlay 68
<
76
Reset Protect 65
108
NL
Informatie
11
d Setup-menu
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
d
X
7
W *
D
80
i
j ±0, k ±0, Vivid
DD
80
Rec View 5 sec
DDD
80
c/# Menu Display
c Menu Display
Off
D
80
# Menu Display
Off
Firmware 80
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
c Custom-menu
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
cR
AF/MF
AF Mode
Still Picture S-AF
DDD
81
Film C–AF
Full-time AF Off
DDD
AF Area
o
DDD
P Set Up
Spiral
DD
Reset Lens On
DD
Bulb Focusing On
DD
Focus Ring
b
DDD
82
MF Assist Off
DD
P Set Home
o
DD
AF Illuminat. On
DDD
I
Face Priority
K
DD
S
Button/dial
AEL/AFL
S-AF modus1
DDD
82
C-AF modus2
MF modus1
AEL/AFL Memo On
DDD
Button
Function
U Function
L
DDD
V Function
F
R Function R REC
I Function
#
G Function
j/Y
Dial
Function
P
j: Ps
j: Ps
DD
A
j:
FNo.
j:
FNo.
S
j: Shutter
j: Shutter
M
j: Shutter
j: FNo.
Menu
j: A/Waarde
j: B
q j:
Prev/Next
j: GU
Dial
Direction
Belichting Dial1
DD
Menu Dial1
dLock
Off
DD
T
Release
Rls Priority S Off
DDD
83
Rls Priority C On
DDD
109
NL
Informatie
11
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
U
Disp/8/PC
HDMI
HDMI Out 1080i
D
83
HDMI Control Off
D
Video Out*
D
G/Info
Settings
q Info
Image Only, Overall
DDD
LV-Info
Image Only, u
DD
G Settings
O, Calendar
DD
KControl
Settings
iAUTO Live Guide
D
P/A/S/M Live Control
D
ART Art Menu
D
SCN Scene Menu
D
Picture Mode Settings On
DD
Histogram
Settings
Highlight 255
D
Shadow 0
Mode Guide On
D
Live View Boost Off
DDD
ART LV Mode modus1
D
q Close Up Mode
modus1
D
84
Info Off 10 sec
DDD
Backlit LCD Hold
DDD
Sleep 1 min
DDD
8
On
DDD
Volume 3
D
USB Mode Auto
DD
V
Exp/p/ISO
EV Step 1/3EV
DDD
84
Lichtmeting
p
DDD
AEL Metering Auto
DDD
ISO Auto
DDD
ISO Step 1/3EV
DDD
ISO-Auto Set
High Limit: 1600
Default: 200
DDD
ISO-Auto P/A/S
DDD
Bulb Timer 8 min
DDD
Anti-Shock z
Off
DDD
W
# Custom
#X-Sync.
1/180
DDD
85
#Slow Limit
1/60
DDD
w+F
Off
DDD
X
K/Color/WB
Noise Reduct. Auto
DDD
85
Noise Filter Standard
DDD
WB Auto A : 0, G : 0
DDD
All >
All Set
DD
All Reset
D
W Keep Warm Color
On
DDD
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
110
NL
Informatie
11
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
#
+WB
Off
DDD
85
Color Space sRGB
DDD
Shading Comp. Off
DDD
K Set
DDD
86
Pixel
Count
Xiddle
2.560×1.920
DDD
Wmall
1.280×960
Y
Record/Erase
Quick Erase Off
DDD
86RAW+JPEG Erase RAW+JPEG
DDD
File Name Auto
D
Edit Filename Off
D
87
Priority Set No
DD
dpi Setting Auto
D
Copyright
Settings
Copyright Info. Off
D
Artist Name
Copyright Name
Z
Film
nMode
P
DD
87
Movie+Still Off
DDD
Movie R
On
DDD
b
K Utility
Pixel Mapping
88
Exposure
Shift
p
±0
DDD
J
5
8 Warning Level
±0
D
Level Adjust
D
Touch Screen Settings On
DD
Eye-Fi Off
DD
# Accessoirepoortmenu
Tabblad
Functie Standaard *1 *2 *3
g
#A
OLYMPUS PENPAL Share
Please Wait 71, 90
Address
Book
Address List
90
Search Timer 30 sec
D
New Pairing
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size Size 1: Small
D
B
OLYMPUS PENPAL Album
Copy All
90
Reset Protect
Album Mem. Usage
Album Mem. Setup
Picture Copy Size Size 2: Medium
D
C
Electronic View nder
EVF Adjust
j ±0, k ±0
DD
90
111
NL
Informatie
11
Technische gegevens
Camera
Producttype
Producttype Digitale camera met verwisselbaar lenssysteem
Lens M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Equivalente
brandpuntsafstand op
een kleinbeeldcamera
Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement
Producttype 4/3" Live MOS-sensor
Totaal aantal pixels Ca. 13.060.000 pixels
Aantal effectieve pixels Ca. 12.300.000 pixels
Schermgrootte 17,3 mm (H) × 13,0 mm (V)
Breedte-hoogteverhouding 1,33 (4:3)
Live view (live bekijken)
Sensor Gebruikt Live MOS-sensor
Gezichtsveld 100%
Monitor
Producttype
3,0
organisch elektro-luminescent display, aanraakscherm
Totaal aantal pixels Ca. 610.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3 : 2)
Sluiter
Producttype Automatische spleetsluiter
Sluiter 1/4000 60 sec., tijdopnamen
Autofocus
Producttype Detectiesysteem beeldcontrast
Autofocuspunten 35 punten
Selectie van scherpstelpunt
Auto, Optioneel
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/Spotmeting
Lichtmeetbereik EV–1 18 (Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/
Spotmeting)
Fotofuncties
A: iAUTO/P: Programma AE (programma-aanpassing mogelijk)/
A: Diafragmavoorkeuze AE/S: Sluitertijdvoorkeuze AE/M: Handmatig/
ART: Kunst lter/SCN: Motief/n: Film
ISO-gevoeligheid 200 12.800 (1/3, 1 EV step)
Belichtingscorrectie ±3 EV (1/3, 1/2, 1 EV-stap)
Witbalans
Producttype Beeldopneemelement
Functie-instelling Auto/Vooraf ingestelde WB (6 instellingen)/Voorkeursinstelling WB/WB
met 1 knop
Opnemen
Opslagmedium SD/SDHC/SDXC/Eye-Fi-kaartje
Opslagsysteem Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system (DCF)), RAW-gegevens, MP-formaat
Compatibel met normen Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
Wave-indeling
Film AVI Motion JPEG/AVCHD
Audio
PCM 48 kHz/Dolby Digital
Beelden weergeven
Weergaveformaat
Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave/Kalenderweergave
112
NL
Informatie
11
Sluiterfunctie
Sluiterfunctie Enkelbeeldopnamen/Repeterende opnamen/Zelfontspanner
Repeterende opnamen 3 beelden/sec.
Zelfontspanner Vertragingstijd: 12 sec., 2 sec.
Flitser
Richtgetal 10 (ISO200)
Flitsregeling TTL-AUTO (TTL-voor itsfunctie)/MANUAL
Synchronisatiesnelheid 1/180 sec. of trager
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/HDMI-miniconnector (type C)/accessoirepoort
Stroomvoorziening
Batterij Li-ionbatterij ×1
Afmetingen/gewicht
Afmetingen 122,0 mm (B) × 69,1 mm (H) × 34,3 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
Gewicht Ca. 369 g (met batterij en kaartje)
Bedrijfscondities
Temperatuur 0 °C 40 °C (tijdens bedrijf)/–20 °C 60 °C (tijdens opslag)
Relatieve vochtigheid 30% 90 % (tijdens bedrijf)/10 90 % (tijdens opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-De nition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
Batterij/lader
Lithium-ionbatterij
MODELNR. BLS-1 (PS-BLS1) BLS-5
Producttype Herlaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning DC 7,2 V
Nominale capaciteit 1.150 mAh
Aantal keren laden
en ontladen
Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur 0 °C 40 °C (tijdens laden)
Afmetingen Ca. 35,5 mm (B) × 12,8 mm (H) × 55 mm (D)
Gewicht Ca. 46 g Ca. 44 g
Lithium-ionlader
MODELNR. BCS-1 (PS-BCS1) BCS-5
Nominaal
ingangsvermogen
AC 100 V – 240 V (50/60 Hz)
Nominaal
uitgangsvermogen
DC 8,35 V, 400 mA
Laadtijd Ca 3 uur 30 minuten (kamertemperatuur bij gebruik van de BLS-5)
Omgevingstemperatuur 0 °C 40 °C (tijdens bedrijf)/-20 °C 60 °C (tijdens opslag)
Afmetingen Ca. 62 mm (B) × 38 mm (H) × 83 mm (D)
Gewicht (zonder
AC-kabeltje)
Ca. 72 g Ca. 70 g
Het AC-kabeltje dat bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden
gebruikt en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met
dit apparaat.
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE
FABRIKANT.
113
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
12
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
NIET OPENEN
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD
WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN
WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN
ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke
aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van
de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
WAAR-
SCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING !
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN
OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Lees alle gebruiksaanwijzingen
Lees,
voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle
gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle handleidingen
en documentatie om deze later nog eens te
kunnen raadplegen.
ReinigenTrek voordat u het apparaat
gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige
doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit
vloeibare of aerosole reinigingsmiddelen, of welk
soort organische oplosmiddelen dan ook, om het
apparaat te reinigen.
Accessoires — Gebruik voor uw veiligheid
en om beschadigingen aan dit product te
voorkomen, uitsluitend de door Olympus
aanbevolen accessoires.
Water en vocht — Voor de
voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt
u de desbetreffende paragrafen over de
weerbestendigheid.
Plaats van opstelling
Bevestig het
product op een statief, standaard of beugel
om beschadigingen te voorkomen.
Elektrische voedingsbron — Sluit de
camera uitsluitend aan op de in de technische
gegevens beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen
Steek om
persoonlijke letsel te voorkomen, nooit een
metalen voorwerp in de camera.
Hitte — Gebruik of berg de camera nooit op in
de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat
of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van
stereo-versterkers.
Voorzorgsmaatregelen bij de
omgang met het product
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de buurt van
brandbare of explosieve gassen.
Gebruik de itser en LED nooit bij
personen (zuigelingen, kleine kinderen,
enz.) die zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand
van de gezichten van de te fotograferen
personen bevinden. Het te dicht bij de ogen
van de te fotograferen personen itsen kan
tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
Houd de camera uit de buurt van kleine
kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op
buiten het bereik van kleine kinderen en
zuigelingen omdat anders de volgende
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die
ernstig letsel kunnen veroorzaken:
114
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Verward raken in de riem van de camera,
wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen,
kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de itser terwijl
ze in de itser kijken of vlak voor de ogen
van andere kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door
bewegende delen van de camera.
Kijk met de camera niet recht in de zon
of in het licht van sterke lichtbronnen.
Gebruik en berg de camera niet op in
stof ge of vochtige ruimten.
Dek de itser, op het moment dat die
ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
Bespeurt u in de buurt van de camera
ongewone geuren, vreemde geluiden of
rook, gebruik de camera dan onmiddellijk
niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit
de camera omdat u zich dan kunt branden.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Laat de camera nooit achter op plaatsen
waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de
kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit
gaan en in sommige gevallen zelfs brand
worden veroorzaakt.
Gebruik het laadapparaat niet als dit is
bedekt (bijvoorbeeld een deken). Hierdoor
kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand
ontstaan.
Behandel de camera met zorg om te
voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat,
kan oververhitting ontstaan en kunt u zich
branden. Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen,
dan kan hij heet worden. Hanteert u de
camera in deze toestand, dan kan dat
een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage
temperaturen kunnen optreden, kan de
temperatuur van het camerahuis lager
worden dan de omgevingstemperatuur.
Draag waar mogelijk handschoenen als
u de camera bij lage temperaturen hanteert.
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera
met u meedraagt. De riem kan achter een
vreemd voorwerp blijven haken en zo
ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te
voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit
raken, ontbranden, exploderen of elektrische
schokken of verbrandingen veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad
de batterij op met het voorgeschreven
laadapparaat. Gebruik geen andere
laadapparaten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi
ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of
opbergen van batterijen om te voorkomen dat
ze in aanraking komen met metalen objecten,
zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar
ze blootgesteld kunnen worden aan direct
zonlicht of aan hoge temperaturen, zoals in
een afgesloten auto in de zon, in de buurt
van warmtebronnen, enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking
tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op,
om te voorkomen dat de batterijen gaan
lekken of de contacten ervan beschadigd
raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar te
halen of op een of andere manier aan te
passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen,
enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht
gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk
overvloedig met schoon, stromend water en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van
kleine kinderen. Als een kind per ongeluk
een batterij heeft doorgeslikt, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
Als u vaststelt dat het laadapparaat rook,
warmte, een ongewoon geluid of een
ongewone geur afgeeft, dient u het gebruik
onmiddellijk te stoppen en de stekker van
het laadapparaat uit het stopcontact te
halen, waarna u contact opneemt met een
geautoriseerde verdeler of servicedienst.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan
lekken, oververhit raken, brand veroorzaken
of exploderen, uitsluitend het voor dit product
aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing,
in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen
de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de
batterijen dan niet verder op en gebruik ze
niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of
gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of
vervormd, of gedraagt de batterij zich op
een of andere manier afwijkend, gebruik
de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht
is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en
spoel het onmiddellijk met schoon, stromend,
koud water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken
of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd
op lekkage, verkleuringen, vervormingen of
andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de
batterijen heet worden. Verwijder de batterij
nooit onmiddellijk na gebruik van de camera
om kleine brandwonden te voorkomen.
115
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet
te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Deze camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik
geen ander type batterij. Lees de handleiding
voor de batterij zorgvuldig door voor een
veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden
als de polen van de batterij nat of vettig zijn.
Droog de batterij voor gebruik goed met een
droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het
eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd
niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij
zo warm mogelijk te houden, indien de
camera wordt gebruikt met batterijvoeding
bij een lage temperatuur. Het is mogelijk
dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de
kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is afhankelijk
van de lichtomstandigheden of van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan,
voordat u een lange reis maakt, met name
als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk
dat het aanbevolen type batterij in het
buitenland niet verkrijgbaar is.
Wanneer de camera gedurende lange tijd
niet zal worden gebruikt, dient u deze op
een koele plaats op te bergen.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled
worden om de natuurlijke hulpbronnen
te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege
batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en
neem altijd de plaatselijke voorschriften en
regelgeving in acht.
Let op de werkomgeving
Laat de camera, ter bescherming van de
hoge-precisietechnologie die er aan ten
grondslag ligt, nooit achter op de hieronder
genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en
niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en/of
relatieve vochtigheid of plaatsen waar
extreme uctuaties in de temperatuur
optreden. Direct zonlicht, aan het strand,
in een afgesloten auto, of in de buurt van
warmtebronnen (kachels, radiatoren,
enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stof ge omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of
explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer
of in de regen. Lees, ook als u een
weerbestendig product gebruikt, de
handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen
optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet
bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is,
stelt u de positie van de camera met de
statiefkop in. Verdraai de camera niet.
Laat de camera niet achter met de lens op
de zon gericht. Daardoor kan de lens of het
sluitergordijn beschadigd raken en kunnen
kleurvervalsing of nevenbeelden op het
beeldopneemelement optreden en kan zelfs
brand ontstaan.
Laat de elektrische contacten van de camera
en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk
eraan het kapje erop te doen als u de lens
verwijdert.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt
de camera langere tijd achtereen niet te
gebruiken. Kies een koele, droge plaats om
de camera op te bergen om condensvorming
of schimmelvorming in de camera te
voorkomen. Is de camera langere tijd
opgeborgen geweest, dan schakelt u deze
in en controleert u de juiste werking door de
ontspanknop in te drukken.
De camera kan een storing vertonen als hij
wordt gebruikt op een plaats die blootstaat
aan een magnetisch/elektromagnetisch
veld, radiogolven of hoogspanning, zoals
in de buurt van een televisie, magnetron,
videospel, luidsprekers, grote monitor, TV-/
radiomast of zendmasten. In dergelijke
gevallen schakelt u de camera uit en weer
aan voor u hem verder gebruikt.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld
zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn
beschreven in de handleiding van de camera.
Raak het beeldopneemelement van de
camera niet aan en wrijf er niet over.
Monitor
Aan de achterzijde van de camera wordt een
organisch elektro-luminescent display gebruikt.
Als hetzelfde beeld gedurende lange tijd
wordt weergegeven, kan het beeld in het
display inbranden, waardoor bepaalde
delen van de monitor minder helder zijn of
marmering vertonen. In sommige gevallen
kan dit effect permanent zijn. Dit heeft geen
invloed op de beeldgegevens.
In het onwaarschijnlijke geval dat de monitor
breekt, mag u het organisch materiaal niet in
uw mond steken. Materiaal dat zich vasthecht
op uw handen, voeten of kleding moet
onmiddellijk worden afgespoeld.
Langs onder- en bovenrand van het
monitorbeeld kan een heldere band
verschijnen, maar dat wijst niet op een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een
object, dan kunnen de contouren van het
beeld er op de monitor gerafeld uitzien, maar
dat wijst niet op een defect. Met de camera
in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen
optreden kan het enkele momenten duren
voordat de monitor oplicht of kunnen tijdelijke
kleurverschuivingen optreden.
Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera
tussen de opnamen op een warme plaats op
te bergen. Een monitor die slecht presteert
als gevolg van lage temperaturen herstelt
zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
De monitor is gemaakt met hoge-
precisietechnologie. Er kunnen echter zwarte
of lichte punten op de monitor verschijnen.
Als gevolg van de karakteristieke
eigenschappen van de monitor of van de
hoek waaronder u het beeld op de monitor
bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in kleur en
helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
116
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Lens
Niet onderdompelen in water of nat laten
worden.
Niet laten vallen of geweld op de lens
uitoefenen.
Houd het beweegbare deel van de lens
niet vast.
Raak het lensoppervlak niet direct aan.
Raak de contactpunten niet direct aan.
Niet blootstellen aan abrupte
temperatuurwijzigingen.
Het temperatuurbereik voor bediening is
–10 °C –40 °C. Gebruik de camera altijd
binnen dit temperatuurbereik.
Wettelijke en andere bepalingen
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat, of van aanspraken
van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit
het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend
aanvaard, ten aanzien van of met betrekking
tot de inhoud van dit geschreven materiaal
of van de software en kan in geen enkel
opzicht aansprakelijk worden gesteld voor
enige stilzwijgende waarborg met betrekking
tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid
voor enige speci ek doel of voor enige
directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige
of andere schade (met inbegrip van en
niet beperkt tot schade door derving van
inkomsten of verlies van zakelijke winsten,
onderbreking van zakelijke activiteiten
en verlies van zakelijke informatie) die
voortvloeien uit het gebruik van of niet
kunnen gebruiken van het geschreven
materiaal of van de software of van de
apparatuur. Sommige landen accepteren
een dergelijke uitsluiting of beperking op de
aansprakelijkheid voor directe of indirecte
schade of van de stilzwijgende waarborg
niet, zodat de hierboven opgesomde
beperkingen mogelijk op uw situatie niet
van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze
handleiding voor.
Waarschuwing
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het
auteursrecht van toepassing is kan schending
van het auteursrecht betekenen. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik
van de apparatuur of voor handelingen die in
strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit
geschreven materiaal of van deze software
mag zonder vooraf verkregen schriftelijke
toestemming van Olympus op geen enkele wijze
of langs welke elektronische of mechanische
weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren,
het langs elektronische weg vastleggen
en het gebruik van informatieopslag en
informatiezoeksystemen, worden gebruikt
of gereproduceerd. Olympus aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid voor de in
deze handleiding of in de software besloten
informatie, of voor schade die kan voortvloeien
uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus
behoudt zich het recht voor de uitvoering en de
inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
Storing in radio- en televisieontvangst
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de
fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft
verleend, kunnen het recht van de gebruiker
om dit apparaat te bedienen ongeldig maken.
Dit apparaat werd getest en is gebleken te
voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur
Class B volgens Part 15 van de FCC Rules.
Deze beperkingen zijn opgesteld om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke
interferentie bij een residentiële installatie.
Dit apparaat produceert, gebruikt en straalt
mogelijk radiofrequentie-energie uit. Indien
het apparaat niet wordt geïnstalleerd
en gebruikt volgens de instructies, kan
dit storende effecten veroorzaken voor
radiocommunicatie.
Er wordt echter geen enkele garantie
gegeven dat er bij een bepaalde installatie
geen storingen optreden. Als dit apparaat
radio- en televisieontvangst hinderlijk
stoort, wat kan worden bepaald door het
apparaat uit en weer in te schakelen, wordt
de gebruiker geadviseerd te trachten de
storing op te heffen door een of meer van
de volgende maatregelen te treffen:
Richt de ontvangstantenne anders of
verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen apparaat en
ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact
van een andere groep dan die waarop de
ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een
ervaren radio / televisie-technicus. Voor
het aansluiten van de camera op een
personal computer (PC) mag uitsluitend
het door OLYMPUS bij de camera
geleverde USB-kabeltje worden gebruikt.
U dient zich er wel van bewust te zijn dat
eventuele onoordeelkundig aangebrachte
wijzigingen of modi caties van het apparaat,
het recht van de gebruiker om dit apparaat te
gebruiken ongeldig maken.
117
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader
van Olympus bij deze camera te gebruiken.
Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en/of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel
veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus
stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van
batterijen en/of batterijlader die geen originele Olympus-accessoire zijn.
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in de VS
Verklaring van conformiteit
Modelnummer : E-P3
Handelsnaam : OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres : 3500 Corporate Parkway, P. O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS
Telefoonnummer : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR GEBRUIK THUIS OF OP KANTOOR
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC rules. Bediening is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening
kan veroorzaken.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat Class B voldoet aan Canadian ICES-003.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van
de EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en
bescherming van de gebruiker. Apparaten met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor
de Europese markt.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft de
gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in
de landen van de EU aan.
Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de
afvoer van dit product.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens richtlijn 2006/66/EG Bijlage
II] geeft de gescheiden inzameling van afgedankte batterijen in de landen van de
EU aan.
Gooi de batterijen a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de
afvoer van lege batterijen.
Waarborgbepalingen
1 Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming
met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende
nationale garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het
zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com,
wordt dit product gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kosteloos vervangen. Voor aanspraak op deze
garantie dient de klant, voor het einde van de geldende nationale garantieperiode, het product binnen
te brengen bij de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus
binnen het zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website:
http://www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde garantieperiode van één jaar kan de klant het product
terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke
servicedienst van Olympus gevestigd is.
2 De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van
Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
118
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Garantiebepalingen
1 “OLYMPUS IMAGING CORP., Shinjuku Monolith, 2-3-1 Nishi-Shinjuku, Shinjuku-ku, Tokyo
163-0914, Japan verleent een wereldwijde garantie van 1 jaar. Deze wereldwijde garantie moet
worden aangeboden bij een geautoriseerde servicedienst van Olympus voor een herstelling
onder deze garantievoorwaarden kan worden uitgevoerd. Deze garantie is enkel geldig als het
Garantiecerti caat en het aankoopbewijs worden aangeboden aan de servicedienst van Olympus.
Merk op dat deze garantie een aanvulling vormt op en geen invloed heeft op de hierboven vermelde
wettelijke rechten van de klant.“
2 Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor
de reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde
garantieperiode.
(a) Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden
genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.)
(b) Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd
door Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na
aankoop van het product.
(d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming,
blikseminslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e) Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een
plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende
middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h) Indien de garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
(i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar,
de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het
serienummer.
(j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
3 Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing
op ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
4 Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het
product. Iedere verplichting onder de garantie voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend,
op enigerlei wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle
soorten verlies of schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren
dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of
gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende
regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud onder garantie
1 Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus
of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer
daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van
aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van
de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd.
Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de
garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien
de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is.
2 Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek
bewaard te worden.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
119
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
12
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
Het SDHC-logo en het SDXC-logo zijn handelsmerken.
Eye-Fi is een handelsmerk van Eye-Fi, Inc.
De functie “Schaduwaanpassingstechniek“ bevat gepatenteerde technologieën van
Apical Limited.
AVCHD en het AVCHD-logo zijn handelsmerken van Sony en Panasonic.
Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het dubbele-D-symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Overgangstechnologie voor diashows geleverd door HI Corporation.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken
en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
Micro Four Thirds en het Micro Four Thirds-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van OLYMPUS IMAGING Corporation in Japan,
de Verenigde Staten, de lidstaten van de Europese Unie, en andere landen.
Met “PENPAL“ wordt OLYMPUS PENPAL bedoeld.
De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for
Camera File System/DCF“-normen.
THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE FOR THE
PERSONAL AND NONCOMMERCIAL USE OF A CONSUMER TO (i) ENCODE VIDEO IN
COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD (“AVC VIDEO”) AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO
THAT WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED IN A PERSONAL AND NON-COMMERCIAL
ACTIVITY AND/OR WAS OBTAINED FROM A VIDEO PROVIDER LICENSED TO PROVIDE AVC
VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED OR SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER USE. ADDITIONAL
INFORMATION MAY BE OBTAINED FROM MPEG LA, L.L.C. SEE HTTP://WWW.MPEGLA.COM
120
NL
Systeemschema
*1 Niet alle lenzen kunnen met adapter worden gebruikt. Meer informatie vindt u op de of ciële
Olympus-website. Merk ook op dat de productie van OM-systeemlenzen is stopgezet.
*2 Voor compatibele lenzen raadpleegt u de of ciële Olympus-website.
*3 De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft. Afhankelijk
van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften inzake radiogolven en
kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
*4 Gebruik alleen compatibele batterijladers om oplaadbare batterijen op te laden.
Zoeker
Verbindingskabel
USB-kabel/
AV-kabel
Stroom-
voorziening
*4
BCS-1/BCS-5
Li-ionbatterijlader
BLS-1/BLS-5
Li-ionbatterij
Software
OLYMPUS Viewer/[ib]
Digitale fotobeheersoftware
VF-1
Optische zoeker
VF-2
Elektronische zoeker
Bediening op
afstand
RM-UC1
Afstands-
bedieningskabel
Apparaten op
accessoirepoort
MAL-1
MACRO-ARMLAMP
SEMA-1
Microfoonset 1
R
L
Hoes/riem
*5
Schouderriem
Cameratas
MFT-retrotas/
PEN-tas modern/
PEN-tas Smart
Cameragreep
MCG-1/MCG-2
SD/SDHC/
SDXC/
Eye-Fi
*6
Media
OLYMPUS PENPAL
PP-1
*3
Communicatie-eenheid
121
NL
: E-P3 compatibele producten
Lens
OM-systeemlenzen
MF-2
*1
OM-adapter 2
Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
M.ZUIKO DIGITAL ED 12 mm f2.0
M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8
M.ZUIKO DIGITAL 45 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL 14-42 mm f3.5-5.6 II R
M.ZUIKO DIGITAL ED 9-18 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 14-150 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 40-150 mm f4.0-5.6 R
M.ZUIKO DIGITAL ED 75-300 mm f4.8-6.7
Flitser
SRF-11
Ring itserset
STF-22
Dubbele itserset
FC-1
Macro itsersturing
FL-50R
Elektronische itser
FL-36R
Elektronische itser
FL-14
Elektronische itser
FL-300R
Elektronische itser
Voorzetlens
*2
FCON-P01
Visoog
WCON-P01
Groothoek
MCON-P01
Macro
Four Thirds-lenzen
MMF-2
*1
Four Thirds-adapter
: In de handel verkrijgbare producten
*5 Sommige accessoires zijn mogelijk niet verkrijgbaar in uw regio.
*6 Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften.
RF-11
*2
Ring itser
TF-22
*2
Dubbele itser
122
NL
Index
Symbolen
W Fotografeermenu 1 ........................107
X Fotografeermenu 2 .......................107
q Weergavemenu ...........................107
d Setup-menu ..............................80, 108
c Custom-menu .........................81, 108
# Accessoirepoortmenu ............. 90, 110
R AF/MF .............................................81
S Knop/regelaar .................................82
T Release ...........................................83
U Disp/8/PC ..................................... 83
V Exp/p/ISO .....................................84
W # Custom .......................................85
X K/Color/WB .................................. 85
Y Record/Erase ..................................86
Z Movie ..............................................87
b K Utility .........................................88
A OLYMPUS PENPAL Share .............90
B OLYMPUS PENPAL Album .............90
C Electronic View nder ......................90
Y (groot) ..............................................47
X (middel) .....................................47, 86
W (klein) ........................................47, 86
# RC Mode .........................................93
R .......................................................65
W (taalkeuze) .................................80
c/# Menu Display .......................80, 81
P Set Up ..........................................81
P Set Home .....................................82
I Gezichtsprioriteit .......................39, 82
d Lock ................................................82
G/Info Settings ..................................83
K Control Settings .............................83
q Close Up Mode ..............................84
8 (Piepgeluid)....................................84
# Slow Limit........................................85
# X-Sync. ...........................................85
w+F .................................................85
W Keep Warm Color .........................85
#+WB .................................................85
K Set ................................................86
8 Warning Level .............................88
R REC ................................................ 89
P Home ...........................................89
B (AE-lock) .....................................41
ART (Kunst lterstand) ........................16
SCN (Motiefprogramma) .....................17
n (Filmstand) .....................................61
U (Gezoomd weergeven) .............14, 64
G (Indexweergave) ............................63
0 (Beveiligen) ..................................15
A
Aanraakscherm ...............................9, 22
Address Book ................................72, 90
AE BKT ................................................57
AEL/AFL ..................................82, 88, 89
AEL/AFL Memo ...................................82
AEL Metering .......................................84
AF-gebied ............................................ 37
AF-kader P ......................................37
AF-stand ........................................ 36, 81
AF-verlichting.......................................82
Album Mem. Setup ..............................90
Album Mem. Usage .............................90
All Erase ..............................................65
All Targets ............................................37
All > ................................................85
Anti-shock z ...................................... 84
ART BKT..............................................58
ART LV Mode ......................................83
Aspect..................................................67
Autofocus.................................12, 36, 94
Automatisch itsen ..............................59
B
Backlit LCD ....................................84, 89
Batterij .......................................3, 6, 100
Beeldkwaliteit K ........................ 47, 107
Beeldoverlapping ................................. 68
Beeldstabilisator o ............................. 42
Beeldverhouding..................................48
123
NL
Belichtingscorrectie F ........................40
BGM ....................................................66
Black & White ......................................67
Bracketing............................................57
Bulb Focusing ......................................81
Bulb Timer ...........................................84
Button Function ...................................82
C
C-AF (continu scherpstellen) ...............36
C-AF+TR (AF Tracking) .......................36
Camerariem ........................................... 2
Card Setup ....................................65, 99
Color Space .........................................85
Compressiefactor ................................47
Continu scherpstellen (C-AF) ..............36
Contrast ............................................... 46
Copy All ...............................................72
Copyright Settings ...............................87
Custom-witbalans CWB ......................43
Custom K ...........................................45
D
Datum-/tijdinstelling X ..........................7
Diafragmavoorkeuze A ....................... 51
Diafragmawaarde ....................12, 51, 53
Dial Direction .......................................82
Dial Function........................................82
Diashow m ........................................66
Digitale ESP-meting p ......................41
Digitale teleconverter ...........................58
dpi Setting............................................87
Draaien ................................................ 65
E
e-Portrait .............................................. 67
Edit Filename.......................................87
Eenvoudig printen................................78
Effect ...................................................46
Elektronische zoeker .........................102
Enkel beeld fotograferen o ...............49
EVF Adjust ...........................................90
EV Step ...............................................84
Exposure Shift .....................................88
Eye-Fi-kaartje ..................................4, 99
Eye-Fi ..................................................88
Eén keer scherpstellen (S-AF) ............36
F
File Name ............................................86
Film opnemen n ..........................13, 61
Firmware ..............................................80
FL BKT.................................................58
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen ! .......................... 59
Flitser ................................................... 59
Flitserfunctie #....................................59
Flitser uit $ .........................................59
Focus Ring ..........................................82
Formaat wijzigen Q ..........................67
Format .................................................99
Four Thirds-lenzen ............................100
Full-time AF .........................................81
G
Geluid toevoegen aan stilstaande
beelden R ........................................ 68
Gradatie ............................................... 46
Group Target ........................................37
H
Handmatig fotograferen M (Manual) ...53
Handmatig scherpstellen (MF) ............36
HD .......................................................48
Helderheid van de monitor
aanpassen i .................................80
High Key ..............................................46
Histogram ......................................32, 33
Histogram Settings ..............................83
Home-positie p .................................82
I
i-Enhance h .......................................45
iAUTO fotograferen A ....... 10, 11, 18
INFO-knop ..........................9, 32, 33, 34
Info Off .................................................84
Informatieweergave ....................... 32, 33
Invul itsen # ....................................... 59
124
NL
o (Beeldstabilisator) ..........................42
IS Mode ...............................................89
ISO-Auto .............................................. 84
ISO-Auto Set .......................................84
ISO ................................................48, 84
ISO BKT ..............................................58
ISO Step ..............................................84
J
JPEG ...................................................47
JPEG Edit ............................................67
K
Kaartje .............................................4, 99
Kalenderweergave...............................63
L
Lens ............................................... 5, 100
Lensconverters .................................. 102
Level Gauge ........................................32
Lichtmeting ..........................................41
Lichtmeting met nadruk op
het centrum H................................41
Lithium-ionbatterij .................. 3, 100, 114
Lithium-ionlaadapparaat ................ 3, 100
Live Control .........................................20
Live Guide ...........................................18
Live View Boost ...................................83
Low Key ...............................................46
M
Meervoudige belichting a .................56
MF (handmatig scherpstellen) .......36, 89
MF Assist .............................................82
Micro Four Thirds-lenzen ...................100
Mode Guide .........................................83
Monotone J ........................................45
Movie+Still .....................................87, 92
Movie Play ...........................................62
Movie R ..........................................62, 87
MTP .....................................................75
Multi-weergave ..............................32, 40
Muted Z .............................................45
My OLYMPUS PENPAL .......................90
Myset ............................................. 35, 89
N
Natural j ............................................45
Niveau-aanpassing .............................. 88
Noise Filter ..........................................85
Noise Reduct. ......................................85
NTSC ............................................. 69, 83
O
OLYMPUS PENPAL ......................71, 90
Opslag .................................................75
P
PAL ................................................69, 83
Panorama ............................................ 54
Pict. Tone .............................................46
PictBridge ............................................77
Picture Copy Size ................................90
Picture Mode .......................................45
Picture Mode Settings .........................83
Picture Send Size ................................90
Pixel Count ..........................................86
Pixel Mapping ......................................98
Please Wait ...................................71, 90
Portrait a ............................................45
Preview ................................................ 51
Printen .................................................77
Printreservering < ..............................76
Priority Set ...........................................87
Programma-aanpassing % ................50
Programmagestuurd fotograferen P ...50
Programma’s voor gemakkelijk
fotograferen .....................................10
Q
Quick Erase .........................................86
R
RAW+JPEG Erase ..............................86
RAW ....................................................47
RAW Data Edit ....................................67
RAW K ..............................................89
Rechtstreeks printen............................77
Rec View .............................................80
Redeye Fix ..........................................67
Regelen van de itssterkte w ............ 60
125
NL
Repeterende opnamen j .................49
Reset/Myset.........................................35
Reset Lens ..........................................81
Reset Protect .................................65, 90
Resolutie..............................................47
Rls Priority C ........................................83
Rls Priority S ........................................83
S
S-AF (één keer scherpstellen) .............36
S-AF+MF .............................................36
Scherpstelvergrendeling ...................... 37
Scherpte ..............................................46
SD/SDHC/SDXC-kaartje .................4, 99
SD........................................................48
Sepia ...................................................67
Shading Comp. ....................................85
Shadow Adj..........................................67
Single Target ........................................37
Sleep ...................................................84
Slide.....................................................66
Sluitertijd ..................................12, 52, 53
Sluitertijdvoorkeuze S .........................52
Spotmeting - bij veel lichte
partijen IHI ...................................41
Spotmeting - bij veel
schaduwpartijen ISH....................41
Spotmeting I ....................................41
Stofreductie .....................................6, 98
Superbedieningspaneel ....................... 91
Super FP- itser..................................105
T
Test Picture ..........................................89
Tijdopnamen ........................................ 53
Toonregeling .................................. 34, 40
Touch Screen Settings.........................88
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn) #SLOW .............59
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)/Flitsen met
onderdrukken van rode
ogen !SLOW ..............................59
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn)
#SLOW2/2nd CURTAIN .................59
U
Uitsnede P ..................................67, 79
USB Mode ...........................................84
V
Vergrote weergave ..............................38
Verzadiging ....................................46, 67
Video Out .............................................83
Vivid i ................................................ 45
Volume.................................................84
Vooraf ingestelde witbalans .................43
W
WB ................................................. 43, 85
WB BKT ...............................................57
Weergave op een televisie ..................69
Wissen van een enkel beeld D ........... 15
Witbalans automatisch instellen ..........43
Witbalanscorrectie > ......................44
Witbalans met één knop k ..........43, 44
Witbalans WB ...................................... 43
Z
Z&W- lter .............................................46
Zelfontspanner Y ................................49
Zoomkader-AF.....................................38
VR731001
http://www.olympus.com/
Vestiging: Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61
A everadres goederen: Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoonservices/-providers geven geen toegang
of hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETALENDE NUMMERS: +49 180 5 – 67 10 83 of +49 40 – 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag
bereikbaar tussen 09.00 uur en 18.00 uur (MET).
OLYMPUS EUROPA HOLDING GMBH
© 2011
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
Belgium: Olympus Belgium N.V.
Luxemburg: Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel: (03) 870 99 99
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus E-P3 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus E-P3 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,14 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus E-P3

Olympus E-P3 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 126 pagina's

Olympus E-P3 Gebruiksaanwijzing - English - 127 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info