draaiwielschakelaar in ter bevestiging. De
voice recorder schakelt automatisch naar
de normale bedrijfsmodus terug.
De "BEEP"-modus
(toetsenbevestiging) activeren:
Wanneer de "BEEP"-modus (toetsenbe-
vestiging) geactiveerd is weerklinkt een
toon. Draai in de setup modus aan de
draaiwielschakelaar om de indicatie voor
de "BEEP"-modus (toetsenbevestiging)
op te roepen en activeer de instelmodus
door op de draaiwielschakelaar te druk-
ken. Draai nu aan de draaiwielschakelaar
om tussen "BEEP Aan" en "BEEP Uit" te
kiezen, en druk nog eens om de gewens-
te selectie te bevestigen. De voice recor-
der schakelt automatisch naar de norma-
le bedrijfsmodus terug.
Opname
Druk de toets "Rec" één keer in om een
bericht op te nemen. De opname-indica-
tor boven de LCD-display licht nu in het
rood op. U kunt opnames ofwel via de
geïntegreerde microfoon tot stand bren-
gen, ofwel daarvoor een externe micro-
foon op de met "Mic" gekenmerkte
aansluiting aan de voorkant van de voice
recorder aansluiten. Gebruik een conden-
satormicrofoon. Voor een optimale opna-
mekwaliteit moet u van op een afstand
tussen 10 cm (min.) en 30 cm (max.) in
de microfoon (geïntegreerd of extern)
spreken. Beëindig de opname eenvoudig
door de opnametoets "Rec" opnieuw in
te drukken.
De indexmarkering tijdens de opna-
me instellen.
Tijdens de opname kunt u een indexmar-
kering uitvoeren. Deze functie maakt het
mogelijk om een bericht weer te geven
dat direct vanaf deze gemarkeerde plaats
begint, zonder dat u eerst de hele opna-
me van voren af aan moet beluisteren.
Druk gewoon de draaiwielschakelaar één
keer tijdens de opname in om een index-
markering in te voegen. De opname
wordt verder gezet en het nummer van
de opname stijgt.
Weergave · Weergave van een bericht:
Gebruik de draaiwielschakelaar om in de
berichten te zoeken tot u het nummer
van het gewenste bericht voor de weer-
gave gevonden heeft. Microfoon: inge-
60
61