7. Storingen en oorzaken
Wat gebeurt er als ...
...de kachel niet goed trekt?
• Is de rookgasklep dicht?
• Is de verse luchtklep gesloten?
• Is de verbrandingsluchtregelaar dicht?
• Is de afzuigkap in werking?
...het vuur uitgaat of niet echt vlam vat ?
• Is de rookgasklep dicht ?
• Is de verse luchtklep gesloten ?
• Is de verbrandingsluchtregelaar dicht ?
• Is de buitenluchttoevoer (conform met installatie) voldoende ?
• Is het hout te nat ?
• Werd het vuur met gekloofd hout aangemaakt ?
...de ruimte niet goed warm wordt ?
• Is de verbrandingsluchtregelaar gesloten ?
...de kachel te veel verwarmt ?
• Is de verbrandingsluchtregelaar te wijd geopend ?
...de kachelruit snel roetaanslag heeft ?
• Het verbrande hout was te nat.
• De rookgasklep was te veel gereduceerd.
• De verse luchttoevoer was te gering.
Aanwijzing
• Hou er rekening mee dat een afzuigkap, die in werking is in dezelfde ruimte of in een aangrenzende
ruimte, een onderdruk in de ruimte creëert. Hierdoor kunnen eventueel rookgassen in de installatieplaats
ontsnappen. Zorg ervoor dat, wanneer uw toestel in werking is, er voldoende frisse lucht voorhanden is,
want uw kachel verbruikt zuurstof.
7.1 Opgelet
• Het oplossen van storingen die hierbuiten vallen, zoals service- of herstelwerkzaamheden, mogen enkel
worden uitgevoerd door geschoolde vakmensen, omdat hiervoor een speciale vakkennis en bijzondere
bekwaamheden zijn vereist. Deze laatste twee punten worden niet besproken in deze handleiding.
Indien nodig, kunt u zich wenden tot uw installateur of uw schoorsteenveger !
8. Garanties
• De algemene overeenkomstvoorwaarden zijn van kracht.
• Alle beweeglijke delen, ook het keramisch glas en de chamotte, zijn aan slijtage onderhevige materialen
en vallen bijgevolg daarom niet onder de garantieplicht.
• Bij onvakkundige instelling van de luchtschuiven en een te hoge levering van verbrandingslucht aan het
vuur ontstaat door de zeer hoge temperaturen een overbelasting van het toestel, zodat het toestel schade
kan oplopen. Het voortdurend openen van beide luchtschuiven leidt dwangmatig tot een te hoge levering
van verbrandingslucht en dient te worden vermeden (= te hoog vermogen). Een juist gedoseerde
verbrandingsluchttoevoer door beide luchtschuiven, dus van secondaire lucht en van primaire lucht, is
aanbevolen.