40143
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/55
Pagina verder
Fax-Lab 200/Fax-Lab 200P
Fax-Lab 250/Fax-Lab 250P
GEBRUIKSAANWIJZING
cover OLA.p65 11/09/01, 15.492
PUBLICATIE UITGEGEVEN DOOR:
Olivetti I- Jet S.p.A.
Località Le Vieux
11020 ARNAD (Italy)
Samenstelling:
Olivetti Tecnost, S.p.A.
Direzione @ Home/Office
Via Jervis, 77 - 10015 IVREA (Italy)
Copyright © 2001, Olivetti
Alle rechten voorbehouden
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze
handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van
enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN).
Gezien de verschillen tussen de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op
zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt. Neem bij
problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in
overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE.
De overeenstemming wordt aangegeven door het aanbrengen van het merk
op het product.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland
en Noorwegen.
De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die
overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op
andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals
de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
verkeerde elektrische stroomvoorziening;
verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehou-
den met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de
constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de
elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
S
NELLE
REFERENTIEGIDS
Hieronder wordt een vereenvoudigde beschrijving gegeven van de procedures voor installatie, verzenden, ontvangen en kopiëren. Voor meer
gedetailleerde instructies kunt u het betreffende hoofdstuk raadplegen.
I
NSTALLATIE
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor nadere informatie.
+
Het faxtoestel op de telefoonlijn aansluiten
De telefoonhoorn aansluiten
+
Het faxtoestel op het stroomnet aansluiten
Verwijder eerst het blokkeerklemmetje van de printwagen (zie printkopcompartiment).
Steek de stekker van het stroomsnoer in het stopcontact.
+
Het afdrukpapier laden
De printkop installeren
+
+
De landgebonden parameters van het faxtoestel instellen
+
+
Line
+ Het display geeft een bestemmingsland weer.
Indien niet het gewenste land wordt weergegeven, op
/ drukken om het land te wijzigen.
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt de taal waarin de berichten worden weergegeven.
Indien niet de gewenste taal wordt weergegeven, op
/ drukken om de taal te wijzigen.
V
ERZENDEN
Zie "Verzenden", hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen" voor nadere informatie.
Steek het document, zonder het te forceren, met de te
verzenden kant naar beneden in de ADF en regel
de geleiders volgens de breedte van het document.
Vorm het nummer van de correspondent (max. 52
cijfers).
+
+
O
NTVANGEN
Zie "Ontvangen", hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen" voor nadere informatie.
K
OPIËREN
Zie het hoofdstuk "Het faxtoestel als een kopieerapparaat gebruiken" voor nadere informatie.
Steek het document in de ADF (de te kopiëren
kant moet naar onder gericht zijn).
Kies met de toetsen , en respectievelijk
het type contrast, de resolutie en de zoom-waarde.
Druk op om een enkele kopie te maken of voer het aantal kopieën in (max 9) en druk dan op
en druk op
Druk op de toets tot op het display verschijnt: "HANDMATIG".
Wanneer de telefoon overgaat, de opnemen.
Zodra u de lijntoon hoort, op drukken.
S
NELLE
REFERENTIEGIDS
C
OMPONENTEN
In de figuur zijn de externe en interne onderdelen geïllustreerd die de vier modellen van het faxtoestel gemeen hebben. De tweede rij
toetsen op het linker gedeelte van het bedieningspaneel heeft uitsluitend betrekking op modellen met ingebouwd antwoordapparaat.
De parallelle interface is alleen aanwezig bij multifunctionele modellen.
Verlengstuk papiersteun
Aansluitbussen en (alleen bij multi-
functionele modellen) parallelle poort
Telefoonhoorn
Display
Weergave, op twee regels van elk 16
tekens: Datum en tijd, menu-items, fout-
berichten, resolutie- en contrastwaarden
en, bij het model met ingebouwd ant-
woordapparaat, het totaal aantal ont-
vangen boodschappen.
Papiergeleider
Papierinvoer voor standaard papier (ASF)
Afstelbaar op de vlgende papierformaten: A4, Letter, Legal.
Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
2
Automatische invoer voor te verzenden
en te kopiëren documenten (ADF)
Maximumcapaciteit: 5 vel A4, Letter en Legal
1 vel A5
Bedieningspaneel
Uitgang voor originele en ontvangen of gekopieerde documenten
Luidspreker
Papiergeleiders
Deksel printkopcompartiment
Printkopcompartiment
Typeplaatje machine (zie onderzijde)
Optische scanner
Zenden bij toonkiesmodus een
toon in de lijn voor speciale te-
lefoondiensten.
Voor het selecteren van de "vo-
rige" en "volgende" speciale te-
kens en symbolen tijdens het
instellen van namen.
Alleen
: vormt de
afstandsbedieningscodes.
Tijdelijke omschakeling van de
kiesmodus, voor of na het vor-
men van het telefoon- of
faxnummer, van puls naar toon
B
EDIENINGSPANEEL
In de figuur wordt het bedieningspaneel van de modellen met ingebouwd antwoordapparaat getoond. De toetsen in de tweede rij van links
en de LED
, hebben uitsluitend betrekking op het antwoordapparaat en worden in het betreffende hoofdstuk beschreven.
K
OPIEER
-
TOETS
Starten van het kopiëren
(alleen met het document
in de ADF).
R
EDUCTIE
-
TOETS
Verkleint of vergroot de te
kopiëren documenten (alleen
met het document in de ADF).
R
ESOLUTIE
-
TOETS
Past de resolutie aan van de
te kopiëren documenten (al-
leen met het document in de
ADF).
C
ONTRAST
-
TOETS
Past het contrast aan van
de te kopiëren documenten
(alleen met het document in
de ADF).
R
ECALL
-
TOETS
Met de hoorn van de haak, om toegang te
krijgen tot de speciale functies die het
telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als
REGISTER RECALL (R-functie).
F
OUTEN
-
LED
Signaleert een storing tijdens verzending of ont-
vangst.
A
LLEEN
MODELLEN
MET
INGEBOUWD
ANTWOORDAPPARAAT
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of memos in het geheugen aanwezig.
Knippert: er zijn af te drukken documenten, nieuwe boodschappen of memos in het
geheugen aanwezig.
Uit: het geheugen is leeg.
A
NTWOORDAPPARAAT
-
TOETSEN
Alleen modellen met ingebouwd antwoordapparaat
Zie beschrijving in het betreffende hoofdstuk.
N
UMERIEKE
TOETSEN
Vormen van het fax- of telefoonnummer.
Automatisch selecteren, bij langer dan een
seconde ingedrukt houden, van het er-
aan toegewezen telefoon- of faxnummer
(nadat dit geprogrammeerd is) (one-touch
kiesfunctie).
Instellen van numerieke gegevens.
Selecteren van cijfers en alfanumerieke
tekens tijdens het instellen van nummers
en namen.
F
UNCTIETOETS
Geeft toegang tot de
programmeermodus.
Selecteert menus en sub-
menus.
T
OETS
LAST
TX
/
PAUSE
Bij tweemaal indruk-
ken, opnieuw vormen van
het laatst gekozen
faxnummer (alleen met het
document in de ADF) of
het laatste telefoonnum-
mer.
Last een pauze in tijdens
het direct vormen van het
telefoon- of faxnummer.
S
TOP
-
TOETS
Voert een document uit de ADF uit.
Schakelt de LED "
" uit.
Plaatst het faxtoestel opnieuw in de
standby-modus.
Onderbreekt het programmeren, een
verzending, een ontvangst of het ko-
piëren.
S
TART
-
TOETS
Start de ontvangst van een document.
Start de verzending van het document
nadat het faxnummer is gevormd
(alleen met het document in de ADF).
Bevestigt de selectie van menus en
submenus, parameters en betreffende
waarden en gaat over naar de vol-
gende procedure.
L
IJN
-
TOETS
Hiermee kan men de lijn
nemen: komt overeen
met het opnemen van
de hoorn.
B
EDIENINGSPANEEL
T
OETS
SPEED
DIAL
/
CLEAR
Gevolgd door twee numerieke toetsen
(01-32) selecteert deze toets automatisch
(na programmering) het eraan toegewe-
zen telefoon- of faxnummer.
Annuleert verkeerde instellingen.
T
OETS
EXTERNAL
Met het faxtoestel aangesloten op een privé-centrale:
Wanneer deze toets wordt ingedrukt voordat het telefoon- of faxnummer
wordt gevormd, heeft men toegang tot het openbare net.
T
OETS
RESOLUTION
Stemt de resolutie af op de te verzenden docu-
menten (alleen met het document in de ADF).
Voor selecteren van de "vorige" waarden van
een parameter.
Voor verplaatsen van de cursor naar links
tijdens het instellen van nummers en namen.
Voor het verlagen van het luidsprekervolume
na drukken op de toets
.
T
OETS
RX
MODE
/
HOLD
Selecteert de diverse ontvangst-
methoden.
Voor tijdelijke onderbre-
king van de verbinding tijdens
een telefoongesprek.
T
OETS
CONTRAST
Stemt het contrast af op de te verzenden docu-
menten (alleen met het document in de ADF).
Voor selecteren van de "volgende" waarden van
een parameter.
Voor verplaatsen van de cursor naar rechts
tijdens het instellen van nummers en namen.
Voor het verhogen van het luidsprekervolume
na drukken op de toets
.
I
NHOUDSOPGAVE
INLEIDING 1
INSTALLATIE 2
AANSLUITEN OP HET TELEFOONNET ....................................... 2
DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN ......................................... 4
AANSLUITEN OP HET STROOMNET .......................................... 4
PAPIER LADEN ............................................................................. 4
PRINTKOP INSTALLEREN ........................................................... 4
EERSTE INSTELLINGEN .............................................................. 5
BASISFUNCTIES VOOR VERZENDEN EN
ONTVANGEN 9
VERZENDEN ................................................................................ 9
ONTVANGEN .............................................................................. 12
ONE-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES
PROGRAMMEREN ..................................................................... 13
RAPPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN ................................... 15
HET FAXTOESTEL ALS EEN TELEFOON
GEBRUIKEN 18
OPBELLEN VIA DE ONE-TOUCH-TOETSEN ............................. 18
OPBELLEN VIA DE SNELKIESCODES ....................................... 18
OPBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK .................... 18
HET FAXTOESTEL ALS EEN KOPIEERAPPARAAT
GEBRUIKEN 19
WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN ............................. 19
KOPIËREN .................................................................................. 19
ZO MAAKT U EEN KOPIE VAN UITSTEKENDE KWALITEIT ...... 19
HET ANTWOORDAPPARAAT 20
HET BEDIENINGSPANEEL VOOR HET
ANTWOORDAPPARAAT .............................................................. 20
WIJZIGEN OF ANNULEREN VAN DE TOEGANGSCODE
VOOR HET ANTWOORDAPPARAAT .......................................... 20
UITGAANDE BOODSCHAPPEN ................................................. 21
OPNAMETIJD PROGRAMMEREN VOOR MEMO’S EN
BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN ....................................... 22
AFSPELEN VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN EN
MEMO’S ...................................................................................... 22
WISSEN VAN REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN EN
MEMO’S ...................................................................................... 23
BOODSCHAPPEN EN MEMO’S DOORSTUREN NAAR EEN
TELEFOON OP AFSTAND .......................................................... 23
HET ANTWOORDAPPARAAT OP AFSTAND BEDIENEN ........... 24
SPECIALE FUNCTIES VAN HET ANTWOORDAPPARAAT ......... 24
AFDRUKKEN VAN DE CONFIGURATIEPARAMETERS VAN
HET ANTWOORDAPPARAAT ..................................................... 25
GEAVANCEERD GEBRUIK 26
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR ONTVANGST ........ 26
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR VERZENDING ...... 27
DATUM EN TIJD EN INSTALLATIEPARAMETERS WIJZIGEN .... 28
VERZENDEN/ONTVANGEN VAN EEN DOCUMENT D.M.V.
DE POLLINGFUNCTIE ................................................................ 32
PROBLEMEN OPLOSSEN 34
WANNEER DE STROOM UITVALT ............................................. 34
WANNEER HET PAPIER OF DE INKT OPRAAKT ...................... 34
WANNEER DE VERZENDING MISLUKT .................................... 34
KLEINE PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................. 34
FOUTCODES .............................................................................. 35
SIGNALEN EN BERICHTEN ....................................................... 36
ONDERHOUD 38
PRINTKOP VERVANGEN ............................................................ 38
REINIGINGSPROCEDURE VOOR DE PRINTKOP
EN TESTPROCEDURE VOOR DE SPUITMONDEN ................... 38
ELEKTRISCHE CONTACTEN VAN DE PRINTKOP REINIGEN .. 39
SPUITMONDEN VAN DE PRINTKOP REINIGEN ....................... 39
REINIGINGSLINT VAN DE PRINTKOP SCHOONMAKEN .......... 39
OPTISCHE SCANNER REINIGEN .............................................. 40
BEHUIZING REINIGEN ............................................................... 40
VASTGELOPEN DOCUMENTEN EN PAPIER VERWIJDEREN ... 40
TECHNISCHE GEGEVENS 41
HET FAXTOESTEL ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 42
VEREISTEN VOOR HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE .. 42
DE "LINKFAX" SOFTWARE INSTALLEREN ................................ 42
DESINSTALLEREN VAN DE "LINKFAX" SOFTWARE ................. 42
OPENEN VAN DE ONLINE DOCUMENTATIE ............................. 43
OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE
COMMUNICATIEPOORT ............................................................ 43
INDEX 44
1
I
NLEIDING
O
VER
HET
RAADPLEGEN
VAN
DE
HANDLEIDING
In deze handleiding worden vier modellen van het faxtoestel be-
schreven: het basismodel, het model met ingebouwd antwoord-
apparaat, en tenslotte de multifunctionele modellen (basis-
model en model met ingebouwd antwoordapparaat) waarbij
aansluiting op een PC en gebruik van een kleurenprintkop
mogelijk is (raadpleeg voor deze laatste twee modellen tevens de
documentatie die u in de verpakking vindt). In onderstaande be-
schrijving worden bij verschillen in de modellen steeds de volgende
aanwijzingen gegeven:
Modellen met ingebouwd antwoordapparaat: heeft betrekking
op het "model met ingebouwd antwoordapparaat" en op het "multi-
functionele model met ingebouwd antwoordapparaat".
Multifunctionele modellen: heeft betrekking op het "multifunctio-
nele basismodel" en op het "multifunctionele model met ingebouwd
antwoordapparaat".
Basismodel: Heeft alleen betrekking op het "basismodel".
A
ANBEVELINGEN
VOOR
HET
GEBRUIK
Probeer nooit het faxtoestel zelf te repareren of aan te passen
indien u daarvoor geen speciale opleiding hebt genoten; wan-
neer u de behuizing verwijdert, riskeert u een elektrische schok of
andere verwondingen. Neem dus geen risico’s en roep er een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker
uit het stopcontact om schade door eventuele storingen of
spanningsstoten te voorkomen.
In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat zowel
van het stopcontact als van de telefoonlijn af te koppelen
om mogelijke beschadiging ervan te voorkomen.
In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen
telefoonoproepen maken of ontvangen, omdat het toetsenbord
wordt uitgeschakeld.
Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstandig-
heden een telefoonoproep uit te voeren, moet u een noodtelefoon
van een goedgekeurd type gebruiken die u direct op het faxtoe-
stel kunt aansluiten.
A
ANBEVELINGEN
VOOR
DE
INSTALLATIE
Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij
van trillingen, zodat het niet kan vallen; een val zou u of anderen
kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadigen.
Houd het toestel uit de buurt van water, damp, en hevige warmte-
bronnen. Plaats het niet in een stoffige omgeving en stel het ook
niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of elektro-
nische apparaten zoals radio’s, TV’s e.d., die storingen kunnen
veroorzaken.
Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwerpen
die de ventilatieruimte beperken. De ideale omgevings-
voorwaarden zijn temperaturen tussen de 5° en 35°C en een
relatieve vochtigheid tussen de 15% en 85%.
Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de voor-
zijde voor de originele en ontvangen of gekopieerde documen-
ten, zodat deze niet op de vloer vallen.
O
VER
INSTALLATIE
-
EN
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke installa-
tie- en instellingsparameter variëren naargelang de vereisten of de
specifieke behoeften van de gebruiker. Daarom zijn deze instellingen
niet altijd identiek aan de instellingen die in de handleiding zijn ver-
meld. We raden u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen
aanbrengt.
I
NHOUD
VAN
DE
VERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het volgende in
de verpakking:
Telefoonsnoer.
Telefoonstekker (indien voorzien).
Verpakking met een eerste monochromatische printkop in dotatie.
Telefoonhoorn.
Papiersteun.
Masker met aanduidingen in de landstaal voor het middengedeelte
van het bedieningspaneel.
Garantie.
Alleen voor multifunctionele modellen:
Installatie-CD van de Linkfax software (om het faxtoestel als prin-
ter te gebruiken).
Opbergkistje voor printkop.
2
I
NSTALLATIE
A
ANSLUITEN
OP
HET
TELEFOONNET
Aangezien de telefoonaansluiting van het faxtoestel, het ex-
terne antwoordapparaat, de extra telefoon of andere apparaten
afhankelijk is van nationaal geldende normen die van land
tot land verschillen, worden in onderstaande schema's en-
kele voorbeelden gegeven. Indien echter in uw land de aan-
sluiting op het telefoonnet in uw land anders is dan in de schema's,
richt u dan naar de in uw land geldende normen.
AANSLUITING VAN HET FAXTOESTEL
1. Steek de connector van het telefoonsnoer in de aansluitbus "LINE"
van het toestel (zie schema's "geval 1", "geval 2" of "geval 3").
2. Steek de connector of stekker (indien voorzien) aan het andere
uiteinde van het telefoonsnoer in het telefoonstopcontact (zie sche-
ma's "geval 1", "geval 2" of "geval 3").
AANSLUITING VAN ANDERE APPARATUUR
(ANTWOORDAPPARAAT, EXTRA TELEFOON, ENZ.)
(Aansluiting geval 1)
1. Verwijder eventueel het afdekplaatje van de aansluitbus "TEL" op
het faxtoestel, steek vervolgens de connector van het telefoon-
snoer van het extra apparaat in deze aansluitbus (zie betreffende
schema).
Indien u het extra apparaat niet direct op het stopcontact "TEL"
kunt aansluiten, gebruik dan de adapter (van land tot land ver-
schillend).
Indien het net waarop het faxtoestel wordt aangesloten meer dan
één stopcontact in serie telt, moet u het faxtoestel op het
primaire stopcontact aansluiten.
(Aansluiting geval 2)
1. Steek de connector of stekker (van land tot land verschillend) van
het extra apparaat in de aansluitstekker (zie betreffend schema).
(Aansluiting geval 3)
1. Steek de stekker van het extra apparaat in het telefoonstopcontact
(zie betreffend schema).
Indien u dit wenst kunt u via de speciale adapter (zoals bij aanslui-
ting geval 1), nog een apparaat op de telefoonaansluitbus "TEL"
op het faxtoestel aansluiten.
AANSLUITING GEVAL 1
KABEL
TELEFOONSTOPCONTACTEN
FAX
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
Aansluitbussen
TEL
ANDERE APPARATEN
LINE
B
D
D
B
3
AANSLUITING GEVAL 2
KABEL
TELEFOONSTOPCONTACTEN
FAX
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
Aansluitbussen
LINE
B
B
C
C
KABEL
AANSLUITING GEVAL 3 (DUITSLAND)
TELEFOONSTOPCONTACTEN
FAX
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
Aansluitbussen
C
ANDERE APPARATEN
LINE
B
D
B
C
D
KABEL
AANSLUITING GEVAL 3 (OOSTENRIJK)
TELEFOONSTOPCONTACTEN
FAX
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
Aansluitbussen
C
ANDERE APPARATEN
LINE
B
D
B
C
D
4
D
E
TELEFOONHOORN
AANSLUITEN
1. Steek de connector van het snoer van de hoorn in de aansluit-
bus met het symbool
op het faxtoestel.
2. Leg de hoorn op de haak.
A
ANSLUITEN
OP
HET
STROOMNET
OPMERKING
Voordat u het faxtoestel aansluit op het stroomnet, moet u
het blokeerklemmetje van de printwagen verwijderen (zie
printkopcompartiment).
1. Steek de stekker van het stroomsnoer in het netstopcontact.
Het faxtoestel voert automatisch een test uit om te controleren of
alle componenten correct werken, en daarna verschijnt op het
display:
WERKING AUTO
BEKIJK PRINTKOP
Bij de modellen met ingebouwd antwoordapparaat, wordt naast
het bericht "AUTOMATISCH", bovendien het totaal aantal ontvan-
gen boodschappen weergegeven, in dit geval "00":
WERKING AUTO
BEKIJK PRINTKOP
OPMERKING
Het toestel wordt permanent aangesloten, zo staat het 24
uur per dag klaar om documenten te ontvangen en te ver-
zenden.
Wenst u het uit te schakelen, dan moet u de stekker van
het stroomsnoer uit het stopcontact trekken, want het
apparaat heeft geen aan/-uitschakelaar.
OPMERKING
Mochten de berichten niet in uw landstaal weergegeven
worden, dan kunt u de gewenste "TAALKEUZE" maken door
achtereenvolgens op de volgende toetsen te drukken:
+ Het display geeft het bestemmingsland weer.
Indien niet het gewenste land wordt weergegeven, op
drukken om het land te wijzigen.
Om de instelling te bevestigen. Op het display ver-
schijnt de taal waarin de berichten worden weergegeven.
Indien niet de gewenste taal wordt weergegeven, op
drukken om de taal te wijzigen.
P
APIER
LADEN
1. Steek het verlengstuk van de papiersteun in de spleet en duw
hem aan tot hij vast zit.
2. Houd het papier bovenaan vast en laat het in de ASF glijden
zonder het te kreuken en zonder druk uit te oefenen.
3. Duw het papier tegen de linkerkant van de ASF met behulp van
de papiergeleider.
OPMERKING
Wanneer u de ASF bijvult, moet u het 'nieuwe' papier onder
en niet op het 'oude' plaatsen.
OPMERKING
Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het evengoed
tot een maximum van 21 pagina's ontvangen, ook als u
het papier niet heeft bijgevuld.
CONTROLEREN VAN HET INGESTELDE AFDRUKFORMAAT OP
HET
FAXTOESTEL
Na het handmatig afstellen van de papierinvoer (ASF) moet u te-
vens, om de correcte werking van het faxtoestel te garande-
ren, controleren of het ingestelde afdrukformaat op het faxtoestel
overeenkomt met het papierformaat dat u wilt gebruiken. Zie ver-
derop "Eerste instellingen".
P
RINTKOP
INSTALLEREN
5
1- 2Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals aange-
geven in de figuur.
3. Neem de printkop uit zijn verpakking en verwijder de bescherm-
folie van de spuitmonden terwijl u hem aan de greep vasthoudt.
4. Raak de spuitmonden en de elektrische contacten niet aan.
5. Plaats de printkop in zijn behuizing met de elektrische contac-
ten naar de voorkant van het faxtoestel gericht.
6. Duw de printkop in de richting van de pijl aan tot u een klik hoort,
die aangeeft dat hij goed zit en sluit het deksel van het printkop-
compartiment.
OPMERKING
Indien na installatie van de printkop opnieuw het bericht "BE-
KIJK PRINTKOP" op het display verschijnt, kunt u proberen
de printkop te verwijderen om hem vervolgens opnieuw -
maar met een beetje meer druk - te installeren. Indien het
bericht niet verdwijnt, de printkop verwijderen en de elektri-
sche contacten van zowel de printkop als de wagen reini-
gen, zie "Elektrische contacten van de printkop reini-
gen", in het hoofdstuk "Onderhoud".
OPMERKING
De instructies voor het vervangen van de printkop vindt u in
het hoofdstuk "Onderhoud".
AUTOMATISCHE REINIGINGS- EN CONTROLEPROCEDURE VAN
DE
SPUITMONDEN VAN DE PRINTKOP
Nadat de printkop is geïnstalleerd, start het faxtoestel de reinigings-
en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door:
het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het
onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische
circuits van de printspuitmonden te controleren.
- een set grafische en tekstelementen, voor het beoor-
delen van de printkwaliteit.
weergave op het display van het bericht:
"BEKIJK AFDRUK", "1 = UIT 0 = HERHAAL".
Onderzoek de printtest als volgt:
Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekin-
gen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones
aanwezig zijn, is de printkop correct geïnstalleerd en werkt
normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de
oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor gebruik.
Op het display verschijnt het bericht:
WERKING AUTO 00
25-07-01 11:23
Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de
waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te herha-
len: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat
geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Als hierna de
printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische contacten
en spuitmonden reinigen zoals aangegeven in "Elektrische
contacten van de printkop reinigen" en "Spuitmonden
van de printkop reinigen", hoofdstuk "Onderhoud".
E
ERSTE
INSTELLINGEN
Opdat het faxtoestel kan werken, moet u, van alle configuratie- en
installatieparameters alleen het land, de taal, de datum en de tijd,
uw naam en tenslotte het telefoonnummer instellen. De overige
parameters kunnen ongewijzigd blijven (standaardwaarde) of ver-
anderd worden om het faxtoestel aan de diverse gebruiksvereisten
aan te passen (zie verderop "Parameters instellen").
OPMERKING
Nadat de parameters voor de eerste keer zijn ingesteld,
moeten de volgende wijzigingen uitsluitend uitgevoerd
worden volgens de procedures die zijn beschreven in
"Datum en tijd en installatieparameters wijzigen", hoofd-
stuk "Geavanceerd gebruik".
OPMERKING
Aangezien de standaard waarden voor elke installatie- en
instellingsparameter op nationaal vlak kunnen variëren naar-
gelang de vereisten of de specifieke behoeften van de ge-
bruiker, zijn deze instellingen niet altijd identiek aan de in-
stellingen die in de handleiding zijn vermeld. We raden
u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen
aanbrengt:
Nadat u het land en de taal hebt ingesteld (zie onder-
staande procedure), drukt u op de toets
tot op het
display verschijnt:
LIJST AWA:
Druk opnieuw op de toets om te bevestigen.
PARAMETERS INSTELLEN
OPMERKING
Vanaf hier kunt u in elke willekeurige fase een fout herstellen
of de procedure onderbreken door op de toets
te
drukken.
Indien u gedurende ongeveer twee minuten tijd geen ge-
gevens invoert, komt het faxtoestel automatisch in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
OPMERKING
Denk eraan dat de standby-modus aangeeft dat het toestel
niet actief is en dat dit de modus is waarin u programme-
ringen kunt uitvoeren.
6
+ Het display geeft het bestemmingsland weer. In dit geval:
HOLLAND
Als dit niet het gewenste land is, drukt u op
|
/
}
om het te
wijzigen.
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display
weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel:
LAND TE SELECTEREN LAND
Argentinië AMERICA LATINA
Australië NZL/AUSTRALIA
België BELGIUM
Brazilië BRASIL
Chili AMERICA LATINA
China CHINA
Colombia AMERICA LATINA
Denemarken DANMARK
Duitsland DEUTSCHLAND
Finland FINLAND
Frankrijk FRANCE
Griekenland INTERNATIONAL
Hong Kong SINGAPORE
India INDIA
Israël ISRAEL
Italië ITALIA
Luxemburg BELGIUM
Mexico AMERICA LATINA
Nederland HOLLAND
Nieuw Zeeland NZL/AUSTRALIA
Norwegen NORGE
Oostenrijk ÖSTERREICH
Peru AMERICA LATINA
Portugal PORTUGAL
Rest van de wereld INTERNATIONAL
Singapore SINGAPORE
Spanje ESPAÑA
Taiwan TAIWAN
UK U.K.
Uruguay AMERICA LATINA
Venezuela AMERICA LATINA
Zuid Afrika S. AFRICA
Zweden SVERIGE
Zwitserland SCHWEIZ
Het display toont de taal waarin de berichten op het display
worden weergegeven. In dit geval:
NEDERLANDS
Als dit niet de gewenste taal is, drukt u op
|
/
}
om hem te
wijzigen.
Op het display verschijnt:
formaAt: a4
Afdrukformaat selecteren
Indien het ingestelde afdrukformaat op het faxtoestel niet
overeenkomt met het afdrukformaat dat u wenst te gebrui-
ken, drukt u op de toetsen
|
/
}
tot het gewenste formaat
wordt weergegeven "LETTER" of "LEGAL".
Op het display verschijnt:
DATUM : DD/MM/JJ
Datum en tijd instellen
Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen
|
/
}
.
Op het display verschijnt:
UUR : 24 U
Om het andere formaat te selecteren (12 uur), drukt u op de
toetsen
|
/
}
.
Op het display verschijnt:
DD/MM/JJ UU:MM
25-07-01 11:23
Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 26-07-01; 12:00). Tel-
kens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het
volgende teken.
DD/MM/JJ UU:MM
26-07-01 12:00
Indien u slechts bepaalde cijfers wilt wijzigen, verplaatst u
de cursor naar de gewenste positie d.m.v. de toetsen
|
/
}
en overschrijft u de betreffende gegevens met de juiste
cijfers.
OPMERKING
Indien het 12-urenformaat geselecteerd is, verschijnt de letter
"p" (post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem). Om van "a"
naar "p" te gaan of andersom, plaatst u de cursor met de
toetsen
|
/
}
onder de letter en drukt op de toets .
Op het display verschijnt:
VORM UW NAAM
Uw naam instellen
Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren.
Om de cursor een positie te verplaatsen of een spatie in te
voegen drukt u op
|
/
}
.
Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te voegen,
bijv. &.
Indien u een fout gemaakt hebt, plaatst u de cursor met de
toetsen
|
/
}
op het foutieve teken en overschrijft u het met
het juiste teken.
Om de naam volledig te annuleren.
7
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat
u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Om de naam te bevestigen. Op het display verschijnt:
VORM UW NUMMER
Faxnummer instellen
Voer uw faxnummer in.
Om een spatie in te voegen drukt u op
|
/
}
.
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het
instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in
plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het
symbool +.
Om het faxnummer te bevestigen. Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
Configuratie voor de kenmerken van de telefoonlijn
Nu kunt u het faxtoestel aansluiten op het openbare tele-
foonnet of een privé-lijn:
volg een van de twee onderstaande procedures en ga
na afloop verder met de configuratie van het faxtoestel
vanaf de stap waarbij het display "AND.CARRIER:AAN"
weergeeft.
Aansluiten op het openbare telefoonnet:
Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
De kiesmodus is een kenmerkende parameter van de
telefooncentrale die de lijn waarop uw faxtoestel is aan-
gesloten, beheert:
pulskiesmodus; elk geselecteerd nummer geeft een over-
eenkomstig aantal pulsen.
toonkiesmodus; elk geselecteerd nummer geeft een
geluid met een specifieke toon, die anders is dan die van
de andere toetsen.
U moet dus het faxtoestel op deze parameter aanpassen.
Indien u niet zeker weet welke modus u moet kiezen, vraagt
u dat het beste even aan de telefoonmaatschappij.
Druk op
|
/
}
om de andere kiesmodus weer te geven: "PSTN
KIES:PULSE"
Aansluiten op een privé-lijn (pbx):
Om uw faxtoestel op een privé-lijn aan te sluiten en het ook
op een openbare lijn te kunnen gebruiken, gaat u als volgt
te werk:
Selecteer de parameter "PRIV.LINE (PBX)".
Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aan-
gesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet
selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-beheerder.
Stel de buitenlijnmodus (prefix of flash) in die nodig is
om via de PBX (privé-centrale) toegang tot het openbare
net te krijgen.
Stem de kiesmodus (puls of toon) af op de modus die
dor de telefoonmaatschappij wordt gebruikt.
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven:
PRIV.LINE (PBX)
Op het display verschijnt:
PBX KIES:TOON
Druk op
|
/
}
om de andere kiesmodus weer te geven:
PBX KIES:PULSE
Om uw keuze te bevestigen.
EXT.LIJN:PREFIX
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare optie
weer te geven: "EXT.LIJN:FLASH".
Indien u de modus "EXT. LIJN: PREFIX" geselecteerd hebt,
moet u het prefix-nummer invoeren (max. 3 cijfers).
Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
Druk op
|
/
}
om de andere kiesmodus weer te geven:
PSTN KIES:PULSE
OPMERKING
Wanneer de wijze waarop het faxtoestel toegang krijgt tot
het openbare net eenmaal is bevestigd, hoeft u slechts,
voor u het telefoon- of faxnummer vormt, op de toets
te
drukken om de lijn te nemen. Op het display verschijnt een
"E" (external).
Om de verbinding met het openbare net of de privé-lijn te
bevestigen. Op het display verschijnt:
AND.CARRIER:AAN
Automatisch kiezen van een vaak gebruikt netnummer
Door deze parameter te activeren kunt u een vaak ge-
bruikt netnummer opslaan, zoals een zonenummer of
een prefix voor toegang tot een ander telefoonbedrijf,
dat automatisch door het faxtoestel wordt geselecteerd.
Indien u deze parameter niet wilt activeren, drukt u op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "AND.CARRIER:UIT"
en drukt vervolgens op
; waarna u de procedure
hervat vanaf het punt waarop het display: "REMOTE
START:AAN" weergeeft.
Op het display verschijnt:
NAAM INVOEREN:
8
Voer de naam in die de zone van het netnummer identifi-
ceert of de naam van het andere telefoonbedrijf en druk
vervolgens op de toets
. Op het display verschijnt:
DRUK PREFIX:
(0 - 9):
Voer het nieuwe netnummer in (max. 6 cijfers) en druk
vervolgens op de toets
. Op het display verschijnt:
VOER ACRONIEM IN
(a - z):
Voer het acroniem in waarmee het prefix op het display
geïdentificeerd wordt (1 teken).
Op het display verschijnt:
remote start: aan
Afstandsbedieningscode instellen
Op het display verschijnt:
druck code
code.(0/9,*) **
Voer de code in, bijvoorbeeld: "*8".
Van deze code kunt u alleen de tweede "asterisk" vervan-
gen voor een cijfer van 0 t/m 9.
Indien u geen code wilt instellen, drukt u op
|
/
}
om de
andere optie weer te geven: "REMOTE START:UIT" en
gaat u naar het volgende punt.
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
ONDERS. BEL: UIT
Herkenning van het belsignaal-ritme
Indien u deze parameter niet wilt activeren, drukt u op de
toets
waarna u de procedure hervat op het punt
waarbij het display "STILLE RX: UIT" weergeeft.
Druk op
|
/
}
tot op het display verschijnt:
WIJZIG.PATROON
Op het display verschijnt:
AUTODETECTIE BEL
Bel het faxtoestel met het gewenste belsignaal-ritme opdat
het toestel dit detecteert. Op het display verschijnt:
BEL GEDETECT.
Op het display verschijnt:
STILLE RX: UIT
Stille ontvangst In-/uitschakelen
Druk op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "STILLE
RX: AAN".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
AANT.BELSIGN.02
Aantal belsignalen instellen
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "01", "2", "04" en "08".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
FAX/TEL TJD:20
Zoemerduur instellen
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "15", "30" of "40".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
DUUR STILTE:6
Stille periode wijzigen
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "STILLE PAUZE:3", "4", "8", "10" en "STILLE
PAUZE:NEE".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
Parameters afdrukken
Druk op de toets om de parameters af te drukken of
op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronke-
lijke standby-modus te plaatsen.
PARAMETERS INTERPRETEREN
Een meer gedetailleerde uitleg van de betekenis van de parameters
en hun toepassing vindt u in "Datum en tijd en installatie-
parameters wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd gebruik".
9
B
ASISFUNCTIES
VOOR
VERZENDEN
EN
ONTVANGEN
Nu uw faxtoestel een naam en een nummer heeft, is het klaar om:
documenten te verzenden (ook uitgesteld, vanuit het geheu-
gen of via de pollingmethode);
documenten te ontvangen (ook via de pollingmethode);
telefoonoproepen uit te voeren (zie het hoofdstuk "Het fax-
toestel als een telefoon gebruiken");
documenten te kopiëren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel
als een kopieerapparaat gebruiken").
V
ERZENDEN
WELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Afmetingen
Breedte min. 148 mm - max. 216 mm
Lengte min. 105 mm - max. 600 mm
Dikte
Van: 60 - 90 gr/m
2
(max. 5 vel)
50 - 140 gr/m
2
(1 vel tegelijk)
Voor documenten die van de aangegeven formaten afwijken,
kunt u een transparante map met achterblad gebruiken.
GEBRUIK NOOIT
Opgerold papier
Flinterdun papier
Gescheurd papier
Nat of vochtig papier
Kleine stukjes papier
Verkreukeld papier
Carbonpapier
Ter voorkoming van schade die het faxtoestel buiten werking zou
kunnen stellen en de garantie te niet zou kunnen doen, moet u
ervoor zorgen dat de documenten die u wilt gebruiken vrij zijn van:
nietjes
paperclips
plakband
natte Tipp-Ex of lijm.
In al deze gevallen moet u het document eerst kopiëren en vervol-
gens de kopie verzenden, of een transparante map met achterblad
gebruiken.
DOCUMENTEN IN DE ADF STEKEN
Steek het document met de gegevens naar onder gericht en zon-
der druk uit te oefenen in de ADF (automatische invoer voor origi-
nele documenten) en stel de geleiders op de breedte af.
Op het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
27-07-01 15:45
AFSTELLEN VAN CONTRAST EN RESOLUTIE
Voor het verzenden van een document kunt u enkele
afstellingen maken om de afdrukkwaliteit te optimali-
seren.
Om het contrast te kiezen volgens onderstaande criteria:
NORMAL, als het document noch te licht, noch te don-
ker is. Op de onderste regel van het display verschijnt
"NORMAL".
LICHT, als het document bijzonder donker is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "LICHT".
DONKER, als het document bijzonder licht is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "DONKER".
Om de resolutie te kiezen volgens onderstaande criteria:
STANDAARD, indien het document gemakkelijk lees-
baar is. Op de onderste regel van het display verschijnt
een pijl die naar het symbool "
" op het bedienings-
paneel wijst.
FIJN, indien het document zeer kleine tekens of teke-
ningen bevat. Op de onderste regel van het display
verschijnt een pijl die naar het symbool "
" op het
bedieningspaneel wijst.
GRIJSTONEN, indien het document schaduw bevat. Op
de onderste regel van het display verschijnt een pijl die
naar het symbool "
" en een pijl die naar het symbool
"
" op het bedieningspaneel wijst.
DOCUMENTEN VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Vorm het nummer (max. 52 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke
toetsenbord.
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de
oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
10
OPMERKING
Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de
cursor met behulp van de toetsen
|/}
op het verkeerde
nummer en overschrijft het met het juiste nummer. Om het
nummer volledig te wissen, drukt u op de toets
.
OPMERKING
U kunt het nummer van de correspondent ook selecteren
door middel van de snelle kiesmethodes, zie verderop
"One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren",
"Verzenden via one-touch-toetsen" en "Verzenden via
snelkiescodes".
OPMERKING
Indien u de verzending wilt onderbreken, dan drukt u op
de toets
. Het faxtoestel zal het document automatisch uit
de ADF uitvoeren en weer in de oorspronkelijke standby-
modus komen.
Indien het te verwijderen document meer dan één pagina
telt, moet u voordat u op
drukt om de eerste pagina te
verwijderen, eerst handmatig alle andere pagina's verwij-
deren.
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Om de kiestonen te horen. Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
Vorm het nummer (max. 52 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke
toetsenbord.
Zodra u de faxtoon van de correspondent hoort, drukt u
op
om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display.
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display
verschijnt:
VORMING TELNR.
Vorm het nummer (max. 52 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke
toetsenbord.
Als het faxtoestel van uw correspondent op automatische
ontvangst is ingesteld, hoort u de toon van het
faxapparaat.
Als het op manuele ontvangst is ingesteld, zal iemand de
telefoon opnemen, en moet u hem vragen op de start-
toets van zijn faxtoestel te drukken, waarna u wacht tot u
de faxtoon hoort.
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de
oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
OPMERKING
Indien u na de verzending de hoorn van de haak hebt
laten liggen, geeft het faxtoestel een geluidssignaal om u
te waarschuwen.
AUTOMATISCHE KIESHERHALING
Indien er geen verbinding tot stand komt omdat de lijn gestoord is of
omdat het nummer van de correspondent bezet is, zal het faxtoestel
het gewenste nummer tot driemaal automatisch herhalen.
DE CORRESPONDENT TERUGBELLEN ZONDER HET NUMMER
OPNIEUW
TE VORMEN
Het faxtoestel slaat steeds het laatst gevormde nummer op, dat u
dus eenvoudig kunt opvragen door tweemaal op de toets
te
drukken.
EEN VAAK GEBRUIKT NETNUMMER AUTOMATISCH SELECTEREN
Het faxtoestel kan, na programmering hiervan (zie "Eerste instel-
lingen", hoofdstuk "Installatie"), een vaak gebruikt netnummer
opslaan, zoals een zonenummer of een prefix voor toegang tot
een ander telefoonbedrijf.
Het netnummer wordt automatisch geselecteerd door op de toets
te drukken alvorens het nummer van de correspondent te vor-
men.
Indien het faxtoestel op een privé-lijn (PBX) is aangesloten, moet
de toets
tweemaal worden ingedrukt alvorens het nummer van
de correspondent te vormen.
DOCUMENTEN VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD
TIJDSTIP
(VERTRAAGDE VERZENDING)
Door middel van deze functie kunt u tijdzoneproblemen
vermijden wanneer de correspondent zich aan de an-
dere kant van de wereld bevindt, en bovendien kunt u
gebruik maken van voordelige tarieven tijdens bepaalde
uren waarop de telefoonlijnen minder belast zijn.
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respec-
tievelijk, NORMAL en
(standaard).
11
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Tot op het display verschijnt:
UITGEST.TRANSM.
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Voer de tijd in waarop u het document wilt verzenden.
Bijvoorbeeld "16:50".
Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
Vorm het nummer van de correspondent volgens een van
de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord of
via de one-touch-toetsen of snelkiescodes (zie verderop
"One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
WERKING AUTO oo
VERZ OM: 16:50
OPMERKING
U kunt de instellingen voor "uitgestelde verzending" wissen
door het document uit de ADF te nemen of op de toets
te
drukken.
EEN VOORAF INGESTELDE VERZENDING WIJZIGEN/WISSEN
Tot op het display verschijnt:
UITGEST.TRANSM.
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
Indien u de eerder ingestelde verzending wilt annuleren,
drukt u op de toetsen
|
/
}
: op het display verschijnt het be-
richt "INSTELL. WISSEN?", druk vervolgens op
om
de annulering te bevestigen. Het faxtoestel zal automatisch
naar de standby-modus terugkeren.
Indien u het tijdstip waarop of het nummer waarnaar het
document verzonden moet worden wilt wijzigen, gaat u als
volgt te werk:
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
16:50
Typ het nieuwe tijdstip en druk op de toets of beves-
tig het huidige tijdstip door direct op de toets
te druk-
ken. Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
Als u de huidige tijd wilt herstellen, drukt u op de toets ,
de toets
en gaat u als volgt te werk.
Typ het nieuwe nummer en bevestig de gegevens met de
toets
of bevestig de huidige instelling door direct op
de toets
te drukken. Op het display verschijnt:
WERKING AUTO 00
VERZ OM: 18:00
EEN DOCUMENT AAN MEERDERE CORRESPONDENTEN
VERZENDEN
Het faxtoestel is uitgerust met een geheugen waaruit u een docu-
ment (ook op een vooraf ingesteld tijdstip: uitgestelde verzending)
naar verschillende correspondenten kunt zenden (max. 10 ): "cir-
culaire". Zie hieronder "Een document uit het geheugen verzen-
den"
EEN DOCUMENT UIT HET GEHEUGEN VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Op het display verschijnt:
TX UIT GEHEUGEN
Het faxtoestel begint het document in het geheugen op te
slaan. Zodra dit gebeurd is, verschijnt het bericht "DOC.
N. XXXX" enkele seconden lang op het display; daarna
verschijnt :
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Voer het gewenste tijdstip in, bijvoorbeeld "16:50" en druk
op
of druk onmiddellijk op om de huidige tijd te
bevestigen. Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
num/
/
Vorm het nummer van de correspondent volgens een van
de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord of
via de one-touch-toetsen of snelkiescodes (zie verderop
"One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
12
Daarna zal het faxtoestel u vragen een ander nummer in te
voeren:
VORM FAX NUMMER
num/ /
Indien u het document naar verscheidene corresponden-
ten wilt zenden, herhaalt u de twee stappen zo vaak als
nodig is; daarna drukt u op de toets
om de procedure
te beëindigen.
Indien u het document slechts naar één correspondent wilt
zenden, drukt u direct op de toets zonder andere num-
mers in te voeren. Na deze procedure verschijnt op het display:
WERKING AUTO 00
TX UIT GEHEUGEN
OPMERKING
U kunt slechts één verzending uit het geheugen per keer
programmeren.
OPMERKING
Het faxtoestel wist automatisch alle geslaagde verzendin-
gen uit het geheugen.
EEN VOORAF INGESTELDE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
WIJZIGEN
/HERHALEN/WISSEN
Op het display verschijnt:
TX UIT GEHEUGEN
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
INSTELL.PRINTEN?
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare opties
weer te geven: "PARAM. WIJZIGEN" of "INSTELL. WISSEN?".
Om uw keuze te bevestigen.
INSTELL.PRINTEN? - Om alleen de parameters m.b.t. de
verzending uit het geheugen af te drukken. Na het afdrukken
komt het faxtoestel automatisch in de standby-modus terug.
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te wissen. Het
faxtoestel komt in de standby-modus terug.
PARAM. WIJZIGEN - Om het nummer van de correspon-
dent of het gewenste tijdstip voor de verzending te wijzi-
gen. Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Vanaf hier gaat u verder zoals aangegeven in de laatste
drie stappen van de procedure "Een document uit het
geheugen verzenden".
OPMERKING
Indien de verzending uit het geheugen reeds gestart is,
verschijnt het bericht "TX IN UITVOERING" op het display.
In dit geval kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.
O
NTVANGEN
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax
worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de
gewenste modus activeren door op de toets
te drukken.
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent
en persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beant-
woorden.
Tot op het display verschijnt:
HANDMATIG 00
Neem bij overgaande telefoon de hoorn op om de verbin-
ding tot stand te brengen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
Zodra u de faxtoon hoort of de correspondent u vraagt een
faxbericht te ontvangen. Op het display verschijnt:
VERBINDING
Haak de hoorn in.
Het faxtoestel begint te ontvangen en op het display ver-
schijnt informatie over de ontvangst zoals het faxnummer
van de afzender of, indien geprogrammeerd, zijn naam.
Wanneer de ontvangst voltooid is, verschijnt het bericht
"ONTVANGST OK" enkele seconden lang op het display;
daarna keert het toestel naar de standby-modus terug.
Automatische ontvangst is geschikt wanneer u afwezig
bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de mo-
dus waarin uw faxtoestel is ingesteld; mocht dat niet het
geval zijn, druk dan op
tot "WERKING AUTO 00" op
het display verschijnt.
De ontvangst geschiedt als in de manuele ontvangstmodus.
Automatische ontvangst met oproeptype-herken-
ning. In deze ontvangstmodus wordt het faxtoestel na een
bepaald aantal belsignalen (ingestelde waarde: 2 bel-
signalen) met de telefoonlijn verbonden en is in staat om te
herkennen of de binnenkomende oproep een fax- of
telefoonoproep is.
Tot op het display verschijnt:
TELEFOON/FAX 00
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt,
is afhankelijk van de correspondent:
- Als de oproep van een ander faxtoestel afkomstig is,
komt uw faxtoestel na twee belsignalen automatisch in
de ontvangstmodus.
- Als de oproep van een telefoon afkomstig is, geeft het
faxtoestel na twee belsignalen ca. 20 seconden lang
een geluidsignaal en op het display verschijnt
"TELEFOONOPROEP". Indien u de hoorn niet binnen
20 seconden opneemt, komt het faxtoestel automatisch
in de ontvangstmodus.
Als u de hoorn opneemt voordat het faxtoestel de verbin-
ding tot stand brengt en u de kiestonen hoort, drukt u op de
toets
en legt de hoorn op de haak.
Ontvangst met antwoordapparaat. In deze ontvangst-
modus ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, re-
gistreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding
over aan het faxtoestel als de correspondent een docu-
ment wil verzenden.
13
Vorm het gewenste faxnummer (max. 52 cijfers) direct op
het numerieke toetsenbord.
Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor met de
toetsen
|
/
}
op het verkeerde cijfer en overschrijft u het met
het juiste cijfer.
Om het nummer volledig te wissen.
Indien uw faxtoestel aangesloten is op een PBX, kunt u een
buitenlijn nemen door op de toets
te drukken voordat
u het nummer vormt. Op het display verschijnt de letter "E"
(external).
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
1:NAAM
Indien er reeds een naam werd opgeslagen, zal deze op
het display verschijnen.
Voer de naam van de correspondent in (max. 16 tekens)
zoals u dat deed voor uw naam (zie "Parameters instel-
len", in het hoofdstuk "Installatie").
Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor met de
toetsen
|
/
}
op het verkeerde teken en overschrijft het
met het juiste teken.
Om de naam volledig te wissen.
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
KIES ANDERE: JA
Nu kunt u de procedure afsluiten door op de toets
te drukken of u kunt een andere one-touch-toets program-
meren door op de toets
te drukken en de proce-
dure vanaf stap 5 te herhalen, of u kunt aan dezelfde nummer-
toets (
) een telefoonnummer toewijzen zoals hei-
ronder beschreven:
Om een telefoonnummer toe te wijzen:
Op het display verschijnt:
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
Druk opnieuw op de nummertoets en vervolgens op
de toetsen
|
/
}
. Op het display verschijnt:
TEL NR.
Op het display verschijnt:
1:TEL NR.
Indien reeds een telefoonnummer werd opgeslagen, zal
dit op het display verschijnen.
Vorm het gewenste telefoonnummer (max. 52 cijfers) di-
rect op het numerieke toetsenbord van het faxtoestel en
druk op de toets
om de instelling te bevestigen. Op
het display verschijnt:
1:NAAM
Voor de modellen met ingebouwd antwoordapparaat,
zie het betreffende hoofdstuk.
Indien u een extern antwoordapparaat aansluit, moet
het aantal belsignalen waarna het antwoordapparaat ge-
activeerd wordt, lager zijn dan het aantal belsignalen dat
op het faxtoestel is ingesteld (zie "Aantal belsignalen
wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd gebruik".
Tot op het display verschijnt:
AWA / FAX 00
Bij modellen met ingebouwd antwoordapparaat wordt dit
bericht alleen weergegeven als u uitgaande boodschap
1 hebt opgenomen.
OPMERKING
Indien u een ontvangst wilt onderbreken, drukt u op de toets
om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke
standby-modus te plaatsen.
O
NE
-
TOUCH
-
TOETSEN
EN
SNELKIESCODES
PROGRAMMEREN
Het faxtoestel biedt ook snelkiesfuncties, zoals de one-touch-
toetsen en snelkiescodes, die echter eerst geprogrammeerd
moeten worden.
ONE-TOUCH-TOETSEN
Aan elk van de 10 nummertoetsen (0 - 9) kunt u een
faxnummer, een telefoonnummer en een naam toewij-
zen die automatisch geselecteerd worden wanneer u de
betreffende toets langer dan een seconde indrukt.
Om een faxnummer en naam toe te wijzen:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
1 TOETS NUMMERS
Op het display verschijnt:
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
Druk op de nummertoets waaraan u een faxnummer wilt
toewijzen (bijv.
). Op het display verschijnt:
FAX NR
Op het display verschijnt:
1:fax NR
Indien er reeds een faxnummer werd opgeslagen, zal dit
op het display verschijnen.
14
Nu kunt u, aangezien de andere gegevens ongewijzigd
blijven, op de toets
drukken om het faxtoestel weer in
de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
Om alleen een telefoonnummer toe te wijzen zonder
eerst een faxnummer op te slaan:
Volg de procedure voor het toewijzen van een faxnummer
en een naam tot op het display verschijnt:
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
Druk op de nummertoets waaraan u een telefoonnummer
of faxnummer wilt toewijzen (bijvoorbeeld
). Op het
display verschijnt:
FAX NR
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbar optie weer te ge-
ven:
tel NR
Vorm het gewenste telefoonnummer (max. 52 cijfers) di-
rect op het numerieke toetsenbord en druk op de toets
om de instelling te bevestigen. Vanaf hier gaat de
procedure op de bekende manier verder.
SNELKIESCODES
U kunt een serie codes (01-32) gebruiken om extra fax-
en telefoonnummers met namen in te stellen; deze wor-
den automatisch geselecteerd wanneer u op de toets
drukt en de betreffende code invoert.
Volg de eerste twee stappen van de procedure voor one-
touch-toetsen, en dan:
Tot op het display verschijnt:
SNEL KIEZEN
Op het display verschijnt:
DRUK SNELKIESNR.
(01-32):
Vorm de code waaraan u een faxnummer wilt toewijzen
(bijvoorbeeld,
). Op het display verschijnt:
fax NR
Volg vanaf hier de procedure voor de one-touch-toet-
sen vanaf de stappen voor het invoeren van het faxnum-
mer, de naam het telefoonnummer van de correspondent.
OPMERKING
Indien u dit wenst, kunt u de onder de 10 one-touch-toet-
sen en 32 snelkiescodes opgeslagen gegevens afdruk-
ken (zie verderop in "Rapporten en lijsten afdrukken").
REEDS INGESTELDE ONE-TOUCH-TOETSEN OF
SNELKIESCODES
WIJZIGEN/WISSEN
Volg de procedure voor de one-touch-toetsen of de proce-
dure voor de snelkiescodes tot op het display verschijnt:
- Voor de one-touch-toetsen
1:fax NR
of
1:tel. NR
- Voor de snelkiescodes
01:fax NR
of
01:tel. NR
Typ het nieuwe telefoonnummer of faxnummer (max. 52
cijfers) over het oude, via het numerieke toetsenbord van
het faxtoestel of druk op de toets
.
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
1:NAAM
of
01:NAAM
Typ de nieuwe naam (max. 16 tekens) over de oude, of
druk op de toets
.
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
VERZENDEN VIA ONE-TOUCH-TOETSEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en resolutie".
Druk langer dan een seconde op de gewenste nummer-
toets, bijvoorbeeld
. Op het display verschijnt "VOR-
MING FAXNR." en vervolgens de cijfers van het toege-
wezen faxnummer. Als eveneens de naam werd opge-
slagen, geeft het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending
verder op de bekende manier.
VERZENDEN VIA SNELKIESCODES
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en
resolutie".
15
Op het display verschijnt:
VORMING FAXNR.
CODE OF < >
Vorm de gewenste snelkiescode, bijvoorbeeld .
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
faxnummer. Als eveneens de naam werd opgeslagen, geeft
het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending
verder op de bekende manier.
VERZENDEN MET ONE-TOUCH-TOETSEN OF SNELKIESCODES
DOOR
OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
Als u zich de one-touch-toets of snelkiescode niet herinnert
die u aan een bepaald faxnummer heeft toegewezen, kunt
u de verzending toch starten door het nummer als volgt
in het adresboek op te zoeken:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en resolutie".
Op het display verschijnt:
VORMING FAXNR.
CODE OF <>
Druk op de toetsen
|
/
}
om het gewenste faxnummer of de
naam van de correspondent te vinden aan wie u het docu-
ment wilt sturen.
Om de verzending te starten.
R
APPORTEN
EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
RAPPORTEN
Door het afdrukken van rapporten kunt u het resultaat van alle uitge-
voerde transacties (verzendingen en ontvangsten), het aantal ver-
werkte documenten en andere nuttige informatie controleren.
Het faxtoestel kan de volgende rapporten afdrukken:
Stroomonderbrekingsrapport: dit rapport wordt altijd auto-
matisch afgedrukt na een stroomonderbreking.
- Als de stroom uitviel tijdens verzending of ontvangst van een
document, zal het faxtoestel bij herstel van de normale werking
automatisch een rapport afdrukken met de gegevens van de be-
treffende verzending of ontvangst.
- Als de stroom uitviel tijdens of na een verzending uit het ge-
heugen of een ontvangst in het geheugen, zal het faxtoestel bij
herstel van de normale werking automatisch eenrapport afdruk-
ken dat het totale aantal pagina's aangeeft (m.b.t. verzending en
ontvangst) dat uit het geheugen werd gewist.
Activeringsrapport: dit rapport bevat de gegevens van de laat-
ste 32 transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het
geheugen van het faxtoestel opgeslagen blijven. Het wordt auto-
matisch afgedrukt (na de 32e transactie) of wanneer u dit
opvraagt.
Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens
van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd,
altijd automatisch afgedrukt worden na elke verzending, of
wanneer u dit opvraagt.
Foutberichtenrapport: dit rapport bevat eveneens de gege-
vens van de laatste verzending maar wordt alleen na een
mislukte verzending automatisch afgedrukt. Het faxtoestel
is ingesteld om dit soort rapport automatisch af te drukken. Hoe u
deze functie kunt uitschakelen, wordt beschreven in de betref-
fende paragraaf.
Rapport laatste circulaire: bevat de gegevens met betrekking
tot de laatste circulaire-verzending en kan indien geprogram-
meerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke circu-
laire-verzending, of op aanvraag op het gewenste moment.
Beller-ID-rapport: kan alleen op aanvraag worden afgedrukt en
bevat de volgende informatie:
Naam beller
- Naam van de correspondent door wie u werd gebeld (indien
deze service is voorzien)
of
- PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn
identificatie niet weer te geven;
of
- NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele-
fooncentrale is aangesloten die niet over deze service be-
schikt.
Nummer beller
- Nummer van de correspondent door wie u werd gebeld
of
- PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn
identificatie niet weer te geven;
of
- NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele-
fooncentrale is aangesloten die niet over deze service be-
schikt.
RAPPORTEN INTERPRETEREN
Act. n. Het volgnummer van de uitgevoerde
transactie (verzending/ontvangst).
Type Soort transactie:
TX , TX ECM, TX POLL of TX POLL
ECM voor verzending.
RX , RX ECM, RX POLL of RX POLL
ECM voor ontvangst.
Doc N. Referentienummer van het opgeslagen
document. Dit nummer verbindt een docu-
ment met elke verzending (enkele of circu-
laire) uit het geheugen.
Nummervorming Het faxnummer van de correspondent dat
u gekozen hebt.
16
Verzenderidentificatie
Nummer (en eventueel naam) van de ge-
selecteerde correspondent. Dit nummer
komt overeen met het nummer dat u geko-
zen hebt, mits de correspondent zijn
faxnummer correct heeft ingesteld. Anders
kan het afwijkend zijn of zelfs ontbreken.
Datum /Tijd Datum en tijd waarop de transactie werd
uitgevoerd.
Duur Duur van de transactie (in minuten en se-
conden).
Pag.'s Totaal aantal pagina's dat u hebt verzon-
den/ontvangen.
Resul. Resultaat van de transactie:
- OK: als de transactie met succes werd
voltooid
- FOUTCODE XX: indien de transactie niet
plaats gevonden heeft als gevolg van de
oorzaak die door de foutcode wordt aan-
gegeven (zie "Foutcodes", in het hoofd-
stuk "Problemen oplossen").
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN HET ZENDRAPPORT EN
FOUTBERICHTENRAPPORT
ACTIVEREN/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ERROR ZENDRAPPO.
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere twee beschikbare
opties weer te geven: "ZENDRAPPORT :AAN" en "ZEND-
RAPPORT: UIT".
ERROR ZENDRAPPO. - het faxtoestel drukt alleen na een
mislukte verzending automatisch een rapport af.
ZENDRAPPORT: AAN - het faxtoestel drukt na elke ver-
zending automatisch een rapport af, ongeacht het resul-
taat.
ZENDRAPPORT: UIT - het faxtoestel drukt geen rappor-
ten af.
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN HET CIRCULAIRE-RAPPORT
ACTIVEREN
/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Tot op het display verschijnt:
RAPP.CIRCUL.:AAN
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare optie
weer te geven: "RAPP.CIRCUL.:UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN GEGEVENS BETREFFENDE EEN
UITGESTELDE
VERZENDING ACTIVEREN/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
LIJST UITST.:AAN
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare optie
weer te geven: "LIJST UITST.: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AFDRUK VAN HET ZENDRAPPORT, ACTIVITEITENRAPPORT,
CIRCULAIRE-RAPPORT EN BELLER-ID-RAPPORT OPVRAGEN
Tot op het display verschijnt:
RAPPORTEN
Op het display verschijnt:
RAPP. LAATSTE TX
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare opties
weer te geven: "RAP.LAATSTE CIRC", "ACTIVITEIT.RAPP.",
"LIJST BELLERS", "LIJST RAPP. UIT".
17
Om uw keuze te bevestigen.
Nadat het rapport is afgedrukt, komt het faxtoestel auto-
matisch weer in de oorspronkelijke standby-modus te-
rug.
OPMERKING
Indien u "LIJST RAPP. UIT" hebt geselecteerd, drukt u op
de toets
om het faxtoestel weer in de standby-modus
te plaatsen.
LIJSTEN
U kunt de volledige lijsten met installatie- en configuratie-
parameters en de gegevens van de one-touch-toetsen en
snelkiescodes op elk gewenst moment afdrukken.
Wanneer u een afdruk van de installatie- en configuratieparameters
vraagt, kunt u een bijgewerkt rapport afdrukken van de vooraf inge-
stelde waarden en van de waarden die u af en toe overeenkomstig
uw behoeften hebt ingesteld.
LIJST VAN INSTALLATIEPARAMETERS AFDRUKKEN
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIELIJST
Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
Met de toetsen
|
/
}
kunt u de andere beschikbare optie
weergeven: "GEEN LIJST AWA"
Om uw keuze te bevestigen.
OPMERKING
Indien u "LIJST AWA: " geselecteerd hebt, komt het fax-
toestel na de afdruk automatisch weer in de oorspronkelijke
standby-modus terug. Indien u "GEEN LIJST AWA" geko-
zen hebt, drukt u op de toets
om het faxtoestel weer in
de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
LIJST VAN CONFIGURATIEPARAMETERS EN GEGEVENS VAN DE
ONE
-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES AFDRUKKEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINT INSTELLING
Op het display verschijnt:
PRINT PARAMETERS
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare opties weer te
geven: "LIJST 1 TOETSNRS", "LIJST SNELKIESNR" en
"AFDRUKOPTIE: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
OPMERKING
Indien u de optie "AFDRUKOPTIE: UIT" hebt geselecteerd,
drukt u op de toets
om het faxtoestel weer in de oor-
spronkelijke standby-modus te plaatsen.
18
H
ET
FAXTOESTEL
ALS
EEN
TELEFOON
GEBRUIKEN
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over
alle functies die een normale telefoon biedt.
Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, geactiveerd
met de toets
) die toegang biedt tot speciale diensten die door de
netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
Oproepen van een correspondent met gebruik van de gepro-
grammeerde snelkiesprocedures, zie hieronder "Opbellen via
de one-touch-toetsen" en "Opbellen via de snelkiescodes".
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door indruk-
ken van de toets
(HOLD). U kunt het gesprek voortzetten
zodra u dezelfde toets weer indrukt.
O
PBELLEN
VIA
DE
ONE
-
TOUCH
-
TOETSEN
Steek geen document in de ADF.
Druk de gewenste toets gedurende meer dan een seconde
in, bijvoorbeeld
. Op het display verschijnt "VORMING
TELNR." en vervolgens de cijfers van het toegewezen
telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Basisfuncties
voor verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is
opgeslagen, wordt deze op het display weergegeven.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant-
woordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te beginnen.
O
PBELLEN
VIA
DE
SNELKIESCODES
Steek geen document in de ADF.
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display
verschijnt:
VORMING TELNR.
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
Vorm de gewenste snelkiescode, bijvoorbeeld .
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Basisfuncties
voor verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is
opgeslagen, wordt deze op het display weergegeven.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant-
woordt, kunt u het gesprek beginnen.
O
PBELLEN
DOOR
ZOEKEN
IN
HET
ADRESBOEK
Steek geen document in de ADF.
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display
verschijnt:
VORMING TELNR.
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
Druk op de toetsen
|
/
}
om het telefoonnummer of de naam
te vinden van de persoon die u wilt bellen.
Om het kiezen te starten.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant-
woordt, kunt u het gesprek beginnen.
19
H
ET
FAXTOESTEL
ALS
EEN
KOPIEERAPPARAAT
GEBRUIKEN
W
ELKE
DOCUMENTEN
KUNT
U
KOPIËREN
Zorg ervoor dat het te kopiëren document voldoet aan de kenmer-
ken die zijn beschreven in "Welke documenten kunt u gebrui-
ken", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ont-
vangen".
K
OPIËREN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een
kopieerapparaat gebruiken. De kwaliteit van de kopie is
afhankelijk van de waarden voor contrast en resolutie
die u m.b.v. de toetsen
en instelt voordat u de kopie
maakt.
Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
NORMAL, als het document noch te donker noch te
licht is.
LICHT, als het document bijzonder donker is.
DONKER, als het document bijzonder licht is.
Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
TEKST, als het document goed leesbare tekst of een-
voudige afbeeldingen bevat.
FOTO, als het document schaduw bevat.
Steek het document in de ADF
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor het
contrast, de resolutie en de reproductie: respectievelijk
NORMAL, TEKST en 100%.
Om het gewenste type contrast te kiezen: "LICHT", "DON-
KER" of "NORMAL".
Om het gewenste type resolutie te kiezen: " TEKST " of
"FOTO".
Om de gewenste zoom-waarde te kiezen: "100%", "140%",
of "70%".
Druk direct op de toets
indien u slechts een enkele
kopie wilt maken, of voer het gewenste aantal kopieën in
(max. 9) voordat u op de toets
drukt. Het faxtoestel
slaat de pagina's waaruit het document bestaat een voor
een op, alvorens de kopieën te maken.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u twee-
maal op de toets
: eerst om het origineel uit de ADF te
verwijderen, en daarna om het faxtoestel opnieuw in de
oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
Indien het te verwijderen document verscheidene pagina's
telt, dient u alle andere pagina's handmatig te verwijderen
voordat u op de toets
drukt om de eerste uit te voeren.
Z
O
MAAKT
U
EEN
KOPIE
VAN
UITSTEKENDE
KWALITEIT
Om een kopie van uitstekende kwaliteit te verkrijgen
van een document dat schaduw bevat, dient naast de
resolutie-instelling op FOTO, de functie HOGE KWALITEIT
op het faxtoestel te zijn ingeschakeld. Is dit niet het geval,
dan doet u het volgende:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Tot op het display verschijnt:
KOPIE: NORMAL
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare optie
weer te geven:
KOPIE: HOGE KWAL
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
20
H
ET
ANTWOORDAPPARAAT
Indien u een faxtoestel met ingebouwd antwoordapparaat hebt
aangeschaft, biedt dit dezelfde mogelijkheden als een extern ant-
woordapparaat. U kunt dus:
uitgaande boodschappen opnemen die automatisch worden
afgespeeld wanneer u afwezig bent, om de beller te verzoeken
een boodschap achter te laten of terug te bellen;
memo's opnemen;
de uitgaande boodschappen en memo's beluisteren;
de uitgaande boodschappen en memo's vervangen;
de boodschappen opnemen die de correspondenten inspre-
ken wanneer u afwezig bent, zodat de aan u gerichte oproepen
niet verloren gaan;
de binnengekomen boodschappen beluisteren;
de binnengekomen boodschappen wissen;
de boodschappen op een telefoon op afstand overbrengen;
het antwoordapparaat op afstand bedienen.
De opnamecapaciteit van het antwoordapparaat is afhankelijk van
het beschikbare geheugen (15 minuten). De duur van de bood-
schappen kan geprogrammeerd worden in 30 of 60 seconden,
zie "Opnametijd programmeren voor memo's en binnenko-
mende boodschappen".
OPMERKING
Bij de ontvangstmodus AWA / FAX, wordt het faxtoestel auto-
matisch geactiveerd voor ontvangst wanneer de oproep van
een ander faxtoestel komt, zodat er geen aan u gerichte
documenten verloren gaan.
OPMERKING
Om de verhinderen dat iemand anders zonder uw toestem-
ming op afstand uw antwoordapparaat kan bedienen
(behalve om boodschappen in te spreken), is de toegang
bovendien beschermd door een numerieke code van vier
cijfers (reeds beschikbaar als "1234") die u altijd kunt wij-
zigen of annuleren, zie hieronder "Wijzigen of annuleren
van de toegangscode voor het antwoordapparaat".
OPMERKING
Het antwoordapparaat kan pas geactiveerd worden
nadat UITGAANDE BOODSCHAP 1 is opgenomen.
H
ET
BEDIENINGSPANEEL
VOOR
HET
ANTWOORDAPPARAAT
Alleen aanwezig op model met antwoordapparaat:
Start het afspelen van de nog niet beluisterde boodschap-
pen en memo's. Onderbreekt tijdelijk het afspelen van bood-
schappen en memo's. Bij nogmaals indrukken wordt het
afspelen hervat.
Start het opnemen van persoonlijke memo's. Tijdens het
afspelen van boodschappen en memo's, sprong naar be-
gin van volgende boodschap of memo.
(MEMO)
Tijdens het afspelen van boodschappen en memo's, sprong
naar vorige boodschap of memo.
(WISSEN)
Wist de reeds beluisterde boodschappen en memo's.
LED (BOODSCHAPPEN)
Aan: in het geheugen bevinden zich reeds beluisterde
boodschappen of memo's.
Knippert: in het geheugen bevinden zich nog niet be-
luisterde boodschappen of memo's.
Uit: in het geheugen bevinden zich geen boodschap-
pen of memo's.
Toetsen voor het gebruik van het antwoordapparaat:
Toegang tot het configuratiemenu voor het antwoordappa-
raat. Selectie van de verschillende sub-menu's.
Start het opnemen en afspelen.
Bevestigt de selectie van het configuratiemenu voor het
antwoordapparaat, de sub-menu's, de parameters en be-
treffende waarden en de overgang naar de volgende sta-
tus.
Onderbreekt het opnemen en afspelen.
Onderbreekt de programmering in uitvoering.
Brengt het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus terug.
W
IJZIGEN
OF
ANNULEREN
VAN
DE
TOEGANGSCODE
VOOR
HET
ANTWOORDAPPARAAT
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
TOEGANGSCODE
Op het display de standaard ingestelde code:
DRUK CODE
(0 - 9): 1234
21
Voer de nieuwe code in, bijvoorbeeld "0001" om de be-
staande te wijzigen en druk op de toets
of druk op de
toets
en vervolgens op de toets om hem te
wissen.
Op het display verschijnt:
BELUISTER.INLOG
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
De toegangscode voor het antwoordapparaat kan
bovendien nog worden gebruikt om:
te verhinderen dat iemand anders ter plekke de aan u
gerichte boodschappen kan beluisteren;
te verhinderen dat iemand anders de door u ingestelde
configuratieparameters van het antwoordapparaat kan
wijzigen.
Volg de procedure "Wijzigen of annuleren van de
toegangscode voor het antwoordapparaat" tot
"BELUISTER.INLOG" op het display verschijnt, en ga als
volgt verder:
Druk op de toetsen
|
/
}
om te verhinderen dat iemand
anders de boodschappen op het antwoordapparaat kan
beluisteren. Op het display verschijnt:
BELUIST.MET LOG
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
INSTELL.UITLOG
Druk op de toetsen
|
/
}
om te verhinderen dat iemand
anders zonder uw toestemming het antwoordapparaat kan
programmeren. Op het display verschijnt:
INSTELL.LOG
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
U
ITGAANDE
BOODSCHAPPEN
U kunt verschillende soorten boodschappen opnemen:
UITGAANDE BOODSCHAP 1, met een maximale duur van 20
seconden, om de beller te verzoeken een boodschap in te spre-
ken op het antwoordapparaat, bijvoorbeeld:
"Dit is het antwoordapparaat van ..... We zijn momenteel niet
aanwezig. Spreek na de pieptoon een boodschap in of druk op
de starttoets van uw faxtoestel als u ons een fax wilt sturen.
Dank u".
UITGAANDE BOODSCHAP 2, met een maximale duur van 10
seconden, kan worden opgenomen om:
als u afwezig bent en dus de ontvangstmodus "AWA / FAX"
hebt geselecteerd, de beller te waarschuwen dat het antwoord-
apparaat geen boodschappen kan ontvangen omdat het ge-
heugen vol is, bijvoorbeeld:
Momenteel kunt u ons alleen een fax sturen. Bel voor een
gesprek later terug";
als u aanwezig bent maar de modus "TELEFOON/FAX" hebt
geselecteerd, de beller te vragen de hoorn niet op te leggen,
bijvoorbeeld:
"Even geduld, a.u.b.".
MEMO (Gesproken), met een programmeerbare duur van 30
of 60 seconden, voor persoonlijke afspraken. Deze boodschap
wordt nooit afgespeeld wanneer iemand u belt.
DOORSTUUR-BOODSCHAP, met een maximale duur van 10
seconden, om u op een toestel op afstand te waarschuwen
dat er nog niet beluisterde boodschappen voor u zijn op het
antwoordapparaat.
Voor het daadwerkelijk doorsturen van de nog niet beluisterde
boodschappen moet u:
het antwoordapparaat hiervoor geprogrammeerd hebben (zie
verderop "Boodschappen en memo's doorsturen naar
een telefoon op afstand");
de functies actieveren waarmee u op afstand het antwoordap-
paraat kunt bedienen (zie "Het antwoordapparaat op af-
stand bedienen").
OPNEMEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 1
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
SPREEK IN OGM #1
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
DRUK
Neem de hoorn op. Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
Om het opnemen te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 19
U hebt 20 seconden ter beschikking (afgeteld op het display
van 19 tot 00) om uw boodschap in te spreken:
als de boodschap korter is dan 20 seconden, sluit u de
opname af zodra u klaar bent met inspreken door de hoorn
op te leggen of op de toets
of te drukken. Als u
op de toets
drukt speelt het faxtoestel niet automa-
tisch de boodschap af die u hebt opgenomen;
als de beschikbare tijd afloopt, geeft het faxtoestel een
kort geluidssignaal en speelt automatisch de boodschap af
die u hebt opgenomen.
Leg vervolgens de hoorn op de haak. In beide gevallen
moet u op de toets
drukken op het faxtoestel weer in
de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
OPMERKING
Als het volume van de boodschap te laag of te hoog is, kunt
u het tijdens het afspelen regelen via de toets
en .
AFSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 1
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
BELIUSTER OGM #1
22
Druk op de toets of druk op de toets en neem de
hoorn op om de eerder opgenomen uitgaande boodschap
1 te horen. Op het display verschijnt:
BELUISTERING
Na het afspelen stelt het faxtoestel automatisch voor een
nieuwe UITGAANDE BOODSCHAP 1 op te nemen. In-
dien u dit wenst kunt u de eerder opgenomen boodschap
wijzigen of vervangen, door de opnameprocedure te her-
halen.
Indien er geen uitgaande boodschappen zijn opge-
nomen op het antwoordapparaat, geeft het faxtoestel het
bericht "OGM NIET AANWEZ." weer en stelt automatisch
voor om een boodschap op te nemen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPNEMEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 2
Neem uitgaande boodschap 2 op zoals u boodschap 1 hebt opgeno-
men, met het volgende verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets
en vervolgens op de toets tot op het
display verschijnt:
SPREEK IN OGM #2
OPMERKING
Vergeet echter niet dat u slechts 10 seconden ter beschikking
hebt.
AFSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 2
Beluister boodschap 2 zoals bij BOODSCHAP 1 met het volgende
verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets
en vervolgens op de toets tot op het
display verschijnt:
BELUISTER OGM #2
OPNEMEN VAN DE DOORSTUUR-BOODSCHAP
Neem de doorstuur-boodschap op zoals u de boodschappen 1 en 2
hebt opgenomen, met het volgende verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets
en vervolgens op de toets tot op het
display verschijnt:
OPN.DOORG.OPROEP
OPNEMEN VAN MEMO'S
Zoals reeds gezegd, kunt u het antwoordapparaat gebrui-
ken om één of meerdere persoonlijke berichten op te ne-
men (MEMO) die op dezelfde manier worden behandeld
als de binnenkomende boodschappen.
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
DRUK
Neem de hoorn op. Op het display verschijnt:
MEMOBERICHT?
Om het opnemen te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 29
of
OPNAMEN 59
OPMERKING
U hebt 30 of 60 seconden ter beschikking (zie "Opname-
tijd programmeren voor memo's en binnenkomende
boodschappen") om uw memo in te spreken, op dezelfde
manier als bij UITGAANDE BOODSCHAPPEN 1 en 2.
O
PNAMETIJD
PROGRAMMEREN
VOOR
MEMO
S
EN
BINNENKOMENDE
BOODSCHAPPEN
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
INSPREEKTIJD
Op het display verschijnt:
OPNAMETIJD:30SEC
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare waarde
weer te geven: "Opnametijd:60Sec".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
A
FSPELEN
VAN
BINNENKOMENDE
BOODSCHAPPEN
EN
MEMO
S
Als het antwoordapparaat een of meerdere binnenkomende
boodschappen of een of meerdere memo's in het geheu-
gen heeft die u nog niet hebt beluisterd, knippert de BOOD-
SCHAPPEN-LED
en op het display wordt het totale
aantal opgenomen boodschappen (inclusief de memo's)
weergegeven, bijvoorbeeld 03:
"AWA / FAX 03"
"01-08-01 10:32"
Nu kunt u (via de luidspreker of door de telefoonhoorn op
te nemen) alle boodschappen beluisteren, inclusief de
memo's die met een volgnummer vanaf 01 tot een maxi-
mum van 49 in het geheugen worden opgeslagen.
Om via de luidspreker de boodschappen te beluisteren, die
het faxtoestel in sequentie afspeelt, gescheiden door een
kort geluidssignaal; of neem de hoorn op nadat u op de
toets
hebt gedrukt om de boodschappen 'privé' te
beluisteren.
23
B
OODSCHAPPEN
EN
MEMO
S
DOORSTUREN
NAAR
EEN
TELEFOON
OP
AFSTAND
Indien u dit wenst kunt u het antwoordapparaat zo pro-
grammeren dat het u op een andere plaats en op een
bepaalde tijd belt om u de gelegenheid te geven de nieuwe
boodschappen te beluisteren.
Behalve de tijd en het nummer waarop u gebeld wilt wor-
den kunt u instellen of het doorsturen eenmalig of da-
gelijks plaats moet vinden.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
OPROEP DOORGEVEN
Op het display verschijnt:
OPROEPING :UIT
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare opties
weer te geven: "OPROEPING EENMAG" of "OPROEP
UITSTEL".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Voer het tijdstip in waarop u wenst dat de boodschappen
worden doorgestuurd, bijvoorbeeld: "11:45".
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
DRUK TEL. NUMM
Voer het telefoonnummer in waarop u gebeld wilt worden,
bijvoorbeeld: "02 615356".
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
OPN.DOORG.OPROEP
Nu kunt u de doorstuur-boodschap opnemen (zie "Opne-
men van de doorstuur-boodschap") of de procedure
afsluiten door op de toets
te drukken.
OPMERKING
Indien u eerder een doorstuur-boodschap hebt opgeno-
men, geeft het display het bericht "BELUISTERING" weer
en het antwoordapparaat speelt de boodschap af. Zie "Op-
nemen van de doorstuur-boodschap" voor het wijzigen
of vervangen van de boodschap.
Nu u het antwoordapparaat hebt geprogrammeerd voor het naar
een andere plaats doorsturen van de nieuwe boodschappen, kunt u
deze beluisteren door het antwoordapparaat te bedienen volgens
de methode die hieronder wordt beschreven in "Het antwoordap-
paraat op afstand bedienen".
Na afloop van de weergave van de laatste boodschap geeft het
faxtoestel twee korte geluidssignalen en komt automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug. De BOODSCHAPPEN-LED
stopt met knipperen en blijft continu verlicht.
W
ISSEN
VAN
REEDS
BELUISTERDE
BOODSCHAPPEN
EN
MEMO
S
U kunt een boodschap of een memo alleen tijdens of na het
afspelen wissen.
De boodschappen of memo's die u nog niet hebt beluisterd worden
niet gewist. Om het geheugen volledig te kunnen wissen moeten dus
eerst alle boodschappen en memo's zijn afgespeeld.
WISSEN VAN DE HUIDIGE BOODSCHAP OF MEMO
Om het afspelen van de boodschappen of memo's te star-
ten. Op het display verschijnt:
BELUISTER 01 03
08-08-01 10:47
Om de boodschap die u momenteel beluistert te wissen. Het
antwoordapparaat gaat naar de volgende boodschap en
op het display verschijnt:
BELUISTER 02 02
08-08-01 10:47
Om de volgende boodschap te wissen.
Ga zo verder voor alle boodschappen die u wilt wissen.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets
.
WISSEN VAN ALLE REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN
Stel dat er op het antwoordapparaat 6 boodschappen zijn
opgenomen waarvan 3 reeds beluisterd:
Op het display verschijnt:
WIS OPNAME?
CANCEL/
Om de reeds beluisterde boodschappen te wissen. Op het
display verschijnt de standby-modus en het aantal reste-
rende boodschappen na de wisopdracht, in dit geval 3.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets
.
24
H
ET
ANTWOORDAPPARAAT
OP
AFSTAND
BEDIENEN
U kunt het antwoordapparaat niet alleen direct via de specifieke
toetsen op het bedieningspaneel van het faxtoestel bedienen, maar
ook vanaf elke andere plaats ver of dichtbij, mits u gebruik maakt van
een telefoon die in de toonkiesmodus werkt, bijv.: een mobiele
telefoon.
Om het antwoordapparaat op afstand te bedienen, moet u het faxtoe-
stel in de ontvangstmodus "AWA / FAX" zetten, en bovendien, nadat
u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hebt gehoord, de toegangs-
code invoeren (standaard ingesteld: "1234").
De voor de afstandsbediening beschikbare functies worden geacti-
veerd via een extra nummercode van een of twee cijfers (zie onder-
staande tabel). Als de code uit twee cijfers bestaat, is het raad-
zaam tussen het eerste en tweede cijfer op het bevestigings-
signaal te wachten.
CODE BEDIENINGSFUNCTIE
1 Afspelen van nieuwe boodschappen.
2 Afspelen van alle boodschappen.
3 Herhalen van huidige boodschap of terug naar vorige
boodschap.
4 Onderbreken van huidige boodschap en overgaan
naar volgende boodschap.
5 + 5 Wissen van alle oude boodschappen.
CODE PROGRAMMEERFUNCTIE
# 1 Uitschakelen van de ontvangstmodus AWA / FAX en
inschakelen van de ontvangstmodus WERKING AUTO.
# 2 Inschakelen van de ontvangstmodus AWA / FAX.
# 3 Vrijgave van opname van UITGAANDE BOODSCHAP 1.
# 4 Afsluiten en bevestigen van de opname van UIT-
GAANDE BOODSCHAP 1.
# 5 Uitschakelen van het doorsturen van boodschappen
en memo's naar een telefoon op afstand.
# 6 Instelling voor het beluisteren van ALLEEN UIT-
GAANDE BOODSCHAP.
Door op 0 te drukken na een bedieningssequentie van 1 tot 5 wordt
de huidige functie onderbroken.
Door op 0 te drukken na een programmeersequentie van #1 tot #6
wordt de huidige programmering onderbroken en gaat men terug
naar de bedieningsfuncties. In dat geval moet u weer op # drukken
op de programmeerfase te hervatten.
Voor het op afstand bedienen en programmeren van het ant-
woordapparaat moet u:
het nummer van het faxtoestel vormen op de externe telefoon. Het
antwoordapparaat antwoordt met UITGAANDE BOODSCHAP 1;
de functie kiezen die u wilt uitvoeren en de betreffende code invoe-
ren, aan de hand van bovenstaande tabel.
Het antwoordapparaat bevestigt de bewerking met een pieptoon.
Indien u een toegangscode voor het antwoordapparaat hebt inge-
steld, voert u zodra u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hoort, de cijfers
van de code in:
als de code correct is, hoort u een kort geluidssignaal ter beves-
tiging, waarna u de code voor de afstandsbedieningsfunctie kunt
invoeren;
als de code fout is, hoort u twee korte geluidssignalen. Voer in dat
geval de correcte code in door elke toets ten minste een seconde
ingedrukt te houden.
Verbreek de verbinding volgens het systeem van de gebruikte
telefoon.
S
PECIALE
FUNCTIES
VAN
HET
ANTWOORDAPPARAAT
U kunt de volgende speciale functies op het antwoordapparaat instellen:
GESPREKKOSTEN BESPAREN
ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP
STILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAP-
PEN
SAMENVATTENDE MELDINGEN
GESPREKKOSTEN BESPAREN
Wanneer u op afstand het antwoordapparaat bedient om
eventuele boodschappen te beluisteren, antwoordt het fax-
toestel op de volgende manier:
als er geen boodschappen op het antwoordappa-
raat zijn, wordt de verbinding twee belsignalen na het
ingestelde aantal tot stand gebracht;
als er wel boodschappen op het antwoordapparaat
zijn, wordt de verbinding na het ingestelde aantal bel-
signalen tot stand gebracht (Zie "Aantal belsignalen
wijzigen", in het hoofdstuk "Geavanceerd gebruik").
Dus, als u een belsignaal méér dan het ingestelde aantal
hoort, weet u meteen dat er geen boodschappen zijn
en kunt u ophangen voordat de verbinding tot stand
wordt gebracht.
Deze functie kan alleen door de technische service
worden geactiveerd en is niet in alle landen beschik-
baar.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
KOSTBESP.INSTELL
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
UIT
Druk op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP
In deze functie antwoordt het antwoordapparaat bij elke
oproep met UITGAANDE BOODSCHAP 1 maar neemt
geen binnenkomende boodschappen op.
U kunt deze functie gebruiken wanneer u gedurende een
langere periode afwezig zult zijn, tijdens welke niet alle even-
tuele boodschappen opgeslagen zouden kunnen worden.
In dat geval kunt u, in plaats van de gewoonlijke uitgaande
boodschap, beter een andere boodschap opnemen, bij-
voorbeeld:
"Van 22 Juni t/m 19 September kunnen wij alleen faxen
ontvangen. U kunt geen boodschap inspreken".
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
25
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
ENKEL MELDTEKST
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
ENKEL MELDT.:UIT
Druk op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "ENKEL
MELDT: AAN".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
DRUK
Indien u de UITGAANDE BOODSCHAP 1 reeds hebt opge-
nomen, verschijnt op het display het bericht "BELUISTERING"
en het antwoordapparaat speelt de boodschap af.
Indien u nog niets hebt opgenomen, verschijnt op het dis-
play het bericht "GEEN OPNAMEN".
Om de eerder opgenomen boodschap te wijzigen of een
nieuwe boodschap op te nemen. Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
Om de opname te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 19
STILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
Met deze functie kunt u op vertrouwelijke wijze boodschap-
pen ontvangen. In andere woorden, het antwoordappa-
raat ontvangt de boodschappen zonder deze via de luid-
spreker weer te geven, opdat andere personen de aan u
gerichte boodschappen niet kunnen horen.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
Op het display verschijnt:
ICM LUIDSPR:AAN
Druk op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "ICM
LUIDSPR:UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
SAMENVATTENDE MELDINGEN
Samenvattende meldingen zijn standaard berichten die altijd in het
geheugen van het antwoordapparaat aanwezig zijn. Het betreft 5
berichten in het Engels:
N. Bericht in het Engels Betekenis
1 You have nn messages Geeft het aantal boodschappen aan
dat het antwoordapparaat heeft ont-
vangen (nn = van 1 tot 49).
2 Monday, Tuesday, etc. Geeft de dag aan waarop de bood-
schap werd ontvangen.
3 0/12 AM o Pm Geeft het tijdstip aan waarop de
boodschap werd ontvangen (van
0 tot 12 plus AM of PM).
4 End of messages Geeft aan dat er geen boodschap-
pen meer te beluisteren zijn.
5 You have no messages Geeft aan dat er geen boodschap-
pen werden ontvangen.
SAMENVATTENDE MELDINGEN INSCHAKELEN
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
SYNTH.MELDTEKST
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
UIT
Druk op
|
/
}
om de andere optie weer te geven: "AAN".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
DAG VAN DE WEEK
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
ZONDAG
Druk op de toetsen
|
/
}
om de huidige dag te kiezen.
Bijvoorbeeld: "Maandag".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPMERKING
Wanneer de samenvattende meldingen eenmaal zijn inge-
schakeld, hoeft u alleen op de toets
te drukken om ze te
horen.
A
FDRUKKEN
VAN
DE
CONFIGURATIEPARAMETERS
VAN
HET
ANTWOORDAPPARAAT
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
LIJST AWA INSTEL
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
Mocht het display "GEEN LIJST AWA" weergeven, druk
dan op de toetsen
|
/
}
om de optie "LIJST AWA: "
weer te geven.
Om het afdrukken te starten. Na de afdruk komt het faxtoe-
stel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus terug.
26
G
EAVANCEERD
GEBRUIK
O
VERIGE
NUTTIGE
INSTELLINGEN
VOOR
ONTVANGST
AFDRUKZONE VAN EEN ONTVANGEN DOCUMENT VERKLEINEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Tot op het display verschijnt:
VERKLEINEN 94%
Druk op
|
/
}
om een van de beschikbare verkleinings-
ratio's te kiezen: "80%", "76%", "70%" en "UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
DOCUMENT ONTVANGEN DAT LANGER IS DAN HET
PAPIERFORMAAT
Indien u een document ontvangt dat langer is dan het ge-
bruikte papierformaat, kunt u het faxtoestel zo instellen dat
de resterende tekst op een andere pagina wordt afgedrukt.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Tot op het display verschijnt:
PRINT EXTRA:AUTO
Druk op
|
/
}
om een van de andere twee beschikbare
parameters te kiezen: "PRINT EXTRA: UIT" of "PRINT
EXTRA: AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPMERKING
Indien u de parameter "PRINT EXTRA:AUTO" selecteert, zal
het faxtoestel de resterende tekst op een andere pagina afdruk-
ken indien deze tekst minstens 12 mm van de pagina bedekt.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AAN" selecteert, zal
het faxtoestel de resterende tekst altijd op een andere pagina
afdrukken.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: UIT" selecteert, zal
het faxtoestel de resterende tekst niet afdrukken.
NAAM OF NUMMER VAN DE BELLER WEERGEVEN
Deze functie, die op aanvraag van de gebruiker door het telefoon-
bedrijf geactiveerd kan worden, is slechts in enkele landen be-
schikbaar en is compatibel met de Norm ETSI ETS 300 778-1.
Met deze functie kunt u meteen zien door wie u wordt gebeld. U
kunt dus beslissen of u de oproep al of niet wilt beantwoorden.
Met deze functie zal het faxtoestel, als het zich in de standby-mo-
dus bevindt, bij elke oproep altijd automatisch een van de volgende
aanduidingen weergeven:
nummer of naam van de beller;
PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn iden-
tificatie niet weer te geven;
NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele-
fooncentrale is aangesloten die niet over deze service beschikt.
Als u echter bezig bent uw faxtoestel te programmeren en u wilt bij
binnenkomst van een oproep weten door wie u gebeld wordt,
moet u op de toets
drukken.
Het kan gebeuren dat door bijzondere kenmerken van de telefooncen-
trale waarop u aangesloten bent, het nummer van de beller niet op het
faxtoestel wordt weergegeven. Mocht dit probleem zich voordoen, neem
dan contact op met het technische servicecentrum in uw land.
VOLUME BELSIGNALEN WIJZIGEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
VOLUME BEL.:HOOG
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare opties weer te
geven: "VOLUME BEL.:LAAG", "VOLUME BEL.:MID." en
"VOLUME BEL.:UIT". Bijvoorbeeld: "VOLUME BEL.:MID."
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
27
O
VERIGE
NUTTIGE
INSTELLINGEN
VOOR
VERZENDING
PLAATS VAN NAAM EN FAXNUMMER WIJZIGEN
De informatie die bovenaan op het te verzenden document
wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal
pagina's) kan door het faxtoestel van uw correspondent
buiten de tekstzone worden ontvangen en dus vlak onder
de bovenkant van de pagina, of binnen de tekstzone en
dus met een grotere bovenmarge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de
tekstzone te plaatsen.
Plaats wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
KOPREGEL BINNEN
Druk op
|
/
}
om de andere parameter te selecteren.
KOPREGEL BUITEN
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
HERHALING VAN MISLUKTE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
ACTIVEREN
/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
HERH. VERZ.:UIT
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "HERH. VERZ.:AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
VERBINDINGSTONEN WEERGEVEN
Het faxtoestel is zo ingesteld dat u de kiestonen tijdens het
kiezen van het nummer en de verbindingstonen die tus-
sen uw faxtoestel en het andere toestel worden uitgewis-
seld, kunt horen. Is dit niet het geval, dan programmeert u
dit als volgt:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
LIJNDETECTIE:UIT
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "LIJNDETECTIE:AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
LUIDSPREKERVOLUME AANPASSEN
als het volume van de lijn- en verbindingstonen te laag of
te hoog is, kunt u dit aanpassen met behulp van de toetsen
en .
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
Druk op
|
/
}
om het volume van de luidspreker te verlagen
of te verhogen.
ZOEMERVOLUME AANPASSEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ZOEMERVOL.:LAAG
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare opties weer te
geven: "ZOEMERVOL.:HOOG", "ZOEMERVOL.:MIDD."
en "ZOEMERVOL.:UIT".
Bijvoorbeeld: "ZOEMERVOL.:MIDD."
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
28
VERZENDINGSSNELHEID VERMINDEREN
Het faxtoestel is ingesteld om te verzenden bij een snel-
heid van 14400 bps (bits per seconde). Bij storingen op
de telefoonlijn wordt een snelheid van 9600 of 4800 bps
aangeraden.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ZEND SNELH. 14.4
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: ZEND SNELH. 9.6" of ZEND SNELH. 4.8". Bij-
voorbeeld: ZEND SNELH. 9.6".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AUTOMATISCHE RESOLUTIE INSTELLEN
Als u het type resolutie niet selecteert voordat u een docu-
ment verzendt, voert het faxtoestel de verzending automa-
tisch uit op basis van de waarde waarop hij reeds is inge-
steld (in dit geval: STANDARD).
Indien u dit wenst, kunt u het faxtoestel als volgt instellen op
automatische verzending met de resolutie FIJN:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
Tx RESOL. std
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te
geven: "TX RESOL. FIJN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
ACTIVEREN/STOPZETTEN VAN DE ECM MODUS
ECM (Error Correction Mode) is een correctiesysteem
voor fouten die worden veroorzaakt door storingen van de
telefoonlijn. Om hiervan te kunnen gebruikmaken, moet deze
functie zowel op uw fax als op het toestel van uw corres-
pondent geactiveerd zijn De letter "E" op het display geeft
aan dat de functie geactiveerd is.
Uw faxtoestel is voorgeprogrammeerd om met deze modus
te verzenden. Om het toestel op normaal verzenden in te
stellen, volgt u onderstaande procedure:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Op het display verschijnt:
ecm:AAN
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "ECM: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
D
ATUM
EN
TIJD
EN
INSTALLATIEPARAMETERS
WIJZIGEN
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Indien de datum en de tijd op het display niet juist zijn, kunt
u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Het display geeft het formaat weer dat u eerder hebt inge-
steld tijdens de configuratie van het faxtoestel, bijvoorbeeld:
DATUM:DD/mm/JJ
Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen
|
/
}
.
Het display geeft het uurformaat weer dat u eerder hebt
ingesteld, bijvoorbeeld:
UUR : 24 U
Om het andere formaat te selecteren (12 uur), drukt u op
|
/
}
.
29
Op het display verschijnt:
DD/MM/JJ UU:MM
25-07-01 11:23
Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 26-07-01; 12:00). Tel-
kens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het
volgende teken.
DD/MM/JJ UU:MM
26-07-01 12:00
Indien u slechts bepaalde cijfers wilt wijzigen, verplaatst u
de cursor naar de gewenste positie d.m.v. de toetsen
|
/
}
en overschrijft u de gegevens met de juiste cijfers.
Om de instelling te bevestigen. De procedure voor het wij-
zigen van de datum en tijd is beëindigd. De nieuwe datum
en tijd worden automatisch bijgewerkt en op elke verzon-
den pagina afgedrukt.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
HET INGESTELDE AFDRUKFORMAAT OP HET FAXTOESTEL
WIJZIGEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Het display geeft het papierformaat weer dat u eerder hebt
ingesteld tijdens de configuratie van het faxtoestel, bijvoor-
beeld:
FORMAAT : A4
Druk op
|
/
}
tot het gewenste papierformaat wordt weerge-
geven: "LETTER" of "LEGAL".
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
NAAM EN FAXNUMMER WIJZIGEN
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam (max. 16 tekens)
en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot ze opnieuw
gewijzigd worden, en worden op elke door uw correspon-
dent ontvangen pagina afgedrukt.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
NAAM ZENDER
Het display geeft de eerder ingestelde naam weer, bijvoor-
beeld:
VORM UW NAAM
lara
Typ de nieuwe naam eroverheen.
of
Druk op de toets
om de naam volledig te wissen en typ
vervolgens de nieuwe naam. Denk daarbij aan het vol-
gende:
Om de cursor te verplaatsen of een spatie in te voegen,
drukt u op
|
/
}
.
Om in uw naam een aantal speciale symbolen in te voegen,
bijv. &.
Om de naam te bevestigen. Op het display verschijnt:
TEL. NUMMER
Nu voert u het faxnummer in volgens onderstaande aan-
wijzingen:
FAXNUMMER WIJZIGEN
Het display geeft het eerder ingestelde nummer weer, bij-
voorbeeld:
VORM UW NUMMER
00 34 922 258865
Typ het nieuwe nummer eroverheen.
of
Druk op de toets
om het nummer volledig te wissen en
typ vervolgens het nieuwe nummer. Denk daarbij aan het
volgende:
Om een spatie in te voegen drukt u op
|
/
}
.
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het
instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in
plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het
symbool +.
Om het faxnummer te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
HET TYPE TELEFOONAANSLUITING WIJZIGEN
Als u het faxtoestel eerder hebt ingesteld voor aansluiting
op het openbare telefoonnet en u wilt het nu op een privé-
lijn gebruiken, of andersom, dan moet u het volgende doen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
30
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Het display geeft de telefoonaansluiting aan waarop u het
faxtoestel hebt ingesteld, bijvoorbeeld:
PUBL.LIJN (PSTN)
Druk op de toetsen
|
/
}
om de aansluiting op de "privé-lijn"
te selecteren.
Vanaf hier gaat u verder zoals reeds werd beschreven in
"Eerste instellingen", in het hoofdstuk "Installatie".
Nadat de instellingen zijn gemaakt drukt u op de toets
om uw keuze te bevestigen, en daarna op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
GEHEUGENOPSLAG VAN EEN VAAK GEBRUIKT NETNUMMER
IN
-/UITSCHAKELEN
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
AND.CARRIER:AAN
of
AND.CARRIER:UIT
Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van
het faxtoestel hebt geselecteerd.
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere optie te selecteren.
Vanaf hier gaat u verder zoals reeds beschreven in "Eer-
ste instellingen", in het hoofdstuk "Installatie".
Nadat de instellingen zijn gemaakt, drukt u op de toets
om uw keuze te bevestigen, en daarna op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AFSTANDSBEDIENINGSCODE WIJZIGEN
Indien het faxtoestel aangesloten is op een telefoontoe-
stel dat in toonkiesmodus werkt en ingesteld is op ma-
nuele ontvangst of op automatische ontvangst met
oproeptype-herkenning, kunt u bij elke oproep van een
correspondent die u een document wil zenden de ont-
vangst sturen door de code * * op het aangesloten tele-
foontoestel in te voeren. Deze procedure heeft hetzelfde
resultaat als het indrukken van de toets
op uw faxtoe-
stel.
U kunt alleen de tweede asterisk van deze code vervan-
gen door een cijfer van 0 tot 9.
Indien het faxtoestel (model zonder antwoordapparaat)
op een extern antwoordapparaat is aangesloten, kunt u
het beste een ander cijfer kiezen dan die welke voor de
afstandsbediening van het antwoordapparaat worden ge-
bruikt.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Het display geeft de telefoonaansluiting aan waarop het
faxtoestel is ingesteld, bijvoorbeeld:
PUBL.LIJN (PSTN)
Tot op het display verschijnt:
REMOTE START:AAN
Het display geeft de code weer die u eerder hebt ingesteld,
bijvoorbeeld:
DRUK CODE
codE (0/9,*) *8
Voer de nieuwe code in, bijvorbeeld:"*9".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPMERKING
Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u na de vierde stap
op de toetsen
|
/
}
om de optie "REMOTE START:UIT" weer
te geven, en daarna op de toets
om te bevestigen en op
de toets om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke
standby-modus te plaatsen.
HERKENNING VAN HET BELSIGNAAL-RITME IN-/
UITSCHAKELEN
In enkele landen bieden de telefooncentrales de mogelijk-
heid aan dezelfde telefoonlijn twee of meer telefoon- of
faxnummers toe te kennen, die voor verschillende ge-
bruikers zijn bestemd. Elk nummer krijgt een bepaald bel-
signaal-ritme.
Deze functie is bijzonder nuttig in huis of in een klein kan-
toor, waar dezelfde telefoonlijn door meerdere personen
wordt gedeeld.
Uw faxtoestel is in staat om één van deze ritmes te
herkennen (zie onderstaande procedure). Op deze ma-
nier zal het faxtoestel (in de ontvangstmodus "TELEFOON/
FAX" en "AWA / FAX") wanneer het een oproep ontvangt
met dat specifieke belsignaal-ritme, altijd alleen voor ont-
vangst van een document worden ingesteld.
Deze functie is bijzonder geschikt in combinatie met
de stille ontvangst aangezien het faxtoestel alleen een
belsignaal zal geven indien het een telefoonoproep betreft.
Voor modellen met een extern antwoordapparaat, wordt
aangeraden dit af te koppelen alvorens de herkennings-
procedure te starten.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
31
Tot op het display verschijnt:
ONDERS. BEL: UIT
of
ONDERS. BEL: AAN
Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van
het faxtoestel hebt geselecteerd.
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere optie te selecteren.
Vanaf hier gaat u verder zoals reeds beschreven in "Eer-
ste instellingen", in het hoofdstuk "Installatie".
Nadat de instellingen zijn gemaakt, drukt u op de toets
om uw keuze te bevestigen, en daarna op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
STILLE ONTVANGST IN-/UITSCHAKELEN
In de ontvangstmodi "WERKING AUTO", "TELEFOON/
FAX" en "AWA/FAX" kunt u het faxtoestel instellen op het
ontvangen van documenten zonder dat er bij de
oproep belsignalen overgaan.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, hangt het gedrag
van het faxtoestel af van de geselecteerde ontvangstmodus
en van wie de oproep verricht:
in de modus "WERKING AUTO" en "AWA / FAX", geeft
het faxtoestel bij ontvangst van een oproep, nooit een
belsignaal;
in de modus "TELEFOON/FAX", geeft het faxtoestel bij
ontvangst van een oproep alleen geen belsignaal in-
dien de oproep van een ander faxtoestel komt. Als
het een telefoonoproep betreft, geeft het faxtoestel een
geluidssignaal, in plaats van de belsignalen, ten teken
dat u de hoorn op moet nemen.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
STILLE RX: UIT
of
STILLE RX: AAN
Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van
het faxtoestel hebt geselecteerd.
Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere optie te selecteren.
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AANTAL BELSIGNALEN WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschik-
baar.
Indien het faxtoestel in de ontvangstmodus TELEFOON/
FAX of AWA / FAX staat, kan het na twee belsignalen
automatisch detecteren of de oproep afkomstig is van een
ander faxtoestel (FAX) of van een telefoon (TEL).
Indien u dit wenst, kunt u het aantal belsignalen als volgt
wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
AANT.BELSIGN.:xx
Waar "XX" staat voor de waarde die u eerder hebt inge-
steld tijdens de programmering van het faxtoestel. Bijvoor-
beeld: "02".
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "01", "04" en "08". Bijvoorbeeld:"04".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
ZOEMERDUUR WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschik-
baar.
Wanneer het faxtoestel ingesteld is op automatische ont-
vangst met oproeptypeherkenning gedraagt het zich
als volgt:
indien een fax oproept, wordt de oproep automatisch ont-
vangen na het ingestelde aantal belsignalen;
indien een telefoontoestel oproept, weerklinkt 20 se-
conden lang een geluidssignaal, waarna de ontvangst
automatisch wordt gestart indien u de hoorn nog steeds
niet hebt opgenomen.
Indien u dit wenst, kunt u de zoemerduur als volgt wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
FAX/TEL TIJD:xx
Waar "XX" staat voor de waarde die u eerder hebt inge-
steld tijdens de configuratie van het faxtoestel. Bijvoorbeeld:
"20".
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "15", "30", of "40". Bijvoorbeeld "40".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
32
STILLE PERIODE WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschik-
baar.
Indien de op het externe antwoordapparaat ingestelde
stille periode korter is dan die op uw faxtoestel, is auto-
matische ontvangst onmogelijk op het faxtoestel omdat
het antwoordapparaat steeds eerst in werking zal treden
en de verbinding verbreekt wanneer het binnen de in-
gestelde tijd geen boodschap hoort.
Daarom moet u een kortere stille periode voor het fax-
toestel instellen zodat het de oproep kan beantwoorden.
Om de stille periode op uw faxtoestel te wijzigen gaat u als
volgt te werk:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
DUUR STILTE: X
Waar "X" staat voor de waarde die u eerder hebt ingesteld
tijdens de programmering van het faxtoestel. Bijvoorbeeld:
"6".
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "STILLE PAUZE: 3", "4", "8", "10" of "STILLE
PAUZE: NEE". Bijvoorbeeld "4".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
V
ERZENDEN
/
ONTVANGEN
VAN
EEN
DOCUMENT
D
.
M
.
V
.
DE
POLLINGFUNCTIE
WAT IS POLLING
Wanneer een faxtoestel een ander om een verzending vraagt, zodat
het document automatisch verzonden wordt, spreken we van polling.
De communicatie met de pollingmethode heeft de volgende twee
fundamentele kenmerken:
de gebruiker die het document wil ontvangen, vraagt de
verzending aan. Dit betekent dat een gebruiker een verbinding
met een ander faxtoestel tot stand kan brengen en dit toestel kan
vragen hem automatisch een (speciaal voorbereid) document te
zenden, ook wanneer er aan de andere kant van de lijn niemand
aanwezig is.
de transactiekosten zijn voor rekening van degene die de
verzending aanvraagt (d.w.z. degene die het document ont-
vangt) en niet van degene die het document verzendt.
AANVRAGEN VAN EEN VERZENDING (POLLING VOOR
ONTVANGST
)
Spreek het tijdstip voor de verzending met uw correspon-
dent af, zodat deze het te verzenden document kan inste-
ken. Stel uw faxtoestel in om het document te ontvangen,
programmeer de kiesmethode die gebruikt moet worden
om het andere faxtoestel op te roepen en het tijdstip waarop
het document ontvangen moet worden.
Tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Om de huidige tijd te bevestigen of typ de nieuwe tijd er-
overheen, bijvoorbeeld "18:20" en druk vervolgens op de
toets
. Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
Vorm het nummer van de correspondent op een van de
mogelijke manieren: direct op het numerieke toetsenbord of
via de one-touch-toetsen of snelkiescodes.
Om de instelling te bevestigen. Het faxtoestel komt automa-
tisch in de oorspronkelijke standby-modus terug. Op de
tweede regel van het display verschijnt: "POLL OTV: 18:20".
REEDS INGESTELDE POLLING VOOR ONTVANGST WIJZIGEN/
WISSEN
Tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven : "INSTELL. WISSEN?"
Om uw keuze te bevestigen.
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te annuleren. Het
faxtoestel komt weer in de oorspronkelijke standby-modus
terug.
PARAM. WIJZIGEN? - Om het tijdstip voor de polling of het
nummer van de correspondent van wie u het document wilt
ontvangen te wijzigen. Op het display verschijnt:
33
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Vanaf hier gaat u verder zoals beschreven in de laatste
drie stappen van de procedure "Aanvragen van een ver-
zending".
VOORBEREIDEN VAN EEN DOCUMENT VOOR VERZENDING
(POLLING VOOR VERZENDING)
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en (standaard).
Tot op het display verschijnt:
AFROEP ZENDING
Druk tweemaal op de toets . Op de tweede regel van
het display verschijnt: "AFROEPONT. SET".
OPMERKING
U kunt de pollinginstelling voor verzending annuleren door
het document uit de ADF te nemen of door op de toets
te drukken.
34
P
ROBLEMEN
OPLOSSEN
W
ANNEER
DE
STROOM
UITVALT
In geval van een stroomonderbreking, bewaart het faxtoe-
stel de datum en tijd, de geprogrammeerde nummers voor
one-touch-toetsen en snelkiescodes en de rapporten in het
geheugen. De documenten in het geheugen gaan echter
verloren. In dat geval drukt het faxtoestel automatisch een
rapport af dat het totale aantal pagina's (m.b.t. verzending
en ontvangst) aangeeft dat uit het geheugen werd gewist.
W
ANNEER
HET
PAPIER
OF
DE
INKT
OPRAAKT
Als tijdens ontvangst het papier opraakt of vastloopt, of de
inkt is op of het deksel van het printkopcompartiment is
open of de papiersteun is dicht, wordt het afdrukken on-
derbroken, op het display verschijnt het betreffende be-
richt en het ontvangen document wordt tijdelijk in het ge-
heugen opgeslagen. Wanneer de storing eenmaal is her-
steld, begint het faxtoestel weer af te drukken.
W
ANNEER
DE
VERZENDING
MISLUKT
Het is mogelijk dat de kwaliteit van het ontvangen docu-
ment te wensen overlaat door problemen op de lijn als
gevolg van overbelasting of andere storingen, en dat de
ontvanger u vraagt het hem opnieuw te zenden.
In dit geval kunt u het beste een lagere snelheid instellen.
Normaal is het faxtoestel ingesteld op 14400 bps. U kunt
deze snelheid verlagen tot 9600 of 4800 bps volgens de
procedure beschreven in het gedeelte "Verzendings-
snelheid verminderen", in het hoofdstuk "Geavanceerd
gebruik".
Indien de verzending mislukte door lijn- of faxproblemen,
gaat de FOUTEN-LED "
" branden en geeft het faxtoestel
een kort geluidssignaal; in dat geval drukt het toestel auto-
matisch het zendrapport af (zie verderop "Rapporten en
lijsten afdrukken"), waarin een foutcode de oorzaak aan-
geeft (verderop vindt u een lijst met alle foutcodes).
Wanneer het rapport volledig afgedrukt is, drukt u op de toets
om de FOUTEN-LED " " te doven en verwijdert met
de hand het originele document uit de ADF.
K
LEINE
PROBLEMEN
OPLOSSEN
Onderstaande lijst biedt enkele aanwijzingen voor het oplossen van
kleine problemen.
PROBLEEM OPLOSSING
U kunt het faxtoestel niet
inschakelen
Controleer of het stroomsnoer
g
oed op het stopcontact is
aan
g
esloten.
U kunt het document niet
correct insteken
Controleer of het document
voldoet aan de aanbevelin
g
en
in de para
g
raaf "Wel ke
documenten kunt u
g
ebruiken", in het hoofdstuk
"Basisfuncties voor verzenden
en ontvan
g
en".
Het toe stel kan
g
een
documenten verzenden.
Controleer of het document niet
vast
g
elopen is.
De lijn is bezet: wacht tot deze
vrij is en probeer het opnieuw.
Het toe stel kan niet
automatis ch ontvan
g
en.
U hebt het toestel in
g
esteld op
manuele ontvan
g
st: stel het in
op automatische ontvan
g
st.
Het toe stel kan niet
kopiëren of ontvan
g
en.
Controleer of het document of
het vel papier niet vast
g
elopen
is.
Het
g
ebruikte papiertype is niet
g
eschikt: controleer de
papierkenmerken vermeld in
het hoofdstuk "Technische
g
e
g
evens".
De afdrukken zijn volledi
g
blanco.
Steek het document met de
g
e
g
evens naar onder
g
ericht in
de ADF.
OPMERKING
Indien het toestel geen documenten kan verzenden of ont-
vangen, kan dit ook aan andere oorzaken te wijten zijn.
Deze oorzaken zullen worden aangegeven in de vorm van
een foutcode in het "Zendrapport" en in het "Activiteiten-
rapport", zie "Rapporten en lijsten afdrukken", in het
hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvan-
gen".
35
F
OUTCODES
De foutcodes die zowel op het zendrapport als op het activiteiten-
rapport worden afgedrukt bestaan uit twee cijfers die de oorzaak
van de fout aangeven. Op het activiteitenrapport wordt de code we-
gens plaatsgebrek zonder verder bericht weergegeven.
CODE BERICHT OORZAAK VAN DE FOUT WAT U MOET DOEN
OK Geen bericht. Transactie correct
voltooid.
Geen interventie.
02 ONMOGELIJKE VERBINDING Het faxtoestel detecteert geen lijntoon of
ontvangt foutieve signalen.
Controleer of het faxtoestel correct op de
telefoonlijn is aangesloten en of de hoorn
ingehaakt is. Probeer opnieuw.
03 GEEN MELDING NA OPROEP Het opgweroepen nummer antwoordt niet of is
geen faxtoestel.
Controleer of het nummer van de correspondent
juist is.
04 FOUT IN DE VERZENDING
HERHALEN VANAF PAGINA: nn
Er werd een storing gedetecteerd tijdens de
verzending. "nn" = nummer van de pagina
waarbij de fout optrad.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
05 HERHAAL PAGINA
nn, ..... nn
Het opgeroepen faxtoestel heeft fouten
gedetecteerd tijdens de ontvangst. "nn" =
nummer van de pagina die verzonden werd
toen de fout optrad.
Herhaal de verzending van de pagina's
aangegeven in het rapport.
07 DOCUMENT TE LANG Het te verzenden document is te lang. De
verzendingstijd overschrijdt de toegelaten limiet.
Splits het te verzenden document op.
08 NAKIJKEN DOK.DOORGANG De optische scanner kan het document niet
lezen.
Neem het document uit de ADF en steek het
opnieuw in voordat u de verzending opnieuw
start.
09 STOP PROCEDUURE U hebt de verzending onderbroken. Geen interventie.
10 Geen bericht Het faxtoestel heeft een storing gedetecteerd
tijdens de ontvangst.
Neem contact op met de correspondent en
vraag hem het document opnieuw te verzenden.
11 Geen bericht De printer gedraagt zich abnormaal tijdens de
ontvangst. Resterend document opgeslagen in
geheugen maar geheugencapaciteit
overschreden voor einde van procedure.
Verhelp het probleem en wacht tot het
opgeslagen document afgedrukt is.
13 FOUT IN AFROEPVERZENDING Er steekt geen document in de ADF van het
andere faxtoestel en dit werd niet ingesteld
voor verzending na polling.
Neem contact op met de correspondent.
16 STROOMSTORING MET PAGINA
nn
Stroomonderbreking tijdens verzending of
ontvangst.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
(OK) Geen bericht. Het document kon ontvangen worden maar de
afdrukkwaliteit laat te wensen over.
Neem contact op met de correspondent.
OCC LIJN BEZET De lijn is bezet. Probeer opnieuw bij onbezette lijn.
36
S
IGNALEN
EN
BERICHTEN
Eventuele problemen die kunnen optreden worden gewoonlijk aan-
gegeven door geluidssignalen (die soms vergezeld gaan van
visuele signalen: brandende fouten-LED "
") of door fout-
berichten op het display.
Het faxtoestel geeft eveneens geluidssignalen en berichten op
het display die geen fout aangeven.
GELUIDSSIGNALEN DIE EEN FOUT AANGEVEN
Korte toon, 1 seconde lang
U hebt op de verkeerde toets gedrukt tijdens een procedure.
Langere toon, 3 seconden lang, plus brandende fouten-LED
Transactie mislukt.
Permanente toon
Hoorn van de haak, u vergat de hoorn in te haken na een vorige
transactie.
OPMERKING
Om de fouten-LED " " uit te schakelen moet u op de toets
drukken.
FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY
BEKIJK PRINTKOP
Het faxtoestel detecteert geen printkop omdat u vergeten bent de
printkop in het toestel te installeren of omdat de printkop niet correct
geïnstalleerd is: installeer de printkop of installeer hem opnieuw.
Bepaalde spuitmonden op de printkop zijn beschadigd, wat in
een slechte afdrukkwaliteit resulteert. Voer de reinigings-
procedure voor de printkop uit (zie Reinigingsprocedure voor
de printkop en testprocedure voor de spuitmonden, in het
hoofdstuk "Onderhoud").
DEKSEL OPEN
Het deksel van het printkopcompartiment staat open: sluit het.
DOCUMENT CONTR., DRUK OP
Het document is niet goed ingevoerd: plaats het document opnieuw
in de automatische invoer (ADF) en druk op de toets
om de
normale werking van het faxtoestel te herstellen.
DOK IN MEMORY
Het ontvangen document werd in het geheugen opgeslagen omdat
tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd en onmiddellijke
afdruk niet mogelijk was: controleer het type fout (papier op; papier
vastgelopen; inkt op; deksel open, enz.) en los het probleem op.
GEEN INKT MEER!
De inktpatroon is op: vervang de printkop (zie "Printkop vervan-
gen", in het hoofdstuk "Onderhoud").
GEEN NUMMER AANW
U hebt een snelkiescode of one-touch-toets geselecteerd die niet
geprogrammeerd is: programmeer de toets of de code (zie "One-
touch-toetsen en snelkiescodes programmeren", in het hoofd-
stuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen").
GEHEUGEN VOL
Een of meer documenten worden in het geheugen opgeslagen om-
dat er tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd, waardoor het
geheugen vol is geraakt: controleer het type fout (papier op, papier
vastgelopen, inkt op, deksel open, enz.) en los het probleem op. De
documenten zullen automatisch worden afgedrukt, zodat er opnieuw
geheugenplaats beschikbaar is.
HERHALING nnn
De verbinding is niet tot stand gekomen als gevolg van storingen op
de lijn of omdat de correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de
wachtstand voor automatische kiesherhaling.
HERH. POLL nnn
U hebt een ontvangst na polling ingesteld en de verbinding is niet tot
stand gekomen als gevolg van storingen op de lijn of omdat de
correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de wachtstand voor
automatische kiesherhaling.
KOPIE ONDERBR.
U hebt een kopieertaak onderbroken door op de toets te
drukken.
Er is een storing opgetreden tijdens het kopiëren van het docu-
ment en het kon niet worden afgedrukt: controleer het type fout op
het display en los het probleem op.
ONTV. ERROR
De ontvangst verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED "
" uit te schakelen en het bericht van het display te
wissen.
OV IN MEMORY
De ontvangen gegevens werden in het geheugen opgeslagen we-
gens een fout tijdens de ontvangst, die het afdrukken belette: zoek op
de onderste regel van het display naar het fouttype en los het pro-
bleem op.
PAPIER CONTR., DRUK OP
Er is geen papier in de invoerlade: vul papier bij en druk op
om het bericht van het display te wissen.
Het papier is niet goed ingevoerd: plaats het papier opnieuw in de
invoerlade en druk op de toets
om de normale werking van
het faxtoestel te herstellen.
PAPIER PROBLEEM, DRUK OP
Het papier is vastgelopen tijdens het kopieren of verzenden: druk op
de toets
. Indien het papier niet automatisch wordt uitgevoerd,
dient u te controleren waar het geblokkeerd zit, en het handmatig te
verwijderen (zie "Vastgelopen documenten en papier verwijde-
ren", in het hoofdstuk "Onderhoud").
37
SYSTEEMFOUT nn
Er gebeurde iets abnormaals waardoor het faxtoestel geblokkeerd
raakte: schakel het toestel eerst uit en dan weer in. Indien de fout niet
verdwenen is, dient u het toestel uit te schakelen en de hulp van de
technische dienst in te roepen.
VERKEERDE CODE, DRUK OP
Er werd een verkeerde toegangscode voor het antwoordappa-
raat ingevoerd: druk op de toets
en voer de juiste code in.
VERWIJDER DOK., DRUK OP
Indien het document geblokkeerd raakt tijdens het kopiëren of
verzenden, dient u op de toets
te drukken. Indien het
document niet automatisch wordt uitgevoerd, moet u het document
handmatig verwijderen (zie Vastgelopen documenten en
papier verwijderen, in het hoofdstuk "Onderhoud").
U hebt het scannen onderbroken door op de toets
te druk-
ken.
VZ ERROR
De verzending verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED "
" uit te schakelen en het bericht van het display te
wissen, en herhaal de verzending.
ANDERE GELUIDSSIGNALEN
Korte toon, 1 seconde lang
Transactie werd correct uitgevoerd.
Intermitterende toon, 20 seconden lang
Signaal om de hoorn op te nemen en een telefoonoproep te
beantwoorden.
ANDERE BERICHTEN OP HET DISPLAY
AFDRUKKEN
Het faxtoestel is een rapport of een lijst aan het afdrukken.
BEKIJK AFDRUK
1=UIT 0=HERHAAL
Het faxtoestel heeft automatisch de printspuitmonden getest en een
proefafdruk gemaakt: controleer of de printkwaliteit aanvaardbaar is
en tref de nodige maatregelen.
DOCUMENT GEREED
U hebt het document correct in de ADF gestoken.
HOORN OPLEGGEN
U hebt de functie "handenvrij" geactiveerd. Leg de hoorn op de
haak.
LAATSTE VZ OK
De laatste verzending werd met succes uitgevoerd.
NIEUWE PRINTKOP?, 1=JA 0=NEE
U hebt een printkop voor het eerst geïnstalleerd, of verwijderd en
dan opnieuw geïnstalleerd: u moet de vragen nog beantwoorden.
Indien u "ja" antwoordt hoewel de printkop niet nieuw is, zal het
faxtoestel niet detecteren wanneer de inkt op is.
NR. VORMING
Het faxtoestel is het gewenste nummer aan het vormen.
ONTVANGST OK
De ontvangst verliep succesvol.
ONTV. ONDERBROKEN
U hebt de ontvangst onderbroken door op de toets te drukken.
OPSLAAN
Het faxtoestel slaat de pagina's van het te kopiëren document op.
POLL OTV: UU:MM
U hebt een verzending aangevraagd (Ontvangst na polling).
TELEFOONOPROEP
De correspondent wil een gesprek voeren: neem de hoorn op om
de oproep te beantwoorden.
TX IN UITVOERING
Er is een verzending bezig.
TX UIT GEHEUGEN
U hebt een verzending uit het geheugen ingesteld.
VERBINDING
Het faxtoestel is de verbinding met het andere faxtoestel tot stand aan
het brengen.
VERZENDEN
Er is een verzending bezig.
VERZENDING OK
De verzending verliep succesvol.
VERZ. OM: UU:MM
U hebt een verzending ingesteld voor uitvoering op het ingestelde
tijdstip (uitgestelde verzending).
VORMING TELNR
U hebt de lijn genomen door de hoorn van de aangesloten telefoon
op te nemen.
WACHTVERBINDING, DRUK OP HOLD
U hebt een telefoongesprek tijdelijk onderbroken door op de toets
te drukken: druk opnieuw op de toets om het gesprek
met de correspondent te hervatten.
ZENDONDERBREKING
U hebt de verzending onderbroken door op de toets te druk-
ken.
38
O
NDERHOUD
P
RINTKOP
VERVANGEN
.
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de
figuur is aangegeven.
3. Ontgrendel de printkop door middel van de hendeltjes en neem
hem uit zijn behuizing.
4. Neem de nieuwe printkop uit zijn verpakking en verwijder de
beschermfilm van de spuitmonden terwijl u de printkop bij de
vingergreep vasthoudt.
5. Raak de spuitmonden en de elektrische contacten niet aan.
6. Installeer de printkop in zijn compartiment met de elektrische
contacten naar de voorkant van het faxtoestel gericht.
7. Duw de printkop aan tot u een klik hoort ten teken dat hij goed zit
en sluit het deksel van het printkopcompartiment.
OPMERKING
Wanneer u de printkop vervangen hebt omdat de inkt op
was, herkent het faxtoestel de vervanging automatisch bij
sluiten van het deksel van het printkopcompartiment en op
het display verschijnt het bericht "NIEUWE PRINTKOP?
1 = JA, 0 =NEE". Stel de waarde 1 in.
Nu voert het faxtoestel automatisch de procedure voor
reiniging van de printkop en controle van de spuitmonden uit
en drukt het resultaat van de diagnose af. Onderzoek het
afdrukresultaat, zoals beschreven in "Printkop installe-
ren", in het hoofdstuk "Installatie".
Indien u de printkop vervangen hebt omdat de afdruk-
kwaliteit was verminderd, gaat u als volgt te werk:
R
EINIGINGSPROCEDURE
VOOR
DE
PRINTKOP
EN
TESTPROCEDURE
VOOR
DE
SPUITMONDEN
Indien de afdrukkwaliteit achteruit gaat, kunt u een
snelle procedure uitvoeren voor het reinigen van de print-
kop en het testen van de spuitmonden, afgesloten door een
afdruk die de toestand weergeeft.
Tot op het display verschijnt:
ONDERH. PRINTER
Op het display verschijnt:
NIEUWE KOP:AAN
Druk op
|
/
}
om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "NIEUWE KOP:UIT"
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Het faxtoestel start automatisch de reinigings- en controle-
procedure van de spuitmonden en drukt het resultaat van
de diagnose af.
Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "Print-
kop installeren", in het hoofdstuk "Installatie".
OPMERKING
U kunt de procedure op elk gewenst moment onderbreken
door op de toets
te drukken.
OPMERKING
Indien de afdrukkwaliteit na het uitvoeren van de reinigings-
procedure nog niet aan de verwachtingen voldoet, kunt u
in volgorde de volgende handelingen uitvoeren, tot u een
bevredigend resultaat bereikt:
- Maak op het faxtoestel een kopie van een document
met de gewenste grafische- of tekstkenmerken en be-
oordeel het resultaat.
- Gebruik een andere papiersoort (het papier dat u ge-
bruikt kan bijzonder poreus zijn) en herhaal de proce-
dure nogmaals.
- Verwijder de printkop en installeer hem opnieuw.
39
- Verwijder de printkop en inspecteer deze op aanwezig-
heid van deeltjes op de spuitmond; een eventueel aanwe-
zig deeltje voorzichtig verwijderen en erop letten dat u de
elektrische contacten niet aanraakt. Installeer de printkop.
- Verwijder de printkop en reinig de elektrische contacten
van de printkop en van de printwagen, zie "Elektrische
contacten van de printkop reinigen".
- Reinig de spuitmonden, zie hieronder "Spuitmonden van
de printkop reinigen".
- Installeer de printkop opnieuw.
- Raadpleeg de technische dienst.
E
LEKTRISCHE
CONTACTEN
VAN
DE
PRINTKOP
REINIGEN
Met het faxtoestel uitgeschakeld:
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de middelste uitsparing te plaatsen, zoals in de figuur
is aangegeven.
3. Ontgrendel de printkop door middel van het hendeltje en neem
hem uit zijn behuizing.
4. Reinig de elektrische contacten met behulp van een lichtjes be-
vochtigde doek. Raak de spuitmonden niet aan.
5. Reinig de elektrische contacten op de printwagen eveneens met
een lichtjes bevochtigde doek. Installeer de printkop opnieuw en
sluit het deksel van het printkopcompartiment.
S
PUITMONDEN
VAN
DE
PRINTKOP
REINIGEN
opmerking
Voer deze procedure alleen uit als laatste oplossing, voordat
u de volledige printkop vervangt.
1. Bevochtig een papieren zakdoekje met gedestilleerd water en
knijp het uit om overtollig water te verwijderen.
2. Verwijder de printkop zoals reeds in bovenstaande procedure
beschreven.
3. Houd de printkop met de spuitmonden naar onder gericht, en
dep hem zachtjes op het papieren zakdoekje zoals aangege-
ven in de figuur.
4. Herhaal deze handeling enkele malen op verschillende plaat-
sen van het zakdoekje om de spuitmonden zorgvuldig schoon
te maken.
5. Installeer de printkop zoals reeds beschreven in "Printkop ver-
vangen".
R
EINIGINGSLINT
VAN
DE
PRINTKOP
SCHOONMAKEN
Met het faxtoestel van het stroomnet afgekoppeld:
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de figuur
is aangegeven.
3. Verplaats de printkop geheel naar links zoals aangegeven in de
figuur.
4. Maak het reinigingslint van de printkop met behulp van een droog
wattenstaafje schoon en sluit het deksel van het printkopcomparti-
ment.
40
O
PTISCHE
SCANNER
REINIGEN
Door stof dat zich op het glas van de optische scanner opstapelt, zijn
problemen bij het inscannen van documenten mogelijk. Om dit te
voorkomen, moet u het glas af en toe als volgt reinigen:
Met het faxtoestel van het stopcontact afgekoppeld:
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de
figuur is aangegeven.
3. Beweeg de printkop naar links en til het scherm van de scanner
op met behulp van het hendeltje aan de rechterzijde van het
faxtoestel.
4. Houd het scherm omhoog en reinig het glas van de optische
scanner met een bevochtigde doek met een specifiek glas-
reinigingsmiddel. Droog het glas zorgvuldig af. Giet of spuit het
reinigingsmiddel niet direct op het glas.
5. Sluit het deksel van het printkopcompartiment.
OPMERKING
Om te controleren of de optische scanner schoon is, maakt u
een kopie met een blanco vel papier. Als op de kopie verti-
cale strepen te zien zijn en na controle blijkt dat de optische
scanner perfect schoon is, dient u contact op te nemen met
de technische dienst.
B
EHUIZING
REINIGEN
1. Koppel het faxtoestel van het stroomnet en telefoonnet af.
2. Gebruik alleen een zachte, rafelvrije doek die u licht bevochtigd
hebt met wat verdund afwasmiddel.
V
ASTGELOPEN
DOCUMENTEN
EN
PAPIER
VERWIJDEREN
Tijdens het verzenden of kopiëren kan het gebeuren dat een ori-
gineel vastloopt (dit wordt op het display aangegeven met het
bericht: "VERWIJDER DOK., DRUK OP
").
Ook het papier waarop de ontvangen of gekopiëerde documenten
worden afgedrukt kan geblokkeerd raken (dit wordt aangegeven
door het bericht: "PAPIER PROBLEEM, DRUK OP
").
In beide gevallen moet u proberen het document of het vel papier
uit het toestel te verwijderen door op de toets
te drukken.
Wordt het document of vel papier niet automatisch uitgevoerd,
dan moet u het handmatig verwijderen zoals hieronder wordt be-
schreven:
Open het printkopcompartiment met behulp van de centrale uit-
sparing van het deksel. Indien het te verwijderen document uit
meerdere pagina's bestaat, eerst alle overige vellen uit de papier-
invoer verwijderen voordat u het printerdeksel opent.
1. Druk op het hendeltje aan de linkerzijde van het faxtoestel.
2-3 Houd het hendeltje omlaag gedrukt terwijl u het vastgelopen docu-
ment of papier verwijdert.
41
T
ECHNISCHE
GEGEVENS
ALGEMENE KENMERKEN
Model ......................... Tafelmodel
Display ........................ LCD 16 + 16 tekens
Geheugencapaciteit ..... (*) 21 pagina's
Afmetingen
Breedte ....................... 359 mm
Diepte ......................... 234 mm + 84 mm
Hoogte ........................ 180 mm + 138 mm (**)
Gewicht ....................... ca. 4,7 Kg
COMMUNICATIEKENMERKEN
Telefoonnet ................. Openbaar/PBX
Compatibiliteit ............... ITU
Modemsnelheid .................................... 14400-9600-7200-4800-
2400 (met automatische "fall
back")
Comprimeringsmethode ........................ MH, MR, MMR
KENMERKEN STROOMVOORZIENING
Stroomvoorziening ............................... 220-240 VAC of 110-240
VAC (zie het plaatje aan de
achterkant van het
faxtoestel)
Frequentie ........................................... 50-60Hz (zie het plaatje aan
de achterkant van het
faxtoestel)
Stroomverbruik:
- in standby ......................................... <7W
- max. verbruik ................................... 35W
OMGEVINGSVOORWAARDEN
Temperatuur ............... van +5
o
C tot +35
o
C (gebruik faxtoestel)
................................... van +15
o
C tot +35
o
C (gebruik printer)
................................... van -15
o
C tot +55
o
C (transport: bij verpakt
product)
................................... van -5
o
C tot +45
o
C (opslag en wachtstand)
Relatieve vochtigheid .. 15%-85% (werking/opslag/wachtstand)
................................... 5%-95% (transport)
KENMERKEN SCANNER
Scanmethode ....................................... CIS
Scanresolutie:
- horizontaal ........................................ 8 pixels/mm
- verticaal STANDARD ........................ 3,85 lijnen/mm
- verticaal FINE ................................... 7,7 lijnen/mm
VERZENDINGSKENMERKEN
Verzendingstijd ............ 7s (14400 bps MMR)
Capaciteit ADF ............ 5 vel A4, Letter en Legal
ONTVANGSTKENMERKEN
Afdrukmethode ............ Afdruk op gewoon papier met inkjetprinter
Max. afdrukbreedte .............................. 208 mm
Afdrukpapier ........................................ A4 (210 x 297 mm)
............................................................ US Letter (216 x 279 mm)
............................................................ US Legal (216 x 356 mm)
............................................................ Gewicht: 70-90 gr/m
2
Papierinvoer ............... Cassette voor gewoon papier (max. 40 vel
80 gr/m
2
)
ANTWOORDAPPARAAT (ALLEEN VOOR HET MODEL MET
INGEBOUWD
ANTWOORDAPPARAAT)
Opnamecapaciteit 20'
Memo
2 uitgaande boodschappen
Functie alleen uitgaande boodschap
Functie "gesprekkosten besparen"
Doorstuur-boodschap
Snelle toegang vanaf bedieningspaneel en op afstand
Toegangscode
Opname boodschappen
Samenvattende meldingen
Behoud van boodschappen bij stroomuitval.
(*) = Formaat ITU-TS, Test Sheet n° 1 (Slerexe Letter) in
standaardresolutie met MH-comprimering en A4-fomaat.
(**) = Met papiersteun.
42
H
ET
FAXTOESTEL
ALS
EEN
PRINTER
GEBRUIKEN
Indien u het multifunctionele model hebt aangeschaft, kunt u het
faxtoestel ook als een printer gebruiken. Eerst moet u hem echter
op een PC aansluiten en de specifieke software installeren.
V
EREISTEN
VOOR
HET
INSTALLEREN
VAN
DE
SOFTWARE
Het faxtoestel wordt geleverd met de nodige software voor het uit-
voeren van de printfunctie.
De installatie-CD bevat het printerstuurprogramma en de bestanden
met online documentatie die nadere informatie bevat over de
printfuncties van het faxtoestel bij aansluiting op een PC.
MINIMUMVEREISTEN VAN DE PC
Voor Windows 95, Windows 98 eerste editie en windows ME:
Pentium 166 MHz, 32 MB RAM.
Voor Windows 98 tweede editie, Windows NT4 en Windows 2000:
Pentium 166 MHz, 64 MB RAM.
Voor alle configuraties geldt als minimum uitrusting: een CD-speler,
een VGA-beeldscherm (24-bits plaat voor kleurenvideo) en een
parallelle interface-verbinding IEEE 1284 Nibble Mode.
D
E
"
LINKFAX
"
SOFTWARE
INSTALLEREN
INSTALLATIE "PLUG & PLAY"
In Windows 95/98/ME
Zorg ervoor dat het faxtoestel en de PC beide zijn uitgeschakeld
en/of van het stroomnet zijn afgekoppeld.
Sluit de connector van de interface-kabel aan op de parallelle
poort aan de achterkant van het faxtoestel.
Sluit de andere connector van de kabel aan op de parallelle poort
van de PC.
Sluit het faxtoestel en de PC weer aan en/of zet ze weer aan.
Aan het eind van de startfase van Windows 95/98/ME verschijnt
een dialoogvenster dat een nieuwe hardeware component
aangeeft en vraagt om de CD in de CD-ROM-speler te plaatsen
Plaats de CD in de CD-ROM-speler.
Indien na de startfase van Windows de CD-ROM-speler niet
automatisch geselecteerd is, wordt u gevraagd de stations-
aanduiding van de CD te typen (bijvoorbeeld D:).
Volg daarna de instructies op het scherm van de PC tot de
installatieprocedure is beëindigd.
Nadat de installatie is voltooid wordt u gevraagd de PC opnieuw
op te starten.
Na het opnieuw opstarten is in het menu Printers het pictogram
"LinkFax" toegevoegd.
opmerking
Als het besturingssysteem van uw computer Windows 95 versie
4.00.950 B (OSR2) is, is de "Plug & Play" installatieprocedure iets
anders. Volg in dat geval nauwkeurig de instructies op het scherm
van de PC. Wanneer het bericht Bestand kopieren van: ver-
schijnt, typt u de stationsaanduiding van de CD (bijvoorbeeld D:).
In Windows NT/2000
In de omgeving Windows NT is de "PLUG & PLAY" installatie niet
mogelijk; en in de omgeving Windows 2000 moet men de "PLUG
& PLAY" procedure verlaten via de knop "Annuleren", en daarna
de instructies in de procedure "Installatie "NO PLUG & PLAY"
volgen.
INSTALLATIE "NO PLUG & PLAY"
In Windows 95/98/ME/NT/2000
Dit type installatie kan worden uitgevoerd als alternatief op "Plug &
Play", met het faxtoestel van de PC afgekoppeld.
Zorg ervoor dat het faxtoestel en de PC beide zijn uitgeschakeld
en/of van het stroomnet zijn afgekoppeld.
Sluit de connector van de interface-kabel aan op de parallelle
poort aan de achterkant van het faxtoestel.
Zet de PC aan en wacht tot Windows 95/98/ME/NT of 2000 is
gestart.
Plaats de CD in de CD-ROM-speler. De installatieprocedure van
"LinkFax" wordt automatisch gestart.
Ga nu verder met het kiezen van de taal en de andere bewerkin-
gen door de instructies op het scherm van de PC op te volgen
totdat de installatieprocedure is beëindigde.
Nadat de installatie is voltooid wordt u gevraagd de PC opnieuw
op te starten.
Na het opnieuw opstarten is in het menu Printers het pictogram
"LinkFax" toegevoegd.
D
ESINSTALLEREN
VAN
DE
"
LINKFAX
"
SOFTWARE
Met de hieronder beschreven desinstallatie-procedures kunt u alle
bestanden die van de CD geladen werden en/of tijdens de installatie
van de software op de PC gecreëerd werden, volledig en correct
verwijderen, en vervolgens opnieuw installeren.
In Windows 95/98/ME
Selecteer het item Uninstaller van het menu LinkFax in het Pro-
gramma's van het Start-menu.
In Windows 95/98/ME/NT/2000
Selecteer de menu's: Start, Instellingen, Configuratie-
scherm, Software, selecteer het item LinkFax en bevestig
tenslotte met de knop Toevoegen/Verwijderen.
43
O
PENEN
VAN
DE
ONLINE
DOCUMENTATIE
Samen met het printerstuurprogramma worden ook bestanden met
online documentatie geladen die nadere informatie geven over
de kenmerken en functies voor het printen.
In Windows 95/98/ME
Om de online documentatie te openen, klikt u op een van de drie
pictogrammen van de groep Linkfax in het menu Programma's
van het Start-menu.
In Windows NT/2000
In dit geval kan de online documentatie geopend worden vanuit
de "Status monitor" van de printer of door selecteren van het
item Eigenschappen van de "Linkfax printer" in het menu
Printers.
O
PMERKINGEN
OVER
HET
GEBRUIK
VAN
DE
COMMUNICATIEPOORT
Alleen in Windows 95/98/ME
Na installatie van de LinkFax module zal de PC-poort waarop
het faxtoestel is aangesloten
uitsluitend worden gebruikt voor
het beheer van inkjet-faxtoestellen
(Faxpoort) die door de
module worden ondersteund.
Mocht u deze poort voor andere apparaten dan deze faxtoestellen
willen gebruiken, kunt u de poort tijdelijk deselecteren en ver-
volgens opnieuw selecteren:
Dubbelklik op het pictogram van de Fax Manager onderin het
scherm.
Selecteer de
faxpoort
(gewoonlijk LPT1).
Bevestig de knop Poort deselecteren voor vrijgave van de
poort voor
standaard beheer
(Printerpoort).
Om de "Faxpoort" opnieuw te selecteren moet u de knop Selec-
teer poort bevestigen.
opmerking
Als u na het selecteren van de
poort
van het besturings-
systeem
Windows 95
naar
Windows 98/ME
overstapt, moet
u niet vergeten de parallelle poort opnieuw te selecteren
(Faxpoort) aangezien
Windows 98/ME
de poort auto-
matisch voor standaard beheer selecteert (Printerpoort).
44
I
NDEX
I
Ingebouwd antwoordapparaat
41
Installatie
aanbevelingen voor de installatie
1
K
Kenmerken van de telefoonlijn
het type telefoonaansluiting wijzigen
29
openbare telefoonnet
7
privé-lijn (PBX)
7
Kiesmodus
puls
7
toon
7
Kopie
het faxtoestel als een kopieerapparaat gebruiken
19
kopieertaak onderbreken
19
waarden voor contrast en resolutie
19
welke documenten kunt u kopiëren
19
zo maakt u een kopie van uitstekende kwaliteit
19
zoom-waarde
19
L
Lijsten
gegevens van one-touch-toetsen en snelkiescodes
17
lijst van configuratieparameters
17
lijst van installatieparameters afdrukken
17
Luidsprekervolume
27
O
Onderhoud
aanbevelingen voor het gebruik
1
behuizing reinigen
40
elektrische contacten reinigen
39
optische scanner reinigen
40
printkop vervangen
38
reinigingslint van de printkop schoonmaken
39
reinigingsprocedure voor de printkop
38
spuitmonden van de printkop reinigen
39
testprocedure voor de spuitmonden
38
vastgelopen documenten en papier verwijderen
40
One-touch-toetsen
13
opbellen via de one-touch-toetsen
18
programmeren
13
verzenden via one-touch-toetsen
14
Ontvangst
aantal belsignalen wijzigen
31
afdrukzone verkleinen
26
afstandsbediening
30
automatische ontvangst
met oproeptype-herkenning
12
manuele ontvangst
12
met antwoordapparaat
extern antwoordapparaat
13
ingebouwd antwoordapparaat
13
naam of nummer van de beller weergeven
26
A
Aansluiting
2
aansluiting op het stroomnet
4
aansluiting van andere apparatuur
2
aansluiting van het faxtoestel
2
de telefoonhoorn aansluiten
4
telefoonaansluiting
2
ADF
9
Afstandsbedieningscode
30
Antwoordapparaat, ingebouwd
20
ASF
4
Automatische kiesherhaling
10
B
Berichten
andere berichten
37
foutberichten op het display
36
C
Configuratie
configuratie- en installatieparameters
5
parameters afdrukken
8
parameters instellen
5
parameters wijzigen
28
Contrast
afstellingen
9
D
Datum en tijd
datum en tijd instellen
6
,
28
Display
andere berichten
37
foutberichten
36
Documenten
documenten in de ADF steken
9
vastgelopen documenten verwijderen
40
welke documenten kunt u gebruiken
9
E
ECM (Error Correction Mode)
28
Elektrische contacten
van de printwagen
39
F
Foutcodes
34
,
35
FOUTEN-LED
36
G
Geheugen
een document uit het geheugen verzenden
11
verzending uit het geheugen
wijzigen/herhalen/wissen
12
Geluidssignalen
37
45
ontvangst met antwoordapparaat
12
resterende tekst
26
stille periode wijzigen
32
Optische scanner
reinigen
40
P
Papier
papier laden
4
papierformaat
4
papierinvoer (ASF)
4
vastgelopen papier verwijderen 40
Papierformaat
papierformaat wijzigen
29
Polling
polling voor ontvangst
32
polling voor ontvangst wijzigen/wissen
32
polling voor verzending
33
Printer
het faxtoestel als een printer gebruiken
42
Printkop
elektrische contacten reinigen
39
printkop installeren
4
printkop vervangen 38
reinigings- en controleprocedure spuitmonden
5
reinigings- en controleprocedure van de spuitmonde
38
spuimonden van de printkop reinigen
39
Problemen oplossen
de stroom is uitgevallen
34
de verzending mislukt
34
het papier of de inkt is op
34
kleine problemen oplossen
34
R
Rapporten
15
activeringsrapport
15
afdruk opvragen
16
automatische afdruk
16
foutdberichtenrapport
15
rapport laatste circulaire
15
rapport laatste verzending
15
rapporten interpreteren
15
stroomonderbrekingsrapport
15
Resolutie
afstellingen
9
automatische resolutie instellen
28
S
Signalen
andere geluidssignalen
37
geluidssignalen die een fout aangeven
36
Snelkiescodes
14
opbellen via de snelkiescodes
18
programmeren
14
verzenden via snelkiescodes
14
T
Technische gegevens
algemene kenmerken
41
communicatiekenmerken
41
ingebouwd antwoordapparaat
41
kenmerken scanner
41
kenmerken stroomvoorziening
41
omgevingsvoorwaarden
41
ontvangstkenmerken
41
verzendingskenmerken
41
Telefoon
opbellen door zoeken in het adresboek
18
opbellen via de one-touch-toetsen
18
opbellen via de snelkiescodes
18
Telefooncentrale
openbare telefoonnet
7
privé-centrale
7
V
Verbindingstonen weergeven
27
Verzending
circulaire
11
documenten verzenden
9
een document uit het geheugen verzenden
11
een vooraf ingestelde verzending wijzigen/wissen
11
herhaling van een verzending
27
kiestonen horen bij het verzenden
10
onderbreken
10
telefoonhoorn opnemen bij het verzenden
10
verbindingstonen weergeven
27
vertraagde verzending
10
verzenden door opzoeken in het adresboek
15
verzenden via one-touch-toetsen
14
verzenden via snelkiescodes 14
verzendingssnelheid verminderen
28
Verzendingssnelheid
28
Z
Zenderidentificatie
faxnummer instellen
7
naam en faxnummer
plaats
27
naam en faxnummer wijzigen
29
uw naam instellen
6
Zoemervolume
27
Codes monochrome printkoppen
Monoblok printkop: code 84431 W (FPJ 20)
Monoblok printkop met gepigmenteerde inkt: code B0042 C (FPJ 22)
Codes kleurenprintkoppen
Monoblok printkop: code 84436 G (FPJ 26)
237989 X
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olivetti Fax Lab 250 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olivetti Fax Lab 250 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,25 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info