493034
104
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/106
Pagina verder
V
OORWOORD
We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date
weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor
deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in
software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze
handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie
in de handleiding. De fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor
softwareproducten die door andere bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding
worden genoemd.
Hoewel redelijkerwijs alles heeft gedaan om dit document zo accuraat en nuttig mogelijk
te maken, verleent geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot de accuratesse
of volledigheid van de betreffende informatie.
De meest recente stuurprogramma's en handleidingen zijn beschikbaar op de website:
http://www.okiprintingsolutions.com
07110311 iss. 01; Copyright © 2010 Oki Europe Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Oki is een gedeponeerd handelsmerk van Oki Electric Industry Company, Ltd.
Oki Printing Solutions is a trademark of Oki Data Corporation.
Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Apple, Macintosh, Mac en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
de betreffende rechthebbenden.
Dit product voldoet aan de Richtlijnen 2004/108/EC (elektromagnetische
compatibiliteit), 2006/95/EC (laagspanning) en 2009/125/EC (EuP) van de
Raad, zoals gewijzigd, indien van toepassing, bij de aanpassing van de
wetgeving van de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit,
laagspanning, eindapparatuur voor radio & telecommunicatie en
energieverbruikende producten.
Onderstaande kabels zijn gebruikt bij de evaluatie van dit product om te kunnen voldoen
aan de EMC-richtlijn 2004/108/EC. Configuraties die hiervan afwijken kunnen er de
oorzaak van zijn dat niet wordt voldaan aan de huidige wet- en regelgeving.
KABELTYPE LENGTE
(METERS)
KERN MANTEL
Stroom 1.8 ✘✘
Tel 2.0 ✘✘
Lijn (RJ11-RJ11) 3.0 ✘✘
Lijn (Duits) 2.5 ✘✘
E
ERSTE
HULP
BIJ
ONGEVALLEN
Wees behoedzaam met tonerpoeder:
Indien er tonerpoeder is ingeslikt, moet de persoon kleine
hoeveelheden koud water drinken. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
NIET laten braken.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten
worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze
gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden
uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk
een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en
zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te
voorkomen.
F
ABRIKANT
/
I
MPORTEUR
VOOR
DE
EU
/
ERKEND
VERTEGENWOORDIGER
OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions)
Blays House
Wick Road
Egham, Surrey
TW20 0HJ
Verenigd Koninkrijk
Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met
uw plaatselijke leverancier.
M
ILIEU
-
INFORMATIE
4 Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord..................................................................................................................... 2
Eerste hulp bij ongelukken ....................................................................................... 3
Fabrikant ............................................................................................................... 3
Import in de EU/Erkend vertegenwoordiger ................................................................ 3
Milieu-informatie ..................................................................................................... 3
Tips en gevaar! ....................................................................................................... 8
Inleiding ................................................................................................................ 9
Algemene veiligheidsinstructies .................................................................................. 10
Toestel opstellen ............................................................................................ 10
Stroomvoorziening/telefoonaansluiting.............................................................. 10
Verbruiksmaterialen ....................................................................................... 11
Reparaties..................................................................................................... 11
Overzicht..................................................................................................................... 12
Toesteloverzicht .................................................................................................... 12
Aansluitingen aan de achterzijde ............................................................................. 13
Paneel met display ................................................................................................ 14
Overzicht menufuncties ......................................................................................... 16
0 Instellingen ................................................................................................ 16
1 Kopieerapparaat.......................................................................................... 16
2 Printer ....................................................................................................... 16
4 Fax............................................................................................................ 17
5 Telefoonboek .............................................................................................. 17
7 Opdrachten ................................................................................................ 17
8 Lijsten en rapporten..................................................................................... 17
9 Varia ......................................................................................................... 17
Lijsten en berichten afdrukken ................................................................................ 18
Functielijst afdrukken ..................................................................................... 18
Telefoonboek uitprinten .................................................................................. 18
Faxsjablonen uitprinten................................................................................... 18
Faxjournaal/oproeplijst afdrukken .................................................................... 18
Opdrachtenlijst printen ................................................................................... 18
Kalender printen ............................................................................................ 18
Sudoku: spel uitprinten................................................................................... 18
Instellijst printer ............................................................................................ 18
Eerste ingebruikneming............................................................................................... 19
Inhoud verpakking ................................................................................................ 19
Verpakkingsmateriaal verwijderen ........................................................................... 20
Verpakkingsmateriaal van het apparaat verwijderen ........................................... 20
Verpakkingsmateriaal van de tonercartridge verwijderen ..................................... 20
Verpakkingsmateriaal uit de papiercassette verwijderen ...................................... 22
Documenthouder aanbrengen ................................................................................. 23
Printuitgifte houder uitklappen ................................................................................ 24
Documentenopvang aanbrengen ............................................................................. 25
Hoorn aansluiten ................................................................................................... 25
Telefoonkabel aansluiten ........................................................................................ 25
Netkabel aansluiten ............................................................................................... 26
Eerste installatie ................................................................................................... 27
Taal kiezen.................................................................................................... 27
Land kiezen................................................................................................... 27
Tijdszone instellen.......................................................................................... 27
Naam invoeren .............................................................................................. 27
Nummer invoeren .......................................................................................... 28
Datum en tijd invoeren ................................................................................... 28
Telefoonfuncties.......................................................................................................... 29
Telefoneren met het toestel .................................................................................... 29
Buitenlijn nemen ................................................................................................... 29
Nummers met elkaar verbinden .............................................................................. 30
Inhoudsopgave 5
Kiespauze invoegen ............................................................................................... 30
Kiezen met opgelegde hoorn .................................................................................. 30
Nummerherkenning (CLIP) ..................................................................................... 30
Gemiste telefoongesprekken ................................................................................... 30
Telefoonboek van het toestel ...................................................................................... 31
Record zoeken ...................................................................................................... 31
Record opslaan ..................................................................................................... 31
Record wijzigen .................................................................................................... 32
Een invoergegeven wissen ..................................................................................... 33
Alle invoergegevens wissen .................................................................................... 33
Telefoonboek uitprinten ......................................................................................... 34
Lijst van alle invoergegevens afdrukken ............................................................ 34
Enkelvoudige invoergegevens afdrukken ........................................................... 34
Groepen .............................................................................................................. 34
Groepen maken ............................................................................................. 34
Groep bewerken............................................................................................. 34
Groep wissen................................................................................................. 35
Printer en afdrukmedia................................................................................................ 36
Specificaties voor afdrukmedia ................................................................................ 36
Papierstopper naar buiten klappen .......................................................................... 37
Papier in de papiercassette plaatsen ........................................................................ 37
Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen ........................................................ 40
Sjablonen invoeren ............................................................................................... 40
Ontwerpen in de papiercassette plaatsen........................................................... 40
Ontwerpen in de handmatige papiertoevoer plaatsen .......................................... 41
Transparant folie en etiketten plaatsen .................................................................... 41
Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex afdruk) ..................................................... 41
Kalender printen ................................................................................................... 42
Sudoku: spel uitprinten .......................................................................................... 42
Spel uitprinten............................................................................................... 42
Laatste spel opnieuw uitprinten........................................................................ 43
Oplossing uitprinten ....................................................................................... 43
Sudoku voor elke dag ..................................................................................... 43
Fax .............................................................................................................................. 44
Fax met standaardinstellingen versturen .................................................................. 44
Documenten invoeren ............................................................................................ 44
Nummer kiezen .................................................................................................... 45
Buitenlijn nemen ................................................................................................... 46
Fax later verzenden (= timer functie) ...................................................................... 46
Fax manueel verzenden ......................................................................................... 47
Nummers met elkaar verbinden .............................................................................. 47
Meeluisteren bij de verbindingsopbouw .................................................................... 48
Rondzenden (= Broadcasting) ................................................................................. 48
Faxsjablonen gebruiken ......................................................................................... 48
Fax ontvangen ...................................................................................................... 49
Faxberichten manueel ontvangen ............................................................................ 49
Fax geruisloos ontvangen ....................................................................................... 49
Beveiligde faxontvangst instellen ............................................................................. 50
Pincode intoetsen........................................................................................... 50
In- en uitschakelen......................................................................................... 50
Faxberichten afdrukken................................................................................... 50
Faxberichten afroepen ........................................................................................... 50
Faxberichten direct afroepen............................................................................ 50
Uitgesteld afroepen ........................................................................................ 50
Opdrachten .......................................................................................................... 51
Opdracht meteen uitvoeren ............................................................................. 51
Opdracht wijzigen .......................................................................................... 51
Opdracht wissen ............................................................................................ 51
Opdracht uitprinten ........................................................................................ 51
Opdrachtenlijst printen ................................................................................... 52
6 Inhoudsopgave
Kopieerapparaat.......................................................................................................... 53
Documenten invoeren ............................................................................................ 53
Kopieën met standaardinstellingen maken ................................................................ 54
Een kopie met standaardinstellingen maken....................................................... 54
Meerdere kopieën met standaardinstellingen maken ........................................... 54
Kopieën met het tweede profiel maken .................................................................... 55
Een kopie met het tweede profiel maken ........................................................... 55
Meerdere kopieën met het tweede profiel maken................................................ 55
Kopieën met aangepaste instellingen maken ............................................................. 55
Vergrote of verkleinde kopie maken ......................................................................... 56
Meerdere documenten op één pagina kopiëren (= mozaïek kopie) ............................... 57
Instellingen voor het tweede profiel inrichten ............................................................ 57
Resolutie instellen .......................................................................................... 57
Kontrast instellen ........................................................................................... 58
Helderheidgraad instellen ................................................................................ 58
Instellingen................................................................................................................. 59
Ecologische besparingsfunctie voor stroom instellen ................................................... 59
Ecologische besparingsfunctie voor toner instellen ..................................................... 59
Land kiezen .......................................................................................................... 60
Taal kiezen ........................................................................................................... 60
Datum en tijd invoeren .......................................................................................... 60
Tijdszone instellen ................................................................................................. 60
Nummer en naam intoetsen ................................................................................... 61
Naam invoeren .............................................................................................. 61
Nummer invoeren .......................................................................................... 61
Beltonen instellen ................................................................................................. 61
Beltoon kiezen ............................................................................................... 61
Volume instellen ............................................................................................ 61
Instellen van het aantal belsignalen.................................................................. 61
Toetsentonen uitschakelen ..................................................................................... 61
Papierinstellingen aanbrengen ................................................................................ 62
Papiersterkte instellen .................................................................................... 62
Papierbron instellen........................................................................................ 62
Papierformaat instellen ................................................................................... 62
Resolutie instellen ................................................................................................. 62
Resolutie voor de faxverzending instellen .......................................................... 62
Resolutie voor het kopiëren instellen................................................................. 62
Kontrast instellen .................................................................................................. 63
Helderheidgraad voor het kopiëren instellen ............................................................. 63
Faxontvangstmodus instellen .................................................................................. 63
Handmatige modus ........................................................................................ 63
Fax-modus.................................................................................................... 63
EXT/Antwoordapparaat-modus......................................................................... 64
Automatische-modus ...................................................................................... 64
Stille faxontvangst ................................................................................................ 64
Aanvullende opties voor faxverzending .................................................................... 64
Transmissiesnelheid reduceren......................................................................... 64
Displayweergave instellen ............................................................................... 64
Faxverzending vanuit het geheugen instellen ..................................................... 65
Kopregel in- en uitschakelen............................................................................ 65
Verzendrapport in- en uitschakelen................................................................... 65
Bijkomende opties voor faxontvangst ...................................................................... 66
Ontvangstsnelheid verminderen ....................................................................... 66
Pagina-aanpassing instellen............................................................................. 66
Drempelwaarde voor pagina-afbreking instellen ................................................. 66
Afdrukken in meervoud................................................................................... 66
Toestel blokkeren .................................................................................................. 67
Pincode intoetsen........................................................................................... 67
Toetsenbord vergrendelen............................................................................... 67
Handmatige keuze blokkeren ........................................................................... 67
Instellingen blokkeren..................................................................................... 68
Inhoudsopgave 7
Lijsten en berichten afdrukken ................................................................................ 68
Functielijst afdrukken ..................................................................................... 68
Telefoonboek uitprinten .................................................................................. 68
Faxjournaal/oproeplijst afdrukken .................................................................... 69
Opdrachtenlijst printen ................................................................................... 69
Instellijst printer ............................................................................................ 69
Telefoonaansluitingen en extra toestellen................................................................... 70
Kiesprocedure instellen .......................................................................................... 70
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) inrichten .............................................................. 70
PABX inrichten ...................................................................................................... 70
Type aansluiting instellen ................................................................................ 71
Nummer buitenlijn instellen............................................................................. 71
DSL-verbinding ..................................................................................................... 71
ISDN-verbinding ................................................................................................... 71
Extra toestellen aansluiten ..................................................................................... 72
Aansluiting aan het toestel .............................................................................. 72
Aansluiting aan de telefoonlijn ......................................................................... 72
Extra telefoons gebruiken (easylink) ........................................................................ 72
Faxontvangst starten...................................................................................... 72
Lijn oproepen ................................................................................................ 72
Extern antwoordapparaat gebruiken ........................................................................ 72
Service ........................................................................................................................ 74
Tellerstanden tonen ............................................................................................... 74
Aantal verstuurde faxpagina’s tonen ................................................................. 74
Aantal ontvangen faxpagina’s tonen ................................................................. 74
Aantal gescande documenten tonen.................................................................. 74
Aantal afgedrukte pagina's tonen ..................................................................... 74
Aantal gekopieerde pagina's tonen ................................................................... 74
Tonerniveau aangeven ........................................................................................... 74
Firmware versie opvragen ...................................................................................... 74
Tonercartridge vervangen ...................................................................................... 75
Papieropstopping verhelpen .................................................................................... 78
Papierstoring in papiercassette/papierinvoer verhelpen........................................ 78
Papierstoring in afdrukeenheid verhelpen .......................................................... 79
Papierstoring in fixeereenheid verhelpen ........................................................... 81
Documentenopstopping verhelpen ........................................................................... 83
Reiniging ............................................................................................................. 84
Scanner en documentinvoer schoonmaken ........................................................ 85
LED printkop schoonmaken ............................................................................. 86
Scanner kalibreren ................................................................................................ 88
Servicecodes gebruiken ......................................................................................... 89
Snelle hulp ........................................................................................................... 89
Problemen en mogelijke oorzaken ........................................................................... 90
Foutmeldingen en mogelijke oorzaken ..................................................................... 92
Foutmeldingen op het verzendbericht................................................................ 93
Verklarende woordenlijst ......................................................................................... 96
Bijlage ....................................................................................................................... 101
Technische specificaties ....................................................................................... 101
Normconformiteit ......................................................................................... 101
Scanner ...................................................................................................... 101
Printer ........................................................................................................ 101
Geheugen ................................................................................................... 102
Papier (papiercassette) ................................................................................. 102
Papier (handmatige papierinvoer)................................................................... 102
Documentinvoer........................................................................................... 102
Fax ............................................................................................................ 102
Kopieerapparaat .......................................................................................... 102
8
TIPS EN GEVAAR!
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Om uw product te beschermen en een volledig functioneren te garanderen kunt u uitsluitend origi-
nele toner cartridges van Oki Printing Solutions gebruiken. Deze kunt u herkennen aan het merk
van Oki Printing Solutions. Toner cartridges van andere fabrikanten functioneren mogelijk niet en
zelfs dan niet als ze als “compatibel” worden aangeduid. Als ze desondanks worden geplaatst kun-
nen daardoor de prestaties en de afdrukkwaliteit van uw apparaat negatief worden beïnvloed.
De specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd. Alle merken zijn gede-
poneerd.
Spaltenumbruch
Opmerking
Tips en Trucs
Een tip bevat aanvullende informatie die de hoofdtekst aanvult.
VOORZICHTIG!
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Dit symbool waarschuwt voor schade aan het apparaat evenals mogelijk gegevensverlies. On-
deskundig gebruik kan tot deze schade leiden.
GEVAAR!
Gevaar voor personen!
“Gevaar“ geeft nadere informatie die, als ze niet wordt opgevolgd, risico’s met zich meebrengt
of tot lichamelijk letsel kan leiden.
9
INLEIDING
Inleiding Brand Variabel
Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van OKI. Uw toestel vervult de
meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel gebruik.
Energi ebesparingsmodus
Met de ecologische besparingsfuncties bespaart u stroom en toner, doordat het apparaat snel over-
schakelt naar de stroombesparing modus of afdrukt in de tonerbesparing modus. Met de knop ECO
kunt u snel en op eenvoudige wijze tonerbesparende kopieën maken.
Startercartridge
Uw apparaat print met de modernste laser printtechnologie. De inhoud van de verpakking bevat
een startercartridge. Deze begincartridge is al geplaatst; u dient echter de transportverpakkingen
te verwijderen voordat u het apparaat kunt gebruiken.
Papier lade
In de papiercassette kunt u een papiervoorraad tot 250 vel plaatsen. In de handmatige papiertoe-
voer kunt u speciale papierformaten, enveloppen, transparante folies, etiketvellen of bedrukte do-
cumenten plaatsen.
Telefoonboek
In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met verschillende nummers opslaan en verschil-
lende records in groepen onderbrengen. U kunt de records verschillende beltonen toewijzen.
Er staan u meerdere functies voor het versturen van faxberichten ter beschikking, bijvoorbeeld di-
verse resoluties of de timer functie. U kunt de faxontvangst met een code beveiligen. Binnenko-
mende faxen worden niet afgedrukt, maar in het faxgeheugen opgeslagen. Via polling roept u fax-
berichten op die klaarliggen in het opgebelde toestel.
Rondzenden
Met de Rondzendtoets (=Broadcasting) voegt u gedurende het kiezen verder nummers toe en u ver-
stuurt een bericht snel en gemakkelijk naar meerdere ontvangers
Faxsjablonen
In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bij-
voorbeeld snel een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.
Meerdere documenten op één pagina kopiëren (=mozaïek kopie)
U kunt meerdere documenten op één pagina kopiëren om papier te besparen. De documenten wor-
den tijdens het kopiëren automatisch aangepast.
Kalender printen
Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende
week of een vrij te kiezen week.
Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende moelijkheidsgraden - desgewenst met de
oplossing.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!
10 Algemene veiligheidsinstructies
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Inleiding 3
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN 60950-1 resp.IEC 60950-1 gekeurd en mag
alleen op telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze normen voldoen. Het toestel is
uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Inleiding 2
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in deze handleiding zijn beschreven. Door
onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of schade, apparaatschade of gegevensverlies op-
treden. Let op alle aangegeven waarschuwings- en veiligheidsinstructies.
TOESTEL OPSTELLEN
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan. Mocht het toestel naar beneden
vallen, kan het worden beschadigd of personen – in het bijzonder kleine kinderen – verwonden. Leg
alle kabels zo dat er niemand over kan vallen, dat er zich niemand kan verwonden of dat het toestel
wordt beschadigd. Als het apparaat valt, moet u het door een technische klantendienst laten nakij-
ken.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter bedragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 centimeter bedra-
gen. Dit geldt ook voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toestel niet in de buurt
van radio- en TV-toestellen.
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht, hitte, grote temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet
het toestel niet in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let op de informatie in de tech-
nische specificaties met betrekking tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht.Het toestel niet toedekken!
Plaats het toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet op een zachte ondergrond zoals
dekens of tapijten. Dek de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand
geraken.
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en voldoende geventileerd zijn
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en voldoende geventileerd zijn – vooral als het
toestel vaak gebruikt wordt. Zet uw toestel zo neer dat de uitgeblazen luchtstroom niet op een
werkplek gericht is.
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit het toestel komt – meteen de netstekker
uit het stopcontact trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken. Om te
vermijden dat een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit de buurt van het toestel worden ge-
houden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de netstekker, de netaansluiting of de telefoon
contactdoos nooit met natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal het apparaat van het stroom- en telefoon-
net wanneer vloeistoffen of vreemde deeltjes in het apparaat terecht zijn gekomen en laat uw ap-
paraat door een technische serviceafdeling onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de
handen van kinderen geraken.
Hoorn magnetisch
De hoorn van het toestel is magnetisch. Let op: kleine metalen voorwerpen (paperclips enz.) kun-
nen aan de hoorn blijven plakken.
STROOMVOORZIENING/TELEFOONAANSLUITING
Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op
de opstelplaats beschikbaar is.
Storingen
Het apparaat voldoet aan de EN 55022 klasse B. Gebruik alleen maar meegeleverde net- en tele-
foonkabels. Voordat u het apparaat gebruikt, zorg ervoor dat u het meegeleverde telefoonsnoer
hebt aangesloten zoals staat omschreven.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd. Wissel onmiddellijk de
beschadigde kabel om. Gebruik uitsluitend geschikte kabels; neem indien nodig contact op met
onze technische klantenservice of met uw vakhandel.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een onweer.
Haal het apparaat bij onweer van het stroom- en telefoonnet, om beschadigingen door overspan-
ning te voorkomen. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel niet tijdens een onweer.
Algemene veiligheidsinstructies 11
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen. Gebruik een
zacht, pluisvrij doekje. Gebruik nooit vloeibare, gasvormige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen
(sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol). Er mag geen vocht in het toestel geraken.
Reinig het display met een droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer het display breekt, kan een zwarte bijtende
vloeistof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
VERBRUIKSMATERIALEN
Originele verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze be-
stelservice (zie achterzijde van deze handleiding). Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel
beschadigen of de levensduur beperken.
Environment
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming met de in uw land geldende voorschriften
i.v.m. afvalverwijdering.
Let op als u met tonerpoeder omgaat:
Let op als u met tonerpoeder omgaat:
Als u tonerpoeder mocht hebben ingeademd gaat u onmiddellijk in de frisse lucht staan. Neem on-
middellijk contact met een dokter op!
Als er tonerpoeder in de ogen komt, spoelt u dit tenminste 15 minuten met veel water uit. Neem
onmiddellijk contact met een dokter op!
Als u tonerpoeder hebt ingeslikt, drinkt u kleine hoeveelheden water. Probeer NIET om braken op
te wekken. Neem onmiddellijk contact met een dokter op!
Tonercartridge 1
Open nooit de tonercartridge. Bewaar nieuwe en gebruikte cartridges zo dat ze niet in de handen
van kinderen terecht komen.
Papier zit vast
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. Gooi het papier voorzichtig weg: De toner
zit eventueel nog niet goed op het papier vast en er zou tonerstof vrij kunnen komen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en ogen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet
in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water; heet water zou de toner fixeren.
Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
REPARATIES
Gevaar – Heet!
De fixeereenheid en de omgeving ervan in het apparaat worden tijdens gebruik heet. Raak deze
onderdelen niet aan als u het apparaat hebt geopend. Ga zeer voorzichtig te werken als u bijvoor-
beeld vastgelopen papier verwijdert.
Display
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding.
Reparaties
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud kan tot lichamelijke en materiële schade lei-
den. Laat uw toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, anders komt de garantie te vervallen.
GPL-tekst
De firmware van het apparaat is gedeeltelijk onder licentie bij GPL. Neem voor vragen over de li-
centies van specifieke onderdelen van de firmware contact op met de fabrikant. Wij sturen u dan
tegen kostprijs een CD met de betreffende broncode toe.
12 Overzicht
OVERZICHT
TOESTELOVERZICHT
Documentenhouder
Documentenhouder
Documentinvoer
ƒ Documentinvoer
Documentengeleider
Documentengeleider
Paneel met display
Paneel met display
Documentenopvang
Documentenopvang
Deksel van het apparaat
Deksel van het apparaat
Handmatige papiertoevoer
ˆ Handmatige papiertoevoer
Papier lade
Papierlade
Printuitgiftehouder
Š Printuitgiftehouder
Documentenuitvoervak
Documentenuitvoervak
Hoorn met krulsnoer
Œ Hoorn met krulsnoer
Vorderansicht nummeriert
Scannerglas
Scannerglas
Tonercartridge
ƒ Tonercartridge
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit)
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit)
Gerät offen nummeriert
Overzicht 13
AANSLUITINGEN AAN DE ACHTERZIJDE
Aan/uit schakelaar
Aan/uit schakelaar
Netkabelaansluiting
ƒ Netkabelaansluiting
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (fixeerunit)
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (fixeerunit)
Telefoonhoornbus
Ð-bus – aansluitbus voor de telefoonhoorn
EXT-bus
Ï/EXT.-bus – aansluitbus voor extra toestellen
LINE-bus
Î/LINE-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
USB-aansluiting
ˆ ý-bus – USB-aansluiting
Spanhendel van de fixatie-eenheid
Spanhendel van de fixatie-eenheid (2 hendels!)
Rückseite nummeriert
Spaltenumbruch
14 Overzicht
PANEEL MET DISPLAY
Lettertoetsenbord 2
Toetsen (A – Z) – Telefoonboekregister: telefoonboekgegevens oproepen / letters invoeren.
Speciale tekens 1
- Speciale tekens (leestekens en symbolen) invoegen. Kiezen van het records met [. Bevestig
met OK.
Speciale tekens 2
ûü - Taalafhankelijke speciale tekens (speciale letters) invoegen. Kiezen van het records met [.
Bevestig met OK.
Omschakeltoets
ú – Omschakeltoets: hoofdletters invoeren / in verbinding met andere toetsen: bijkomende func-
ties oproepen
Telefoonboek
am – Telefoonboekfuncties oproepen
Rood lampje
Rode lamp Æ – knippert of licht op, lees de aanwijzingen op het scherm
Groen lampje 2
Groen lampje â – Het groene lampje â op het bedieningspaneel gaat branden, als zich een fax in
het geheugen bevindt.
Stop 2
j – functie afbreken / terug naar de uitgangsmodus
C
C – terug naar het vorige menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen
Cursortoetsen
[ – menufuncties oproepen / door het menu navigeren / opties kiezen / cursor bewegen
OK
OK – menufuncties oproepen / invoer bevestigen
Start (berichtenoverdracht starten / handeling starten)
o – berichtenoverdracht starten / handeling starten
Fax
FAX – faxtransmissie, faxontvangst starten
Copy
COPY – twee keer indrukken: automatisch kopiëren. Eén keer indrukken: kopieën aanpassen
Resolutie
f – hogere resolutie voor het faxen en kopiëren instellen (STANDAARD, FIJN, SFIJN, FOTO)
Hulp
¨ – Lijsten uitprinten: Functielijst / faxjournaal / telefoonboek / opdrachten / kalender / faxontwer-
pen / instellingenlijst
Rondzenden
À – Rondzenden (= Broadcast): U kunt een faxbericht opeenvolgend naar verschillende ontvan-
gers sturen.
ECO
ECO – Ecologische besparingsfunctie voor stroom en toner oproepen / kopie met ecologische toner
besparingsfunctie instellen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsenbord (09) – cijfers invoeren
Opnieuw kiezen/oproeplijst
@ – Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen
abonneenummers en ontvangen oproepen (© toont de gekozen nummers, ® de ontvangen gesprek-
ken en * de gemiste gesprekken).
Luidspreker (Primo)
μ – kiezen met opgelegde hoorn
R
– gecalibreerde lijnonderbreking (hook flash) invoegen als kengetal bij nevenaansluitingen
(PABX) of om speciale functies van het openbare telefoonnet (PSTN) op te roepen
P
ú en – kiespauze invoegen
Overzicht 15
LPF 5120 · 5125 · 5140 · 5145
Spaltenumbruch
16 Overzicht
OVERZICHT MENUFUNCTIES
Inleiding
Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er bestaan twee mogelijkheden om de functies op
te roepen.
Menu-navigatie
Door het menu navigeren: Druk op OK of op een van de twee cursortoetsen [ om het functie-
menu te openen. Blader door het menu met [. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u
naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus
terug.
Direct oproepen
Functies direct oproepen: Met het functienummer roept u een menufunctie direct op. Druk op
OK en voer met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer in. Bevestig met OK. De func-
tienummers vindt u in de onderstaande lijst.
0 INSTELLINGEN
Ecologische besparingsfunctie voor stroom en toner instellen
002 Ecologische besparingsfunctie voor stroom en toner instellen........................pagina 59
Toetsentonen uitschakelen
007 Toetsentonen uitschakelen.......................................................................pagina 61
Tijd en datum invoeren
011 Tijd en datum invoeren............................................................................pagina 60
Tijdszone instellen
012 Tijdszone instellen ..................................................................................pagina 60
Naam invoeren
021 Naam invoeren.......................................................................................pagina 61
Nummer invoeren
022 Nummer invoeren ...................................................................................pagina 61
Land instellen
031 Land instellen.........................................................................................pagina 60
Telefoonnetwerk instellen
032 Telefoonnetwerk instellen¦* ......................................................................pagina 70
Taal instellen
033 Taal instellen..........................................................................................pagina 60
Faxontvangstmodus instellen
041 Faxontvangstmodus instellen....................................................................pagina 63
Aantal beltonen voor faxontvangst instellen
042 Aantal beltonen voor faxontvangst instellen................................................pagina 61
PABX gebruik aan en uit schakelen
051 PABX gebruik aan en uit schakelen............................................................pagina 71
Voorkeuze voor PABX invoeren
0522 Voorkeuze voor PABX invoeren.............................................................pagina 71
Kiesprocedure instellen
053 Kiesprocedure instellen (toon-/pulskeuze)¦*................................................pagina 70
Beltoon instellen
054 Beltoon kiezen........................................................................................pagina 61
Volume van het belsignaal instellen
055 Volume van het belsignaal instellen...........................................................pagina 61
* functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
*¦functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
1 KOPIEERAPPARAAT
Kopieerinstellingen instellen
10 Kopieerinstellingen instellen .........................................................................pagina 62
Kopie met standaardinstellingen maken
11 Kopie met standaardinstellingen maken .........................................................pagina 54
Kopie met instellingen van het tweede profiel maken
12 Kopieën met het tweede profiel maken ..........................................................pagina 55
Vergrote of verkleinde kopie maken
13 Vergrote of verkleinde kopie maken...............................................................pagina 56
Meerdere documenten op één pagina kopiëren (=mozaïek kopie)
14 Meerdere documenten op één pagina kopiëren (=mozaïek kopie) ......................pagina 57
2 PRINTER
Papiersterkte instellen
201 Papiersterkte instellen .............................................................................pagina 62
Papierbron instellen
202 Papierbron instellen ................................................................................pagina 62
Papierformaat instellen
203 Papierformaat instellen ............................................................................pagina 62
Spaltenumbruch
Overzicht 17
4 FAX
Instellingen voor het versturen van faxen
401 Faxverzending instellen ...........................................................................pagina 65
Instellingen voor de faxontvangst
402 Faxontvangst instellen.............................................................................pagina 66
Beveiligde faxontvangst instellen
403 Beveiligde faxontvangst instellen ..............................................................pagina 50
Fax verzenden
41 Fax verzenden ............................................................................................pagina 44
Faxbericht afroepen
42 Faxbericht afroepen.....................................................................................pagina 50
Faxsjablonen uitprinten
45 Faxsjablonen uitprinten................................................................................pagina 48
5 TELEFOONBOEK
Record zoeken
511 Record zoeken........................................................................................pagina 31
Record opslaan
512 Record opslaan.......................................................................................pagina 31
Groepen maken
513 Groepen maken......................................................................................pagina 34
Record wijzigen
514 Record wijzigen ......................................................................................pagina 32
Record wissen
515 Record wissen ........................................................................................pagina 33
Telefoonboek uitprinten
516 Telefoonboek uitprinten ...........................................................................pagina 34
7 OPDRACHTEN
Opdracht meteen uitvoeren
71 Opdracht meteen uitvoeren ..........................................................................pagina 51
Opdracht wijzigen
72 Opdracht wijzigen .......................................................................................pagina 51
Opdracht wissen
73 Opdracht wissen .........................................................................................pagina 51
Opdracht uitprinten
74 Opdracht uitprinten .....................................................................................pagina 51
Opdrachtenlijst printen
75 Opdrachtenlijst uitprinten.............................................................................pagina 52
8 LIJSTEN EN RAPPORTEN
Lijst van de instellingen afdrukken
80 Lijst van de instellingen afdrukken.................................................................pagina 69
Bezig de lijst met beschikbare functies te printen
81 Bezig de lijst met beschikbare functies te printen ............................................pagina 68
Faxjournaal/oproeplijst afdrukken
82 Faxjournaal/oproeplijst afdrukken .................................................................pagina 69
Telefoonboek uitprinten
83 Telefoonboek uitprinten ...............................................................................pagina 68
Opdrachtenlijst printen
84 Opdrachtenlijst uitprinten.............................................................................pagina 52
Kalender printen
85 Kalender printen .........................................................................................pagina 42
Sudoku indrukken
86 Sudoku: spel uitprinten................................................................................pagina 42
Faxsjablonen uitprinten
87 Faxsjablonen uitprinten................................................................................pagina 48
9 VARIA
Toestel blokkeren
92 Toestel blokkeren........................................................................................pagina 67
Scanner kalibreren
931 Scanner kalibreren..................................................................................pagina 88
Servicecodes gebruiken
933 Servicecodes gebruiken ...........................................................................pagina 89
Firmware versie opvragen
934 Firmware versie opvragen........................................................................pagina 74
Tellerstanden oproepen
94 Tellerstanden oproepen................................................................................pagina 74
Tonerniveau aangeven
946 Tonerniveau aangeven ............................................................................pagina 74
Spaltenumbruch
18 Overzicht
LIJSTEN EN BERICHTEN AFDRUKKEN
FUNCTIELIJST AFDRUKKEN
Functielijst afdrukken
U kunt de functielijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ FUNCTIELIJST. Bevestig met
OK.
TELEFOONBOEK UITPRINTEN
Telefoonboek uitprinten
U kunt het telefoonboek ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ TELEFOONGIDS. Bevestig
met OK.
FAXSJABLONEN UITPRINTEN
Faxsjablonen uitprinten
U kunt de faxontwerpen ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ FAXSJABLONEN. Bevestig
met OK.
FAXJOURNAAL/OPROEPLIJST AFDRUKKEN
Faxjournaal uitprinten
U kunt het faxjournaal en de oproepen lijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [JOUR-
NALEN. Bevestig met OK.
OPDRACHTENLIJST PRINTEN
Opdrachtenlijst printen
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [TAKENLIJST. Bevestig
met OK.
KALENDER PRINTEN
Kalender printen
U kunt de kalender ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ AGENDA. Bevestig met OK.
SUDOKU: SPEL UITPRINTEN
Sudoku: spel uitprinten
U kunt een nieuwe sudoku ook uitprinten door op ¨ te drukken. Kies met [ SUDOKU. Bevestig met
OK.
INSTELLIJST PRINTER
Instellijst printer
U kunt een lijst van alle instellingen ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ INSTELL-
INGEN. Bevestig met OK.
Eerste ingebruikneming 19
EERSTE INGEBRUIKNEMING
INHOUD VERPAKKING
Toestel
Toestel
Begincartridge (al geplaatst)
ƒ Begincartridge (al geplaatst)
Documenthouder (in de papiercassette)
Documenthouder (in de papiercassette)
Documentuitgiftehouder (in de papiercassette)
Documentuitgiftehouder (in de papiercassette)
Papiercassette (al geplaatst)
Papiercassette (al geplaatst)
Telefoonhoorn
Telefoonhoorn
Spiraalsnoer voor telefoonhoorn
ˆ Spiraalsnoer voor telefoonhoorn
Netkabel met stekker (landspecifiek)
Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
Telefoonkabel met stekker (landspecifiek)
Š Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
Verpackungsinhalt
Ontbrekende delen
Spaltenumbruch
Opmerking
Ontbrekende delen
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw vakhande-
laar of met onze klantendienst.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
20 Eerste ingebruikneming
VERPAKKINGSMATERIAAL VERWIJDEREN
VERPAKKINGSMATERIAAL VAN HET APPARAAT VERWIJDEREN
Verpakkingsmateriaal van het apparaat verwijderen
Verwijder de aanwezige transportkleefbanden aan de buitenkant van het apparaat.
Verpackungsmaterial entfernen
VERPAKKINGSMATERIAAL VAN DE TONERCARTRIDGE VERWIJDEREN
1. Open het apparaat door het apparaatdeksel naar voren te klappen.
2. Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep in het midden vast te pakken en naar vo-
ren uit het apparaat te trekken.
Scherpe randen aan apparaatdeksel!
Let op de scherpe kanten op het apparaatdeksel. U kunt zich bezeren als u vanaf de zijkant
in het apparaat grijpt.
Eerste ingebruikneming 21
3. Verwijder de kleefstrip en het beschermfolie, maar nog niet de beschermstrook in de car-
tridge.
4. Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen heen en weer om de toner gelijkmatig te
verdelen en zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
5. Trek pas daarna de beschermstrook aan de linkerzijde van de cartridge er helemaal uit.
6. Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken.
Er komt tonerstof vrij!
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid
en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met
koud water; heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit
met een stofzuiger.
Er komt tonerstof vrij!
Schud de tonercartridge niet meer nadat u de beschermstrook verwijderd hebt. Er zou an-
ders tonerstof vrij kunnen komen.
22 Eerste ingebruikneming
7. Sluit het toestel.
VERPAKKINGSMATERIAAL UIT DE PAPIERCASSETTE VERWIJDEREN
1. Trek de papiercassette uit het apparaat.
2. Verwijder a.u.b. het kartonnen inlegvel uit de papiercassette voordat u het papier plaatst.
3. Neem de documenthouder en de documentuitgiftehouder uit de papiercassette.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner cartridge eruit en plaats deze op de juiste manier.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
Eerste ingebruikneming 23
4. Verwijder de aanwezige transportkleefbanden in de papiercassette.
5. Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het toestel.
DOCUMENTHOUDER AANBRENGEN
Documenthouder aanbrengen
Steek de documenthouder in de twee openingen van de afdekkap. De houder moet goed vastklik-
ken.
Dokumentenhalter aufstecken
Opmerking
Papier inleggen
Pas de papiercassette aan het papier aan en plaats het papier (zie ook hoofdstuk Afdruk-
media, pagina 36).
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
24 Eerste ingebruikneming
PRINTUITGIFTE HOUDER UITKLAPPEN
1. Klap de aanvullende printuitgifte houder naar voren.
2. Afdrukken op A4 papier: Klap de aanvullende papierstopper op de printuitgifte houder naar
buiten.
3. Afdrukken op A4 papier: Klap de printuitgifte houder met de uitgeklapte papierstopper weer
terug.
Spaltenumbruch
Papierstopper niet gebruiken met papier van het formaat Legal!
Klap de aanvullende papierstopper op de printuitgifte houder niet naar buiten als u op pa-
pier van het Legal formaat afdrukt.
Eerste ingebruikneming 25
DOCUMENTENOPVANG AANBRENGEN
Documentenopvang aanbrengen
Steek de documentenopvang in de twee openingen onder het bedieningspaneel.
Dokumentenausgabehalter aufstecken
HOORN AANSLUITEN
Hoorn aansluiten
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de telefoonhoorn. Steek het andere einde in de
bus die met het Ð-symbool gekenmerkt is.
Telefonhörer anschließen
TELEFOONKABEL AANSLUITEN
Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel in de met Î/LINE gekenmerkte bus te steken
(RJ-11-aansluiting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Telefonkabel anschließen
Aansluiting aan ISDN-installatie!
VOORZICHTIG!
Aansluiting aan ISDN-installatie!
U kunt uw apparaat niet direct aan de digitale uitgang van een ISDN-installatie aansluiten. Meer
informatie over de ISDN-aansluiting vindt u in de handleiding van de terminaldadapter of router.
26 Eerste ingebruikneming
Installatie nevenaansluiting 1
NETKABEL AANSLUITEN
Netspanning en plaats van opstelling
1. Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van het toestel. Steek de netkabel in
het stopcontact.
2. Schakel het apparaat aan met de aan/uit schakelaar aan de achterkant.
Spaltenumbruch
Opmerking
Aansluiting aan nevenapparaten
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan een centrale aansluit, moet u uw toestel voor het
gebruik als nevenaansluiting instellen (zie ook hoofdstuk Telefoonaansluitingen en extra toes-
tellen, pagina 70).
VOORZICHTIG!
Netspanning en plaats van opstelling!
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die
op de opstelplaats beschikbaar is.
Eerste ingebruikneming 27
EERSTE INSTALLATIE
Eerste installatie
Nadat u uw apparaat op de netspanning hebt aangesloten, start het apparaat op. Tijdens het op-
startproces knipperen de lampjes. Wacht totdat het proces voor de eerste installatie begint.
TAAL KIEZEN
1. Kies met [ de gewenste displaytaal.
2. Bevestig met OK.
LAND KIEZEN
Land juist instellen
Land instellen
1. Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebruiken.
2. Bevestig met OK.
TIJDSZONE INSTELLEN
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
Tijdszone instellen
In landen met meerdere tijdszones kunt u de vooraf ingestelde tijdszones kiezen, of de afwijking
van uw tijdszones ten opzichte van UTC handmatig invoeren (zie ook hoofdstuk Tijdszone instellen,
pagina 60). In landen met één tijdszone wordt de instelling automatisch aangepast wanneer u het
land correct instelt.
1. Kies met [ de tijdszone waarin u het toestel wilt gebruiken.
2. Bevestig met OK.
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
NAAM INVOEREN
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand van elk faxbericht (= kopregel) samen met
datum, tijd en paginanummer meegestuurd.
1. Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
2. Bevestig met OK.
VOORZICHTIG!
Land juist instellen!
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast
aan het telefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet u een andere instelling kiezen
en de juiste telefoonkabel van het land gebruiken. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw
vakhandelaar.
Opmerking
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Met de instelling van het land en de tijdszone wordt de automatische omschakeling tussen zo-
mer- en wintertijd ingeschakeld. De automatische omschakeling wordt uitgeschakeld als u de
afwijking ten opzichte van UTC handmatig met de tijdszone bewerkingsfunctie invoert.
Opmerking
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets. Spaties voert u in met ½.
Druk op om speciale tekens en symbolen in te voegen. Druk op ûü om taalafhanke-
lijke tekens in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.
28 Eerste ingebruikneming
NUMMER INVOEREN
1. Voer uw telefoonnummer in.
2. Bevestig met OK.
DATUM EN TIJD INVOEREN
1. Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld 31¦05¦25 voor 31.5.2025.
2. Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00 voor 14 uur.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Speciale tekens en symbolen invoeren
Druk op om speciale tekens en symbolen in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.
Telefoonfuncties 29
TELEFOONFUNCTIES
Extra telefoons aansluiten
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter beschikking staan, staat in het hoofdstuk over
telefoonaansluitingen en extra toestellen, pagina 70.
TELEFONEREN MET HET TOESTEL
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden. Neem daarna de hoorn
van de haak.
Direct kiezen
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u toegang tot de gegevens die in de telefoon-
boek zijn opgeslagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van het record in. Uw toestel laat
u de invoeren in het telefoonboek met de desbetreffende letters zien. Kies met [ een record.
Telefoonboek gebruiken
Opnieuw kiezen/oproeplijst
Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abon-
neenummers en ontvangen oproepen (© toont de gekozen nummers, ® de ontvangen gesprekken
en * de gemiste gesprekken).
BUITENLIJN NEMEN
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk.
U moet een kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare tele-
foonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Kengetal invoeren
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooraleer u het gewenste nummer invoert of een
opgeslagen record kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is meestal 0.
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Nevenaansluiting instellen
Opmerking
Direct kiezen
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een nummer kiezen. Het toestel begint meteen te
kiezen.
Opmerking
Telefoonboek gebruiken
U kunt de telefoonboekrecords ook oproepen door op am te drukken en met [ BLADEREN te
kiezen.
De functie zoeken functioneert ook terwijl u telefoneert.
Als u invoeren uit uw telefoonboek oproept, is het mogelijk de nummers te bewerken nadat u
ze opgeroepen hebt. U kunt bijvoorbeeld kengetallen of doorkiesnummers toevoegen of wissen
Opmerking
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncen-
trales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op om dit kengetal in te voeren. Mocht de ver-
binding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder
van uw telefooncentrale.
Opmerking
Aansluiting aan nevenapparaten
Als u uw apparaat permanent gebruikt via een PABX, slaat u het nummer voor een buitenlijn op
(zie ook Hoofdstuk PABX instellen, pagina 70).
30 Telefoonfuncties
NUMMERS MET ELKAAR VERBINDEN
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records combineren en bewerken vooraleer te kie-
zen. Hebt u bijvoorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaanbieder (call-by-call) als tele-
foonboekrecord opgeslagen dan kiest u dit record. Aansluitend voert u het telefoonnummer manu-
eel in of u kiest nog een ander opgeslagen record.
KIESPAUZE INVOEGEN
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespauze in te voegen, bijvoorbeeld voor een
doorkiesnummer of onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk op ú en . Het
tweede deel van het nummer wordt pas na een korte pauze gekozen.
KIEZEN MET OPGELEGDE HOORN
1. Druk op μ om met opgelegde hoorn te kiezen. U hoort de kiestoon uit de luidspreker, het
nummer wordt meteen gekozen. Selecteer met [ het gewenste volume.
2. Neem de hoorn van de haak als de opgeroepen partij het gesprek accepteert.
NUMMERHERKENNING (CLIP)
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnenkomend gesprek. Opdat deze functie zou func-
tioneren, moet voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP – Calling Line Identificati-
on Presentation) geactiveerd zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw telefoonaanbieder. Het
kan gebeuren dat u voor de nummerherkenning moet betalen.
Land juist instellen
GEMISTE TELEFOONGESPREKKEN
Gemiste telefoongesprekken
Instructies over gemiste gesprekken vindt u in de lijst opnieuw kiezen/oproepen
1. Druk op @.
2. Blader met [ door de lijst met gekozen nummers, de binnengekomen en gemiste gesprekken
(© toont de gekozen nummers, ® de binnengekomen gesprekken en * de gemiste gesprekken)
3. Neem de hoorn van de haak om terug te bellen.
Opmerking
Geen gratis gesprekken mogelijk
Met deze functie is geen handsfree mogelijk. U kunt niet antwoorden, als de abonnee de
hoorn opneemt.
Opmerking
Land juist instellen
Functioneert de nummerherkenning niet, ook al is deze functie voor uw telefoonaansluiting ge-
activeerd, controleer dan of u het juiste land hebt ingesteld (zie ook het hoofdstuk Instellingen,
pagina 60)
Opmerking
Telefoonboeknamen tonen
Uw toestel toont de naam waaronder u de deelnemer in het telefoonboek hebt opgeslagen.
Nummer en naam worden niet getoond wanneer de beller zijn nummer onderdrukt.
Telefoonboek van het toestel 31
TELEFOONBOEK VAN HET TOESTEL
Telefoonboek
Met am roept u de telefoonboekfuncties op. U kunt nieuwe invoeren opslaan, naar invoeren zoe-
ken, groepen aanleggen en bewerken. U kunt tot 250 records in de telefoongids van uw toestel op-
slaan.
Cursornavigatie 1
RECORD ZOEKEN
Telefoonboek
Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u toegang tot de gegevens die in de telefoon-
boek zijn opgeslagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van het record in. Uw toestel laat
u de invoeren in het telefoonboek met de desbetreffende letters zien. Kies met [ een record.
1. Druk op am.
2. Kies met [ BLADEREN.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ een record.
RECORD OPSLAAN
Niet dezelfde invoergegevens
1. Druk op am.
2. Kies met [ NIEUW CONT..
3. Bevestig met OK.
4. Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
Opmerking
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en
keert u naar de uitgangsmodus terug.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt een vermelding uit het telefoonboek ook opzoeken door op OK, 511 en OK te
drukken.
Opmerking
Hulptoets
Druk op ¨ om de opgeslagen informatie over dit invoergegeven te tonen.
Opmerking
Niet dezelfde invoergegevens
U kunt niet twee invoergegevens onder dezelfde naam opslaan.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 512 en OK te drukken.
32 Telefoonboek van het toestel
5. Bevestig met OK.
6. Toets met de cijfertoetsen het nummer in.
7. Bevestig met OK.
8. U kunt aan de invoergegevens een beltoon toewijzen. Kies met [ of met de cijfertoetsen 1
tot 7 een beltoon.
9. Bevestig met OK.
10. Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze abonnee. Normaal gesproken kunt u de
hoogste snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten
stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.
11. Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
RECORD WIJZIGEN
1. Druk op am.
2. Kies met [ WIJZIGEN.
3. Bevestig met OK.
4. Toets de beginletters in of selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.
5. Bevestig met OK.
6. Wijzig de naam.
7. Bevestig met OK.
8. Wijzig het nummer.
9. Bevestig met OK.
Opmerking
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets. Spaties voert u in met ½.
Druk op om speciale tekens en symbolen in te voegen. Druk op ûü om taalafhanke-
lijke tekens in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
Opmerking
Nummer uit de lijst nummerherhaling
U kunt een opgeslagen nummer uit de lijst van de laatst gekozen abonneenummers en bin-
nengekomen gesprekken (=nummerherhaling/oproepenlijst) kiezen. Druk op @. Kies
met [ een record. Bevestig met OK.
Opmerking
Kengetal
Als u uw apparaat voor werking op een PABX centrale hebt ingericht en het nummer om
een buitenlijn te krijgen hebt ingetoetst, sla dan het nummer op zonder het nummer om
een buitenlijn te kiezen (zie ook het hoofdstukPABX inrichten, pagina 70).
Opmerking
Standaard beltoon toewijzen
Kies 1 om de standaard beltoon aan de invoergegevens toe te wijzen.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 514 en OK te drukken.
Telefoonboek van het toestel 33
10. U kunt aan de invoergegevens een beltoon toewijzen. Kies met [ of met de cijfertoetsen 1
tot 7 een beltoon.
11. Bevestig met OK.
12. Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze abonnee. Normaal gesproken kunt u de
hoogste snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten
stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.
13. Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
EEN INVOERGEGEVEN WISSEN
1. Druk op am.
2. Kies met [ INV. WISSEN.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ EEN ENTRY WISSEN.
5. Bevestig met OK.
6. Toets de beginletters in of selecteer met [ het record dat u wilt wissen.
7. Bevestig met OK.
8. Kies met [ WISSEN: JA.
9. Bevestig met OK.
Groepen
ALLE INVOERGEGEVENS WISSEN
Alle invoergegevens van het telefoonboek worden gewist!
1. Druk op am.
2. Kies met [ INV. WISSEN.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ WISSEN: ALL.
5. Bevestig met OK.
6. Kies met [ WISSEN: JA.
7. Bevestig met OK.
Opmerking
Standaard beltoon toewijzen
Kies 1 om de standaard beltoon aan de invoergegevens toe te wijzen.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 515 en OK te drukken.
Opmerking
Groepen
De invoergegevens worden uit alle groepen gewist waarin ze zijn opgeslagen.
VOORZICHTIG!
Alle invoergegevens van het telefoonboek worden gewist!
Met deze functie wist u alle invoergegevens en groepen van uw telefoonboek.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 515 en OK te drukken.
34 Telefoonboek van het toestel
TELEFOONBOEK UITPRINTEN
LIJST VAN ALLE INVOERGEGEVENS AFDRUKKEN
Telefoonboek uitprinten
Druk op OK, 83 en OK, om een lijst van alle opgeslagen records en groepen in het telefoonboek
uit te printen.
Telefoonboek uitprinten
ENKELVOUDIGE INVOERGEGEVENS AFDRUKKEN
1. Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u toegang tot de gegevens die in de
telefoonboek zijn opgeslagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van het record in.
Uw toestel laat u de invoeren in het telefoonboek met de desbetreffende letters zien. Kies met
[ een record.
2. Druk op COPY.
GROEPEN
Groepen
U kunt groepen met meerdere invoergegevens aanmaken. Een bericht wordt opeenvolgend aan alle
leden van de groep gestuurd. Een groep wordt met één enkelvoudige telefoonboekvermelding aan-
gegeven.
GROEPEN MAKEN
1. Druk op am.
2. Kies met [ NIEUWE GROEP.
3. Bevestig met OK.
4. Toets een naam voor de groep in.
5. Bevestig met OK.
6. Toets de beginletters in of kies met [ de invoergegevens die u aan de groep wilt toevoegen.
7. Invoergegevens die aan een groep toebehoren, worden weergegeven met een sterretje (*).
Voeg meerdere deelnemers aan de groep toe door de invoergegevens te kiezen en op OK te
drukken. Verwijder groepsleden door de gemarkeerde invoergegevens uit te kiezen en op OK
te drukken.
8. Kies met [ GROEP OK om de keuze te beëindigen.
9. Bevestig met OK.
GROEP BEWERKEN
1. Druk op am.
2. Kies met [ WIJZIGEN.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Hulptoets
U kunt het telefoonboek ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ TELEFOONGIDS. Be-
vestig met OK.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 513 en OK te drukken.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 514 en OK te drukken.
Telefoonboek van het toestel 35
4. Kies met [ de groep die u wilt bewerken.
5. Bevestig met OK.
6. Toets desgewenst een nieuwe naam voor de groep in.
7. Bevestig met OK.
8. Invoergegevens die aan een groep toebehoren, worden weergegeven met een sterretje (*).
Voeg meerdere deelnemers aan de groep toe door de invoergegevens te kiezen en op OK te
drukken. Verwijder groepsleden door de gemarkeerde invoergegevens uit te kiezen en op OK
te drukken.
9. Kies met [ GROEP OK om de keuze te beëindigen.
10. Bevestig met OK.
GROEP WISSEN
Invoergegevens worden niet gewist
1. Druk op am.
2. Kies met [ INV. WISSEN.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ EEN ENTRY WISSEN.
5. Bevestig met OK.
6. Kies met [ de groep die u wilt wissen.
7. Bevestig met OK.
8. Kies met [ WISSEN: JA.
9. Bevestig met OK.
Opmerking
Invoergegevens worden niet gewist
Deze functie wist uitsluitend de groep, maar niet de ontvangen invoergegevens van het tele-
foonboek.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 515 en OK te drukken.
36 Printer en afdrukmedia
PRINTER EN AFDRUKMEDIA
SPECIFICATIES VOOR AFDRUKMEDIA
Inleiding
In de papiercassette kunt u normaal afdrukpapier of voorbedrukte ontwerpen (formulieren) plaat-
sen. In de handmatige papiertoevoer kunt u speciale papierformaten, enveloppen, transparante fo-
lies, etiketvellen of bedrukte documenten invoeren.
Papier lade
Handmatige papiertoevoer
Ongeschikt papier!
Testafdrukken van laserprinters!
Spaltenumbruch
Papierlade
Papiergrootte Grootte A4 · A5 · B5 (JIS) · Letter · Legal (13/
14¦") · Exec
Gewicht 60¦–¦105¦g/m²
Capaciteit 250 vellen
Handmatige papiertoevoer
Papiergrootte Breedte: 98¦–¦216¦mm
Lengte: 148¦–¦356¦mm
Gewicht 60¦–¦165¦g/m²
Capaciteit 1 vellen
VOORZICHTIG!
Ongeschikt papier!
Plaats geen vellen papier in de papiercassette die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… bijeengehouden worden met paperclips, nietjes, plakband of lijm. Gebruik etiketvellen voor
het gebruik bij laserprinters.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
VOORZICHTIG!
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder
bedrukt te worden.
Printer en afdrukmedia 37
PAPIERSTOPPER NAAR BUITEN KLAPPEN
1. Afdrukken op A4 papier: Klap de aanvullende papierstopper op de printuitgifte houder naar
buiten.
2. Afdrukken op A4 papier: Klap de printuitgifte houder met de uitgeklapte papierstopper weer
terug.
PAPIER IN DE PAPIERCASSETTE PLAATSEN
1. Trek de papiercassette uit het apparaat.
Papierstopper niet gebruiken met papier van het formaat Legal!
Klap de aanvullende papierstopper op de printuitgifte houder niet naar buiten als u op pa-
pier van het Legal formaat afdrukt.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
38 Printer en afdrukmedia
2. Pas de lengte van de papiercassette aan het afdrukpapier aan. Druk op de vergrendelingknop
aan de onderkant van de papiercassette. Verschuif de achterkant totdat ze in de juiste om-
schrijving vastklikt: Legal = LG, A4 = A4, A5 = A5, Letter = LE, B5 = B5.
3. Waaier het papier uit en breng het op een glad oppervlak in de juiste stand. Op die manier
verhindert u dat meerdere vellen in één keer worden ingetrokken.
4. Plaats het papier in de papiercassette. U kunt tot 250 vel (80¦g/m²) tegelijk plaatsen.
Eerste ingebruikneming!
Verwijder het karton uit de papiercassette vooraleer u papier toevoegt en de cassette in
het toestel schuift. Neem de documenthouder en de documentuitgiftehouder uit de papier-
cassette.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
4
Letter
Letter
A4
A4
Legal
Legal
A5
A5
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
≤¦250
≤¦250
(
8
0¦g/m
0¦g/m
)
Printer en afdrukmedia 39
5. Fixeer het papier met behulp van de beide papierdwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij
het fixeren niet geknikt wordt.
6. Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het toestel.
Spaltenumbruch
Opmerking
Sjablonen invoeren
Wilt u op een origineel document printen (bijvoorbeeld formulieren of briefpapier), plaats
het origineel dan met de zijde waarop u wilt afdrukken naar onder en met de kop van de
bladzijde naar voren in de papierlade.
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om
verder bedrukt te worden.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
Lorem Ipsum sed dolor cum
vel ulla faccum ip exeratie
esequatisit iurercing ex ecte
venim do od tisl delit adit nulla
feugiamet, cortis deliqui
blamcon sequametum iustion
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
40 Printer en afdrukmedia
PAPIER IN DE HANDMATIGE PAPIERTOEVOER PLAATSEN
1. Druk op OK, 202 en OK.
2. Kies met [ de handmatige papiertoevoer.
3. Bevestig met OK.
4. Plaats het papier in de handmatige papiertoevoer aan de voorkant van het apparaat.
5. Fixeer het papier met behulp van de beide papierdwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij
het fixeren niet geknikt wordt.
Instelling terugzetten
SJABLONEN INVOEREN
Testafdrukken van laserprinters!
ONTWERPEN IN DE PAPIERCASSETTE PLAATSEN
Ontwerpen in de papiercassette plaatsen
Wilt u op een origineel document printen (bijvoorbeeld formulieren of briefpapier), plaats het origi-
neel dan met de zijde waarop u wilt afdrukken naar onder en met de kop van de bladzijde naar
voren in de papierlade.
Vorlagen einlegen
VOORZICHTIG!
Instelling terugzetten
Stel na de printopdracht de standaardinstelling weer opnieuw in, zodat voor de binnenkomende
faxberichten de papiertoevoer uit de papiercassette verzekerd is.
VOORZICHTIG!
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder
bedrukt te worden.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
Lorem Ipsum sed dolor cum
vel ulla faccum ip exeratie
esequatisit iurercing ex ecte
venim do od tisl delit adit nulla
feugiamet, cortis deliqui
blamcon sequametum iustion
Printer en afdrukmedia 41
ONTWERPEN IN DE HANDMATIGE PAPIERTOEVOER PLAATSEN
Ontwerpen in de handmatige papi ertoevoer plaatsen
Wilt u op een voorbeeld printen (bijvoorbeeld formulieren of briefpapier), plaats het voorbeeld dan
met de zijde waarop u wilt afdrukken naar boven en met de kop van de bladzijde naar voren (rich-
ting het apparaat) in de handmatige papiertoevoer.
Manuelle Zufuhr: Vorlagen einlegen
TRANSPARANT FOLIE EN ETIKETTEN PLAATSEN
Transparant folie en etiketten plaatsen
Gebruik transparant folie dat voor kopieermachines en laserprinters is bedoeld, omdat deze aan
hoge temperaturen en druk worden blootgesteld. De afdrukzijde is meestal iets grover dan de ach-
terzijde.
U kunt transparante folie en etiketvellen zowel in de papiercassette als in de handmatige papiertoe-
voer plaatsen. Gebruik voor het printen op deze afdrukmedia bij voorkeur de handmatige papier-
toevoer (zie ook hoofdstuk Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen, pagina 40).
Ongeschikte folie en etiketten!
TWEEZIJDIG AFDRUKKEN (HANDMATIGE DUPLEX AFDRUK)
Handmatige duplex
U kunt een vel op één zijde afdrukken en dit nogmaals in het apparaat plaatsen om op de achterkant
af te drukken.
1. Print de voorkant van uw document.
2. Handmatige duplex afdruk uit de papiercassette: Plaats het ontwerp met de zijde waar-
op dient te worden geprint naar boven toe, en met de koptekst van de pagina naar voren in
de papiercassette.
VOORZICHTIG!
Ongeschikte folie en etiketten!
Gebruik geen transparant folie dat bedoeld is om er met de hand op te schrijven of om te ge-
bruiken in een overhead projector. Deze folietypes kunnen in het apparaat smelten en het be-
schadigen.
Gebruik etiketvellen voor het gebruik bij laserprinters. De etiketten dienen de het vel geheel te
bedekken omdat ze anders in het apparaat los kunnen laten.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
42 Printer en afdrukmedia
3. Handmatige duplex afdruk met de handmatige papiertoevoer: Plaats het ontwerp van
de zijde waarop dient te worden geprint naar onder toe, en met de koptekst naar voren (rich-
ting het apparaat) in de handmatige papiertoevoer.
4. Print de achterkant van uw document.
KALENDER PRINTEN
Kalender printen
Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende
week of een vrij te kiezen week.
1. Druk op OK, 85 en OK.
2. Kies met [ of u een kalenderpagina van de huidige week, de komende week, of een vrij te
kiezen week wilt afdrukken.
3. Bevestig met OK.
4. Door gebruiker gedefinieerde week: Voer het jaar en de week in (in beide gevallen twee
cijfers) waarvoor u een kalenderpagina wilt afdrukken, bijvoorbeeld 25¦40 voor het
jaar 2025, week 40.
5. Bevestig met OK.
SUDOKU: SPEL UITPRINTEN
Sudoku: spel uitprinten
Sudoku
Sudoku is een Japans getallenraadsel. Het speelveld bestaat uit 3 × 3 vierkanten die telkens 3 × 3
velden hebben. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad zijn er bij het begin van het spel meer of min-
der getallen ingevuld. Het is de bedoeling dat de getallen 1 tot 9 op het speelveld zo verdeeld wor-
den dat elk getal slechts een keer in elke rij. in elke kolom en in elk van de negen blokken voorkomt.
Er is maar één oplossing mogelijk.
SPEL UITPRINTEN
1. Druk op OK, 861 en OK.
2. Kies met [ de moeilijkheidsgraad.
3. Bevestig met OK.
4. Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).
5. Bevestig met OK.
6. Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.
7. Bevestig met OK.
Opmerking
Hulptoets
U kunt een nieuwe sudoku ook uitprinten door op ¨ te drukken. Kies met [ SUDOKU. Bevestig
met OK.
Printer en afdrukmedia 43
LAATSTE SPEL OPNIEUW UITPRINTEN
1. Druk op OK, 862 en OK.
2. Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.
5. Bevestig met OK.
OPLOSSING UITPRINTEN
Laatste oplossing beschikbaar
Druk op OK, 863 en OK.
SUDOKU VOOR ELKE DAG
Sudoku voor elke dag
U kunt elke dag automatisch een nieuwe sudoku laten uitprinten.
1. Druk op OK, 864 en OK.
2. Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00 voor 14 uur.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ de moeilijkheidsgraad.
5. Bevestig met OK.
6. Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).
7. Bevestig met OK.
8. Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.
9. Bevestig met OK.
10. Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.
11. Bevestig met OK.
Sudoku voor elke dag 3
Opmerking
Laatste oplossing beschikbaar
De oplossing van het laatst uitgeprinte spel wordt opgeslagen. De oplossingen van eerdere spel-
letjes zijn niet meer beschikbaar.
Opmerking
Functie uitschakelen
U kunt de dagelijkse Sudoku-druk uitschakelen door de functie, zoals boven beschreven, op te
roepen en onder punt 10 de automatische druk uit te schakelen.
44 Fax
FAX
FAX MET STANDAARDINSTELLINGEN VERSTUREN
Fax met standaardinstellingen versturen
Uw faxbericht wordt met de standaardinstellingen verstuurd. Wilt u instellingen (bijvoorbeeld de re-
solutie of het contrast) voor het versturen van een fax wijzigen, dan gebruikt u de functie Fax later
verzenden, pagina 46.
1. Voer het document in.
2. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
3. Druk op FAX of o.
Functie direct oproepen
Fax direct versturen
Nummer bezet
DOCUMENTEN INVOEREN
Specificaties voor documenten
Ongeschikte documenten!
Opmerking
Functie direct oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 41 en OK te drukken.
Opmerking
Fax direct versturen
U kunt ook eerst het gewenste nummer invoeren of een opgeslagen nummer kiezen en daarna
op FAX of o drukken. Het toestel begint meteen te kiezen.
Opmerking
Automatisch Nummerherhaling
Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het toestel na enige tijd het nummer nog eens. Druk
op j om het versturen te stoppen. Na de transmissie print het toestel naargelang van de instel-
ling een bericht van verzending.
Specificaties voor documenten
Breedte van de documenten 140¦–¦218¦mm
Lengte van de documenten 128¦–¦600¦mm
Papiergewicht van de documenten 60¦-¦90¦g/m²
Capaciteit 30 vel (80¦g/m²)
Aanbevelingen van de fabrikant voor opti-
maal functioneren
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m²)
VOORZICHTIG!
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt, krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften (drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips, nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
Fax 45
Faxverzending vanuit het geheugen instellen
1. Leg de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documenteninvoer. Het onder-
ste document wordt het eerst ingetrokken. U kunt tot 30 documenten (80¦g/m²) tegelijk
plaatsen.
2. Schuif de documentengeleiders naar binnen zodat zij op de juiste breedte tegen de documen-
ten aan liggen.
3. Stel de gewenste resolutie in. U kunt kiezen tussen: STANDAARD (voor documenten zonder bij-
zondere eigenschappen), FIJN (voor documenten met klein gedrukte teksten of tekeningen),
SFIJN (voor documenten met veel details) en FOTO (voor foto’s). Druk op f. Op het display
verschijnt de ingestelde resolutie. Druk nog eens op f om de resolutie te wijzigen.
NUMMER KIEZEN
Nummer kiezen
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden.
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u toegang tot de gegevens die in de telefoon-
boek zijn opgeslagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van het record in. Uw toestel laat
u de invoeren in het telefoonboek met de desbetreffende letters zien. Kies met [ een record.
Opmerking
Faxverzending vanuit het geheugen instellen
U kunt instellen of u documenten direct wilt scannen en versturen, of dat u de documenten uit
het tussenliggende geheugen wilt versturen (zie ook hoofdstuk Faxverzending vanuit het geheu-
gen instellen, pagina 65).
Opmerking
Resolutie instellen
U kunt van te voren een instelling voor het onderbreken instellen (zie ook hoofdstuk
Onderbreken instellen, pagina 62).
46 Fax
Telefoonboek gebruiken
Opnieuw kiezen/oproeplijst
Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abon-
neenummers en ontvangen oproepen (© toont de gekozen nummers, ® de ontvangen gesprekken
en * de gemiste gesprekken).
BUITENLIJN NEMEN
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk.
U moet een kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare tele-
foonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Kengetal invoeren
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooraleer u het gewenste nummer invoert of een
opgeslagen record kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is meestal 0.
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Nevenaansluiting instellen
FAX LATER VERZENDEN (= TIMER FUNCTIE)
Met faxverzending uit h et geheugen
Deze functie is uitsluitend beschikbaar als u uw apparaat zo hebt ingericht dat faxberichten vanuit
het geheugen worden verstuurd (zie ook hoofdstuk Faxverzending vanuit het geheugen instellen,
pagina 65).
Fax later zenden
Indien u gebruikt wilt maken van goedkopere telefoontarieven of de ontvanger slechts op bepaalde
tijden te bereiken is, kunt u het faxbericht op een later tijdstip versturen - binnen 24 uur.
Verzending starten
1. Voer het document in.
2. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
3. Bevestig met OK.
4. Voer het tijdstip in waarop het document moet worden verstuurd, bijvoorbeeld 14 00
voor 14 uur.
5. Bevestig met OK.
Opmerking
Telefoonboek gebruiken
U kunt de telefoonboekrecords ook oproepen door op am te drukken en met [ BLADEREN te
kiezen.
De functie zoeken functioneert ook terwijl u telefoneert.
Als u invoeren uit uw telefoonboek oproept, is het mogelijk de nummers te bewerken nadat u
ze opgeroepen hebt. U kunt bijvoorbeeld kengetallen of doorkiesnummers toevoegen of wissen
Opmerking
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncen-
trales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op om dit kengetal in te voeren. Mocht de ver-
binding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder
van uw telefooncentrale.
Opmerking
Aansluiting aan nevenapparaten
Als u uw apparaat permanent gebruikt via een PABX, slaat u het nummer voor een buitenlijn op
(zie ook Hoofdstuk PABX instellen, pagina 70).
Opmerking
Verzending starten
U kunt het verzenden op elk gewenst tijdstip starten door op FAX of o te drukken.
Fax 47
6. Selecteer met [ de gewenste resolutie.
STANDAARD – voor documenten zonder bijzondere kenmerken
FIJN – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
SFIJN – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor foto’s
7. Bevestig met OK.
8. Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle documenten
+/7 – Verhoogt het contrast / letters worden donkerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare do-
cumenten)
9. Bevestig met OK.
10. Na een korte opwarmfase slaat het toestel het document op in het geheugen en verstuurt de
fax op het aangegeven tijdstip.
FAX MANUEEL VERZENDEN
1. Voer het document in.
2. Druk op μ of neem de telefoonhoorn van de haak.
3. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
4. Druk op FAX of o.
Faxontvangst starten van aanvullende telefoon
NUMMERS MET ELKAAR VERBINDEN
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records combineren en bewerken vooraleer te kie-
zen. Hebt u bijvoorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaanbieder (call-by-call) als tele-
foonboekrecord opgeslagen dan kiest u dit record. Aansluitend voert u het telefoonnummer manu-
eel in of u kiest nog een ander opgeslagen record.
Spaltenumbruch
Opmerking
Opdracht wissen
Om een geprogrammeerde faxverzending te annuleren kunt u het document simpelweg
verwijderen uit de opdrachtenlijst (zie ook hoofdstuk Opdrachten, blz 51).
Opmerking
Faxontvangst starten van aanvullende telefoon
U kunt de faxontvangst via een aanvullend aangesloten telefoon starten door op *5 te druk-
ken.
48 Fax
MEELUISTEREN BIJ DE VERBINDINGSOPBOUW
Meeluisteren bij de verbindingsopbouw
U kunt bij de opbouw van een verbinding meeluisteren, bijv. wanneer het versturen van een fax
voortdurend mislukt.
Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record. Druk op μ.
Geen gratis gesprekken mogelijk
RONDZENDEN (= BROADCASTING)
Rondzenden
U kunt een faxbericht opeenvolgend naar verschillende ontvangers sturen.
Met faxverzending uit h et geheugen
Deze functie is uitsluitend beschikbaar als u uw apparaat zo hebt ingericht dat faxberichten vanuit
het geheugen worden verstuurd (zie ook hoofdstuk Faxverzending vanuit het geheugen instellen,
pagina 65).
1. Voer het document in.
2. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
3. Druk op À.
4. Voer de volgende telefoonnummers in. Druk tussen de afzonderlijke ontvangers À. U kunt
tot 20 ontvangers invoeren.
5. Druk op FAX of o. Het toestel stuurt het faxbericht opeenvolgend naar alle ontvangers.
FAXSJABLONEN GEBRUIKEN
Faxsjablonen
In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bij-
voorbeeld snel een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.
1. Druk op OK, 45 en OK.
2. Kies met [ welk sjabloon u wilt afdrukken.
3. Bevestig met OK. Het toestel print het sjabloon uit.
4. Vul het sjabloon in en stuur het als faxbericht naar de gewenste ontvanger.
Opmerking
Geen gratis gesprekken mogelijk
Met deze functie is geen handsfree mogelijk. U kunt niet antwoorden, als de abonnee de hoorn
opneemt.
Opmerking
Fax aan een groep versturen
Een groep uit het telefoonboek is een invoergegeven in de lijst van de ontvangers.
Als een nummer zich meerdere keren in de lijst van ontvangers bevindt (bijvoorbeeld op-
geslagen in verschillende groepen) dan wordt het bericht meerdere keren aan dat nummer
verstuurd.
Opmerking
Procedure afbreken
U kunt het versturen op elk gewenst tijdstip afbreken door op j te drukken.
Opmerking
Versturen aan verschillende ontvangers
Wanneer uw toestel een bepaalde ontvanger niet kan bereiken, wordt het faxbericht aan
de andere deelnemers gestuurd. Nadat het toestel alle ontvangers heeft opgebeld, kiest
het nog eens de nummers die voordien niet konden worden bereikt.
Fax 49
FAX ONTVANGEN
Faxberichten manueel ontvangen
Geheugen
Wanneer u de fabrieksinstellingen niet hebt gewijzigd, worden ontvangen faxberichten meteen uit-
geprint. Zit er geen papier of geen toner in uw toestel, slaat het apparaat binnenkomende faxbe-
richten op. Het groene lampje â op het bedieningspaneel begint te branden, als zich een fax in het
geheugen bevindt. Nadat u papier of een nieuwe tonercartridge geplaatst hebt, worden de opgesla-
gen berichten uitgeprint.
Faxontvangst afbreken
Geheugen Philips
Het faxgeheugen kan tot 200 bladzijden opnemen. Let op de gegevens in de technische specifica-
ties.
Berichtgeheugen vol!
Servicecodes gebruiken
FAXBERICHTEN MANUEEL ONTVANGEN
Faxberichten manueel ontvangen
Kies onder modus faxontvangst de handmatige faxontvangst (zie ook hoofdstuk Modus faxont-
vangst instellen, pagina 63). Faxberichten worden niet automatisch door het toestel ontvangen.
Deze instelling is geschikt om faxberichten via de modem van een computer te ontvangen. U kunt
de faxontvangst manueel starten door op o te drukken.
FAX GERUISLOOS ONTVANGEN
Stille faxontvangst
Stel het aantal beltonen in op 0 (zie ook hoofdstuk Instellen van het aantal beltonen, pagina 61) en
de faxontvangst modus op faxmodus (zie ook hoofdstuk Faxontvangst modus instellen, pagina 63),
om faxverzendingen te ontvangen, zonder dat het apparaat belt.
Spaltenumbruch
Opmerking
Faxberichten manueel ontvangen
Als u de hoorn van het faxapparaat opneemt en een fluittoon of stilte hoort, ontvangt u een fax-
bericht. Druk op o, om de fax te ontvangen.
Opmerking
Faxontvangst afbreken
Na de ontvangst van de eerste pagina van een faxbericht kunt u de verzending te allen tijde
afbreken door op j te drukken.
VOORZICHTIG!
Berichtgeheugen vol!
Wanneer het berichtgeheugen vol is, kunnen geen verdere berichten meer worden ontvangen.
Opmerking
Wissen van opgeslagen faxberichten
Bij problemen met het uitprinten van opgeslagen faxberichten staat u een servicecode ter be-
schikking (zie ook hoofdstuk Servicecodes gebruiken, pagina 89).
50 Fax
BEVEILIGDE FAXONTVANGST INSTELLEN
Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren
U kunt de faxontvangst met een code beveiligen. Binnenkomende faxen worden niet afgedrukt,
maar in het faxgeheugen opgeslagen. Alleen na invoer van een pincode kunt u deze faxberichten
afdrukken.
PINCODE INTOETSEN
Vooraf ingestelde toegangsc ode
1. Druk op OK, 4033 en OK.
2. Toets een viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5. Bevestig met OK.
IN- EN UITSCHAKELEN
1. Druk op OK, 4032 en OK.
2. Toets de viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5. Bevestig met OK.
FAXBERICHTEN AFDRUKKEN
1. Druk op OK, 4031 en OK.
2. Toets de viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK. De opgeslagen faxberichten worden afgedrukt en uit het geheugen gewist.
FAXBERICHTEN AFROEPEN
Faxberichten afroepen
Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het opgebelde toestel.
FAXBERICHTEN DIRECT AFROEPEN
1. Druk op OK, 42 en OK.
2. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
3. Druk op o.
UITGESTELD AFROEPEN
1. Druk op OK, 42 en OK.
2. Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.
3. Bevestig met OK.
4. Voer het tijdstip in waarop het document moet worden afgeroepen, bijvoorbeeld 14 00
voor 14 uur.
5. Bevestig met OK.
Opmerking
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode (0000) wordt deze functie uitgeschakeld. Wijzig de
toegangscode om de functie in te schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen, voert u de fa-
briekscode (0000) weer in.
Opmerking
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt het toestel u eerst naar de oude code voordat
u een nieuwe code kunt intoetsen.
Fax 51
6. Het toestel is nu in standby. U kunt telefoongesprekken blijven voeren of andere faxberichten
versturen.
Opdracht wissen SFL 2
OPDRACHTEN
Opdrachtenlijst printen
Inleiding
In de opdrachtenlijst staan alle berichten vermeld die zojuist verstuurd of opgeroepen zijn, of op
een later tijdstip verstuurd of opgeroepen moeten worden.
Display
De opdrachten verschijnen apart op het display. na het nummer van de opdracht en de status vindt
u daar het faxnummer, waar een fax naar toe gestuurd of van waar een fax afgeroepen moet wor-
den. Documenten in de opdrachtenlijst kunnen volgende status hebben:
Opdrachten 1
TX – Uitgesteld verzenden
Opdrachten 3
AFR – Faxberichten later afroepen
Opdrachten 4
TR – Opdracht wordt uitgevoerd
Stop
OPDRACHT METEEN UITVOEREN
1. Druk op OK, 71 en OK.
2. Selecteer met [ de opdracht die u meteen wilt uitvoeren.
3. Bevestig met OK. Het verzenden of het afroepen begint meteen.
OPDRACHT WIJZIGEN
1. Druk op OK, 72 en OK.
2. Selecteer met [ de opdracht die u wilt wijzigen.
3. Bevestig met OK.
4. Toets de gewenste wijzigingen in en bevestig dit met OK.
OPDRACHT WISSEN
1. Druk op OK, 73 en OK.
2. Selecteer met [ de opdracht die u wilt wissen.
3. Bevestig met OK.
4. Bevestig het wissen met OK.
OPDRACHT UITPRINTEN
1. Druk op OK, 74 en OK.
2. Selecteer met [ de opdracht die u wilt uitprinten.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Opdracht wissen
verwijder het document uit de opdrachtenlijst om het mogelijk afroepen te annuleren (zie ook
het hoofdstuk Opdrachten, op pagina 51).
Opmerking
Hulptoets
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [TAKENLIJST. Be-
vestig met OK.
Opmerking
Door het menu navigeren
Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
52 Fax
OPDRACHTENLIJST PRINTEN
Opdrachtenlijst printen
Druk op OK, 75 en OK. Het toestel drukt een lijst van alle wachtende opdrachten af.
Opdrachtenlijst printen
Opmerking
Hulptoets
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [TAKENLIJST. Be-
vestig met OK.
Kopieerapparaat 53
KOPIEERAPPARAAT
DOCUMENTEN INVOEREN
Specificaties voor documenten
Ongeschikte documenten!
1. Leg de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documenteninvoer. Het onder-
ste document wordt het eerst ingetrokken. U kunt tot 30 documenten (80¦g/m²) tegelijk
plaatsen.
2. Schuif de documentengeleiders naar binnen zodat zij op de juiste breedte tegen de documen-
ten aan liggen.
Specificaties voor documenten
Breedte van de documenten 140¦–¦218¦mm
Lengte van de documenten 128¦–¦600¦mm
Papiergewicht van de documenten 60¦-¦90¦g/m²
Capaciteit 30 vel (80¦g/m²)
Aanbevelingen van de fabrikant voor opti-
maal functioneren
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m²)
VOORZICHTIG!
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt, krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften (drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips, nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
54 Kopieerapparaat
3. Stel de gewenste resolutie in. U kunt kiezen tussen: STANDAARD (voor documenten zonder bij-
zondere eigenschappen), FIJN (voor documenten met klein gedrukte teksten of tekeningen),
SFIJN (voor documenten met veel details) en FOTO (voor foto’s). Druk op f. Op het display
verschijnt de ingestelde resolutie. Druk nog eens op f om de resolutie te wijzigen.
KOPIEËN MET STANDAARDINSTELLINGEN MAKEN
EEN KOPIE MET STANDAARDINSTELLINGEN MAKEN
1. Voer het document in.
2. Druk twee keer op COPY. Het document wordt met de standaardinstellingen gekopieerd.
Een kopie maken
MEERDERE KOPIEËN MET STANDAARDINSTELLINGEN MAKEN
1. Voer het document in.
2. Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst te maken (maximaal 99 kopieën).
3. Druk twee keer op COPY. Het document wordt met de standaardinstellingen gekopieerd.
ECO toets
Spaltenumbruch
Opmerking
Resolutie voor het kopiëren instellen
Voor het kopiëren van documenten staan u ook andere resolutiestappen ter beschikking.
Kies de functie Kopie met eigen instellingen maken om deze resolutiestappen in te stellen
(zie ook hoofdstuk Kopie met eigen instellingen maken, pagina 55).
Opmerking
Resolutie instellen
U kunt van te voren een instelling voor het onderbreken instellen (zie ook hoofdstuk
Onderbreken instellen, pagina 62).
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 11 en OK te drukken.
Opmerking
ECO-toets
Druk op COPY enECO om een kopie met een ecologische tonerbesparing functie te maken.
56 Kopieerapparaat
10. Voor papier in de handmatige papiertoevoer: Kies met [ de sterkte van het geplaatste
papier.
11. Bevestig met OK.
12. Selecteer met [ de gewenste resolutie.
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor hoogste resolutie
13. Bevestig met OK.
14. Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle documenten
+/7 – Verhoogt het contrast / letters worden donkerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare do-
cumenten)
15. Bevestig met OK.
16. Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
17. Druk op COPY.
VERGROTE OF VERKLEINDE KOPIE MAKEN
Kopieën maken
1. Voer het document in.
2. Druk op COPY.
3. Kies met [ ZOOM.
4. Bevestig met OK.
5. Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst te maken (maximaal 99 kopieën).
6. Bevestig met OK.
7. U kunt het document vergroot of verkleind kopiëren. Mogelijk zijn verkleiningen tot 25 procent
en vergrotingen tot 400 procent. Voer de gewenste waarde in met het cijfertoetsenbord.
8. Druk op COPY om de kopieerprocedure te starten of op OK om nadere instellingen uit te voe-
ren (zie ook hoofdstuk Kopieën met aangepaste instellingen maken, pagina 55).
Opmerking
Kopieën maken
U kunt het kopieerproces op elk gewenst tijdstip beginnen door op COPY te drukken. Druk op
ECO om een kopie met een ecologische tonerbesparing functie te maken.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 13 en OK te drukken.
Opmerking
Vooraf ingestelde waardes kiezen
Kies met [ uit de vooraf ingestelde waardes. Er zijn standaardwaardes opgeslagen voor
bijvoorbeeld het verkleinen van A4 naar A5 of voor het aanpassen van de Europese DIN
formaten naar de Amerikaanse Letter en Legal formaten.
Kopieerapparaat 57
MEERDERE DOCUMENTEN OP ÉÉN PAGINA KOPIËREN (= MOZAÏEK
KOPIE)
Kopieën maken
Meerdere documenten op één pagina kopiëren (=mozaïek kopie)
U kunt meerdere documenten op één pagina kopiëren om papier te besparen. De documenten wor-
den tijdens het kopiëren automatisch aangepast.
1. Voer het document in.
2. Druk op COPY.
3. Kies met [ MOZAÏEK 2>1 of MOZAÏEK 4>1.
4. Bevestig met OK.
Twee documenten op één zijde
ƒ Vier documenten op één zijde
5. Druk op COPY om de kopieerprocedure te starten of op OK om nadere instellingen uit te voe-
ren (zie ook hoofdstuk Kopieën met aangepaste instellingen maken, pagina 55).
INSTELLINGEN VOOR HET TWEEDE PROFIEL INRICHTEN
RESOLUTIE INSTELLEN
1. Druk op OK, 1063 en OK.
2. Selecteer met [ de gewenste resolutie.
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor hoogste resolutie
3. Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
Opmerking
Kopieën maken
U kunt het kopieerproces op elk gewenst tijdstip beginnen door op COPY te drukken. Druk op
ECO om een kopie met een ecologische tonerbesparing functie te maken.
Opmerking
Functie oproepen
De functie kan ook via het menu worden opgeroepen:
a.Druk op OK, 14 en OK.
b. Selecteer met [ de gewenste opmaak.
Instellingen 59
INSTELLINGEN
Basisinstellingen wijzigen
Cursornavigatie 6
Instellijst printer
ECOLOGISCHE BESPARINGSFUNCTIE VOOR STROOM INSTELLEN
Ecologische besparingsfunctie voor stroom instellen
Met deze functie stelt u in na welke tijd het apparaat na een printopdracht overschakelt naar de
modus stroombesparing. Als u een fax ontvangt of een afdruk of kopie wilt maken, schakelt uw toe-
stel automatisch van de energiebesparingsmodus naar de bedrijfsmodus.
1. Druk op ECO.
2. Kies met [ STROOM SPAREN.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ de tijd (in minuten) waarna het apparaat in de modus stroombesparing dient over
te schakelen. Kies 0 als het apparaat onmiddellijk na een printopdracht in de modus stroom-
besparing dient over te schakelen.
5. Bevestig met OK.
ECOLOGISCHE BESPARINGSFUNCTIE VOOR TONER INSTELLEN
Ecologische besparingsfunctie voor toner instellen
Met deze functie schakelt u de ecologische besparingsfunctie voor de toner in. De afdrukken zien er
daardoor wat lichter uit, en daartoe verhoogt u het aantal pagina’s dat u met een tonercartridge
kunt afdrukken.
1. Druk op ECO.
2. Kies met [ BESPAAR TONER.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5. Bevestig met OK.
Opmerking
Basisinstellingen wijzigen
De gewijzigde instellingen worden als nieuwe basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een een-
malige procedure een speciale functie, denk eraan daarna een standaard instelling of de fa-
brieksinstelling weer in te stellen.
Opmerking
Door het menu navigeren
Met [ beweegt u de cursor. Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat
u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Opmerking
Hulptoets
U kunt een lijst van alle instellingen ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ INSTELL-
INGEN. Bevestig met OK.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 0021 en OK te drukken.
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK, 0022 en OK te drukken.
60 Instellingen
LAND KIEZEN
Land juist instellen
1. Druk op OK, 031 en OK.
2. Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebruiken.
3. Bevestig met OK.
TAAL KIEZEN
1. Druk op OK, 033 en OK.
2. Kies met [ de gewenste displaytaal.
3. Bevestig met OK.
DATUM EN TIJD INVOEREN
1. Druk op OK, 011 en OK.
2. Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld 31¦05¦25 voor 31.5.2025.
3. Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00 voor 14 uur.
4. Bevestig met OK.
TIJDSZONE INSTELLEN
UTC
De gecoördineerde wereldtijd (UTC, Coordinated Universal Time) is de huidige gestandaardiseerde
wereldtijd. Uitgaande van Greenwich bij Londen (nulmeridiaan) wordt de wereld in tijdzones inge-
deeld. Deze tijdzones worden aangeduid met de afwijking ten opzichte van UTC (in uren), bijvoor-
beeld UTC+1 voor de Midden-Europese tijd (MET).
Tijdszone instellen
In landen met meerdere tijdszones kunt u uit vooraf ingestelde tijdszones kiezen of de afwijking
van uw tijdzone ten opzichte van UTC handmatig invoeren. In landen met een tijdzone wordt de
taal automatisch aangepast als u het land correct instelt (zie ook hoofdstuk Land kiezen, pagina 60).
1. Druk op OK, 012 en OK.
2. Kies met [ de tijdszone waarin u het toestel wilt gebruiken.
3. Afwijking ten opzichte van de UTC handmatig invoeren: Voer de afwijking (in uren) in
met de cijfertoetsen, bijvoorbeeld 1 voor UTC+1. De display toont de bewerkingsfunctie
voor tijdszones.
4. Bevestig met OK.
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
VOORZICHTIG!
Land juist instellen!
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast
aan het telefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet u een andere instelling kiezen
en de juiste telefoonkabel van het land gebruiken. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw
vakhandelaar.
Opmerking
Bewerkingsfunctie voor tijdszones
Druk op [ om de weergave te wijzigen (+/-). U kunt ook waardes onder één uur invoeren,
bijvoorbeeld 0,15 (of 0,25) voor een kwartier, 0,30 (of 0,50) voor een halfuur, of 0,45 (of
0,75) voor driekwartier.
Opmerking
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Met de instelling van het land en de tijdszone wordt de automatische omschakeling tussen zo-
mer- en wintertijd ingeschakeld. De automatische omschakeling wordt uitgeschakeld als u de
afwijking ten opzichte van UTC handmatig met de tijdszone bewerkingsfunctie invoert.
Instellingen 61
NUMMER EN NAAM INTOETSEN
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand van elk faxbericht (= kopregel) samen met
datum, tijd en paginanummer meegestuurd.
Cursornavigatie 1
NAAM INVOEREN
1. Druk op OK, 021 en OK.
2. Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
3. Bevestig met OK.
NUMMER INVOEREN
1. Druk op OK, 022 en OK.
2. Voer uw telefoonnummer in.
3. Bevestig met OK.
BELTONEN INSTELLEN
BELTOON KIEZEN
Beltoon kiezen
Met deze functie kiest u de standaard beltoon. U kunt aan de invoergegevens in het telefoonboek
een beltoon toewijzen (zie ook hoofdstuk Invoer opslaan, pagina 31).
1. Druk op OK, 054 en OK.
2. Kies met [ de gewenste beltoon.
3. Bevestig met OK.
VOLUME INSTELLEN
1. Druk op OK, 055 en OK.
2. Selecteer met [ het gewenste volume.
3. Bevestig met OK.
INSTELLEN VAN HET AANTAL BELSIGNALEN
Instellen van het aantal belsignalen
Met deze functie stelt u het aantal beltonen voor de modus faxontvangst in. Na het gekozen aantal
schakelt het apparaat in de faxmodus over op faxontvangst. Kies 0 om de beltoon geheel uit te
schakelen (zie ook hoofdstuk Stille faxontvangst, pagina 64)
1. Druk op OK, 042 en OK.
2. Kies met [ het gewenste aantal beltonen.
3. Bevestig met OK.
TOETSENTONEN UITSCHAKELEN
Toetsentonen uitschakelen
Elke bediening van een toets wordt door een toon begeleid. U kunt de toetsentonen op uw apparaat
uitschakelen.
1. Druk op OK, 007 en OK.
2. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets. Spaties voert u in met ½.
Druk op om speciale tekens en symbolen in te voegen. Druk op ûü om taalafhankelijke te-
kens in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.
62 Instellingen
PAPIERINSTELLINGEN AANBRENGEN
Basisinstellingen wijzigen
PAPIERSTERKTE INSTELLEN
1. Druk op OK, 201 en OK.
2. Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier.
3. Bevestig met OK.
PAPIERBRON INSTELLEN
Inleiding
In de papiercassette kunt u normaal afdrukpapier of voorbedrukte ontwerpen (formulieren) plaat-
sen. In de handmatige papiertoevoer kunt u speciale papierformaten, enveloppen, transparante fo-
lies, etiketvellen of bedrukte documenten invoeren.
1. Druk op OK, 202 en OK.
2. Kies met [ de papierbron.
3. Bevestig met OK.
PAPIERFORMAAT INSTELLEN
1. Druk op OK, 203 en OK.
2. Kies met [ of u het papierformaat voor de papiercassette of de handmatige invoer wilt in-
stellen.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ het gewenste papierformaat. Let op de gegevens in de technische specificaties.
5. Bevestig met OK.
RESOLUTIE INSTELLEN
RESOLUTIE VOOR DE FAXVERZENDING INSTELLEN
1. Druk op OK, 4013 en OK.
2. Selecteer met [ de gewenste resolutie.
STANDAARD – voor documenten zonder bijzondere kenmerken
FIJN – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
SFIJN – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor foto’s
3. Bevestig met OK.
RESOLUTIE VOOR HET KOPIËREN INSTELLEN
1. Druk op OK, 103 en OK.
2. Selecteer met [ de gewenste resolutie.
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor hoogste resolutie
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Basisinstellingen wijzigen
De gewijzigde instellingen worden als nieuwe basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een een-
malige procedure een speciale functie, denk eraan daarna een standaard instelling of de fa-
brieksinstelling weer in te stellen.
Instellingen 63
KONTRAST INSTELLEN
1. Druk op OK, 104 en OK.
2. Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle documenten
+/7 – Verhoogt het contrast / letters worden donkerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare do-
cumenten)
3. Bevestig met OK.
HELDERHEIDGRAAD VOOR HET KOPIËREN INSTELLEN
1. Druk op OK, 105 en OK.
2. Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
3. Bevestig met OK.
FAXONTVANGSTMODUS INSTELLEN
faxschakelaar
De ingebouwde faxschakelaar van uw toestel scheidt faxberichten van telefoongesprekken. Faxbe-
richten worden automatisch ontvangen, telefoongesprekken kunnen worden aangenomen – ook via
extra aangesloten toestellen. Terwijl het toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder.
Faxontvangstmodus instellen
De volgende opties staan ter beschikking. Op het display verschijnt de geselecteerde faxontvangst-
modus.
1. Druk op OK, 041 en OK.
2. Kies met [ de gewenste optie.
3. Bevestig met OK.
HANDMATIGE MODUS
Handmatige modus
(HANDMATIG)
Handmatige modus
Faxberichten worden niet automatisch door het toestel ontvangen. U kunt de faxontvangst manueel
starten door op o te drukken. Deze instelling is geschikt om faxberichten via de modem van een
computer te ontvangen.
FAX-MODUS
Fax-modus
(FAX)
Fax-modus
In de faxmodus rinkelt het apparaat net zo vaak als u met functie 042 hebt ingesteld (zie ook hoofd-
stuk Instellen van aantal beltonen, pagina 61). Daarna wordt de faxontvangst ingeschakeld. Deze
modus moet u kiezen, als u op uw toestel hoofdzakelijk faxberichten ontvangt.
Opmerking
Faxontvangstmodus met aanvullende apparaten
Selecteer de EXT/antwoordapparaat-, fax- of handmatige modus, als u extra apparatuur
op de Ï/EXT.-bus van uw toestel aansluit.
64 Instellingen
EXT/ANTWOORDAPPARAAT-MODUS
EXT/Antwoordapparaat-modus
(ANTW.APP./FAX)
EXT/Antwoordapparaat-modus
Deze modus moet u instellen, als u extra apparatuur, speciaal een extern antwoordapparaat, op de
Ï/EXT.-bus van uw toestel hebt aangesloten. Neemt een extra aangesloten antwoordapparaat het
gesprek aan, dan controleert uw toestel of de binnenkomende oproep een faxbericht is. Herkent het
toestel een faxsignaal, dan ontvangt het de fax automatisch.
Antwoordapparaat
Hebt u geen antwoordapparaat aangesloten of neemt het antwoordapparaat het gesprek niet aan,
dan neemt het toestel na een tevoren ingesteld aantal belsignalen de oproep over en ontvangt een
eventueel faxbericht automatisch.
Faxschakelaar 1
AUTOMATISCHE-MODUS
Automatische-modus
(AUTOMATISCH)
Automatische-modus
Is de Automatisch-modus ingeschakeld, dan controleert het toestel of de binnenkomende oproep
een faxbericht of een telefoongesprek is. Faxberichten ontvangt het toestel automatisch. Terwijl het
toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder. U kunt een telefoongesprek altijd aanne-
men. Na een tevoren ingesteld aantal belsignalen neemt het toestel de oproep over en ontvangt
een eventueel stil faxbericht automatisch.
STILLE FAXONTVANGST
Stille faxontvangst
Stel het aantal beltonen in op 0 (zie ook hoofdstuk Instellen van het aantal beltonen, pagina 61) en
de faxontvangst modus op faxmodus (zie ook hoofdstuk Faxontvangst modus instellen, pagina 63),
om faxverzendingen te ontvangen, zonder dat het apparaat belt.
Handmatige faxontvangst
AANVULLENDE OPTIES VOOR FAXVERZENDING
TRANSMISSIESNELHEID REDUCEREN
Transmissiesnelheid reduceren
Het toestel past de transmissiesnelheid aan de kwaliteit van de telefoonverbinding aan. Vooral bij
overzeese verbindingen kan de kwaliteit minder goed zijn. Stel een lage transmissiesnelheid in wan-
neer u faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.
1. Druk op OK, 4015 en OK.
2. Kies met [ de gewenste snelheid.
3. Bevestig met OK.
DISPLAYWEERGAVE INSTELLEN
Displayweergave instellen
Stel in welke informaties het display tijdens het verzenden moet weergeven.
1. Druk op OK, 4016 en OK.
2. Kies met [ of de verzendsnelheid of het momenteel verstuurde paginanummer aangegeven
dient te worden.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Faxbericht aan aanvullende telefoon
Wanneer u met een extra toestel opneemt en hoort dat u een faxbericht ontvangt (fluittoon of
stilte), dan kunt u de faxontvangst starten door bij de extra telefoon op *5 te drukken of
bij het toestel op de o-toets te drukken. Extra telefoons moeten daarvoor op de toonkiesproce-
dure (DTMF-tonen) ingesteld zijn (meer informatie hierover vindt u in de handleiding van uw
extra telefoon).
Opmerking
Handmatige faxontvangst
Is uw apparaat op de manuele ontvangstmodus ingesteld, dan kunt u binnenkomende faxbe-
richten niet horen en ontvangen (zie ook hoofdstuk Faxontvangst modus instellen, pagina 63).
Instellingen 65
FAXVERZENDING VANUIT HET GEHEUGEN INSTELLEN
Faxverzending vanuit het geheugen instellen
U kunt instellen of u documenten direct wilt scannen en versturen, of dat u de documenten vanuit
het tussenliggende geheugen wilt versturen. Bij het direct verzenden wordt het document tijdens
de overdracht ingelezen. Voor het verzenden uit het geheugen wordt het document eerst ingelezen
en daarna wordt de verbinding met de ontvanger tot stand gebracht.
Berichtgeheugen vol
1. Druk op OK, 4012 en OK.
2. Kies met [ de gewenste instelling.
3. Bevestig met OK.
KOPREGEL IN- EN UITSCHAKELEN
Kopregel
Uw naam en uw nummer verschijnen in de kopregel van elk faxbericht. U kunt deze functie uitscha-
kelen, als u uw gegevens niet wilt meesturen.
1. Druk op OK, 4014 en OK.
2. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3. Bevestig met OK.
VERZENDRAPPORT IN- EN UITSCHAKELEN
Verzendrapport in- en uitschakelen
Na het versturen van een faxbericht print het toestel telkens een bericht van verzending uit. Er
staan twee instellingen ter beschikking.
1. Druk op OK, 4011 en OK.
2. Kies met [ uit de volgende instellingen:
ALTIJD – het verzendrapport wordt na elke uitgevoerde of afgebroken transmissie afgedrukt.
BIJ FOUT – het verzendrapport wordt alleen afgedrukt, als de transmissie niet tot stand is ge-
komen of afgebroken werd.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Berichtgeheugen vol
Als het berichtgeheugen vol is, worden de documenten direct gescand en verstuurd.
66 Instellingen
BIJKOMENDE OPTIES VOOR FAXONTVANGST
ONTVANGSTSNELHEID VERMINDEREN
Ontvangstsnelheid verminderen
Het apparaat past de ontvangstsnelheid aan de kwaliteit van de telefoonverbinding aan. Stel een
lage ontvangstsnelheid in als deze aanpassing zeer lang duurt of geen verbinding tot stand komt.
1. Druk op OK, 4026 en OK.
2. Kies met [ een ontvangstsnelheid.
3. Bevestig met OK.
PAGINA-AANPASSING INSTELLEN
Pagina-aanpassing instellen
Ontvangen faxberichten kunnen automatisch aan het geplaatste papierformaat worden aangepast.
U kunt echter ook een vaste waarde (percentage) voor de pagina-aanpassing invoeren.
Papierformaat instellen
1. Druk op OK, 4024 en OK.
2. Kies met [ de automatische aanpassing of dat u een vaste waarde wilt invoeren.
3. Bevestig met OK.
4. Vaste waarde invoeren: Voer een percentage voor de verkleining tussen 70 en
100 procent in.
5. Bevestig met OK.
DREMPELWAARDE VOOR PAGINA-AFBREKING INSTELLEN
Drempelwaarde voor pagina-afbreking instellen
Sommige faxberichten bevatten meer regels dan dat er kunnen worden afgedrukt. Met de drempel-
waarde voor pagina-afbreking stelt u in vanaf welke waarde deze regels op een tweede pagina die-
nen te worden afgedrukt. Alle regels onder deze waarde worden gewist.
1. Druk op OK, 4027 en OK.
2. Kies met [ uit de volgende instellingen:
AAN – Alle regels die zich meer dan drie centimeter buiten de pagina bevinden, worden op een
tweede pagina afgedrukt. Alle overige meerregels onder deze waarde worden gewist.
UIT – Alle regels die zich meer dan één centimeter buiten de pagina bevinden, worden op een
tweede pagina afgedrukt. Alle overige meerregels onder deze waarde worden gewist.
3. Bevestig met OK.
AFDRUKKEN IN MEERVOUD
Afdrukken in meervoud
U kunt instellen dat faxberichten bij het ontvangen in veelvoud worden afgedrukt.
1. Druk op OK, 4022 en OK.
2. Voer een waarde van 1 en 99 in.
3. Bevestig met OK.
Opmerking
Papierformaat instellen
Voor de automatische aanpassing moet het formaat van het geplaatste papier correct zijn inge-
steld (zie ook hoofdstukPapierformaat instellen, pagina 62).
Instellingen 67
TOESTEL BLOKKEREN
Toestel blokkeren
Met de vergrendeling verhindert u dat onbevoegden uw toestel gebruiken. Pas na invoer van de
code kunt u functies oproepen of cijfers intoetsen. De vergrendeling wordt na elk gebruik ingescha-
keld.
PINCODE INTOETSEN
Vooraf ingestelde toegangsc ode
1. Druk op OK, 921 en OK.
2. Toets een viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5. Bevestig met OK.
TOETSENBORD VERGRENDELEN
Toetsenbord vergrendelen
Met deze functie blokkeert u het volledige toetsenbord van het apparaat.
1. Druk op OK, 922 en OK.
2. Toets de viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5. Bevestig met OK.
HANDMATIGE KEUZE BLOKKEREN
Handmatige keuze blokkeren
Met deze functie blokkeert u de handmatige keuze van telefoonnummers. Invoergegevens uit het
telefoonboek kunnen worden opgeroepen. De handmatige keuze van alarmnummers is niet moge-
lijk.
1. Druk op OK, 923 en OK.
2. Toets de viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ ENKEL DIR..
5. Bevestig met OK.
Opmerking
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode (0000) wordt deze functie uitgeschakeld. Wijzig de
toegangscode om de functie in te schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen, voert u de fa-
briekscode (0000) weer in.
Opmerking
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt het toestel u eerst naar de oude code voordat
u een nieuwe code kunt intoetsen.
68 Instellingen
INSTELLINGEN BLOKKEREN
Instellingen blokkeren
Met deze functie blokkeert u de wijziging van instellingen aan uw apparaat. U kunt uw instellingen
tegen wijzigingen beschermen door een eigen administrator-pincode in te voeren.
PINCODE INTOETSEN
Vooraf ingestelde toegangsc ode
1. Druk op OK, 0001 en OK.
2. Toets een viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5. Bevestig met OK.
FUNCTIE AAN- EN UITZETTEN
1. Druk op OK, 0002 en OK.
2. Toets de viercijferige pincode in.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5. Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
LIJSTEN EN BERICHTEN AFDRUKKEN
FUNCTIELIJST AFDRUKKEN
Functielijst afdrukken
Druk op OK, 81 en OK om een lijst van alle functies van uw toestel uit te printen.
Functielijst afdrukken
TELEFOONBOEK UITPRINTEN
Telefoonboek uitprinten
Druk op OK, 83 en OK, om een lijst van alle opgeslagen records en groepen in het telefoonboek
uit te printen.
Telefoonboek uitprinten
Opmerking
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode (0000) wordt deze functie uitgeschakeld. Wijzig de
toegangscode om de functie in te schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen, voert u de fa-
briekscode (0000) weer in.
Opmerking
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt het toestel u eerst naar de oude code voordat
u een nieuwe code kunt intoetsen.
Opmerking
Hulptoets
U kunt de functielijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ FUNCTIELIJST. Bevestig
met OK.
Opmerking
Hulptoets
U kunt het telefoonboek ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ TELEFOONGIDS. Be-
vestig met OK.
Instellingen 69
FAXJOURNAAL/OPROEPLIJST AFDRUKKEN
Faxjournaal
Het journaal omvat een lijst van de 30 laatste berichttransmissies. Het faxjournaal wordt na 30
overdrachten automatisch afgedrukt. U kunt het faxjournaal op elk gewenst tijdstip afdrukken.
Bellijst
De lijst opnieuw kiezen/oproepen bevat de laatst 50 gekozen abonneenummers en ontvangen op-
roepen De oproepenlijst wordt niet automatisch met het faxjournaal afgedrukt.
Faxjournaal/oproeplijst afdrukken
Druk op OK, 82 en OK.
Faxjournaal uitprinten
OPDRACHTENLIJST PRINTEN
Opdrachtenlijst printen
Druk op OK, 84 en OK. Het toestel drukt een lijst van alle wachtende opdrachten af.
Opdrachtenlijst printen
INSTELLIJST PRINTER
Instellingslijst uitprinten
Druk op OK, 80 en OK om een lijst van alle instellingen van uw toestel uit te printen.
Instellijst printer
Opmerking
Hulptoets
U kunt het faxjournaal ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ JOURNALEN. Bevestig
met OK.
Opmerking
Hulptoets
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [TAKENLIJST. Be-
vestig met OK.
Opmerking
Hulptoets
U kunt een lijst van alle instellingen ook afdrukken door op ¨ te drukken. Kies met [ INSTELL-
INGEN. Bevestig met OK.
70 Telefoonaansluitingen en extra toestellen
TELEFOONAANSLUITINGEN EN EXTRA
TOESTELLEN
KIESPROCEDURE INSTELLEN
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
In veel landen kunt u de kiesprocedure – pulskeuze of toonkeuze (DTMF-tonen) – instellen.
Kiesprocedure instellen
1. Druk op OK, 053 en OK.
2. Kies met [ de gewenste kiesprocedure.
3. Bevestig met OK.
OPENBAAR TELEFOONNETWERK (PSTN) INRICHTEN
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) inrichten
Uw apparaat wordt automatisch aangepast aan het telefoonnet als u het land correct instelt (zie ook
hoofdstuk Land kiezen, pagina 60). Mogelijk zijn nadere instellingen voor het openbare telefoon-
netwerk (PSTN) noodzakelijk. Vraag uw vakhandelaar of de technische klantenservice.
1. Druk op OK, 032 en OK.
2. Kies met [ de gewenste instelling.
3. Bevestig met OK.
PABX INRICHTEN
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk.
U moet een kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare tele-
foonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Aanvullende telefoon geen tweede aansluiting
PABX inrichten
U kunt uw apparaat voor het gebruik op een PABX instellen, die lengte van de interne nummers
aangeven (= doorkiesnummers) en het kengetal opslaan dat moet worden gekozen om toegang tot
het openbare telefoonnetwerk (PSTN) te krijgen (= buitenlijn kiezen).
Opmerking
Kiesprocedure instellen
Gebruik de pulskeuze alleen maar wanneer de toonkeuze nog niet is vrijgeschakeld voor uw aan-
sluiting.
Opmerking
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Met deze functie richt u uw apparaat in voor de aansluiting aan het openbare telefoonnetwerk
(PSTN). Zie voor de aansluiting aan een PABX ook hoofdstuk PABX inrichten, pagina 70.
Opmerking
Aanvullende telefoon geen tweede aansluiting
Een extra telefoon die samen met het toestel aan een telefoondoos aangesloten is, geldt niet als
tweede aansluiting.
Telefoonaansluitingen en extra toestellen 71
Nummer voor buitenlijn wordt automatisch gekozen
TYPE AANSLUITING INSTELLEN
1. Druk op OK, 051 en OK.
2. Kies met [ of u gebruik wilt maakt van een nevenaansluiting.
3. Bevestig met OK.
NUMMER BUITENLIJN INSTELLEN
LENGTE VAN DOORKIESNUMMERS INVOEREN
1. Druk op OK, 0521 en OK.
2. Toets de lengte van de interne nummers in. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Ga uit van
het langste nummer en tel er een cijfer bij op. Bestaan uw doorkiesnummers bijvoorbeeld uit
vier cijfers, toetst u 5 in.
3. Bevestig met OK.
NUMMER BUITENLIJN INVOEREN
1. Druk op OK, 0522 en OK.
2. Voer het kengetal in waarmee u het openbare telefoonnet bereikt. Dit is meestal 0.
3. Bevestig met OK.
DSL-VERBINDING
DSL-verbinding
Voor het geval dat u een DSL-modem gebruikt: sluit het apparaat aan op de daarvoor bedoelde
ingang voor analoge telefoons/faxapparaten! Meer informatie vindt u in de handleiding van uw DSL-
centrale. Vraag indien nodig uw telefoon- of internetprovider om informatie.
ISDN-VERBINDING
ISDN-verbinding
Uw faxapparaat is een analoog faxapparaat (groep 3). Het is geen ISDN-faxapparaat (groep 4) en
kan dus niet direct op een ISDN-aansluiting worden gebruikt. U hebt hiervoor een (analoge) adapter
of een aansluiting voor analoge eindapparatuur nodig. Meer informatie over de ISDN-aansluiting
vindt u in de handleiding van de terminaldadapter of router.
Spaltenumbruch
Opmerking
Nummer voor buitenlijn wordt automatisch gekozen
Met deze instellingen hoeft u de buitenlijncode niet meer vooraf te draaien, als u een extern
nummer intoetst. Het toestel zet automatisch de buitenlijncode vóór nummers die net zo lang
of langer zijn dan de interne doorkiesnummers.
Opmerking
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefoon-
centrales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op om dit kengetal in te voeren. Mocht
de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met
de aanbieder van uw telefooncentrale.
72 Telefoonaansluitingen en extra toestellen
EXTRA TOESTELLEN AANSLUITEN
Extra toestellen
U kunt aan een telefoonaansluiting extra toestellen aansluiten zoals bijvoorbeeld draadloze tele-
foons, antwoordapparaten, modems of kostentellers.
AANSLUITING AAN HET TOESTEL
Aansluiting aan het toestel
U kunt extra toestellen direct aan uw toestel aansluiten. Steek de telefoonkabel van het extra toe-
stel in de Ï/EXT.-bus (RJ-11-aansluiting) van het toestel.
Externe Geräte anschließen
AANSLUITING AAN DE TELEFOONLIJN
Volgorde van aansluiting
Opdat de faxschakelaar zou functioneren, moet het toestel het eerste in de reeks zijn wanneer u
meerdere toestellen aan dezelfde telefoon contactdoos aansluit. Let op de juiste volgorde.
Aansluiting aan eerste telefooncontactdoos
EXTRA TELEFOONS GEBRUIKEN (EASYLINK)
Easylink
Met de Easylink-functie kunt u met extra telefoons uw toestel controleren. Extra telefoons moeten
daarvoor op de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld zijn (meer informatie hierover vindt u in
de handleiding van uw extra telefoon).
FAXONTVANGST STARTEN
Wanneer u met een extra toestel opneemt en hoort dat u een faxbericht ontvangt (fluittoon of stil-
te), dan kunt u de faxontvangst starten door bij de extra telefoon op *5 te drukken of bij het
toestel op de o-toets te drukken.
Aanvullende telefoon ophangen
Hang de aanvullende telefoon op als het belsignaal wijzigt. Het apparaat is begonnen het faxbericht
te ontvangen.
LIJN OPROEPEN
Wanneer u opneemt aan een extra telefoon en het toestel rinkelt verder of het probeert faxberichten
te ontvangen, kunt u het toestel van de lijn halen. Druk op de extra telefoon op **.
EXTERN ANTWOORDAPPARAAT GEBRUIKEN
Uw externe antwoordapparaat moet over een parallelle herkenning voor het aannemen van binnen-
komende gesprekken beschikken. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw vakhandelaar.
Om het antwoordapparaat goed te laten functioneren moet het aan de Ï/EXT.-bus van het toestel
worden aangesloten. Kies als faxontvangstmodus de modus EXT/antwoordapparaat (zie ook hoofd-
stuk Faxontvangstmodus instellen, pagina 63).
Opmerking
Aansluiting aan eerste telefooncontactdoos
Hebt u meer dan één telefoon contactdoos voor dezelfde aansluiting dan moet het toestel aan
de eerste telefoon contactdoo worden aangesloten.
Telefoonaansluitingen en extra toestellen 73
Lengte van de meldtekst
Faxsignalen op het antwoordapparaat
Opmerking
Lengte van de meldtekst
De meldtekst mag niet langer zijn dan 10 seconden. Vermijd het gebruik van muziek voor de
meldtekst. Indien het extra antwoordapparaat over een "spaarfunctie" beschikt (dat is een func-
tie waarmee het aantal belsignalen verandert zodra nieuwe berichten zijn binnengekomen),
moet u deze uitschakelen.
Opmerking
Faxsignalen op het antwoordapparaat
Registreert het antwoordapparaat faxsignalen, maar het toestel kan geen faxberichten ontvan-
gen, controleer dan de aansluiting of de meldtekst van het extra antwoordapparaat.
74 Service
SERVICE
Storingen
TELLERSTANDEN TONEN
Tellerstanden tonen
U kunt voor uw informatie verschillende tellerstanden van het apparaat laten zien.
AANTAL VERSTUURDE FAXPAGINAS TONEN
Aantal verstuurde faxpagina’s tonen
Druk op OK, 941 en OK. Het aantal verstuurde faxpagina’s wordt getoond.
AANTAL ONTVANGEN FAXPAGINAS TONEN
Aantal ontvangen faxpagina’s tonen
Druk op OK, 942 en OK. Het aantal ontvangen faxpagina’s wordt getoond.
AANTAL GESCANDE DOCUMENTEN TONEN
Aantal gescande pagina's tonen
Druk op OK, 943 en OK. Het aantal gescande documenten wordt getoond.
AANTAL AFGEDRUKTE PAGINA'S TONEN
Aantal afgedrukte pagina's tonen
Druk op OK, 944 en OK. Het aantal afgedrukte pagina’s wordt getoond.
AANTAL GEKOPIEERDE PAGINA'S TONEN
Aantal gekopieerde pagina's tonen
Druk op OK, 945 en OK. Het aantal gekopieerde pagina’s wordt getoond.
TONERNIVEAU AANGEVEN
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van
de cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge opgeslagen.
Tonerniveau aangeven
Druk op OK, 946 en OK. Het tonerniveau van de cartridge wordt als percentage tussen 100
procent (vol) en 0 procent (leeg) aangegeven.
FIRMWARE VERSIE OPVRAGEN
1. Druk op OK, 934 en twee keer op OK.
2. De informatie met betrekking tot de firmware versie van het toestel wordt getoond.
3. Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
Opmerking
Tips over storingen
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding.
Service 75
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van
de cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge opgeslagen. U kunt verschillende cartridges
gebruiken en het desbetreffende tonerniveau van de cartridge laten tonen.
Tonercartridge 3
Origineel verbruiksmateriaal gebruiken!
Let op instructies op de verpakking
1. Open het apparaat door het apparaatdeksel naar voren te klappen.
GEVAAR!
Er komt tonerstof vrij!
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en
ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud
water; heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een
stofzuiger.
VOORZICHTIG!
Origineel verbruiksmateriaal gebruiken!
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze
bestelservice. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen.
VOORZICHTIG!
Let op instructies op de verpakking
Let op de instructies op de verpakking van de verbruiksmaterialen.
Niet openen tijdens een printopdracht!
Open het deksel in geen geval terwijl het apparaat een printopdracht uitvoert.
Scherpe randen aan apparaatdeksel!
Let op de scherpe kanten op het apparaatdeksel. U kunt zich bezeren als u vanaf de zijkant
in het apparaat grijpt.
76 Service
2. Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep in het midden vast te pakken en naar vo-
ren uit het apparaat te trekken.
3. Iedere derde keer dat u de cartridge verwisselt dient u de LED printknop schoon te ma-
ken. Veeg met een zachte, droge en pluisvrije doek over de glasplaat van de LED printknop
aan de bovenkant van de cartridge.
4. Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
5. Verwijder de kleefstrip en het zwarte beschermfolie, maar nog niet de beschermstrook in
de cartridge.
Er komt tonerstof vrij!
Neem de tonercartridge voorzichtig uit het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let op
waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
Bewaar de aangebroken of verbruikte tonercartridges in de originele verpakking of een
plastic zak, zodat er geen tonerstof uitvalt. Geef de oude cartridges in de vakhandel of bij
een afvalverzamelplaats af. Gooi de tonercartridges nooit in het vuur. Tonercartridges mo-
gen niet in handen van kinderen terechtkomen.
Service 77
6. Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen heen en weer om de toner gelijkmatig te
verdelen en zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
7. Trek pas daarna de beschermstrook aan de linkerzijde van de cartridge er helemaal uit.
8. Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken.
9. Sluit het toestel.
Er komt tonerstof vrij!
Schud de tonercartridge niet meer nadat u de beschermstrook verwijderd hebt. Er zou an-
ders tonerstof vrij kunnen komen.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner cartridge eruit en plaats deze op de juiste manier.
78 Service
PAPIEROPSTOPPING VERHELPEN
Inleiding
Uw toestel is met sensoren uitgerust die een papierstoring snel herkennen. Als een storing optreedt,
wordt de invoer van het printpapier meteen gestopt. Controleer alle van de volgende drie onder-
delen op vastgelopen papier: papiercassette/papierinvoer, afdrukeenheid en fixeereenheid (zie ook
aanwijzingen hieronder).
Tonercartridge 5
PAPIERSTORING IN PAPIERCASSETTE/PAPIERINVOER VERHELPEN
1. Trek de papiercassette uit het apparaat.
2. Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
3. Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het toestel.
GEVAAR!
Er komt tonerstof vrij!
Trek het papier bij een papierstoring voorzichtig uit het toestel en gooi het voorzichtig weg. De
toner zit eventueel nog niet goed op het papier vast en er zou tonerstof vrij kunnen komen.
Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
EX
B
5
B
5
A
5
B
6
A
4
Service 79
PAPIERSTORING IN AFDRUKEENHEID VERHELPEN
1. Open het apparaat door het apparaatdeksel naar voren te klappen.
2. Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep in het midden vast te pakken en naar vo-
ren uit het apparaat te trekken.
Scherpe randen aan apparaatdeksel!
Let op de scherpe kanten op het apparaatdeksel. U kunt zich bezeren als u vanaf de zijkant
in het apparaat grijpt.
Er komt tonerstof vrij!
Neem de tonercartridge voorzichtig uit het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let op
waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid
en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met
koud water; heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit
met een stofzuiger.
80 Service
3. Open de papierstoring klep.
4. Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
5. Sluit de papierstoring klep.
6. Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken.
Service 81
7. Sluit het toestel.
PAPIERSTORING IN FIXEEREENHEID VERHELPEN
1. Open de papierstoring klep aan de achterkant van het apparaat.
2. Haal de spanning van de papiergeleiding op de fixeereenheid door de spanhendel aan beide
zijden naar onderen te drukken.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner cartridge eruit en plaats deze op de juiste manier.
Hete onderdelen!
De fixeereenheid en de omgeving ervan in het apparaat worden tijdens gebruik heet. Raak
deze onderdelen niet aan als u het apparaat hebt geopend. Ga zeer voorzichtig te werken
als u bijvoorbeeld vastgelopen papier verwijdert.
82 Service
3. Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
4. Sluit de papierstoring klep. De hendels van de fixeereenheid klappen bij het sluiten van de
papierstoring klep automatisch terug naar hun beginpositie.
Spaltenumbruch
Opmerking
Doorgaan met afdrukopdracht
Druk op o na het verhelpen van de fout om door te gaan met de afdrukopdracht. Druk
op j, om de foutmelding te negeren.
Service 83
DOCUMENTENOPSTOPPING VERHELPEN
Inleiding
Mocht er een documentenstoring in het voorste gedeelte ontstaan:
1. Klap het paneel omhoog tot het vastklikt.
2. Trek het papier of document er voorzichtig naar voren uit.
3. Sluit het paneel.
Spaltenumbruch
84 Service
REINIGING
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het schoonmaakt.
Apparaat uitschakelen
Gerät ausschalten
Opnieuw in gebruik nemen
Aanwijzingen voor schoonmaken!
Faxpoetspapier
Spaltenumbruch
VOORZICHTIG!
Apparaat uitschakelen!
Schakel het apparaat met de aan/uit schakelaar aan de achterzijde uit voordat u het stroom-
snoer uit de contactdoos haalt.
VOORZICHTIG!
Opnieuw in gebruik nemen!
Steek de netkabel in het stopcontact. Schakel daarna pas het apparaat aan met de aan/uit
schakelaar aan de achterzijde.
GEVAAR!
Aanwijzingen voor schoonmaken!
Gebruik een zacht, pluisvrij doekje. Gebruik nooit vloeibare of licht ontvlambare reinigingsmid-
delen (sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol enz.). Er mag geen vocht in het toestel
geraken.
Bevochtig de doek licht met schoonmaakalcohol om meer hardnekkige vlekken te verwijderen.
De doek mag echter in geen geval nat zijn.
Opmerking
Faxpoetspapier
Speciaal faxpoetspapier kunt u via ons callcenter bestellen. Leg een vel poetspapier in de docu-
mentinvoer. Druk op j; het vel papier wordt uitgeworpen. Herhaal deze procedure een paar
keer.
Service 85
SCANNER EN DOCUMENTINVOER SCHOONMAKEN
Inleiding
Als op de afgedrukte pagina’s of op verzonden of ontvangen faxberichten strepen verschijnen, of
als documenten slecht worden opgenomen, dan dienen de scanner en de documentinvoer te worden
schoongemaakt.
1. Klap het paneel omhoog tot het vastklikt.
2. Maak de scannerglasplaat aan de onderkant () en de documentgeleiding/het scannerfolie
(=witte plastic lamel) aan de bovenkant (ƒ) voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije
doek.
3. Maakt de invoerrollers van de documentinvoer (6¦×) schoon met een zachte, pluisvrije doek.
Draai de invoerrollen; u moet de volledige invoerrollen reinigen.
Aanwijzingen voor schoonmaken!
Let op de instructies voor het schoonmaken, pagina 84.
86 Service
4. Sluit het paneel.
LED PRINTKOP SCHOONMAKEN
Inleiding
Als er op afgedrukte pagina’s witte strepen verschijnen of de afdruk onscherp is, dan dient u de LED
printkop schoon te maken.
1. Open het apparaat door het apparaatdeksel naar voren te klappen.
Niet openen tijdens een printopdracht!
Open het deksel in geen geval terwijl het apparaat een printopdracht uitvoert.
Scherpe randen aan apparaatdeksel!
Let op de scherpe kanten op het apparaatdeksel. U kunt zich bezeren als u vanaf de zijkant
in het apparaat grijpt.
Service 87
2. Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep in het midden vast te pakken en naar vo-
ren uit het apparaat te trekken.
3. Veeg met een zachte, droge en pluisvrije doek over de glasplaat van de LED printknop aan de
bovenkant van de cartridge.
4. Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken.
Er komt tonerstof vrij!
Neem de tonercartridge voorzichtig uit het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let op
waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid
en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met
koud water; heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit
met een stofzuiger.
Aanwijzingen voor schoonmaken!
Let op de instructies voor het schoonmaken, pagina 84.
88 Service
5. Sluit het toestel.
SCANNER KALIBREREN
Scanner kalibreren
Als op afgedrukte pagina’s of op faxberichten verticale strepen verschijnen, moet mogelijk de scan-
ner worden gekalibreerd.
Tips voor kalibratie!
1. Leg een wit vel papier in de documentinvoer.
2. Druk op OK, 931 en OK.
3. Bevestig met OK.
4. Wacht totdat de kalibratie voltooid is en het apparaat in de beginmodus is teruggekeerd.
Spaltenumbruch
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner cartridge eruit en plaats deze op de juiste manier.
VOORZICHTIG!
Tips voor kalibratie!
De scanner is in de fabriek gekalibreerd en hoeft normaliter niet opnieuw te worden gekali-
breerd. Gebruik deze functie niet te vaak. Maak het scannerglas en het scannerfolie schoon
voordat u de scanner kalibreert (zie ook hoofdstuk Scanner en documentinvoer schoonmaken,
pagina 85).
Service 89
SERVICECODES GEBRUIKEN
Inleiding
Met de servicecodes wist u gewijzigde instellingen en herstelt u de fabrieksmatige instellingen. Dat
kan noodzakelijk zijn wanneer het toestel met gewijzigde instellingen anders reageert dan ver-
wacht.
Servicecodes gebruiken
1. Druk op OK, 933 en OK.
2. Voer een servicecode in.
70158 – wist alle gewijzigde instellingen. Opgeslagen berichten en telefoonboekre-
cords blijven behouden.
70026 – wist opgeslagen faxberichten wanneer er problemen optreden bij het uit-
printen.
3. Bevestig met OK.
4. Kies met [ JA.
5. Bevestig met OK.
SNELLE HULP
Snelle hulp
Mocht er een probleem optreden dat niet kan worden opgelost aan de hand van de beschrijvingen
in deze handleiding (zie ook de volgende tips), ga dan als volgt te werk.
1. Schakel het apparaat uit met de aan/uit schakelaar aan de achterkant.
2. Wacht tenminste tien seconden.
3. Schakel het apparaat aan met de aan/uit schakelaar aan de achterkant.
4. Let op de informatie op het display. Mocht de fout regelmatig optreden, neem dan a.u.b. con-
tact op met onze technische klantendienst of met uw vakhandelaar.
Spaltenumbruch
VOORZICHTIG!
Instellingen worden gewist!
Gebruik de servicecodes alleen maar wanneer het absoluut noodzakelijk is. Sommige serviceco-
des wissen ook opgeslagen berichten en telefoonboekrecords.
Opmerking
Invoer afbreken
Met NEE breekt u de invoer af wanneer u een verkeerde code hebt ingevoerd.
90 Service
PROBLEMEN EN MOGELIJKE OORZAKEN
Algemeen Mogelijke oorzaak/oorzaken
Op het diplay knipperen klok en datum. Na een korte stroomonderbreking moet u de
klok en de datum controleren. Bevestig met OK.
Geen kiestoon bij het opnemen
Versturen van faxberichten niet mogelijk
Controleer de installatie van het toestel. Contro-
leer of het apparaat is aangesloten op een stop-
contact.
Sluit de telefoonkabel aan de met Î/LINE geken-
merkte bus aan. Steek de telefoonstekker in uw
telefoonaansluitingsdoos.
Test het toestel eventueel op een andere tele-
foonleiding vooraleer u contact opneemt met de
technische klantendienst.
Let op de informatie op het display.
Problemen met faxen Mogelijke oorzaak/oorzaken
Faxberichten worden voortdurend afgebroken. Probeer het faxbericht manueel te versturen:
Druk op μ en kies het nummer. Mocht de ont-
vanger een antwoordapparaat hebben aangeslo-
ten wacht dan op de fluittoon. Druk op o.
Misschien is het toestel van de ontvanger niet
klaar voor ontvangst.
Het verzenden van faxen naar een faxnummer is
niet mogelijk.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een
faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel
klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). U
kunt luisteren hoe de verbindingsopbouw ver-
loopt (pagina 48).
Verstuurde documenten komen met kwaliteits-
verlies aan.
Wijzig de resolutie.
Test uw toestel door een kopie van het docu-
ment te maken. Wanneer het toestel in orde is,
is het faxtoestel van de ontvanger misschien de-
fect.
Test de scanner door de functielijst uit te druk-
ken (druk op OK, 81 en OK). Indien de func-
tielijst vlekkeloos drukt, is de scanner eventueel
vuil of defect. Reinig de scanner.
Faxontvanger ontvangt een lege pagina. Leg het document met de tekst naar beneden in
de documentinvoer.
Geen faxontvangst Controleer of de manuele faxontvangstmodus is
ingesteld. Faxberichten worden niet automatisch
door het toestel ontvangen (Pagina 63).
Mogelijk dient u de ontvangstsnelheid van de fax
te verlagen (pagina 66).
U hoort een fluittoon of stilte in de hoorn. De oproep is een fax. Druk aan het toestel op o.
Druk op de extra telefoon op *5. Leg de
hoorn op.
Service 91
Spaltenumbruch
Problemen tijdens het afdrukken of kopië-
ren
Mogelijke oorzaak/oorzaken
Er wordt niet uitgeprint.
Het uitprinten wordt onderbroken.
Papier- of documentenophoping, papier of to-
nercartridge is op.
Let op de informatie op het display.
Na het uitprinten van meerdere pagina's kan een
korte pauze optreden. Het toestel gaat automa-
tisch door met uitprinten.
De kopie is wit. Leg het document met de tekst naar beneden in
de documentinvoer.
Er is geen cartridge geplaatst.
Het toestel maakt tijdens het uitprinten witte
strepen.
Reinig de trommel van de tonercartridge met
een zachte doek.
Maak de LED printkop schoon aan de bovenkant
van de cartridge (zie ook hoofdstuk LED printkop
schoonmaken, pagina 86)
Maak de scanner en de documentinvoer schoon
(zie ook hoofdstuk Scanner en documentinvoer
schoonmaken, pagina 85).
Het toestel maakt tijdens het uitprinten zwarte
strepen.
Maak de scanner en de documentinvoer schoon
(zie ook hoofdstuk Scanner en documentinvoer
schoonmaken, pagina 85).
De tonercartridge is beschadigd en moet worden
vervangen. Gebruik uitsluitend originele ver-
bruiksmaterialen.
Het apparaat maakt tijdens het afdrukken verti-
cale strepen.
Mogelijk moet de scanner opnieuw worden geka-
libreerd (zie ook hoofdstuk Scanner kalibreren,
pagina 88).
Het toestel maakt geluiden tijdens het drukken. De tonercartridge is opgebruikt en moet worden
vervangen. Gebruik uitsluitend originele ver-
bruiksmaterialen.
Ontvangen faxen en kopieën zijn te licht. Het toestel van de verzender is niet optimaal in-
gesteld.
Als de kopie te licht is, is de toner bijna op en
moet worden vervangen. Gebruik uitsluitend ori-
ginele verbruiksmaterialen.
Afdruk is onscherp Maak de LED printkop schoon aan de bovenkant
van de cartridge (zie ook hoofdstuk LED printkop
schoonmaken, pagina 86)
92 Service
FOUTMELDINGEN EN MOGELIJKE OORZAKEN
Algemene foutmeldingen Mogelijke oorzaak/oorzaken
PAPIER INVOEREN Papier moet in de handmatige papierinvoer wor-
den geplaatst (zie ook hoofdstuk Papier in de
handmatige papierinvoer plaatsen, pagina 40).
GEHEUGEN VOL Faxgeheugen vol! Wanneer het faxgeheugen vol
is, kunnen geen verdere berichten meer worden
ontvangen. Druk opgeslagen faxberichten af,
zodat het apparaat weer berichten kan ontvan-
gen.
VERWIJDER PAPIER Er heeft zich een documentstoring voorgedaan.
Verwijder alle documenten uit de documentin-
voer. Verhelp de documentstoring (zie ook
hoofdstuk Documentstoring verhelpen, pagina
83).
PAPIER VAST. Er heeft zich een papierstoring voorgedaan:
Controleer alle van de volgende drie onderdelen
op vastgelopen papier: papierlade/papierinvoer,
printerunit en fixeerunit (zie ook hoofdstuk Pa-
pierstoring verhelpen, pagina 78).
Verhelp de papierstoring. Druk op o na het ver-
helpen van de fout om door te gaan met de af-
drukopdracht. Druk op j, om de foutmelding te
negeren.
VERKEERD PAPIER
AFM PAPIER
probleem met het geplaatste papierformaat.
Zorg ervoor dat u het juiste papierformaat ge-
bruikt. Herhaal de afdrukopdracht of de kopieer-
opdracht.
Er bevindt zich geen papier in de papierlade, of
het papier is niet juist geplaatst. Controleer de
papierlade.
WEINIG TONER De cartridge is bijna opgebruikt en moet spoedig
worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele
verbruiksmaterialen.
TONER EMPTY
NIET ORIGINEEL TONER
NIET-GEÏNSTALL. TONER
Problemen met de cartridge: cartridge leeg, een
beschadigde, verkeerde of geen cartridge in het
apparaat. Controleer de cartridge (zie ook
hoofdstuk Cartridge vervangen, pagina 75).
De cartridge is opgebruikt en moet worden ver-
vangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiks-
materialen.
DEFECTE TONER De toner cartridge is onjuist geplaatst of hij
wordt niet herkend. Neem de toner cartridge uit
het apparaat en plaats de toner cartridge op-
nieuw. Als de fout nogmaals optreedt, dan is de
cartridge beschadigd en moet deze worden ver-
vangen (zie hoofdstuk Cartridge vervangen, pa-
gina 75). Gebruik uitsluitend originele verbruiks-
materialen.
PRINTERFOUT Fout bij afdrukopdracht of kopieeropdracht.
Printopdracht wordt onderbroken. Herhaal de af-
drukopdracht of de kopieeropdracht.
Service 93
FOUTMELDINGEN OP HET VERZENDBERICHT
PRINTER AFKOELEN Na het uitprinten van meerdere pagina's kan een
korte pauze optreden. Het toestel gaat automa-
tisch door met uitprinten.
PRINTERSYSTEEM FOUT
FUSER FOUT
FOUT IN PAPIERINVOER
FOUT IN LED
SCANNERFOUT
ROLLEN BEVUILD
Apparaatfout! Gebruik de functie snelle pro-
bleemoplossing (zie ook hoofdstuk Snelle probl-
eemoplossing, pagina 89). Mocht de fout regel-
matig optreden, neem dan a.u.b. contact op met
onze technische klantendienst of met uw vak-
handelaar.
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
Algemene scanfout Tijdens het scannen van het document heeft zich
een fout voorgedaan, bijvoorbeeld een docu-
mentstoring (zie ook hoofdstuk Documentstor-
ing verhelpen, pagina 83).
Geannuleerd door gebruiker De verzendopdracht is door het indrukken van
de j-knop op het verzendapparaat afgebroken.
Bezet of fax reageert niet
Deelnemer heeft verbinding afgebroken
Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het toe-
stel na enige tijd het nummer nog eens. Na zes
pogingen wordt de verzendprocedure afgebro-
ken. Probeer het op een later tijdstip nogmaals.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een
faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel
klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). Druk
op FAX ofo om het faxbericht handmatig te ver-
sturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor
ontvangst is.
Nummer niet opgeslagen Het nummer van de ontvanger is niet langer in
het apparaat opgeslagen. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren als u een vermelding uit het telefoon-
boek als ontvanger voor een faxbericht hebt uit-
gekozen, dat later verstuurd dient te worden, en
de vermelding uit het telefoonboek voor het mo-
ment van versturen hebt gewist.
Afgesloten
Kan niet communiceren
Deelnemer heeft verbinding aangehouden
Controleer gekozen nummer
De verzendprocedure is onderbroken. Herhaal
de verzendopdracht.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een
faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel
klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). Druk
op FAX ofo om het faxbericht handmatig te ver-
sturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor
ontvangst is.
Herhaal de verzendopdracht met een lagere
overdrachtsnelheid (zie ook hoofdstuk Over-
drachtsnelheid verlagen, pagina 64).
Algemene foutmeldingen Mogelijke oorzaak/oorzaken
94 Service
Overdracht mislukt Versturen van faxberichten: Herhaal de ver-
zendprocedure.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een
faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel
klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). Druk
op FAX ofo om het faxbericht handmatig te ver-
sturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor
ontvangst is.
Faxontvangst: De ontvangst van een faxbe-
richt is afgebroken. Vraag aan de afzender om
het faxbericht nogmaals te versturen.
Telef. contact Bel het nummer en controleer of dit nummer een
faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel
klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). Druk
op FAX ofo om het faxbericht handmatig te ver-
sturen.
KWALITEIT Mogelijk doet zich een fout voor omdat het ap-
paraat van de afzender de foutcorrectie modus
niet ondersteunt.
Versturen van faxberichten: Het verstuurde
faxbericht is niet foutloos ontvangen. Vraag de
ontvanger of de verzendprocedure moet worden
herhaald.
Faxontvangst: Als het ontvangen faxbericht
onleesbaar is, vraagt u de afzender het faxbe-
richt nogmaals te versturen.
Geheugen vol Faxgeheugen vol! Wanneer het faxgeheugen vol
is, kunnen geen verdere berichten meer worden
ontvangen. Druk opgeslagen faxberichten af,
zodat het apparaat weer berichten kan ontvan-
gen.
Interne fout Tijdens het afdrukken van het ontvangen faxbe-
richt heeft zich een fout voorgedaan.
Controleer of het apparaatdeksel geopend is.
Controleer of de papiervoorraad op is (zie ook
hoofdstuk Papier in de papiercassette plaatsen,
pagina 37).
Controleer of de cartridge op is (zie ook hoofd-
stuk Tonerniveau tonen, pagina 74 en hoofdstuk
Cartridge vervangen, pagina 75).
Controleer of zich een papierstoring heeft voor-
gedaan (zie ook hoofdstuk Papierstoring verhel-
pen, pagina 78).
Fout ontvangen document Het ontvangen faxbericht is mogelijk onvolledig.
Vraag aan de afzender om de lengte van het fax-
bericht te controleren. Mogelijk is het bericht te
lang om volledig te worden verstuurd.
Geen document voor faxafroep In het gekozen apparaat waren geen documen-
ten aanwezig die opgeroepen konden worden.
Mogelijk is het apparaat van de afzender niet
klaar, of is het document niet langer beschik-
baar.
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
Service 95
Codering niet compatibel Faxverzending aan mailbox: het opgegeven
mailbox nummer bestaat niet bij de afzender.
Onbekend mailboxnummer Faxoproep uit een mailbox: het opgegeven mail-
box nummer bestaat niet bij de afzender.
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
96 Verklarende woordenlijst
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Aankloppen
Wordt u tijdens een telefoongesprek door nog iemand opgebeld, hoort u een signaal. Is uw tele-
foonaansluiting voor extra functies geactiveerd, dan kunt u tussen de gesprekken heen en weer
schakelen (Zie R-toets, zie Wisselgesprek).
Afzenderherkenning (= kopregel)
Aan de bovenrand van elke ontvangen faxbladzijde verschijnen nummer en naam van de afzender
evenals datum en tijdstip van de faxtransmissie.
Asymmetric Digital Subscriber Line (ADSL).
Zie Digital Subscriber Line (DSL)
Bellerslijst
In de lijst van bellers worden de nummers van de laatste bellers opgeslagen. Hiervoor is het nodig
dat de nummerweergave voor uw telefoonaansluiting geactiveerd is en de beller het meesturen van
zijn telefoonnumer niet onderdrukt heeft (zie Nummerherkenning).
Broadcast
zie Rondzenden
Call-by-Call
Keuze van een telefoonaanbieder voor elk gesprek. Het is mogelijk telefoongesprekken via verschil-
lende particuliere telefoonaanbieders te voeren. Met kengetallen vóór het eigenlijke telefoonnum-
mer kan men voor elk telefoongesprek een andere telefoonaanbieder kiezen zonder een vaste con-
tractuele binding aan te gaan.
CCITT
Comite Consultatif International Téléphonique et Télégraphique (voorloper van de ITU)
CE
Conformité Européenne
Chain Dialling
zie Nummers combineren
CLIP
Calling Line Identification Presentation (zie Nummerweergave)
CLIR
Caller Line Identification Restriction (zie Nummerweergave)
CNG
Calling Signal (zie Faxsignaal)
Codering
De gegevens van uw faxbericht worden voor de transmissie gecodeerd en gecomprimeerd. Mini-
mum standaard is MH (Modified Huffmann). Betere coderingsprocedures zijn MR (Modified Read) of
MMR (Modified Modified Read).
Digital Subscriber Line (DSL)
Gegevensaansluiting voor privéhuishoudens of bedrijven met hoge overdrachtsnelheid (= breed-
bandaansluiting) meestal voor internetverbindingen. Voor de DSL aansluiting kan de vaste telefoon-
aansluiting worden gebruikt. Op grond van het gebruikte frequentiebereik kan internet via DSL te-
gelijkertijd met de telefoonaansluiting plaats vinden. Voor privéhuishoudens zijn er meestal aan-
sluitingen beschikbaar met verschillende overdrachtsnelheden: Asymmetric Digital Subscriber Line
(ADSL). Tegenover een hoge download snelheid staat meestal een veel lagere upload snelheid.
Verklarende woordenlijst 97
Doorkiesnummer
Nummer om een bepaalde aansluiting van een telefooncentrale direct op te bellen.
DTMF
Dual Tone Multiple Frequency (zie Toonkies-methode)
Easylink
Met de Easylink-functie hebt u extra mogelijkheden ter beschikking voor het beheer van externe
apparatuur die op dezelfde telefoonlijn als uw toestel is aangesloten (faxontvangst starten, lijn op-
roepen, zie extra apparatuur) Extra telefoons moeten daarvoor op de toonkiesprocedure (DTMF-
tonen) ingesteld.
ECM
Error Correction Mode (zie Reductie van transmissiefouten)
Fax afroepen
Met de actieve fax op afroep kan men een document van een ander faxapparaat afroepen. Voor het
afroepen van faxen van een grotere onderneming met meerdere afroepfuncties kunt u ook suba-
dressen/doorkiesnummers intoetsen. Hiervoor moet u tussen het faxnummer en het subadres een
kiespauze invoegen (zie Kiespauze).
Faxgroepen
De faxapparaten worden, afhankelijk van de transmissiewijze en -snelheid, in internationaal ge-
standaardiseerde faxgroepen ingedeeld. De verbinding van twee apparaten van verschillende groe-
pen is mogelijk, dan wordt de laagste gemeenschappelijke transmissiesnelheid gekozen. Het vast-
leggen van de snelheid vindt tijdens de Handshake plaats (zie Handshake). De faxgroepen 1 tot 3
zijn analoge faxapparaten. Groep 1 en 2 bestaan tegenwoordig nauwelijks meer; gebruikelijk zijn
de faxapparaten van groep 3 die een transmissiesnelheid van 9.600 tot 33.600¦bps hebben. Groep
4 zijn digitale faxapparaten die uitsluitend met ISDN-installaties functioneren. Deze hebben een
transmissiesnelheid van maximaal 64.000¦bps.
Faxschakelaar
De faxschakelaar controleert binnenkomende oproepen en regelt het belgedrag van het faxappa-
raat. Afhankelijk van de geselecteerde modus worden faxberichten automatisch of handmatig ont-
vangen.
Faxsignaal, CNG-toon (= Calling Signal)
De toon die een faxapparaat uitzendt om een faxtransmissie aan te kondigen. Aan de CNG-toon
herkent de faxschakelaar van het apparaat een binnenkomend faxbericht en start de faxontvangst.
Geheugen
Zit er geen papier of geen toner in uw toestel, slaat het apparaat binnenkomende faxberichten op.
Handshake
De Handshake is de voorloop- en afscheidsfase van een faxtransmissie. Na het opbouwen van een
verbinding controleren de faxapparaten het toebehoren tot een groep en prestatiekenmerken als
verkleinen of grijstinten. Na de faxtransmissie bevestigt het ontvanger-apparaat de ontvangst voor-
dat de verbinding wordt onderbroken (zie Faxgroepen).
Hook flash-functie
Zie wisselgesprek toets
ISDN
Integrated Services Digital Network
ITU
International Telecommunications Union (organisatie van de UNO)
98 Verklarende woordenlijst
Kengetal
De buitenlijncode is het cijfer of de letter die men op een telefoontoestel van een telefooncentrale
vóór het eigenlijke telefoonnummer moet draaien om een verbinding met het openbare telefoonnet
te verkrijgen (zie ook Telefooncentrale).
Kiespauze
Bij interlokale nummers of nummers met subadressen/doorkiesnummers moet eventueel een kies-
pauze worden ingevoegd om een te snel doorkiezen en onderbreking van de verbinding te vermij-
den. Het tweede deel van het nummer wordt pas na een korte pauze gekozen.
LCD
Liquid Crystal Display (vloeibaar-kristal display)
MH
Modified Huffmann (codeermethode voor faxen, zie Codering)
MMR
Modified Modified Read (codeermethode voor faxen, zie Codering)
MR
Modified Read (codeermethode voor faxen, zie Codering)
Multifrequentie-methode
zie Toonkies-methode
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van
de cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge opgeslagen. U kunt verschillende cartridges
gebruiken en het desbetreffende tonerniveau van de cartridge laten tonen.
Nummerherkenning (CLIP)
Er zijn twee vormen van nummerweergave (Calling Line Identification Presentation, CLIP). Belt ie-
mand u op, geeft uw apparaat het nummer van de beller op het display aan. Wordt u tijdens een
telefoongesprek door nog iemand opgebeld, hoort u een signaal. Uw telefoonmaatschappij moet
beide functies aanbieden en voor uw telefoonaansluiting vrijschakelen. Het verzenden van het te-
lefoonnummer kan tijdelijk of compleet uitgeschakeld worden (Calling Line Identification Restric-
tion, CLIR).
Nummers combineren (= Chain Dialling)
U kunt invoeren in de telefoonboek, handmatig ingetoetste cijfers en nummers uit de nummerher-
halingslijst of de lijst van bellers vrij combineren en bewerken, voordat het nummer gedraaid wordt.
Hebt u bijvoorbeeld het kengetal van een gunstige telefoonaanbieder (zie Call-by-Call) in uw tele-
foonboek opgeslagen, selecteert u deze invoer en toetst het gewenste nummer handmatig in of u
kiest een nummer uit de telefoonboek, de nummerherhalingslijst of de lijst van bellers.
Onderdrukking nummerweergave (CLIR)
Als u een deelnemer opbelt, verschijnt de naam die u hebt ingevoerd op de display van degene die
wordt opgebeld. U kunt deze functie uitschakelen en zo uw nummer onderdrukkken (Caller Line
Identification Restriction, CLIR).
Opwarmfase
Standaard staat het apparaat in de energiebesparingsmodus (zie Energiebesparingsmodus). In de
opwarmfase verwarmt het apparaat de printeenheid tot de benodigde bedrijfstemperatuur bereikt
is en de kopie of de fax afgedrukt kan worden.
PABX
Private Automatic Branch Exchange (zie Telefooncentrale)
Polling
zie Fax afroepen
Verklarende woordenlijst 99
POTS
Plain Old Telephone Service
PSTN
Public Switched Telephone Network (zie Telefooncentrale)
pulskiesmethode
Een kiesmethode die in oudere telefoonnetten wordt gebruikt. U hoort na elk gekozen cijfer een tik-
ken.
Reductie van transmissiefouten (ECM)
ECM reduceert transmissiefouten die bijvoorbeeld door slechte leidingen ontstaan en verkort daar-
door de transmissieduur. Beide verbonden faxapparaten moeten ECM ondersteunen.
RJ-11
Registered Jack 11 (ook Western-stekker, gestandaardiseerde telefoonstekker)
Rondzenden (= Broadcast)
Met deze functie kunt u een fax naar meerdere ontvangers sturen.
Scannen
Inlezen van een document in het faxgeheugen of de computer om het te verzenden, te kopiëren of
verder te bewerken.
Telefooncentrale
Telefooncentrales (PABX) worden in grotere bedrijven gebruikt. Ook particuliere ISDN-installaties
kunnen telefooncentrales zijn. Om van een telefooncentrale een verbinding met het openbare tele-
foonnet te verkrijgen moet men een cijfer of teken vóór het eigenlijke nummer intoetsen; in de
meeste gevallen is dit de nul (zie ook Buitenlijncode).
Tijdstempel
In de kopregel van elke ontvangen fax verschijnt de datum en het tijdstip van ontvangst. Een buf-
fergeheugen zorgt ervoor dat ook na een stroomstoring de correcte gegevens worden afgedrukt.
Zo kunt u documenteren, wanneer een fax bij u is binnengekomen.
Toonkiesfunctionaliteit (= multifrequentie-methode)
De toonkiesfunctionaliteit heeft in vele landen de pulskies-methode opgevolgd, waarbij voor elk cij-
fer een overeenkomstig aantal impulsen werd overgedragen. Bij de toonkies-methode is aan elke
toets een specifieke toon toegekend (zogenaamde DTMF-tonen).
Transmissiesnelheid
De CCITT/ITU heeft voor de gegevenstransmissie via de telefoonlijn internationale normen uitge-
geven. De korte aanduidingen beginnen allemaal met V, daarom ook V-standaard. De belangrijkste
transmissiesnelheden voor faxberichten zijn: V.17 – 7.200 tot 14.400 bps, V.21 – maximaal 300
bps, V.22 – maximaal 1.200 bps, V.22 bis – maximaal 2.400 bps, V.27 ter – maximaal 4.800 bps,
V.29 – maximaal 9.600 bps, V.32 bis – maximaal 14.400 bps, V.34 – maximaal 33.600 bps
TWAIN
(Tool Without an Interesting Name) Met de TWAIN-scannerdriver hebt u uit elke toepassing die deze
standaard ondersteunt, toegang tot het toestel en kunt u documenten scannen.
USB
Universal Serial Bus (computeraansluiting)
UTC
Coordinated Universal Time (gecoördineerde wereldtijd). De gecoördineerde wereldtijd is de huidige
gestandaardiseerde wereldtijd. Uitgaande van Greenwich bij Londen (nulmeridiaan) wordt de we-
reld in tijdzones ingedeeld. Deze tijdzones worden aangeduid met de afwijking ten opzichte van UTC
(in uren), bijvoorbeeld UTC+1 voor de Midden-Europese tijd (MET).
100 Verklarende woordenlijst
Vasthouden
Zie bemiddelen
Wisselgesprek (R-toets)
Met de toets wisselgesprek kunt u extra telefoonfuncties gebruiken, als uw telefoonaansluiting voor
deze speciale functies vrij geschakeld is. De R-toets heeft de Hook-Flash-functie opgevolgd. (zie
Wachtfunctie, Wisselgesprek).
Wisselgesprekken voeren
Met de R-toets schakelt u tussen verschillende telefoongesprekken heen en weer. De niet geacti-
veerde telefoongesprekken worden intussen in de wacht gezet en de gesprekspartners kunnen niet
meeluisteren. Uw telefoonaansluiting moet voor deze extra functie geactiveerd zijn (zie Wachtfunc-
tie, zie R-toets).
Bijlage 101
BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Afmetingen
Afmetingen (B¦×¦H¦×¦D)............................................................................. 390¦×¦291¦×¦390¦mm
Gewicht
Gewicht..................................................................................................................<¦8,8¦kg
Netaansluiting
Netaansluiting ................................................................................. 220¦–¦240¦V¦~ / 50¦–¦60¦Hz
Verbruik
Verbruik
Stand-by modus
Stand-by modus ...................................................................................................... <¦4¦W
Opwarmfase
Opwarmfase.........................................................................................................<¦980¦W
Overdracht/ontvangst
Overdracht/ontvangst............................................................................................. <¦15¦W
Printen
Printen ................................................................................................................<¦560¦W
Aanbevolen toestelomgeving
Aanbevolen toestelomgeving .................................................................................. 18¦–¦28¦ºC
Relatieve luchtvochtigheid
Relatieve luchtvochtigheid..........................................................30¦–¦70¦% (niet condenserend)
Soort aansluiting
Soort aansluiting .............................................................................................. PSTN · PABX
Kiesprocedure
Kiesprocedure ........................................................Toon-/pulskeuze (afhankelijk van het land)
NORMCONFORMITEIT
Veiligheid EN 60950-1
Veiligheid ..........................................................................................................EN¦60950-1
Storingen EN 55022 klasse B
Storingen ................................................................................................ EN¦55022 klasse B
Storingen EN 61000-3-2
..................................................................................................................EN¦61000-3-2
Storingen EN 61000-3-3
..................................................................................................................EN¦61000-3-3
Immuniteit EN 55024
Immuniteit............................................................................................................EN¦55024
SCANNER
Type Zwart-wit
Type ............................................................................................ Zwart-wit · 256 grijstinten
Leesbreedte
Leesbreedte ............................................................................................................216¦mm
Resolutie horizontaal
Resolutie horizontaal.................................................................................................203¦dpi
Resolutie vertikaal
Resolutie vertikaal
Standaard
Standaard.............................................................................................................100¦dpi
Fijn
Fijn ......................................................................................................................200¦dpi
Resolutie vertikaal SFijn
Superfijn...............................................................................................................400¦dpi
Snelheid
Snelheid
Standaard
Standaard.....................................................................................4,6 seconden/A4-pagina
Fijn
Fijn ..............................................................................................4,6 seconden/A4-pagina
SFijn
SFijn ............................................................................................9,2 seconden/A4-pagina
PRINTER
Type Klasse 1 LED laserprinter
Type ...............................................................................................................LED printkop
Emulatie
Emulatie...................................................................................................................... GDI
Opwarmtijd
Opwarmtijd........................................................................................................... <¦10¦sec.
Breedte
Breedte ..................................................................................................................211¦mm
Resolutie laag
Resolutie ......................................................................................................... 600¦x¦600¦dpi
Resolutie hoog
................................................................................................................. 600¦x¦1200¦dpi
Snelheid
Snelheid .................................................................................................. tot 20 blz./minuut
102 Bijlage
GEHEUGEN
Opnieuw kiezen/oproeplijst
Opnieuw kiezen/oproeplijst ...................................................................................50 records
Telefoonboek
Telefoonboek ............................................................................................... tot 250 records
Faxberichten
Faxberichten
................................................................................. tot 200 pagina’s (standaardtestbrief)
PAPIER (PAPIERCASSETTE)
Capaciteit
Capaciteit ........................................................................................................... 250 vellen
Grootte
Grootte ................................................................. A4 · A5 · B5 (JIS) · Letter · Legal (13/14¦")
............................................................................................ Exec · gebruiker gedefinieerd
Gewicht
Gewicht..........................................................................................................60¦–¦105¦g/m²
PAPIER (HANDMATIGE PAPIERINVOER)
Capaciteit
Capaciteit ...............................................................................................................1 vellen
Breedte
Breedte ............................................................................................................98¦–¦216¦mm
Lengte
Lengte ...........................................................................................................148¦–¦356¦mm
Gewicht
Gewicht..........................................................................................................60¦–¦165¦g/m²
DOCUMENTINVOER
Capaciteit
Capaciteit .............................................................................................................30 vellen
Breedte
Breedte ..........................................................................................................140¦–¦218¦mm
Lengte
Lengte ...........................................................................................................128¦–¦600¦mm
Gewicht
Gewicht............................................................................................................ 60¦-¦90¦g/m²
FAX
Type groep 3
Type ......................................................................................................................Groep 3
Compatibiliteit
Compatibiliteit..................................................................................................... ITU-T¦T.30
Gegevenscompressie
Gegevenscompressie............................................................................ MH · MR · MMR · JBIG
Modulatie
Modulatie............................................................................... V.17, V.21, V.27ter, V.29, V.34
Transmissiesnelheid
Transmissiesnelheid .............................................................................................33.600¦bps
KOPIEERAPPARAAT
Type Zwart-wit
Type ............................................................................................ Zwart-wit · 256 grijstinten
Resolutie
Resolutie
Resolutie auto
Auto............................................................................................................. 200¦x¦203¦dpi
Resolutie tekst
Tekst............................................................................................................ 200¦x¦203¦dpi
Resolutie Kwaliteit
Kwaliteit ....................................................................................................... 400¦x¦203¦dpi
Resolutie Foto
Foto ............................................................................................................. 400¦x¦203¦dpi
Snelheid
Snelheid ....................................................................................................... 24 blz./minuut
Kopieën in veelvoud
Kopieën in veelvoud.......................................................................................tot 99 pagina’s
Wijzigingen voorbehouden
Wijzigingen aan deze technische specificaties zijn zonder vooraankondiging voorbe-
houden.
Spaltenumbruch
Bijlage 103
Reproduceren niet toegelaten
In heel wat landen is het reproduceren van bepaalde documenten (door bijvoorbeeld scannen, uit-
printen en kopiëren) verboden. De volgende lijst van dergelijke documenten maakt geen aanspraak
op volledigheid en dient alleen maar ter oriëntatie. Vraag in geval van twijfel raad aan uw rechts-
bijstand.
· Reispassen (identiteitskaarten)
· Inreis- en uitreispapieren (immigratiepapieren)
· Documenten in verband met legerdienst
· Bankbiljetten, reischeques, wissels
· Postzegels, fiscale zegels (gestempeld of ongestempeld)
· Leningdocumenten, investeringscertificaten, obligaties
· Documenten die door copyright beschermd zijn
Let ook op de in uw land geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot de rechtskracht van
faxberichten - vooral in verband met de geldigheid van handtekeningen, tijdige levering of ook na-
delen op basis van kwaliteitsverlies bij de transmissie enz.
Respecteer het telefoongeheim en de bescherming van persoonlijke gegevens zoals beschreven in
de in uw land geldende wetten.
Oki Systems (UK) Limited
550 Dundee Road
Slough Trading Estate
Slough, SL1 4LE
Tel:44 (0) 1753 819819
Fax:44 (0) 1753 819899
http://www.okiprintingsolutions.co.uk
Oki Systems Ireland Limited
The Square Industrial Complex
Tallaght, Dublin 24, Ireland
Tel:+353 1 4049590
Fax:+353 1 4049591
http://www.oki.ie
OKI Systems - Northern Ireland
40 Sydenham Park
Belfast, BT4 1PW
Tel:+44 (0)28 90 20 1110
http://www.oki.ie
Technical Support for all Ireland:
Tel:+353 1 4049570
Fax:+353 1 4049555
E-mail: tech.support@oki.ie
Oki Data Corporation
4-11-22 Shibaura, Minato-ku
Tokyo 108-8551
Tel:(81) 3 5445 6158
Fax:(81) 3 5445 6189
http://www.okidata.co.jp
Oki Data (Singapore) Pte. Ltd.
438A Alexandra Road #02-11/12,
Alexandra Technopark,
Singapore 119967
Tel:(65) 6221 3722
Fax:(65) 6594 0609
http://www.oki.com.sg
Oki Systems (Thailand) Ltd.
1168/81-82 Lumpini Tower,
27th Floor, Rama IV Rd.,
Tu
ngmahamek, Sathorn,
Bangkok 10120
Tel:(66) 2679 9235
Fax :(66) 2679 9243
http://www.okisysthai.com
Oki Hong Kong Limited
Unit 607, 6/F, Island Place Tower,
510 Kings Road, North Point,
Hong Kong
Tel: (852) 3543 9200
Fax: (852) 3549 6040
Oki Data (Australia) Pty. Ltd.
146 O'Riordan Street
Mascot NSW 2020 Australia
Tel : (61) 2 9667 7000
Fax : (61) 2 9667 7094
http://www.oki.com.au
Comworth Systems Ltd.
10 Constellation Drive Mairangi Bay,
Auckland,
New Zealand
Tel:(64) 9 477 0500
Fax:(64) 9 477 0549
http://www.comworth.co.nz
Oki Data(S) P Ltd. Malaysia Rep
Office
Suite 21.03, 21st Floor Menara IGB,
Mid Valley City,
Lingkaran Syed Pura 59200,
Kuala Lumpur, Malaysia
Tel: (60) 3 2287 1177
Fax: (60) 3 2287 1166
Oki Systems (Czech & Slovak), s.r.o.
IBC - Pobřežní 3
186 00 Praha 8
Czech Republic
Tel.: +420 224 890158
Website: www.oki.cz, www.oki.sk
OKI Printing Solutions (Denmark)
Herstedøstervej 27
2620 Albertslund
Adm.: +44 43 66 65 00
Hotline: +44 43 66 65 40
Salg: +44 43 66 65 30
Fax: +44 43 66 65 90
Website: www.oki.dk
Oki Systems (Deutschland) GmbH
Hansaallee 187
40549 Düsseldorf
Tel: 01805/6544357**
01805/OKIHELP**
Fax: +49 (0) 211 59 33 45
Website: www.okiprintingsolutions.de
info@oki.de
**0,14€/Minute aus dem dt. Festnetz
der T-Com
(Stand 11.2008)
Oki Systems (Iberica), S.A.
C/Teide, 3
San Sebastian de los Reyes
28700, Madrid
Tel: 91 3431620
Fax: 91-3431624
Atención al cliente: 902 36 00 36
Website: www.oki.es
Oki Systems (Finland) Oy
Polaris Capella
Vänrikinkuja 3
02600 Espoo
Tel: +358 (0) 207 900 800
Fax: +358 (0) 207 900 809
Website: www.oki.fi
Oki Systèmes (France) S.A.
44-50 Av. du Général de Gaulle
94246 L'Hay les Roses
Paris
Tel: 01 46 15 80 0
0
Télécopie: 01 46 15 80 60
Website: www.oki.fr
Oki Systems (Magyarország) Kft.
H1134 Budapest
Váci út 35
Telefon: +36 1 814-8000
Telefax: +36 1 814-8030
Webhely: www.okihu.hu
OKI Systems (Italia) S.p.A.
via Milano, 11
20084 Lacchiarella (MI)
Tel: 02.90026.1 (R.A.)
Fax: 02.90026.344
Website: www.oki.it
Oki Systems (Holland) b.v.
Neptunustraat 27-29
2132 JA Hoofddorp
Helpdesk: 0800 5667654
Tel: 023 5563740
Fax: 023 5563750
Website: www.oki.nl
Oki Systems (Belgium)
Medialaan 24
1800 Vilvoorde
Helpdesk: 02-2574620
Fax: 02 2531848
Website: www.oki.be
Oki Systems (Norway) A/S
Tevlingveien 23
N-1081 Oslo
Tel: 63 89 36 00
Telefax: 63 89 36 01
Ordrefax: 63 89 36 02
Website: www.oki.no
Oki Systems P
rinting Solutions
Platinium Business Park 11,
3rd Floor ul. Domaniewska 42,
02-672 Warsaw
Poland
Tel.: +48 22 448 65 00
Fax.: +48 22 448 65 01
Website: www.oki.com.pl
E-mail: oki@oki.com.pl
Hotline: 0800 120066
E-mail: tech@oki.com.pl
Oki Systems (Ibérica) S.A.
Sucursal Portugal
Edifício Prime -
Av. Quinta Grande 53,7ºD
2614-521 Amadora
Tel: 21 470 42 00
Fax: 21 470 42 01
Website:
www.okiprintingsolutions.com.pt
E-mail : oki@oki.pt
Oki Service
Serviço de apoio técnico ao Cliente
Tel: 808 200 197
E-mail : okiserv@oki.pt
Oki Systems (Sweden) AB
Box 8133
Salagatan 42A
163 50 Spånga
Tel. +46 8 634 37 00
e-mail: info@oki.se för allmänna
frågor om Oki produkter
support@oki.se för teknisk support
gäll
andes Oki produkter
Vardagar: 08.30 - 12.00, 13.00 -
16.00
Website: www.oki.se
OKI Europe Ltd. (Russia)
Zagorodnoye shosse, 1, office 702
Moscow 117152, Russia
Tel: +7 495 2586065
Fax: +7 495 2586070
e-mail: info@oki.ru
Website: www.oki.ru
Technical support:
Tel: +7 495 564 8421
e-mail: tech@oki.ru
OKI Europe Ltd. (Ukraine)
20, Velyka Zhytomyrska Street
“Panorama” Business Centre
5th Floor
Kiev 01025
Tel: +380 44 537-52-88
e-mail: info@oki.ua
Website: www.oki.ua
Oki Sistem ve Yazıcı Çözümleri Tic. Ltd. Ști.
Harman Sokak, No:4, Kat:6, 34394,
Levent, Istanbul
Tel : +90 212 279 2393
Fax : +90 212 279 2366
http://www.oki.com.tr
www.okiprintingsolutions.com.tr
Διανομέας των συστημάτων OKI
CPI A.E.
Ραφαηλίδου 1 & Αγρινίου
177 78 Ταύρος
Αθήνα
Ελλάδα
Τηλ.: 210 48 05 800
Fax: 210 48 05 801
Mail: sales@cpi.gr
CPI A.E Βορείου Ελλάδος
Ν.Μαντζάρου 11, 54627
Θεσσαλονίκη
Τηλ.:2310 531.334
Fax:2310 541.654
Email:sales_the@cpi.gr
104

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Oki Fax 170 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Oki Fax 170 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9,54 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info