Het apparaat configureren....> 23
H
ET
APPARAAT
CONFIGUREREN
....
M
INIMALE
CONFIGURATIEVEREISTEN
Voor een optimaal gebruik van uw MFP hebt u de volgende
configuratie nodig:
Voor het verzenden van e-mails:
> TCP/IP-netwerk
> Een SMTP-server en optioneel een POP3-server
Voor het archiveren van documenten via een intranet:
> Omgeving met het FTP-, HTTP- of CIFS-protocol
> Windows 98, Windows NT, Windows 2000, Windows ME,
Windows XP, HTTP- of FTP-server
W
AT
U
MOET
WETEN
VOORDAT
U
HET
MFP
INSTALLEERT
Voor de functies voor scannen naar e-mail en scannen naar FTP
moet het MFP correct worden ingesteld in uw netwerk. U moet de
volgende netwerkparameters instellen zodat andere
netwerkapparaten het MFP kunnen vinden in het netwerk:
1. DHCP ingeschakeld:
2. IP-adres: . . .
3. Subnetmasker: . .
4. Gateway-IP: . . .
5. DNS-server: . . .
6. SMTP-server: . . .
7. SMTP-poort: 25
8. POP3-server: . . .
9. POP3-poort: 110