10 Veerunit voormonteren.De beide drievoudige trekveersets
J
17 met het kunststof geleidingselement naar beneden op
de garagevloer leggen (spanband naar de achterkant van
de gagage wi zend). Een rolset
J
18 met de zwarte kant naar
boven met
J
S4 +
J
M1 aan de trekveerset
J
17 bevestigen. Dit
wordt de rechter veerunit. De beide draadeinden wijzen
naar de rechterbinnenkant van de garage. De andere
rolset
J
18 met de rode kant naar boven met
J
S4 +
J
M1 aan
de andere drievoudige veerset
J
17 vastschroeven. Dit
wordt de linker veerunit. De beide draadeinden wijzen
naar de linkerbinnenkant van de garage.
11 De rechter resp. linker veerunit in de betreffende veer-
schachten
J
12 plaatsen en in het eerste gat van de span-
band in de veerhaak van de eindverbindingshoek
J
6
R/L
han-
gen en met veerborging
J
19 vastzetten.
12 Uiteinden van de dubbele staaldraad door het montage-
hulpstuk
J
16 leiden. Hierbij de dubbele staaldraad niet
verdraaien. Hiertoe:
12a de beide afzonderlijke draadeinden over de voorste
keerschijf
J
13 leggen en in het montagehulpstuk
J
16
hangen,
12b daarna de draadklem (klemt twee staaldraden)direct
in het montagehulpstuk
J
16 hangen.
12c De dubbele staaldraad nogmaals op niet getordeerd
ophanging controleren.
13 Lichte voorspanning op de beide veerunits geven. Voor het
spannen van de veren de borgingen
J
19 verwijderen, veer-
spanband naar achteren trekken, precies in een gat laten
vallen en de borgingen
J
19 weer aanbrengen.
14 Horizontale looprails
J
5
R/L
omhoogklappen en voor omval-
len behoeden (looprailverbinding
J
3 goed ondersteunen).
Erop letten dat de draadklemmen van de dubbele staal-
draad in het montagehulpstuk
J
16 blijven zitten.!
15 Looprailverbinding
J
3 en horizontale looprails
J
5
R/L
met een
waterpas horizontaal uitlijnen en aan de wand resp.het pla-
fond bevestigen.
15a Plafondbevestiging: bevestigingssteun
J
14 + klem-
plaat
J
15 + hoekbeugel
J
20 +
J
S1 +
J
M1 +
J
S2 +
J
D1 .
15b Wandbevestiging: hoekbeugel
J
20 +
J
S1 +
J
M1 +
J
S2
+
J
D1 .
16 Looprailbogen
J
21 met
J
S5 +
J
M1 aan het hoekkozijn
J
1
R/L
en met
J
S1 +
J
M1 aan de voorste hoekbeugels
J
10 vast-
schroeven (de looprailprofielen moeten direct op elkaar
aansluiten).
17 Aan beide kanten de bovenste draadophanging
J
22 door de
bevestigingshoek met
J
S6 in het eindprofiel
J
11
R/L
vastzet-
ten,
J
M1 onder aan het eindprofiel
J
11
R/L
aantrekken, de
draadklem uit het montagehulpstuk
J
16 trekken (attentie:
staaldraad staat onder lichte voorspanning) en in de
bovenste draadophanging
J
22 hangen. Hierbij de dubbele
staaldraad niet verdraaien!!
Montage deurblad (De kopsectie ligt in het sectiepakket boven)
18 Bodemsectie
18a Aluminium bodemprofiel
J
23 met
J
S7 aan de bodem-
sectie vastzetten (buitenste gaten vrijlaten)en rubbers
J
24
R/L
aanbrengen.
18b Rechts en links boven aan de bodemsectie een zij-
scharnier
J
25 en een middenscharnier
J
26 (twee mid-
denscharnier vanaf modulusmaat >2500) met telkens
twee
J
S7 aan de bodemsectie vastzetten.
18c Bodemsectie tussen het hoekkozijn
J
1
R/L
plaatsen en
op hout (o.i.d.)van ca.3 cm dikte zetten om later de
deur te kunnen optillen.Bodemsectie voor omvallen
behoeden.
18d Een geleiderol met lange as
J
27 in de linker en rechter
geleiderolhouder
J
28
R/L
plaatsen, in de verticale loop-
rails aanbrengen en met
J
S1 +
J
M1 aan de zijscharnier
J
25 vastzetten.
18e Twee afstandsplaatjes
J
U1 op de assen van de loop-
wielen met korte as
J
29 plaatsen, in de onderste gelei-
derolhouders
J
30 aanbrengen en geleiderolhouders
met
J
S4 +
J
M1 aan de onderste draadophanging
J
31
R/L
vastschroeven. Onderste draadophangingen
J
31
R/L
rechts en links met telkens vier
J
S7 aan de
bodemsectie vastzetten.
19 Slotsectie
19a Zijplaat
J
36 met
J
S7 in het bovenste zijwaartse gat
rechts aan de eindsectie vastzetten.
19b Clip in betreffende uitsparing in de buitengreep
J
40
met lange vierkant drukken.
19c Eindsectie in het hoekkozijn
J
1
R/L
plaatsen,tegen om-
vallen beveiligen en met twee
J
S7 aan de zijscharnier
J
25 + middenscharnier resp
J
26 van de bodemsectie
bevestigen.
19d Zijscharnier
J
25 met lange loopwielen
J
27 en rolhou-
ders
J
28
R/L
evenals middenscharnier resp. stukken
J
26 monteren (zie punt 18b /18d).
19e Slotset aan de slotsectie monteren. Sluitplaat
J
38 +
sluitwerk
J
39 (+ afstandsraam
J
33 bij iso 9 ) + buiten-
greep
J
40 + binnengreep
J
35:
Hiertoe greepplaat met sluitplaat
J
38 van buitenaf in
de rechthoekige uitsparing van de slotsectie steken
en met sluitwerk
J
39 ( bij iso-9 : afstandsraam
J
33 er
tussenmonteren ) van binnen met twee
J
S11 vast-
schroeven. Buitengreep
J
40 door het vierkante gat van
de sluitplaat
J
38 steken (kruk naar boven wijzend)en
van binnen met
J
S9 aan binnengreep
J
35 vastzetten.
Attentie: loopwielbok moet naar rechtsboven wijzen!
19f Bij deuren zonder elektrische bediening (anders ver-
der met punt 20)
J
S10 van achteren in vierkante uit-
sparingen van grendelschoot
J
37 invoeren. Met
J
M2
provisorisch tegen eruit vallen beveiligen. Grendel-
schoot
J
37 met twee
J
S7 rechts en links in de voorge-
boorde gaten aan de eindsectie vastzetten.
20 Middensectie(s)
Middensectie(s) op dezelfde wijze als de bodem – resp.
slotsectie met de delen
J
25 +
J
26 monteren, in het hoekko-
zijn
J
1
R/L
aanbrengen en lange loopwielen
J
27 + geleiderol-
houders
J
28
R/L
aanbrengen.
21 Kopsectie
Bovenste geleiderolsteun
J
44
R/L
rechts resp. links met drie
J
S7 aan de kopsectie vastzetten. Kopsectie in het hoekko-
zijn
J
1
R/L
plaatsen en bovenste geleiderolhouders
J
45
R/L
rechts resp. links in de bovenste horizontale looprail aan-
brengen en met
J
S4 +
J
M1 aan de bovenste geleiderolsteu-
nen
J
44
R/L
vastzetten.
22 Deur optillen en in de eindpositie zetten. Voorkom dat
deur kan omvallen.
De beide afzonderlijke draadeinden uit het montage-
hulpstuk
J
16 trekken (attentie: staaldraad kan onder lichte
voorspanning staan) en in de onderste geleiding en draad-
NL
-17-
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding is tijdens de gebruiksduur van de deur veilig en algemeen toegankelijk te bewaren!