617496
9
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/58
Pagina verder
NF30/50
v0903
Gebruikershandleiding
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inhoud
i v0903
Inhoud
1 Inleiding 1
1.1 Begeleidende Documenten 1
1.2 De NF30/50 Panelen 1
1.2.1 Type elementen afkortingen 2
1.3 Reinigen 2
2 Bediening en indicatoren 3
2.1 Bediening 3
2.2 Indicatoren 4
3 Automatische alarmen - Wat doen 5
3.1 Brand 5
3.1.1 Brand in vertraagde toestand 7
3.2 Storing 8
3.2.1 Storing Voeding 9
3.3 Gebouw meldingen 10
4 Bedieningsacties op de centrale 11
4.1 Inleiding 11
4.1.1 Liquid Crystal Display 11
4.1.2 Interne Zoemer 12
4.1.3 Toegangscodes 12
4.1.4 Sleutelschakelaar 13
4.2 RESET Toets 13
4.3 STOP ZOEMER Toets 13
4.4 STOP/HERSTART SIRENES Toets 14
4.5 TRANSMISSIE AAN / UIT Toets 15
4.6 Alfanumerieke Toetsen 16
4.6.1 ANNULEER Toets 16
4.6.2 Niveau 2 MENU Toets 16
4.7 Niveau 2 Menu 17
4.8 TEST - Gebruikersoptie 18
4.8.1 LED’s - Gebruikersoptie 19
4.8.2 LCD - Gebruikersoptie 19
4.8.3 ZONES - Gebruikersoptie 20
4.8.4 AUTO TEST - Gebruikersoptie 22
4.8.5 UITGANGEN - Gebruikersoptie 23
4.8.6 BUZZER - Gebruikersoptie 24
4.8.7 Keyboard - Gebruikersoptie 24
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inhoud
iiv0903
4.9 IN / BUITEN DIENST - Gebruikersoptie 25
4.9.1 Zone - Gebruikersoptie 26
4.9.2 Uitgangen - Gebruikersoptie 28
4.9.3 Dag mode - Gebruikersoptie 29
4.9.4 Vertragingen - Gebruikersoptie 30
4.10 Klok - Gebruikersoptie 31
4.10.1 Tijd - Gebruikersoptie 32
4.10.2 Datum - Gebruikersoptie 33
4.11 DISPLAY MODE - Gebruikersoptie 34
4.11.1 Log - Gebruikersoptie 35
4.11.2 Elementen - Gebruikersoptie 36
4.11.3 Storingen - Gebruikersoptie 37
4.11.4 Gebouw - Gebruikersoptie 38
4.11.5 Buiten dienst - Gebruikersoptie 39
4.11.6 Alarm teller - Gebruikersoptie 39
4.11.7 Spannings niveaus - Gebruikersoptie 40
4.11.8 Versie - Gebruikersoptie 41
4.12 Programmeer 41
Bijlage 1 - Logboek A1-1
Bijlage 2 - Onderhoud A2-1
Bijlage 3 - Verschillen tussen NF30 en NF50 A3-1
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inhoud
iii v0903
NF30/50 Reeks
NF30/50 Reeks Paneel
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inhoud
ivv0903
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inleiding
1 v0903
1 Inleiding
Dit boek bevat gebruikersinstructies voor de NF30 en NF50
serie intelligente brandmeldcentrales. Verschillen tussen
de NF30 en NF50 worden in Bijlage 3 weergegeven.
We gaan ervan uit dat de gebruikers van deze handleiding
werken met een paneel dat reeds werd geïnstalleerd en
geconfigureerd op een manier die geschikt is voor de
betreffende regio.
1.1 Begeleidende Documenten
Deze handleiding gaat niet in op installatie- en
programmatie details van de NF30/50 panelen. Voor meer
informatie hierover, zie de installatie- en programmatie
handleiding.
1.2 De NF30/50 Panelen
De NF30/50 centrales die door NOTIFIER geleverd
worden, zijn 1-lus, 16-zone analoog adresseerbare
panelen. De enkele lus heeft een capaciteit tot 99 analoge
automatische melders en tot 99 modules. Verder kunnen
de panelen verbonden worden met herhaalborden gebruik
makend van de RS485 communicatie bus.
Alle besturings -en gebruikers instructies die in deze
handleiding staan beschreven, kunnen met behulp van
de druktoetsen op het front van het paneel worden
uitgevoerd.
Een sleutelschakelaar is voorzien welke, wanneer we deze
in de stand naar rechts brengen, hetzelfde effect heeft
als het ingeven van toegangscode niveau 2. Plaats de
sleutel terug in de centrale stand en druk herhaaldelijk de
4
toets tot de boodschap ‘Toestand: NORMAAL
wederkeert om het toegangsniveau 2 te de-activeren.
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Inleiding
2v0903
1.2.1 Type elementen afkortingen
Doorheen dit boek verwijst het paneel soms naar een
element door gebruik te maken van een afkorting. In
onderstaande tabel staan de afkortingen en de
beschrijvingen van de elementen opgesomt.
Nota: Elementen aangegeven met een ‘*’ zijn enkel
gesupporteerd door de NF50 Panelen.
1.3 Reinigen
De brandmeldcentrale mag periodiek gereinigd worden met
een zachte droge doek.
Gebruik geen oplosmiddelen.
Afkorting Beschrijving
ionische rook melder
optische rook melder
thermische melder
multi kriteria melder
referentie laser (VIEW) melder
laser (VIEW) melder
handmelder
monitor ingang
monitor module (geen kortsluiting)
berwaakte uitgang
bewaakte sirene uitgang
niet overwaakte (relais) of O/C uitgang
convenionele zone ingang
melding
blus systeem bevestiging/blussing/uitgevoerd
overwaakte blusuitgang
manuele blussing
onmiddellijke blussing
manuele blussings ingang
ION
OPT
TMP
MLT
AVR*
AVS*
MCP
MON
MNS
CTL
SDR
RLY
ZMX
AUX
ESM
ESO
EST
IRL
MRL
ION
OPT
TMP
MLT
REF*
AVS*
HND
MON
MNS
CMD
SIR
KNT
ZMX
AUX
FLW
ESO
MAN
IRL
MRL
UK NL
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bediening en indicatoren
3 v0903
2 Bediening en indicatoren
De bediening en weergave op het paneel van de NF30/
50-reeks is bedoeld om het totale systeem te bedienen
en de status ervan weer te geven. Het paneel is voorzien
van 4 functietoetsen, 12 numerieke/cursortoetsen en 32
zone led’s, 2 “BRAND” LED’s en 14 LED’s waarmee de
status van het systeem wordt weergegeven.
Een sleutelschakelaar met toegangsniveau 2 is voorzien
om de functietoetsen te bedienen en het menu zonder
het ingeven van een paswoord op het klavier te openen.
2.1 Bediening
Alle drukknoppen staan hieronder vermeld met verwijzing
naar de relevante sectie:
Functietoetsen
RESET - (Sectie 4.2).
STOP ZOEMER - (Sectie 4.3).
STOP/HERSTART SIRENES - (Sectie 4.4).
TRANSMISSIE AAN / UIT - (Sectie 4.5).
Numerieke/cursortoetsen
Numerieke/cursortoetsen - (Sectie 4.6).
Sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar geeft een alternatief om
toegangsniveau 2 te bekomen zonder gebruik te maken
van de numerische toetsen. Zie Sectie 4.1.3 en
Sectie 4.1.4.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bediening en indicatoren
4v0903
2.2 Indicatoren
De statusindicatoren kunnen we groeperen in 3 groepen:
a. Zone Status indicatie led’s.
b. Paneel/Systeem indicatie led’s.
c. Audio/visuele indicatoren.
Zone Status indicatie led’s
BRAND - led’s geven de zone(s) in kwestie aan.
STORING/TEST BUITEN DIENST - led’s geven de
zone(s) in kwestie aan.
Paneel/Systeem indicatie led’s
BRAND - led’s geven aan dat er brand is.
Andere Systeem Status led’s:
BUITEN DIENST er is iets manueel buiten
dienst gezet.
IN TEST geeft aan dat er een test in
uitvoering is.
DAG STAND systeem is in dag-
mode.(vertraagd)
TRANSMISSIE UIT/STORING
er is een fout opgetreden in
de transmissie-uitgang of
deze is buiten dienst.
TRANSM GEACTIVEERD
transmissieuitgang is
geactiveerd.
FOUTRELAIS BUITEN DIENST
foutrelais buiten dienst
IN BEDRIJF normale werking systeem.
STORING er is een storing aanwezig.
STORING VOEDING er is een storing in de
voedingscircuits opgetreden.
AARDLEK er is een aarlek opgetreden.
SYSTEEM STORING de CPU heeft ge-reset of er
is een systeemfout
opgetreden.
SIRENE UIT/STORING fout in de sirenekring of deze
is buiten dienst.
BLUSSING GEACTIVEERD
de blussingsuitgang is
geactiveerd.
BLUSSING UIT/STORING
de blussingsuitgang is
buiten dienst of er is een
storing in opgetreden.
Audio/visuele Indicatoren
Liquid Crystal Display (LCD) - (Section 4.1.1).
Interne Zoemer - (Section 4.1.2).
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
5 v0903
3 Automatische alarmen - Wat doen
Voor deze beschrijving gaan we ervan uit dat het systeem
zich in de Toestand: NORMAAL bevindt. De gebruiker moet
een pascode niv. 2/3 ingeven of de sleutelschakelaar
omdraaien om de toetsen van het paneel te activeren.
Er kan maar één alarm conditie op het LCD scherm
weergegeven worden. Als brand alarmen, storingen en/
of gebouw meldingen op het zelfde moment aanwezig zijn,
worden ze in deze volgorde getoond:
a. Brand alarmen.
b. Storingen.
c. meldingen.
Alarmmeldingen worden in een log opgeslagen.
De gebruiker moet nu een pascode niv. 2/3 ingeven of de
sleutelschakelaar omdraaien om de druktoetsen te
activeren. Wanneer een code niv. 2 actief is kunnen de
2
/
8
’ toetsen gebruikt worden om doorheen de alarmen
te scrollen, met de
4
toets tonen we het eerste alarm.
3.1 Brand
Automatische systeem acties:
Wanneer het systeem een brandalarm detecteert zal het
paneel altijd automatisch het volgende doen:
a. De interne zoemer aansturen (hoogfrequente toon).
b. De BRAND led’s en de bijhorende zone BRAND Led
doen lichten.
c. Informatie geven over de brandmelding op het LCD
scherm. In deze informatie zitten ook het element
adres, en de lokatie (zie onderstaand voorbeeld).
BRAND 02 / 05 Z01 M12 HND 11:59
HOOFD GEBOUW KELDER KAMER 23
Nota: Wanneer er een sirene vertraging geconfigureerd
is zal dit op het LCD scherm aangegeven worden
door de boodschap ‘Toestand: VERTRAAGD’.
d. Aansturen van de alarmgevers en uitgangsmodules
zoals geconfigureerd in de controlematrix.
ALARM
CONDITIE
ZONE
NUMMER
ADRES
ELEMENT
ZONE TEKST
TIJDSTIP VAN DE
GEBEURTENIS
AFGEBEELD
ALARM
AANTAL
ALARMEN
TYPE
ELEMENT
TEKST
ELEMENT
Toestand: VERTRAAGD
Din 01/07/2003 00:00:00
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
6v0903
Aanbevolen gebruikers acties:
Nota: Van de hieronder beschreven acties is enkel de
STOP ZOEMER toets beschikbaar op
gebruikersniveau 1. De andere toetsen: RESET,
STOP/HERSTART SIRENES en TRANSMISSIE
AAN/UIT mogen volgens de EN54:Part 2 enkel
bereikbaar zijn via de sleutelschakelaar of een
pascode niv. 2.
1 Druk op de ‘STOP ZOEMER’ - toets om de interne
zoemer te stoppen. In het geval van een vertraagde
toestand zal dit ook de 2
de
vertragingstijd activeren.
2 Volg de voorgeschreven instructies om het gebouw te
ontruimen, de brandploeg te alarmeren en onderzoek
de bron van de brand.
3 Indien er extra sirenes gestuurd moeten worden om
een complete en onmiddellijke evacuatie van de
gebouwen tot strand te brengen, moet U dit sein geven
door een EVACUATIE - melder te activeren. Hierdoor
zal de interne zoemer opnieuw aangestuurd worden.
Herhaal stap 1 om deze te stoppen.
4 Wanneer meerdere Alarmmeldingen aanwezig zijn is
het mogelijk door deze meldingen te scrollen gebruik
makend van de
2
/
8
toetsen.
5 Wanneer de gebouwen zijn geëvacueerd of wanneer
een bevoegd persoon daartoe het bevel geeft, mogen
de sirenes worden stop gezet. Dit doen we door één
maal op de toets ‘STOP/HERSTART SIRENES’ te
drukken. (vergeet pascode of sleutel niet)
6 Om de sirenes opnieuw te starten nadat op de toets
‘STOP/HERSTART SIRENES’ werd gedrukt, zal
wederom op de toets ‘STOP/HERSTART SIRENES’
gedrukt moeten worden. De sirenes worden nu opnieuw
aangestuurd. (vergeet pascode of sleutel niet)
7 Wanneer de oorzaak van het alarm werd verwijderd en
de hand- en rookmelders werden teruggesteld naar een
normaal niveau, kan het systeem naar ‘Toestand:
NORMAAL * terugkeren door op de RESET toets te
drukken. (vergeet pascode of sleutel niet)
* Dit indien geen Project naam ingegeven werd tijdens
programmatie. Zie Sectie 4.1.1 Liquid crystal Display.
1
3
5
6
7
Toestand: NORMAAL
Din 01/07/2003 00:00:00
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
7 v0903
3.1.1 Brand in vertraagde toestand
Twee geconfigureerde vertragingstijden (Eerste en
verlengde), zullen de activering van de
overeenstemmende uitgangen vertragen voor max. 10
minuten. Deze tijden zijn ingesteld tijdens de
programmatie door de installateur.
Nota: Indien er geen vertragingen ingesteld zijn zullen
de uitgangen onmiddellijk aangestuurd worden.
Indien er vertragingen geconfigureerd zijn:
1 Wanneer het systeem in dag stand is en de
vertragingen zijn in dienst zal dit zoals hieronder
aangegeven worden.
Wanneer het paneel een alarmmelding krijgt zal het
volgende gebeuren:
a. Het LCD geeft de brand conditie en element
informatie weer.
b. De interne zoemer wordt geactiveerd.
DRUK NIET op de ‘STOP ZOEMER’ toets. Deze
toets zal de verlengde vertragingstijd
activeren.
c. Het aftellen van de eerste vertragingstijd zal starten.
2 Tijdens de eerste vertragingstijd kunnen we de conditie
onderzoeken. Wanneer deze verstreken is zullen de
bijhorende uitgangen aangestuurd worden. Alle
uitgangen zullen aangestuurd worden indien we een
handmelder activeren.
3 Druk op de ‘STOP ZOEMER’ toets indien meer tijd
nodig is om de conditie te onderzoeken. Dit heeft
volgende functies:
a. Stopt de eerste vertragingstijd (als niet op ‘0’
geconfigureerd is) en start de verlengde
vertragingstijd.
b. De interne zoemer zal gestopt worden.
4 Wanneer de verlengde vertragingstijd verstreken is
zullen de bijhorende uitgangen aangestuurd worden.
Alle uitgangen zullen aangestuurd worden indien we
een handmelder activeren.
5 Voor verdere acties verwijzen we naar Sectie 3.1,
Brand, Aanbevolen gebruikersacties.
Nota: Als de brand conditie na de RESET nog actief is
zal de cyclus herstart worden.
00:00:0000:00:00
00:00:0000:00:00
00:00:00
NOT IN USE
HORS SERVICE
BUITEN GEBRUIK
FUORI SERVIZIO
AUSSER BETRIEB
FUERA DE SERVICIO
Fir e
ALLE
UITGANGEN
STOP ZOEMER
00:05:0000:05:00
00:05:0000:05:00
00:05:00
00:00:0000:00:00
00:00:0000:00:00
00:00:00
NOT IN USE
HORS SERVICE
BUITEN GEBRUIK
FUORI SERVIZIO
AUSSER BETRIEB
FUERA DE SERVICIO
Fir e
ALLE
UITGANGEN
GECONFIGUREERDE
UITGANGEN
00:00:0100:00:01
00:00:0100:00:01
00:00:01
00:00:0100:00:01
00:00:0100:00:01
00:00:01
GECONFIGUREERDE
UITGANGEN
Toestand: VERTRAAGD
Din 01/07/2003 00:00:00
DAG STAND
00:05:0000:05:00
00:05:0000:05:00
00:05:00
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
8v0903
3.2 Storing
Automatische systeem acties:
Indien het systeem een storing detecteert, voert de
centrale altijd de volgende acties uit:
a. De interne zoemer activeren (2 sec. aan, 1 sec. uit).
b. De betreffende storings led’s zullen oplichten, inclusief
de betreffende ‘STORING/TEST BUITEN DIENST’
zone - led’s indien van toepassing.
c. Activeren van de geprogrammeerde modules, die met
de desbetreffende storingsmelding zijn geassocieerd.
Aanbevolen gebruikers acties:
1 Standaard wordt een storingsmelding als volgt
weergegeven (niet voor elke storing van toepassing):
a. Storings conditie.
b. Huidig afgebeelde storing.
c. Totaal aantal aanwezige storingen.
d. Storings omschrijving.
e. Zone Nummer.
f. Adres van het element op de lus.
g. Type van het element.
h. Tijdstip van de storing.
Afhankelijk van de storing moet het volgende ondernomen:
i Als de storing veroorzaakt is door een element op de
lus, moet u het element controleren om na te gaan of
de oorzaak van de storing kan worden hersteld.
Nota: Druk ‘
6
om meer zone tekst informatie te zien.
Druk om het even welke toets om naar het
voorgaande scherm teug te keren. Indien er gedu-
rende tien (10) seconden geen toets ingedrukt wordt
zal het systeem naar de storingsmelding terugkeren.
ii. Als het een systeem storing is zoals hieronder, moet
u de storing zo nauwkeurig mogelijk beschrijven en
het onderhoudsbedrijf contacteren.
Nota: e, f, en g zijn niet van toepassing.
STORING 01 /03 Z01 M12 HND 14:55
GEEN ANTWOORD VAN ELEMENT >
ABC DE F G H
STORING 01 /03 Z01 M12 HND 14:55
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
STORING 01 / 03 14:55
AARDLEK VERLIESSTROOM
ABC
D
H
6
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
9 v0903
2 Indien een service telefoonnummer ingegeven is tijdens
programmatie zal het LCD tussen de storings en dit
nummer scrollen na het drukken op ‘STOP ZOEMER’.
Nota: Druk ‘STOP ZOEMER’ om de interne zoemer van
het systeem te stoppen.
3 Druk ‘RESET’ wanneer de storing opgelost is, om het
systeem naar Toestand: NORMAAL terug te brengen.
3.2.1 Storing Voeding
1 Bij verlies van een voedingsbron (220V of batterij) zal
het paneel de ‘STORING’ en ‘STORING VOEDING’ led’s
oplichten. De zoemer van het systeem zal geactiveerd
worden en op het LCD zien we het volgende:
a. Storings conditie.
b. Huidig afgebeelde storing.
c. Totaal aantal storingen.
d. Tijdstip van de storing.
e. Tekstboodschap die de storing omschrijft.
Een batterij storing wordt als volgt weergegeven:
2 Indien een service telefoonnummer ingegeven is tijdens
programmatie zal het LCD tussen de storings en dit
nummer scrollen na het drukken op ‘STOP ZOEMER’.
Nota: Druk ‘STOP ZOEMER’ om de interne zoemer van
het systeem te stoppen
3 Wanneer de oorzaak van de storing is verwijderd, druk
dan op de RESET toets.
Indien de AC- en de
batterij spanning het laten
afweten zullen de led’s en
het LCD niet oplichten.
STORING 01 / 02 14:55
STORING NETSPANNING
STORING 01 / 03 14:55
Service Contact ***** ******
ABCD
E
STORING 01 / 02 14:55
ACCU ONTBREEKT
ABCD
E
Toestand: NORMAAL
Din 01/07/2003 14:55:00
Toestand: NORMAAL
Din 01/07/2003 14:55:00
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Automatische alarmen - Wat doen
10v0903
Status: NORMAL
Sat 01/12/2001 00:00:00
3.3 Gebouw meldingen
Een ‘Gebouw’ melding wordt weergegeven indien het
systeem een niet-brand melding van een AUX ontvangt,
welke geconfigureerd worden binnen zone 17 to 32. Het
zal hier dus niet gaan om alarmmeldingen maar om
technische meldingen. Deze input wordt op het LCD
scherm als volgt weergegeven:
a. Gebouw melding
b. Huidig zichtbare melding
c. Totaal aantal meldingen
d. Zone nummer
e. Adres van het element
f. Type van het element
g. Element tekst (indien aanwezig)
h. Zone tekst (indien aanwezig)
Wanneer de melding weg valt zal de boodschap
onmiddellijk van het scherm verdwijnen en de bijhorende
sturingen zullen zich herstellen. Het systeem keert nu
naar zijn rusttoestand terug.
GEBOUW 01 / 01 Z21 M12 AUX 14:55
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
ABCDEF
GH
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
11 v0903
4 Bedieningsacties op de centrale
4.1 Inleiding
Gebruikersacties op het paneel vereisen het intoetsen van
de juiste druktoets en toegangscode. Het LCD en de
gebruikerstoetsen op het panneel laten ons toe de
volgende acties uit te voeren:
a. Reset van het systeem.
b. Stop zoemer.
c. Stop en herstart sirenes.
d. Transmissie aan of uit plaatsen, indien aanwezig in
het systeem.
e. Menu navigatie en invoer via alfanumerieke toetsen.
f. Testen.
g. In- of buiten dienst stellen van zones, uitgangen of
vertragingen.
h. Instellen van datum en tijd.
i. Weergeven van: log, elementen, storingen, ingangen,
buiten dienst, alarm teller, spanningen en versies.
Alle acties zijn afgeschermd door het omdraaiën van de
sleutelschakelaar naar rechts, of door toegangscode
niveau 2 in te toetsen (zie Sectie 4.1.3 Toegangscodes).
4.1.1 Liquid Crystal Display
Het LCD scherm met verlichting biedt ons 80
alfanumerieke karakters over 2 schermlijnen welke ook
leesbaar zijn in donkere omstandigheden.
Toestand: NORMAAL Display
In normale toestand staat er ‘Toestand: NORMAAL op de
1
ste
regel van het LCD scherm en de dag, de datum en de
tijd op de 2
de
regel. Deze boodschap zal veranderen
wanneer de Site naam ingegeven is.
De gebruikersopties zijn beschikbaar via een menu, wat
we kunnen openen vanaf het basisscherm ‘Toestand:
NORMAAL . (zie beschrijving hieronder)
Als de ‘Toestand: NORMAAL boodschap niet aanwezig
is, druk dan de
4
toets herhaaldelijk in tot de boodschap
weergegeven wordt. (dit beëindigt toegangsniveau 2
behalve wanneer de sleutelschakelaar ingeschakeld blijft.)
Nota: Als het niveau 3 Programmeer - menu actief is,
kan je dit verlaten door eerst op de
0..9
en dan op
de ‘
7
toets te drukken.
* Het PROGRAMMEER - menu is enkel
toegangelijk met een pascode niveau 3
Toestand: NORMAAL
Din 01/07/2003 00:00:00
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
12v0903
4.1.2 Interne Zoemer
Het paneel beschikt over een interne zoemer die een
plaatselijk waarschuwingssignaal geeft zodra één van de
volgende toestanden wordt gedetecteerd:
a. Brand.
b. Storing.
4.1.3 Toegangscodes
Alle acties beschreven in deze handleiding vereisen
toegangsniveau 2, wat we kunnen bekomen door de
sleutelschakelaar om te draaien of door de code in te toetsen.
De toegangscode is een opeenvolging van getallen welke
geprogrammeerd werden tijdens de programmatie. Het paneel
heeft 2 niveaus van toegangscodes, niveau 2 en 3. Niveau
3 is nodig voor programmatie, dus hier niet van toepassing.
Het paneel heeft max. 10 niveau 2 toegangscodes die
ieder gedefinieerd worden door het identificatienummer
van de gebruiker (U0-U9) in de linker bovenhoek. Wanneer
u een niveau 2 toegangscode invoert, krijgt u toegang tot
alle functionele bedieningen en tot een aantal
systeemparameters.
Nota: Bij het intoetsen van een niveau 3 pascode geeft
het paneel een (S1) identificatie weer.
1 Druk de toets in het ‘Toestand: NORMAAL scherm
om een niveau 2/3 toegangscode in te kunnen geven,
zoals hieronder beschreven:
2 Druk, en houd de
0..9
toets in terwijl je de 4 cijferige
niveau 2 toegangscode invoert. ‘*’ zullen op het LCD
scherm verschijnen wanneer je een nummer ingeeft.
3 Druk op de
5
toets om de ingetoetste code te
bevestigen. Volgende opties worden dan weergegeven.
4 De procedure om toegangsniveau 2 te annuleren (om
te voorkomen dat andere personen zomaar niveau 2
kunnen betreden) werd gegeven in Sectie 4.1.1
Nota: Als er een fout paswoord ingegeven wordt zal er de
volgende boodschap weergegeven worden:
Druk de
4
toets in of wacht ongeveer één minuut
om naar het ‘Toestand:NORMAAL scherm terug te
keren.
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3 < : Pijltje links
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
!!! ONGELDIG PASWOORD !!!
C9B0E1D0
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3
* * * *
< : Pijltje links
Doorheen deze handleiding
staat een ‘U’ vergezeld met
een nummer voor een
toegangscode niveau 2.
5
A
B
1
2,3
Handelingen in deze
handleiding vragen niveau 2
toegang (code of sleutel),
maar een code niveau 3 mag
ook gebruikt worden.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
13 v0903
4.1.4 Sleutelschakelaar
Het paneel is uitgerust met een sleutelschakelaar wat een
alternatief geeft voor het toegangsniveau 2. Plaatsen we
de sleutelschakelaar in de AAN – positie, dan bevinden
we ons in toegangsniveau 2. Komt er een brand melding,
dan kunnen we onmiddellijk de controletoetsen bedienen
zonder het ingeven van een niveau 2 paswoord.
Met de sleutelschakelaar in de AAN- stand kunnen we in
de niveau 2 menu’s gaan door op de toets te drukken
4.2 RESET Toets
De RESETtoets wordt gebruikt om alle niet rusttoestanden
te wissen en het paneel naar een normale toestand te
laten terugkeren. Indien de controletoetsen voor bediening
op niveau 1 werden ingesteld, gebeurt het volgende:
a. Alle BRAND en STORING led’s worden uitgeschakeld.
b. Alle sirenes vallen uit.
c. De systeemstatus keert terug naar NORMAAL, indien
de operator geen acties uitvoert.
Volg de volgende procedure indien de controletoetsen
ingesteld zijn voor toegangsniveau 2:
1 Druk op de RESET toets. Op het LCD scherm
verschijnt het volgende:
2 Voer een juiste pascode voor niveau 2 in en bevestig
met behulp van de
5
toets.
Indien er nog steeds alarm- en/of storingsmeldingen
aanwezig zijn nadat de RESET-toets is ingedrukt, zullen
deze meldingen als een compleet nieuw event aangegeven
worden.
4.3 STOP ZOEMER Toets
Indien we de STOP ZOEMER toets indrukken wanneer er
een alarm of een storing is opgetreden, wordt de interne
zoemer uitgeschakeld. Wanneer de eerste vertragingstijd
actief is tijdens een alarm, zal bij het drukken van deze
toets de eerste vertragingstijd beëindigd worden en de
tweede vertraging gestart worden
De interne zoemer blijft stil tot het systeem ge-RESET
wordt of totdat het paneel een nieuwe alarm- of
storingstoestand ontdekt.
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
GEEN TOEGANG - GEEF PASWOORD IN
Geef PASWOORD 2 OF 3 . . . . jltje links
GEEN TOEGANG - GEEF PASWOORD IN
Geef PASWOORD 2 OF 3 . . . .
* * * *
jltje links
5
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
14v0903
4.4 STOP/HERSTART SIRENES Toets
De term “STOP” die in deze handleiding wordt gebruikt,
beschrijft een tijdelijke status waarin het paneel komt
wanneer de drukknop STOP /HERSTART SIRENES is
ingedrukt. Drukken we tijdens een alarm op deze toets,
dan worden de sirenes uitgeschakeld. Wanneer het paneel
zich in de ge-STOPte staat bevindt, zal een nieuwe
brandmelding alle voordien gedempte sounders opnieuw
laten klinken.
Alle actieve sireneuitgangen en uitgangsvertragingen die
actief zijn ten gevolge van een BRAND of EVACUATIE
event kunnen door op deze toets te drukken geannuleerd
worden. Doe het volgende als de controletoetsen voor
werking op niveau 1 werden geprogrammeerd en de
vertragingen actief zijn:
1 Druk de STOP/HERSTART SIRENES toets in.
Volgende functies worden door deze actie niet
onderbroken:
a. De interne BRAND zoemer.
b. Elke uitgang die tijdens de programmatie in de
controlematrix niet als “STOP SIRENES”
geprogrammeerd is.
2 Wanneer u de sirenes opnieuw wilt inschakelen volgens
hetzelfde patroon als ze voorheen werkten en de
geprogrammeerde vertragingen opnieuw wilt activeren,
moet u nogmaals op de STOP/HERSTART SIRENES
toets drukken.
Nota: Als de controletoetsen zijn ingesteld te werken
onder toegangsniveau 2, moeten we eerst een
correct paswoord ingeven zoals reeds beschreven
voor de RESET toets in Sectie 4.2.
1
2
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
15 v0903
4.5 TRANSMISSIE AAN / UIT Toets
De TRANSMISSIE AAN / UIT toets plaatst de
transmissie- uitgangen in of buiten dienst afhankelijk van
de status waarin we ons bevinden. Deze functie is wel
enkel van toepassing wanneer uitgang A als transmissie-
uitgang gedefinieerd werd tijdens de programmatie.
Voor de transmissie-uitgangen in of buiten dienst te
plaatsen gaan we als volgt te werk:
1 We bevinden ons in de situatie dat we alle transmissie-
uitgangen buiten dienst willen plaatsen. We dienen
volgende acties uit te voeren:
a. Druk op de TRANSMISSIE AAN / UIT toets.
b. Geef een correcte pascode niveau 2 in.
2 Om alle transmissie-uitgangen terug in dienst te nemen
moeten we net dezelfde acties ondernemen als
hierboven beschreven.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
16v0903
4.6 Alfanumerieke Toetsen
Wanneer u een alfanumerieke toets gebruikt, wordt iedere
operatie door een duidelijk hoorbaar piepsignaal bevestigd.
Op niveau 1 hebben de alfanumerieke toetsen GEEN
functie, tot er een alarmtoestand optreedt.
In het geval
van een alarmconditie worden de toetsen
2
en
8
geactiveerd, waarmee de gebruiker doorheen de
alarmmeldingen kan gaan scrollen.
Op niveau 2 blijven de functies van de
2
en ’
8
toetsen identiek als op niveau 1. De toetsen
4
(annuleer), ‘
5
(bevestig) en
6
(ga naar volgende optie)
worden actief. Numerieke invoer (door de toetsen te
gebruiken in combinatie met de
0..9
[shift] toets) wordt
ook mogelijk. Hieronder wordt de werking van iedere toets
beschreven.
a. Gebruik de
2
en
8
toetsen om doorheen de
alarmmeldingen, de storingscondities en de
waarschuwingsmeldingen te scrollen of om de extra
menulijstitems te bekijken indien deze beschikbaar is.
b. Druk op de
5
toets om een optie te bevestigen.
c. Druk op de
0..9
(Shift) toets om de numerieke invoer
te activeren. Na ongeveer 1 seconde klinkt een tweede,
duidelijk hoorbaar signaal, wat erop wijst dat de
numerieke invoer uitgeschakeld wordt.
4.6.1 ANNULEER Toets
Om de invoer van configuratiegegevens te annuleren of
te beëindigen, moet u op de
4
toets drukken. Op het
LCD scherm keren we dan naar het voorgaande menu.
Om uit een toegangsniveau terug te keren moeten we op
de ‘
4
toets drukken totdat de Toestand: NORMAAL
boodschap op het scherm verschijnt.
4.6.2 Niveau 2 MENU Toets
Drukken we op de toets, dan gaat het systeem willen
overgaan naar het niveau 2 menu, mits het ingeven van
de juiste pascode zoals beschreven in Sectie 4.1.3
Toegangscodes.
Het is mogelijk de ‘
0..9
(Shift) toets ingedrukt te
houden tijdens het
intoetsen van cijfers
0..9
4
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
17 v0903
Nota: Niveau 3 Configuratie Menus worden
beschreven in de NF30/50 Reeks -
Installatie handleiding, Sectie 5
Configuratie.
4.7 Niveau 2 Menu
De volgende niveau 2 menu’s zijn beschikbaar nadat een
correcte pascode niveau 2 wordt ingegeven of de
sleutelschakelaar in de AAN stand wordt geplaatst.
De onderstaande menuboom biedt u een overzicht van
de beschikbare niveau 2 menu’s. Het PROGRAMMEER
menu staat hier in het grijs afbeeld omdat voor dit item
een pascode niveau 3 nodig is.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
18v0903
4.8 TEST - Gebruikersoptie
Volgende tests zijn beschikbaar vanaf toegangsniveau 2
in het Test – Gebruikersmenu:
a. LED’s.
b. LCD.
c. ZONES.
d. AUTO TEST.
e. UITGANGEN.
f. BUZZER.
g. Keyboard.
Om in het TESTmenu te komen gaan we als volgt te werk:
1 Druk op de toets in het Toestand: NORMAAL
scherm. Het systeem vraagt naar een pascode niveau
2 of 3. (Druk op
4
om te annuleren).
Nota: Bij het ingeven van een verkeerd paswoord
verschijnt de boodschap !!! ONGELDIG
PASWOORD !!! op het scherm waarna het systeem
naar het Toestand: NORMAAL scherm terugkeert.
2 Gebruik de sleutelschakelaar of gebruik het toetsenbord
om een juiste toegangscode niveau 2 in te geven en
bevestig met de
5
toets. Het gebruikersmenu wordt
weergegeven en in de linker bovenhoek verschijnt het
idnummer ([U0] tot [U9]) van de ingelogde gebruiker.
Testen van SLC uitgangen bij Blus
systemen.
Om ongewenste werking van de Bluskleppen tijdens
de test’s te voorkomen, kunnen we best alvorens onze
test’s te beginnen de zones waarin sturingen naar
zulke kleppen zitten in TEST plaatsen. Wanneer er een
manuele zone test gedaan wordt, gebruik makend van
een ingangsmodule, MOETEN de blusbatterijen van
het systeem af gekoppeld worden om ongewenste
ontlading van de bluseenheden te voorkomen.
Nota: Een manuele blussing reset zal de blussing niet
tegenhouden door de fysische verbinding tussen
de in en uitgang van de kleppen.
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3 < : Pijltje links
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
19 v0903
4.8.1 LED’s - Gebruikersoptie
Deze optie uit het Test gebruikersmenu licht elke led om
beurt op. Geef pascode niveau 2 in en doe het volgende
om de led’s te testen:
1 Druk ‘
1
op het toetsenbord om in het TEST menu te
komen.
2 Voor de LED - test drukken we de
1
toets op het
toetsenbord.
3 Alle led’s op het paneel lichten om beurt op terwijl
onderstaande boodschap op het scherm verschijnt.
Druk op de
4
toets wanneer alle led’s getest zijn
om de functie te stoppen.
4.8.2 LCD - Gebruikersmenu
De LCD optie in het gebruikersmenu test het LCD scherm
door om beurt alle mogelijke tekens te tonen. Geef pascode
niveau 2 in en doe het volgende om het LCD scherm te
testen:
1 Druk ‘
1
op het toetsenbord om in het TEST menu te
komen.
2 Voor de LCD - test drukken we de
2
toets op het
toetsenbord.
3 Elk karakter wordt om beurt op het LCD weergegeven.
Druk op de
4
toets als alle karakters correct zijn
weergegeven om naar het Test menu terug te keren.
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
TESTEN VAN DE LEDs ! ! !
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
1
1
1
2
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
20v0903
4.8.3 ZONES - Gebruikersoptie
Wanneer u de optie ZONES in het TEST - gebruikersmenu
selecteert,kunt u een ‘loop test’ uitvoeren per zone.
Tijdens de loop test branden de IN TEST led en de
desbetreffende ZONE STORING/TEST/BUITEN DIENST
led waarmee aangegeven wordt dat deze zone zich in
test bevind. U kunt een loop-TEST als volgt uitvoeren:
1 Druk op de
3
toets op het numeriek klavier om de
loop-TEST procedure te selecteren.
2 Op het LCD verschijnt het Test Zones menu. Selecteer
of je een loop-TEST met of zonder sirene wilt:
a. Druk
1
om in het TEST SIRENES menu te komen.
In deze mode zullen de alarmgevers voor enkele
seconden aangestuurd worden als een element getest
wordt en daarna automatisch ge-reset worden.
i Gebruik de
2
/
8
toetsen om de zone te selecteren
die we willen testen. Druk op de
5
toets om het
zonenummer te bevestigen.
ii Het systeem vraagt om bevestiging. Druk op de
5
toets om de loop-TEST voor deze zone te starten.
Herhaal de stappen i en ii voor elke zone die u wilt
testen.
iii Gebruik de
4
toets om het TEST SIRENES menu
te verlaten, en terug te keren naar het Zones menu.
b. Om een loop-TEST op elementen uit te voeren zonder
dat de alarmgevers aangestuurd worden drukken we
op de
2
toets, de GEEN SIRENES mode, op het
numeriek toetsenbord. De loop-TEST procedure is
identiek als hierboven weergegeven voor de TEST
SIRENES functie.
[U0 Zones] 1: TEST SIRENES
2:GEEN SIRENES 3:Toon/Stop Test : Meer
[Loop-TEST (Sirenes)] Selecteer Zone: 01
: Start : Wijzig <:Annuleer
[Loop-TEST (Sirenes)] Selecteer Zone: 01
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[Loop-TEST (Sirenes)] Selecteer Zone: 01
: Start : Wijzig <:Annuleer
3
52
8
1
2
of
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
21 v0903
3 De loop-TEST beëindigen:
a. Voor een specifieke zone: Druk op de
3
toets binnen
het Test Zones gebruikersmenu om het ‘Toon/Stop Test’
menu te openen.
i Gebruik de
2
/
8
toetsen om de gewenste zone te
selecteren, en de
5
toets om de zone te bevestigen.
ii Druk nogmaals op de
5
toets om de Loop-Test
voor deze zone te beëindigen. Als er geen andere zones
meer in test zijn verschijnt volgende boodschap:
iii Druk op de
4
toets om het ‘Loop-Test’ menu te
verlaten en terug te keren naar het ‘Test Zones’ menu.
b. Voor alle zones: In de : Meer’ lijst (‘
2
/
8
’)
Druk op de
4
toets op het numeriek klavier om de
‘Stop alles’ functie te selecteren.
4 Om het Test Zones menu te verlaten drukken we op
de
4
toets. Herhaal deze actie totdat U in het
gewenste menu, of in het Toestand: NORMAAL scherm
komt.
[STOP LOOP-TEST] Selecteer Zone: 01
: Stop : Wijzig <:Annuleer
[STOP LOOP-TEST] Selecteer Zone: 01
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
GEEN ZONES IN TEST BINNEN HET SYSTEEM
<:VERLAAT MENU
[U0 Zones] 1: TEST SIRENES
2:GEEN SIRENES 3:Toon/Stop Test : Meer
[U0 Zones] 4: Stop Alles
: Meer
Beëindig LOOP-TEST in alle zones?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
52
8
of
2
8
5
4
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
22v0903
Testen van elementen
Gebruik de volgende methoden om elementen te testen
tijdens een Loop-Test:
i. Test melders door ze bloot te stellen aan rook of
warmte, afhankelijk van het type melder, of door het
interne test contact te activeren m.b.v. een magneet.
ii. Test drukknoppen m.b.v. een test-sleutel.
Voor elke test op een element zal het systeem een event
in het logboek wegschrijven, de interne zoemer en de
overeenstemmende BRAND zone led aansturen evenals
de led op de melder.
Na enkele seconden zal het systeem automatisch naar
de Test mode terugkeren en de LED op het element zal
doven. Het paneel is nu klaar voor de volgende test.
Nota: Men mag tot meer dan één minuut rekenen alvorens
de rook uit een rook melder is weggetrokken.
Indien er een brandmelding komt van een zone die niet in
test is, worden alle uitgangen gestuurd zoals gecon-
figureerd voor een zone in alarm. De alarmgevers blijven
geactiveerd tot STOP/HERSTART sirenes gedrukt wordt.
4.8.4 AUTO TEST - Gebruikersoptie
De AUTOTEST, indien geconfigureerd, gaat op een
bepaald tijdstip van de dag alle elementen op de lus
automatisch pollen en testen. Deze test duurt 70-80
seconden. Om de test manueel te starten:
1 Druk op de
4
toets in het Test menu om de
AUTOTEST optie te selecteren.
2 Wanneer het LCD de boodschap ‘Starten automatische
testfunctie’ geeft drukken we
5
om te bevestigen.
3 Het systeem geeft onderstaande boodschap weer en
keert dan terug naar het Test menu.
4 Indien er zich een fout voordoet gedurende de Autotest
geeft het LCD een foutmelding weer. Voorbeeld:
Druk op de
6
toets voor meer zone en element tekst
informatie.. Druk op
4
om naar het Test menu terug
te keren. Herstel de fout en herhaal de test.
Man. Starten automatische testfunctie?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
STORING 01 / 03 Z01 S12 AVS 14:55
PROBLEEM ELEMENT NA AUTOTEST>
Automatische test gestart !!!
4
5
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
23 v0903
4.8.5 UITGANGEN - Gebruikersoptie
De ‘UITGANGEN’ test van het Test menu, test alle interne
alarmgevers en relay circuits evenals de uitgangen op de
lus. Om deze test uit te voeren doen we de volgende
handelingen:
Test Interne Uitgangen
1 Vanuit het Test menu drukken we op de
5
toets om
de ‘UITGANGEN’ optie te selecteren.
2 Op het scherm wordt het ‘uitgangen’ menu
weergegeven. Druk
1
op het numeriek toetsenbord
om in het ‘Intern’ test menu te komen.
3 Gebruik de
2
/
8
toetsen om de vereiste interene
uitgang te selecteren en de
5
toets om de test te
starten. Het LCD geeft het volgende weer:
4 Controleer of de uitgang werkt. Om de test te stoppen
drukken we op de
4
toets. Druk nogmaals op
4
om naar het Test ‘UITGANGEN’ menu terug te keren.
Test LUS Uitgangen
1 Vanuit het ‘UITGANGEN’ menu, druk op de
2
toets
om het Test ‘LUS’ menu te openen:
2 Gebruik de
2
/
8
toetsen om de vereiste uitgang
te selecteren en de
5
toets om de test te starten.
Het LCD geeft het volgende weer:
3 Controleer of de uitgang werkt. Om de test te stoppen
drukken we op de
4
toets. Druk nogmaals op
4
om naar het Test ‘UITGANGEN’ menu terug te keren.
[Interne Test] B:01 SIR
: Start : Wijzig <:Annuleer
[U0 uitgangen] 1:Intern 2:LUS
[Interne Test] B:01 SIR
Testen van uitgang <:Stop
[U0 uitgangen] 1:Intern 2:LUS
[Test LUS] M:01 SIR
: Start : Wijzig <:Annuleer
[Test LUS] M:01 SIR
Testen van uitgang <:Stop
52 8
of
5
52 8
of
2
1
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
24v0903
4.8.6 BUZZER - Gebruikersoptie
De BUZZER optie in het Test menu, test de interne zoemer.
Ga voor deze test als volgt tewerk:
1 Druk ’
1
op het numeriek toetsenbord om in het TEST
menu te komen.
2 Gebruik de
2
/
8
toetsen om meer opties weer te
geven. Nu drukken we op de
6
toets van het
numeriek klavier om de test te starten.
3 De zoemer pulst met een verhouding van 2:1 en op
het LCD komt volgende boodschap. Druk
4
om de
test te stoppen en naar het Test Menu terug te keren.
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
TEST VAN DE BUZZER !
1
6
[U0 Test] 6:BUZZER 7:Keyboard
: Meer
4.8.7 Keyboard - Gebruikersoptie
Deze optie laat het ons toe het toetsenbord van het paneel
te testen.
1 Gebruikmakend van het numeriek toetsenbord drukken
we ’
1
om het ‘Test’ menu te openen.
2 Gebruik de
2
/
8
toetsen om meer opties te zien.
Druk op de
7
toets op het numeriek klavier om het
toetsenbord te testen.
3 Het volgende scherm wordt afgebeeld. Druk elke toets
om beurt in. Wanneer een toets ingedrukt wordt zal de
desbetreffende plaats op het LCD vervangen worden
door één of meerdere asterisk (*) karakters. Eens alle
toetsen zijn ingedrukt zal het systeem terug naar het
‘Test’ menu keren. De keyboard test zal automatisch
stoppen als er gedurende 1 minuut geen toets ingedrukt
wordt.
1
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
[U0 Test] 1:LEDs 2:LCD 3:ZONES
4:AUTO TEST 5:UITGANGEN : Meer
Press ALL keys to exit . . .
0 . . 9 0 MENU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D
[U0 Test] 6:BUZZER 7:Keyboard
: Meer
7
De standaard functie van de
controletoetsen wordt
opgeheven tijdens deze test.
Hun functie keert na
uitvoering van de test terug.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
25 v0903
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
2
2
3
4.9 IN / BUITEN DIENST - Gebruikersoptie
Afhankelijk van de toestand waarin we ons bevinden laat
deze optie ons toe volgende zaken in- of buiten dienst te
plaatsen:
a. Zone (Element of volledige zone).
b. Uitgangen.
c. Dag Mode.
d. Vertragingen.
Om het IN/BUITEN DIENST menu te openen:
1 Druk op de ’toets in het Toestand: NORMAAL
scherm. Het systeem vraagt nu een pascode niv. 2/3.
2 Gebruik de sleutelschakelaar, of het toetsenbord om
een juiste toegangscode niveau 2 in te geven en
bevestig met de
5
toets. Het gebruikersmenu wordt
weergegeven en in de linker bovenhoek verschijnt het
idnummer ([U0] tot [U9]) van de ingelogde gebruiker.
Nota: Bij het ingeven van een verkeerd paswoord
verschijnt de boodschap !!! ONGELDIG
PASWOORD !!! op het scherm waarna het systeem
naar het Toestand: NORMAAL scherm terugkeert.
3 Druk op de
2
toets om het IN/BUITEN DIENST
menu te openen.
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3 < : Pijltje links
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
26v0903
4.9.1 Zone - Gebruikersoptie
Deze optie brengt de gebruiker in de mogelijkheid een
zone of een deel ervan IN / of BUITEN DIENST te
plaatsen. Hiervoor gaan we als volgt te werk:
1 Druk op de
1
toets op het numeriek klavier om de
IN/BUITEN DIENST ‘Zone’ optie te selecteren.
2 Het scherm toont de ‘Zone’ optie en vraagt om een
zonenummer in te geven. Geef het zonenummer via
het numeriek klavier in (1 of 2 digits). Druk
5
’ om
het zonenummer te bevestigen.
3 Het scherm geeft nu de huidige status van de zone
(volledig in dienst, volledig of deel buiten dienst) en
vraagt om een zone of individueel element te selecteren
Nota: Gebruik de
2
/
8
toetsen om naar andere zones
te scrollen en de
5
toets om te bevestigen.
4 BUITEN DIENST plaatsen van:
a. Een volledige Zone - Druk
1
op het numeriek
toetsenbord om de Zone optie te selecteren en de
5
toets om te bevestigen.
De BUITEN DIENST’ en de betreffende ‘STORING/
TEST BUITEN DIENST’ led’s lichten op, wat aangeeft
dat de geselecteerde zones nu buiten dienst staan.Het
scherm keert naar het IN/BUITEN DIENST menu terug.
Om een volledige zone terug IN DIENST te stellen:
De BUITEN DIENST’ en de betreffende ‘STORING/
TEST BUITEN DIENST’ led’s zullen doven.
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
[IN/BUITEN DIENST] Zone _ _
Geef zone nummer < : Annuleer
[IN/BUITEN DNST] Zone 01 Voll. in dienst
1:Zone 2:Individueel Element : Meer
[In/Buiten D] Zone 01 Alles BUIT. DNST?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[IN/BUITEN DNST] Zone 01 Vol. buit. dienst
1:Zone 2:Individueel Element : Meer
[In/Buiten D] Zone 01 ALLES IN DIENST?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[IN/BUITEN DNST] Zone 01 Voll. in dienst
1:Zone 2:Individueel Element : Meer
2
4
1
x n
5
51
51
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
27 v0903
b. Een individueel element - Druk
2
om de ‘Individueel
element’ optie te selecteren:
5 Om een individueel element te selecteren gebruiken
we de
2
/
8
toetsen om de nodige elementen
zichtbaar te maken,
5
om te bevestigen.
Herhaal deze acties totdat alle elementen zich in de
gewenste toestand bevinden (in of buiten dienst). De
‘BUITEN DIENST’ led blijft branden zolang er één of
meerdere elementen buiten dienst zijn. Deze led zal
pas doven wanneer alle elementen in dienst geplaatst
zijn.
De desbetreffende ‘STORING/TEST BUITEN DIENST’
zone led licht pas op wanneer alle elementen van de
zone buiten dienst geplaatst zijn. Op het scherm komt
dan ook de boodschap Vol. BUIT. DNST
6 Druk op de
4
toets om terug te keren naar het IN/
BUITEN DIENST menu.
[IN/BUITEN DNST] Zone 01 Deel b. dienst
1:Zone 2:Individueel Element : Meer
5
2
8
2
[IN D] Zone 01 - IN DIENST S02 ?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[BUITEN D] Zone 01 - Buit. Dnst. S02 ?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[BUITEN D] Zone 01 - Buit. Dnst. M10 ?
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
28v0903
4.9.2 Uitgangen - Gebruikersoptie
De ‘Uitgangen’ optie stelt de gebruiker in staat alle sirenes,
blus systemen (indien aanwezig), relais en controle
uitgangen IN- of BUITEN DIENST te zetten.
Hiervoor gaan we als volgt te werk:
1 Druk ‘
2
op het numeriek klavier om het ‘Uitgangen
IN/BUITEN DIENST’ menu te openen:
2 Toets het bijhorend cijfer in op het numeriek klavier
voor de gewenste optie:
a. Druk ‘
1
om alle sirene kringen in of buiten dienst
te zetten:
b. Druk op de
2
toets om alle uitgangen van het
Blussysteem in of buiten dienst te zetten:
c. Toets ‘
3
om alle storingsrelais in of buiten dienst
te stellen.
d. Druk ‘
4
om andere (relais en controle) uitgangen
in of buiten dienst te zetten.
3 Druk de
5
toets om te bevestigen. Het systeem
keert automatisch terug naar de ‘Uitgangen’ optie in
het IN/BUITEN DIENST menu.
Wanneer uitgangen buiten dienst geplaatst zijn, zal de
algemene BUITEN DIENST led oplichten samen met
de desbetreffende led van het deel van het systeem
wat buiten dienst geplaatst is. Wanneer we met de optie
4
’ (Andere) alle relais en CTRL modules buiten
dienst zetten zal enkel de algemene ‘BUITEN DIENST’
led oplichten.
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
Stel alle sirenes BUITEN DIENST
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Sirenes
2:Externe systemen : Meer
Stel alle blussturingen BUITEN DIENST
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
Stel alle storingsrelais BUITEN DIENST
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
1
5
3
2
2
[U0 IN/BUITEN DIENST] 3:Storings Relais
4:Andere : Meer
Alle Relais en CTRL modules BUITEN. DIENST
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
4
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
29 v0903
4.9.3 Dag mode - Gebruikersoptie
Indien de Dag Mode functie geconfigureerd is tijdens de
programmatie, kan de gebruiker deze optie gebruiken om
dag mode vertragingen in of buiten dienst te plaatsen. Dit
heeft geen effect op melder gevoeligheden die
geprogrammeerd zijn. De melder gevoeligheid zal
automatisch veranderen op de geprogrammeerde ‘Begin’
en ‘Eind’ tijden van de dag mode.
De Dag mode starten of stoppen doen we als volgt:
1 Druk de
3
toets op het numeriek klavier. Het LCD
toont nu het volgende:
2 Druk de
5
toets om te bevestigen. Het systeem
keert automatisch terug naar de ‘Uitgangen’ optie in
het IN/BUITEN DIENST menu.
Indien het systeem geconfigureerd is dat er elementen
buiten dienst geplaatst worden in dag mode, zullen de
BUITEN DIENST led’s en de DAG STAND led oplichten.
3 Om de dag mode te beëindigen herhalen we de stappen
1 en 2. (het scherm beeld het onderstaande af):
De ‘DAG STAND’ led zal doven wanneer de dag mode
handmatig of automatisch beëindigd wordt. De ‘BUITEN
DIENST’ led zal doven indien er niets van het systeem
meer buiten dienst is.
Nota: Indien de Dag mode niet handmatig wordt beëindigd,
zal deze automatisch gedeactiveerd worden op het
tijdstip dat de dagmode volgens de programmatie
verloopt.
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
Start Day Mode
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
End Day Mode
Druk Om te bevestigen <:Annuleer
3
5
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
30v0903
4.9.4 Vertragingen - Gebruikersoptie
De Vertragingen’ functie van het systeem geeft de
gebruiker de mogelijkheid om de tijdens programmatie
gedefinieerde, vertragingen in of buiten dienst te plaatsen.
(verwijs naar NF30/50 Installatie handleiding
Sectie 5.5.3 Primary/Extend Delay Timers en 5.7.8 CBE
Zones).
Om vertragingen in of buiten dienst te zetten:
1 Druk ‘
4
op het numeriek toetsenbord om de
‘Vertragingen’ optie te selecteren.
2 Druk ‘
5
om de vertragingsoptie te bevestigen. Als
de vertragingen in dienst waren geeft het systeem de
boodschap ‘Annuleer vertragingen’ en omgekeerd.
Wanneer de vertragingen in dienst zijn en de centrale
is in Dag mode, zal dit op het LCD scherm weergegeven
worden.
Als een dag mode ‘tijd’ geprogrammeerd is, zullen de
vertragings matrix lijnen actief worden wanneer de dag
mode gestart is door:
a. Gebruik te maken van het IN/BUITEN DIENST
menu, of
b. Wanneer de digitale / ÜE ingang 1 actief is (indien
deze ingang geconfigureerd is voor het starten van
de dag stand).
Deze vertragingen zullen beëindigd worden wanneer
de dag mode beëindigd wordt. Dit automatisch door
het bereiken van de geprogrammeerde eind tijd van de
dag mode of door:
a. Gebruik te maken van het IN/BUITEN DIENST
menu,
b. Wanneer de digitale / UE ingang geschakeld wordt.
[U0 IN/BUITEN DIENST] 1:Zone
2:Uitgangen 3:Day mode 4:Vertragingen
Activeer vertragingen
Druk om te bevestigen <:Annuleer
Toestand: VERTRAAGD
Din 01/07/2003 00:00:00
5
4
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
31 v0903
4.10 Klok - Gebruikersoptie
De ‘KLOK’ optie in het gebruikersmenu laat de gebruiker
toe volgende zaken te veranderen:
a. Tijd.
b. Datum.
Om in het ‘KLOK’ menu te komen:
1 Druk ‘ in het Toestand: NORMAAL scherm. Het
systeem vraagt nu een pascode niv. 2/3.
Nota: Bij het ingeven van een verkeerd paswoord
verschijnt de boodschap !!! ONGELDIG
PASWOORD !!! op het scherm waarna het systeem
naar het Toestand: NORMAAL scherm terugkeert.
2 Gebruik de sleutelschakelaar of gebruik het toetsenbord
om een juiste toegangscode niveau 2 in te geven en
bevestig met de
5
toets. Het gebruikersmenu wordt
weergegeven en in de linker bovenhoek verschijnt het
idnummer ([U0] tot [U9]) van de ingelogde gebruiker.
3 Druk de
3
toets op het numeriek klavier om het
klok menu te openen.
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3 < : Pijltje links
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
5
3
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
32v0903
4.10.1 Tijd - Gebruikersoptie
De ‘Tijd’ gebruikersfunctie laat de gebruiker toe om de tijd
die op het scherm weergegeven wordt in te geven of aan
te passen. Ga hiervoor als volgt te werk:
1 Druk op de
1
toets van het numeriek klavier om de
tijd - functie te selecteren.
2 Het systeem vraagt nu om de tijd in te geven. Gebruik
het numeriek klavier om de cijfers direct in te brengen.
Alle getallen worden automatisch van links naar rechts
weergeven.
Druk ‘
5
om te bevestigen en om terug te keren naar
het ‘KLOK’ menu nadat het laatste getal ingegeven is.
Nota: De tijd die U ingeeft moet in het 24 uur formaat
ingegeven worden. (voor 07:11 pm, geef 1911 in).
Wanneer een ongeldige tijd ingegeven wordt geeft het
systeem een foutmelding en keert naar het menu terug.
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
Geef tijd in (formaat hh : mm)
- - : - - <:Cancel
Geef tijd in (formaat hh : mm)
19 : 11 <:Cancel
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
Geef tijd in (formaat hh : mm)
91 : 11 <:Cancel
ONGELDIGE WAARDE !
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
1
1
1
1
1
1
5
51
9
9
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
33 v0903
4.10.2 Datum - Gebruikersoptie
De ‘Datum’ gebruikersfunctie laat de gebruiker toe om de
datum die op het scherm weergegeven wordt in te geven
of aan te passen. Ga hiervoor als volgt te werk:
1 Druk op de
2
toets van het numeriek klavier om de
datum - functie te selecteren.
2 Het systeem vraagt nu om de datum in te geven.
Gebruik het numeriek klavier om de cijfers direct in te
brengen. Alle getallen worden automatisch van links
naar rechts weergeven.
Druk ‘
5
om te bevestigen en om terug te keren naar
het ‘KLOK’ menu nadat het laatste getal ingegeven is.
Nota: De datum die U ingeeft moet in het dd/mm/yy
formaat ingegeven worden. Enkel waardes tussen
2000 en 2063 zijn beschikbaar
Wanneer een ongeldige datum ingegeven wordt, vb.
222222 - 22/22/22, zal het systeem een foutmelding
geven en naar het ‘Klok’ menu terug keren.
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
Geef datum in (formaat dd/mm/yy)
- -/- -/- - <:Annuleer
ONGELDIGE WAARDE !
Geef datum in (formaat dd/mm/yy)
01/07/03 <:Annuleer
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
Geef datum in (formaat dd/mm/yy)
22/22/22 <:Annuleer
[U0 Klok] 1 : Tijd 2 : Datum
1
1
5
2
2 2 0
0
52 22 2 2 2
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
34v0903
4.11 DISPLAY MODE - Gebruikersoptie
De DISPLAY MODE gebruikersoptie laat de gebruiker toe
volgende zaken de bekijken:
a. Log
b. Elementen op de lus
c. Storingen
d. Gebouw meldingen
e. Zaken buiten dienst op de lus
f. Alarm teller
g. Spanningsniveaus
h. Versie (systeem en lus software)
Om in het DISPLAY MODE menu te komen:
1 In het Toestand: NORMAAL scherm, Druk ’. Het
systeem vraagt een niv. 2/3 pascode.
Nota: Bij het ingeven van een verkeerd paswoord
verschijnt de boodschap !!! ONGELDIG
PASWOORD !!! op het scherm waarna het systeem
naar het Toestand: NORMAAL scherm terugkeert.
2 Gebruik de sleutelschakelaar of gebruik het toetsenbord
om een juiste toegangscode niveau 2 in te geven en
bevestig met de
5
toets. Het gebruikersmenu wordt
weergegeven en in de linker bovenhoek verschijnt het
idnummer ([U0] tot [U9]) van de ingelogde gebruiker.
3 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om het
DISPLAY MODE menu te openen.
BEPERKTE TOEGANG TOT MENUS
Geef paswoord niv. 2/3 < : Pijltje links
[U0] 1:TEST 2:IN/BUITEN DIENST 3:KLOK
4:DISPLAY MODE 5:PROGRAMMEER
[U0 Toon] 1:Log 2:Elementen
3:Storingen 4:Gebouw : Meer
5
4
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
35 v0903
4.11.1 Log - Gebruikersoptie
De Log gebruikersoptie geeft de gebruiker de mogelijkheid
alle gelogde evenementen te bekijken. Ga als volgt te
werk om het logboek te bekijken:
1 Druk ‘
1
op het numeriek klavier om de log - functie
te selecteren.
2 Het systeem geeft automatisch het laatste event weer.
Gebruik de
2
/
8
toetsen om door de events te
scrollen. Hieronder zijn enkele voorbeeld events
weergeven.
Nota: Druk ‘
6
om meer zone tekst informatie te zien.
Druk om het even welke numerieke/cursor toets
om naar het voorgaande scherm teug te keren.
Indien er gedurende tien (10) seconden geen toets
ingedrukt wordt zal het systeem automatisch naar
het Log menu terugkeren.
3 Druk ‘
4
om naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 1:Log 2:Elementen
3:Storingen 4:Gebouw : Meer
[LOG 002/512] S10 AVS 01/07/03 19:11
ELEMENT TOEGEVOEGD >
[LOG 001/512] 01/07/03 19:11
RESET >
[LOG 002/512] S10 AVS 01/07/03 19:11
ZONE10 >
1
6
2
8
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
36v0903
4.11.2 Elementen - Gebruikersoptie
De ‘Elementen’ gebruikersoptie geeft de gebruiker de
mogelijkheid om alle elementen van de lus apart te
observeren. Ga als volgt te werk:
1 Druk ‘
2
op het numeriek klavier om het Elementen
menu te openen.
2 Het LCD toont automatisch het laagste melderadres.
Gebruik de
2
/
8
toetsen om door de adressen te
scrollen.
Nota: De percent waarde geeft de huidige waarde van
het element weer. Standaard is 100% = alarm.
3 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om
naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 1:Log 2:Elementen
3:Storingen 4:Gebouw : Meer
[U0 Sensor 01] Type OPT - Level 050%
PW1:286 2:283 3:285 4:1003 5:0292 <:Einde
[U0 Sensor 02] Type OPT - Level 050%
PW1:286 2:283 3:285 4:1003 5:0292 <:Einde
[U0 Sensor 03] Type OPT - Level 050%
PW1:286 2:283 3:285 4:1003 5:0292 <:Einde
Huidige waarde
van ‘t element
Element
Type
Element
Adres
2
2
8
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
37 v0903
4.11.3 Storingen - Gebruikersoptie
Deze functie laat de gebruiker toe om alle aanwezige
storingen te zien wanneer deze door een boodschap met
hogere prioriteit (alarmen) overschreven zijn op het LCD
scherm. Om deze storingen te zien drukken we:
1
3
op het numeriek klavier om de ‘Storingen’ functie
te selecteren.
2 Het systeem toont het laatste voorval eerst. Gebruik
de ‘
2
/
8
toetsen om door de storingsmeldingen te
scrollen.
Nota: Druk ‘
6
om meer zone tekst informatie te zien.
Druk om het even welke toets om naar het
voorgaande scherm teug te keren. Indien er
gedurende tien (10) seconden geen toets ingedrukt
wordt zal het systeem naar de storingsmelding
terugkeren. Een voorbeeld is hieronder gegeven:
a. Toestand
b. Huidig zichtbare storing
c. Totaal aantal gelogde
storingen
d. Storing omschrijving
e. Zone nummer
f. Adres element
g. Type element
h. Tijdstip van de storing
Nota: Indien er geen Storingen op het systeem aanwezig
zijn verschijnt volgende boodschap:
3 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om
naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 1:Log 2:Elementen
3:Storingen 4:Gebouw : Meer
STORING 02 / 03 Z01 S23 TMP 14:55
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
STORING 02 / 03 Z01 S23 TMP 14:55
GEEN ANTWOORD VAN ELEMENT >
GEEN STORINGEN AANWEZIG
<:VERLAAT MENU
STORING 01 / 03 Z01 S10 AVS 19:11
GEEN ANTWOORD VAN ELEMENT >
ABC DE F G H
2
8
6
3
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
38v0903
4.11.4 Gebouw - Gebruikersoptie
De ‘Gebouw’ functie binnen het menu geeft de gebruiker
de mogelijkheid alle actieve systeem waarschuwingen te
bekijken indien ze door boodschappen met hogere prioriteit
van het basisscherm verdrongen zijn. Om deze te zien
vanuit het ‘Toon’ menu:
1 Druk ‘
4
op het numeriek klavier om de ‘Gebouw’
optie te selecteren.
2 Het systeem geeft ofwel:
a. Het eerste event weer, of
b. De ‘GEEN WAARSCHUWINGEN’ boodschap indien
er op dit moment geen events aanwezig zijn.
3 Gebruik de
2
/
8
toetsen indien meerderesysteem
waarschuwingen aanwezig zijn om erdoor te scrollen:
a. Toestand
b. Huidig zichtbaar event
c. Totaal aantal events
d. Zone nummer
e. Adres element
f. Ttpe element
g. Tijdstip van het event
h. Zone en element tekst
(indien aanwezig)
4 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om
naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 1:Log 2:Elementen
3:Storingen 4:Gebouw : Meer
GEBOUW 01 / 10 Z21 M12 AUX 14:55
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
GEEN WAARSCHUWINGEN
<:VERLAAT MENU
GEBOUW 01 / 10 Z21 M12 AUX 14:55
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
ABCDEFG
H
GEBOUW 02 / 10 Z17 M05 MON 15:05
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
2
8
4
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
39 v0903
4.11.5 Buiten dienst - Gebruikersoptie
De ‘Buiten dienst’ gebruikersoptie stelt de gebruiker in
staat te zien welke luselementen buiten dienst zijn. Vanuit
het ‘Toon’ menu gaan we als volgt te werk om deze functie
te gebruiken:
1 Gebruikmakend van het numeriek klavier drukken we
5
’ om het Buiten dienst menu te openen.
2 Het systeem geeft ofwel:
a. De zaken buiten dienst, of
b. De ‘GEEN ADRESSEN BUITEN DIENST’ melding
als er niets buiten dienst is op het systeem.
3 Gebruik de
2
/
8
toetsen indien er zaken buiten
dienst staan om door de boodschappen te scrollen:
(zie voorbeelden hier onder):
a. Toestand,
b. Huidig zichtbare ‘buiten
dienst’ boodschap
c. Aantal actieve meldingen
d. Zone nummer
e. Adres element
f. Type element
g. Zone en element tekst
(indien aanwezig)
4 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om
naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
4.11.6 Alarm teller - Gebruikersoptie
Met de ‘Alarm teller’ gebruikersoptie kan de gebruiker het
aantal keren dat het paneel een alarm gegeven heeft
opvragen. Hiervoor gaan we vanuit het ‘Toon’ menu als
volgt te werk:
1 Druk op de
6
toets van het numeriek klavier om de
‘Alarm teller’ optie te selecteren.
2 Het systeem geeft het aantal alarmen weer. Druk
4
om naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 5:Buiten dienst
6:Alarm teller : Meer
BUITEN DIENST 01 / 01 Z01 S02 TMP
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
GEEN ADRESSEN BUITEN DIENST IN DE LUS
<:VERLAAT MENU
ABCDEFG
BUITEN DIENST 01 / 01 Z01 S02 TMP
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
BUITEN DIENST 01 / 01 Z01 S10 AVS
< - - - Zone Tekst - - - > < - - - Element Tekst - - - >
[U0 Toon] 5:Buiten dienst
6:Alarm teller : Meer
WAARDE ALARMTELLER = 12
<:VERLAAT MENU
5
2
8
6
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
40v0903
4.11.7 Spannings niveaus - Gebruikersoptie
Met de ‘Spannings niveaus’ functie is het mogelijk
spanningswaarden van enkele delen van het systeem op
te vragen. Hiervoor drukken we:
1
7
op het numeriek klavier om het ‘Spannings
niveaus’ menu te openen.
2 Het ‘Battery spanning’ scherm opent automatisch.
Gebruik de
2
/
8
toetsen om door de gegevens te
scrollen.
Nota: De weergegeven spanningen moeten zich binnen
een bepaald gebied bevinden.
a. AC voeding aanwezig: een batterij spanningswaarde
groter dan 15V geeft aan dat de batterijen aangesloten
zijn. De spanning is te laag indien tussen 15V en 18,9V.
zonder AC voeding: een waarde kleiner dan 22V wijst
op een kleine ontlading, een waarde kleiner dan 21V
wijst op een grote ontlading van de batterijen.
b. Een aardlek wordt weergegeven indien de getoonde
waarde kleiner is dan 175 of groter dan 450.
c. Een sirene uitgang is open als de weergegeven waarde
kleiner is dan 75 en kortgesloten indien groter dan 250.
d. Een voedingsstoring wordt ook weergegeven indien
de AC spanning beneden de 193 VAC valt. De fout zal
blijven totdat deze zich boven de 205VAC herstelt.
e. De lader geeft een fout indien een waarde kleiner dan
24V gemeten wordt door het systeem.
3 Druk op de
4
toets van het numeriek klavier om
naar het ‘Toon’ menu terug te keren.
[U0 Toon] 7:Spannings niveaus 8:Versie
: Meer
[U0 VOLT] BATTERY SPANNING = 27.0
: Selecteer <:Annuleer
[U0 ANALOOG] AARDE = 271
: Selecteer <:Annuleer
[U0 ANALOGUE] SIRENE 1 = 164
: Select <:Cancel
[U0 ANALOGUE] SIRENE 2 = 164
: Select <:Cancel
[U0 ANALOGUE] SIRENE 3 = 164
: Select <:Cancel
[U0 ANALOGUE] SIRENE 4 = 164
: Select <:Cancel
[U0 VOLTS] AC POWER = 237
: Select <:Cancel
[U0 VOLTS] LAAD SPANNING = 27.2
: Selecteer <:Annuleer
7
2
8
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
41 v0903
4.11.8 Versie - Gebruikersoptie
De ‘Versie’ optie in het ‘Toon’ menu geeft de gebruiker de
mogelijkheid het onderdeel nummer met de bijhorende
software versie van het systeem en de luskaart op te
vragen. Dit doen we als volgt:
1 Druk op de
8
toets op het numeriek klavier om het
‘Versie’ menu te openen.
2 Het systeem geeft automatisch het volgende. Druk
4
om het menu te verlaten en terug naar het ‘Toon’
menu te keren.
4.12 Programmeer
Het ‘Programmeer’ menu is enkel toegankelijk voor niveau
3 gebruikers (hiervoor moet een pascode niveau 3
ingegeven worden). Het ‘Programmeer’ menu geeft de
Ingenieur de mogelijkheid het systeem te programmeren
alvorens het systeem aan de gebruiker over te dragen.
Voor details over de programmatie verwijzen we naar de
NF30/50 Reeks - Installatie handleiding, Sectie 4 en 5.
[U0 Toon] 7:Spannings niveaus 8:Versie
: Meer
Onderdeel
nummer
Software
versie
[U0 VERSIE] Systeem : nnn-nnn-nnn n.nn
Lus : nnn-nnn n.nn
8
NF 30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bedieningsacties op de centrale
42v0903
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 1 - Logboek
A1 - 1 v0903
Bijlage 1 - Logboek
In overeenstemming met EN54 deel 14 is de gebruiker
verantwoordelijk voor het bijhouden van een logboek en
daarin alle voorvallen te noteren die een gevolg zijn van, of
een effect hebben op het systeem. Het logboek moet worden
bewaard op een plaats die toegankelijk is voor bevoegde
personen (bij voorkeur in de buurt van de centrale).
Eén of meer identificeerbare personen moeten worden
aangeduid om alle informatie die in het logboek wordt
ingeschreven, te controleren of in te schrijven. De namen
van deze personen (en iedere verandering van
verantwoordelijke) moeten worden genoteerd.
Alle voorvallen zouden behoorlijk moeten worden opgeslagen
(voorvallen omvatten reële en valse brandalarmmeldingen,
storingen, voor-alarmen, testen, tijdelijke ontkoppelingen en
service-ingrepen). Er moet een korte nota worden opgesteld
van werk dat al is uitgevoerd of dat nog moet worden
uitgevoerd.
Hierna vindt u enkele voorbeeldpagina’s van het logboek.
Deze kunnen worden gekopieerd om er een logboek mee
samen te stellen dat voldoet aan de EN54-14 norm. In het
voorbeeld hieronder vindt u de referentiegegevens (vb. de
naam van de verantwoordelijke), terwijl het voorbeeld op de
volgende pagina bedoeld is voor het invoeren van gegevens
over voorvallen.
REFERENTIEGEGEVENS
Naam en adres -----------------------------------------------------------------------------------------------------
Verantwoordelijke --------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- Datum ------------------------------------
Systeem is geïnstalleerd door ----------------------------------------------------------------------------------
Onderhouden volgens contract door --------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------- tot -----------------------------------------
Telefoon nummer------------------------------------------------
Met de bovenstaande persoon moet contact worden opgenomen indien er service-werkzaamkeden
moeten worden uitgevoerd.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 1 - Logboek
A1 - 2v0903
Datum Tijd Melding Vereiste actie datum einde Initialen
Gegevens van de voorvallen
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 1 - Logboek
A1 - 3 v0903
Datum Tijd Melding Vereiste actie datum einde Initialen
Gegevens van de voorvallen
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 1 - Logboek
A1 - 4v0903
Datum Tijd Melding Vereiste actie datum einde Initialen
Gegevens van de voorvallen
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 2 - Onderhoud
A2 - 1 v0903
Bijlage 2 - Onderhoud
Maak een logboek (zie Bijlage 1) in overeenkomst met
de aanbevelingen van EN54 Deel 14. Dit logboek moet
worden gebruikt en onderhouden voor het noteren van
voorvallen, zoals hierna beschreven.
A2.1 Routinecontroles
Teneinde er zeker van te zijn dat het systeem volledig
operationeel is en voldoet aan de vereisten van EN54 Deel
14 en BS 5839 Deel 1: 1988, moeten de volgende
routinecontroles worden uitgevoerd.
Dagelijks - Controleer het paneel om na te gaan of het
een normale werking aanduidt. Indien er zich een storing
voor doet, moet u controleren of dit in het logboek werd
genoteerd en of de nodige acties werden ondernomen (vb.
onderhoudsfirma op de hoogte gebracht).
Wekelijks - Test minstens één detector of MCP om de
goede werking van het paneel en de akoestische
alarmgevers na te gaan. Test iedere week een verschillende
zone en, indien mogelijk, een verschillend element. Noteer
welke apparaten en zones iedere week worden getest.
Noteer iedere storing en stel er een verslag van op.
Per kwartaal - De verantwoordelijke moet ervoor zorgen
dat het systeem iedere drie maanden wordt gecontroleerd
door een bevoegd persoon die:
De informatie in het logboek en de daaruit voortvloeiende
ondernomen acties controleert
De reservebatterijen en de spanning van de batterijlader
controleert
Minstens één element in iedere zone test om de functies
van het paneel te testen
De werking van de akoestische alarmgevers en de
verbinding naar de meldkamer, centraal punt enz…
controleert
Een visuele inspectie van de installatie uitvoert om
wijzigingen of belemmeringen op te sporen en een
testcertificaat overhandigt
A2.2 Batteries
Vervang de batterijen minstens één keer om de vier jaar.
De batterijcellen moeten na hun levensduur steeds worden
verwerkt volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de
batterijen en de plaatselijke reglementeringen.
A2.3 Schoonmaken
De behuizing van de centrale kan regelmatig worden
schoongemaakt met een zachte, vochtige rafel vrije doek.
Gebruik GEEN oplosmiddelen.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 2 - Onderhoud
A2 - 2v0903
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 3 - NF50 verschillen
A3 - 1 v0903
Bijlage 3
Verschillen tussen NF30 en NF50
Het verschil tussen de NF30 en NF50 panelen is dat de
NF50 het gebruik van Very Intelligent Early Warning
(VIEW
TM
) laser melders ondersteunt. Deze bijlage beschrijft
de verschillen voor de gebruiker als we gebruik maken
van een NF50 paneel.
Elke VIEW
TM
melder moet gecallibreerd worden wanneer
voor het eerst aangesloten op het paneel. Wanneer een
VIEW
TM
melder wordt verweiderd en schoon gemaakt , of
vervangen door een nieuwe, moeten we minstens 30 sec.
wachten alvorens een nieuwe te plaatsen.
Callibratie wordt automatisch voor elke melder uitgevoerd,
ongeveer 60 sec. nadat de melder op een paneel dat in
rust is geïnstalleerd wordt.
Gedurende deze initialisatie periode (welke nodig is om
de VIEW
TM
melder te stabiliseren) mag de melder niet
worden blootgesteld aan rook of andere abnormale
condities, anders kan het paneel een sensorfout
aangeven.
VIEW
TM
laser melders
blijven inactief voor 60
sec. na vervanging door
callibratie.
NF30/50 Reeks - Gebruikershandleiding
Bijlage 3 - NF50 verschillen
A3 - 2v0903
Av. de l’Expansion 16d
B-4432 ALLEUR
Belgium
+32 (0)4 247 03 00
+32 (0)4 247 02 20
Pompmolenlaan 43a
3447 GK WOERDEN
The Netherlands
+31 (0)348 434 995
+31 (0)348 434 962
local distributor
Every care has been taken in the preparation of this document but no liability can be accepted for the use of the information therein. Design features may be changed or amended without prior notice.
9

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Notifier NF 30-50 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Notifier NF 30-50 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,07 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info