669949
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/44
Pagina verder
Sticker met
Serienummer
Modelnr. NETL29716.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
BELGIË/NEDERLAND
FITNESS BENELUX
Tel.: +31 (0)74 7600 219
Website: https://fitnessbenelux.nl/
E-mail: service@fitnessbenelux.nl
Postadres:
Twekkelerweg 263
7553 LZ Hengelo,
Nederland
i
2
Het BLUETOOTH
®
woord-teken en de logos zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en worden onder licentie gebruikt. Google Maps is een handelsmerk van Google Inc.
NORDICTRACK is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR .........................................................15
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................16
HET BEDIENINGSPANEEL UPGRADEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN ......................................31
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................32
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN .................................................. Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. De
stickers met waarschuwing hier getoond zijn op
de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de voorkant van deze handleiding
en vraag om een gratis vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats. Let
op: De stickers worden mogelijk niet op ware
grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
in deze handleiding.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die niet
meer dan 150 kg wegen gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt.
(Zie ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN op bladzijde 32 als de loopband
niet goed werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door en
test deze voordat u de loopband gaat gebrui-
ken (zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 19). Draag altijd de clip tijdens het
gebruik van de loopband.
17. Staan altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
18. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
WAARSCHUWING: Lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende band.
20. De loopband kan hoge snelheden berei-
ken. Wijzig de snelheid in kleine stapjes
om plotselinge sprongen in de snelheid te
voorkomen.
21. De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
22. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar), en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
23. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE
KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op bladzijde
31.) U moet in staat zijn om 20 kg veilig op te
kunnen tillen om de loopband te verplaatsen.
24. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt
tijdens het inklappen of het verplaatsen van
de loopband.
25. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
26. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
27. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
28. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
29. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK
®
COMMERCIAL 2950 loopband gekozen heeft. De
COMMERCIAL 2950 loopband biedt een aantal
indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw
oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen
oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvou-
wen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte
inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Lengte: 183 cm
Breedte: 86 cm
Gewicht: 127 kg
Handleuning
Staander
Houder
Sleutel/Clip
Stroomschakelaar
Band
Voetleuning
Afstelschroeven
van de Spanrol
Tablethouder
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
VOORDAT U BEGINT
6
5/16" Sterring
(8)–4
#10 x 3/4"
Schroef
(6)–2
5/16" x 2" Schroef (2)–4
#8 x 3/4"
Trusskopschroef
(24)–16
#8 x 3/8"
Machineschroef
(142)–4
5/16" x 3/4" Schroef
(1)–4
#8 Platte Tussenring
(23)–4
#8 x 5/8"
Machineschroef
(108)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Na het verzenden, kan er een vettige substan-
tie op de buitenkant van de loopband zitten. Dit
is normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan weg
met een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen, zie
bladzijde 6.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aange-
geven en rechter onderdelen worden met “R” of
“Right” aangegeven.
Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbusleutel
één instelbare sleutel
één Phillips schroevendraaier
een standaard schroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Zoek het Rechter Verlengstuk (91). Bevestig het
Rechter Verlengstuk aan de rechter Staander
(84) met twee 5/16" x 3/4" Schroeven (1); draai
beide Schroeven aan en draai ze vast.
Maak het Linker Verlengstuk (niet afgebeeld)
op dezelfde manier aan de linker Staander
(niet afgebeeld) vast.
84
2
91
1
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
3. Steek het draad van de ventilator (A) in de linker
Staander (84).
Schuif vervolgens de Linker Basiskap (89) op
de linker Staander (84) en schuif de Rechter
Basiskap (90) op de rechter Staander. Tip: U
heeft wellicht een schroevendraaier nodig om
de Linker Basiskap van de linker Staander
te duwen zodat de Linker Basiskap schuift
over de gelaste plaat (B). Druk vervolgens
de Basiskappen omlaag tot ze op hun plaats
klikken.
Schuif vervolgens de Kappen van de Staanders
(141) op de Staanders (84) tot ze op hun plaats
klikken.
Verwijder en bewaar vervolgens de vier
5/16" x 3" Schroeven (88) en 5/16" Sterringen
(8).
4. Zoek de linker Houderbeugel (76) dat een aan-
gehechte band (C) heeft.
BELANGRIJK: Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schade aan de Houder-
beugel (76) te voorkomen.
Maak de linker Houderbeugel (76) aan de
linker Staander (84) vast met twee #8 x
3/8" Machineschroeven (142) en twee #8
Platte Tussenringen (23). BELANGRIJK:
Zie de inzet-tekening. Zorg ervoor dat de
Houderbeugel met de Machineschroeven
door de aangegeven gaten is bevestigd.
Maak de rechter Houderbeugel (76) zoals
hierboven beschreven vast. Let op: Er is geen
band aan de rechter Houderbeugel.
Zie de inzet-tekening. Trek het uiteinde van de
draad van de ventilator (A) uit de linker Staander
(84).
76
84
C
76
142
142
23
23
4
142
C
76
23
A
84
89
B
84
141
141
90
3
A
88, 8
88, 8
84
9
5. Bevestig de Houder (79) aan de linker en
rechter Houderbeugel (76) met vier #8 x 3/4"
Trusskopschroeven (24); draai alle vier de
Trusskopschroeven aan en zet ze dan vast.
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken.
6. Verbind de twee draden van de ventilator (D).
De connectoren zouden makkelijk samen
moeten kunnen glijden en op hun plaats
moeten kunnen klikken. Draai aan een van
de connectoren en probeer het opnieuw als
dit niet gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN
NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
HET APPARAAT WORDT AANGEZET.
Steek vervolgens de connectoren door de gebo-
gen draad (C) zoals afgebeeld. Trek het draad
strak en knip het overige af.
5
6
24
24
76
C
79
Vooraanzicht
76
D
Onderaanzicht
7. Bevestig de twee Handleuningen (74) aan de
linker en rechter Staander (84) met twee van de
5/16" x 3" Schroeven (88) en twee van de 5/16"
Sterringen (8) die u heeft verwijderd in stap 3.
Draai de Schroeven nog niet volledig vast.
Wees voorzichtig zodat de Draad van de
Staander (83) of de draad van de ventilator
(A) niet bekneld raakt. Plaats de draden in de
uitsnedes zoals afgebeeld.
Verwijder en gooi de twee aangegeven schroe-
ven (E) weg.
E
A
84
74
8
7
88
88
E
83
74
8
84
10
8. Plaats het bedieningspaneel (F) met de voorkant
naar beneden gericht op een zachte ondergrond
zodat het bedieningspaneel niet bekrast wordt.
Verwijder en gooi de vier aangegeven schroeven
(G) weg. Verwijder dan de Hartslagdwarsstang
(80).
F
80
G
8
G
9. BELANGRIJK: Gebruik geen elektrisch
gereedschap en draai de #10 x 3/4" Schroeven
(6) of de 5/16" x 3" Schroeven (88) niet te
vast, om de Hartslagdwarsstang (80) niet te
beschadigen.
Draai de Hartslagdwarsstang (80) zoals afge-
beeld. Maak de Hartslagdwarsstang vast met de
twee van de 5/16" x 3" Schroeven (88), twee van
de 5/16" Sterringen (8) die u heeft verwijderd in
stap 3 en twee #10 x 3/4" Schroeven (6). Draai
alle vier de Schroeven eerst aan, en draai ze
daarna vast.
Wees voorzichtig zodat de Draad van de
Staander (83) of de draad van de ventilator
(A) niet bekneld raakt. Plaats de draden in de
uitsnedes zoals afgebeeld.
Draai vervolgens de andere twee 5/16" x 3"
Schroeven vast (88).
80
9
8
8
88
88
88
88
6
6
A
83
11
10. Houd de bedieningspaneelmodule (F) met
hulp van een tweede persoon dichtbij de
Handleuningen (74) vast.
Verbind de aardingsdraad (L) van de bedie-
ningspaneelmodule (F) met de Aardingsdraad
van het Bedieningspaneel (152) op de
Hartslagdwarsstang (80).
Zie de inzet-tekening. Verbind de Draad van
de Staander (83) met de draad van het bedie-
ningspaneel (H). De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Draai aan een van
de connectoren en probeer het opnieuw als
dit niet gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN
NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
HET APPARAAT WORDT AANGEZET.
Verbind vervolgens de twee draden van de venti-
lator (niet afgebeeld) aan de linkerkant.
83
F
10
83
H
H
74
11. Maak de bedieningspaneelmodule (F) aan de
Handleuningen (74) vast met vier 5/16" x 2"
Schroeven (2) en vier 5/16" Sterringen (8). Draai
alle vier de Schroeven eerst aan, en draai
ze dan vast. Zorg ervoor dat de draden niet
bekneld raken. Let op: De draden moeten
worden geplaatst tussen de Handleuningen
en de plastic bedieningspaneelmodule.
Plaats de draden (D) vervolgens omhoog in de
bedieningspaneelmodule (F).
11
2
8
D
D
74
F
8
2
74
L
152
80
12
12. Draai vier #8 x 3/4" Trusskopschroeven (24)
vast in de Hartslagdwarsstang (80) en draai ze
vervolgens vast. Draai de Trusskopschroeven
niet te vast.
12
24
24
80
13. Plaats het Bovenste Kap van de Linker
Handleuning (73) op de linker Handleuning (74).
Draai vier #8 x 3/4" Trusskopschroeven (24) aan
in het Onderste Kap van de Linker Handleuning
(75), de linker Handleuning en het Bovenste Kap
van de Linker Handleuning. Schuif de Bovenste
en Onderste Kappen van de Linker Handleuning
naar voren tegen de bedieningspaneelmodule
(F) zoals afgebeeld. Maak vervolgens alle vier
de Trusskopschroeven vast.
Bevestig de Onderste en Bovenste Kappen
van de Rechter Handleuning (81, 82) aan de
rechter Handleuning (74) op dezelfde wijze.
24
24
24
24
13
82
74
75
74
81
73
F
13
84
56
3
52
9
I
14
56
15
52
4
9
J
14. Breng daarna het Onderstel (52) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Laat een tweede per-
soon het Onderstel vasthouden totdat stap
15 voltooid is.
Verwijder de 5/16" Moer (9) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (3) uit de beugel van de Staanders (84).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (56)
zoals afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (56) aan de beugel op de
Staanders (84) met de 5/16" x 1 3/4" Bout (3) en
de 5/16" Moer (9).
Til vervolgens de Opbergvergrendeling (56) naar
een verticale stand en verwijder het draadband
(I).
15. Verwijder de 5/16" Moer (9) en de 5/16" x 2 1/4"
Bout (4) uit de beugel van het Onderstel (52).
Lijn het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (56) uit met de beugel op het
Onderstel (52) en steek de 5/16" x 2 1/4" Bout
(4) door de beugel en de Opbergvergrendeling.
Hierdoor wordt een tussenstuk (J) uit de
Opbergvergrendeling geduwd; gooi het tus-
senstuk weg.
Maak vervolgens de 5/16" Moer (9) vast op de
5/16" x 2 1/4" Bout (4). Draai de Moer niet te
vast; de Opbergvergrendeling (56) moet kun-
nen draaien.
Breng het Onderstel (52) omlaag (zie DE
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
op bladzijde 31).
14
17. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed
te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg
de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te
stellen (zie bladzijde 33 en 34). Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
16
16
Begin Eerst
16. Druk de twee lipjes op de Tablethouder (16) in
de sleuven (K) in de bedieningspaneelmodule
(F).
Bevestig de Tablethouder (16) met vier #8 x
5/8" Machineschroeven (108). Let op: Draai
de bovenste twee Machineschroeven
eerst aan, en draai vervolgens de onder-
ste twee Machineschroeven. Zorg dat u de
Machineschroeven niet te vast draait.
BELANGRIJK: De Tablethouder (16) is
ontwikkeld om te gebruiken met de meest
gebruikte formaten tablets. Plaats geen
ander elektronisch apparaat of object in de
Tablethouder.
F
K
108
15
DE HARTSLAGMONITOR AANZETTEN
Indien de hartslagmonitor lijkt op de degene die
is afgebeeld in tekening 1, druk dan de zender (A)
op de snelbinders op de borstriem (B). Indien de
hartslagmonitor lijkt op degene die is afgebeeld in
tekening 2, steek dan lipje (C) in een uiteinde van de
borstriem (D) in een van de uiteinde van de zender (E).
Druk vervolgens het uiteinde van de zender onder de
gesp (F) op de borstriem; het lipje moet gelijk liggen
aan de zender.
Wikkel de hartslag-
monitor vervolgens
rond de borst in de
weergegeven locatie;
de hartslagmonitor
moet onder uw kleding
dicht tegen uw huid
liggen. Zorg dat het
logo rechtop staat afgebeeld. Bevestig vervolgens het
andere eind van de borstriem. Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte van de band bij.
Trek vervolgens
de zender en de
borstriem een paar
centimeters van uw
lichaam en zoek de
twee elektrodegebie-
den (G). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spuug
of vloeistof voor contactlenzen. Plaats de zender en de
borstriem terug tegen uw borstkas.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de elektrodegebieden grondig met een zachte
doek na elk gebruik. Vocht houdt de hartslagmoni-
tor geactiveerd, maar verkort de levensduur van de
batterij.
Bewaar de hartslagmonitor op een warme, droge
plaats. Bewaar de hartslagmonitor niet in een
plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan
vasthouden.
Stel de hartslagmonitor niet langere tijd bloot aan
direct zonlicht en aan temperaturen boven de 50°C
of onder de -10°C.
Buig de hartslagmonitor niet overmatig bij het gebrui-
ken of bewaren van de hartslagmonitor.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de zender te reinigen. Veeg de zender
af met een vochtige doek en droog hem daarna
grondig met een zachte doek. Gebruik nooit alco-
hol, schuurmiddelen of chemische middelen om de
zender te reinigen. Was de borstriem op de hand en
droog deze aan de lucht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Als de hartslagmonitor niet functioneert als u deze
plaatst zoals hier links beschreven staat, dient u het
iets lager of hoger op de borstkas te plaatsen.
Maak de electrodes opnieuw nat wanneer de hart-
slagmetingen pas verschijnen, nadat u begint te
transpireren.
Voor de goede weergave van de hartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een arm-
slengte van het bedieningspaneel bevinden.
Als er zich een batterijklepje bevindt op de achter-
kant van de zender, vervang de batterij dan voor een
nieuwe batterij van hetzelfde type.
De hartslagmonitor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
De werking van de hartslagmonitor kan worden beïn-
vloed door magnetische storing veroorzaakt door
elektriciteitsleidingen of andere bronnen. Indien u
veronderstelt dat magnetische storing een probleem
veroorzaakt, probeer de trainingsapparatuur dan op
een andere locatie uit.
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
1 2
G
A
B
E
F
C
D
16
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
Stopcontact
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
Het bedieningspaneel van de loopband is vooraf gecongureerd voor werking met een digitale TV (zie de teke-
ningen hieronder). Zie bladzijde 18 voor meer informatie over de mogelijkheden van het bedieningspaneel. Zie de
gebruikershandleiding die met de digitale TV is meegeleverd voor meer informatie over de mogelijkheden van de
digitale TV. Let op: De rij toetsen recht onder het scherm werken alleen met de digitale TV. Het basisbedie-
ningspaneel heeft geen televisie mogelijkheden.
Om uw bedieningspaneel wanneer u dat wenst te upgraden, zie de voorkant van deze handleiding.
HET BEDIENINGSPANEEL UPGRADEN
Basis Bedieningspaneel
Bedieningspaneel met Optionele Digitale TV
18
MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-compatibele fitnessapparatuur, kunt
u een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om
uw fitnessdoelen werkelijkheid te maken:
Ga overal ter wereld hardlopen met instel-
bare Google Maps.
Download trainingsoefeningen die zijn
ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke
doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere
gebruikers in de iFit-gemeenschap te
strijden.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit
cloud en volg uw vooruitgang.
Stel calorie-, tijd- en afstandsdoelen in voor
uw oefeningen.
Bekijk high-definition video’s met gesimu-
leerde oefeningen.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De geavanceerde loopband bevat bepaalde keuzen
om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt
de snelheid en de hellingstand van de loopband
veranderen door een druk op een toets. Het bedie-
ningspaneel zal tijdens het oefenen direct feedback
over de oefening geven. U kunt ook uw hartslag meten
door gebruik te maken van de ingebouwde handgreep
met hartslagmonitor of door middel van de borstkas
hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt
automatisch de snelheid en de helling van de loopband
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
Daarnaast kunt u uw tijd, afstand, caloriedoel of snel-
heid instellen.
U kunt tevens surfen op het internet of naar uw favo-
riete oefeningmuziek of audioboek luisteren via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel terwijl u
oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 19.
Om meer te weten te komen over het gebruik van
het tiptoetsscherm, zie bladzijde 19. Om het bedie-
ningspaneel in te stellen, zie bladzijde 20.
ETNT22115
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
19
HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stop-
contact (zie bladzijde 16).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar in de reset-stand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
displaydemostand, die ontwikkeld is voor gebruik
als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als
de demomodus is aangezet, toont het scherm een
demopresentatie nadat u de stekker in het stopcon-
tact hebt gestoken en de stroomschakelaar in de
reset-stand geplaatst wordt, voordat u de sleutel
insteekt. Om de demo-modus uit te zetten zie stap
7 op bladzijde 26.
Ga vervolgens op
de voetleuningen
van de loopband
staan. Zoek naar
de clip die aan de
sleutel vastzit en
schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Plaats
de sleutel in het
bedieningspaneel. Let op: Het kan eventjes duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
BELANGRIJK: Onderneem de volgende stappen
om te garanderen dat het bedieningspaneel het
juiste hellingniveau voor de loopband toont voor-
dat u de loopband gaat gebruiken: Druk één keer
op de toenametoets Incline (helling). Druk vervol-
gens op de afnametoets Incline of de onderste
toets Quick Incline (snelle helling) om de loopband
in de laagste stand te zetten. Wanneer het onder-
stel niet meer beweegt is de loopband klaar voor
gebruik.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Zie stap 4
op bladzijde 26 om uit te vinden welke meeteenheid
gekozen is. Om het eenvoudig te houden, verwijzen
alle instructies in dit gedeelte van de handleiding naar
kilometers.
HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-co-
lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zorgt ervoor
dat u bekend raakt met de geavanceerde technologie
van de tablet:
Het bedieningspaneel werkt op dezelfde wijze als
andere tablets. U kunt met uw vinger schuiven of
tikken op het scherm om bepaalde beelden op het
scherm, zoals de displays in een oefening (zie stap
5 op bladzijde 21), te bewegen. U kunt echter niet in-
of uitzoomen door met uw vinger over het scherm te
schuiven.
Het scherm is niet drukgevoelig. U hoeft niet hard op
het scherm drukken.
Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u op
het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsenbord
te gebruiken, drukt u op de toets ?123. Om meer
tekens te zien, drukt u op de toets Alt. Raak opnieuw
de toets Alt aan om naar het nummertoetsenbord
terug te gaan. Raak de toets ABC aan om naar het
lettertoetsenbord terug te gaan. Om een teken met
een hoofdletter te gebruiken, raakt u de toets aan
met de pijl omhoog. Om meerdere tekens met een
hoofdletter te gebruiken, raakt u de pijltoets opnieuw
aan. Raak de pijltoets een derde keer aan om naar
het lettertoetsenbord terug te gaan. Om het laatste
teken te wissen, raakt u de toets aan met de pijl
terug en een X.
Gebruik de toetsen op het bedieningspaneel, om
te navigeren op het tablet. Druk dan op de toets
thuis om terug te keren naar het hoofdmenu. Druk
op de toets instellingen voor toegang tot het hoofd-
menu van de instellingen (zie bladzijde 26). Druk
op de toets terug om terug te keren naar het vorige
scherm.
ETNT22115
Sleutel
Clip
Resetten
ETNT22115
Terug
Thuis
Instellingen
20
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Let op: Voor toegang tot internet, het downloaden
van iFit-oefeningen en het gebruik van verschil-
lende andere functies van het bedieningspaneel,
dient u te zijn aangesloten op een draadloos
netwerk. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 29, om het bedie-
ningspaneel aan te sluiten op uw draadloze
netwerk.
2. Controleer op firmware updates.
Zie eerst stap 1 op bladzijde 26 en stap 2 op blad-
zijde 28 en kies de onderhoudsinstelling. Zie dan
stap 3 op bladzijde 28 en controleer op firmware
updates.
3. Kalibreer het hellingsysteem.
Zie stap 4 op bladzijde 30 en ijk het hellingsysteem
van de loopband.
4. Maak een iFit-account aan.
Raak het wereldbolletje in de hoek linksonder van
het scherm aan en raak de toets iFit aan.
Let op: Zie bladzijde 28 voor meer informatie over
het navigeren in de browser. De browser zal de
iFit.com homepagina openen. Volg dan de infor-
matie op de website om u te registreren voor uw
iFit-lidmaatschap. Kies de optie code activering als
u een activeringscode heeft.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trainen
kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg
over de verschillende oefeningen en andere functies
die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige instelling, zie
deze bladzijde. Voor gebruik van een vooraf inge-
stelde oefening, zie bladzijde 22. Voor gebruik van
een oefening met een vooraf ingesteld doel, zie
bladzijde 23. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie
bladzijde 24.
Voor gebruik van de instellingen van het apparaat,
zie bladzijde 26. Voor gebruik van het geluidssys-
teem, zie bladzijde 27. Voor gebruik van de Internet
browser, zie bladzijde 28. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus, zie bladzijde 28. Om de amu-
sementsinstelling te gebruiken, zie bladzijde 29.
Voor gebruik van de draadloze netwerkmodus, zie
bladzijde 29.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 34).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde
19. Let op: Het kan eventjes duren voordat het
bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Raak de thuis-toets aan in de linker
benedenhoek van het scherm (niet afgebeeld) om
te allen tijde naar het hoofdmenu terug te gaan.
3. Start de band en stel de snelheid bij.
Om de loop-
band te
starten, drukt
u op de toets
Start op het
scherm of op
de toets Start
op het bedie-
ningspaneel. U
kunt ook drukken op de toets Manual (handmatig)
op het bedieningspaneel en vervolgens lichtjes
drukken op de toets Resume (hervatten) op het
scherm.
21
De loopband zal met een snelheid van 2 km/u
beginnen te draaien. U kunt tijdens het oefenen
de snelheid van de band naar wens veranderen
door op de toenametoets en de afnametoets
Speed (snelheid) te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
km/u.
Indien u drukt op de toets Quick Speed (directe
snelheid), zal de snelheid van de loopband gelei-
delijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
Druk op de toets Start om de band opnieuw te
starten.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toenametoets en de afnametoets Incline
(helling) of een van de toetsen Quick Incline (snelle
helling). Elke keer als u op een van de toetsen
drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het de
geselecteerde hellinginstelling bereikt.
Let op: De eerste keer dat u de helling aanpast,
moet u eerst het hellingsysteem ijken (zie stap 4 op
bladzijde 28).
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Het bedie-
ningspaneel
biedt ver-
schillende
displayopties.
De geko-
zen display
instelling zal
bepalen welke
informatie weergegeven wordt. Tik op of schuif
eenvoudigweg over het scherm om de gewenste
display instelling te kiezen. U kunt ook aanvullende
informatie bekijken door de rode vakjes op het
scherm aan te raken.
Het scherm kan de volgende oefening-informatie
weergeven als u op de loopband loopt of rent:
De hellingstand van de loopband
De verstreken tijd
De resterende tijd (de handmatige instelling heeft
geen aftelling van de resterende tijd)
Het geschatte aantal calorieën dat u verbrand
heeft
Het geschatte aantal calorieën dat u per uur
verbrandt
De afstand die u gelopen of gerend heeft
Het aantal verticale meters (VM) dat u heeft
geklommen
De snelheid van de band
Een route van 400 m (1/4 mijl)
Uw tempo
Uw huidige rondenummer
Uw hartslag (zie stap 6)
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Let op: Het bedieningspaneel zal uw hart-
slag niet nauwkeurig aangeven wanneer u
de handgreep met hartslagmonitor gebruikt
en tegelijkertijd de borstkas hartslagmonitor
draagt. Zie bladzijde 15 voor meer informatie over
de borstkas hartslagmonitor. Let op: Het bedie-
ningspaneel is compatibel met BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren.
Verwijder de
plastic velle-
tjes van de
metalen contact-
punten voordat
u de handgreep
met hartslag-
monitor gaat
gebruiken. Zorg
er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Contactpunten
22
Ga op de voetleuningen staan en houd de
contactpunten met uw handpalmen ongeveer tien
seconden lang vast om uw hartslag te meten –
beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator kent meerdere snelheidsinstellingen
en een automatische instelling. Als de stand auto-
matisch is geselecteerd, zal de snelheid van de
ventilator automatisch verhogen en verlagen als de
snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaaldelijk op de kleine
ventilatortoets om een ventila-
torsnelheid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten. Druk op
de grote ventilatortoets om een
ventilatorsnelheid of om de auto-
matische instelling te kiezen.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de
terug-toets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen-
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde
19.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van een vooraf ingestelde
oefening drukt u op de toets met het hardlopertje
op het scherm.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver-
branden en een profiel van de hellinginstellingen
van de oefening weergeven.
3. Start de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening
starten) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop-
band te bewegen. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in verschillende segmenten ver-
deeld. Er is één snelheidsinstelling en één helling-
instelling voor elk segment geprogrammeerd. Let
op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan/
kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro-
grammeerd worden.
Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro-
fiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het
huidige segment van de oefening aangeven. Het
onderste profiel geeft de hellinginstelling van het
huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft
de snelheidsinstelling van het huidige segment
weer.
Aan het einde van het eerste segment van de oefe-
ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en/of hellinginstellingen voor het
volgende segment.
ETNT22115
23
De oefening zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. De loopband zal dan vertra-
gen en stoppen en er zal een oefeningoverzicht op
het scherm verschijnen. Druk op de toets Finish
(beëindigen) om terug te keren naar het hoofd-
scherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken.
U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren
met een van de opties op het scherm.
Als de snelheid en/of de hellingsinstelling te hoog
of te laag is tijdens de oefening, kunt u de instel-
ling handmatig overschrijven via de toetsen Speed
(snelheid) of Incline (helling). U kunt de snelheid
handmatig regelen (zie stap 3 op bladzijde 20) als
u op een toets Speed drukt. U kunt de helling
handmatig regelen (zie stap 4 op bladzijde 21) als
u op een toets Incline drukt. Om terug te keren
naar de geprogrammeerde snelheid en/of hell-
linginstellingen van de oefening, raakt u de toets
Follow Workout (oefening volgen) aan.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de terug-
toets of de thuis-toets linksonder in het scherm of
drukt u op de toets Stop op het bedieningspaneel.
Druk om de oefening te hervatten op de toets
Resume (hervatten) of de toets Start op het
bedieningspaneel. Om de oefening te stoppen,
drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening
beëindigen).
Let op: Het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het feite-
lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast, heeft een handmatige wijziging
van de snelheid of de helling van de loopband
tijdens de oefening invloed op het aantal calo-
rieën dat u zult verbranden.
4. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21. Het scherm zal ook een
profiel van de snelheids- en hellinginstelling van de
oefening weergeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde
19.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 20.
3. Selecteer een set-a-goal oefening (ingesteld
doel).
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A
Goal (ingesteld doel) op het scherm.
Druk lichtjes
op de toetsen
Calories (calo-
rieën), Time
(tijd), Distance
(afstand) of
Pace (snel-
heid) om een
calorieën,
tijd, afstand of snelheidsdoel te selecteren. Druk
vervolgens lichtjes op de toenametoets en de
afnametoets op het scherm om een calorieën, tijd,
afstand of snelheidsdoel in te stellen en om een
snelheid en helling voor de oefening in te stellen.
Het scherm zal de duur en de afstand van de oefe-
ning en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden aangeven.
4. Start de oefening.
Raak de toets Start aan om de oefening te starten.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 20 tot 22).
24
De oefening zal doorgaan totdat u het ingestelde
doel bereikt. De loopband zal dan vertragen en
stoppen en er zal een oefeningoverzicht op het
scherm verschijnen. Druk op de toets Finish
(beëindigen) om terug te keren naar het hoofd-
scherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken.
U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren
met een van de opties op het scherm.
Let op: Het na te streven calorieën doel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Let op: U heeft toegang nodig tot een draadloos
netwerk (zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 29) om een iFit-oefening te
gebruiken. Een iFit-account is ook vereist.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde
19.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 20.
3. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de toets
Login (inloggen) aan om op uw iFit-account in te
loggen. Het scherm zal u naar uw iFit.com gebrui-
kersnaam en wachtwoord vragen. Vul ze in en druk
opnieuw op de toets Submit (versturen). Raak de
toets Cancel (annuleren) aan om het inlogscherm
te verlaten.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het down-
loaden van een
iFit-oefening
in uw schema,
drukt u lichtjes
op de toets
Map (kaart),
Train, Video of
Lose Weight
(afvallen) om de volgende oefening van dat type in
uw schema te downloaden. Let op: U heeft moge-
lijk toegang tot demo-oefeningen via deze opties,
zelfs als u niet inlogt op een iFit-account.
25
Druk op de toets Compete (competitie) om aan een
race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Druk op de toets Track (volgen) om uw Workout
History (oefeningengeschiedenis) te zien. Raak
de toets Set A Goal (stel een doel in) aan (zie
bladzijde 23) om een stel-een-doel-in oefening te
kiezen.
Om van gebruiker te wisselen binnen het account,
drukt u op de gebruiker-toets in de rechter onder-
hoek van het scherm.
U moet enkele oefeningen aan uw lijst op iFit.com
toevoegen voordat sommige oefeningen gedown-
load kunnen worden.
Zie www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-oefeningen.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont het
scherm de naam, duur en afstand van de oefening.
Het scherm geeft bij benadering ook het aantal
calorieën dat u zult verbranden tijdens de oefening.
Als u een competitie-oefening kiest, zal de display
aftellen totdat de race begint.
5. Start de oefening.
Zie stap 3 op bladzijde 22.
Tijdens sommige oefeningen kan een audio coach
u door uw oefening leiden.
6. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21. Het scherm kan ook een
kaart van het pad waarop u loopt of rent aangeven.
Tijdens een competitie-oefening, toont het scherm
de snelheid van de hardlopers en de afstanden
die ze hebben afgelegd. Het scherm toont ook het
aantal seconden dat u voor of achter loopt op de
andere iFit-gebruikers.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
26
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Plaats de sleutel in het
bedieningspaneel (zie HET
APPARAAT AAN TE ZETTEN
op bladzijde 19). Kies vervol-
gens het hoofdmenu (zie stap
2 op bladzijde 20). Druk dan op
de toestel-toets in de rechteron-
derhoek van het scherm om het hoofdmenu van de
instellingen te selecteren. U kunt ook op de instel-
lingen-toets op het bedieningspaneel drukken.
2. Kies de stand apparatuurinstellingen.
Raak in het hoofdmenu van de instellingen, lichtjes
de toets Equipment Settings (apparatuurinstellin-
gen) aan. Let op: Schuif of tik op het scherm om
omhoog of omlaag door de opties te scrollen.
3. Kies een taal.
Druk op de toets Language (taal) voor het selec-
teren van een taal en selecteer de gewenste
taal. Druk vervolgens op de terug-toets op het
scherm om terug te keren naar de stand appara-
tuurinstellingen. Let op: Deze mogelijkheid is niet
ingeschakeld.
4. Kies de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Wijzig desgewenst de meeteenheid. Druk daarna
lichtjes op de terug-toets op het scherm.
5. Selecteer een tijdzone.
Druk lichtjes op de toets Timezone (tijdszone). Kies
uw lokale tijdszone zodat het bedieningspaneel
uw lokale tijd aangeeft. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
6. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken)
en selecteer de gewenste tijd om een tijd voor
de automatische update van de firmware te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
BELANGRIJK: U dient nog steeds het stroom-
snoer uit het stopcontact te halen na gebruik
van de loopband. Stel de bijgewerkte tijd in
voor een tijd wanneer u normaal gesproken
de loopband gebruikt en in staat bent om het
stroomsnoer uit het stopcontact te halen na
een update.
7. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel toont een display demo-
instelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de
demo-instelling aan gaat, zal het bedieningspaneel
normaal werken als de stroomkabel ingestoken is,
de stroomschakelaar in de reset-stand gedrukt is,
en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken is.
Als u echter de sleutel verwijdert, toont het scherm
een demopresentatie.
Raak eerst de toets Demo Mode (demo-instelling)
aan om de display demo-instelling aan of uit te zet-
ten. Raak vervolgens het keuzevakje On (aan) of
Off (uit) aan. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
8. Schakel de internetbrowser in of uit.
Voor het in- of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens
op het keuzevakje Enable (inschakelen) of Disable
(uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
27
9. Schakel straatzicht in of uit.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in- of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable (inschakelen) of Disable (uitschakelen).
Druk daarna lichtjes op de terug-toets op het
scherm.
10. Schakel de sleutel in of uit.
Let op: Deze functie kan mogelijk niet zijn inge-
schakeld op uw loopband.
U kunt desgewenst de sleutel uitschakelen zodat
de loopband het gebruik van de sleutel niet nodig
heeft. Druk lichtjes op de toets Safety Key (vei-
ligheidssleutel). Raak het keuzevakje Disable
(uitschakelen) aan om de sleutel uit te schakelen.
OPGELET: Lees de veiligheidswaarschu-
wing op het scherm door voordat u de sleutel
uitschakelt. Druk op het keuzevakje Enable
(inschakelen) om de sleutel weer in te schakelen.
11. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids-
inlogcode, ontworpen om onbevoegd gebruik van
de loopband te voorkomen.
Druk lichtjes op de toets Passcode (inlogcode).
Druk lichtjes op het keuzevakje Enable (inscha-
kelen) om een inlogcode in te schakelen. Voer
dan een 4-cijferige inlogcode in naar keuze. Druk
lichtjes op Save (opslaan) om deze inlogcode op
te slaan. Druk op Cancel (annuleren) om terug te
keren naar de instellingsmodus van de apparatuur
zonder een inlogcode te gebruiken. Druk op het
keuzevakje Disable (uitschakelen) om de inlogcode
uit te schakelen.
Let op: Indien een inlogcode is uitgeschakeld,
zal het bedieningspaneel regelmatig om een
inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver-
grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet,
dient u de volgende master inlogcode in te vul-
len om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
12. Stel een timeout-tijd in voor het
veiligheidsscherm.
Het bedieningspaneel heeft een automatische
resetfunctie; als er geen toetsen worden aange-
raakt of ingedrukt en de loopband niet beweegt
voor een bepaalde ingestelde tijd, zal het bedie-
ningspaneel automatisch resetten.
Om de hoeveelheid tijd in te stellen die het bedie-
ningspaneel wacht voordat het automatisch wordt
gereset, drukt u op de toets Safety Screen Timeout
(timeout veiligheidsscherm) om een lijst met tijden
te zien. Selecteer dan de gewenste hoeveelheid
tijd. Raak de terug-toets op het scherm aan.
13. Verlaat de stand apparatuurinstellingen.
Druk op de terug-toets op het scherm om de stand
apparatuurinstellingen te verlaten.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw
persoonlijke audio-speler. Pas het
volume aan met de volume-toena-
metoets en -afnametoets op het
bedieningspaneel of met de volu-
meregelknop op uw persoonlijke
audiospeler.
ETNT22115
28
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de browser te kunnen gebruiken heeft u
toegang nodig tot een draadloos netwerk inclusief een
802.11b/g/n router met geactiveerde SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Om de browser te openen, drukt u op het wereldbolle-
tje naast de linkeronderhoek van het scherm. Kies dan
de gewenste website.
Druk op de toetsen Back (terug), Refresh (vernieuwen)
en Forward (vooruit) op het scherm om te navigeren in
de internet browser. Druk op de toets Return (terugke-
ren) op het scherm om de internet browser te verlaten.
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op blad-
zijde 19 om het toetsenbord te gebruiken.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URL-balk, schuif eerst uw vinger naar beneden over
het scherm om, indien nodig, de URL-balk te bekijken.
Raak dan de URL-balk aan, gebruik het toetsenbord
voor het invoeren van het adres en raak de toets Go
(ga) aan.
Let op: Tijdens het gebruik van de browser, werken de
snelheid-, helling-, ventilator- en volume-toetsen nog
steeds, maar werken de oefening-toetsen niet.
Let op: Ga naar support.iFit.com voor hulp als na
het volgen van deze instructies vragen heeft.
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Kies de onderhoudsmodus.
Raak in het hoofdmenu van de instellingen, de
toets Maintenance (onderhoud) aan om naar de
onderhoudsmodus te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont
informatie over het model en de versie van de
loopband.
3. Werk de firmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
op firmware updates.
Raak de toets
Firmware
Update (firm-
ware bijwerken)
aan om met
gebruik van
uw draad-
loze netwerk
op firmware
updates te controleren. De update zal automatisch
beginnen.
Zet het apparaat niet uit of verwijder de sleutel
niet totdat de firmware is bijgewerkt om te voor-
komen dat de loopband beschadigd raakt.
Het scherm zal de voortgang van de update weer-
geven. Als de update voltooid is, zal de loopband
uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt,
drukt u de stroomschakelaar in de stand Off (uit).
Wacht enkele seconden en zet de stroomscha-
kelaar in de resetstand. Let op: Het kan een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar
is voor gebruik.
Let op: Soms kan een firmware update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders gaat functio-
neren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw oefenervaring te verbeteren.
4. Ijk het hellingsysteem van de loopband.
Raak de toets Calibrate Incline (helling ijken)
aan. Raak de toets Begin (beginnen) aan om het
hellingsysteem te ijken. De loopband zal auto-
matisch naar het maximale hellingniveau stijgen,
naar het minimale hellingniveau dalen en dan naar
de beginstand teruggaan. Hierdoor zal het hel-
lingsysteem geijkt worden. Druk op de toets Cancel
(annuleren) om terug te gaan naar de onderhoud-
smodus. Als het hellingsysteem is gekalibreerd
drukt u lichtjes op de toets Finish (beëindigen).
29
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loop-
band als u het hellingsysteem kalibreert. Trek
de sleutel uit het bedieningspaneel om de
kalibratie van de helling te stoppen in een
noodgeval.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Druk lichtjes op de toets Machine Info (informatie
van het apparaat) om informatie te zien over de
loopband. Raak, na het bekijken van de informatie,
de terug-toets op het scherm aan.
6. Vind sleutelcodes.
De toets Keycodes (sleutelcodes) is bedoeld om
door onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om
te bepalen of een bepaalde toets juist werkt.
7. Zet het bedieningspaneel terug naar de
fabrieksinstellingen.
Om het bedieningspaneel terug te zetten naar
de fabrieksinstellingen drukt op op het scherm
op de toets Factory Reset (terugzetten naar
fabrieksinstellingen).
8. Verlaat de onderhoudsinstelling.
Druk op de terug-toets op het scherm om de
onderhoudsmodus te verlaten.
DE AMUSEMENTSMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel kent een amusementsmodus
waarmee u het bedieningspaneel kunt aansluiten op
de optionele digitale TV. Indien u de digitale TV koopt,
raadpleeg dan de bij de digitale TV meegeleverde
handleiding om te weten te komen hoe u de amuse-
mentsmodus kunt gebruiken om uw eigen digitale TV
in te stellen.
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel kent een draadloze netwerkmo-
dus waarmee u een draadloze netwerkverbinding kunt
instellen.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Kies de draadloze netwerkmodus.
Raak, in het hoofdmenu van de instellingen, de
toets Wireless Network (draadloos netwerk) aan
om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Druk lichtjes één keer op de Wi-Fi
menuoptie als dat niet het geval is, en wacht een
paar seconden. Het bedieningspaneel zal naar
beschikbare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg ervoor dat het keuzevakje op de Netwerkno-
tificatie-menuoptie een groen vinkje heeft om het
bedieningspaneel te melden als een draadloos
netwerk binnen bereik is en beschikbaar is.
Let op: U heeft ook uw eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U zult
uw netwerknaam moeten weten (SSID). Als uw
netwerk een wachtwoord heeft, zult u ook het
wachtwoord moeten weten.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Raak de toets
Connect (verbinden) aan om verbinding met het
netwerk te maken of raak de toets Cancel (annu-
leren) aan om naar de lijst met netwerken terug
te gaan. Raak het vakje voor het wachtwoord aan
als het netwerk een wachtwoord heeft. Een toet-
senbord zal op het scherm verschijnen. Raak het
keuzevakje Show Password (wachtwoord aange-
ven) aan om tijdens het typen het wachtwoord te
bekijken.
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op
bladzijde 19 om het toetsenbord te gebruiken.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi-menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden). Druk vervolgens op de
terug-toets op het scherm om terug te keren naar
de draadloze netwerkmodus.
30
Om het contact met een draadloos netwerk te ver-
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit instelling ondersteunt onbeveiligde
en beveiligde (WEP, WPA en WPA2) codering.
Een breedband verbinding wordt aangeraden, de
werking hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Ga naar support.iFit.com voor hulp als
na het volgen van deze instructies vragen heeft.
5. Verlaat de draadloze netwerkmodus.
Druk op de terug-toets op het scherm om de draad-
loos netwerkmodus te verlaten.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onderste rand van de tablet in de houder om
een tablet in de tablethouder te steken. Trek vervol-
gens het lipje over de bovenrand van de tablet. Zorg
ervoor dat de tablet stevig vastzit in de tablethou-
der. Doe deze handelingen in omgekeerde volgorde
om de tablet uit de tablethouder te halen.
HET KUSSENSYSTEEM AANPASSEN
De loopband heeft een kussensysteem dat de impact
tijdens het lopen of rennen op de loopband vermindert.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
trek de stroomkabel uit.
Voor een steviger loopvlak draait u de kussenknop
een halve slag naar links tot u voelt dat de knop op zijn
plaats klikt. Voor een minder stevig loopvlak draait u
de kussenknop een halve slag naar rechts tot u voelt
dat de knop op zijn plaats klikt. Let op: Hoe sneller u
op de loopband rent, of hoe zwaarder u bent, des
te steviger zou het loopvlak moeten zijn.
Tablethouder
Kussenknop
31
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling in op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en haal de
stekker van het stroomsnoer uit het stopcontact.
OPGELET: U moet in staat zijn om 20 kg veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klappen, te
laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de opbergvergrendeling vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan
30°C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling in de
opbergstand is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten kantelen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
1. Duw het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk
tegelijkertijd voorzichtig
met uw voet tegen het
bovenste gedeelte van de
opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste uiteinde
van het onderstel naar u
toe terwijl u met uw voet
op de opbergvergrende-
ling drukt.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
Handleuning
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendeling
2
Onderstel
Onderstel
1
2
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
32
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband en
draai ze goed vast.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de
band schoon en droog. Druk eerst de stroomscha-
kelaar in de stand Off (uit) en trek de stroomkabel
uit. Veeg de buitenkant van de loopband met een
vochtige doek en een klein beetje zachte zeep af.
BELANGRIJK: Spuit geen vloeistoffen recht-
streeks op de loopband. Houd vloeistoffen weg
van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband
vervolgens met een zachte doek goed droog.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in
een geaard stopcontact (zie bladzijde 16). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomkabel
op het onderstel van de loopband. De schakelaar
is doorgeslagen wanneer de schakelaar uitsteekt
zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te
resetten.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat tijdens het gebruik
uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie tekening c
links). Als de schakelaar doorgeslagen is, wacht
dan vijf minuten en druk de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: Het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-
paneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
instelling voor de display die ontwikkeld is voor als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. De
demo instelling staat aan als de displays blijven
branden wanneer u de sleutel uittrekt. Houd de
toets Stop enkele lang seconden ingedrukt om de
demo-instelling uit te schakelen. Als de schermen
nog aan staan, zie stap 7 op bladzijde 26 om de
demo-instelling uit te zetten.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK DE STROOMKABEL UIT. Verwijder de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (5). Draai voorzichtig de
Motorkap (62) eraf.
Resetten
Doorgeslagen
c
62
5
a
5
5
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
33
Zoek de Snelheidssensor (146) en de Magneet
(145) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Maak indien nodig de #8 x 3/4" Tekschroef los
(10), beweeg de Snelheidssensor iets, en maak de
Tekschroef weer vast. Maak de Motorkap weer vast
(niet afgebeeld) met de #8 x 3/4" Schroeven (niet
afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten
draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Kalibreer het hellingsysteem van de loopband
(zie stap 4 op bladzijde 28). Trek de sleutel uit het
bedieningspaneel als het hellingsysteem geijkt is.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14
(1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha-
digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai beide schroeven van
de spanrol met de inbussleutel een kwartslag tegen
de klok in. Als de loopband goed vastligt moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
band in het midden blijft liggen. Haal dan de stek-
ker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
Schroeven van de Spanrol
5–7 cm
b
145
10
146
3 mm
51
Boven-
aanzicht
34
SYMPTOOM: De band ligt niet in het midden van de
voetleuningen.
a. BELANGRIJK: Als de band langs de voet-
leuningen schuurt kan de band beschadigd
raken. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Als de loopband naar
links is verschoven, kunt u de inbussleutel
gebruiken om de linker schroef van de spanrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven, kunt u de linker
schroef van de spanrol een halve slag naar links
draaien. Zorg dat u de loopband niet te strak draait.
Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal deze procedure tot de band goed in
het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai met de inbussleutel
beide schroeven van de spanrol een kwartslag met
de klok mee. Als de loopband goed vastligt moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de band
in het midden blijft liggen. Steek dan de stekker in
het stopcontact, plaats de sleutel en loop voorzich-
tig een paar minuten op de loopband. Herhaal tot
de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: De tablethouder blijft niet op zijn
plaats
a. Draai de tablethouder naar achteren. Draai ver-
volgens de aangegeven schroef lichtjes aan tot
de tablethouder op zijn plaats blijft als deze wordt
gedraaid naar de gewenste positie.
a
Tablethouder
Schroef
a
a
Voetleuningen
35
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
36
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
37
AANTEKENINGEN
38
1 8 5/16" x 3/4" Schroef
2 4 5/16" x 2" Schroef
3 5 5/16" x 1 3/4" Bout
4 1 5/16" x 2 1/4" Bout
5 65 #8 x 3/4" Schroef
6 2 #10 x 3/4" Schroef
7 2 Kussenstangbus
8 8 5/16" Sterring
9 6 5/16" Moer
10 21 #8 x 3/4" Tekschroef
11 16 #8 x 1/2" Schroef
12 3 1/4" x 2 1/2" Schroef
13 17 #8 x 1/2" Zilveren Schroef
14 1 3/8" x 1 1/2" Bout
15 1 3/8" x 2" Bout
16 1 Tablethouder
17 2 #8 x 1 3/4" Schroef
18 4 #8 Schroef van de
Loopbandgeleider
19 2 5/16" Motorbout
20 2 3/8" Tussenring
21 4 1/2" x1 1/4" Schroef
22 2 3/8" x 1 3/4" Bout
23 4 #8 Platte Tussenring
24 28 #8 x 3/4" Trusskopschroef
25 1 Grill van de Ventilatorlade
26 2 1/2" x 2" Bout
27 4 Rubberkussen
28 2 3/8" x 1" Schroef
29 8 #6 x 1/2" Schroef
30 3 1/4" Moer
31 4 5/16" Platte Tussenring
32 10 #8 x 3/8" Schroef
33 2 1/4" x 1/2" Schroef
34 2 1/2" Moer
35 6 3/8" Moer
36 5 Klem van de Kap
37 4 Kussen
38 1 Waarschuwingssticker
39 1 Loopvlak
40 1 Loopband
41 1 Linker Voetleuning
42 1 Rechter Voetleuning
43 2 Bandgeleider
44 1 Linkerkap van het Onderstel
45 2 Bovenste Geleider van de Staander
46 2 Onderste Geleider van de Staander
47 2 Staandermotor
48 1 Regulateur
49 2 #8 Sterring
50 1 Controllerbeugel
51 1 Aandrijfrol/Katrol
52 1 Onderstel
53 4 Bandje
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Riem van de Motor
56 1 Opbergvergrendeling
57 1 Rechterkap van het Onderstel
58 2 Motorbasis van de Staander
59 1 Spanrol
60 1 Linker Achterkap
61 1 Rechter Achterkap
62 1 Motorkap
63 2 Tussenstuk van het Onderstel van
het Hellingsysteem
64 2 Tussenstuk van het Onderstel
65 1 Onderstel van het Hellingsysteem
66 1 Hellingmotor
67 2 Tussenstuk van de Hellingmotor
68 2 Kapbevestiging
69 1 Stroomsnoer
70 1 Aansluiting
71 1 Stroomschakelaar
72 1 Onderpan
73 1 Bovenste Kap van de Linker
Handleuning
74 2 Handleuning
75 1 Onderste Kap van de Linker
Handleuning
76 2 Houderbeugel
77 2 Kap van het Onderstel van het
Bedieningspaneel
78 1 Draadkap
79 1 Houder
80 1 Hartslagdwarsstang
81 1 Bovenste Kap van de Rechter
Handleuning
82 1 Onderste Kap van de Rechter
Handleuning
83 1 Draad van de Staander
84 1 Staander
85 3 Waarschuwingssticker
86 4 Doorvoerhuls van de Staander
87 1 5.0A Stroomvoorziening
88 4 5/16" x 3" Schroef
89 1 Linker Basiskap
90 1 Rechter Basiskap
91 1 Rechter Verlengstuk
92 2 Achterwiel
93 1 Linker Verlengstuk
94 1 Linker Houder
95 2 Ventilator
96 1 Bedieningspaneel
97 4 3/8" Plastic Bus
98 2 1/2" Plastic Bus
99 2 Luidspreker
100 1 Basis van het Bedieningspaneel
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL29716.0 R0616A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
39
101 1 Rechter Houder
102 2 1/2" Drukring
103 1 Controllerklem
104 1 Sleutel/Klem
105 2 Kap van het Onderstel van het
Bedieningspaneel
106 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
107 4 Draadband
108 4 #8 x 5/8" Machineschroef
109 1 Borstkashartslagmonitor
110 2 1/4" x 1 1/2" Bout
111 1 1/4" Moer
112 1 Afstelhendel
113 1 Kapje van het Handvat
114 4 Kussenbus
115 2 Kussenstangbeugel
116 1 Kussenstang
117 2 Kussenwiel
118 4 Kussenplaat
119 4 Kussenveer
120 1 Linker Achterkap
121 1 Rechter Achterkap
122 8 Voetleuningplaat
123 8 Rechter Achterkap
124 2 Kussenwielstop
125 1 Ventilatorlade
126 1 Kap van de Ventilatorlade
127 1 4.0A Stroomvoorziening
128 12 Standoff
129 1 Stroomvoorzieningsplaat
130 4 Inzetstuk van de Motor van de
Staander
131 4 1/4" x 3/4" Schroef
132 2 1/4" x 1 1/2" Schroef
133 2 1/4" x 1 5/8" Schroef
134 8 1/4" x 1/2" Schroef
135 4 Kussen van de Basis
136 1 Filter
137 4 9/32" Platte Tussenring
138 2 Beugel van de Doorvoerhuls
139 1 Linker Staander
140 1 Rechter Staander
141 2 Kap van de Staander
142 4 #8 x 3/8" Machineschroef
143 2 3/8" Drukring
144 1 Clip
145 1 Magneet
146 1 Snelheidssensor
147 2 Huls van de Motor
148 1 Motorisolator
149 1 1/4" x 5/8" Schroef
150 2 M10 Veer van de Tussenring
151 1 Controller
152 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet afgebeeld.
40
53
55
54
56
9
4
9
3
3
26
43
57
43
9
31
27
26
9
31
27
61
42
41
40
39
59
60
12
9
31
27
12
3
38
44
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
51
151
52
17
17
24
18
18
5
5
3
3
5
5
122
123
121
120
5
122
123
5
122
123
5
122
123
122
122
123
123
122
122
123
123
5
5
5
37
37
119
118
118
119
131
131
124
21
21
124
21
21
37
131
118
119
118
119
131
37
5
5
148
19
147
10
145
144
146
30
12
24
24
24
24
24
24
5
5
13
129
127
87
13
13
128
128
13
13
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL29716.0 R0616A
41
62
36
5
5
5
36
36
36
36
5
5
66
67
35
14
15
64
64
35
5
5
5
5
5
5
72
71
68
68
5
5
5
5
116
117
115
30
149
112
110
117
115
114
110
30
114
113
7
7
65
34
63
34
63
28
28
97
102
98
98
102
97
150
150
33
33
20
20
69
70
50
13
49
13
13
103
136
13
48
5
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NETL29716.0 R0616A
42
13
152
91
22
92
35
1
85
83
84
79
92
35
22
93
89
85
90
85
142
142
11
11
126
25
5
5
8
82
74
75
24
24
74
81
77
88
8
24
24
24
24
24
24
24
24
6
8
88
2
80
73
77
8
24
24
2
6
135
10
135
10
86
1
76
76
141
32
133
46
58
132
45
45
140
47
130
137
137
111
32
32
5
138
32
5
86
32
86
141
139
138
83
10
135
134
10
135
86
32
23
134
134
134
13
23
23
32
32
125
35
143
97
35
143
97
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL29716.0 R0616A
43
11
11
11
107
99
99
29
29
104
11
101
11
11
100
96
29
29
29
11
94
11
11
95
95
5
5
29
5
5
107
11
5
106
105
5
5
5
5
105
109
16
78
1
108
5
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL29716.0 R0616A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 380586 R0616A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw NordicTrack Commercial 2950i - NETL29716 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van NordicTrack Commercial 2950i - NETL29716 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 11,1 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info