OBJECT DIEPTE
Het apparaat geeft een geschatte objectdiepte volgens de signaalsterkte . I n de pinpoint modus
wordt de geschatte objectdiepte op het scherm weergegeven in centimeters (of inches. Zie
hieronder voor details) terwijl u dichterbij het object komt.
De detectie diepte is ber ekend naar de objectgrootte van een 2,5 cm (1") muntstuk is. De
actuele detectiediepte variëerd en is afhankelijk van de grootte v an het object. Bijvoorbeeld,
de detector geeft meer diepte aan voor een object kleiner dan 2,5 cm (1") muntstuk en
minder diepte v oor een grote object. In werkelijkheid is de pinpoint functie niet bedoeld
voor dieptebepaling maar voor exacte locatie bepaling . Daarom wordt aanbevolen dat de
diepteindicator op het scherm wordt gebruikt om de nabijheid van het object te bepalen.
BELANGRIJK! Als u wilt dat de objectdiepte in inches in plaats van centimeters wordt weerge-
geven, doe dan het volgende: terwijl het apparaat uitstaat houdt de SELECT en EXPERT
knoppen tegelijker tijd ingedrukt en zet het apparaat aan "In" wordt w eergegeven. Om terug
te keren naar centimeters, moet u het appar aat uitzetten en de bov enstaande procedure
herhalen. Wanneer het apparaat initialiseer t, wor dt "SI" weergegeven.
GRO TE OF NABIJ DE OPPERVL AKTE OBJEC TEN
Objecten die nabij de opper vlakte liggen kunnen mogelijk meerdere verschillende geluiden
geven op het apparaat, til de z oekspeol op en zwaai de spoel langzamer heen en weer totdat
een enkel signaal wordt geproduceer d. Ook, wanneer er een gr oot object vlak bij de opperv-
lakte met de zoekspoel word get edetec teerd k an het een ov erbelast geluid geven, er w ord
dan een geluid geproduceerd wat lijkt op een sirene. "Overload" zal gelijktijdig in het scherm
worden weergegeven. In dat gev al, til de zoekspoel omhoog tot het bericht zal v erdwijnen.
V ALSE SIGNALEN EN DE OORZAKEN
Soms kan de machine geluiden produceren die lijken op een signaal van een object terwijl
er geen objecten aanwezig zijn. Er zijn verschillende oor zaken voor de valse signalen die
ontvangen wor den door de machine . De meest voorkomende zijn grond miner alisatie of
stenen die hoge mineralisatie bevatt en, omringende elektromagnetisc he signalen,werking
van een ander e detector in de nabije omgeving , verroest of gec orrodeerd ijzer of f olie in de
bodem, gain of threshold waarde te hoog ingesteld .
Elektromagnetische signalen uit de buurt kunnen worden geëlimineerd door de gain te
verlagen, als er een andere detector in de buurt is, kunt u de frequentie proberen te verschuif en
(F .Shift) of te zoeken op een afstand waar de detectors niet meer op elk aar storen. Als deze tips
de situatie niet verbeteren, kunt u proberen de gebruiksfrequentie (5 kHz / 14 kH z / 20 kH z) van
het apparaat te wijzigen. V oor grondmineralista tie of stenen met een hoog mineraalgehalte, en
gain en threshold die te hoog zijn ingesteld, lees dan de bijhorende rubrieken door .
MA GNE TISCHE MINERALISA TIE INDICA TOR
De magnetische mineralisatie indicator bestaat uit 5 niv eaus. De indicator wordt leeg w eerge-
geven bij lage minerale niveaus tijdens het z oeken en bij het opstar ten. In gebieden waar het
magnetische mineraalniveau hoog is , neemt het indicatorniveau toe volgens de int ensiteit.
Deze meting kan worden samengevat als het niveau v an magnetische eigenschappen en
de intensiteit van de g rond. Dus, als u in een gebied werkt die intense en gemag netiseerde
mineralen bevat, zal het niv eau hoog zijn in laag gemineraliseerde bodems zal een laag niveau
wordt get oond.
Deze meting is belangrijk vanuit twee aspecten. T en eerste, op gr ond van hoge magnetische
mineralisatie, is de zoekdiepte laag en gebruikers moeten zich hiervan bewust zijn. T en t weede
is magnetische mineralistatie een eigenschap die vooral gezien wordt met gemineraliseer de
stenen en deze meting zal een belangrijke rol voor het apparaat spelen om de valse signalen
die door deze stenen worden geproduc eerd te elimineren.
ZOEKEN IN RO TSA CHTIGE GEBIEDEN (GEN EN DISCRIMINA TIE MODI)
Uitdagende g rondomstandigheden ontstaan v ooral wanneer de geleidbaarheid en magnet-
ische eigenschappen v an de grond te intens zijn. De werking van het apparaat over deze
grond is mogelijk door de best e zoek modus te selecteren met de juist e grondbalans, gain,
iSA T en threshold instellingen.
Stenen en rotsen of holtes in de bodem zijn even belangrijk als de gr ond zelf, in verband met
de kwaliteit van het zoeken en detecter en van objecten.
Bodem en r ots gesteente hebben t wee v erschillende eigenschappen net a ls de objecten
die u zoekt. Een van hen is de intentiteit en de andere is de geleidbaarheid - magnetitsche
permeabiliteitsverhouding en deze twee eigenschappe n zijn onafhankelijk van elk aar . In
deze handleiding wordt de mag netische permeabiliteitsverhouding v an de geleidbaarheid
aangeduid als ID in het kort. Hege magnetische doorlaadbaarheid , lage geleiding r esulteer t
in een lage ID . Grond of rotsen kunnen zeer doordringbaar zijn en hebben ook lage of hoge
ID's. A ls de geleidbaarheid verhoogt ten opzichte v an de magnetische doorlaatba arheid dan
zal de ID ook toenemen.
Hot rocks wor den als negatief of positief ingedeeld op basis van het f eit dat hun ID laag of
hoog is in vergelijking met het ID van de bodem w aarin ze liggen. Een of beide type kunnen in
een veld aan wezig zijn. De hier genoemde negatieve en positiev e effecten zijn alleen geldig
als de grondbalans op de bestaande grond correct is uitgevoer d. Anders zal de bodem zelf
niet anders handelen, dan hot rocks in t ermen van ID. Bij "T racking" zullen de condities echter
verschillen. De effecten van r otsen in T racking zullen apar t worden besproken. We r efereren
naar een goede grondbalans z onder track ing.
Positiev e stenen reageren net als metaal en produc eren een metaal-geluid. In de algemene
zoekmodi (GEN en GEN (D)) producer en ze een "zip-zip" geluid wanneer de zoekspoel over
hen heen wordt bew ogen. Als het signaal sterk genoeg is, kan het apparaat een ID voor deze
rotsen produc eren. Negatieve rotsen in de Algemene zoekmodi, produceert een lang "boing"
geluid wanneer de zoekspoel ov er hen heen wordt bewogen. Het apparaat geeft geen ID voor
deze rotsen, zelf s als het signaal sterk is.
Po sitieve rotsen geven een typisch metaal geluid in discriminatie modus. Negatieve rotsen geven
geen geluid in discriminatie modus (behalve voor zeldzame gevallen van valse signalen).
Bij hogere instellingen van iSA T , is er geen verandering van geluiden bij positieve of negatieve
hot rocks. Naarmate de iSA T waarde afneemt, blijft het geluid van positieve hot rocks hetzelfde,
maar de negatieve hot rocks kunnen een dunnere piep -toon geven in plaats van een boing-ge-
luid.
Daarom kunt u een beslissing nemen door te luister en naar de geluidsresponsen die door het
apparaat in het veld worden gepr oduceer t. Als u een metaal geluid ontvangt, betekent dit
dat u ook een positieve rots of een metaal heef t gedetecteerd. Als u een sterk signaal en een
stabiele ID ontvangt, kunt u onderscheiden of het gedetecteerde object een steen of metaal
is door de ID t e controleren. On thoud echter dat zwak ke signalen v erschillende ID's kunnen
Pagina 29
produceren en metalen onder rotsen v erschillende metaalsignalen kunnen produceren.
Daarom is de meest geschikte actie te grav en wanneer een metaalsignaal wor dt ontvangen.
Als u met Discriminatie modus werkt en u de ID van de omliggende rotsen kent, kunt u de Disc.
instellingen gebruiken om de rotsen te elimineren. Dit k an echter niet voldoende zijn om alle
rotssignalen te vermijden. Het apparaat kan nog steeds signalen van rotsen ontvangen, omdat
de grond en de rotsen samen een gecombineerd effect vormen en een andere ID dan die van
de rotsen genereren.
OPMERKING: In Statische modi, produc eer t het apparaat een audio respons voor de positieve
rotsen, maar niet voor de negatiev e. De effecten van rotsen zullen op het scherm wor den
weergegev en als verschuivingen in de rechter (positieve) of linker (negatiev e) k ant van de ID
balk. In het geval van een positieve verschuiving, zijn er twee manier en om te controleren of
het object een rots is of niet:
1) Als de ID balk onmiddelijk met het geluid opkomt en dan wegvalt.
2) Als het helemaal geen ID geeft of een zeer laag ID , dan is het objec t een rots.
TRACKING EN HET EFFECT V AN GESTEENTE
W anneer T racking actief is, kan het apparaat een A udiorespons en ID geven als het over
een hot rock beweegt omdat het effect van de rots anders zal zijn dan de grond. Als u de
zoekspoel ov er de rots zwaait, zal Tr ack ing automatisch de instellingen aanpassen en het
Audiorespons/ ID zal aanzienlijk afnemen of ver dwijnen. Omdat er sprake is van een lichte
vertraging bij T racking, hoor t u misschien een sterk signaal bij de eerste twee z waaien totdat
de instellingen zijn aangepast . Dan wordt het geluid z wak ker en ver dwijnt. Omdat metalen
ervoor zorgen dat het apparaat de grondbalans niet kan uitvoeren. Daarom bij T racking, als
u een constant signaal over een object krijgt na herhaalde schommelingen, is het hoogst
waarschijnlijk dat het object een met eaal is. Als u van een steen naar de bodem bew eegt,
kan het apparaat enkele zwaaien lang signalen van de grond geven t ot de grondbalans
instelling opnieuw w ordt geüpdated. Dit is normaal en moet u niet misleiden.
T racking is niet aan te raden om gest eente te eliminer en onder normale omstandigheden.
Het is aan te bevelen tra ck ing te gebruiken in gebieden met v eranderende bodem types.
MET ALEN ONDER GESTEENTE
IMP ACT verhoogt de mogelijkheid om metalen objecten onder gemineraliseerde st enen te
detecteren door de juiste instellingen te gebruiken. Het gecombineerde effect dat door de
steen en het metaal w ordt gecreëerd , is lager dan het effect dat het metaal van zichzelf maakt
en verschilt van de ver wachte ID van het metaal. De weergegeven ID wordt gevormd door de
combinatie van r ots en metaal samen en komt dichter bij de ID van de rots als de maa t van het
metaal kleiner is ten opzichte van de rots. Houd er r ekening mee dat metalen onder hot r ocks
nooit met hun eigen metaal-ID v erschijnen. Bijvoorbeeld, een goudstuk onder een bakst een
kan een ijzer toon en ID pr oduceren.
Onthoud dit simpele principe, want het bespaar t u veel tijd: "als het object dat u opspoor t geen
steen is, kan het een metaal zijn" .
De sleutel tot het opsporen van objecten onder gemineraliseerde rotsen, met name wanneer
het positieve rotsen zijn, is het de wetenschap van de maximum ID waar de die wordt geprodu-
ceerd door de omliggende positieve r otsen. Als u zoekt in algemene zoek modus, contr oleer t
u de door het apparaat geproduceerde ID . Als de ID die door het apparaat wordt gelev erd,
dichtbij rots- en ijzer gebied ligt, is het heel goed mogelijk dat u een object onder een rots
hebt gedetecteerd. Bij gebruik van Disc. in de GEN modus , zal al het gesteente onder het disc.
niveau een lage ijzer toon produc eren en alle bovenstaande een hogere toon produc eren.
Als u gesteen te correct weggefilterd heef t met de ID Disc. instellingen in de discriminatie
modus, kunt u het signaal v an het object oner de steen horen wanneer het object signaal een
iets grot er effect heeft dan het gefilterde ID. Het is belngrijk dat als u het object detecteerd
en uit graaf t en h et een s teen b lijk t te zij n, u het I D note er t di e u verk ree g voor he t graven en
gebruik deze v olgende keer als Disc. w aarde instelt.
Bijvoorbeeld, de hot rocks in uw zoekveld hebben de neiging om ID's rond 00-01 te geven.In dit
geval moet u de disc instellen tot maximaal 02. Op deze manier kunt u gesteente elimineren en
de signalen van metalen onder de stenen ontvangen. Als u de Disc. onnodig te hoog instelt, zal
u tezamen met gesteente ook metalen verliezen.
W anneer de hot rocks in uw zoekgebied hoge ID's blijv en geven, dan zal de kans bestaan dat
u eveneens signalen van k leine metalen mist.
ZOEKEN IN ONDIEP W A TER EN STR AND
Alle zoekspoele n van de IMP ACT zijn wat erdicht. Dit biedt gemak bij het zoeken in ondiep
water en op het strand. Z org er voor dat het bedieningsunit niet nat w ordt tijdens het zoeken
in het wat er . Dit omvat de armsteun en de elektronica in de bedieningsunit.
Zoals eerder uit gelegd, zijn zout water Alkalihoudende bodems significant geleidend en ver o-
orzaken effecten bij detectors die lijken op ijzer IMP ACT COG-modus is speciaal ontworpen
voor dergelijke omstandigheden. U kunt een voudig zoeken in de COG modus , zonder speciale
instellingen.
COG modus is ideaal voor zout nat zand strand. U kunt de andere modi gebruiken tijdens het
zoeken op droog str and zand.
U dient het volgende te o verwegen tijdens het zoeken op nat zand strand of wa ter:
1) W anneer u de z oekspoel z waait ov er de gegrav en gaten in het natte strand zand, kunt u
metaal signalen ontvangen, dit is normaal.
2) De zoekspoel kan onjuiste signalen geven wanneer u in of uit het water gaat met de zoeks-
poel, dus probeer de zoekspoe l in of uit het water te houden.