GAIN in General Modi (GEN en DEN (D ))
In het GAIN menu , k an GAIN inst ellingen een toename of afname van 'plop' geluiden en valse
signalen v eroorzaken. GAIN instelling is een persoonlijke voorkeur . Het is ech ter belangrijk om
het GAIN niv eau op zijn hoogst in te stellen, waar geen grote 'plop' geluiden w orden gehoord
om te voorkomen dat kleiner of dieper gelegen objecten gemist wor den. Bijvoorbeeld, als
het geluidsnive au geschikt is om te zoeken en hetzelf de is op GAIN niveau 40 en 70, dan zou
70 de v oorkeur hebben. Het gebruik v an de fabrieksinstellingen zal een goed begin zijn tot u
vertrouwd bent geraakt met het appar aat en ervaring heeft opgebouwd.
GAIN in Discriminatie modus:
Aangezien de acht ergrondtoon instelling niet beschikbaar is in de discriminatiemodus, kunt
u de diepte van het apparaat v ergroten of v erzekerd zijn van een geluidsvr ije werking op
verschillende t erreinen door alleen de gain instelling te gebruiken.
Om GAIN in de discriminatiemodus aan te passen, moet eerst de grondbalans worden uitgev oerd
terwijl gain op de standaard instellingen staat. Nadat de grondbalans is voltooid, houdt u de zoek-
spoel stationair of z waai over de grond op zoekhoogte. Verminder de gain wanneer het apparaat
geluid ontvangt. Als dat niet het geval is (zorg er voor dat Disc. ook op de standaardinstellingen
staat) verhoog de gain geleidelijk tot er geen 'plop' geluid meer hoorbaar is. Als het apparaat
tijdens het zoeken geluid begint te ontvangen, verminder gain dan geleidelijk.
OPMERKING: IMP ACT is een hoog gain (versterkend)-apparaa t en sommige van de zoekmodi
lopen relatief luidruchtig (Deep, DI4, VLX2) vergeleken met ander e modi maar biedt u ook de
beste dieptepresta ties. V anwege de ontwerp karakteristieken van deze modi, zal het geluid
meer te horen zijn wanneer de zoekspoel in de lucht is dan wanneer de zoekspoel over de
grond zwaait. Houdt rekening met deze factoren wanneer u de gain instelt.
Gain in Statische Modus:
De standaard fabrieksinstelling voor de gain instellingen is geoptimaliseerd.In situaties
waarin u de gain wilt aanpassen (bijv . verschillende gr ondstruc turen) v oer t u opnieuw een
grondbalans uit. Als er gr ote positieve of negatieve acht ergrondtoon sch ommelingen optre-
den, verhoog dan de iSA T instellingen i n het Expert menu. Als de schommelingen continu
aanwez ig blijven, verlaag dan de gain naar 39, verlaag vervolgens de iSA T en voer opnieuw
een gr ondbalans uit.
In situaties waar het milieu en bodemgesteldheid het toelat en, kunt u meer diepte ber eiken
door de Gain en iSA T t e verlagen.
Threshold ( Achtergr ondtoon)
In de algemene z oek modus (GEN en GEN D) w ordt het zoeken uitgevoerd met een continu
zoemende t oon op de achter grond (threshold genoemd). Het volume van deze zoemende
toon beïn vloed de zoekdiepte van kleinere of dieper gelegen objecten en wor dt aangepast
aan de Thres hold instellingen. Als de T hreshold te hoog staat ingesteld, k an een zwak signaal
niet gehoord w orden. Met andere w oorden, zwak ke signalen van kleine of dieper gelegen
objecten kunnen wor den gemist. Het is aan te bevelen voor de gemiddelde gebruiker om
deze inste lling op de standaardw aarde te lat en staan. En voor de er varen gebr uiker om de
instellingen aan te passen naar het hoogst bereikbare nivea u waar nog steeds de z wakke
signalen te horen zullen zijn.
Threshold is direct gekoppeld aan de G ain en iSA T instellingen. Zor g ervoor dat u de gedeeltes
over dit onderwerp in de handleiding zorgvuldig doorleest.
GAIN
GAIN is de diepte-instelling van het apparaat. Het wordt ook gebruikt om omringende elektro-
magnetische signalen uit de omgeving en geluidssignalen ov ergedragen vanuit de grond uit
te schakelen.
OPMERKING: Om een maximale dieptepresta tie te verkrijgen, om geluid dat veroorzaakt
wordt door electromagnetische tussenkomst te elimineren, pr obeer dan eerst de fr equentie
te ver anderen (F .Shift). Indien dit niet v oldoende is, verander dan de werkfrequentie v an het
apparaat (5kHz/14kHz/20kHz) voor dat de GAIN wor dt verlaagd.
GAIN instellingsw aarde is 01-99 en wordt voor af nauwkeurig bepaald voor elke modus. Alle
modi starten met standaar dinstellingen. Deze kunnen w anneer nodig, handmat ig worden
aangepast. GAIN aanpassing is van toepassing op de geselecteerde modus; de gewijzigde
instelling heeft geen invloed op de GAIN instelling van de andere modi.
OPMERKING: Wanneer de gr ond hoog gemineraliseerd is,kan dit een "overload" (overbelastings)
reactie geven op uw detector . Verminder dan de GAIN totdat het bericht "Overload" van het
scherm verdwijnt.
Discriminatie (Disc.)
Disc. is het vermogen van h et apparaat om metalen beneden een bepaalde ID waarde te
negeren (uit te schakelen). In het Dis c. Proc es, het gefilter de ID bereik zal met streepjes op
de ID balk worden weer gegeven, en elke 2 opeenvolgende ID's worden w eergegeven met
1 regel . Bijvoorbeeld, als u de Disc instelt tot 30, zullen er 15 lijnen wor den weergegeven
tussen ID 0-30 op de ID balk en het apparaat zal geen geluid generer en voor metalen met
een ID tussen de 0-30.
Disc. Instelling is alleen uitgeschakeld in de GEN (D) en ST A (D) Modi.Bij alle andere modi word
de vooringestelde standaardwaar de weergegev en op het beeldscherm.
Om de Disc. Waarde te wijzigen, selecteert u de Disc. Optie in het menu en verlaagt of verhoogt
u de waarde met de Plus (+) of Min (-) toetsen. Houdt er rekening mee dat bepaalde objecten,
andere dan degene die je wilt negeren ook gemist kunnen worden of een z wakker sigaal
kunnen aangeven wanneer de Disc. instelling word gebruikt.
W anneer u meerdere ID's van hetzelf de objec t ontvangt- laten we zeggen 35 en 55 - k an dat
komen door de positie van het object of de samenstelling van het metaal zelf, als je de Disc.
Instelt op 40 omdat 35 in het gefilterde bereik zal vallen, kan de signaalsterkte evenals de diepte
afnemen.
OPMERKING: Disc. Instelling werkt omgekeer d en evenredig aan de diepte tot ID waarde 15
in DI2, DI3, DI4, DI99 en COG modi en tot ID waarde 49 in GEN, GEN (D), ST A, ST A (D), DEEP ,
VLX1 en VLX2 modi. Met andere woorden, als de Disc. wordt verhoogd naar bov enstaande
waarde , zal de stabiliteit toenemen maar de diepte zal verminderen, en omgekeerd. Boven
deze waardes zal echter zow el diepte als het geluid toenemen.
Ijzer volume (F e Vol .)
Past de ijzer volume aan of k an worden uit geschakeld, het kan tussen F0-F5 of n1-n5 wor den
aangepast.
F0-F5: F5 is het maximale niveau waar het op ingesteld k an worden. Naarmate u het ijzer volume
(F e V ol.) verlaagd, zal het geluid wat word gegenereed voor Ijzerhoudende metalen afnemen in
volume. Op F0 zal het geluid voor ijzerhoudende metalen worden uitgeschakeld. Met andere
woorden het apparaat detecteer d ijzerhoudende metalen, het ID van het object word weerge-
geven, maar het apparaat zal geen geluid generer en.
n1-n5: Met deze instelling kunt u een lage ijzertoon laten gener eren voor ID objec t nummers
die zijn w eggefilterd (Notch Filter) in plaats van dez e volledig uit t e schakelen. N5 is de maxi-
male waar de en de ijzervolume zal w orden gereduc eerd wanneer je d eze verlaagd, maa r zal
niet volledig uitgeschakeld kunnen wor den.
F e Vol . Aanpassingen gelden alleen voor de geselecteerde modus. De vera nderingen zullen
geen effect hebben op de andere modi.
T racking ( T rack)
W anneer track actief is (01 positie) zal het apparaat c ontinu de bodem annalyseren, en automa-
tisch de grondbalans regelen. De voor de gebruiker onzichtbar e veranderingen van de aar de
beinvloeden de det ec tiediepte en het discriminatievermogen v an het apparaat, zodat het mo-
gelijk is om het apparaat beter te laten prest eren met behulp van deze functie onder geschikte
omstandigheden. Raadpleeg pagina 9 v oor meer informatie ov er T racking.
Pagina 19
W anneer track ing is geactiveerd, wor dt " track" weergegeven in het venst er aan de bovenkant
op het scherm.
OPMERKING: Het wordt aanbevo len om T racking alleen te gebruik en in de GEN en GEN (D)
modi.
Helderheid (Bright.)
Met deze inst elling kunt u het sch ermverlichtingsniveau aanpasen volgens uw persoo nlijke
voorkeur . Het varieert tussen de 0-5 en C1- C5. Op niv eau 0 is de ach tergrondverlich ting
uitgeschakeld. Wanneer het is ingesteld op 1-5, lich t het slechts een korte tijd op wanneer
een object word gedetec teerd of tijdens het navigeren in door het menu, de v erlichting zal
na korte tijd weer uitgaan. Bij C1-C5 niveaus blijft de achtergr ondverlichting continu aan. De
continue w erk ing zal het e nergieverbruik bein vloeden, wat niet aan te bevelen is .
De instelling van de achterg rondverlichting zal worden t eruggezet naar de laatst opgeslagen
instelling, wanneer het appar aat uit en weer aangezet wordt . Deze instelling is gebruikelijk in
elke modi.
Vibr atie
Deze functie geeft feedback aan de gebruiker door een trilling te producer en wanneer een
object word gedetecteerd. Het kan onafhankelijk met of zonder geluid gebruikt worden.
W anneer het geluid is uitgeschakeld, worden alle gedetecteerde objecten alleen met trillingen
weergegev en.
De vibratie (trilfunctie) is binnen het bereik v an 00-0 ingesteld. Wanneer het op 0 word
ingesteld, is de func tie volledig uitgeschakeld . Als de trilfunctie is ingesteld op 01 zal dit lange
tril signalen producer en en bij 05 korte trilsignalen. De grootte van het trileffect naar gelang
de diepte van het object en de zwaaisnelheid. Deze inst elling is te gebruiken in alle zoek modi
(Behalve: ST A en ST A (D)); v eranderingen die in een bepaalde modus worden gemaakt zullen
ook van toepassing zijn op andere modi. De vibratiefunctie zal niet werken in de ST A en ST A
(D) modi behalve wanneer het apparaat "ov erload" toont.
T rillingen zouden niet gev oeld kunnen worden in de zoekmodi (GEN en GEN (D )) bij z wakke
signalen; het zal worden gev oelt wanneer het sig naal sterker wor dt. Met andere w oorden,
de trillingen zijn op een mindere die pte voelbaar dan o p de dieptes waar je geluiden hoort,
daarom z ou u als u alleen met trillingen detecteert wanneer het geluid is uitgeschakeld de
zwak kere en di epere signalen kunnen mi ssen.
De trilsnelheid is constant in de pinpoint modus en kan niet aangepast worden. Vibratie
staat uit op positie 0. 01-05 waarde bieden hetzelf de trillingsniveau als in de pinpoint modus.
W anneer vibratie wordt gebruikt in de pinpoint modus , zal de trilling verhogen wanneer het
object wordt benaderd en benader d de maximum trilling als het midden van het objec t wordt
bereikt.
De trilfunctie instelling w ord terug gez et naar de laatst opgeslagen instelling wanneer het
apparaat w eer is uit en inges chakeld is. Deze in stelling is gebruikelijk in elke modi; een ver an-
dering in elke modus is ook van invloed op elke andere modi.
Led verlich ting (Light)
Dit is de LED lamp die wor d gebruikt om het gebied te verlichten dat u scant, ter wijl u 's nachts
of op donkere plaatsen det ec teert. Led-verlichting werkt niet w anneer het apparaat staat
uit geschakeld . Het is aan t e r aden om alleen de v er lich ting t e gebruiken w anneer da t nodig is ,
dit omda t het e x tr a v an de ba tt er ij zal gebruiken.
F r equen tie schak elaar (F .shif t)
D e z e f u nc ti e w o r d t g e b r u i k t o m e l e k t r o m a g n e t i s c h e s t o r i n g d i e h e t t o e s t e l v a n e e n a n d e r e
d e t e c t o r o n t v a n g t d i e i n d e z e l f d e f r e q u e n t i e b e r e i k i n d e b u u r t o f o m g e v i n g w e r k t , t e
e l i m i n e r e n. O f a l s e r t e v e e l g e l u i d w o r d t o p g e v a n g e n w a n n e e r d e z o e k s p o e l i n d e l u c h t
w o r d t o p g e h e v e n , d i t k an w o r d e n v e r o o r z aa k t d o o r l o k a l e e l e k t r o m ag n e t i s c h e s i g n a l e n o f
o v e r m a t i g e v e r s t e r k i n s t e l l i n g e n ( G a i n) .
O m h e t g e l ui d d o o r e l e k t r o m a g n e t i s c h e s t o r i n g t e e l i m i n er e n , p r ob e e r t u e e r s t d e
f r e q u e n t i e s ch a k e l a a r aa n t e p a s s e n ( F . S h i f t ) v o o r d a t u d e g a i n g a a t v e r l a g e n o m ma x i m al e
d i e p t e pr e s t a t i e t e v e r k r i j g e n. F r e q u e n ti e v e rs c h ui v i n g be s t aa t u i t vi j f s t a p p e n. S t a n d a a r d i n -
st ellin g is 03, w a t de basisfr equen tie is .
BEL ANGRIJK! F - s h i f t k a n d e p r e s t a t i e b e p e r k e n . D a a r o m w o r d t aa ng e r a d e n d e f r e q u e n t i e
n i e t a an t e p as s e n, t e nz i j h e t n o d i g i s . I n g e v a l l e n w a a r i n d e s t o r i n g n i e t m e t d e
f r e q u e n t i e v e r s c h u i v i ng k a n w o r d e n g e ë l i m i ne e r d , k a n d e w e r k f r e q u e n t i e v a n h e t a pp a r aa t
( 5 k H z / 1 4 k H z / 2 0 k H z ) i n d e E x pe r t s e t t i ng o o k w o r d e n g e w i jz i g d .
F abrieksinst elling/ opslaan (FD/S a v e)
M et de func tie FD/S a v e v an de IMP A C T , k un t u uw inst ellingen opslaan of fabr ieksinst ellingen
herst ellen. Opslaan-func tie slaa t alle inst ellingen op , behalv e de Gr ondbalans , T r ack ing en de
v er lich ting . Het appar aa t star t in de laa tst e modus w aar de S a v e -func tie is uit gev oer d .
Om uw inst ellingen op t e slaan, selec t eer FD/S a v e op het scher m. Er w or den t w ee str eepjes op
het scher m w eer gegev en. Druk de r ech t er k nop in. W anneer "SA " w or dt w eer gegev en, drukt u
een keer op de SELEC T k nop . U ziet lijnen die r ot er en in het GB - v enst er aan de r ech t er k an t . A ls
het pr oc es is v olt ooid , zullen de lijnen st oppen met r ot er en en de SA t ekst v er dwijn t .
Om t e r u g t e g aa n na a r f abr ie k si n s t el l i ng e n , s e l e c t e e r F S/ S a v e o p h e t s c he r m . T w e e s t r e e pje s
w o r d e n w e e r g e g e v e n op h et s c he r m . D r uk de li n k e r k no p i n, w ann e e r " F D " w o r d t w e e r g e g e v e n ,
d ru k t u e e n k e e r o p d e SE L EC T k n o p . U z i e t l i jne n d i e r o t e r e n i n h e t GB - v e n s t e r aa n d e r e c h t e r -
k an t . A l s h e t pr o c e s i s v o l t o o i d , z ul l e n d e l i jn en s t op p e n me t r o t e r e n e n de FD - t e k s t v e r d w i jn t .
BASIS INSTELLINGEN