18Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Als de hoofdtelefoon binnen een straal van 10 meter van verschillende
afgestemde telefoons wordt ingeschakeld, wordt binnen enkele seconden
geprobeerd verbinding te maken met de standaardtelefoon.
Als de hoofdtelefoon geen verbinding kan maken met de standaardtelefoon
(omdat deze bijvoorbeeld niet aanstaat of omdat de gebruiker de verbinding
weigert), wordt binnen enkele seconden verbinding gemaakt met de
laatstgebruikte telefoon. Als de hoofdtelefoon niet met een van de telefoons kan
worden verbonden, blijft deze onvindbaar voor andere telefoons.
Als u de hoofdtelefoon wilt gebruiken met een gekoppelde telefoon die niet de
standaardtelefoon of de laatstgebruikte telefoon is, brengt u de verbinding tot
stand vanuit het Bluetooth-menu van de telefoon.
■ De standaardinstellingen van de hoofdtelefoon
herstellen
U kunt de standaardinstellingen van de hoofdtelefoon herstellen, bijvoorbeeld als
u de standaardgebruiker van de hoofdtelefoon wilt wijzigen. Als u de
standaardinstellingen herstelt, worden alle instellingen (waaronder de
koppelingsgegevens) gewist.
Als u de standaardinstellingen van de hoofdtelefoon wilt herstellen, houdt u de
aan/uit-toets en de bovenzijde van de volumeregelingtoets 10 seconden
ingedrukt. Als de standaardinstellingen zijn hersteld, geeft de hoofdtelefoon
tweemaal een piepsignaal en knippert het indicatorlampje gedurende enkele
seconden afwisselend rood en groen.