36354
37
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/143
Pagina verder
Nokia N76-1
Gebruikershandleiding
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-135 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van
richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op
de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N76, Navi en Visual Radio zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia
tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten
en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke
eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
This product includes software licensed from Symbian
Software Ltd © 1998-2007. Symbian and Symbian OS are
trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered
trademarks of Sun Microsystems, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software
Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for
personal and noncommercial use in connection with information which has been
encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged
in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with
MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall
be implied for any other use. Additional information, including that related to
promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé-
en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-
videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor
ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt
zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen
aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF
VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE
VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT
GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID,
BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT
TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE
HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE
WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze
producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-leverancier
voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in
de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen uw
telefoon uit te zetten als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem
contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit
0434
apparaat moet iedere storing van buitenaf accepteren, inclusief storingen die
een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Alle veranderingen of
aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt
zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die niet aan Nokia zijn
gelieerd of gerelateerd. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de
intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig
draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers
of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen
of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN
WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN
HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH
GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT)
GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN,
AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 2 NL, 9254285
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid.....................................7
Verbinding maken....................................11
Ondersteuning..........................................12
Nokia-ondersteuning en contactgegevens..................12
Help ........................................................................................12
Aan de slag............................................................................12
Aanvullende toepassingen................................................12
Uw Nokia N76 .........................................14
Software-updates................................................................14
Instellingen............................................................................14
Welkom ..................................................................................14
Modi........................................................................................15
Toetsen en navigatie ..........................................................16
Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen .........19
Belangrijke symbolen .........................................................20
LED voor energiebesparing ...............................................21
Volume- en luidsprekerregeling......................................21
Toetsenblokvergrendeling .................................................21
Hoofdtelefoon ......................................................................21
Geheugenkaart.....................................................................22
Bestandsbeheer ...................................................................23
Medieprogrammer...................................25
Musikkavspiller ................................................................... 25
Visual Radio .........................................................................29
RealPlayer ............................................................................31
Adobe Flash Player ............................................................32
Nokia Lifeblog .....................................................................32
Camera......................................................33
Foto's maken ........................................................................33
Symbolen van de fotocamera..........................................34
Actieve werkbalk.................................................................35
Na het maken van een foto ............................................. 36
Instellingen van fotocamera aanpassen.......................36
Flash........................................................................................37
Beeldinstellingen - kleur en belichting......................... 37
Scènes ....................................................................................38
Foto's nemen in een reeks................................................39
Zelf op de foto - zelfontspanner ....................................39
Video's opnemen .................................................................39
Galerij .......................................................43
Door bestanden bladeren en deze weergeven ............ 43
Print basket........................................................................... 45
Albums....................................................................................46
Vrij geheugen........................................................................46
Afbeeldingen afdrukken.....................................................46
PrintOnline ............................................................................47
On line delen.........................................................................48
Afbeeldingen bewerken .....................................................48
Videoclips bewerken ...........................................................49
Afbeeldingen, video, geluid en tekst toevoegen.........50
Een videoclip monteren.....................................................50
Video's verzenden................................................................51
Movie Director......................................................................51
Diavoorstelling .....................................................................53
Presentaties...........................................................................53
Het apparaat aanpassen......................... 55
Profielen- Hiermee stelt u tonen in...............................55
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen ........................56
Actieve stand-by modus....................................................58
Webbrowser............................................. 59
Beveiliging van de verbinding..........................................59
De weergave Bookmarks ...................................................59
Op internet surfen...............................................................60
Verbinding verbreken .........................................................64
Instellingen............................................................................64
Verbindingen............................................67
Verbindingsbeheer .............................................................67
Bluetooth-verbinding .......................................................67
USB ........................................................................................71
Pc-verbindingen ..................................................................71
Synchronisatie ....................................................................72
Apparaatbeheer ..................................................................72
Downloaden..............................................74
Instellingen voor Downloaden.........................................74
Tijdmanagement ......................................76
Klok ........................................................................................76
Agenda ..................................................................................77
Berichten ..................................................79
Tekstmodi ..............................................................................80
Berichten invoeren en verzenden...................................80
Inbox - berichten ontvangen ..........................................82
Mailbox .................................................................................83
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................85
Berichtinstellingen..............................................................85
Chatten - Instant Messaging .........................................89
Oproepen plaatsen...................................91
Spraakoproepen...................................................................91
Videogesprekken..................................................................94
Videobeelden delen.............................................................95
Een oproep beantwoorden of weigeren........................98
Logboek .................................................................................99
Push To Talk ...................................................................... 101
Contacten (adressenlijst) ..................... 102
Namen en nummers opslaan en bewerken............... 102
Contactgegevens kopiëren............................................. 103
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.............. 104
Contactgroepen maken .................................................. 105
Kantoor.................................................. 106
Rekenmachine .................................................................. 106
Adobe Reader ................................................................... 106
Omrekenen ........................................................................ 106
Notities ............................................................................... 107
Dictafoon ........................................................................... 107
Draadloos toetsenbord .................................................. 107
Instrumenten......................................... 108
Toepassingsbeheer .......................................................... 108
Digital Rights Management ......................................... 110
Spraakopdrachten ............................................................112
Positionering ......................................................................112
Instellingen .......................................... 114
Algemeen ...........................................................................114
Positiebepaling...................................................................120
Telefoon ..............................................................................120
Verbinding ..........................................................................122
Toepassingen .....................................................................125
Problemen oplossen:
vraag en antwoord ............................... 126
Informatie over de batterij.................. 129
Opladen en ontladen........................................................129
De echtheid van
Nokia-batterijen controleren.........................................130
Behandeling en onderhoud.................. 132
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 134
Index ...................................................... 138
7
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken
in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities
die in de productdocumentatie worden
beschreven. Raak de antennegebieden niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
8
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, dient u eerst de handleiding van het
desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld
en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op
de end-toets om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar de stand-by modus. Voer
het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de volgende
GSM- en UMTS-netwerken: (E)GSM 850, 900, 1800 en
1900 en UMTS 2100. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief
beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere
verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat
blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en
toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voor-
zichtig en open boodschappen, accepteer verbindings-
verzoeken, download content en accepteer installaties
alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie
en het gebruik van antivirussoftware met een periodieke
updateservice en het gebruik van een firewall en andere
verwante software op uw apparaat en elke computer die
u op het apparaat aansluit, om de beveiliging van het
apparaat te verbeteren.
9
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 97, 2000 en XP). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie
waarin video's worden gedeeld of bij een snelle
gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen.
In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat
het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden.
Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke
websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor
beveiliging of inhoud te treffen.
Wat er op de afbeeldingen in deze handleiding wordt
weergegeven, kan soms verschillen van wat er op het
scherm van het apparaat wordt weergegeven.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van een draadloze
verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken
beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke
regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten.
Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige
netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren
in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet
in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat
kan ook beschikken over een speciale configuratie,
zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact
op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP
en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige
functies van dit apparaat, zoals die voor het verzenden
van e-maiberichten en multimediaberichten (MMS) en het
10
surfen op internet, vereisen netwerkondersteuning voor
deze technologieën.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met een AC-3- of AC-4-lader en een AC-1-,
ACP-8-, ACP-9-, ACP-12- of LCH-12-lader indien gebruikt
met een CA-44-laderadapter.
De batterij die is bedoeld voor gebruik met dit apparaat,
is BL-4B.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Verbinding maken
11
Verbinding maken
U kunt uw apparaat gebruiken op de 2G- en
3G-netwerken. Zie ’Over dit apparaat’ op pag. 8.
Gebruik de Bluetooth-technologie om bestanden over
te brengen en een aansluiting te maken met compatibele
uitbreidingen. Zie ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67.
Gebruik de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) voor
de aansluiting op compatibele hoofdtelefoons.
Zie ’Hoofdtelefoon’ op pag. 21.
Gebruik een compatibele gegevenskabel, bijvoorbeeld de
Nokia Connectivity Cable DKE-2, voor de aansluiting op
compatibele apparaten, zoals printers en pc's. Zie ’USB’,
pag. 71.
Gebruik een compatibele microSD-kaart om gegevens over
te brengen of om een back-up van de informatie te maken.
Zie ’Geheugenkaart’ op pag. 22.
Ondersteuning
12
Ondersteuning
Modelnummer: Nokia N76-1
Hierna aangeduid als de Nokia N76.
Nokia-ondersteuning
en contactgegevens
Kijk op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-
website voor de nieuwste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van
Nokia-producten en -diensten. Ga naar de lijst met
plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op
www.nokia.com/customerservice als u contact
wilt opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met
het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op
www.nokia.com/repair.
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help.
Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende
toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help
als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu.
Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende
helponderwerpen te bekijken.
Aan de slag
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over
toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen
van het apparaat.
Aanvullende toepassingen
Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere
software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik
maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N76.
Ondersteuning
13
Deze toepassingen worden nader toegelicht
in de handleidingen die beschikbaar zijn op de
ondersteuningspagina's voor de Nokia N76 op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website.
Uw Nokia N76
14
Uw Nokia N76
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de
pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software
op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de toepassing
Nokia Software Updater nodig en een compatibele
pc met Microsoft Windows 2000 of XP, breedband
internettoegang en een compatibele gegevenskabel
voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale
Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de
toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Instellingen
In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet
en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans
automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens van
de serviceprovider. De instellingen van uw serviceproviders
zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt
de instellingen van de serviceproviders ontvangen of
aanvragen als speciaal bericht.
Zie ’Telefoon’ op pag. 120 om de algemene instellingen
op uw apparaat, zoals de taal, de stand-by modus en
de weergave-instellingen, te wijzigen.
Welkom
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt
Welkom geopend. Maak een keuze uit de volgende opties:
Instelwizard - Hiermee configureert u verschillende
instellingen.
Overdracht - Hiermee brengt u inhoud, zoals
contactpersonen en agenda-items, over vanaf een
compatibel Nokia-apparaat. Zie ’Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen’ op pag. 19.
Als u Welkom later wilt openen, drukt u op en
selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Welkom.
U kunt ook de afzonderlijke toepassingen openen via
de betreffende menuopties.
Zie de brochures voor uw apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over de Instelwizard.
Uw Nokia N76
15
Modi
Uw apparaat heeft twee bedieningsmodi: als het is
dichtgeklapt, hebt u toegang tot bepaalde functies,
waaronder Music player, Radio, Camera en Berichten,
en als het is opengeklapt, kunt u het gewoon gebruiken
als mobiele telefoon en hebt u toegang tot alle functies
op het apparaat.
Dichtgeklapt - coverscherm
Als de cover is gesloten, wordt het hoofddisplay
gedeactiveerd en het coversdisplay verlicht. Het lopende
gesprek wordt beëindigd, tenzij de luidspreker wordt
gebruikt of een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten.
Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57 om de instellingen te
wijzigen. Als u Music player of Visual Radio gebruikt
om een geluidsclip te beluisteren, wordt het afspelen
voortgezet.
Wanneer de cover is gesloten, worden in
de coverdisplay de klok- en statusgegevens
weergegeven. In de stand-by modus
kunnen de signaalsterkte en
batterijsymbolen, de tijdsgegevens en
de statussymbolen worden weergegeven.
Als u Music player gebruikt om een
geluidsclip te beluisteren, worden
volumebalken en informatie over de
nummers weergegeven. Gebruik de
sneltoetsen op de cover om geluidsclips af
te spelen, te onderbreken of naar de volgende of vorige
geluidsclip te gaan. Gebruik de volumetoetsen als u het
volume wilt regelen.
Als u Visual Radio in de dichtgeklapte modus gebruikt,
worden volumebalken en informatie over de zender
weergegeven. Gebruik de mediatoetsen om de radio aan of
uit te zetten en de volgende of vorige zender te selecteren.
Gebruik de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Als u de Camera in de dichtgeklapte modus gebruikt,
dient u het apparaat in de modus Liggend vast te houden.
De buitenste display wordt de zoeker. Houd
ingedrukt om de camera te activeren. Druk op de
volumetoetsen omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
Druk op om een foto te nemen. Als u heen en weer
wilt schakelen tussen Afbeeldingsmodus en Videomodus,
drukt u op .
Uw Nokia N76
16
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto maakt, drukt u op om de werkbalk
te activeren en gebruikt u de volumetoetsen om over de
actieve werkbalk te navigeren Zie ’Beeldinstellingen -
kleur en belichting’ op pag. 37 en ’Scènes’ op pag. 38.
Alarmsignalen voor de agenda en klok, notities van gemiste
gesprekken en nieuwe ontvangen berichten worden ook
weergegeven. Als u ontvangen SMS-berichten wilt
bekijken en de tekst- en afbeeldingsobjecten van
ontvangen multimediaberichten wilt bekijken, opent
u de cover en bekijkt u het bericht op de hoofddisplay.
Zie ’Inbox - berichten ontvangen’ op pag. 82.
Inkomende gesprekken worden aangegeven met
de normale toon en een noot. Selecteer in de
coverdisplayinstellingen Antwrd bij openen telef. om
een oproep te beantwoorden wanneer u de cover opent.
Als een compatibele hoofdtelefoon op het apparaat is
aangesloten, drukt u op . Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57
om de instellingen te wijzigen.
Open de cover als u een oproep wilt plaatsen of als u het
menu wilt gebruiken.
Zie ’Toetsenblokvergrendeling’ op pag. 21 om de toetsen
te vergrendelen.
Opengeklapt - hoofdscherm
Wanneer u de cover opent,
wordt de hoofddisplay
verlicht, is het toetsenblok
beschikbaar en hebt
u toegang tot het menu.
Druk op als u het menu
wilt openen.
De cover wordt circa
165 graden geopend,
zoals in de afbeelding wordt geïllustreerd. Forceer de cover
niet verder open.
Toetsen en navigatie
Raadpleeg de gids Aan de slag voor een volledig overzicht
van alle toetsen en onderdelen in het apparaat.
Menutoets
Met de menutoets hebt u toegang tot het hoofdmenu.
Druk in een geopende toepassing op om de toepassing
op de achtergrond uit te voeren. Als u tussen geopende
toepassingen heen en weer wilt schakelen, houdt u
ingedrukt.
Uw Nokia N76
17
Navi™-bladertoets
Hierna aangeduid als de bladertoets.
Met de bladertoets kunt u in menu's navigeren
( , , , ) en items selecteren ( ).
Tip! Wanneer u zich in een menu bevindt, kunt u
in plaats van de bladertoets de nummertoetsen
en gebruiken om snel toepassingen te openen.
Druk bijvoorbeeld in het hoofdmenu op om
Agenda te openen.
Multimediatoets
Met de multimediatoets hebt u snel toegang tot
multimedia-inhoud en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Houd ingedrukt als u de snelkoppeling wilt openen
die aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om
een lijst met multimediatoepassingen te openen. Gebruik
de bladertoets om de gewenste toepassing te openen.
Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een
toepassing te selecteren.
Als u de snelkoppelingen wilt wijzigen, drukt u op
en . Als u wilt wijzigen welke toepassingen worden
weergegeven wanneer u op drukt, selecteert u Boven,
Links, Midden en Rechts en de toepassing.
Sommige snelkoppelingen zijn vast en kunnen niet worden
gewijzigd.
Bewerktoets
Als u tekst wilt kopiëren en plakken, kunt u door
ingedrukt te houden letters en woorden selecteren. Druk
op of om tekst te markeren. Houd ingedrukt
en selecteer Kopiëren als u de tekst naar het klembord wilt
kopiëren. Houd ingedrukt en selecteer Plakken als
u de tekst in een document wilt invoegen.
Tekst en lijsten bewerken
Ga naar een item in een lijst en druk tegelijkertijd
op en als u het item wilt selecteren.
Houd ingedrukt en druk tegelijkertijd op of
als u meerdere items in een lijst wilt markeren. Laat
en daarna los als u de selectie wilt beëindigen.
Gebruik de bewerktoets om in Berichten de
tekstvoorspelling aan te zetten, de nummermodus in
te schakelen, een symbool in te voegen en de invoertaal
te wijzigen. Zie ’Berichten’ op pag. 79.
Modustoets
De modustoets is een multifunctionele toets waarmee
u eenvoudig tussen geselecteerde toepassingen kunt
Uw Nokia N76
18
schakelen, en binnen bepaalde toepassingen van weergave
kunt wisselen wanneer de cover is gesloten.
Als de cover is geopend, drukt u op om de laatste
foto in Galerij te openen.
Als de cover is geopend, gaat u naar Galerij en drukt
u op om te schakelen tussen de weergave
Afb. en video en de miniatuurweergave.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Camera en drukt
u op om te schakelen tussen Afbeeldingsmodus
en Videomodus.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Music player en drukt
u op om te schakelen tussen Afspelen en
Muziekbibliotheek.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Visual Radio en drukt
u op om te schakelen tussen de weergave met
zenders en die met zenderlijsten.
Tip! Als u alleen de achtergrond wilt zien in het
coverscherm, drukt u tweemaal op de modustoets in
de stand-by modus.
Opnametoets
Houd ingedrukt om de hoofdcamera te activeren
als de cover is gesloten. Druk op om foto's te
maken. Zie ’Foto's maken’ op pag. 33.
Druk in de videomodus op om videoclips
op te nemen. Zie ’Video's opnemen’ op pag. 39.
Sneltoetsen op de cover
Gebruik de sneltoetsen op de cover ( , en )
om het afspelen te besturen. Zie ’Musikkavspiller’ op pag.
25 en ’Visual Radio’ op pag. 29.
Gebruik de sneltoetsen op de cover om het
toetsenblok te vergrendelen als de cover is gesloten.
Zie ’Toetsenblokvergrendeling’ op pag. 21.
Druk op om de actieve werkbalk te activeren
wanneer u de camera gebruikt als de cover is gesloten.
Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
Volumetoetsen
Zie ’Volume- en luidsprekerregeling’ op pag. 21 om het
volume te regelen.
Gebruik de volumetoetsen om met de cover gesloten in een
lijst omhoog of omlaag te bladeren.
Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen wanneer
u de camera gebruikt. Ook kunt u de volumetoetsen
gebruiken om over de actieve werkbalk te bladeren met
de cover gesloten. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
Uw Nokia N76
19
Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen
U kunt inhoud, zoals contactgegevens, overbrengen vanaf
een compatibel Nokia-apparaat naar de Nokia N76 via een
Bluetooth-verbinding. Er wordt een bericht weergegeven
als het andere apparaat niet compatibel is.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt
af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud
wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere
apparaat en de Nokia N76 synchroniseren.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan
worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer de
Nokia N76 wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt
het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing voor het eerst wilt gebruiken,
selecteert u deze op de Nokia N76 in Welkom.
U kunt ook op drukken en Instrumenten >
Hulpprogr. > Overdracht selecteren. Selecteer
Overdr.ggvns als u de toepassing al eerder hebt
gebruikt en opnieuw gegevens wilt overbrengen.
2 Selecteer Doorgaan als u met de Nokia 76 wilt zoeken
naar andere apparaten met Bluetooth-verbinding.
Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt
overbrengen. Voer op de Nokia N76 een code
(1–16 cijfers) in en selecteer OK. Voer dezelfde code
ook in op het andere apparaat en selecteer OK.
De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ’Apparaten
koppelen’ op pag. 69.
Voor sommige modellen wordt de
overdrachttoepassing naar het andere apparaat als
bericht verzonden. Open het bericht om Gegev.overdr.
te installeren op het andere apparaat en volg de
instructies in het scherm.
3 Selecteer vanaf de Nokia N76 de inhoud die u vanaf
het andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen
van het andere apparaat naar de overeenkomstige
locatie in de Nokia N76. De tijd die benodigd is voor de
overdracht is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
U kunt de overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt
u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden.
Selecteer Telefoons als u de synchronisatie vanaf een
compatibel Nokia-apparaat wilt starten. Navigeer naar
het apparaat en selecteer Opties > Synchroniseren.
Volg de instructies in het scherm.
De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een
item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook
op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet
terugzetten via een synchronisatie.
Uw Nokia N76
20
Selecteer Overdrachtslog als u het logbestand van een
eerdere overdracht wilt bekijken.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat. geeft aan dat de verbinding is verbroken.
Er is een compatibele antenne aangesloten op het
apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten op
het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt. geeft
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat
een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan
dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk
maakt het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
dat een verbinding beschikbaar is.
Bluetooth-verbinding is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-verbinding. Als het symbool knippert, probeert
het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Uw Nokia N76
21
LED voor energiebesparing
Het scherm wordt uitgeschakeld om de batterij te sparen
wanneer de screensaver is ingeschakeld. Er knippert een
blauwe LED boven in het coverscherm om aan te geven dat
het apparaat is ingeschakeld maar in de slaapstand staat.
Zie ’Coverdisplay’ op pag. 115 om de slaapstand aan of uit
te zetten.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op de volumetoets als u het volume wilt verhogen of
verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een
geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan
uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker
tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker
wilt uitschakelen.
Toetsenblokvergrendeling
Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen
met de cover gesloten wilt vergrendelen. Druk
achtereenvolgens op en als u de toetsen wilt
ontgrendelen.
Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen met
de cover geopend wilt vergrendelen. Druk
achtereenvolgens op en als u de toetsen wilt
ontgrendelen.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms wel
het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Hoofdtelefoon
U kunt een compatibele
hoofdtelefoon aansluiten op de
Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) van
het apparaat. Mogelijk moet u de
kabelmodus selecteren.
Sluit geen producten aan die een
uitvoersignaal genereren, omdat
u hiermee het apparaat kunt
beschadigen. Verbind geen
spanningsbron op de
Nokia AV-aansluiting.
Uw Nokia N76
22
Houd volumeniveaus goed in de gaten wanneer u met
de Nokia AV-aansluiting een extern apparaat of een
hoofdtelefoon verbindt die niet door Nokia is goedgekeurd
voor gebruik met het apparaat.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in
gevaar kan brengen.
Als u een hoofdtelefoon met een externe
afstandsbediening wilt gebruiken, bijvoorbeeld de Nokia
Audio Controller AD-43, verbindt u de eenheid eerst met
de aansluiting van het apparaat en vervolgens met de
hoofdtelefoon.
Sommige hoofdtelefoons hebben geen microfoon.
Gebruik voor telefoongesprekken een hoofdtelefoon
met een externe bedieningseenheid of de microfoon
van het apparaat.
Wanneer u bepaalde toebehoren voor hoofdtelefoons
gebruikt, zoals de Nokia Audio Controller AD-43, kunt
u tijdens een gesprek het volume aanpassen met de
volumetoets van het apparaat. De Nokia Audio Controller
AD-43 bevat volumetoetsen waarmee u alleen het volume
van afgespeelde muziek of video kunt aanpassen.
Geheugenkaart
Gebruik alleen compatibele
microSD-kaarten die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat. Nokia maakt gebruik van
goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten,
maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal
compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele
kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen
en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van
kleine kinderen.
Geheugenkaart
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Geheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van
gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan op een
compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
Het apparaat stelt u op de hoogte als de geheugenkaart
onvoldoende vrije ruimte bevat om een back-up te maken.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u gegevens
vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten
naar het apparaatgeheugen.
Uw Nokia N76
23
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan
alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige
geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten
moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier
om te achterhalen of u de geheugenkaart moet
formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. als u een
geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter
bevestiging.
Bestandsbeheer
Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh. als
u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen
van het apparaat of op een geheugenkaart (indien
geplaatst). De weergave van het apparaatgeheugen ( )
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar.
Houd ingedrukt terwijl u op , of drukt als
u meerdere bestanden wilt markeren. Selecteer Opties >
Verplaats naar map of Kopiëren naar map als
u bestanden wilt verwijderen of kopiëren naar een map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteer dan Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer de
bestandsnaam als zoektekst in.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken
welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel
geheugen wordt gebruikt door de verschillende
gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen
wordt weergegeven in Vrij geheugen.
Geheugen bijna vol - geheugen
vrijmaken
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om
gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het
apparaatgeheugen of de geheugenkaart bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart
(indien beschikbaar) of naar een compatibele pc als
u apparaatgeheugen wilt vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Bestandbeheer om bestanden te
verwijderen die u nodig hebt of om naar de betreffende
toepassing te gaan. U kunt bijvoorbeeld de volgende items
verwijderen:
Berichten in de mappen in Berichten en e-mails die
uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toep.beheer die u niet nodig hebt
Uw Nokia N76
24
Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt
geïnstalleerd op een compatibele geheugenkaart; sla
eerst een back-up van de installatiebestanden op een
compatibele pc op
Medieprogrammer
25
Medieprogrammer
Musikkavspiller
Musikkspilleren støtter filformater som AAC, eAAC, eAAC+,
MP3 og WMA. Musikkspilleren støtter ikke nødvendigvis
alle funksjonene til et filformat eller alle filtypene.
Advarsel: Lytt til musikk med et moderat lydnivå.
Høyt volum over lengre tid kan skade hørselen. Hold
ikke enheten nær øret når høyttaleren er på ettersom
volumet kan være ekstremt høyt.
Du kan lytte til musikk med flippen åpen eller lukket. Hvis
du lytter til musikk når du mottar en samtale, stanser
musikken midlertidig når du svarer på anropet og fortsetter
når du har avsluttet samtalen.
Hvis du vil vite hvordan du legger sanger til enheten din,
kan du se ’Overføre musikk’ på side 27.
Hvis du ønsker mer informasjon om opphavsrett, kan du se
’Digital Rights Management’ på side 110.
Spille musikk
Hvis du vil spille musikk med flippen åpen, gjør du
følgende:
1 Trykk på og velg Musikk > Musikkavspiller.
2 I Musikkmeny velger du en kategori som Alle sanger
eller Albumer.
3 Velg musikken du ønsker å spille.
I Spilles nå bruker du blatasten og den midterste
valgtasten til å kontrollere avspillingen:
Trykk på for å spille av eller stanse en sang
midlertidig.
Trykk på for å spole tilbake eller hoppe bakover.
Trykk på for å spole fremover eller hoppe fremover.
Trykk på for å stanse avspillingen.
Hvis du vil spille musikk med flippen lukket, gjør du
følgende:
1 I ventemodus trykker du på for å gå til
Musikkmeny.
2 Velg musikken du ønsker å spille og trykk på .
I Spilles nå bruker du de raske dekseltastene til å
kontrollere avspillingen:
Trykk på for å spille av eller stanse en sang
midlertidig.
Når du stanser en sang midlertidig, vises en liste over
sporene du lytter til akkurat nå.
Trykk på for å spole tilbake eller hoppe bakover.
Medieprogrammer
26
Trykk på for å spole fremover eller hoppe
fremover.
Hvis du vil bytte mellom Spilles nå og Musikkmeny,
trykker du på .
Musikkmeny
Hvis du vil velge mer musikk til avspilling i Spilles nå mens
flippen er åpen, velger du Valg > Gå til Musikkmeny.
Musikkmenyen viser musikken som er tilgjengelig på
enheten og det kompatible minnekortet (hvis det er satt
inn minnekort). Alle sanger viser all tilgjengelig musikk.
Hvis du vil vise musikksjangere, velger du Albumer,
Artister, Sjangere eller Komponister. Hvis du vil vise
spillelistene, velger du Spillelister.
Hvis du vil oppfriske biblioteket når du har oppdatert
sangvalget i enheten din, velger du Valg > Oppdater
Musikkbibl..
Hvis du vil åpne visningen som viser sangen som avspilles,
trykker du på og holder nede .
Hvis du vil bytte mellom Spilles nå og Musikkmeny når
flippen er lukket, trykker du på . Bruk de raske
deksel- og volumtastene for å velge mer musikk til
avspilling. Velg Valg hvis du vil endre de grunnleggende
avspillingsinnstillingene.
Spillelister
Hvis du vil vise og organisere spillelistene, velger du
Spillelister i musikkmenyen. Følgende spillelister vises
automatisk: Mest spilte spor, Nylig spilte sanger og Nylig
lagt til.
Hvis du vil vise detaljer om spillelisten, velger du Valg >
Spillelistedetaljer.
Opprette en spilleliste
1 Velg Valg > Opprett spilleliste.
2 Skriv inn et navn for spillelisten og velg OK.
3 Velg artister for å finne sangene du ønsker å inkludere
i spillelisten. Trykk på for å legge til sanger. Hvis du
vil vise sanglisten under en artisttittel, trykker du på
. Hvis du vil skjule sanglisten, trykker du på .
4 Når du har gjort valgene dine, velger du Utført. Hvis du
har satt inn et kompatibelt minnekort, lagres
spillelisten til minnekortet.
Hvis du vil legge til sanger senere, velger du Valg > Legg
til sanger når du viser spillelisten.
Hvis du vil legge til sanger, album, artister, sjangere og
komponister i en spilleliste fra ulike visninger på
musikkmenyen, velger du et element og trykker på Valg >
Legg til i en spilleliste > Lagret spilleliste eller Ny
spilleliste.
Medieprogrammer
27
Hvis du vil fjerne en sang fra en spilleliste, velger du Valg >
Fjern fra spilleliste. Sangen blir ikke slettet fra enheten;
den blir bare fjernet fra spillelisten.
Hvis du vil reorganisere rekkefølgen på sangene i en
spilleliste, blar du til sangen du ønsker å flytte, og velger
Valg > Organiser liste. Bruk blatasten til å flytte en sang
til en ny plassering.
Musikkbutikk
I musikkbutikken (nettverkstjeneste) kan du søke, bla
gjennom og kjøpe musikk til å laste ned på enheten din.
Variasjonen, tilgjengeligheten og utseendet til
musikkbutikktjenestene kan variere.
Du må ha innstillinger for musikkbutikk og gyldig
Internett-forbindelse for å bruke denne tjenesten. Hvis du
vil ha mer informasjon, kan du se ’Innstillinger for
musikkbutikk’ på side 27 og ’Toegangspunten’ på side 123.
Gå til musikkbutikk
1 I Musikkmeny velger du Valg > Gå til Musikkbutikk.
2 Velg fra de viste alternativene for å søke, bla gjennom
eller velge ringetoner.
Innstillinger for musikkbutikk
Tilgjengeligheten og utseendet til
musikkbutikk-innstillingene kan variere. Innstillingene kan
også være forhåndsdefinert og ikke redigerbare.
Hvis innstillingene ikke er forhåndsdefinert , kan det
hende du blir bedt om å definere følgende innstillinger:
Adresse – Du må definere web-adressen til
musikkbutikktjenesten.
Stand. tilg.punkt – Velg hvilket tilgangspunkt du vil bruke
når du kobler til musikkbutikken.
Bruker – Skriv inn brukernavnet til musikkbutikken.
Passord – Skriv inn passordet til musikkbutikken.
Hvis feltene Bruker og Passord blir stående tomme, kan
det hende du må angi dem når du logger inn.
Det kan hende du kan redigere innstillingene i
musikkbutikken ved å velge Valg > Innstillinger.
Overføre musikk
Du kan overføre musikk fra en kompatibel PC eller andre
kompatible enheter ved å bruke en kompatibel USB-kabel
eller Bluetooth-tilkobling. Hvis du vil ha mer informasjon,
ser du ’Bluetooth-verbinding’ på side 67.
Hvis du vil oppfriske biblioteket når du har oppdatert
sangvalget i enheten din, velger du Valg > Oppdater
Musikkbibl. når du er i Musikkmeny.
Krav til datamaskinen ved musikkoverføring:
Microsoft Windows XP operativsystem (eller nyere)
Medieprogrammer
28
En kompatibel versjon av programmet Windows Media
Player. Du finner mer detaljert informasjon om
Windows Media Player-kompatibilitet i Nokia
N76-delen på Nokias web-side.
Nokia Nseries PC Suite
Overføre musikk fra datamaskinen
Det finnes tre forskjellige måter å overføre musikk på:
Hvis du vil vise enheten din på en kompatibel
datamaskin som en ekstern harddisk du kan overføre
hvilke som helst datafiler til, kobler du til med en
kompatibel USB-kabel eller Bluetooth-tilkobling. Hvis
du bruker en USB-kabel, velger du Dataoverføring
som tilkoblingsmodus. Du må sette inn et kompatibelt
minnekort i enheten din.
Hvis du skal synkronisere musikk med Windows Media
Player, kobler du til USB-kabelen og velger
Medieavspiller som tilkoblingsmodus. Du må sette inn
et kompatibelt minnekort i enheten din.
Hvis du vil bruke Nokia Music Manager i Nokia PC
Suite, kobler du til den kompatible USB-kabelen og
velger PC Suite som tilkoblingsmodus.
Hvis du vil endre standard USB-tilkoblingsmodus, trykker
du på og velger Verktøy > Tilkobling > USB >
USB-modus.
Både Windows Media Player og Nokia Music Manager i
Nokia Nseries PC Suite er optimalisert til å overføre
musikkfiler. Hvis du ønsker mer informasjon om å overføre
musikk med Nokia Music Manager, leser du
brukerveiledningen til Nokia Nseries PC Suite.
Musikkoverføring med Windows Media Player
Funksjonaliteten til musikksynkroniseringen kan variere fra
versjon til versjon av Windows Media Player. Hvis du vil ha
mer informasjon, kan du lese brukerveiledningene og
hjelpen til versjonene av Windows Media Player.
Manuell synkronisering
Når du har koblet enheten til en kompatibel PC, velger
Windows Media Player manuell synkronisering hvis det
ikke er nok minne på enheten. Med manuell synkronisering
kan du velge sangene og spillelistene du ønsker å flytte,
kopiere eller slette.
Første gang du kobler til enheten din må du skrive inn et
navn som skal brukes som navnet til enheten din i
Windows Media Player.
Slik overfører du manuelle valg:
1 Når enheten er koblet til Windows Media Player, velger
du enheten din i navigasjonspanelet hvis det er koblet
til flere enn en enhet.
2 Dra sangene eller albumene til listepanelet for å
synkronisere. Hvis du vil slette sanger eller album,
velger du en enhet fra listen og klikker på Fjern
fra liste.
Medieprogrammer
29
3 Kontroller at listepanelet inneholder filene du ønsker å
synkronisere og at det er nok minne på enheten. Klikk
Start synkronisering for å starte synkroniseringen.
Automatisk synkronisering
Hvis du vil endre standardalternativet for filoverføring i
Windows Media Player, klikker du på pilen under
Synkronisering, velger enheten din og klikker på
Konfigurer synkronisering. Merk av for eller slett
avmerkingen for Synkroniser denne enheten automatisk.
Hvis det er merket av for Synkroniser denne enheten
automatisk og du har koblet til enheten din, oppdateres
musikkbiblioteket på enheten din automatisk basert på
spillelistene du har valgt i Windows Media Player.
Hvis du ikke har valgt noen spillelister, velges hele
musikkbiblioteket på datamaskinen til synkronisering.
Merk at musikkbiblioteketdatamaskinen kan inneholde
flere filer enn det er plass til i enhetsminnet og på det
kompatible minnekortet på enheten. Hvis du ønsker mer
informasjon, leser du hjelpen for Windows Media Player.
Spillelistene på enheten din er ikke synkronisert med
spillelistene i Windows Media Player.
Visual Radio
Trykk og velg Musikk > Radio. Du kan bruke
programmet som en tradisjonell FM-radio med automatisk
søking og lagrede kanaler, eller med parallell visuell
informasjon relatert til radioprogrammet på displayet, hvis
du lytter til kanaler som tilbyr Visual Radio-tjenesten.
Visual Radio-tjenesten bruker pakkedata
(nettverkstjeneste). Du kan lytte til FM-radioen mens du
bruker andre programmer.
Hvis du ikke har tilgang til Visual Radio-tjenesten, kan det
hende at operatørene og radiokanalene i ditt område ikke
støtter Visual Radio.
Du kan vanligvis foreta en oppringning eller svare på en
innkommende samtale mens du lytter til radioen. Radioen
slås av under en aktiv samtale.
Hvis du starter musikkspilleren mens radioen er på,
dempes volumet på radioen. Når du har stanset
musikkavspillingen midlertidig eller avsluttet den, trykker
du på og velger Musikk > Radio for å fortsette
avspillingen.
Når flippen er lukket, bruker du de raske dekseltastene og
volum- og modustastene til å kontrollere FM-radioen.
Lytte til radioen
Legg merke til at kvaliteten på radiosendingen avhenger
av dekningen for radiokanalen i det bestemte området.
FM-radioen bruker en annen antenne enn den trådløse
enhetens antenne. Et kompatibelt headsett eller annet
tilbehør må kobles til enheten for at FM-radioen skal
fungere som den skal.
Medieprogrammer
30
Trykk og velg Musikk > Radio. Hvis du vil starte et
kanalsøk, velger du eller eller trykker på og holder
nede de raske dekseltastene eller . Hvis du vil
endre frekvensen manuelt, velger du Valg > Manuell
søking.
Hvis du har tidligere lagrede radiokanaler, velger du
eller for å gå til den neste eller forrige lagrede
kanalen, eller trykker på de raske dekseltastene
eller .
Du kan justere volumet ved å trykke på volumtastene.
Hvis du vil lytte til radioen med høyttaleren, velger du
Valg > Aktiver høyttaler.
Advarsel: Lytt til musikk med et moderat lydnivå.
Høyt volum over lengre tid kan skade hørselen. Hold
ikke enheten nær øret når høyttaleren er på ettersom
volumet kan være ekstremt høyt.
Hvis du vil vise tilgjengelige kanaler basert på plassering,
velger du Valg > Kanaloversikt (nettverkstjeneste).
Når du skal lagre den gjeldende kanalen i kanallisten,
velger du Valg > Lagre kanal. Hvis du vil åpne listen over
dine lagrede kanaler, velger du Valg > Kanaler.
Når du skal gå tilbake til ventemodusen og la FM-radioen
spille i bakgrunnen, velger du Valg > Spill i bakgrunn.
Vise visuelt innhold
Hvis du vil ha informasjon om tilgjengelighet og kostnader
og abonnere på tjenesten, kontakter du
tjenesteleverandøren.
Hvis du vil vise tilgjengelig visuelt innhold for en kanal du
lytter til, velger du Valg > Start visuell tjeneste. Hvis den
visuelle tjeneste-ID-en ikke er blitt lagret for kanalen,
angir du den, eller du kan velge Hent for å søke etter den i
kanaloversikten (nettverkstjeneste).
Når forbindelsen til den visuelle tjenesten er etablert, viser
displayet det gjeldende visuelle innholdet.
Lagrede kanaler
Hvis du vil åpne listen over dine lagrede kanaler mens
flippen er åpen, velger du Valg > Kanaler.
Når du skal lytte til en lagret kanal, velger du Valg >
Kanal > Lytt til. Hvis du vil vise tilgjengelig visuelt innhold
til en kanal med Visual Radio-tjenesten, velger du Valg >
Kanal > Start visuell tjeneste.
Hvis du vil bytte mellom listen over de lagrede kanalene og
å lytte til en lagret kanal mens flippen er lukket, trykker du
.
Hvis du vil endre kanaldetaljer, velger du Valg > Kanal >
Rediger.
Medieprogrammer
31
Tips! Du kan legge til snarveier til lagrede kanaler i
multimediemenyen. Se ’Multimediatoets’ på side17.
Innstillinger
Velg Valg > Innstillinger og deretter blant følgende:
Oppstarttone – Velg om det skal spilles av en tone når
programmet startes.
Start tjeneste autom.Velg Ja for å starte Visual
Radio-tjenesten automatisk når du velger en lagret kanal
som tilbyr Visual Radio-tjenesten.
Tilgangspunkt – Velg tilgangspunktet som brukes for
datatilkoblingen. Du trenger ikke et tilgangspunkt for å
bruke programmet som en vanlig FM-radio.
Gjeldende område—Velg det gjeldende området du
befinner deg i. Denne innstillingen vises bare hvis det ikke
var nettverksdekning da programmet ble startet.
RealPlayer
Trykk og velg Programmer > Media > RealPlayer.
Med RealPlayer, kan du spille av videoklipp eller spille av
mediefiler direkte uten å lagre dem på enheten først.
RealPlayer støtter filtyper som .3gp, .mp4 eller .rm. Det
betyr ikke at RealPlayer støtter alle filformater eller alle
varianter av filformater.
Spille av videoklipp
Hvis du vil spille av en lagret mediefil, velger du Valg >
Åpne, og deretter fra følgende:
Sist viste klipp – til å spille av én av de siste seks filene
som ble spilt av i RealPlayer
Lagret klipp – til å spille av en fil som er lagret i
Galleri.
Bla til en fil og trykk på .
Du kan justere volumet ved å trykke på volumtastene.
Spille av innhold direkte
Mange tjenesteleverandører krever at du bruker et
Internett-tilgangspunkt (IAP) som standard tilgangspunkt.
Med andre tjenesteleverandører kan du bruke et
WAP-tilgangspunkt.
I RealPlayer kan du bare åpne en rtsp:// URL-adresse.
RealPlayer gjenkjenner imidlertid en http-kobling til en
RAM-fil.
Hvis du vil spille av innhold direkte, velger du en kobling
for direkteavspilling som er lagret i Galleri på en
Web-side, eller som er mottatt i en tekstmelding eller
multimediemelding. Før innholdet spilles av direkte, kobles
enheten til området og begynner å laste ned innholdet.
Innholdet lagres ikke på enheten.
Medieprogrammer
32
RealPlayer-innstillinger
Det kan hende du kan motta RealPlayer-innstillinger i en
melding fra tjenesteleverandøren. Se ’Gegevens en
instellingen’ på side 82. Hvis du vil ha mer informasjon,
ta kontakt med tjenesteleverandøren.
Velg Valg > Innstillinger og deretter blant følgende:
Video – hvis du vil at RealPlayer automatisk skal gjenta
videoklipp når de er ferdig avspilt.
Direkteavsp. – når du skal velge om du skal bruke en
proxy-server, endre standard tilgangspunkt og angi
portområdet som skal brukes ved tilkobling. Kontakt
tjenesteleverandøren for å få riktige innstillinger.
Adobe Flash Player
Hvis du vil vise, spille av og samhandle med kompatible
flash-filer som er laget for mobilenheter, trykker du på
og velger Programmer > Media > Flash-spiller. Bla
til en flash-fil og trykk på .
Nokia Lifeblog
Hvis du vil starte Lifeblog på enheten, trykker du på
og velger Lifeblog.
Nokia Lifeblog er en kombinasjon av programvare for
mobiltelefoner og PC som ajourfører en multimediedagbok
for alle elementene du samler inn med enheten. Nokia
Lifeblog holder automatisk styr på multimedie-elementene
dine og organiserer bilder, videoklipp, lydklipp,
tekstmeldinger, multimediemeldinger og weblogg-poster
kronologisk, og du kan bla gjennom, søke i, dele, publisere
og sikkerhetskopiere dem.
Hvis du vil ha mer informasjon om Nokia Lifeblog, ser du
brukerveiledningen for enheten din på www.nseries.com/
support eller på ditt lokale Nokia-nettsted.
Camera
33
Camera
Uw apparaat heeft twee camera's: een camera met een
hoge resolutie achterop het apparaat (de hoofdcamera in
de modus Liggend) en een camera met een lagere resolutie
in de rechterbovenhoek van het hoofdscherm (de tweede
camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's
foto's maken en video's opnemen.
De hoofdcamera van het apparaat ondersteunt
een afbeeldingsresolutie van 1600 x 1200 pixels.
De beeldresolutie kan in deze documentatie anders
zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch
opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's
die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling.
Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling
MPEG-4 met de extensie .mp4 of in de bestandsindeling
3GPP met de extensie .3gp (kwaliteit Delen). Zie ’Video-
instellingen’ op pag. 41.
U kunt foto's en videoclips verzenden in een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding. U kunt deze ook uploaden naar uw
compatibele online album. Zie ’On line delen’ op pag. 48.
Foto's maken
Houd rekening met het volgende wanneer u een
foto maakt:
Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is
lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op
om door te gaan met het nemen van foto's.
Modus Cover gesloten
Ga als volgt te werk om een foto te nemen waarbij
u het coverdisplay als zoeker gebruikt:
1 Houd ingedrukt om
de hoofdcamera te activeren.
Als de camera in de
Videomodus staat,
drukt u op .
2 Druk op om een foto
te nemen. Houd het apparaat
stil tot de foto is opgeslagen.
Camera
34
Modus Cover open
Ga als volgt te werk om een foto te nemen waarbij u de
hoofddisplay als zoeker gebruikt:
1 Open de cover.
2 Druk op als u de hoofdcamera wilt activeren.
Als de camera in de Videomodus staat, drukt up op
Opties > Afbeeldingsmodus.
3 Druk op om een foto te nemen. Houd het
apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de volumetoetsen op het apparaat om in of uit
te zoomen.
Druk op de hoofddisplay op of op om naar
de elementen op de actieve werkbalk te gaan en de
instellingen voor belichting en kleur te wijzigen voordat
u een foto maakt. Druk op de coverdisplay op om de
werkbalk en de volumetoetsen te activeren om naar de
items te gaan. Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’
op pag. 37 en ’Scènes’ op pag. 38.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een foto maakt,
kiest u Opties > Ga naar beschikb. geh. in het
hoofdscherm (alleen beschikbaar als u met Nokia Nseries
PC Suite afbeeldingen of videoclips naar een andere locatie
hebt gekopieerd). Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 46.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera
aan de voorkant wilt activeren. Druk op of als
u wilt in- of uitzoomen. Druk op de bladertoets om een
foto te nemen.
Druk op als u de camera geopend wilt houden op
de achtergrond en andere toepassingen wilt gebruiken.
Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt terugkeren
naar de camera.
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker (hoofddisplay) wordt het volgende
weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus.
2 De actieve werkbalk, waardoor u kunt navigeren
voordat u de afbeelding vastlegt om verschillende
items en instellingen te selecteren. (De actieve
werkbalk wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
3 Het symbool voor
de resolutie van
de afbeelding
geeft aan of de
kwaliteit van de
foto Afdr. 2M –
Groot, Afdr.
1M – Norm. of
MMS 0,3M
Klein is.
Camera
35
4 De afbeeldingsteller geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte
beeldkwaliteit en geheugenruimte. (De teller
wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
5 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's worden
opgeslagen.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat
u een foto maakt of een video opneemt.
Als u de coverdisplay als zoeker gebruikt, drukt u op
om de actieve werkbalk weer te geven. U kunt ook naar het
gewenste item gaan met de volumetoetsen. Druk op
om het te selecteren.
Als u de hoofddisplay als zoeker gebruikt, bladert u naar
het gewenste item. Druk op om het te selecteren.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de
opnamemodus. U kunt ook instellen dat de actieve
werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of
wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve
werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto
maakt of een video opneemt. Selecteer Opties >
Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen het symbool
voor de opnamemodus wordt weergegeven in het scherm.
Druk op als u de werkbalk wilt activeren. De werkbalk
is gedurende vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus (alleen
afbeeldingen).
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto - zelfontspanner’
op pag. 39.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’ op pag. 39.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de
instelling aan te geven.
Camera
36
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige
opnamemodus en weergave.
De instellingen van de actieve werkbalk zijn niet
beschikbaar voor de tweede camera.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het
maken van een foto’ op pag. 36, ’Na het opnemen van een
video’ op pag. 41 en ’Actieve werkbalk’ op pag. 44
in Galerij.
Na het maken van een foto
Nadat u de foto hebt genomen, kunt u verschillende
dingen met de afbeelding doen met behulp van de actieve
werkbalk in de hoofddisplay (alleen beschikbaar als
Opgenomen afb. tonen is ingesteld op Aan in de
instellingen voor de fotocamera).
Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de foto
wilt verzenden in een multimediabericht, per e-mail
of via een Bluetooth-verbinding of als u de foto wilt
uploaden naar uw online album. Zie ’Berichten’ op
pag. 79, ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67 en ’On line
delen’ op pag. 48 voor meer informatie. Deze optie is
niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de
foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de
ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar
beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
Selecteer Toevoegen aan Print basket als
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij
om ze later af te drukken.
Selecteer Afdrukken als u de afbeelding wilt
afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46.
Druk op of selecteer Terug als u wilt terugkeren
naar de zoeker om een nieuwe afbeelding vast
te leggen.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de
afbeelding wilt gebruiken als achtergrond in de actieve
stand-by modus.
Selecteer Inst. als opr. afb. contct als u de afbeelding
wilt instellen als contactfoto voor een contactpersoon.
Instellingen van fotocamera
aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: Afb. config. en begininstellingen. Zie
’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37 voor
meer informatie over het aanpassen van Afb. config..
Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen
voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen
gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Selecteer
Opties > Instellingen als u de begininstellingen wilt
wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Camera
37
AfbeeldingskwaliteitAfdr. 2M – Groot
(1600 x 1200 resolutie), Afdr. 1M – Norm.
(1152 x 864 resolutie) of MMS 0,3M – Klein
(640 x 480 resolutie). Kies Afdr. 2M – Groot om de
afbeelding af te drukken. Selecteer Afdr. 1M – Norm.
als u de afbeelding per e-mail wilt verzenden. Selecteer
MMS 0,3M – Klein als u de afbeelding via MMS wilt
verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de tweede camera is de resolutie altijd MMS 0,3M –
Klein.
Toevoegen aan album - Hiermee geeft u aan of u de foto
wilt opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja
selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums
geopend.
Opgenomen afb. tonen - Selecteer Aan als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt
gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met
het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding - Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Selecteer
Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt zoomen.
Selecteer Uit als u wel wilt inzoomen maar de
geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven.
Opnametoon - Hiermee selecteert u de toon die moet
klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen - Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Flash
De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt.
Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren.
Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met
weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor
de camera: Automatisch (), Aan (), Rde-ogenrd.
() en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus
als u de flashmodus wilt wijzigen.
Beeldinstellingen -
kleur en belichting
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger
wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
Camera
38
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve
werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) - Hiermee
wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Flitser - Hiermee selecteert u de gewenste flitsmodus.
Zie ’Flash’ op pag. 37.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst.
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) - Hiermee
selecteert u de lichtgevoeligheid van de camera.
Hoe donkerder de omgeving is, des te hoger de
lichtgevoeligheid moet zijn.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen,
zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen voor kleur en belichting zijn
afhankelijk van de geselecteerde camera en modus.
Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ’Scènes’ op pag. 38. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Scènes
Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen
voor kleur en belichting voor de huidige omgeving.
De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een
bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
Videoscènes
Automatisch ( ) (standaard) en Nacht ()
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebr. gedef. (), Staand (),
Liggend (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto.
Ga in het hoofdscherm naar Gebr. gedef. en selecteer
Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt
maken voor een bepaalde omgeving. In de door de
gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende
belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Selecteer
Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als
u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren.
Selecteer op de coverdisplay Instell. > Gebr.scène >
Wijzig. Selecteer O.b.v. scène om de instellingen van
een andere scène te kopiëren.
Camera
39
Foto's nemen in een reeks
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen om zes of meer foto's in een
reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar
is), selecteert u op de actieve werkbalk Naar reeksmodus.
Het aantal foto's dat u kunt maken, hangt af van het
beschikbare geheugen.
Druk op de opnametoets als u zes foto's wilt maken. Druk
op Annuleer als u wilt stoppen met het maken van foto's.
Houd de opnametoets ingedrukt als u meer dan zes foto's
wilt maken. Laat de opnametoets los als u geen foto's meer
wilt maken.
Nadat u de foto's hebt gemaakt, worden deze in een raster
in het scherm weergegeven. Druk op als u een foto wilt
bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de
zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt,
kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de
zoeker in de reeksmodus.
Zelf op de foto - zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen
zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Kies
op de actieve werkbalk Zelfontspanner > 2 seconden,
10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen. Selecteer Activeren als u de
zelfontspanner wilt activeren. Wanneer de zelfontspanner
is geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool ( )
en hoort u een geluidssignaal. De foto wordt gemaakt
wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Kies Zelfontspanner > Uit op de actieve werkbalk als
udeZelfontspanner wilt uitschakelen.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een
foto maakt.
Video's opnemen
Ga als volgt te werk om video's op te nemen waarbij
u de coverdisplay als zoeker gebruikt (cover gesloten):
1 Druk met de camera in de Afbeeldingsmodus
op om over te schakelen naar de Videomodus.
2 Druk op om de opname te starten.
Het opnamepictogram wordt weergegeven en
er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de
opname is gestart.
3 Druk op of selecteer Stoppen om de opname
te stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen
Camera
40
in de map Afb. en video in de Galerij. Zie ’Galerij’
op pag. 43. De maximumlengte van de video is
60 minuten (indien er voldoende geheugen
beschikbaar is).
Ga als volgt te werk om video's op te nemen waarbij
u de hoofddisplay als zoeker gebruikt (cover open):
1 Selecteer Naar videomodus in de actieve werkbalk
als de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op om de opname te starten. Het rode
opnamepictogram wordt weergegeven en er klinkt
een geluidssignaal om aan te geven dat de opname
is gestart.
3 Druk op of selecteer Stop om de opname te
stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen
in Afb. en video in de Galerij. Zie ’Afbeeldingen en
videoclips’ op pag. 43. De maximumlengte van de
video is 60 minuten (indien er voldoende geheugen
beschikbaar is).
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door Pauze te selecteren. Het pauzepictogram ( )
knippert op het scherm. De video-opname wordt
automatisch gestopt als u de opname onderbreekt
en gedurende één minuut niet op een toets drukt.
Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat
om in of uit te zoomen op het onderwerp.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt
wijzigen voordat u een video opneemt, gebruikt u de
bladertoets om over de actieve werkbalk te navigeren.
Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37
en ’Scènes’ op pag. 38.
Selecteer Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen
beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen
of videoclips hebt gemaakt) als u geheugen wilt vrijmaken
voordat u een video opneemt. Zie ’Vrij geheugen’ op
pag. 46.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera
aan de voorkant wilt activeren.
Symbolen voor video-opnamen
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool
voor de huidige
opnamemodus.
2 Het symbool voor
ingeschakelde
geluiddemping.
3 De actieve
werkbalk,
waarlangs
u kunt navigeren
voordat u een opname maakt om verschillende items
Camera
41
en instellingen te selecteren. (De werkbalk wordt niet
weergegeven tijdens opnamen.) Zie ’Actieve werkbalk’
op pag. 35.
4 De totale beschikbare tijd voor de video-opname.
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige
videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
5 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar video's worden
opgeslagen.
6 Het symbool voor de videokwaliteit geeft aan of de
kwaliteit van de video Hoog, Normaal of Delen is.
7 Het bestandstype van de videoclip.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij
gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt
weergeven.
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het
volgende op de actieve werkbalk in de hoofddisplay
(alleen beschikbaar als Opgenomen video tonen is
ingesteld op Aan in de video-instellingen):
Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen
videoclip meteen wilt afspelen.
Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de
videoclip wilt verzenden in een multimediabericht, per
e-mail of via een Bluetooth-verbinding of als u de clip
wilt uploaden naar uw online album. Zie ’Berichten’ op
pag. 79, ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67 en ’On line
delen’ op pag. 48 voor meer informatie. Deze optie
is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet
als multimediabericht worden verzonden. U kunt de
videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar
de ontvanger van het gesprek. Selecteer Verzenden
naar beller.
Selecteer Nieuwe video als u een nieuwe videoclip wilt
opnemen.
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor
de videorecorder: Videoconfig. en begininstellingen.
Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37
voor meer informatie over het aanpassen van de
instellingen voor Videoconfig.. Als u de camera sluit,
worden de standaardinstellingen voor video's weer
hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven
totdat u deze weer wijzigt. Selecteer Opties > Instellingen
als u de begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens
een keuze uit de volgende opties:
Camera
42
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in
op Hoog (beste kwaliteit voor lange-termijngebruik of
voor afspelen op een compatibele tv of pc en handset),
Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset), of Delen (videoclip van beperkte omvang om
in een multimediabericht te verzenden). Als u de video
op een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest u Hoog,
met QVGA-resolutie (320 x 240) en de bestandsindeling
.mp4. Selecteer Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling
.3GP) als u de videoclip via MMS wilt verzenden.
Een videoclip die is opgenomen met Delen, kan maximaal
300 KB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden).
U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht
verzenden naar een compatibel apparaat.
Geluidsopname - Selecteer Dempen als u geen geluid wilt
opnemen.
Toevoegen aan album - Selecteer of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij.
Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums wilt
openen.
Opgenomen video tonen - Selecteer of u het eerste beeld
van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de
opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve
werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen
(tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video - Geef de standaardnaam voor
de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen - Geef de standaard-geheugenopslag
op: apparaatgeheugen of geheugenkaart (indien
geplaatst).
Instellingen herstellen - Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Galerij
43
Galerij
Druk op en selecteer Galerij om uw beelden,
videoclips, geluidsclips en koppelingen naar streaming
media op te slaan en te organiseren.
Tip! Houd ingedrukt als u zich in een
andere toepassing bevindt en u de laatst opgeslagen
afbeelding in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals
op als u de hoofdweergave van de map
Afb. en video wilt openen.
Door bestanden bladeren en deze
weergeven
Selecteer Afb. en video ,
Tracks , Geluidsclips ,
Streaming kop. ,
Presentaties of Alle
bestanden en druk op
om het item openen.
U kunt mappen openen en
hierin bladeren. Daarnaast
kunt u items markeren,
kopiëren en naar mappen
verplaatsen. U kunt ook
albums maken en items in de albums markeren,
kopiëren en toevoegen. Zie ’Albums’ op pag. 46.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven
met .
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips,
RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media
worden geopend en afgespeeld in de toepassing
RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing
Muziekspeler. Zie ’RealPlayer’ op pag. 31 en
’Musikkavspiller’ op pag. 25.
Selecteer een bestand en Opties > Verpl. en kopiëren >
Kop. naar geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart of Kop.
naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh. als u bestanden
wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart
(indien geplaatst) of naar het apparaatgeheugen.
Afbeeldingen en videoclips
De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt,
worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij.
Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden
verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage
of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen
Galerij
44
afbeelding of videoclip in Galerij of een mediaspeler wilt
bekijken, moet u deze opslaan in het apparaatgeheugen
of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Selecteer Galerij > Afb. en video. De bestanden met
afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op
datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt
weergegeven. Druk op of als u één voor één door
de bestanden wilt bladeren. Druk op of als
u groepsgewijs door bestanden wilt bladeren. Selecteer
Opties > Display roteren als u tussen de liggende en
de staande modi heen en weer wilt schakelen. De inhoud
in de map Afb. en video wordt weergegeven in de
geselecteerde modus.
Druk wanneer de afbeelding is geopend op de zoomtoetsen
aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding wilt
inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent
opgeslagen.
Selecteer Opties > Roteren > Naar links of Naar rechts
als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts wilt
draaien.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen wilt
afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand
wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst).
Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46. U kunt ook
afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij
zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ’Print basket’
op pag. 45.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto
wilt bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen
of video's. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 49.
Zie ’Afbeeldingen bewerken’ op pag. 48.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteer dan
een of meer videoclips in de galerij en selecteer Opties >
Bewerken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 49.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een
afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in
de galerij. Zie ’Albums’ op pag. 46.
Als u een afbeelding als achtergrond wilt gebruiken,
selecteert u de afbeelding en Opties > Afbeelding
gebruiken > Inst. als achtergrond.
Selecteer Verwijderen in de actieve werkbalk als u een
afbeelding of videoclip wilt verwijderen. Zie ’Actieve
werkbalk’ op pag. 44.
Houd ingedrukt als u vanuit Galerij weer wilt
overschakelen naar de camera.
Actieve werkbalk
In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk
gebruiken om snel verschillende taken te selecteren.
De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer
u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Galerij
45
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar
verschillende items en selecteer deze door op te
drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de
huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip
hebt geselecteerd. U kunt ook instellen dat de actieve
werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt
geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve
werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u wilt dat
de actieve werkbalk alleen wordt weergegeven wanneer
u deze nodig hebt. Druk op als u de actieve werkbalk
wilt activeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
- Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
- Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
/ - Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of
verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Print basket’
op pag. 45.
- Hiermee geeft u de afbeeldingen in de
afdrukwachtrij weer.
- Hiermee start u een diapresentatie van
uw afbeeldingen.
- Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
- Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
- Hiermee verlaagt u de resolutie van de geselecteerde
afbeelding en maakt u geheugen vrij voor nieuwe
afbeeldingen. Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 46.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van
de huidige weergave.
Print basket
U kunt afbeeldingen toevoegen aan de Print basket, de
afdrukwachtrij, en ze later afdrukken op een compatibele
printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien
beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46.
De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met
in de map Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij in de
actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Selecteer Print basket weerg. in de actieve werkbalk
of selecteer in de map Afb. en video (alleen
beschikbaar wanneer u afbeeldingen hebt toegevoegd
aan de Print basket) als u de afbeeldingen in de Print
basket wilt weergeven.
Galerij
46
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in een
album en selecteer Verw. uit Print basket in de actieve
werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit de
Print basket.
Albums
U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren
in albums. Selecteer Afb. en video > Opties > Albums >
Albums weergeven als u de lijst met albums wilt
weergeven.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums.
Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip
wilt toevoegen. De toegevoegde afbeeldingen en videoclips
worden niet verwijderd uit de map Afb. en video.
Druk op als u een bestand uit een album wilt
verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd
uit de map Afb. en video in Galerij.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave
voor albums een nieuw album wilt maken.
Vrij geheugen
Selecteer Opties > Verkleinen als u de resolutie en
bestandsgrootte van afbeeldingen in Galerij wilt verlagen
om geheugen vrij te maken voor nieuwe foto's. Als u eerst
een back-up van de afbeeldingen wilt maken, kopieert
u deze naar een compatibele pc of een andere locatie.
Wanneer u Verkleinen selecteert, wordt de resolutie
van een afbeelding beperkt tot 640 x 480.
Selecteer Opties > Vrij geheugen als u geheugenruimte
wilt vrijmaken nadat u items naar andere locaties of
andere apparaten hebt gekopieerd. U kunt bladeren door
een lijst met bestanden die u hebt gekopieerd. Selecteer
Opties > Verwijderen als u een gekopieerd bestand wilt
verwijderen uit Galerij.
Afbeeldingen afdrukken
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken,
selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de
afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of
afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u afbeeldingen wilt
afdrukken via een compatibele USB-gegevenskabel, een
Bluetooth-verbinding of een compatibele geheugenkaart
(indien beschikbaar).
Galerij
47
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken.
De foto's die met de camera worden gemaakt, worden
automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met
PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de
afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de
gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken
of Vragen bij verbind.. Zie ’USB’ op pag. 71.
Printer selecteren
Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt,
wordt een lijst met beschikbare compatibele printers
weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd.
Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de
standaardprinter.
Als u via een compatibele USB-gegevenskabel een printer
hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt
de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een
lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als
u de standaardprinter wilt wijzigen.
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de
geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf
gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen,
drukt u op of om door de beschikbare indelingen
voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de
afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op
of om de overige pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de
mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een
standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in
de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.
PrintOnline
Met Online afdr. kunt u afdrukken van uw afbeeldingen
online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in
een winkel waar u deze kunt ophalen. Welke producten
beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Galerij
48
Als u Online afdr. wilt gebruiken, moet minimaal
één configuratiebestand van een afdrukservice zijn
geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers
van afdrukdiensten die Online afdr. ondersteunen.
Zie de brochures voor het apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over de toepassing.
On line delen
Met On line delen kunt u afbeeldingen en videoclips
delen in compatibele online albums, weblogs of in andere
webservices voor on line delen. U kunt inhoud uploaden,
een niet-voltooide post opslaan als concept en later
doorgaan en de inhoud van de albums weergeven.
Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk
van de serviceprovider.
Als u On line delen wilt gebruiken, moet u zich abonneren
op de dienst via een serviceprovider voor het delen van
online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe
account maken. U kunt zich meestal op de betreffende
dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider.
Neem contact op met uw serviceprovider voor details over
het abonneren op de dienst. Zie de pagina's voor
productondersteuning op www.nseries.com/support
of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over
compatibele serviceproviders.
Zie de brochures voor het apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over de toepassing.
Afbeeldingen bewerken
Selecteer Opties > Bewerken als u nieuwe foto's of foto's
die al in Galerij zijn opgeslagen, wilt bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt
openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de
hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de
afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur,
het contrast en de resolutie aanpassen, en effecten, tekst,
illustraties of een kader aan de foto toevoegen.
Afbeeldingen bijsnijden
Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als u een
afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig of
selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding in
de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek
van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de
bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt
bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede
kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het
gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het
eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen.
Galerij
49
Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek
ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt
gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied
dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het
formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op
als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de
bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen.
Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt
bijsnijden.
Roodheid verminderen
Selecteer Opties > Effect toepassen >
Rode-ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het
oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm.
Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te
wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op
om de rode kleur te corrigeren.
Handige sneltoetsen
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het
volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt
terugkeren naar de normale weergave.
Druk op of als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op , , of als u wilt schuiven in een
ingezoomde afbeelding.
Videoclips bewerken
Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste
videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en
selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen, Geluid
wijzigen, Tekst toevoegen, Knippen of muvee maken.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de
indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de
indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV.
Tip! U kunt Movie Director gebruiken om aangepaste
videoclips te maken. Selecteer de videoclips en
afbeeldingen waarmee u een muvee wilt maken
en selecteer Opties > Bewerken > muvee maken.
Zie ’Movie Director’ op pag. 51.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen
in de map Afb. en video in Galerij. De clips worden op de
geheugenkaart opgeslagen. Als de geheugenkaart niet
beschikbaar is, wordt het apparaatgeheugen gebruikt.
Galerij
50
Afbeeldingen, video, geluid
en tekst toevoegen
U kunt afbeeldingen, videoclips en tekst toevoegen aan een
videoclip die in Galerij is geselecteerd om een aangepaste
videoclip te maken.
Als u een afbeelding of videoclip wilt combineren met de
geselecteerde videoclip in de map Afb. en video, selecteert
u Opties > Bewerken > Samenvoegen > Afbeelding of
Videoclip. Selecteer het gewenste bestand en druk
op Selecteer.
Als u de oorspronkelijke geluidsclip van de videoclip
wilt vervangen door een nieuwe geluidsclip, selecteert
u Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en selecteert
u vervolgens een geluidsclip.
Als u tekst aan het begin of einde van de videoclip wilt
toevoegen, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen, voert u de tekst in die u wilt toevoegen, en
drukt u op OK. Vervolgens geeft u aan waar u de tekst
wilt toevoegen: Begin of Einde.
Een videoclip monteren
U kunt de videoclip inkorten en begin- en eindmarkeringen
toevoegen om delen uit de videoclip te verwijderen.
Ga naar de map Afb. en video en selecteer Opties >
Bewerken > Knippen.
Als u de geselecteerde videoclip vanaf het begin wilt
afspelen, selecteert u Opties > Afspelen.
Tip! Als u een snapshot van een videoclip wilt maken,
drukt u op de bewerktoets.
U kunt aangeven welke delen van de video u in de
aangepaste videoclip wilt opnemen door de begin- en
eindpunten voor deze delen te definiëren. Ga daartoe
naar het gewenste punt in de video en selecteer Opties >
Beginmark. of Eindmarkering. Als u het begin- of
eindpunt van het geselecteerde gedeelte wilt wijzigen,
gaat u naar de gewenste markering en drukt u op de
bladertoets. Vervolgens kunt u de geselecteerde markering
op de tijdlijn naar voren of naar achteren bewegen.
Als u alle markeringen wilt verwijderen, selecteert
u Opties > Verwijderen > Alle markeringen.
Selecteer Opties > Gemrk. sectie afspelen als u een
voorbeeld van de clip wilt bekijken. Als u naar een andere
positie op de tijdlijn wilt gaan, navigeert u naar links
of rechts.
Als u het afspelen van de videoclip wilt stoppen, drukt
uopPauze. Als u het afspelen van de clip wilt hervatten,
selecteert u Opties > Afspelen. Als u wilt terugkeren
naar de weergave voor het monteren van de video, drukt
uop Terug.
Galerij
51
Als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar
Galerij, drukt u op Gereed.
Video's verzenden
Selecteer Opties > Zenden > Via multimedia, Via e-mail,
Via Bluetooth of Webupload om een videoclip te
verzenden. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over de maximale grootte van
de multimediaberichten die u kunt verzenden.
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die groter
is dan de maximale grootte die uw serviceprovider
toestaat voor multimediaberichten, kunt u de clip
verzenden via draadloze Bluetooth-technologie.
Zie ’Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-
verbinding’ op pag. 69. U kunt uw video's ook
overbrengen naar een compatibele pc met een
Bluetooth-verbinding, een USB-gegevenskabel of
met behulp van een compatibele geheugenkaartlezer.
Movie Director
Druk op en selecteer Galerij, afbeeldingen en video's
en Opties > Bewerken > muvee maken als u muvees
wilt maken.
Een muvee is een korte, bewerkte videoclip die video,
afbeeldingen, muziek en tekst kan bevatten. Een snelle
muvee wordt automatisch gemaakt door Movie Director
nadat u de stijl voor de muvee hebt geselecteerd. Movie
Director gebruikt de standaardmuziek en -tekst die aan de
gekozen stijl zijn gekoppeld. In een aangepaste muvee kunt
u uw eigen video- en muziekclips, afbeeldingen en stijl
selecteren en een begin- en eindbericht toevoegen.
U kunt muvees verzenden in een multimediabericht.
Muvees kunnen worden opgeslagen in Galerij in
3GP-indeling.
Een snelle muvee maken
1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor de
muvee en kies Opties > Bewerken > muvee maken.
De weergave voor het selecteren van stijlen
wordt geopend.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee.
3 Selecteer Opties > muvee maken.
Een aangepaste muvee maken
1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor de
muvee en kies Opties > Bewerken > muvee maken.
De weergave voor het selecteren van stijlen
wordt geopend.
2 Ga naar de gewenste stijl en selecteer Opties >
Aanpassen.
Galerij
52
3 Sorteer en bewerk de geselecteerde items of voeg items
toe aan of verwijder deze uit de muvee in Video's en
afb. of Muziek.
In Video's en afb. kunt u aangeven in welke volgorde
u de bestanden wilt afspelen in de muvee. Selecteer het
bestand dat u wilt verplaatsen door op te drukken.
Ga vervolgens naar het bestand waaronder u het
gemarkeerde bestand wilt plaatsen en druk op .
Selecteer Opties > Toevoegen/Verwijderen als
u afbeeldingen en video's wilt toevoegen aan of
verwijderen uit de muvee.
Ga naar de lijst met afbeeldingen of videoclips en
selecteer Opties > Albums als u albums en de
betreffende inhoud wilt toevoegen aan de muvee.
Ga naar Video's en afb. en selecteer Opties >
Inhoud selecteren als u de videoclips wilt bijknippen.
Zie ’Inhoud selecteren’ op pag. 52.
U kunt in Bericht een begin- en eindtekst toevoegen
aan een muvee.
In Lengte kunt u de lengte van de muvee opgeven.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Multimediaber. - Hiermee optimaliseert u de lengte
van de muvee voor verzending in een
multimediabericht.
Autom. select. - Hiermee worden alle geselecteerde
afbeeldingen en videoclips in de muvee automatisch
opgenomen.
Gelijk aan muziek - Hiermee stelt u de duur van
de muvee in op de duur van de gekozen muziekclip.
Door gebr. gedef. - Hiermee bepaalt u de lengte van
de muvee.
4 Selecteer Opties > muvee maken.
De voorbeeldweergave wordt geopend.
5 Selecteer Opties > Afspelen als u een voorbeeld
van de aangepaste muvee wilt bekijken voordat
u deze opslaat.
6 Selecteer Opties > Opslaan als u de muvee
wilt opslaan.
Selecteer Opties > Opnieuw maken als u een nieuwe
aangepaste muvee wilt maken met dezelfde
stijlinstellingen.
Inhoud selecteren
Ga naar de map Video's en afb. en selecteer Opties >
Inhoud selecteren als u de geselecteerde videoclips wilt
bewerken. U kunt selecteren welke delen van de videoclip
u in de muvee wilt opnemen of wilt uitsluiten. In de dia
geeft de kleur groen de opgenomen delen aan, terwijl rood
voor uitgesloten delen en grijs voor neutrale delen staat.
Navigeer naar een deel van de videoclip en selecteer
Opties > Opnemen als u dit deel wilt opnemen in de
muvee. Selecteer Opties > Uitsluiten als u een deel wilt
uitsluiten. Selecteer Opties > Opname uitsluiten als
u een opname wilt uitsluiten.
Galerij
53
Als u een bepaald deel van de videoclip willekeurig wilt
opnemen of uitsluiten in Movie Director, ga dan naar
het deel en selecteer Opties > Markeren als neutraal.
Selecteer Opties > Alles mark. als neutraal als
u willekeurige delen van de clip wilt opnemen of uitsluiten.
Instellingen
Ga naar de weergave voor het selecteren van stijlen en
selecteer Opties > Aanpassen > Instellingen als u de
volgende opties wilt bewerken:
Gebruikt geheugen - Hiermee geeft u op waar muvees
moeten worden opgeslagen.
Resolutie - Hiermee selecteert u de resolutie van de
muvees. Selecteer Automatisch als u de optimale resolutie
wilt gebruiken op basis van het aantal geselecteerde
videoclips en de lengte hiervan.
Standaardnaam muvee - Hiermee stelt u een
standaardnaam voor de muvees in.
Diavoorstelling
Selecteer Diavoorstelling starten () in de actieve
werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een
volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint
met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de
volgende opties:
Onderbreken - Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
Doorgaan - Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Einde - Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Als u door de afbeeldingen wilt bladeren, drukt
u op (vorige) of (volgende).
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's als u het tempo van de
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart.
Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar
wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen
op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Muziek of Nummer als u geluid wilt toevoegen aan
de diavoorstelling.
Gebruik de volumetoetsen van het apparaat als u het
volume wilt aanpassen.
Presentaties
Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable
Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten.
SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer
deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere
schermgrootte of resolutie. Selecteer Presentaties, ga
naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen als
Galerij
54
u SVG-bestanden wilt weergeven. Selecteer Opties >
Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt
uitzoomen.
Druk op of als u de afbeelding 90-graden
links-of rechtsom wilt draaien. Druk op of
als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en
een normaal scherm.
Het apparaat aanpassen
55
Het apparaat aanpassen
Maak een keuze uit de volgende opties als u het apparaat
wilt aanpassen:
Zie ’Actieve stand-by modus’ op pag. 58 als u het
stand-by scherm wilt gebruiken voor snelle toegang
tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
Zie ’Het uiterlijk van het apparaat wijzigen’ op pag. 56
als u de achtergrondafbeelding voor de stand-by
modus of de screensaver wilt wijzigen.
Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57 als u het uiterlijk van de
coverdisplay wilt wijzigen.
Zie ’Profielen- Hiermee stelt u tonen in’ op pag. 55
en ’Beltonen toevoegen voor contactpersonen’
op pag. 104 als u de beltonen wilt aanpassen.
Zie ’Standby-modus’ op pag. 115 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van
de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen
in de stand-by modus.
Druk op en selecteer Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal als u in
de stand-by modus een andere klok wilt weergeven.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Weergave >
Welkomstnotitie/logo als u het welkomstbericht wilt
wijzigen in een afbeelding of animatie.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Menuweergave wijzigen > Raster of Lijst als
u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Verplaatsen, Verplaats naar map, of Nieuwe map als
u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen. U kunt minder
vaak gebruikte toepassingen naar mappen verplaatsen
en vaak gebruikte toepassingen in het hoofdmenu
opnemen.
Profielen- Hiermee
stelt u tonen in
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als
u de beltonen, berichtensignaaltonen en anderen tonen
voor verschillende gebeurtenissen, situaties of
bellergroepen wilt instellen en aanpassen.
Selecteer Instrumenten > Profielen, een profiel en
Opties > Activeren als u het profiel wilt wijzigen. U kunt
het profiel ook wijzigen door in de stand-by modus op
te drukken. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer OK.
Het apparaat aanpassen
56
Tip! Houd ingedrukt als u wilt schakelen de
tussen het algemene en stille profiel.
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als
u een profiel wilt wijzigen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen
die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart
(indien geplaatst), worden aangegeven met .
In de lijst met tonen wordt met de koppeling Geluiden
downldn (netwerkdienst) een lijst met bookmarks
geopend. U kunt een bookmark selecteren en verbinding
met een webpagina maken om meer tonen te downloaden.
Selecteer Opties > Aanpassen en stel Naam beller uitspr.
in op Aan als u wilt dat de naam van de beller wordt
uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam van de
beller moet zijn opgeslagen in Contacten.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw profiel
wilt maken.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk.
Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de
verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals
wordt aangegeven met in het symbool voor de
signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar
en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt
verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze
later kunt verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat
gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere
functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat
in het apparaat is geprogrammeerd kiezen. Als u wilt
bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door
een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld
is, moet u de beveiligingscode invoeren.
U kunt ook Bluetooth-verbinding gebruiken zolang
het profiel Offline actief is. Zie ’Bluetooth-verbinding’
op pag. 67.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer een ander profiel als
u het profiel Offline wilt verlaten. Via het apparaat wordt
de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het
signaal sterk genoeg is).
Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen
Als u het uiterlijk van het scherm wilt aanpassen met
bijvoorbeeld een achtergrond en pictogrammen, drukt
Het apparaat aanpassen
57
uop en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's.
Selecteer Thema's > Algemeen als u een ander thema wilt
gebruiken voor alle toepassingen in het apparaat. Ga naar
de hoofdweergave en selecteer een toepassing als u het
thema van een bepaalde toepassing wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Bekijken als u een thema wilt bekijken
voordat u dit activeert. Selecteer Opties > Instellen als
u het thema wilt activeren. Het actieve thema wordt
aangegeven met .
Thema's die zijn opgeslagen op een compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven
met . De thema's op de geheugenkaart zijn niet
beschikbaar als de geheugenkaart zich niet in het apparaat
bevindt. Als u de thema's die op de geheugenkaart zijn
opgeslagen zonder de geheugenkaart wilt gebruiken,
moet u de thema's eerst opslaan in het geheugen van
het apparaat.
Selecteer Thema's > Menuweerg. als u de indeling van het
hoofdmenu wilt wijzigen.
Ga naar Algemeen of Menuweerg. en selecteer Thema's
downldn (netwerkdienst) als u een browserverbinding
wilt openen om meer thema's te downloaden.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en
bescherming tegen schadelijke software bieden.
U kunt de achtergrond en energiebesparing voor
het huidige thema bewerken. Selecteer Thema's >
Achtergrond als u de achtergrondafbeelding in het scherm
voor de actieve stand-by modus wilt wijzigen. Zie ook
’Weergave’ op pag. 114 voor meer informatie over het
instellen van de time-out voor de energiebesparing.
Coverdisplay
Als u het uiterlijk van het coverscherm wilt wijzigen,
drukt u op en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's > Persoonl. cover.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Achtergrond- Selecteer de achtergrondafbeelding die
in de stand-by modus op het coverscherm moet worden
weergegeven.
Screensaver- Selecteer een afbeelding of animatie die
u als screensaver op het coverscherm wilt weergeven
en selecteer hoelang deze moet worden weergegeven.
Wanneer u een afbeelding selecteert om als achtergrond of
screensaver te gebruiken, wordt over de afbeelding heen
een snijkader getoond. U kunt inzoomen op de afbeelding
en de afbeelding draaien. Gebruik de toetsen om het kader
in het scherm te verplaatsten. Selecteer Opties > Instellen
als achtergrnd of Instlln als scrnsaver om het gedeelte
binnen het kader te gebruiken. U kunt een afbeelding
Het apparaat aanpassen
58
waarop een auteursrecht rust, niet gebruiken als
achtergrond of screensaver.
Animatie bij sluiten - Selecteer een korte animatie die
u wilt afspelen wanneer u de cover sluit.
Toon bij sluiten - Selecteer een korte tune die u wilt
afspelen wanneer u de cover sluit.
Toon bij openen - Selecteer een korte tune die u wilt
afspelen wanneer u de cover opent en het apparaat in
de stand-by modus staat.
Actieve stand-by modus
In de actieve stand-by modus worden snelkoppelingen
naar toepassingen en gebeurtenissen in toepassingen
weergegeven, zoals de agenda en de speler.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus > Act.
standby als u de actieve stand-by modus wilt in-
of uitschakelen.
Ga naar een toepassing of
gebeurtenis en druk op .
Als de actieve stand-by
modus is ingeschakeld, kunt
u geen gebruik maken van
de standaardsnelkoppelingen
voor de bladertoets die
beschikbaar zijn in deze
modus.
Druk op en selecteer
Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk >
Standby-modus > Toep. actief standby als u de
standaardsnelkoppelingen van toepassingen wilt wijzigen.
Sommige snelkoppelingen zijn vast en kunnen niet
worden gewijzigd.
Webbrowser
59
Webbrowser
Druk op en selecteer Web (netwerkdienst).
Tip! Houd in de stand-by modus ingedrukt om de
webbrowser te starten.
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText
Markup Language) op internet weergeven zoals deze
oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door
webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele
apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup
Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Met Web kunt u in- en uitzoomen op een pagina, de
Miniweergave en het paginaoverzicht gebruiken om
over pagina's te navigeren, webfeeds en blogs te lezen,
webpagina's van een bookmark te voorzien en inhoud
te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid
en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook
instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u de webbrowser wilt gebruiken, hebt u een
toegangspunt nodig om verbinding te maken met internet.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 123.
Beveiliging van de verbinding
Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen
het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde
bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt
de gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk
beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van
de server niet authentiek is of als u niet over het juiste
beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding
weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 118
voor meer informatie over certificaten en details hiervan.
De weergave Bookmarks
In de weergave Bookmarks kunt u webadressen selecteren
uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map
Webbrowser
60
Autom. bookmrks. U kunt ook direct in het veld de URL
invoeren van de webpagina die u wilt bezoeken ( ).
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op internet
surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen,
ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen
bookmarks verzenden.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden.
Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke
websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor
beveiliging of inhoud te treffen.
Druk op of selecteer Opties > Bookmarks als u de
weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan het
surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bewerken als u de
details van een bookmark wilt bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen opgeven. Met de webbrowser kunt
u tijdens het surfen over het internet webpagina's opslaan.
In de map Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud bekijken
van de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
In de webbrowser wordt ook bijgehouden welke pagina's
u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom. bookmrks
kunt u een lijst met bezochte webpagina's weergeven.
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven
naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd.
Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van
belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs,
door online community's die de meest recente koppen
bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds
wordt RSS- en ATOM-technologie gebruikt.
Op internet surfen
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging
en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Met Web kunt u webpagina's weergeven zoals deze
oorspronkelijk zijn ontworpen. Ga naar een webpagina
door in de weergave Bookmarks een bookmark te
selecteren of het adres in te voeren in het veld ( ).
Druk vervolgens op .
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen
worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen
beschikt. Als geen geheugen meer beschikbaar is
tijdens het laden van een dergelijke pagina, worden
de afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
Webbrowser
61
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt bekijken
om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties >
Instellingen > Pagina > Afb. en objctn tonen > Nee.
Tip! Druk tweemaal op of druk op als u wilt
terugkeren naar de stand-by modus terwijl de browser
op de achtergrond is geopend. Keer terug naar de
browser door ingedrukt te houden en de browser
in de lijst te selecteren.
Druk op als u koppelingen wilt openen en items wilt
selecteren.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw te
bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip! Druk op en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark
is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als
u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf
de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het
webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is
ingesteld in de browserinstellingen) of Opties >
Navigatieopties > Geschiedenis als u de visuele
geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen
snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer de
pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan als
u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen. U kunt
pagina's opslaan in het apparaatgeheugen of op een
compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) en de
pagina's bekijken wanneer u offline bent. U kunt de
pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opgeslagen
pagina's als u de pagina's naderhand in de weergave
Bookmarks wilt openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door
de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties
voor de geopende pagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups blokkeren of
Pop-ups toestaan als u wilt toestaan of voorkomen
dat meerdere vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op om uw bookmarks te openen.
Druk op om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
Druk op om het huidige venster te sluiten als er
twee of meer venster geopend zijn.
Webbrowser
62
Druk op om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op als u wilt
inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt
weergeven.
Druk op om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op om naar de startpagina te gaan.
Druk op of om in of uit te zoomen op
de pagina.
Selecteer Opties > Scherm draaien als u tussen de
liggende en de staande weergaven heen en weer wilt
schakelen.
Zoeken in tekst
Zoek op de huidige webpagina naar een trefwoord door
Opties > Zoeken > Tekst te selecteren en een trefwoord in
te voeren. Druk op als u naar het vorige item wilt gaan.
Druk op als u naar het volgende item wilt gaan.
Tip! Druk op om trefwoorden te zoeken op
de pagina.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk kunt u veelgebruikte functies in
de browser selecteren. Druk op een lege plek van
een webpagina op als u de werkbalk wilt openen.
Druk op of als u over de werkbalk wilt navigeren.
Druk op als u een functie wilt selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Veelgebr. koppelingen - Hiermee geeft u een lijst met
vaak bezochte webadressen weer.
Paginaoverzicht - Hiermee geeft u het overzicht van de
huidige webpagina weer.
Zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar trefwoorden op de
huidige pagina.
Opnieuw laden - Hiermee vernieuwt u de pagina.
Abonneren (indien beschikbaar) - Hiermee kunt u een lijst
met beschikbare webfeeds op de huidige webpagina
weergeven en u abonneren op een webfeed.
Items downloaden en aanschaffen
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's,
thema's en videoclips downloaden. Deze items worden
gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade
items worden verder verwerkt door de bijbehorende
toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto of
een MP3-bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen
of die de Java-Verified
TM
test hebben doorstaan.
Webbrowser
63
1 Klik op de koppeling als u het item wilt downloaden.
2 Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Selecteer OK als u het item wilt downloaden.
Selecteer Annuleer als u het item niet wilt
downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van
de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige
sessie. Selecteer Opties > Downloads als u ook de lijst
wilt weergeven. Ga naar een item in de lijst en selecteer
Opties als u lopende downloads wilt annuleren of
voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.
Miniweergave
Met Miniweergave kunt u over webpagina's met
grote hoeveelheden informatie navigeren. Wanneer
Miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en
u een grote webpagina weergeeft, wordt Miniweergave
geopend en een overzicht van de bezochte webpagina
weergegeven. Druk op , , of als u door
de Miniweergave wilt bladeren. Stop met bladeren
wanneer u de gewenste informatie hebt gevonden.
De Miniweergave verdwijnt en de geselecteerde locatie
wordt weergegeven.
Als u Miniweergave wilt instellen, selecteert u Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan.
Paginaoverzicht
Wanneer u een webpagina met een grote hoeveelheid
informatie bekijkt, kunt u het paginaoverzicht gebruiken
om te bekijken welke informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige
pagina wilt weergeven. Druk op , , of als
u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken. Druk
nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste
gedeelte van de pagina wilt weergeven.
Webfeeds en blogs
Webfeeds zijn XML-bestanden op de pagina's die
veel worden gebruikt door de weblogcommunity en
nieuwsorganisaties om de meest recente koppen of
volledige tekst te delen, bijvoorbeeld recent nieuws in
de vorm van nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken
op het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en
ATOM- technologie. Webfeeds worden veel toegepast
op web-, blog- en wikipagina's.
De webbrowser stelt automatisch vast of een webpagina
webfeeds bevat. Selecteer Opties > Abonneren of klik op
de koppeling als u zich wilt abonneren op een webfeed.
Webbrowser
64
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als
u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en Opties >
Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt
opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt.
Zie ’Instellingen’ op pag. 64.
Verbinding verbreken
Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken
als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina
offline wilt weergeven. Selecteer Opties > Afsluiten als
u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
Als u op drukt, wordt de verbinding niet verbroken,
maar wordt de browser naar de achtergrond verplaatst.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Verwijder
cookies als u de gegevens wilt verwijderen die de
netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan
verschillende webpagina's.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Form.-/
wachtwrdgeg. als u de gegevens wilt verwijderen die
u hebt ingevoerd voor verschillende formulieren op de
webpagina's die u hebt bezocht.
Als u de informatie wilt wissen die is opgeslagen over
de pagina's die u hebt bezocht tijdens de huidige
internetsessie, selecteert u Opties > Privacyggvns
wissen > Geschiedenis.
De cache leegmaken
De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen
in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om
gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht
of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een
wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het
apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de
diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk
in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cache wissen als u de cache wilt wissen.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de
volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt - Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 122.
Sommige of alle toegangspunten kunnen door de
serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat;
Webbrowser
65
het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen
of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage - Hiermee definieert u de homepage.
Miniweergave - Hiermee schakelt u Miniweergave in of
uit. Zie ’Miniweergave’ op pag. 63.
Geschiedenislijst - Schakel Geschiedenislijst in als
u tijdens het surfen met de selectietoets Terug een lijst
wilt weergeven met de pagina's die u hebt bezocht tijdens
de huidige sessie.
Veiligheidswrschwngn - Hiermee verbergt of toont
u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script - Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Afb. en objctn tonen - Hiermee selecteert u of
u afbeeldingen en andere objecten wilt laden tijdens
het surfen. Als u Nee hebt geselecteerd, selecteert
u Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden wanneer
u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen
wilt laden.
Schermformaat - Hiermee schakelt u heen en weer tussen
de weergave Volledig scherm en de normale weergave
met de lijst Opties.
Standaardcodering - Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering selecteren
op basis van de taal voor de huidige pagina.
Lettergrootte - Hiermee geeft u de lettergrootte voor
webpagina's op.
Pop-ups blokkeren - Hiermee staat u toe of voorkomt
u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen
automatisch worden geopend
Autom. opnieuw laden - Selecteer Aan als u wilt dat
webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens
het surfen.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks - Hiermee schakelt u het automatisch
verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map
verbergen als u de adressen van de bezochte webpagina’s
wilt blijven opslaan in de map Autom. bookmrks.
Formulierggvns opslaan - Selecteer Uit als u niet wilt dat
de gegevens die u op de verschillende formulieren van de
webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende
keer worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
Cookies - Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Serienr. verzenden - Als u het serienummer van uw
apparaat wilt verzenden als uw gebruikersidentificatie
Webbrowser
66
wanneer u hierom door een webservice wordt gevraagd,
selecteert u Aan (indien beschikbaar).
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates - Hiermee geeft u op of webfeeds
automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak
dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat
webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe
leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk
van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. (alleen beschikbaar als de optie
Automatische updates is geselecteerd) - Hiermee kunt
u het toegangspunt selecteren dat bij het bijwerken moet
worden gebruikt.
Verbindingen
67
Verbindingen
Verbindingsbeheer
Gegevensverbindingen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh.. Actieve gegevensverbindingen.
Gegevensoproepen worden aangegeven met ,
hogesnelheids-gegevensoproepen met en
packet-gegevensverbindingen met .
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan
variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding
wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek.
als u alle actieve verbindingen wilt verbreken.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van
een verbinding wilt bekijken. Welke details worden
weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.
Bluetooth-verbinding
Met draadloze Bluetooth-technologie kunt u een
draadloze verbinding tot stand brengen met andere
compatibele apparaten. Dit kunnen apparaten zijn als
mobiele telefoons en computers, en toebehoren als
hoofdtelefoons en carkits. Met de Bluetooth-technologie
kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en
geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot
stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor
bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen
met een compatibele printer om afbeeldingen af te
drukken met Afb. afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’
op pag. 46.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetooth-
technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen
'direct zicht' te bestaan tussen het apparaat en het andere
apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter
van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder
kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere
elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie 2.0,
die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio
Distribution, Basic Imaging, Basic Printing, SIM Access,
Verbindingen
68
Dial-up Networking, File Transfer, Generic Access, Generic
Object Exchange, Hands-Free, Headset, Human Interface
Device, Object Push, Service Discovery Application en
Serial Port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren
voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit
met andere apparatuur die Bluetooth-technologie
ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik
van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale
autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie
of als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetooth-
verbinding niet gebruiken. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’
op pag. 116 voor meer informatie over het vergrendelen
van apparaten.
Instellingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt
u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth - Stel de Bluetooth-verbinding eerst in op
Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken.
Selecteer Uit als u Bluetooth-verbinding wilt uitschakelen.
Waarneembrh. tel. - Selecteer Waarneembaar als het
apparaat mag worden gedetecteerd door andere apparaten
via draadloze Bluetooth-technologie. Selecteer Periode
opgeven als u wilt instellen na hoeveel tijd de
zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven in
verborgen. Selecteer Verborgen als u het apparaat wilt
verbergen voor andere apparaten.
Naam van mijn telef. - Wijzig de naam die wordt
weergegeven aan andere apparaten die draadloze
Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus - Selecteer Aan als u een ander
apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit,
om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken
met het netwerk. Zie ’Externe SIM-modus’ op pag. 70 voor
meer informatie.
Beveiligingstips
Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. >
Verborgen als u geen gebruik maakt van Bluetooth-
verbinding. Zo kunt u beter regelen wie het apparaat
Verbindingen
69
met draadloze Bluetooth-technologie kan detecteren
en hiermee verbinding kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het
apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zodoende kunt
u het apparaat beter beschermen tegen schadelijke inhoud.
Gegevens verzenden met behulp
van Bluetooth-verbinding
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk
actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een
compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook
bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 20 voor meer informatie
over symbolen voor Bluetooth-verbinding.
Tip! Als u tekst wilt verzenden via Bluetooth-
verbinding, open dan Notities, schrijf de tekst en
selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open Galerij als
u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden naar een
ander compatibel apparaat.
2 Selecteer het item en Opties > Zenden > Via
Bluetooth. Apparaten met draadloze Bluetooth-
technologie die zich binnen het bereik bevinden,
worden weergegeven in het scherm.
Apparaatpictogrammen: computer, telefoon,
audio- of video-apparaat en een ander
apparaat.
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt
maken.
4 Als koppeling met het andere apparaat vereist is,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord
opgeven. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 69.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt
het bericht Gegevens worden verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen
worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt
weten wat het unieke adres van uw apparaat is,
geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Apparaten koppelen
Druk in de beginweergave Bluetooth van de toepassing
op als u het apparaat wilt koppelen met compatibele
apparaten en de gekoppelde apparaten wilt weergeven.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord
in (1-16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het
andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken.
Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het
wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld.
Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
Verbindingen
70
1 Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het
apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat.
Apparaten met draadloze Bluetooth-technologie die
zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven
in het scherm.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord
worden ingevoerd.
Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat.
Navigeer anders naar het toebehoren en selecteer
Opties > Verb. met audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het
symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd
of niet-geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en maakt
u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd - Uw apparaat en dit apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de
verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren.
Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw
compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten van
mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde
apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd - Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Verwijderen
als u een koppeling wilt annuleren. Selecteer Opties >
Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.
Gegevens ontvangen met behulp
van Bluetooth-verbinding
Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-verbinding,
hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het
bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt,
verschijnt en wordt het item in de map Inbox in
Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via
Bluetooth-verbinding, worden aangeduid met .
Zie ’Inbox - berichten ontvangen’ op pag. 82.
Externe SIM-modus
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een
compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-verbinding
in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in.
Zie ’Instellingen’ op pag. 68. Voordat de modus kan worden
geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld,
waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt
gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig
wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde
autorisatie. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 69. Activeer
de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
Verbindingen
71
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het
apparaat, wordt Externe SIM weergegeven in de stand-by
modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt
uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in de
aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM-
kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel
netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat,
kunt u alleen via een compatibele en aangesloten
uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of
ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen
met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die
in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met
uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten.
Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de
beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM sluiten
als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB.
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt instellen
dat het doel van de verbinding telkens moet worden
opgegeven wanneer de kabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus
tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert
u USB-modus en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Mediaspeler - Hiermee synchroniseert u muziek met
Windows Media Player. Zie ’Musikkoverføring med
Windows Media Player’ op pag. 28.
PC Suite - Hiermee geeft u op dat u de
gegevenskabelverbinding wilt gebruiken
voor Nokia Nseries PC Suite.
Gegevensoverdracht - Hiermee brengt u gegevens over
tussen het apparaat en een compatibele pc.
Afb. afdrukken - Hiermee drukt u afbeeldingen af op
een compatibele printer. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’
op pag. 46.
Pc-verbindingen
U kunt het apparaat gebruiken met allerlei
compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit
en gegevenscommunicatie. Met Nokia PC Suite voor
Nseries kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen
van het apparaat naar een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het
apparaat altijd vanaf de pc.
Verbindingen
72
Synchronisatie
Met Synchr. kunt u notities, agenda-items, SMS-berichten
of contactpersonen synchroniseren met verschillende
compatibele toepassingen op een compatibele computer
of op internet.
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een
speciaal bericht. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 82.
In de beginweergave Synchr. kunt u de verschillende
synchronisatieprofielen bekijken. Een synchronisatieprofiel
bevat de benodigde instellingen om gegevens in het
apparaat te synchroniseren met een externe database
op een server of in een compatibel apparaat.
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Synchr..
2 Selecteer een synchronisatieprofiel en Opties >
Synchroniseren. Selecteer Annuleer als u de
synchronisatie tussentijds wilt afbreken.
Apparaatbeheer
Software-updates
U kunt de huidige softwareversie van uw apparaat
weergeven en bijwerken en de datum controleren
van een eventuele eerdere update (netwerkdienst).
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh..
Als u wilt controleren of er software-updates beschikbaar
zijn, selecteert u Opties > Controleren op updates.
Selecteer een internettoegangspunt wanneer u dat
wordt gevraagd.
Als er een update beschikbaar is, wordt er informatie
over deze update weergegeven. Selecteer Accept. als
u de update wilt downloaden of Annuleer als u het
downloaden wilt annuleren. Het downloaden kan
enkele minuten duren. U kunt uw apparaat tijdens
het downloaden blijven gebruiken.
Bij het downloaden van software-updates worden er
mogelijk grote hoeveelheden gegevens verzonden via
het netwerk van uw serviceprovider. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Controleer of de capaciteit van de batterij van het
apparaat toereikend is of sluit de lader aan voordat
u de update downloadt.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken,
zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de
installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is
ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt
van de gegevens voordat u de installatie van een
update aanvaardt.
Verbindingen
73
Selecteer Ja wanneer het downloaden is voltooid en
selecteer vervolgens Accept. als u de update meteen wilt
installeren of Nee als u de update later wilt installeren met
Opties > Update installeren. Het installeren kan enkele
minuten duren.
De software op het apparaat wordt bijgewerkt waarna het
apparaat opnieuw wordt gestart. Kies OK om de update te
voltooien. Selecteer een internettoegangspunt wanneer
u dat wordt gevraagd. Uw apparaat verzendt de
software-updatestatus naar de server.
Als u de serverprofielinstellingen wilt weergeven die
worden gebruikt voor software-updates, selecteert
u Opties > Instellingen.
Serverprofielen
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh. als u verbinding met een server wilt maken
en configuratie-instellingen voor het apparaat wilt
ontvangen om nieuwe serverprofielen te maken of
bestaande serverprofielen weer te geven en te beheren.
U ontvangt mogelijk serverprofielen en verschillende
configuratie-instellingen van uw serviceproviders
of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf.
Deze configuratie-instellingen kunnen bijvoorbeeld
verbindingsinstellingen zijn die door verschillende
toepassingen in het apparaat worden gebruikt.
Ga naar een serverprofiel, selecteer Opties en maak een
keuze uit de volgende opties:
Configuratie starten - Hiermee maakt u verbinding met
de server en ontvangt u configuratie-instellingen voor
het apparaat.
Nieuw serverprofiel - Hiermee maakt u een serverprofiel.
Ga naar het profiel en druk op als u een serverprofiel
wilt verwijderen.
Downloaden
74
Downloaden
Downloaden (netwerkdienst) is een mobiele winkel op
uw apparaat.
Met Downloaden kunt u inhoud, diensten en toepassingen
ontdekken, bekijken, kopen, downloaden en upgraden
voor uw Nokia N76. Spelletjes, beltonen, achtergronden,
toepassingen en veel meer binnen handbereik. De items
zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door de
verschillende serviceproviders worden geleverd.
Welke inhoud beschikbaar is, is afhankelijk van
de serviceprovider.
Druk op en selecteer Downloaden.
Downloaden maakt gebruik van uw netwerkdiensten om
toegang te verkrijgen tot de meest actuele inhoud. Neem
contact op met uw serviceprovider of de leverancier of
fabrikant van het item voor informatie over welke items
nog meer beschikbaar zijn via Downloaden.
Downloaden ontvangt voortdurend updates, zodat u kunt
beschikken over de nieuwste inhoud die uw serviceprovider
voor uw apparaat te bieden heeft. Selecteer Opties >
Lijst vernieuwen als de inhoud in Downloaden
handmatig wilt bijwerken.
Als u een map of een catalogus in de lijst wilt verbergen
om bijvoorbeeld alleen de items weer te geven die u vaak
gebruikt, selecteert u Opties > Verbergen. Selecteer
Opties > Alles weergeven als u alle verborgen items
weer wilt weergeven.
Als u het item dat in de hoofdweergave of in een map of
catalogus is geselecteerd wilt kopen, selecteert u Opties >
Kopen. Er wordt een submenu geopend, waarin u de versie
van het item kunt selecteren en de prijsinformatie kunt
bekijken. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk
van de serviceprovider.
Selecteer Opties > Ophalen om een gratis item te
downloaden.
Instellingen voor Downloaden
De toepassing werkt uw apparaat bij met de meest recente
beschikbare inhoud van uw serviceprovider en andere
beschikbare kanalen. Selecteer Opties > Instellingen als
u de instellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze
uit de volgende opties:
Toegangspunt - Hiermee selecteert u welk toegangspunt
wordt gebruikt om verbinding te maken met de server van
de serviceprovider en geeft u aan of u elke keer opnieuw
wilt worden gevraagd het toegangspunt op te geven.
Downloaden
75
Automatisch openen - Selecteer Ja als u de inhoud of de
toepassing automatisch na het downloaden wilt openen.
Voorbeeldbevestiging - Selecteer Nee als u automatisch
een voorbeeld van de inhoud of toepassing wilt
downloaden. Selecteer Ja als u elke keer opnieuw wilt
worden gevraagd of u een voorbeeld wilt bekijken voordat
u gaat downloaden.
Aankoopbevestiging - Selecteer Ja als u eerst om een
bevestiging wilt worden gevraagd voordat u inhoud of
een toepassing koopt. Als u Nee selecteert, begint het
aankoopproces meteen zodra u de optie Kopen selecteert.
Zodra u klaar bent met de instellingen, selecteert u Terug.
Tijdmanagement
76
Tijdmanagement
Klok
Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Druk op als
u uw actieve en inactieve alarmsignalen wilt weergeven.
Selecteer Opties > Nieuw alarm als u een nieuw
alarmsignaal wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is,
wordt weergegeven.
Selecteer Stop als u de luidspreker wilt uitschakelen.
Selecteer Snooze als u het alarmsignaal gedurende
vijf minuten wilt stoppen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of
het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja
als u gesprekken wilt voeren en oproepen wilt ontvangen.
Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze
telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm verwijderen
als u een alarmsignaal wilt annuleren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Instellingen >
Tijd of Datum, Type klok of Alarmtoon klok als u de
klokinstellingen wilt wijzigen.
Selecteer Tijd via netw.operator > Autom. aanpassen als
u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens
op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van
de mobiele telefoon (netwerkdienst).
Wereldklok
Selecteer Klok en druk tweemaal op als u de weergave
Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt
u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als
huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van
de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan
de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en
overeenkomt met de tijdzone.
Tijdmanagement
77
Agenda
Druk op en selecteer Agenda. Selecteer Opties >
Nieuw item als u een nieuw agenda-item wilt toevoegen.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
1 Vergadering - Hiermee wordt u herinnerd aan een
afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo - Hiermee maakt u een algemeen item voor
een bepaalde dag.
Verjaardag- Hiermee
maakt u een item voor
verjaardagen of andere
speciale datums.
(De items worden elk
jaar herhaald.)
Taak - Hiermee maakt
u een item voor een taak
die op een specifieke
datum moet worden
uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Selecteer
Signaal > Aan en voer de
Tijd signaal en Dag signaal in als u een alarm wilt
instellen
Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u een
beschrijving voor een item wilt toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets ( - ) in de
dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt
geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd
aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt
een taak geopend.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een
item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te selecteren.
De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan.
Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal
wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite kunt u uw agenda
synchroniseren met een compatibele pc. Stel de gewenste
synchronisatieoptie in wanneer u een agenda-item maakt.
Agendaweergaven
Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de
week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt
getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde
datum wilt gaan. Druk op als u naar de huidige datum
wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-,
dag- en taakweergave.
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie naar
een compatibel apparaat wilt verzenden.
Tijdmanagement
78
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated
Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen
agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Agenda-alarmtoon,
Standaardweergave, Week begint met en Titel
weekweergave als u de agenda wilt wijzigen.
Agenda-items beheren
Ga naar de maandweergave en selecteer Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer dan
één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar
de taak in de taakweergave en selecteer Opties >
Markeer: volbracht.
Berichten
79
Berichten
Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen
en weergeven. De manier waarop een bericht wordt
weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt
maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox - Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten. E-mails worden
opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen - Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet
typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken en
opslaan.
Mailbox - Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde
e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 87.
Ontwerpen - Deze map bevat conceptberichten, die
nog niet zijn verzonden.
Verzonden - Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via een
Bluetooth-verbinding. Zie ’Overige instellingen’ op pag. 89
als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox - Berichten die moeten worden verzonden,
worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich
buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten - U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten
en multimediaberichten die u hebt verzonden
(netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdracht in hoofdweergave
van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel USSD-
opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor
netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de
aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten
ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het
weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider
naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar
de hoofdweergave van Berichten en selecteer Opties >
Infodienst.
Berichten
80
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-
netwerk. Ook bij een packet-gegevensverbinding kunt
u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
Tekstmodi
Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus
aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en
cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de
verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de
lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de
gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met
tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren door
slechts eenmaal op de betreffende toets drukken.
Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde
woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk op en selecteer Tekstvoorspell. activeren als
u tekstvoorspelling wilt inschakelen.
Tip! Druk twee keer kort op als
u tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen.
Berichten invoeren en verzenden
Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt
maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld.
Zie ’E-mailinstellingen’ op pag. 83 en ’E-mail’ op pag. 87.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden
verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit de
volgende opties:
SMS - Hiermee verzendt u een SMS-bericht.
Multimediabericht - Hiermee verzendt u een
multimediabericht (MMS).
Audiobericht - Hiermee verzendt u een audiobericht
(een multimediabericht met één geluidsclip).
E-mail - Hiermee verzendt u een e-mail.
2 Druk in het veld Naar op als u ontvangers of
contactgroepen wilt selecteren of als u het
telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wilt
invoeren. Druk op om een puntkomma (;) toe te
voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers.
U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken
vanaf het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp van een
multimediabericht of e-mail in. Selecteer Opties >
Berichten
81
Adresvelden als u wilt wijzigen welke velden worden
weergegeven.
4 Toets in het berichtveld
het bericht in. Selecteer
Opties > Invoegen of
Object invoegen >
Sjabloon als u een
sjabloon wilt invoegen.
5 Selecteer Opties > Object
invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip
als u een mediaobject
wilt toevoegen aan een
multimediabericht.
6 Selecteer Nieuw
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip
als u een nieuwe foto wilt maken of een geluid of
videobeeld wilt opnemen voor een multimediabericht.
Selecteer Dia als u een nieuwe dia wilt invoegen in
het bericht.
Selecteer Opties > Voorbeeld als u wilt bekijken hoe
het multimediabericht eruitziet.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip, Notitie of Overige voor andere
bestandstypen als u een bijlage wilt toevoegen aan een
e-mail. E-mailbijlagen worden aangeduid met .
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op als u het
bericht wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw
boodschap naar het nummer van de berichtencentrale
dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden.
Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de
boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden
verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één
bericht. Langere berichten worden verzonden als twee
of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de
desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met
accenten of andere symbolen en tekens in sommige
taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het
aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden,
wordt beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn
opgeslagen in MP4-indeling of groter zijn dan de limiet
voor multimediaberichten in het draadloze netwerk.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een
multimediabericht verzenden. Maak eerst een
multimediabericht en selecteer vervolgens
Opties > Presentatie maken. De optie wordt alleen
weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld
op Met begeleiding of Vrij. Zie ’Multimediaberichten’
op pag. 86.
Berichten
82
Inbox - berichten ontvangen
In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht aan,
een ongelezen multimediabericht, een ongelezen
audiobericht en gegevens die via een Bluetooth-
verbinding zijn ontvangen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Selecteer
Tonen als u het bericht wilt openen. Als de cover is
gesloten en het bericht niet op de cover kan worden
getoond, wordt Open telefoon om bericht te bekijken
weergegeven. Open de cover om het bericht te bekijken.
Ga als de cover open is naar Inbox en druk op om het
bericht te openen. Selecteer Opties > Antwoorden als
u een ontvangen bericht wilt beantwoorden.
Wanneer de cover gesloten is en u meer dan één ongelezen
bericht hebt, selecteert u Wrgvn om Inbox te openen.
Gebruik de volumetoetsen en sneltoetsen op de cover om
door de map Inbox te navigeren en berichten te bekijken.
Multimediaberichten
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in multimediaberichten
kunnen schadelijke software bevatten of anderszins
schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht
kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Selecteer
Opties > Ophalen als u een packet-gegevensverbinding
wilt starten om een bericht op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt
u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht
lezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en
geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het
symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt
bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat,
wordt weergegeven. Selecteer het symbool als
u de presentatie wilt afspelen.
Gegevens en instellingen
Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten
ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes,
beltonen, logo's van de operator, agenda-items en
e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de
serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer
van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens
in het bericht wilt opslaan.
Berichten
83
Webdienstberichten
Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van
nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een
koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider
naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.
Mailbox
E-mailinstellingen
Tip! Gebruik Instelwizard als u uw mailbox wilt
instellen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Inst.wizard.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u beschikken over
een geldig internettoegangspunt in het apparaat en uw
e-mailinstellingen correct definiëren. Zie ’Toegangspunten’
op pag. 123.
Als u Mailbox selecteert in de hoofdweergave Berichten
zonder dat u uw e-mailaccount hebt ingesteld, wordt
u gevraagd om dit te doen. Selecteer Starten als u de
e-mailinstellingen wilt definiëren. Zie ook ’E-mail’
op pag. 87.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de
instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox
en internet.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox
in de hoofdweergave Berichten vervangen door de
toegewezen naam. U kunt maximaal zes mailboxen
gebruiken.
De mailbox openen
Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of
u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden
met mailbox?).
Selecteer Ja als u verbinding wilt maken met de mailbox
en nieuwe e-mailkoppen of -berichten wilt ophalen. Als
u online berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding
met een externe mailbox via een gegevensverbinding.
Selecteer Nee als u eerder opgehaalde e-mails offline
wilt bekijken.
Selecteer Nieuw bericht > E-mail in de hoofdweergave
Berichten of Opties > Bericht maken > E-mail in uw
mailbox als u een nieuwe e-mail wilt maken. Zie ’Berichten
invoeren en verzenden’ op pag. 80.
E-mails ophalen
Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent om
verbinding te maken met de externe mailbox.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen
Berichten
84
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk
zijn voor uw apparaat of PC.
1 Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een externe
mailbox, selecteert u Opties > E-mail ophalen en kies
een van de volgende opties:
Nieuw - Hiermee haalt u alle nieuwe berichten op.
Geselecteerd - Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
berichten op.
Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteer Annuleer als u het ophalen van berichten
wilt stoppen.
2 Selecteer Opties > Verbind. verbreken als u de
verbinding wilt verbreken en de e-mails offline
wilt bekijken.
3 Druk op als u een e-mail wilt openen. Als de e-mail
niet is opgehaald en u in de offline modus bent, wordt
u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Bekijk e-mailbijlagen door het berichten openen en het
bijlagenveld de selecteren. Dit veld wordt aangegeven
met . Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is,
is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan Opties >
Ophalen om de bijlage op te halen.
E-mail automatisch ophalen
Selecteer Opties > E-mailinstellingen > Automatisch
ophalen als u berichten automatisch wilt ophalen. Zie
’Automatisch ophalen’ op pag. 88 voor meer informatie.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt
opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de kosten van gegevensoverdracht.
E-mail verwijderen
Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van
een e-mail wilt verwijderen van het apparaat terwijl
het bericht in de externe mailbox behouden blijft.
Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Alleen telefoon.
In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen
weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft
dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud
hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet
u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en
opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in
het apparaat bij te werken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een e-mail wilt
verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox.
Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Telefoon en server.
Ga naar een e-mail die u hebt gemarkeerd voor
verwijdering tijdens de volgende verbinding ( )
en selecteer Opties > Verwijd. onged. mkn als u het
verwijderen van het bericht van het apparaat en de server
wilt annuleren.
Berichten
85
De verbinding met de mailbox
verbreken
Selecteer Opties > Verbind. verbreken terwijl u online
bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox
wilt verbreken.
Berichten op een SIM-kaart
bekijken
Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze
kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Ga naar de hoofdweergave Berichten en selecteer
Opties > SIM-berichten.
2 Selecteer Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met
mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren.
Open de map om de berichten te bekijken.
Berichtinstellingen
Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of
de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de
serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen
van de serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten
kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de
serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze
instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe
instellingen toe te voegen.
SMS-berichten
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit de
volgende opties:
Berichtencentrales - Hiermee geeft u een lijst met alle
gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Ber.centrale in gebr. - Selecteer de berichtencentrale
voor het bezorgen van SMS-berichten.
Tekencodering - Selecteer Beperkte onderst. als tekens
moeten worden geconverteerd naar een ander
coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Rapport ontvangen - Selecteer of u bij het netwerk een
leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen
(netwerkdienst).
Geldigheid bericht - Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste
poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen
de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het
verwijderd uit de berichtencentrale.
Berichten
86
Ber. verzonden als - Neem contact op met de
serviceprovider als u wilt weten of de berichtencentrale
SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten.
Voorkeursverbinding - Selecteer de gewenste verbinding.
Ant. via zelfde centr. - Selecteer of het antwoord moet
worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS-
berichtencentrale (netwerkdienst).
Multimediaberichten
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een keuze
uit de volgende opties:
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de
afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus - Als u Met begeleiding selecteert,
ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt
dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund.
Als u Beperkt selecteert, is het niet mogelijk om berichten
te verzenden die niet worden ondersteund. Selecteer Vrij
als u inhoud in uw berichten zonder meldingen wilt
opnemen.
Toeg.punt in gebruik - Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als de voorkeursverbinding voor de
multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen - Selecteer hoe u berichten wilt
ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen ntwrk als u berichten
automatisch wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw
eigen netwerk ontvangt in melding dat er geen berichten
zijn die u kunt ophalen vanuit de
multimediaberichtencentrale.
Buiten uw eigen mobiele netwerk kost het mogelijk meer
om multimediaberichten te verzenden en ontvangen.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch
selecteert, wordt automatisch een actieve packet-
gegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht
zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. - Selecteer of u berichten van een
anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties in
multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapport ontvangen - Selecteer of u de status van het
verzonden bericht in het logboek wilt weergeven
(netwerkdienst).
Rapportz. weigeren - Geef op of u leveringsrapporten
voor ontvangen berichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht - Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste
poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen
de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het
verwijderd uit de berichtencentrale.
Berichten
87
E-mail
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox om op te
geven welke mailbox u wilt gebruiken voor het verzenden
van e-mail.
Selecteer Mailboxen en een mailbox als u de volgende
instellingen wilt wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinstellingen, Inst. voor ophalen en
Automatisch ophalen.
Ga naar een mailbox en druk op als u deze en de
betreffende berichten van het apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox als u een nieuwe
mailbox wilt maken.
Verbindingsinstellingen
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voor
ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in die door de
serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer
u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 123.
Mailboxnaam - Voer een naam in voor de mailbox.
Mailboxtype - Definieer het e-mailprotocol dat door de
serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen.
De opties zijn POP3 en IMAP4. Deze instelling kan niet
worden gewijzigd.
Beveiliging (poorten) - Selecteer de beveiliging voor de
verbinding met de externe mailbox.
Poort - Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) - Gebruik deze
optie bij het POP3-protocol voor het coderen van
wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden
verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen voor
verzonden e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres - Voer het e-mailadres in dat u van uw
serviceprovider hebt gekregen.
Server uitg. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden.
U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van
Berichten
88
de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Toegangsp. in gebr., Beveiliging (poorten) en Poort zijn
hetzelfde als de instellingen voor Inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam - Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door
uw naam als deze functie door het apparaat van de
ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat
waarmee verbinding moet worden gemaakt met de
mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert. Als
u Bij vlgende verb. selecteert, wordt e-mail verzonden
wanneer de verbinding met de externe mailbox
beschikbaar is.
Kopie naar mij - Selecteer of u een kopie van de e-mail
wilt verzenden naar uw eigen mailbox.
Handtek. opnemen - Selecteer of u een handtekening wilt
toevoegen aan uw e-mails.
Melding nwe e-mail - Selecteer of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding,
wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt
in de mailbox.
Instellingen voor ophalen
E-mail ophalen - Geef aan welk gedeelte van e-mails
moet worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt
(POP3) of Ber. en bijlagen (POP3).
Aantal - Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de mailbox
moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) - Definieer het pad
voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) - U kunt zich
op andere mappen in de externe mailbox abonneren en
inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
E-mailmeldingen - Selecteer Ontv. en aut. bijw. of
Uitsl. eigen netwrk als u automatisch de koppen naar
het apparaat wilt ophalen wanneer u nieuwe e-mail in
uw externe mailbox ontvangt.
E-mail ophalen - Selecteer Ingeschakeld of Uitsl. eigen
netwrk als u automatisch op vaste tijden de koppen van
nieuwe e-mails wilt ophalen uit uw externe mailbox. Geef
aan wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
E-mailmeldingen en Email ophalen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt
opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
Berichten
89
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de kosten van gegevensoverdracht.
Webdienstberichten
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of
u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer
Ber. downloaden > Automatisch als u de browser
van het apparaat automatisch wilt activeren en een
netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud
op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.
Infodienst
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare
items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst - Selecteer of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Taal - Selecteer de talen waarin u berichten wilt
ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning - Selecteer of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe
nummers zonder naam in de lijst moeten worden
opgeslagen.
Overige instellingen
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit
de volgende opties:
Verzonden ber. opsl. - Geef op of u in de map Verzonden
een kopie wilt opslaan van elk verzonden SMS-,
multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. - Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het
oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen - Is een compatibele geheugenkaart in
het apparaat geplaatst, selecteer dan het geheugen waarin
u berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Geheugenkaart.
Chatten - Instant Messaging
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Chatten.
Chatten (netwerkdienst) biedt u de mogelijkheid via
chatberichten met andere mensen te communiceren
en deel te nemen aan discussiefora (chatgroepen) over
bepaalde onderwerpen. Verschillende serviceproviders
Berichten
90
onderhouden compatibele chatservers waar u zich bij
kunt aanmelden nadat u zich hebt geregistreerd bij een
chatservice. Per serviceprovider kunnen verschillende
voorzieningen worden ondersteund.
Voordat u chatberichten kunt gebruiken, moet u de
instellingen definiëren om toegang te krijgen tot de dienst
die u wilt gebruiken. U kunt de instellingen ontvangen in
een speciaal SMS-bericht van de serviceprovider die de
chatservice aanbiedt.
Zie de brochures voor uw apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over chatten.
Oproepen plaatsen
91
Oproepen plaatsen
Spraakoproepen
1 Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in,
inclusief het netnummer. Druk op als u een nummer
wilt verwijderen.
Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op
voor het teken + (duidt de internationale toegangscode
aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het
netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het
abonneenummer.
2 Druk op als u het nummer wilt bellen.
3 Druk op als u de oproep wilt beëindigen
(of de belpoging wilt annuleren). Als u op drukt,
wordt een oproep altijd beëindigd, ook als een andere
toepassing actief is. Als u de cover sluit, wordt een
actieve spraakoproep niet beëindigd.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat
als u het volume tijdens een oproep wilt regelen. Selecteer
eerst Dmp oph. als u het volume hebt ingesteld op
Dempen.
Druk op en selecteer Contacten als u wilt bellen
vanuit Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in
het zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden
namen worden getoond. Druk op als u een nummer
wilt kiezen.
U moet de contactpersonen kopiëren vanaf de SIM-kaart
naar Contacten voordat u op deze manier een oproep kunt
plaatsen. Zie ’Contactgegevens kopiëren’ op pag. 103.
Druk op als u een recent gekozen nummer wilt
bellen in de stand-by modus. Ga naar het nummer en
druk op .
Selecteer Opties > MMS verzenden (alleen in UMTS-
netwerken) als u een afbeelding of een videoclip in een
multimediabericht naar de andere deelnemer van de
oproep wilt verzenden. U kunt het bericht bewerken en
de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Druk op
om het bestand te verzenden naar een compatibel
apparaat (netwerkdienst).
Selecteer Opties > DTMF verzenden als u DTMF-tonen
(bijvoorbeeld een wachtwoord) wilt verzenden. Voer
de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Druk
herhaaldelijk op als u een wachtteken (w) of een
pauzeteken (p) wilt invoeren. Selecteer OK als u de toon
wilt verzenden. U kunt DTMF-tonen toevoegen aan het
veld Telefoonnummer of DTMF in een contactkaart.
Oproepen plaatsen
92
Selecteer Opties > Standby als u een actieve oproep in
de wachtstand wilt plaatsen om een andere inkomende
oproep te beantwoorden. Selecteer Opties > Wisselen als
u wilt schakelen tussen de actieve oproep en de oproep
in de wachtstand. Selecteer Opties > Doorverbinden als
u de actieve oproep wilt verbinden met de oproep in
de wachtstand en zelf de verbinding wilt verbreken.
Tip! Druk bij slechts één actieve oproep op als
u deze in de wachtstand wilt plaatsen. Druk op
als u de oproep weer wilt activeren.
Selecteer tijdens een actieve oproep Luidspreker insch.
als u het geluid van de telefoon via de luidspreker wilt
weergeven. Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het
geluid wilt weergeven via een compatibele hoofdtelefoon
met Bluetooth-verbinding die u hebt aangesloten.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u weer wilt
terugschakelen naar de telefoon.
Selecteer Opties > Vervangen als u een actieve oproep
wilt beëindigen en in plaats hiervan de oproep in de
wachtstand wilt beantwoorden.
Selecteer Opties > Alle oproep. beëind. als u verschillende
actieve oproepen hebt en deze allemaal wilt beëindigen.
Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een
spraakoproep, zijn netwerkdiensten.
Voice- en videomailboxen
Houd in de stand-by modus ingedrukt en selecteer
Voicemailbox of Videomailbox als u naar uw voice- of
videomailbox wilt bellen (netwerkdiensten, videomailbox
alleen beschikbaar in het UMTS-netwerk). Zie ook
’Doorschakelen’ op pag. 121 en ’Videogesprekken’
op pag. 94.
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Opr.mailbox, een mailbox en Opties > Nummer wijzigen
als u het telefoonnummer van uw voice- of videomailbox
wilt wijzigen. Voer het nummer in (dit krijgt u van de
serviceprovider) en selecteer OK.
Een conferentiegesprek voeren
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Selecteer Opties > Nieuwe oproep als u een andere
deelnemer wilt bellen. De eerste oproep wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen.
Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie.
Herhaal stap 2 en selecteer Opties > Conferentie >
Toev. aan confer. als u een nieuwe persoon aan
het gesprek wilt toevoegen. Conferentiegesprekken
tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf)
worden ondersteund.
Oproepen plaatsen
93
Selecteer Opties > Conferentie > Privé als u een
privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers.
Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst
op uw apparaat. De andere deelnemers kunnen
ondertussen met elkaar doorpraten. Selecteer Opties >
Toev. aan confer. nadat u het privé-gesprek hebt
beëindigd om terug te keren naar het
conferentiegesprek.
Selecteer Opties > Conferentie > Deelnemer verwijd.,
ga naar een deelnemer en selecteer Verwijd. als u de
verbinding met een deelnemer wilt verbreken.
4 Druk op als u het actieve conferentiegesprek wilt
beëindigen.
Bellen met een snelkeuzetoets
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Telefoon > Oproep > Snelkeuze > Aan als u snelkeuze
wilt activeren.
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Snelkeuze als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan
een van de snelkeuzetoetsen ( - ). Ga naar de toets
waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer
Opties > Toewijz.. is gereserveerd voor de voice- of
videomailbox en voor het starten van de webbrowser.
Druk op de snelkeuzetoets en op als u wilt bellen in de
stand-by modus.
Spraakgestuurd bellen
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van
de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet
op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats
daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de
contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel
daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich
aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de
spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of
bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Open een
contactkaart, blader naar het nummer met een spraaklabel
en selecteer Opties > Sprklabel afspelen als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving
of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels
afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte
afstand van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
Oproepen plaatsen
94
1 Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets
ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten.
Als u een compatibele hoofdtelefoon met de toets voor
de hoofdtelefoon hebt aangesloten, houd dan de toets
voor de hoofdtelefoon ingedrukt wanneer
u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam
uit van de persoon zoals deze op de contactkaart
is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer.
Na een time-out van 2,5 seconde wordt het
nummer gekozen.
Mogelijk wordt niet de juiste contactpersoon herkend.
Selecteer in dat geval Volgende als u een lijst met
andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen
als u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Wanneer onder één naam meerdere nummers zijn
opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd
als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare
nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel,
Mobiel (thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis)
en Tel. (werk).
Videogesprekken
Wanneer u een video-oproep plaatst (netwerkdienst),
kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip
rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld
dat is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt
weergegeven aan de ontvanger van het videogesprek.
Als u een videogesprek wilt voeren, moet u beschikken over
een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een
UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij de serviceprovider
naar de beschikbaarheid van en abonnementen op
diensten voor videogesprekken.
Videogesprekken zijn alleen mogelijk tussen twee partijen.
U kunt het videogesprek voeren naar een compatibel
mobiel apparaat of een ISDN-client. U kunt geen
videogesprekken voeren wanneer er een andere spraak-
of gegevensoproep, of een ander videogesprek actief is.
Pictogrammen:
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger
verzendt geen videogegevens of deze worden niet
overgedragen door het netwerk).
U hebt het verzenden van videobeelden vanaf het
apparaat geweigerd. Zie ’Oproep’ op pag. 120 als u een foto
wilt verzenden.
Zelfs als u de verzending van videoclips tijdens een
videogesprek hebt geweigerd, wordt de oproep als
Oproepen plaatsen
95
videogesprek in rekening gebracht. Vraag de prijzen na bij
uw serviceprovider.
1 Voer het telefoonnummer in de stand-by modus in of
selecteer Contacten en een contactpersoon als u een
videogesprek wilt voeren.
2 Selecteer Opties > Bellen > Video-oproep.
De tweede camera binnen de cover wordt standaard
gebruikt voor videogesprekken. Het starten van een
videogesprek kan enige tijd duren. Wachten op
videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep
mislukt, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet worden
ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende
apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een
gewone oproep wilt plaatsen of een SMS- of
multimediabericht wilt verzenden.
Het videogesprek is actief wanneer u twee video-
afbeeldingen ziet en het geluid hoort via de luidspreker.
De ontvanger van de oproep kan de verzending van
video ( ) weigeren. In dat geval hoort u alleen
geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze
achtergrondafbeelding weergegeven.
Selecteer Opties > Inschakelen of Uitschakelen > Video
verzenden, Audio verzenden of Audio & video vrzndn als
u wilt schakelen tussen het weergeven van videobeelden of
alleen geluid.
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen op uw eigen
afbeelding.
Selecteer Opties > Beeld wisselen als u de positie van de
verzonden videobeelden in de weergave wilt wisselen.
Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het geluid
wilt afspelen via een compatibele hoofdtelefoon met
Bluetooth-verbinding die u op het apparaat hebt
aangesloten. Selecteer Opties > Telefoon insch. als
u het geluid weer wilt afspelen via de luidspreker van
het apparaat.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat
als u het volume tijdens een videogesprek wilt regelen.
Selecteer Opties > Hoofdcamera om de hoofdcamera te
gebruiken voor het verzenden van videobeelden. Selecteer
Opties > Tweede camera als u weer wilt terugschakelen
naar de tweede camera.
Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.
Videobeelden delen
Gebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens een
spraakoproep live videobeelden of een videoclip van het
mobiele apparaat naar een ander compatibel mobiel
apparaat wilt verzenden.
Oproepen plaatsen
96
De luidspreker is actief wanneer u Video delen activeert.
Als u de luidspreker niet wilt gebruiken voor de
spraakoproep terwijl u video deelt, kunt u ook
een compatibele hoofdtelefoon gebruiken.
Vereisten voor het delen van
videobeelden
Omdat een UMTS-verbinding is vereist voor Video delen,
kunt u Video delen alleen gebruiken als het
UMTS-netwerk beschikbaar is. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over de
beschikbaarheid van de dienst en het netwerk en de kosten
die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Als u Video delen wilt gebruiken, moet u het volgende
doen:
Controleer of het apparaat is ingesteld voor
verbindingen van persoon tot persoon. Zie ’Instellingen’
op pag. 96.
Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt en
zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt.
Zie ’Instellingen’ op pag. 96. Als u de deelsessie begint
binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied en een
overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de deelsessie
onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet.
U kunt Video delen niet starten als u niet binnen het
dekkingsgebied van het UMTS-netwerk bent.
Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn
geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand
uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zich
niet in het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk
bevindt, Video delen niet heeft geïnstalleerd of geen
verbindingen van persoon tot persoon heeft ingesteld,
weet de ontvanger niet dat u een uitnodiging hebt
verzonden. U ontvangt een foutbericht dat de
ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.
Instellingen
Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel
een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd.
De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden
geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken.
Vraag de serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en
sla deze op in het apparaat. De serviceprovider stuurt de
instellingen door de ether of geeft u een lijst met de
benodigde parameters.
Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het
invoeren op de contactkaart voor de betreffende persoon.
Open Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat
en open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor die
persoon. Selecteer Opties > Detail toevoegen > SIP of
Weergave delen. Voer het SIP-adres in met de indeling
Oproepen plaatsen
97
gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres
gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, kunt
u ook het telefoonnummer van de ontvanger gebruiken,
inclusief het landnummer, bijvoorbeeld +32, om
videobeelden te delen (indien ondersteund door de
serviceprovider).
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding
wilt instellen:
Neem contact op met uw serviceprovider om een
overeenkomst op te stellen voor het gebruik van
het UMTS-netwerk.
Controleer of de verbindingsinstellingen voor het
UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn
geconfigureerd. Zie ’Verbinding’ op pag. 122 voor hulp.
Live videobeelden en videoclips delen
1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert
u Opties > Video delen > Live video.
Selecteer Opties > Video delen > Opgenomen clip
als u een videoclip wilt delen. Er wordt een lijst
geopend met videoclips die zijn opgeslagen in
het apparaatgeheugen of op de compatibele
geheugenkaart. Selecteer een clip die u wilt delen.
Selecteer Opties > Afspelen als u een voorbeeld van de
clip wilt bekijken.
2 Als u live videobeelden deelt, verzendt het apparaat een
uitnodiging naar het SIP-adres dat u hebt toegevoegd
aan de contactkaart van de ontvanger.
Selecteer Opties > Uitnodigen als u een videoclip
deelt. Mogelijk moet u de videoclip converteren naar
een geschikte indeling om deze te kunnen delen. Clip
moet worden geconverteerd voor delen. Doorgaan?
wordt weergegeven. Selecteer OK.
Als de contactgegevens van de ontvanger zijn
opgeslagen in Contacten en de contactpersoon
meerdere SIP-adressen of telefoonnummers heeft,
inclusief de landcode, selecteer dan het gewenste adres
of nummer. Voer het SIP-adres of telefoonnummer van
de ontvanger in als dit niet beschikbaar is en selecteer
OK om de uitnodiging te verzenden.
3 Het delen start automatisch zodra de ontvanger de
uitnodiging heeft geaccepteerd.
4 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Doorgaan als u het delen wilt hervatten. Druk
op of als u de videoclip snel vooruit of terug
wilt spoelen. Druk op Afspelen als u de clip opnieuw
wilt afspelen.
5 Selecteer Stop als u de deelsessie wilt beëindigen.
Druk op als u de spraakoproep wilt beëindigen.
Het delen van video wordt ook beëindigd wanneer
de actieve spraakoproep eindigt.
Oproepen plaatsen
98
Selecteer Opslaan als antwoord op de vraag Gedeelde
videoclip opslaan? als u de gedeelde live video wilt
opslaan. De gedeelde video wordt opgeslagen in de map
Afb. en video in Galerij.
Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van
een videoclip, wordt de deelsessie onderbroken. Selecteer
vanuit de actieve stand-by modus Opties > Doorgaan als
u wilt terugkeren naar de weergave voor het delen van
video om verder te gaan met de deelsessie. Zie ’Actieve
stand-by modus’ op pag. 58.
Een uitnodiging accepteren
Wanneer iemand een uitnodiging voor delen naar
u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven
waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat
vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil, hoort
u de beltoon wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt
en u zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking
bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kiest u een van de
volgende opties:
Accept. - Hiermee start u de deelsessie.
Weigeren - Hiermee weigert u de uitnodiging. De afzender
ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd.
U kunt ook op de End-toets drukken om de deelsessie
te weigeren en de spraakoproep te beëindigen.
Selecteer Dempen wanneer u een videoclip ontvangt
en u het geluid hiervan wilt dempen.
Selecteer Stop als u het delen van video wilt beëindigen.
Het delen van video wordt ook beëindigd wanneer
de actieve spraakoproep eindigt.
Een oproep beantwoorden
of weigeren
Druk op als u de oproep wilt beantwoorden.
Als Antwrd bij openen telef. is ingesteld op Ja in
de instellingen, opent u de cover.
Selecteer Stil als u bij een inkomende oproep de beltoon
wilt uitschakelen.
Druk op als u een oproep niet wilt beantwoorden.
Als u de functie Doorschakelen > Indien bezet hebt
ingeschakeld om oproepen door te schakelen, wordt een
inkomende oproep ook doorgeschakeld wanneer u deze
weigert. Zie ’Doorschakelen’ op pag. 121.
Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van de inkomende
oproep te dempen, kunt u een tekstbericht verzenden
zonder de oproep te weigeren waarin u de beller laat
weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden.
Oproepen plaatsen
99
Selecteer Opties > SMS verzenden. Zie ’Oproep’ op
pag. 120 voor meer informatie over het instellen van deze
optie en het schrijven van een standaardtekstbericht.
Een videogesprek beantwoorden
of weigeren
Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt
weergegeven.
Druk op als u het videogesprek wilt beantwoorden.
Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt
weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het
verzenden van live videobeelden.
Als u het videogesprek niet activeert, wordt het verzenden
van videobeelden niet geactiveerd en hoort u alleen het
geluid van de beller. Het videobeeld wordt vervangen
door een grijs scherm. Zie ’Oproep’, Afb. in video-oproep
op pag. 120 als u wilt weten hoe u het grijze scherm
vervangt door een foto die is gemaakt met de camera in
het apparaat.
Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.
Oproep in wachtrij
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander
gesprek voert als u Oproep in wachtrij in Instrumenten >
Instell. > Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij
(netwerkdienst) hebt ingeschakeld.
Druk op als u de oproep in de wachtstand wilt
beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand
geplaatst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee
oproepen. Selecteer Opties > Doorverbinden als u de
actieve oproep en de oproep in de wachtstand met elkaar
wilt verbinden en zelf de verbinding wilt verbreken. Druk
op als u de actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer
Opties > Alle oproep. beëind. als u beide oproepen wilt
beëindigen.
Logboek
Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Recente opr. als u de telefoonnummers wilt bijhouden van
gemiste en ontvangen oproepen en gekozen nummers voor
spraakoproepen. Gemiste en ontvangen oproepen worden
alleen geregistreerd als het netwerk deze functies
ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen
het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Selecteer Opties > Wis recente oproep. in de
beginweergave met recente oproepen als u alle lijsten met
recente oproepen wilt wissen. Open een lijst met oproepen
en selecteer Opties > Lijst wissen als u de lijst wilt wissen.
Oproepen plaatsen
100
Open een lijst, ga naar een afzonderlijk item en druk op
als u dit wilt wissen.
Duur oproep
Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Duur oproep als u de gemiddelde duur van inkomende en
uitgaande oproepen wilt bijhouden.
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan
variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Timers op nul als u de
gespreksduurgegevens wilt wissen. U hebt hiervoor de
blokkeringscode nodig. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’
op pag. 116.
Packet-gegevens
Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Packet-ggvns als u wilt controleren hoeveel gegevens
er zijn verzonden en ontvangen tijdens packet-
gegevensverbindingen De kosten van packet-
gegevensverbindingen worden bijvoorbeeld
mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden
en ontvangen gegevens.
Alle communicatiegebeurtenissen
controleren
Logboek bevat de volgende pictogrammen:
Inkomend
Uitgaand
Gemiste communicatiegebeurtenissen
U kunt alle geregistreerde spraakoproepen, SMS-berichten
of gegevensverbindingen controleren. Druk hiervoor
op , selecteer Instrumenten > Logboek en druk op
om het algemene logboek te openen.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen
wordt verzonden via een packet-gegevensverbinding,
gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen
met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of
webpagina's worden weergegeven als packet-
gegevensverbindingen.
Selecteer Opties > Opslaan in Contacten als u een
onbekend telefoonnummer in Logboek wilt toevoegen aan
uw contactpersoon.
Selecteer Opties > Filter en een filter als u het logboek
wilt filteren.
Selecteer Opties > Logboek wissen als u de inhoud
van het logboek, de lijst met recente oproepen en de
leveringsrapporten definitief wilt wissen. Selecteer Ja
Oproepen plaatsen
101
ter bevestiging. Druk op als u één gebeurtenis uit het
logboek wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Instellingen > Duur vermelding log
als u wilt opgeven hoe lang items in het logboek moeten
worden bewaard. Als u Geen logboek selecteert, worden
de lijst met recente oproepen, de leveringsrapporten van
berichten en de volledige inhoud van het logboek definitief
verwijderd.
Tip! In de detailweergave kunt u een telefoonnummer
naar het klembord kopiëren en het bijvoorbeeld
in een SMS-bericht plakken. Selecteer Opties >
Nummer kopiëren.
Ga naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die
is aangeduid met Pack. en selecteer Opties > Gegevens
bekijken als u op de packet-gegevensteller wilt weergeven
hoeveel gegevens zijn overgedragen en hoelang een
bepaalde packet-gegevensverbinding duurt.
Push To Talk
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > P2T.
Push To Talk (PTT) (netwerkdienst) is een real-time VoIP-
dienst (Voice over IP) die wordt geïmplementeerd via een
GSM/GPRS-netwerk. Met Push To Talk hebt u een directe
spraakcommunicatieverbinding met één druk op een toets.
Gebruik Push To Talk om een gesprek te voeren met één
persoon of met een groep mensen.
Voordat u Push To Talk kunt gebruiken, moet u het
toegangspunt en de instellingen ervoor definiëren. U kunt
de instellingen ontvangen in een speciaal SMS-bericht van
de serviceprovider die de Push-To-Talk-dienst aanbiedt.
Ook kunt u de toepassing Inst.wizard voor de configuratie
gebruiken, als deze wordt ondersteund door uw
serviceprovider.
Bij Push-To-Talk-gesprekken spreekt één persoon terwijl
de anderen via de ingebouwde luidspreker luisteren.
De sprekers reageren om beurten op elkaar. Aangezien
maar één groepslid tegelijk kan spreken, is de maximale
spreektijd beperkt. De maximumduur is doorgaans
ingesteld op 30 seconden. Voor nadere informatie over
de spreektijden voor uw netwerk, kunt u contact opnemen
met uw serviceprovider.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Telefoonoproepen krijgen altijd voorrang boven
Push-To-Talk-activiteiten.
Zie de brochures voor uw apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over Push To Talk.
Contacten (adressenlijst)
102
Contacten (adressenlijst)
Druk op en selecteer Contacten. In Contacten
kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken, zoals
telefoonnummers, privé-adressen of e-mailadressen van
uw contactpersonen. U kunt een persoonlijke beltoon of
een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook
contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten
naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen.
U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes)
opslaan in Contacten. Zie ’Gegevens en instellingen’
op pag. 82. Contactgegevens kunnen alleen worden
verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Selecteer Opties > Contactinfo als u het aantal
contactpersonen en groepen en het beschikbare geheugen
in Contacten wilt weergeven.
Namen en nummers opslaan
en bewerken
1 Selecteer Opties > Nieuw contact.
2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, ga dan
naar de contactkaart die u wilt bewerken en selecteer
Opties > Bewerken. U kunt ook zoeken naar de gewenste
contactpersoon door de eerste letters van de naam in te
voeren in het zoekveld. In het scherm verschijnt een lijst
met de contactpersonen waarvan de naam begint met de
betreffende letters.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en
bewerken, kunt u ook Nokia Contacts Editor in
Nokia Nseries PC Suite gebruiken.
Open een contactkaart en selecteer Opties > Bewerken >
Opties > Thumbnail toevoeg. als u èen
miniatuurweergave als bijlage wilt toevoegen aan de
contactkaart. De miniatuur wordt weergegeven zodra
de bijbehorende contactpersoon belt.
Selecteer een contactkaart en Opties > Sprklabel afspelen
als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan de
contactpersoon is toegewezen. Zie ’Spraakgestuurd bellen’
op pag. 93.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u de
kaart die u wilt verzenden en selecteert u vervolgens
Opties > Visitekaartje verz. > Via SMS, Via multimedia
of Via Bluetooth . Zie ’Berichten’ op pag. 79 en ’Gegevens
verzenden met behulp van Bluetooth-verbinding’
op pag. 69.
Contacten (adressenlijst)
103
Selecteer Opties > Toev. aan groep: (wordt alleen
weergegeven als u een groep hebt gemaakt) als
u een contactpersoon aan een groep wilt toevoegen.
Zie ’Contactgroepen maken’ op pag. 105.
Selecteer een contactpersoon en Opties > Hoort bij
groepen als u wilt controleren tot welke groepen de
contactpersoon behoort.
Selecteer een contactkaart en druk op als u de kaart wilt
verwijderen uit Contacten. Als u meerdere contactkaarten
tegelijk wilt verwijderen, druk dan op en om de
contactpersonen te markeren en druk op om ze te
verwijderen.
Standaardnummers en -adressen
U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan
een contactkaart. Als een contactpersoon dan meerdere
nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen
of de contactpersoon een bericht sturen op een bepaald
nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook
gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Selecteer een contactpersoon in Contacten.
2 Selecteer Opties > Standaardnummers.
3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz..
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept
op de contactkaart.
Contactgegevens kopiëren
Als u namen en nummers wilt kopiëren vanaf een
SIM-kaart naar het apparaat, drukt u op en
selecteert u Contacten > Opties > SIM-contacten >
SIM-telefoonboek, de namen die u wilt kopiëren en
Opties > Kopie naar Contact..
Ga naar Contacten, selecteer de namen die u wilt kopiëren
en Opties > Kopieer naar SIM of Opties > Kopiëren >
Naar SIM-telef.boek als u contactpersonen wilt kopiëren
naar de SIM-kaart. Alleen de velden van de contactkaart
die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden
gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren met
een compatibele pc waarop Nokia Nseries PC Suite is
geïnstalleerd.
SIM-telefoonboek en andere
SIM-diensten
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over
beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere
leverancier zijn.
Contacten (adressenlijst)
104
Druk op en selecteer Contacten > Opties >
SIM-contacten > SIM-telefoonb. als u de namen
en nummers op de SIM-kaart wilt weergeven. In het
SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen aan of
kopiëren naar contactpersonen en kunt u deze nummers
bewerken. Bovendien kunt u van hieruit oproepen doen.
Selecteer Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste
contacten als u de lijst met vaste nummers wilt
weergeven. Deze instelling wordt alleen weergegeven
als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Selecteer Opties > Vaste nrs. activeren als u oproepen
vanaf het apparaat naar geselecteerde telefoonnummers
wilt beperken. U hebt uw PIN2-code nodig om vaste
nummers in en uit te schakelen of om contacten met
een vast nummer te bewerken. Neem contact op met
uw serviceprovider als u de code niet hebt. Selecteer
Opties > Nieuw SIM-contact als u nieuwe nummers
wilt toevoegen aan de lijst met vaste nummers.
Voor deze functies hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn packet-
gegevensverbindingen niet mogelijk, behalve
wanneer u SMS-berichten verzendt via een packet-
gegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer
van de berichtencentrale en het telefoonnummer van
de ontvanger worden opgenomen in de lijst met
vaste nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt
u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Beltonen toevoegen voor
contactpersonen
Ga als volgt te werk als u een beltoon wilt definiëren
voor een contactpersoon of een contactgroep:
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga
naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Selecteer Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de gehele groep.
U kunt ook een videoclip als beltoon gebruiken.
Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de
beltoon voor die persoon afgespeeld als het nummer van
de beller wordt meegezonden met de oproep en door het
apparaat wordt herkend.
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen als
u de beltoon wilt verwijderen.
Contacten (adressenlijst)
105
Contactgroepen maken
1 Druk in Contacten op om de groepenlijst
te openen.
2 Selecteer Opties > Nieuwe groep.
3 U kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam
typen. Selecteer vervolgens OK.
4 Selecteer de groep en kies Opties > Leden toevoegen.
5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze te
markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen die
u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep
toe te voegen.
Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam
in en kies OK als u de naam van een groep wilt wijzigen.
Leden uit een groep verwijderen
1 Selecteer in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen.
2 Ga naar de contactpersoon en selecteer Opties >
Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep te
verwijderen.
Kantoor
106
Kantoor
Rekenmachine
Druk op en selecteer Toepass. > Rekenm..
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte
nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige
berekeningen.
Adobe Reader
Met Adobe Reader kunt u PDF-documenten lezen op het
scherm van het apparaat.
Deze toepassing is geoptimaliseerd voor de inhoud
van PDF-documenten op handsets en andere mobiele
apparaten en biedt een beperkte set functies in vergelijking
met pc-versies.
Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Adobe
PDF als u documenten wilt openen. Recente bestanden
worden weergegeven in de bestandsweergave. Ga naar een
document en druk op als u het document wilt openen.
Gebruik Best.beh. als u naar documenten in het
apparaatgeheugen en op een compatibele geheugenkaart
(indien geplaatst) wilt gaan om deze te openen.
Meer informatie
Bezoek www.adobe.com voor meer informatie.
Als u vragen, suggesties en informatie over
de toepassing wilt delen, gaat u naar het
gebruikersforum Adobe Reader for Symbian OS op
http://adobe.com/support/forums/main.html.
Omrekenen
Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Omreken.
als u maateenheden wilt omrekenen.
Omreken. heeft een beperkte nauwkeurigheid en
er kunnen afrondingsfouten optreden.
1 Selecteer in het veld Type de maateenheid die
u wilt gebruiken.
2 Selecteer in het eerste veld Eenheid de eenheid die
u wilt omrekenen. Selecteer in het volgende veld
Eenheid de eenheid waarnaar u wilt omrekenen.
3 Voer in het eerste veld Aantal de waarde in die u wilt
omrekenen. Het andere veld Aantal wordt automatisch
aangepast aan de omgerekende waarde.
Kantoor
107
Basisvaluta en wisselkoersen instellen
Selecteer Type > Valuta > Opties > Wisselkoersen.
Voordat u valuta's kunt omrekenen, moet u een basisvaluta
kiezen en wisselkoersen toevoegen. De koers van de
basisvaluta is altijd 1.
Opmerking: Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet
u de nieuwe wisselkoersen invoeren, aangezien alle
eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet.
Notities
Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Notities
als u notities in de TXT-indeling wilt schrijven.
Dictafoon
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Dictafoon
als u spraakmemo's wilt opnemen. Open Dictafoon
gedurende een spraakoproep als u deze wilt opnemen.
Beide deelnemers horen tijdens de opname elke vijf
seconden een toon.
Draadloos toetsenbord
Gebruik de toepassing Draadl. ttsnbord als u een
compatibel draadloos toetsenbord met ondersteuning voor
het Bluetooth HID-profiel (Human Interface Devices)
wilt instellen voor gebruik met het apparaat. U kunt het
volledige QWERTY-toetsenbord gebruiken om gemakkelijk
tekstberichten, e-mail en agenda-items in te voeren.
1 Activeer Bluetooth-verbinding op het apparaat.
2 Schakel het toetsenbord in.
3 Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Draadl. ttsnbord.
4 Selecteer Opties > Toetsenbord zoeken om te zoeken
naar apparaten met Bluetooth-verbinding.
5 Selecteer het toetsenbord uit de lijst en druk op
om de verbinding te starten.
6 Koppel het toetsenbord met het apparaat door een
wachtwoord van uw keuze (één tot negen cijfers)
op het apparaat en hetzelfde wachtwoord op het
toetsenbord in te voeren.
Als u de cijfers van het wachtwoord wilt invoeren,
moet u mogelijk eerst op de toets Fn drukken.
7 Als u wordt gevraagd naar een toetsenbordindeling,
selecteer deze dan uit een lijst op het apparaat.
8 Wanneer de naam van het toetsenbord wordt
weergegeven, verandert de status in Toetsenbord
verbonden. Het groene indicatielampje van het
toetsenbord knippert langzaam; het toetsenbord
is klaar voor gebruik.
Zie de gebruikershandleiding bij het toetsenbord voor meer
informatie over de werking en het onderhoud van het
toetsenbord.
Instrumenten
108
Instrumenten
Toepassingsbeheer
Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh.. U kunt
twee soorten toepassingen en software op het apparaat
installeren:
J2ME™-toepassingen op basis van Java™-technologie
met de extensie .jad of .jar ( ).
Andere toepassingen en software die geschikt zijn voor
het Symbian-besturingssysteem ( ).
De installatiebestanden hebben de extensie .sis of .sisx.
Installeer alleen software die speciaal is ontworpen
voor de Nokia N76. Software-aanbieders verwijzen
meestal naar het officiële modelnummer van dit
product: de Nokia N76-1.
Installatiebestanden kunnen naar het apparaat worden
overgedragen vanaf een compatibele pc, worden
gedownload tijdens het browsen of worden ontvangen
in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding. Met Nokia Application Installer in
Nokia Nseries PC Suite kunt u een toepassing installeren op
het apparaat. Als u Microsoft Windows Verkenner gebruikt
om een bestand over te dragen, slaat u het bestand op een
compatibele geheugenkaart (lokale schijf) op.
Toepassingen en software installeren
geeft een SIS-toepassing aan, een Java-
toepassing, dat de toepassing niet volledig is
geïnstalleerd en dat de toepassing niet op de
geheugenkaart is geïnstalleerd.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen
of die de Java Verified™ test hebben doorstaan.
Denk aan het volgende voordat u de installatie start:
Selecteer Opties > Gegevens bekijken als u het type,
het versienummer en de leverancier of de fabrikant
van de toepassing wilt bekijken.
Selecteer Gegevens bekijken in Certificaten als
u de details van het beveiligingscertificaat voor
de toepassing wilt bekijken. Zie ’Certificaatbeheer’
op pag. 118.
Als u een bestand installeert dat een update of fix
voor een bestaande toepassing bevat, kunt u het
oorspronkelijke programma alleen herstellen als
u beschikt over het oorspronkelijke installatiebestand
of een volledige back-up van het verwijderde
softwarepakket. Als u de oorspronkelijke toepassing
Instrumenten
109
wilt herstellen, verwijdert u de toepassing en installeert
u deze opnieuw op basis van het oorspronkelijke
installatiebestand of de back-up.
Het JAR-bestand is vereist voor de installatie van Java-
toepassingen. Als dit bestand ontbreekt, kunt u worden
gevraagd het te downloaden. Als geen toegangspunt
is opgegeven voor de toepassing, moet u dat alsnog
selecteren. U moet mogelijk een gebruikersnaam en
wachtwoord opgeven om het JAR-bestand van de
server te kunnen downloaden. Informeer hiernaar bij
de leverancier of fabrikant van de toepassing.
1 Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh. als
u naar een installatiebestand wilt zoeken. U kunt ook
zoeken in het apparaatgeheugen of op een compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst) in Best.beh., of een
bericht openen in Berichten > Inbox dat een
installatiebestand bevat.
2 Ga naar Toep.beh. en selecteer Opties > Installeren.
Ga in andere toepassingen naar het installatiebestand
en druk op om de installatie te starten.
Tijdens de installatie wordt op het apparaat informatie
weergegeven over de voortgang van de installatie. Als
u een toepassing installeert zonder een digitale
handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing
weergegeven. Zet de installatie alleen voort als u de
herkomst en de inhoud van de toepassing vertrouwt.
U start een geïnstalleerde toepassing door deze in het
menu te selecteren en op te drukken. Als geen
standaardmap is gedefinieerd voor de toepassing, is deze
geïnstalleerd in een map Toepass..
Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt bekijken
welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd.
Belangrijk: Uw apparaat ondersteunt slechts één
antivirusprogramma. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirus-functionaliteit kan een
negatieve invloed hebben op de prestatie en werking
of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet.
Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart
hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis)
in het geheugen van het apparaat staan. De bestanden
kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en
ervoor zorgen dat u niet nog meer bestanden kunt opslaan.
U kunt voldoende geheugenruimte overhouden, als
u gebruikmaakt van Nokia Nseries PC Suite om een back-
up van de installatiebestanden op een compatibele PC te
plaatsen. Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de
installatiebestanden uit het geheugen van het apparaat
te verwijderen. Zie ’Bestandsbeheer’ op pag. 23. Als het
SIS-bestand een bijlage bij een bericht is, verwijdert
u het bericht uit uw Inbox met ontvangen berichten.
Instrumenten
110
Toepassingen en software verwijderen
Ga naar een softwarepakket en selecteer Opties >
Verwijderen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden
geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke
softwarepakket of een volledige back-up van de
verwijderde software. Als u een softwarepakket verwijdert,
kan het zijn dat u documenten die u daarmee hebt
gemaakt, niet meer kunt openen.
Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het
verwijderde softwarepakket, kan het zijn dat het andere
softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg de
documentatie bij het geïnstalleerde softwarepakket voor
meer informatie.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de
volgende opties:
Software-installatie - Hiermee geeft u aan of Symbian-
software geverifieerde digitale handtekening mag worden
geïnstalleerd.
Online certif.controle - Hiermee geeft u aan of de online
certificaten moeten worden gecontroleerd voordat een
toepassing wordt geïnstalleerd.
Standaardwebadres - Hiermee stelt u in welk
standaardadres moet worden gebruikt wanneer online
certificaten worden gecontroleerd.
Voor sommige Java-toepassingen moet mogelijk een
bericht worden verzonden naar of een netwerkverbinding
worden gemaakt met een specifiek toegangspunt voor het
downloaden van extra gegevens of onderdelen. Ga in de
hoofdweergave van Toep.beh. naar een toepassing en
selecteer Opties > Openen als u de instellingen voor de
betreffende toepassing wilt wijzigen.
Digital Rights Management
Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van
verschillende soorten technologieën voor het beheer van
digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom,
waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat
maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om
toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit
apparaat hebt u toegang tot inhoud die is beveiligd met
WMDRM 10, OMA DRM 1.0 en OMA DRM 2.0. Als bepaalde
DRM-software er niet in slaagt de inhoud te beschermen,
kunnen content-eigenaren verlangen dat de mogelijkheid
om met die DRM-software toegang te krijgen tot
nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken.
Deze intrekking kan het vernieuwen van dergelijke
DRM-beveiligde inhoud die al in het apparaat
Instrumenten
111
is opgeslagen verhinderen. Het intrekken van dergelijke
DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van
inhoud die is beveiligd met andere typen DRM of het
gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor
digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende
activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik
te maken van de inhoud definieert.
Als uw apparaat OMA DRM-beveiligde inhoud bevat, kunt
u met de back-upfunctie van de Nokia Nseries PC Suite een
back-up van zowel de activeringssleutels als de inhoud
maken. Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk
de activeringssleutels die samen met de inhoud hersteld
moeten worden niet overdragen, waardoor u de OMA
DRM-beveiligde inhoud niet weer kunt gebruiken nadat
u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet
mogelijk ook de activeringssleutels herstellen als de
bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen
zowel de activeringssleutels als de inhoud verloren gaan
als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook
mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren
gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud
kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw
apparaat weer te gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Sommige activeringssleutels kunnen worden verbonden
met een specifieke SIM-kaart en de beveiligde inhoud kan
alleen worden geopend als de SIM-kaart in het apparaat
is geplaatst.
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Act.sleutels
als u de activeringssleutels voor de digitale rechten wilt
bekijken die zijn opgeslagen op het apparaat. Maak
vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Geldige sleutels - Hiermee kunt u sleutels bekijken die zijn
gekoppeld aan een of meer mediabestanden en sleutels die
nog niet geldig zijn.
Ong. sleutels - Hiermee kunt u sleutels bekijken die nog
niet geldig zijn. De gebruiksperiode voor het mediabestand
is verstreken of het apparaat bevat een beschermd
mediabestand zonder de bijbehorende activeringssleutel.
Niet-gebr. sl. - Hiermee kunt u sleutels bekijken waaraan
geen mediabestanden zijn gekoppeld in het apparaat.
Selecteer een ongeldige activeringssleutel en selecteer
Opties > Nieuwe sleutel ophalen als u meer gebruikstijd
wilt kopen of de gebruiksperiode voor een mediabestand
wilt verlengen. Activeringssleutels kunnen niet worden
bijgewerkt als u de ontvangst van webdienstberichten hebt
uitgeschakeld. Zie ’Webdienstberichten’ op pag. 83.
Ga naar een activeringssleutel en druk op als
u uitgebreide informatie wilt bekijken, zoals de
geldigheidsstatus en de mogelijkheid het bestand
te verzenden.
Instrumenten
112
Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 93
voor meer informatie over de uitgebreide spraakopdrachten
die door het apparaat worden ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten van
toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de
toepassing Spraakopdr. en de bijbehorende map Profielen
openen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Spraakopdr. > Profielen. Het apparaat
maakt spraaklabels voor de toepassingen en profielen.
Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt
u ingedrukt in de stand-by modus en spreekt u de
spraakopdracht in. De spraakopdracht is de naam van de
toepassing of het profiel in de lijst. Als u geavanceerde
spraakopdrachten wilt gebruiken met de cover gesloten,
houdt u de vooruitspoeltoets ingedrukt.
Selecteer Opties > Nieuwe toepassing als u meer
toepassingen wilt toevoegen aan de lijst. Als u een tweede
spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de toepassing
kunt starten, selecteert u Opties > Opdracht wijzigen en
voert u de nieuwe spraakopdracht als tekst in. Vermijd heel
korte namen, afkortingen en acroniemen.
Selecteer Opties > Afspelen als u het samengestelde
spraaklabel wilt beluisteren.
Selecteer Opties > Instellingen als u instellingen voor
spraakopdrachten wilt wijzigen. Selecteer Synthesizer >
Uit als u de synthesizer wilt uitschakelen waarmee de
herkende spraaklabels en opdrachten in de geselecteerde
apparaattaal worden afgespeeld. Selecteer Spraakaanp.
verwijderen als u het leren van spraakherkenning opnieuw
wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de hoofdgebruiker van
het apparaat is veranderd.
Positionering
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens of Plaatsen.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder
het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als
enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud van het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door
wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten, en is onderhevig aan
veranderingen in het GPS-beleid van het ministerie van
defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden
en wijzigingen in het Federal Radionavigation Plan.
De accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door
een gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid
en kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels
Instrumenten
113
en weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger
alleen buitenshuis gebruiken voor de ontvangst van
GPS-signalen.
GPS moet alleen worden gebruikt als navigatiehulpmiddel.
Het moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling
en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van
de GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling
of navigatie.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van specifieke
locaties op uw apparaat opslaan en bekijken. Met
GPS-gegevens hebt u toegang tot informatie over de
route naar de geselecteerde bestemming, positiegegevens
over uw huidige locatie en reisgegevens, zoals de
geschatte afstand tot de bestemming en de geschatte
reisduur.
Plaatsen en GPS-gegevens zijn toegankelijk via het
netwerk (netwerkdienst) of via een compatibele
GPS-ontvanger.
Zie de brochures voor uw apparaat op
www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website
voor meer informatie over Plaatsen en GPS-gegevens.
Instellingen
114
Instellingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. als u de
instellingen wilt wijzigen. Ga naar Algemeen, Telefoon,
Verbinding of Toepassingen en druk op . Ga naar een
instelling of instellingengroep die u wilt wijzigen en
druk op .
Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf door de
serviceprovider geconfigureerd voor het apparaat.
U kunt deze instellingen dan niet wijzigen.
Algemeen
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk, Datum en tijd, Coverdisplay,
Toebehoren, Beveiliging, Fabrieksinstell. of
Positiebepaling als u de algemene instellingen van
het apparaat wilt bewerken of de standaardinstellingen
van het apparaat wilt herstellen.
Zie ’Klok’ op pag. 76 voor meer informatie over
Datum en tijd.
Persoonlijk
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk als u instellingen voor het
scherm, de stand-by modus en de algemene functionaliteit
van het apparaat wilt bewerken.
Met Tonen kunt u de tonen van de agenda, de klok en het
actieve profiel wijzigen.
Met Thema's opent u de toepassing. Zie ’Het uiterlijk van
het apparaat wijzigen’ op pag. 56.
Met Sprkopdrachten opent u de instellingen voor de
toepassing. Zie ’Spraakopdrachten’ op pag. 112.
Weergave
Helderheid - Druk op of als u de helderheid van
het scherm wilt aanpassen.
Lettergrootte - Hiermee past u de grootte van de tekst en
symbolen in het scherm aan .
Time-out spaarstand- Hiermee selecteert u de time-
outperiode waarna de energiebesparing wordt geactiveerd.
Welkomstnotitie/logo - Telkens wanneer u het apparaat
inschakelt, wordt de welkomsttekst of het logo kort
weergegeven. Selecteer Standaard als u de
standaardafbeelding wilt gebruiken, Tekst als u een
welkomstbericht wilt schrijven of Afbeelding als u een
afbeelding wilt selecteren uit Galerij.
Instellingen
115
Time-out verlichting - Selecteer een time-out waarna
de achtergrondverlichting van het scherm wordt
uitgeschakeld.
Standby-modus
Act. standby - Gebruik snelkoppelingen voor toepassingen
in de stand-by modus. Zie ’Actieve stand-by modus’
op pag. 58.
Snelkopp. > Linkerselectietoets en Rechterselectietoets -
Hiermee wijst u een snelkoppeling toe aan selectietoetsen
in de stand-by modus.
Toep. actief standby - Selecteer de snelkoppelingen van
de toepassing die u wilt weergeven in de actieve stand-by
modus. Deze instelling is alleen beschikbaar als
Act. standby is ingeschakeld.
U kunt ook snelkoppelingen toewijzen voor de
verschillende aanslagen van de bladertoets.
De snelkoppelingen voor de bladertoets zijn niet
beschikbaar als de actieve stand-by modus is ingeschakeld.
Operatorlogo - Deze instelling is alleen beschikbaar
als u een operatorlogo hebt ontvangen en opgeslagen.
Selecteer Uit als u het logo niet wilt weergeven.
Taal
Displaytaal—Als u de taal van de schermteksten in het
apparaat wijzigt, worden ook de datum- en tijdnotatie
en de gebruikte scheidingstekens in bijvoorbeeld
berekeningen gewijzigd. Met Automatisch wordt de
taal geselecteerd overeenkomstig de informatie op de
SIM-kaart. Nadat u de taal van de schermteksten hebt
gewijzigd, wordt het apparaat opnieuw gestart.
De instellingen voor Displaytaal of Invoertaal beïnvloeden
elke toepassing op het apparaat en blijven actief totdat
u deze opnieuw wijzigt.
Invoertaal - Als u de taal wijzigt, veranderen de (speciale)
tekens die beschikbaar zijn bij het invoeren van tekst en
wordt een andere woordenlijst gebruikt voor
tekstvoorspelling.
Tekstvoorspelling - Hiermee schakelt u tekstvoorspelling
Aan of Uit in voor alle editors in het apparaat. Tekstinvoer
met woordenlijst is niet voor alle talen beschikbaar.
Coverdisplay
Helderheid - Klap het apparaat dicht en gebruik de
volumetoets om de helderheid van het coverscherm
bij te stellen.
Antwrd bij openen telef. - Kies Ja als u inkomende
oproepen wilt beantwoorden door het apparaat open
te klappen.
Slaapstand - Selecteer of het scherm wordt uitgeschakeld
om de accu te sparen nadat energiebesparing is
geactiveerd. Wanneer het scherm wordt uitgeschakeld,
Instellingen
116
knippert een LED om aan te geven dat het apparaat
aan staat.
Toebehoren
Zie ’Belangrijke symbolen’op pag. 20 voor meer informatie
over symbolen voor toebehoren. Bij sommige connectoren
wordt niet aangegeven welk type toebehoren is
aangesloten op het apparaat.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het type
toebehoren. Selecteer een toebehoren en maak een keuze
uit de volgende opties:
Standaardprofiel - Hiermee kunt u het profiel instellen
dat moet worden geactiveerd wanneer u compatibel
toebehoren aansluit op het apparaat. Zie ’Profielen-
Hiermee stelt u tonen in’ op pag. 55.
Autom. antwoorden - Hiermee kunt u instellen dat
inkomende oproepen na vijf seconden automatisch worden
beantwoord. Als het beltoontype is ingesteld op Eén piep
of Stil, is automatisch antwoorden uitgeschakeld.
Verlichting - Hiermee kunt u instellen of de verlichting
aan moet blijven of wordt uitgeschakeld na de time-out.
Deze instelling is niet voor alle toebehoren beschikbaar.
Als u een Teksttelefoon of een Hoorapparaat gebruikt,
moet u deze op uw apparaat activeren. Selecteer
Teksttelefoon > Teksttel. gebruiken > Ja als
u Teksttelefoon wilt activeren. Selecteer Hoorapparaat >
Hoorapp. gebruiken > Ja als u de antenne wilt activeren.
Beveiliging
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart,
Certificaatbeheer of Beveiligingsmodule als
u beveiligingsinstellingen wilt bewerken.
Telefoon en SIM-kaart
PIN-code vragen - Als deze optie actief is, moet u bij
inschakeling van het apparaat altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige
SIM-kaarten niet kunt uitschakelen.
PIN-code, PIN2-code en Blokkeringscode - U kunt
de blokkeringscode, PIN-code en PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten. Zie ’Uitleg van PIN- en
blokkeringscodes’ op pag. 117.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van
de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Per. autom. blokk. ttsnb. - Hiermee selecteert u of het
toetsenblok wordt vergrendeld wanneer het apparaat
gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Instellingen
117
Tip! Druk achtereenvolgens op en als u het
toetsenblok handmatig wilt vergrendelen of
ontgrendelen.
Per. autom. blokk. telefn - Als u ongeadresseerd gebruik
wilt voorkomen, kunt u een time-out instellen waarna het
apparaat automatisch wordt vergrendeld. Een vergrendeld
apparaat kan pas weer worden gebruikt nadat de juiste
blokkeringscode is ingevoerd. Selecteer Geen als u deze
automatische blokkering wilt uitschakelen.
Zie ’Uitleg van PIN- en blokkeringscodes’ op pag. 117.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Tip! U kunt het apparaat handmatig vergrendelen
door op te drukken. Er wordt een lijst met
opdrachten weergegeven. Selecteer Blokkeer telefoon.
Blok. als SIM-krt gewijz. - U kunt instellen dat er naar
de blokkeringscode wordt gevraagd als een onbekende
SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Op het
apparaat wordt een lijst bijgehouden met SIM-kaarten
die worden herkend als kaarten van de eigenaar.
CUG - Hiermee kunt u een groep mensen opgeven die
u kunt bellen of die u kunnen bellen (netwerkdienst).
Wanneer de oproepen beperkt zijn tot specifieke
gebruikersgroepen, kunt u soms nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
SIM-diensten bevest. - Hiermee kunt u een
bevestigingsbericht laten weergeven wanneer
u een SIM-kaartdienst gebruikt (netwerkdienst).
Uitleg van PIN- en blokkeringscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) - Met deze
code wordt de SIM-kaart beschermd tegen ongeoorloofd
gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt gewoonlijk bij
de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter
elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt
de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
UPIN-code - Deze code wordt mogelijk geleverd bij de
USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van
de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele
UMTS-telefoons.
PIN2-code - Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij
sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang
tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) -
Deze code (vijf cijfers) kan worden gebruikt om het
apparaat te vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd
gebruik. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is
12345. Voorkom ongeoorloofd gebruik van het apparaat
door de blokkeringscode te wijzigen. Houd de nieuwe code
Instellingen
118
geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het
apparaat). Neem contact op met uw serviceprovider als
u deze code bent vergeten.
PUK-code (Personal Unblocking Key) en PUK2-code -
Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om een geblokkeerde
PIN- of PIN2-code te wijzigen. Neem contact op met
de operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij de
SIM-kaart zijn geleverd.
UPUK-code - Deze code (acht cijfers) is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Neem contact
op met de operator van uw USIM-kaart als deze code niet
bij de USIM-kaart is geleverd.
Certificaatbeheer
Digitale certificaten vormen geen waarborg voor de
veiligheid. Ze worden gebruikt om de oorsprong van
software te verifiëren.
In de beginweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst
met de autoriteitscertificaten die in het apparaat zijn
opgeslagen. Druk op als u een lijst met persoonlijke
certificaten wilt weergeven, indien beschikbaar.
U moet digitale certificaten gebruiken als u verbinding wilt
maken met een online bank of een andere site of externe
server voor acties waarbij vertrouwelijke informatie wordt
uitgewisseld. Digitale certificaten moeten ook worden
gebruikt als u virussen of andere kwaadaardige software
zoveel mogelijk wilt vermijden en er zeker van wilt kunnen
zijn dat de software die u downloadt en installeert,
betrouwbaar is.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de
risico's van externe verbindingen en de installatie van
software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel
op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren
van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid
van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele
bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als
de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn.
Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Als er
wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of
nog niet geldig is terwijl het geldig zou moeten zijn,
controleer dan of de huidige datum en tijd van het
apparaat goed zijn ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet
u controleren of de eigenaar van het certificaat kan
worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van
de opgegeven eigenaar afkomstig is.
De authenticiteit van certificaten controleren
U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server
als de handtekening en de geldigheidsduur van het
betreffende servercertificaat zijn gecontroleerd.
Instellingen
119
Als de identiteit van de server niet authentiek is of als
u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt,
wordt een melding weergegeven.
Ga naar het certificaat en selecteer Opties >
Certificaatgegevens als u de gegevens van een certificaat
wilt controleren. Wanneer u de certificaatgegevens
weergeeft, wordt de geldigheid van het certificaat
gecontroleerd en wordt mogelijk een van de volgende
berichten weergegeven:
Certificaat niet vertrouwd - U hebt nog geen
toepassing ingesteld voor het certificaat. Zie
’De vertrouwensinstellingen wijzigen’ op pag. 119.
Geldigheid certificaat verstreken - De geldigheidsperiode
van het geselecteerde certificaat is verlopen.
Certificaat nog niet geldig - De geldigheidsperiode van
het geselecteerde certificaat is nog niet begonnen.
Certificaat beschadigd - Het certificaat kan niet worden
gebruikt. Neem contact op met de uitgever van het
certificaat.
De vertrouwensinstellingen wijzigen
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet
u controleren of de eigenaar van het certificaat kan
worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van
de opgegeven eigenaar afkomstig is.
Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer Opties >
Inst. Vertrouwen. Afhankelijk van het certificaat wordt
een lijst weergegeven met de toepassingen die u met het
certificaat kunt gebruiken.
Symbian-installatie: Ja - Het certificaat kan aangeven
of de oorsprong van een nieuwe toepassing voor een
Symbian-besturingssysteem betrouwbaar is.
Internet: Ja - Het certificaat kan aangeven of servers
betrouwbaar zijn.
Toep.installatie: Ja - Het certificaat kan aangeven of
de oorsprong van een nieuwe Java
TM
-toepassing
betrouwbaar is.
Selecteer Opties > Inst. Vertrouw bew. als u de waarde
wilt wijzigen.
Beveiligingsmodule
Ga in Beveiligingsmodule naar een beveiligingsmodule
(indien beschikbaar) en selecteer deze als u de
beveiligingsmodule wilt bekijken of bewerken .
Ga voor meer informatie naar een beveiligingsmodule
en selecteer Opties > Beveiligingsgegevens.
Fabrieksinstellingen
Selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Fabrieksinstell. als u de oorspronkelijke waarde van
bepaalde instellingen wilt herstellen. U hebt hiervoor
Instellingen
120
echter de blokkeringscode nodig. Zie ’Telefoon en SIM-
kaart’ op pag. 116. Nadat u de fabrieksinstellingen hebt
hersteld, kan het inschakelen van het apparaat langer
duren. Dit heeft geen effect op documenten en bestanden.
Positiebepaling
Selecteer de gebruikte Methoden pos.bepaling om de
locatie van het apparaat te bepalen: Bluetooth GPS
als u een compatibele externe GPS-ontvanger met
Bluetooth-verbinding wilt gebruiken, en Op basis van
netwrk om informatie van het mobiele netwerk te
gebruiken (netwerkdienst). De locatiegegevens kunnen
worden gebruikt door compatibele toepassingen in het
apparaat.
Telefoon
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Telefoon > Oproep, Doorschakelen, Blokkeren of
Netwerk als u gespreksinstellingen wilt bewerken.
Oproep
Identificatie verz. - U kunt instellen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven aan (Ja) of verborgen
voor (Nee) de persoon naar wie u belt. De waarde kan ook
worden ingesteld door uw serviceprovider wanneer u een
abonnement afsluit (Ingst. door netw.) (netwerkdienst).
Oproep in wachtrij - Als u deze functie hebt geactiveerd
(netwerkdienst), wordt u gewaarschuwd als er een nieuwe
oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert. Schakel de
functie in (Activeren) of uit (Annuleer) of controleer of de
functie is geactiveerd (Controleer status).
Opr. weig. met SMS - Selecteer Ja als u een SMS-bericht
naar een beller wilt sturen met de reden waarom u de
oproep niet kon beantwoorden. Zie ’Een oproep
beantwoorden of weigeren’ op pag. 98.
Berichttekst - Typ een tekst die moet worden verzonden
in een SMS-bericht wanneer u een oproep weigert.
Afb. in video-oproep - Als er tijdens een videogesprek
geen videobeelden kunnen worden verzonden, kunt u een
afbeelding selecteren die wordt weergegeven in plaats van
de videobeelden.
Autom. herkiezen - Als u Aan selecteert, wordt maximaal
tien keer geprobeerd de verbinding tot stand te brengen.
Druk op als u automatisch opnieuw bellen wilt
uitschakelen.
Gespreksduur tonen - Activeer deze instelling als u wilt
dat de gespreksduur tijdens het gesprek wordt
weergegeven.
Instellingen
121
Samenvatting na opr. - Als u wilt dat de gespreksduur
na het gesprek kort wordt weergegeven, kiest u Aan.
Snelkeuze - Selecteer Aan, waarna u de nummers die aan
de sneltoetsen zijn toegewezen ( ) kunt kiezen
door de betreffende toets ingedrukt te houden. Zie ook
’Bellen met een snelkeuzetoets’ op pag. 93.
Aannem. willek. toets - Selecteer Aan als u inkomende
oproepen wilt kunnen beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve , ,
en .
Lijn in gebruik - Deze instelling (netwerkdienst) wordt
alleen weergegeven als de SIM-kaart twee telefoonlijnen
(twee abonneenummers) ondersteunt. Geef aan welke
telefoonlijn u wilt gebruiken om te bellen en SMS-
berichten te verzenden. Oproepen op beide lijnen kunnen
altijd worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn.
Als u Lijn 2 selecteert en niet bent geabonneerd op deze
netwerkdienst, kunt u geen gesprekken voeren. Wanneer
u Lijn 2 hebt geselecteerd, wordt weergegeven in de
stand-by modus.
Tip! U kunt tussen de telefoonlijnen schakelen
door ingedrukt te houden in de stand-by modus.
Lijn wijzigen - Selecteer Uitschakelen als u lijnselectie
(netwerkdienst) wilt voorkomen (indien ondersteund door
uw SIM-kaart). U hebt de PIN2-code nodig om deze
instelling te wijzigen.
Doorschakelen
Met Doorschakelen kunt u inkomende oproepen
doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander
telefoonnummer. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie.
Geef aan welke oproepen u wilt doorschakelen en selecteer
de gewenste doorschakeloptie. Selecteer bijvoorbeeld
Indien bezet als u spraakoproepen wilt doorschakelen
wanneer uw nummer bezet is of wanneer u inkomende
oproepen weigert. Schakel de optie in (Activeren) of uit
(Annuleer) of controleer of de optie is geactiveerd
(Controleer status).
Er kunnen meerdere doorschakelingsopties tegelijk actief
zijn. Wanneer alle oproepen worden doorgeschakeld,
wordt weergegeven in de stand-by modus.
De functies voor het blokkeren en doorschakelen van
oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Blokkeren
Met Blokkeren (netwerkdienst) kunt u de oproepen
beperken die worden geplaatst of ontvangen met het
apparaat. Als u de instellingen wilt wijzigen, moet u een
blokkeringswachtwoord aanvragen bij uw serviceprovider.
Selecteer de gewenste blokkeringsoptie en schakel deze in
(Activeren) of uit (Annuleer) of controleer of de optie is
Instellingen
122
ingeschakeld (Controleer status). Blokkeren is van invloed
op alle oproepen, inclusief gegevensoproepen.
De functies voor het blokkeren en doorschakelen van
oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunt u soms nog wel
officiële alarmnummers kiezen.
Netwerk
Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en
UMTS-netwerken. Het GSM-netwerk wordt in de stand-by
modus aangegeven met . Het UMTS-netwerk wordt
aangegeven met .
Netwerkmodus (alleen weergegeven indien ondersteund
door de serviceprovider) - Hiermee selecteert u welk
netwerk u wilt gebruiken. Als u Dual mode selecteert, kiest
het apparaat automatisch voor het GSM- of het UMTS-
netwerk op basis van de netwerkparameters en de
roaming-overeenkomsten tussen de serviceproviders.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Operatorselectie - Selecteer Automatisch als u wilt dat
het apparaat een beschikbaar netwerk zoekt en selecteert,
of Handmatig als u handmatig een netwerk wilt
selecteren. Als de verbinding met het handmatig
geselecteerde netwerk verloren gaat, hoort u een fouttoon
en wordt u gevraagd opnieuw een netwerk te selecteren.
Het geselecteerde netwerk moet een roaming-
overeenkomst met uw eigen mobiele netwerk hebben
gesloten.
Uitleg: een roaming-overeenkomst is een
overeenkomst tussen meerdere serviceproviders die
gebruikers van verschillende netwerken in staat stelt
om gebruik te maken van de diensten van andere
serviceproviders.
Weergave info dienst - Selecteer Aan als u wilt dat wordt
aangegeven wanneer het apparaat gebruik maakt van een
mobiel netwerk op basis van de MCN-technologie (Micro
Cellular Network) en als u de ontvangst van relevante
informatie wilt activeren.
Verbinding
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Verbinding > Bluetooth, USB, Toegangspunten, Packet-
ggvns, Gegev.oproep, SIP-instellingen, Configuraties of
Tgpt.namen bhr. als u het toegangspunt en andere
verbindingsinstellingen wilt bewerken.
Zie ’USB’ op pag. 71 voor meer informatie over
USB-instellingen.
Zie ’Instellingen’ op pag. 68 voor meer informatie over
Bluetooth-instellingen.
Instellingen
123
Gegevensverbindingen
en toegangspunten
Het apparaat ondersteunt packet-gegevensverbindingen
(netwerkdienst), zoals GPRS in het GSM-netwerk. Wanneer
u het apparaat gebruikt in GSM- en UMTS-netwerken,
kunnen meer gegevensverbindingen tegelijk actief zijn
en kunnen toegangspunten een gegevensverbinding delen.
In het UMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen actief
gedurende spraakoproepen.
Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt
nodig. U kunt verschillende soorten toegangspunten
definiëren, zoals:
MMS-toegangspunten, voor het verzenden en
ontvangen van multimediaberichten;
Internettoegangspunten, voor het verzenden en
ontvangen van e-mail en om verbinding te maken
met internet.
Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig
hebt voor de dienst die u wilt gebruiken. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de
beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor
packet-gegevensverbindingen.
Toegangspunten
U ontvangt de instellingen voor een toegangspunt
mogelijk in een bericht van een serviceprovider. Zie
’Gegevens en instellingen’ op pag. 82. Sommige of alle
toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf
zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet
mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen
of om nieuwe instellingen toe te voegen. geeft
een beschermd toegangspunt aan en geeft een
toegangspunt voor packet-gegevens aan.
Selecteer Opties > Nieuw toegangspunt als u een nieuw
toegangspunt wilt maken.
Selecteer Opties > Bewerken als u de instellingen van een
toegangspunt wilt bewerken. Volg de instructies van de
serviceprovider.
Naam verbinding - Voer een beschrijvende naam in voor
de verbinding.
Drager gegevens - Selecteer het type gegevensverbinding.
Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbinding zijn
alleen bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden in die
zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding
Te definiëren. De overige velden hoeft u alleen in te
vullen als uw serviceprovider dat aangeeft.
Instellingen
124
Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de
aanbieder van de netwerkdienst deze functie ondersteunen
en zo nodig activeren op de SIM-kaart.
Toegangspunten voor packet-gegevens
Volg de instructies van de serviceprovider.
Naam toegangspunt - U krijgt de naam van het
toegangspunt van de serviceprovider.
Gebruikersnaam - De gebruikersnaam kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en wordt
doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
Vraag om wachtw. - Selecteer Ja als u bij aanmelding op
de server telkens een nieuw wachtwoord moet invoeren of
als u het wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
Wachtwoord - Een wachtwoord kan nodig zijn bij het
maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans
verstrekt door de serviceprovider.
Verificatie - Kies Normaal of Beveiligd.
Homepage - Voer het webadres of het adres van de
multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het
toegangspunt dat u instelt.
Selecteer Opties > Geavanc. instell. als u de volgende
instellingen wilt wijzigen:
Netwerktype - Selecteer het type internetprotocol dat
u wilt gebruiken: IPv4 of IPv6. De andere instellingen
zijn afhankelijk van het geselecteerde netwerktype.
IP-adres telefoon (alleen voor IPv4) - Voer het IP-adres
van het apparaat in.
DNS-adres - Voer in Primair DNS-adres het IP-adres van
de primaire DNS-server in. Voer in Secundair DNS-adres
het IP-adres van de secundaire DNS-server in. Neem voor
deze adressen contact op met uw internetprovider.
Proxyserveradres - Voer het adres van de proxyserver in.
Proxypoortnummer - Voer het nummer van de
proxypoort in.
Packet-gegevens
De instellingen voor packet-gegevens gelden voor alle
toegangspunten waarvoor een packet-gegevensverbinding
wordt gebruikt.
Packet-ggvnsverb. - Als u Autom. bij signaal selecteert
en u zich in een netwerk bevindt dat packet-gegevens
ondersteunt, wordt het apparaat geregistreerd bij het
netwerk voor packet-gegevens. Het starten van een actieve
packet-gegevensverbinding verloopt sneller, bijvoorbeeld
voor het verzenden en ontvangen van e-mail. Als er geen
dekking is voor een packet-gegevensverbinding, wordt
regelmatig geprobeerd deze verbinding tot stand te
Instellingen
125
brengen. Als u Wanneer nodig selecteert, wordt GPRS
alleen gebruikt als u een toepassing of bewerking start
waarvoor een packet-gegevensverbinding nodig is.
Toegangspunt - U moet de naam van het toegangspunt
invullen als u het apparaat wilt gebruiken als packet-
gegevensmodem voor de computer.
Gegevensoproep
De instellingen voor gegevensoproepen gelden
voor alle toegangspunten waarvoor een GSM-
gegevensoproepverbinding wordt gebruikt.
Tijd online - Stel de gegevensoproepen zo in dat ze
automatisch na een time-out worden verbroken als er
geen activiteit meer is. Als u een tijdslimiet wilt invoeren,
selecteert u Door gebr. gedef. en voert u de tijd in
minuten in. Als u Onbeperkt selecteert, worden
gegevensoproepen niet automatisch beëindigd.
SIP-instellingen
De SIP-instellingen (Session Initiation Protocol) zijn nodig
voor bepaalde netwerkdiensten die SIP gebruiken, zoals bij
het delen van videobeelden. U ontvangt de instellingen
mogelijk in een SMS-bericht van de serviceprovider. U kunt
deze instellingsprofielen bekijken, verwijderen of maken in
SIP-instellingen.
Configuraties
U ontvangt mogelijk vertrouwensinstellingen voor de
server van de serviceprovider in een configuratiebericht.
U kunt deze instellingen opslaan, weergeven of
verwijderen in Configuraties.
Toegangspuntnamen beheren
Met de dienst Tgpt.namen bhr. kunt u packet-
gegevensverbindingen beperken en het apparaat zo
instellen dat alleen bepaalde toegangspunten voor
packet-gegevens worden gebruikt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIM-kaart
de controledienst van het toegangspunt ondersteunt.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de
controledienst wilt in- of uitschakelen of als u de
toegestane toegangspunten wilt wijzigen. U hebt
de PIN2-code nodig als u de opties wilt wijzigen.
Neem voor de code contact op met uw serviceprovider.
Toepassingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Toepassingen als u de instellingen van enkele
toepassingen in het apparaat wilt bewerken.
De instellingen zijn ook beschikbaar in elke toepassing
door de optie Instellingen te selecteren.
Problemen oplossen: vraag en antwoord
126
Problemen oplossen: vraag en antwoord
Toegangscodes
V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkerings-, PIN- of
PUK-code?
A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact
op met de leverancier van het apparaat als u de
blokkeringscode niet meer weet of kwijt bent.
Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet of als u deze
code(s) niet hebt ontvangen, neemt u contact op met de
serviceprovider.
Neem contact op met de leverancier van het toegangspunt
(bijvoorbeeld de internet- of serviceprovider of de
netwerkoperator) voor informatie over wachtwoorden.
Batterij
V: Waarom raakt mijn batterij zo snel leeg?
A: Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie
of als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Ook packet-gegevensverbindingen doen een extra beroep
op de batterijcapaciteit. Als u Packet-ggvnsverb.
hebt ingesteld op Autom. bij signaal in
Verbindingsinstellingen en er is geen dekking voor een
packet-gegevensverbinding (GPRS), probeert het apparaat
van tijd tot tijd een packet-gegevensverbinding tot stand
te brengen, hetgeen extra batterijcapaciteit vergt.
Als u de bedrijfsduur van uw apparaat wilt verlengen,
schakelt u de Bluetooth-technologie uit wanneer u deze
niet nodig hebt. Ook kunt u Packet-ggvnsverb. instellen
op Wanneer nodig. Als u alle toepassingen wilt sluiten
die op de achtergrond worden uitgevoerd en die u niet
gebruikt, houdt u ingedrukt en selecteert u de
toepassingen in de lijst. Sluit vervolgens de toepassing af.
Toepassing reageert niet
V: Hoe sluit ik een toepassing die niet reageert?
A: Houd ingedrukt. Ga naar de gewenste toepassing
en druk op om deze te sluiten.
Bluetooth-verbinding
V: Waarom wordt het apparaat van mijn vriend niet
gevonden?
A: Controleer of beide apparaten compatibel zijn, Bluetooth-
verbinding is ingeschakeld en de verborgen modus niet is
geactiveerd. Daarnaast mag de afstand tussen beide
apparaten niet groter zijn dan tien meter en mogen er zich
geen muren of andere obstakels tussen de apparaten
bevinden.
V: Waarom kan ik een Bluetooth-verbinding niet verbreken?
A: Als een ander apparaat verbonden is met het apparaat,
kunt u de verbinding verbreken vanaf het andere
apparaat of door Bluetooth uit te schakelen. Selecteer
Instrumenten > Bluetooth > Bluetooth > Uit.
Problemen oplossen: vraag en antwoord
127
Camera
V: Waarom zien de afbeeldingen er zo vlekkerig uit?
A: Controleer of de cameralenzen schoon zijn.
Display
V: Waarom verschijnen steeds ontbrekende, verkleurde,
donkere of lichte stippen op het scherm als ik het apparaat
aanzet?
A: Dit is typerend voor dit type display. Sommige displays
kunnen pixels of puntjes bevatten die voortdurend aan of
uit blijven. Dit is normaal, geen fout.
Geheugen bijna vol
V: Wat moet ik doen als het geheugen van het apparaat bijna
vol is?
A: U kunt ongebruikte items op het apparaat regelmatig
verwijderen om te voorkomen dat het geheugen vol raakt.
Zie ’Geheugen bijna vol - geheugen vrijmaken’ op pag. 23.
's Als u contactgegevens, agendanotities, timers voor de
gespreksduur of gesprekskosten, spelscores of andere
gegevens wilt verwijderen, gaat u naar de bijbehorende
toepassing. Bij het verwijderen van meerdere items wordt
mogelijk een van de volgende meldingen weergegeven:
Onvoldoende geheugen voor bewerking. Wis eerst
enkele gegevens. of Geheugen bijna vol. Verwijder
gegevens uit het telefoongeheugen.. Probeer in dat geval
de items een voor een te verwijderen, te beginnen met het
kleinste item.
Druk op en selecteer Instrumenten >
Bestandbeheer > Opties > Gegevens geheugen als u wilt
zien welke gegevens u hebt opgeslagen en hoeveel
geheugenruimte per categorie in beslag wordt genomen.
V: Hoe kan ik mijn gegevens opslaan voordat ze worden
verwijderd?
A: Sla uw gegevens op een van de volgende manieren op:
Maak met Nokia Nseries PC Suite een back-up van alle
gegevens op een compatibele computer.
Stuur afbeeldingen door naar uw e-mailadres en sla deze
vervolgens op de pc op.
Verzend gegevens via een Bluetooth-verbinding naar een
compatibel apparaat.
Sla gegevens op een compatibele geheugenkaart op.
Berichten
V: Waarom kan ik geen contactpersoon selecteren?
A: Het visitekaartje bevat geen telefoonnummer of
e-mailadres. Voeg de ontbrekende gegevens toe
aan de contactkaart in Contacten.
Multimediaberichten
V: Het bericht Bericht wordt opgehaald wordt kort
weergegeven. Wat is er aan de hand?
A: Er wordt geprobeerd een multimediabericht op te halen
uit de multimediaberichtencentrale.
Controleer de instellingen voor multimediaberichten
en ga na of de telefoonnummers en adressen juist zijn.
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht.
Problemen oplossen: vraag en antwoord
128
V: Hoe kan ik een gegevensverbinding verbreken als telkens
opnieuw verbinding wordt gemaakt?
A: Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht > Multimedia
ophalen als u niet wilt dat verbinding wordt gemaakt.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Handmatig - Hiermee worden de berichten opgeslagen
in de multimediaberichtencentrale zodat u deze later
kunt ophalen. U ontvangt een bericht wanneer u een
nieuw multimediabericht kunt ophalen in de multi-
mediaberichtencentrale.
Uit - Hiermee weigert u alle inkomende multimedia-
berichten. Vervolgens wordt geen verbinding meer
gemaakt met het netwerk voor multimediaberichten.
Verbinding met pc
V: Waarom kan ik mijn apparaat niet verbinden met de pc?
A: Zorg ervoor dat Nokia Nseries PC Suite op de pc is
geïnstalleerd en actief is. Raadpleeg de gebruikers-
handleiding voor Nokia Nseries PC Suite op de cd-rom.
Voor meer informatie over het gebruik van Nokia Nseries
PC Suite raadpleegt u de Help-functie van Nokia Nseries
PC Suite of gaat u naar de pagina's voor ondersteuning
op www.nokia.com.
V: Kan ik mijn apparaat gebruiken als faxmodem met een
compatibele pc?
A: U kunt het apparaat niet als faxmodem gebruiken.
Door oproepen door te schakelen (netwerkdienst) kunt
u inkomende faxoproepen echter niet doorschakelen naar
een ander telefoonnummer.
Informatie over de batterij
129
Informatie over de batterij
Opladen en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij kan
honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na
verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en
stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de
batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia
zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met
laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor
dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de
lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw
moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet
gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld
aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen
batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd
automatisch ontladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten
duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze
bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp
zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met
de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
Deze klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw
zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze
is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen
af wanneer u deze op hete of koude plaatsen bewaart
(zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse
omstandigheden). Probeer de batterij altijd te bewaren op een
temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F). Een apparaat
met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd
onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen
is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen
beduidend onder het vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen
dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze
beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met
de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor
recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. Als
een batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet in
contact komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet
Informatie over de batterij
130
u uw huid en ogen onmiddellijk met water uitspoelen of
medische hulp zoeken.
De echtheid van Nokia-batterijen
controleren
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid.
Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door
de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen, te kijken of
het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat
en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te
inspecteren.
Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen
totale garantie voor de echtheid van de batterij. Als u reden
hebt om aan te nemen dat uw batterij geen echte originele
Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij
naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point
voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal
de echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet
kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de
plaats van aankoop.
De echtheid van het hologram
controleren
1 Wanneer u het hologram op het
label bekijkt, hoort u vanuit de ene
hoek het Nokia-symbool met de
handen te zien, en vanuit de
andere hoek het Nokia Original
Enhancements-logo.
2 Wanneer u het hologram onder
een hoek naar links, rechts,
omlaag en omhoog houdt, hoort
u op iedere kant respectievelijk
1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
3 Kras aan de zijkant van het
label om een 20-cijferige code
zichtbaar te maken, bijvoorbeeld
12345678919876543210. Draai
de batterij zo dat de cijfers rechtop
staan. De 20-cijferige code moet
worden gelezen te beginnen bij
het cijfer op de bovenste rij,
gevolgd door de onderste rij.
Informatie over de batterij
131
4 Controleer of de 20-cijferige code
geldig is door de instructies op
www.nokia.com/batterycheck
te volgen.
Als u een tekstbericht wilt maken, voert u de 20-cijferige code
in (bijvoorbeeld 12345678919876543210) en stuurt u het
bericht naar +44 7786 200276.
Een tekstbericht maken (alleen voor India): voer Battery in,
gevolgd door de 20-cijferige batterijcode (bijvoorbeeld Battery
12345678919876543210) en stuur het bericht naar 5555.
Er zijn nationale en internationale operatorkosten van
toepassing.
U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is
geverifieerd.
Wat als de batterij niet origineel is?
Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen
of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele
Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde
officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het
gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is
goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige
prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren.
Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat
ongeldig maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar
www.nokia.com/battery.
Behandeling en onderhoud
132
Behandeling en onderhoud
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en
vakmanschap en moet met zorg worden behandeld.
De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te
behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei
soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten
die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en
laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij
terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile
plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische
onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is.
Hoge temperaturen kunnen de levensduur van
elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen
en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is.
Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur
krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan,
waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen
raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere
manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met
het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne
elektronische schakelingen en fijne mechaniek
beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen
of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon
te maken.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen
van het apparaat blokkeren en de correcte werking
belemmeren.
Maak de lenzen, zoals de cameralens, nabijheidsensor en
lichtsensor, schoon met een zachte, schone, droge doek.
Gebruik alleen de meegeleverde antenne of een
goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde
antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het
apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de
regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt
bewaren, zoals contactpersonen en agendanotities.
U kunt het apparaat zo nu en dan weer tot een optimale
prestatie resetten door de stroom uit te schakelen en de
batterij te verwijderen.
Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en
andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde
bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Behandeling en onderhoud
133
Verwijdering
Het symbool van de doorgestreepte container op uw
product, in de documentatie of op de verpakking wil
zeggen dat binnen de Europese Unie alle elektrische en
elektronische producten, batterijen en accu’s na
gebruik voor gescheiden afvalverzameling moeten worden
aangeboden. Bied deze producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
Lever het product op de daarvoor bestemde plaats in om
schade aan het milieu en aan de volksgezondheid als gevolg
van het ongecontroleerd weggooien van afval te voorkomen
en om bij te dragen aan een duurzaam hergebruik van
materialen. Informatie over afvalverzameling vindt u bij
de verkoper van het product, bij de milieudienst van uw
plaatselijke overheid, nationale organisaties voor
producentenverantwoordelijkheid of uw plaatselijke
vertegenwoordiger van Nokia. Meer informatie vindt u op
www.nokia.com onder het product Eco-Verklaring of bij de
landspecifieke informatie.
Aanvullende veiligheidsinformatie
134
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor
wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer
het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde
afstand van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet
dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht
is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de
buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media
zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts
of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe
RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat
uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Fabrikanten van medische apparaten adviseren om een
afstand van minimaal 15,3 cm (6 inch) aan te houden tussen
een draadloos apparaat en een geïmplanteerd medisch
aparaat, zoals een pacemaker of geïmplanteerde cardioverter-
defibrillator, om mogelijke storing van het medische apparaat
te voorkomen. Personen met dergelijke medische apparatuur
moeten het volgende doen:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 cm
(6 inch) afstand van het medische apparaat wanneer het
draadloze apparaat is ingeschakeld.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Aanvullende veiligheidsinformatie
135
Houd het draadloze apparaat bij het oor aan de andere
zijde van het lichaam dan de zijde waar het medische
apparaat zich bevindt, om de kans op storingen te
minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het
draadloze apparaat onmiddellijk uitschakelen.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant van het
geïmplanteerde apparaat en volg deze aanwijzingen op.
Als u vragen hebt over het gebruik van uw draadloze apparaat
in combinatie met een geïmplanteerd medisch apparaat,
raadpleegt u uw arts.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in
bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met
uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke storingen.
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische
systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische
antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg
de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of
van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en
de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat
doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze
apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar
behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare
vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde
ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen
of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat
de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen
voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de
airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed
is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen, kan
dit ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden.
Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk
zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit als u op een plaats met
explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies
op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar
u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te
zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie
of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden
kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations.
Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische
Aanvullende veiligheidsinformatie
136
fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd,
duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om
scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan
of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat,
maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde
functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit
alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot
stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld
bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1 Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste
SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2 Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm
leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een
oproep.
3 Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4 Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze
functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer
kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht
staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te
activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg
deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op,
wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een
ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
DIT MOBIELE APPARAAT VOLDOET AAN RICHTLIJNEN VOOR
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger.
Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen
zijn ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke
organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun
leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg
(watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel.
Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt,
waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden
Aanvullende veiligheidsinformatie
137
het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke
SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de
maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen
dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om
verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid
benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich
bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen
voor gebruik van het apparaat bij het oor is 1,04 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat
kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen
variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen
en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden
onder "product information" op www.nokia.com.
138
Index
A
aanpassen 56
achtergronden
coverdisplay 57
met foto's 36
, 44
wijzigen 56
actieve stand-by modus 58
actieve werkbalk 35
activeringssleutels
zie Digital Rights Management
Adobe Reader 106
adressenlijst
zie contactkaarten
afbeeldingen
zie galerij
afdrukken
afbeeldingen 46
agenda
maken, items 77
synchroniseren, Nokia Nseries PC
Suite 77
alarmklok 76
Apparaatbeheer 72
automatisch antwoorden 116
B
back-ups van gegevens maken 22
batterijen
bedoeld gebruik 10
echtheid controleren 130
opladen 129
belichtingscompensatie 38
beltonen
persoonlijke beltoon 104
zie ook profielen.
berichten
e-mail 80
inbox 82
infodienst 89
instellingen 85
mailbox 83
multimediaberichten 80
SMS-berichten 80
bestandsbeheer 23
bestandsindelingen
.3gp 33
.JAD 108
.JAR 108
, 109
.mp4 33
.SIS 108
beveiligingscode
zie blokkeringscode
beveiligingsinstellingen 116
bewerken, afbeeldingen 48
bewerktoets 17
bladertoets 17
blokkeringscode 117
Bluetooth
apparaatadres 69
beveiliging 68
gegevens verzenden 69
koppelen 69
uitschakelen 68
verbinding 67
bookmarks 59
C
cache wissen 64
camera
actieve werkbalk 34
beeldinstellingen 37
bewerken, video's 49
cover gesloten, modus 33
cover open, modus 34
flash 37
139
foto's maken 33
instellingen van fotocamera
aanpassen 36
instellingen videorecorder 41
kleur en belichting aanpassen 37
reeksmodus 39
scènes 38
video opnemen 39
videoclips opslaan 39
, 40
zelfontspanner 39
certificaten 118
chatten 89
codes 117
computerverbindingen 71
conferentiegesprek 92
configuraties 125
contactgegevens 12
contactkaarten 102
invoegen, foto's 102
verzenden 102
copyrightbescherming
zie Digital Rights Management
cover gesloten, modus 15
cover open, modus 16
coverdisplay
aanpassen 57
cover gesloten 15
instellingen 115
D
datum 76
dictafoon 107
dienstopdrachten 79
Digital Rights Management 110
draadloos toetsenbord 107
DRM
zie Digital Rights Management
E
e-mail
automatisch ophalen 84
bekijken, bijlagen 84
externe mailbox 83
instellingen 87
invoeren 80
openen 83
, 84
ophalen uit mailbox 83
opslaan 89
verwijderen, berichten 84
verwijderen, mailbox 87
verzenden 80
energiebesparing 114
energiebesparing, LED 21
externe mailbox 83
externe SIM-modus 70
F
filformater
musikkspiller 25
RealPlayer 31
films, muvees
aangepaste muvees 51
snelle muvees 51
FM-radio 29
G
galerij
actieve werkbalk 44
afbeeldingen en video's 40
, 43
afdrukken, afbeeldingen 46
bewerken, afbeeldingen 48
diavoorstelling 53
ordenen, bestanden in
albums 46
, 48
presentaties 53
Print basket 45
vrij geheugen 46
gegevenskabel 71
gegevensoproepinstellingen 125
gegevensverbindingen
details 67
instellingen 122
netwerk 8
, 122
symbolen 20
tot stand brengen 123
verbreken 67
geheugen
geheugengebruik weergeven 23
vrijmaken 23
, 46, 99
140
geheugenkaart
geheugenkaart 22
geluiden
opnemen, geluiden 107
regelen, volume 21
uitschakelen, beltoon 98
geluidsclips 43
gemiste oproepen 99
GPRS
zie gegevensverbindingen
GPS
positionering 112
H
handsfree bediening
zie luidspreker
Help-toepassing 12
hoofdtelefoon 21
I
IM
zie chatten
infodienst 89
installeren, toepassingen 108
instellingen
aanpassen 114
algemeen 114
berichten 85
beveiliging 116
blokkeringscode 117
Bluetooth-verbinding 68
certificaten 118
coverdisplay 115
definiëren 14
display 114
e-mail 83
, 87
energiebesparing 114
fabrieksinstellingen 119
gegevensoproep 125
gegevensverbindingen 122
multimediaberichten 86
oproepblokkering 121
oproepen doorschakelen 121
PIN-code 117
SIP 125
SMS-berichten 85
taal 115
telefoon aanpassen 55
toegangspunten 123
toepassing 114
toetsenblokvergrendeling 116
uitbreidingen 116
UPIN-code 117
UPUK-code 118
instellingswizard 14
internet
zie web
internettoegangspunten
zie toegangspunten
invoertaal 115
J
Java 108
K
kleurtoon 38
klok 76
kopiëren, contactgegevens tussen SIM-
kaart en
apparaatgeheugen 103
L
laders 10
LED 21
, 116
lettergrootte 114
leveringsrapporten 86
lichtgevoeligheid 38
logboek
duur 101
filteren 100
inhoud wissen 100
luidspreker 21
M
mailbox 83
mediatoetsen 18
menu opnieuw indelen 55
menutoets 16
141
microfoon en luidspreker
zie luidspreker
microSD-kaart 22
MMS
zie multimediaberichten
modi
cover gesloten 15
cover open 16
toegang tot functies 15
modustoets 17
multimediaberichten
instellingen 86
maken 80
ontvangen 82
ophalen 82
opslaan 89
verzenden 80
multimediatoets 17
musikk
Se musikkspiller
musikkspiller
filformater 25
laste ned musikk 27
musikkbutikk 27
overføre musikk 27
spillelister 26
N
netwerkmodus 122
niet-actief scherm
zie stand-by modus
Nokia Lifeblog 32
notities 107
O
offline, profiel 56
omrekenen 106
onderhoud 132
ondersteuning, informatie 12
opnametoets 18
oproepen
beantwoorden 98
blokkeren 121
delen, video 95
doorschakelen 121
doorverbinden 99
duur 100
gemist 99
in wachtstand 99
instellingen 120
internationaal 91
ontvangen 99
plaatsen 91
weigeren 98
oproepenlogboek
Zie logboek
overbrengen, inhoud vanaf een ander
apparaat 19
overføre musikk 27
P
packet-gegevens, instellingen 124
pc-verbindingen 71
PDF-bestanden 106
PIN-codes 117
positionering 112
problemen oplossen 126
profielen 55
PUK-codes 118
push to talk 101
R
radio 29
RealPlayer 31
recente oproepen 99
reeksmodus 39
rekenmachine 106
resolutie
afbeelding 33
afbeeldingskwaliteit,
instellingen 37
videokwaliteitsinstellingen 42
S
sanger
filformater 25
overføre 27
scènes
afbeeldingsscènes 38
videoscènes 38
142
schermtaal 115
screensaver 57
SIM-kaart
berichten 85
gebruiken, apparaat zonder SIM-
kaart 56
kopiëren, namen en nummers naar
apparaat 103
namen en nummers 104
SIS-bestand 108
slaapstand 21
, 115
SMS-berichten
inbox 79
instellingen 85
invoeren 81
ontvangen 82
opslaan 89
verzenden 80
, 81
snelkeuze 93
, 121
sneltoetsen op de cover 18
snooze 76
software
installeren, toepassingen 108
overbrengen, bestand naar
apparaat 108
verwijderen, toepassingen 110
software-update 14
, 72
spraakberichten 92
spraakgestuurd bellen 93
spraaklabels 112
bellen 93
spraakopdrachten 112
stand-by modus 55
, 115
SVG-bestanden 53
symbolen
belangrijke 20
fotocamera 34
video-opname 40
synchronisatie 72
T
taalinstellingen 115
tekstberichten
zie SMS-berichten
thema's 56
tijd 76
toegangspunt, naamcontrole 125
toegangspunten 122
toepassingen
installeren 108
Java 108
verwijderen 110
toepassingsbeheer 108
toetsen 16
toetsenblokvergrendeling 21
, 116
tonen
zie beltonen
U
uitbreidingen, instellingen 116
UMTS
zie gegevensverbindingen
update, software 72
UPIN-code 117
UPUK-code 118
USB
videoclips overbrengen 51
USB-gegevenskabel 71
USSD-opdrachten 79
V
vaste nummers 104
veiligheid
aanvullende informatie 134
alarmnummer kiezen 136
richtlijnen 7
verbindingsinstellingen 122
vergrendeling 21
, 116
verzenden
berichten 80
contactkaarten, visitekaartjes 102
videoclips 51
video's
zie galerij
videoclips 43
videogesprek
beantwoorden 99
143
plaatsen 94
weigeren 99
videospiller
Se i RealPlayer
Visual Radio 29
voicemailbox 92
doorschakelen, oproepen naar
voicemailbox 121
wijzigen, telefoonnummer 92
volumeregeling
luidspreker 21
regelen, volume 21
tijdens oproep 91
volumetoetsen 18
W
web
blogs 63
browser 59
dienstberichten 83
feeds 63
toegangspunten, zie
toegangspunten
weblogg 32
welkomsttoepassing 14
witbalans 38
woordenlijst 80
Z
zelfontspanner, camera 39
37

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nokia N76 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nokia N76 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,68 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info