©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
9
Inleiding
GSM-datacommunicatie
De Nokia 9210 Communicator gebruikt de mogelijkheden voor dataoverdracht van
het GSM-netwerk voor het verzenden van faxen, SMS-berichten en e-
mailberichten en het maken van een verbinding met externe computers.
Vanaf de meeste locaties waar de mobiele telefoon werkt, kunnen draadloze
dataverbindingen tot stand worden gebracht. Het wordt echter aanbevolen de
communicator te verplaatsen naar een locatie waar het signaal het sterkst is.
Wanneer het signaal sterk is, is de dataoverdracht het meest efficiënt. Over het
algemeen kunt u niet dezelfde prestaties verwachten van mobiele
datacommunicatie als van vaste lijnen. Dit heeft te maken met eigenschappen die
inherent zijn aan de draadloze omgeving. De volgende factoren kunnen mobiele
verbindingen nadelig beïnvloeden:
Geruis
Radiostoring door elektrische apparaten en door andere telefoons heeft invloed op
de kwaliteit van de draadloze datacommunicatie.
Celoverdracht
Wanneer de gebruiker zich verplaatst van de ene netwerkcel naar de andere,
vermindert de signaalsterkte van het kanaal. Het is dan mogelijk dat de
telefooncentrale voor draadloze communicatie de gebruiker naar een andere cel en
frequentie overbrengt, waar het signaal sterker is. Celoverdracht kan ook
voorkomen wanneer de gebruiker zich niet verplaatst. In dat geval wordt de
overdracht veroorzaakt door variaties in de belasting van het mobiele netwerk. Dit
soort overdrachten kan voor korte vertragingen zorgen.