71Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
■ Beveiligingsinstellingen
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden
beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers),
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen en selecteer een van de
volgende opties:
PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen
wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen
het uitschakelen van de PIN-code niet.
Oproepen blokkeren als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken
(netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde
telefoonnummers als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
Bep. grp gebruikers om een groep personen op te geven die u kunt bellen en die u
kunnen bellen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau en selecteer Telefoon als de beveiligingscode gevraagd moet
worden zodra een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Als u Geheugen selecteert, wordt de beveiligingscode gevraagd wanneer het
geheugen van de SIM-kaart is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt
wijzigen.
Toegangscodes als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wilt wijzigen.
Code gebruiken om te selecteren of de PIN-code of UPIN-code actief moet zijn